Jg2 nr2 develtere

Page 1

Respons: Patrick Develtere

Sociale organisaties: de noodzakelijke stootkracht van de milde kracht1 Culturele, religieuze, statelijke of economische systemen hebben altijd met elkaar in concurrentie getreden. Vaak is in een bepaalde periode één systeem dominant. Vandaag is het economische systeem dominant. De politiek, de burger, de media en sociale organisaties hebben de sterke neiging om naar de wetten en principes van dat systeem te handelen. Economische groei, loonkosten, competitiviteit van de bedrijven en de fiscale druk, zijn stuk voor stuk onderwerpen die centraal staan in elk maatschappelijk debat over de toekomst van de welvaart, het welzijn en geluk van de burger. We stellen vast dat een bepaalde interpretatie van het economische systeem leidt tot waarden, normen en principes die als neutraal en waardevrij worden voorgesteld. Ze worden zelfs tot ideologische natuurwet verheven. Hier moet de alarmbel van sociale organisaties en bewegingen luiden, zeker die van de christelijk geïnspireerde organisaties. Enkele beschouwingen dringen zich op.

Verkiezingen: it’s more than the economy, stupid Neem nu de debatten in de aanloop naar de verkiezingen. Die debatten worden gevoerd tegen het licht van economische groei, de competitiviteit van de bedrijven en de overdracht van een pakket aan bevoegdheden door de zesde staatshervorming. De loonlastenkloof, ons fiscaal stelsel, de woonbonus en de gezinsbijslag zijn prominent aanwezig. De debatten gaan niet enkel over de beleidsdomeinen, maar ze zijn fundamenteler van aard: het gaat over de economie en als het over de economie gaat, gaat het ook altijd over de overheid. De perceptie wordt geschapen dat overheid en bedrijven een soort Siamese tweeling zijn, bijna vleselijk aan elkaar gekoppeld. Maar tegelijk zitten ze in een bipolaire verhouding. Dan krijg je iets vreemds: een 1

Naar Ramses Shaffy.

Sociale organisaties: de noodzakelijke stootkracht van de milde kracht 59


soort ‘Siamese bipolariteit’. Begrippen als economische groei, competitiviteit, fiscale druk, loonkost en overheidsbeslag wisselen elkaar af. Vanuit het heersende economische paradigma worden ontvetten en besparen al snel de maatstaf en komt bijna het geheel van overheidstaken ter discussie. Binnen zo’n paradigma worden enkel eenzijdige vragen gesteld. De oplossing ‘ontvetten’ en ‘besparen’ wordt impliciet als aanvaard voorgesteld. Hoeveel moeten we besparen? Wat kan of wil de overheid na besparingen nog doen? En wat moet door de markt of de burger gedaan worden? Helaas, over de vraag naar wat vanuit het oogpunt van het algemeen belang wenselijk is, horen we amper iemand spreken. Of over de vraag naar welk soort economie we wensen te streven – een rechtvaardige? een duurzame? een solidaire? – al evenmin. Dit tweespalt tussen markt en overheid is mijn inziens de verkeerde strijd. Ik beargumenteer dat hier vanuit twee invalshoeken. Vooreerst een inhoudelijke invalshoek, nl. de te voeren strijd in de 21ste eeuw. Maar ook vanuit een functionele invalshoek, de maatschappelijke dienstverlening van sociale organisaties, die blijvende relevantie heeft.

Dé strijd van de 21ste eeuw: de strijd tegen maatschappelijke kosten Ik ben natuurlijk niet tegen de overheid of de bedrijven. Net daarom voelt een tweespalt tussen staat en markt zo vreemd aan. Overheid en de bedrijven moeten evenwel steeds ten dienste staan van de mens. Want daar is de voorbije decennia een en ander uit balans geraakt. Elke intellectueel eerlijke pleitbezorger van de vrije markt moet erkennen dat marktwerking een belangrijke keerzijde kent: ze levert bepaalde falingen op. Neem nu de prijssetting van een vliegtuigticket. Wanneer een ticket voor twintig euro kan gekocht worden, is dit misschien in het hier en nu wel kostendekkend voor een bepaald bedrijf en levert het mooie winsten voor de aandeelhouders op. In de ticketprijs is de maatschappelijke kostprijs vaak niet meegerekend. Denken we maar aan gezondheidskosten voor overwerkt personeel, milieukosten, lawaaihinder, en kosten voor de omgeving en de bereikbaarheid van de luchthaven. Toekomstige generaties zullen deze kosten later wél dubbel en dik moeten betalen. In een duurzame economie zouden deze kosten geïnternaliseerd moeten worden en dus verrekend in de ticketprijs. Wat hebben deze maatschappelijke kosten, bij wijze van voorbeeld, nu met het maatschappelijk middenveld te maken? Maatschappelijke kosten hebben als

