Cdr nr3 declerck

Page 1

Respons: Manteau, 2010. Stefaan De Clerck

‘Wat een geweldige stad!’ Tom Meeuws is als bedrijfsdirecteur van Samen Leven vernieuwend en vooruitstrevend bezig in zijn aanpak van Antwerpse stadsproblemen. Wat hij schrijft is pertinent en ondernemend, een scherpe analyse, een zoekende diagnose, een innoverende remedie en niet ontmoedigd door een gevoel van “trial and error, and accidental succes”. Als sterke punten lees ik: 1) De publieke ruimte is een plaats voor experiment (wees dus tolerant en begripvol) 2) Nultolerantie voor t-huisgeweld (werk daar allemaal samen aan) 3) Begin met de jongeren (verbeter het jeugdrecht) Dit zijn terechte invalshoeken waarin we met zijn allen verder moeten investeren. In deze respons ga ik het thema geweld niet in alle breedte bespreken, maar wel in zijn relatie met de stadspolitiek. In die zin beoog ik enkele punten toe te voegen aan de analyse van Tom Meeuws. Stedelijk geweld ontstaat veelal ten gevolge van een strijd tussen groepen of belangen; een economische strijd of een strijd om er al of niet bij te horen. Een harde veiligheidspolitiek zal per definitie nooit volstaan om zo’n spanningen op te volgen. Vele andere (lokale) bevoegdheden bieden wel mogelijkheden om te sturen. Een stedelijke veiligheidspolitiek moet dus steeds meer gekoppeld worden aan een bredere, “burgerlijke” veiligheidsvisie: er is de economische reglementering (nachten telefoonwinkels, vzw’s en clubs, taxibedrijven, sluitingsuren,…), er zijn regels inzake volksgezondheid (eethuizen, voedselveiligheid, drugs,…), ook burgerzaken (schijnhuwelijken en -erkenningen, domiciliëring, wooncodes, private bewaking,…), uiteraard ook sociale (sociale uitkeringen, zwartwerk, schijnzelfstandigheid,…) en fiscale bepalingen (boekhouding, kassa’s, …). Het grote voordeel van zo’n integrale veiligheidsbenadering en dus een voortdurende afstemming tussen de harde politionele benadering met alle andere wettelijke mogelijkheden, leidt tot meer preventief optreden en dus tot een onmiddellijk en zichtbaar effect. Als een aantal drugspanden kunnen gesloten worden, als een netwerk van illegale handelsactiviteit kan gestopt worden, als een verloedering van een volledige straat of buurt kan worden stopgezet, dan verdwijnt ook de onveiligheid die daaruit voortvloeit.

‘Wat een geweldige stad’ 35


Het stedelijke beleid moet dus permanent inwerken op deze vormen van marginale of onwettelijke activiteiten om de daaruit voortvloeiende agressiviteit en onleef baarheid te stoppen. Het is dus een zeer grote opdracht om politiediensten en andere overheidsmedewerkers te laten samenwerken: door meer informatie-uitwisseling en onmiddellijke burgerlijke interventie kan veel geweld worden vermeden. Wachten op het politioneel-juridisch afwerken van elk dossier is op het terrein meestal onvoldoende effectief. Dit integraal veiligheidsmodel (breder ook dan alleen de welzijns- en gezondheidsdiensten), verdient bijkomende studie en moet tot een veralgemeende toepassing komen in alle steden. Dit is een totaal nieuwe rol voor de burgemeester (en zijn ambtenaar-coördinator integrale veiligheid) als spilfiguur tussen de politie- en justitiediensten enerzijds, de stedelijke en andere overheidsdiensten anderzijds. Om stedelijk geweld te bestrijden geloof ik ook in een excellente ruimtelijke ordening. De publieke ruimte mag en moet plaats bieden voor een veelheid aan activiteiten en ontmoetingen. Het is evident dat daar genereus, gezellig en verdraagzaam moet mee omgegaan worden (van spelende kinderen over fuivende jongeren tot schreeuwende betogers, …). Een foor en stadsfeesten moeten zeker kunnen. Maar het bouwen van die ruimte is voorwerp van zeer veel private en publieke initiatieven en vraagt dus zeer veel intelligente opvolging. Samen maakt het één geheel. En de wijze waarop die stad wordt gebouwd, vraagt dus voortdurende regie van de overheid om niet alleen te zorgen voor een evenwicht tussen elk individueel initiatief, doch ook met respect voor het grotere geheel. Een mooie en nette stadsaanleg lokt positieve reacties uit. Een creatief materieel kader nodigt uit tot respectvolle stadsvernieuwing. Stedenbouw is dus een fascinerende zoektocht naar win-winsituaties voor iedereen. Alle maatschappelijke uitdagingen kunnen immers hun vertaling krijgen in de wijze waarop de ruimtelijke investeringen vorm krijgen: hoe kan het ecologischer of groener, hoe kan het fluïder, hoe kan het collectiever, hoe kan het stiller, waar kan het luider…? Alleen de steden die zo’n robuuste toekomststrategie ontwikkelen, zullen talent en ondernemerschap aantrekken. Alleen de steden die deze complexe ambitie waarmaken, zullen ook op een natuurlijke wijze het stedelijke geweld indammen. En ondanks die bredere veiligheidsvisie en die duurzame publieke ruimte, blijft het toch iedere dag opnieuw vechten om mensen positief te laten genieten van de stad. Agressiviteit komt steeds meer voort uit afwijkende houdingen van mensen die eenzaam, ziek of gestoord zijn en geen andere waardering vinden. Zij zijn de kleinste schakels van het samenleven die we moeten versterken of minstens beschermen tegen het aanrichten van onheil. In een stad moet het zelfs beter kunnen om mensen te betrekken bij een boeiend dagelijks leven. Met alle bestaande (activiteiten en verenigingen) en nieuwe (technologie en media) middelen is het iedere dag opnieuw de opdracht een stad ook in het kleine functioneren te stimuleren. Grote onveiligheid komt vandaag voort uit

36

‘Wat een geweldige stad’


exploderend gedrag van geradicaliseerde of gemarginaliseerde enkelingen. Dit is de grootste opdracht ooit voor het bestuur omdat het zo moeilijk te detecteren is en er nieuwe methodes voor opvolging moeten ontwikkeld worden. Overheidsdiensten, maar ook andere sleutelfiguren zoals schooldirecties, gezondheidsdiensten, religieuze leiders etc, zullen partners moeten worden in een bredere en aanvaardbare sociale controle. Met respect voor de privacy moeten we toch kijken hoe we probleemsituaties maximaal voorkomen. Bovenop de excellente aanpak van Tom Meeuws, vraag ik dus aandacht voor drie punten: - Geweld kan alleen nuttig bestreden worden in een bredere veiligheidsaanpak, met de burgemeester in een centrale rol van “spelverdeler”, tussen alle politie- en andere overheidsdiensten. - Voortdurend bouwen aan een kwalitatieve publieke ruimte, is een noodzakelijke hef boom om tot een respectvol en gezellig samenleven te komen. - Aandacht voor de meest kwetsbare en marginale personen vraagt een nieuw soort sociale controle. Op die manier kunnen we hopelijk van al onze steden op een positieve manier zeggen: “Wat een geweldige stad”! [Stefaan De Clerck is volksvertegenwoordiger voor CD&V in het federaal parlement]

‘Wat een geweldige stad’ 37


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.