Jg3 nr2 claerhout

Page 1

Respons: Sarah Claerhout

“Brussels by Night” Honderden liedjes bezingen het stadsleven: de straten, de opgedane ervaringen, de uitdagingen... Volgens Benjamin Barber, auteur van ‘If Mayors ruled the World’, bieden steden (qua bestuurs- en beleidsniveau) de oplossing voor de spanning tussen de grote werelduitdagingen enerzijds en de oude politieke instellingen die niet snel en adequaat op de snelle veranderingen in de wereld kunnen optreden anderzijds. Wij mensen zijn meer en meer stedelijk geworden en dat is de plaats waar oplossingen gevonden worden, beargumenteert hij. Zijn ideeën zetten aan tot denken. Maar ziet hij niet veel over het hoofd? Wordt leefbaarheid anders ervaren in de stad dan op het platteland? Heeft lokale binding een andere smaak in Gent of Antwerpen dan in Poperinge of Wippelgem? In hun artikel brengen Jan Durnez en Loes Vandromme deze vragen naar boven en testen ze hoe we er vandaag in 2015 kunnen op antwoorden. Bestaat er een kloof tussen de stad en het buitengebied op het gebied van ervaring van leefbaarheid en lokale binding? Bij wijze van respons haal ik enkele elementen uit hun betoog om even verder op te reflecteren… vanuit een stedelijke blik.

Toen ik aan de universiteit werkte, nam ik soms bezoekende Indiase professoren mee op culturele uitstap. Op een keer vroegen twee bezoekers me: “Sarah, we heard you come from a village, why don’t you take us there, we would love to see a Belgian village.” Zo gezegd, zo gedaan. We trokken naar het landelijke Wippelgem en omstreken, bezochten mijn familie. Ze vroegen een rondleiding in de huizen, we reden rond in de streek, we stopten bij lokale bakkers en winkeltjes, ze vroegen details over bouwmaterialen en gewassen. Op het einde van de dag zaten de twee te grinniken op de achterbank. “Sarah”, zo verklaarden ze, “wij dachten dat je ons mee zou nemen naar een dorp, maar als dit dorpen zijn, dan weten jullie niet wat platteland is!” Daar kwam de onverbiddelijke conclusie: dit is min of meer hetzelfde als de stad. Inderdaad. Zoals gezegd in het artikel van Durnez en Vandromme: ruimtelijk gezien is ons land verstedelijkt volgens verschillende objectieve parameters.

“Brussels by night” 61


En toch zijn er duidelijke verschillen. Een van de vertrekpunten van het betoog van Durnez en Vandromme is dat we vandaag leven in een veranderende en complexe samenleving. Deze ervaring van de wereld rondom ons heeft impact op hoe we onze leefwereld en samenleving ervaren. De vele veranderingen creëren onbehagen. Lokale binding speelt een rol om deze ervaring het hoofd te bieden. De auteurs stellen zich de vraag of “die veranderingen en complexiteit van de samenleving kleiner zijn in het buitengebied dan in de grote stad ”. Zou hier het verschil kunnen liggen? Dat is een intrigerende vraag. Wat zijn de grote uitdagingen en veranderingen? We staan maatschappelijk voor grote veranderingen: demografisch, sociaal, economisch. Veranderingen die te maken hebben met het in stand houden van onze welvaartsstaat en onze maatschappelijke systemen. Dit model was een grote verwezenlijkingen van naoorlogs Europa. Door de economische crisis komt dit model onder druk te staan. Neem daarbij grote uitdagingen zoals de demografische veranderingen en de vergrijzing. Daarbij komt dat veel beslissingsstructuren verder en verder van ons staan: internationale en Europese beslissingen hebben grote gevolgen die doordringen tot het dagdagelijkse leven in de kleinste dorpen. Voeg hier nog aan toe de globalisering, de opkomende macht van Azië, de snelheid van technologische evoluties, de veranderende wereldverhoudingen... en je krijgt een geheel dat niet gemakkelijk te overzien is. De ervaring van veel mensen is dat ze minder en minder zicht en vat hebben op die problemen. Bovendien wordt men langs alle kanten met die uitdagingen geconfronteerd: televisie, internet, gsm, smartphone… Iedereen raakt overal op de hoogte. Willens nillens. Nog nooit waren we zo goed ‘op de hoogte’. Nog nooit konden we zo weinig wijs raken uit al de informatie en gegevens. Dit zijn dynamieken die niet zo veel anders zijn in de stad dan op het platteland. Hoewel sommige zaken zich soms sneller of duidelijker manifesteren in de stad (migratie bijvoorbeeld) beperken ze zich hier niet toe. De plattelandsbewoner en stadsbewoner van ons land kennen beide gelijkaardige grote uitdagingen. Impliceert dit dat er geen verschillen zijn? Natuurlijk niet. Maar zoals ik al zei liggen de verschillen volgens mij niet zozeer in de aard van de uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden. Vergrijzing, migratie, diversiteit, kansen voor jongeren, behoud van onze sociale systemen, mogelijkheden om te investeren, etc, ook al nemen ze soms andere vormen en proporties aan, overal te lande staan mensen en besturen oog in oog met deze uitdagingen. Maar de ervaring van de problemen, de reacties erop en de aanpak ervan verschillen naargelang ze zich voordoen in buitengebied en in stedelijke context. Daarom zijn er wel duidelijke verschilpunten naar betrokkenheid en ervaren leef baarheid toe. Wat vol-

