Respons: Raf Terwingen
Verleden, heden en toekomst Met de nodige schroom ben ik op het verzoek van de redactieraad van CDR ingegaan om een respons te formuleren op de bijdrage van Peter De Waele met betrekking tot de problematiek van seksueel misbruik ten aanzien van kinderen. Met de nodige schroom, niet enkel omdat de redacteuren er blijkbaar ten onrechte van uitgaan dat ik in deze thematiek “expert” zou zijn, maar ook en vooral gezien de aanwezige expertise van Peter De Waele, die hij trouwens herhaaldelijk bewees door zijn vele wetenschappelijke bijdragen in deze materie en niet in het minst ook door zijn optreden in de “parlementaire onderzoekscommissie met betrekking tot seksueel misbruik in gezagsrelaties”, zoals de commissie seksueel misbruik officieel plagt te heten. Ik ga me in deze dan ook niet wagen aan een kritische, laat staan kritischwetenschappelijke analyse van de tekst van Peter De Waele vanuit pedagogisch of politioneel standpunt. Wie ben ik om hem op dat gebied te verbeteren of van weerwoord te voorzien, gezien mijn zeer bescheiden en beperkte theoretische kennis op dit vakgebied? Als “praktijk-deskundige”, te weten in mijn hoedanigheid van papa van Baud, kan ik de adviezen zoals geformuleerd in zijn tekst, enkel ter harte nemen en trachten in de praktijk te brengen en zo aan de ‘Baud-toets’ als criterium te onderwerpen. De Baudtoets is een criterium als ultieme toetssteen of een bepaalde maatregel of beslissing naar de toekomst toe in het belang is van mijn zoon, en dus bij uitbreiding van al onze kinderen. We kunnen onze kinderen niet ‘pedofilieweerbaar’ maken. We moeten er als verantwoordelijke ouders echter wel voor zorgen dat ze kunnen opgroeien in een ‘warm’ nest, waarin de juiste waarden worden meegegeven, waarin aan onze kinderen vanuit de praktijk wordt duidelijk gemaakt wat er wel of niet kan in relaties tussen kinderen en volwassenen, waar de grenzen getrokken moeten worden. Vooreerst ben ik zo vrij om hier enkele aspecten die in voormelde parlementaire onderzoekscommissie volgens mij van belang waren, kort onder de aandacht te brengen. Hierbij put ik mijn inspiratie niet uit de door mij gemaakte aantekeningen van de urenlange en vaak interessante hoorzittingen waaraan ik namens CD&V mocht deelnemen, doch wel uit mijn parate kennis en actuele herinneringen. Op die manier hoop ik alleszins niet te veel in details te verdwalen, doch vooral
24
Verleden, heden en toekomst
de voor mij essentiële lessen die getrokken dienden te worden uit deze parlementaire onderzoekscommissie weer te geven, waarbij hopelijk het verloop van de tijd de essentie van de bijzaak heeft gescheiden…
a. Gezag als noodzakelijke voorwaarde van het misbruik ook buiten de kerkelijke sfeer Al te zeer heeft men aanvankelijk getracht bij de oprichting van voormelde parlementaire onderzoekscommissie de pijlen enkel te richten op het kerkelijk milieu. Dat was een strategie die al dan niet was ingegeven vanuit politiek-ideologische overwegingen. Van in den beginne heeft CD&V zich hiertegen verzet, terecht zoals (helaas) steeds meer is gebleken. Niet het kerkelijke milieu op zich was de oorzaak van seksueel misbruik – misschien beter de geschikte omstandigheid ervan – zoals zich dat decennia lang blijkbaar heeft kunnen voordoen. Integendeel, de noodzakelijke voorwaarde voor het seksueel misbruik zoals dat besproken werd in de parlementaire onderzoekscommissie, was het bestaan en daardoor het mogelijke misbruik van gezag in een relatie tussen twee personen. Daardoor kon een slachtoffer manipuleerbaar en stuurbaar worden voor zijn (soms ook haar) dader, en dus vatbaar voor seksueel misbruik. Dat deze voor het in kaart gebrachte misbruik noodzakelijke gezagsrelatie ook in andere en zelfs de op de dag van vandaag meer actuele omgevingen aanwezig was en ook nog steeds is, werd aanvankelijk als een fait divers beschouwd. Echter heeft de zeer recente geschiedenis, misschien wel versneld door de commissie-werkzaamheden, één en ander spijtig genoeg bewezen: gezagsrelaties die aanleiding zouden kunnen geven tot seksueel misbruik, zijn nog steeds en overal in onze maatschappij aanwezig (vb. sportclubs, bejaardentehuizen, jeugdverenigingen…). Onze focus dient aldus voldoende breed gesteld te worden.
b. Geen tribunaal van het verleden... Ook heeft CD&V er van bij de aanvang proberen over te waken dat de commissie niet een tribunaal van het verleden zou worden, doch wel degelijk een politieke commissie van het heden en vooral de toekomst. Dat de kerkelijke overheden van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om bepaalde fouten, maar vooral ook bepaalde schade van het verleden te herstellen – los van de discussie of men hiertoe ook nog juridisch gehouden was of niet – is een goede zaak en kan ik als gelovige enkel toejuichen (dit was de enige optie om de geloofwaardigheid van het instituut opnieuw te versterken!).
Verleden, heden en toekomst 25
De uiteindelijke aanbevelingen door de commissie, verwoord in haar uitgebreid verslag van werkzaamheden, hebben duidelijk als finaliteit naar de toekomst toe signalen van misbruik beter en sneller te registreren, enerzijds, en anderzijds trachten het misbruik te voorkomen.
Verantwoordelijkheid Dat was en is de verantwoordelijkheid van de politiek, van een parlement: na analyse komen tot verbetering van de maatschappelijke structuren en daarnaast middelen creĂŤren om problemen naar de toekomst toe beter te kunnen detecteren, bestraffen, genezen en liefst te voorkomen. Op die manier hebben wij als politiek verantwoordelijken getracht onze verantwoordelijkheid trachten te nemen. Er is natuurlijk nog een grotere, belangrijkere verantwoordelijkheid, in hoofde van ieder van ons, als ouder, als grootouder, als medemens. Het is immers aan ieder van ons om voortaan kritischer en alerter bepaalde signalen op te merken, te analyseren en hieraan gevolg te geven. Natuurlijk vooral en in eerste instantie met betrekking tot onze eigen (klein-)kinderen, maar ook en zeker in een ruimere maatschappelijke context, buiten onze eigen gezinnen en families zelfs los van kinderen, want alle menselijke relaties waarbinnen de ene mens een bepaalde vorm van gezag kan etaleren ten opzichte van de andere medemens, zijn per definitie vatbaar voor dit soort misbruiken. [Raf Terwingen is volksvertegenwoordiger voor CD&V in het federaal parlement]
26
Verleden, heden en toekomst