60

Sociale organisaties: de noodzakelijke stootkracht van de milde kracht


belangrijkste kenmerk dat ze noch vanuit het individueel handelen noch vanuit een politiek handelen vanzelf worden gecorrigeerd. Wie zal de individuele ondernemer of een logge overheid wijzen op de gevolgen van hun handelen? Wie zal hen aanzetten tot gedrag dat de relatie met de ander vandaag ĂŠn morgen erkent en respecteert? Het bewust worden van de neveneffecten, van de maatschappelijke impact van economisch en politiek handelen, vraagt een problematisering van ons handelen, doet verontwaardiging ontstaan en stimuleert engagement om het aan te pakken. Net daarvoor bewijzen sociale organisaties tot vandaag hun rol van katalysator. Vanuit mensgedreven waarden stellen sociale organisaties vragen over hoe de samenleving is georganiseerd, over hoe mensen, zeker de meest kwetsbaren, hun plaats kunnen krijgen in economie en samenleving. Vanuit die problematisering willen sociale organisaties permanent veranderen, de samenleving in beweging zetten en doen opveren. Dat zal ook in de 21ste eeuw niet anders zijn. In een tweespaltdenken met enkel de overheid en de bedrijven, blijft net die grote meerwaarde volledig onderbelicht

Blijvende nood aan sterke maatschappelijke dienstverlening, ingekleurd door sociale organisaties Dit brengt ons ook bij andere risico’s verbonden aan het tweespaltdenken in het huidige discours. Vaak lijkt het er op dat we enkel kunnen kiezen tussen de overheid of de bedrijven om collectieve taken te organiseren. Wat dan met de maatschappelijke dienstverlening die door sociale organisaties wordt uitgevoerd? Wat met de ziekteverzekering, werkloosheidsuitkering of gezinsbijslag die door sociale organisaties wordt beheerd? Maatschappelijke dienstverlening die vanuit vrij initiatief is ontstaan en vandaag binnen sociale organisaties nog steeds vanuit de mensen, hun leden en hun achterban wordt uitgevoerd. Maatschappelijke dienstverlening die nota bene ooit is ontstaan vanuit datzelfde marktfalen, diezelfde maatschappelijke kosten die inherent aan economisch handelen zijn gebonden. Laat me kort argumenteren waarom ook in de 21ste eeuw sociale organisaties best geplaatst zijn deze maatschappelijke dienstverlening uit te voeren. Een eerste essentiÍle kenmerk van deze dienstverlening is dat ze door menselijke waarden gedreven wordt. Sociale organisaties zijn gedreven door een waarderationaliteit die zowel de machtsratio in de politiek als de berekenende ratio van de markt uitdaagt. Universaliteit, toegankelijkheid, kwaliteit, billijkheid,