62

“Brussels by night”


gens mij bijvoorbeeld verschilt is de manier waarom men via lokale binding vat probeert te krijgen op de grote uitdagingen. Laat ons daar even dieper op ingaan. De bevolking van onze steden zal toenemen. Tegen 2030 zullen er 600.000 Vlamingen bijkomen, wat omgerekend zo’n 330.000 woongelegenheden betekent. Dus als we Vlaanderen niet helemaal vol willen bouwen moeten we meer mensen compacter laten wonen, in het bijzonder in de steden. Maar hier worden we geconfronteerd met een moeilijkheid: jonge mensen willen graag een leven uitbouwen in een aangename leefbare omgeving. Mobiliteit en wonen spelen daarin een grote rol. We willen allemaal gemakkelijk geraken waar we moeten zijn. Tegelijk willen we ook allemaal dat het milieu minimaal geschaad wordt en dat de wegen veilig zijn. In een stedelijke context zal men op een andere manier moeten tegemoet komen aan deze verzuchtingen. We zien in vele steden een hang naar de uitbreiding van het voetgangersgebied, meer fietsinfrastructuur, meer bescherming van woongebieden tegen te drukke doorgangswegen. Indien steden hieraan voldoen trekken ze mensen aan om hierin te wonen. Maar anderzijds willen bijvoorbeeld jonge gezinnen met kinderen graag een betaalbare woning kopen met een tuintje. De woningdruk in de steden is zo groot dat deze droom vaak onmogelijk wordt en een stadsvlucht van die categorie mensen genereert. Het is niet voor niets dat in de Stadsmonitor 2014 extra aandacht gaat naar de gezinsvriendelijkheid van steden en naar het ecologische luik. Onderzoek toont aan dat de reden waarom gezinnen weggaan uit de stad voornamelijk zijn: gebrek aan groen, verkeersdrukte, tekort aan betaalbare woningen met tuin. De steden zullen dus moeten transformeren en minder stads zijn? Het buitengebied moet transformeren en beter tegemoet komen aan de culturele en sociale eisen van de ‘verstedelijkte’ Vlaming? Lokale betrokkenheid is een interessant topic in de stad. In het artikel wordt gezegd: “meer dan voor stedelingen zijn lokale tradities voor dorpsbewoners een manier waarop zij met hun dorp of streek verbonden zijn”. Dat bewoners op het platteland van oudsher meer betrokken lijken te zijn bij hun omgeving? Enerzijds klopt dit, denk ik. De banden zijn overzichtelijker, natuurlijker, vaak zelfs familiaal. Aan de hand van achternamen, familie- en vriendschapsbanden, een handvol sociale plaatsen of clubs en straatnamen kan men elkaar situeren en plaatsen. Dat creëert een band, een binding. Zoiets is minder evident in een stad vol vreemden. Tegelijk is er echter in de stad ook een grote (groeiende?) betrokkenheid van mensen in en op hun buurten en wijken. Men beschouwt de eigen buurt als een gemeenschap, een community. CD&V heeft in haar verkiezingsprogramma de passende benadering naar voor geschoven van een stad als een geheel van stadskernen waarbij mensen zich betrokken voelen. De stad Gent speelt op deze tendens goed in door kleine wijk-