Sociale organisaties: de noodzakelijke stootkracht van de milde kracht 61


participatie en efficiënt en effectief beheer gaan als leidende principes in het aanbieden hand in hand. Vanuit een commerciële logica zijn deze waarden niet te handhaven. Als u een private ziekteverzekeraar zou zijn, dan gaat u toch ook voor de gezonde groep van de bevolking tussen de 18 en 35 jaar? De mogelijkheid om een sociale dienst selectief aan te bieden, gericht op winstmaximalisatie en efficiëntie, is een gedragseconomisch marktfalen. Zij met minder geluk zullen verweesd achterblijven. Omgekeerd zorgt de onderlinge concurrentie op basis van kwaliteit er vandaag voor dat de sociale organisaties als dienstverleners een optimale prijs-kwaliteitverhouding pogen aan te bieden. Die incentive zou vanuit een overheidsagentschap wegvallen. Ten tweede staat de maatschappelijke dienstverlening vanuit sociale organisaties dicht bij de mensen: een lid van een ziekenfonds geniet vele servicepunten in de buurt, kan de kinderen voordelig met vrijwilligers van een jeugdorganisatie op zomervakantie laten gaan en kan terugvallen op ondersteuning bij de mantelzorg voor behoevende naasten. De zorg om de kwetsbaarheid van mensen, mét of zonder luide stem, staat centraal. Een zorg die overigens geapprecieerd wordt: het vertrouwen van de burger in pakweg onze gezondheidszorg of onderwijs, beiden sterk vanuit sociale organisaties vormgegeven en beheerd, wordt keer op keer bevestigd. Wanneer servicepunten en dienstverlening dicht bij de mensen wegvallen, moeten we vrezen voor de toegankelijkheid en de verstaanbaarheid van de dienstverlening. En tot slot maakt het voorbeeld van een ziekenfonds duidelijk dat we hier niet spreken over een uitvoerder van de ziekteverzekering alleen. We spreken veeleer over een complete vorm van dienstverlening als maatschappelijke actor, inclusief sensibiliseringscampagnes, vrijwilligerswerk, informatie en preventie, ontmoeting, belangenbehartiging... Facetten van een ziekenfonds ten dienste van de mensen, op maat van de mensen. Vandaar dat sociale organisaties samen tussen markt en overheid staan. Meer dan de staat zorgen ze voor ‘doe-democratie’, laten ze mensen mee denken, mee beslissingen nemen, mee initiatief nemen. Meer dan de markt hebben ze ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ in hun genen. Ze bieden dus een serieuze meerwaarde aan wat staat en markt op zich kunnen leveren

62

Sociale organisaties: de noodzakelijke stootkracht van de milde kracht


Tot slot: samen sterk! Tot zover mijn pleidooi voor de belangrijke rol van sociale organisaties anno 21ste eeuw. Is er het dan verder ‘business as usual’? Zeker niet! Er zijn wel degelijk enkele tendensen waar we de komende jaren op moeten inzetten. Ik geef er graag drie mee. 1) Er is een nood aan een doorgedreven samenwerking tussen organisaties, tussen sectoren en met andere stakeholders. Complexe maatschappelijke problemen bieden we het hoofd door expertise en krachten te bundelen. 2) Sociale organisaties moeten voluit inzetten op nieuwe vormen van verbinding en ‘samenredzaamheid’, zeker in tijden van individualisering en vervreemding. Daar hoort een stevige brok ‘remancipatie’ van de mensen bij: vanuit een gevoel van waardegedreven verbondenheid moeten sociale organisaties werken aan sociale vooruitgang. Bottom up participatie, cocreatie, eigenaarschap en medeverantwoordelijkheid zijn essentiële ingrediënten om emanciperende initiatieven vanuit de mensen te laten bloeien. 3) Samen streven we structurele veranderingen na. Uit vele krachten ontstaat één sterk blok om wat onrechtvaardig is aan de kaak te stellen en om duurzame verandering na te streven. Een politiserende houding is voor elke beweging een levensader die de geesten en het gemoed scherp houdt. De rode draad is zonder twijfel de manier waarop we gisteren, vandaag en morgen de grote maatschappelijke uitdagingen intergenerationeel aanpakken. Een sociale beweging zal maar zijn als ze vanuit verontwaardiging en geleid door menselijke waarden een sterk antwoord kan formuleren op maatschappelijke uitdagingen, concrete noden en problemen van de mensen. Een sleutel tot succes zal een vrij maar gecoördineerd en krachtig initiatief zijn. Samen bereik je meer dan alleen, samen kan je harder op tafel kloppen. Samen kunnen we zorgen voor een goed en kwaliteitsvol leven voor alle mensen. [Patrick Develtere is sinds 2010 voorzitter van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW)] patrick.develtere@acw.be

Sociale organisaties: de noodzakelijke stootkracht van de milde kracht 63


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.