“Brussels by night” 63


projecten aan te bieden binnen ‘Wijk aan zet’ waarvan gretig gebruik gemaakt wordt. Er groeien en bloeien allerlei dekenijen, lokale afdelingen van middenveldorganisaties, buurtactiegroepen, buurtcomités, etc. Hoewel die ook in de stad meer vrijblijvend en projectmatig zijn vandaag, net zoals Durnez en Vandromme aanhalen in de contact van het buitengebied. Toch engageren mensen zich steeds weer. Trouwens, het mag gezegd, de CD&V-lentecampagne 2015 rond Bonte Buurt is hiervan het bewijs. Het is een campagne die dit idee in zich draagt. Het is waarschijnlijk ook een van de eerste campagnes die zo duidelijk in zowel de stedelijke als buitengebied context kan toegepast worden. Bovendien is er vandaag in de stedelijke context een totaal nieuwe betrokkenheidscultuur terrein aan het winnen, namelijk rond de vele initiatieven in de deeleconomie. Deze dynamiek lijkt goed te kunnen inhaken op een stadsmentaliteit: repair cafés, kledijruilbeurzen, deelwagens, fietsdeelsystemen, co-working places, co-housing (hospitawonen in Gent bijvoorbeeld), plukboerderijen, gedeelde aankopen van energie, etc. Het zijn vormen waarbinnen stedelingen zich organiseren volgens nieuwe principes van de coöperatieve gedachte en de nieuwe kleinschaligheid. Ze zijn gebaseerd op vertrouwen en samenwerking. Bijna dagelijks kan je in Gent naar een lezing, gespreksavond of startinitiatief in dit arsenaal aan activiteiten. Dergelijke systemen kennen ook hun uitstraling naar de kleinere steden en gemeenten. Hoewel initiatieven wat anders opgevat kunnen zijn of toegepast worden, dus ook dit hier geen tegenstelling tussen stad en platteland. Laat mij eindigen met een eenvoudige boodschap. In de stad en op het platteland staan mensen voor gedeelde uitdagingen. Er is meer en meer verstrengeling van stad en platteland. We moeten daarom over de mentale kloof/strijd/concurrentie tussen de stad en het platteland heen geraken. Noch een idealisering van het bruisende stadsleven, noch die van het rustige en gemoedelijke platteland komen overeen met de realiteit. Noch een anti-stadsdiscours, noch een wantrouwen naar het buitengebied helpt ons een visie op onze samenleving uit te bouwen. Meer wenselijk is een toekomst waarin we samen de gedeelde uitdagingen aanpakken. Terwijl men in het gevoerde beleid nog graag uitgaat van twee verschillende werelden is het hoog tijd om te vertrekken vanuit de opportuniteiten van die complementariteit. De stad kan oplossingen bieden voor bepaalde problemen buiten de stad, en het buitengebied kan oplossingen bieden voor problemen in de stad. Laat ons die win-wins meer identificeren. Zo kunnen we ons land echt voorbereiden op de uitdagingen van de 21ste eeuw. Vanuit zo een basisvisie zullen we in staat zijn om objectieve en geactualiseerde criteria te formuleren voor een juiste verdeling van de middelen. [Sarah Claerhout is federaal volksvertegenwoordiger voor CD&V en voorzitster van CD&V afdeling Gent.] sarah.claerhout@dekamer.be | Twitter: @Sarah_Claerhout 64

“Brussels by night”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.