Respons: Annie Schreijer-Pierik
Maatwerk in strijd tegen vervoersarmoede Flexibel en betaalbaar vervoer is ook in Nederland geen vanzelfsprekendheid. Bussen rijden in sommige delen van het land slechts twee keer per dag en de trein schittert vaak door afwezigheid. Dat moet beter. Niet voor niets heb ik daarom een maand geleden nog gepleit voor een directe bus- en taxiverbinding tussen Enschede en het Duitse vliegveld Münster-Osnabrück. Veel mensen uit de regio Twente maken gebruik van het Duitse vliegveld en toch is het onmogelijk om met het openbaar vervoer direct van Enschede naar Münster-Osnabrück te reizen. Het is toch gek dat wij wel taxivervoer naar Schiphol in Amsterdam hebben en niet 80 kilometer verder naar Münster-Osnabrück. Een directe verbinding is dan ook van groot belang voor betere mobiliteit van jongeren en ouderen.
Platteland Vooral in de plattelandsgebieden is het, zoals door Els Van den Broeck en Elke van Os omschreven, voor ouderen en jongeren een groot probleem om van A naar B te komen. Lijnbussen komen soms te laat, te vroeg of helemaal niet. Bovendien rijden in sommige buitengebieden helemaal geen bussen. De auto is in de provincie Overijssel, de provincie waar ik vandaan kom, dan ook veruit het meest populaire vervoersmiddel. Bij vijf van de tien verplaatsingen gebruiken Overijsselaars de auto en met die auto leggen ze 75% van alle verplaatsingen af. Ook de fiets is in mijn provincie, voor de korte afstanden, razend populair. Bij verplaatsingen die korter duren dan een half uur, wordt in 41% van de gevallen de fiets gebruikt. Toch zegt geograaf Hans Jeekel dat 40% van de verplaatsingen met de auto, niet of moeilijk te voet of met een alternatief vervoersmiddel te doen zijn. Hoewel uit cijfers uit 2011 blijkt dat zeven op de tien gezinnen in Nederland tenminste één auto bezit, is er dus nog steeds een grote groep mensen die afhankelijk is van de fiets of het openbaar
92
Maatwerk in strijd tegen vervoersarmoede
vervoer. Ook hier gaat het over etnische minderheden, (alleenstaande) vrouwen met kinderen, ouderen, mindervaliden en mensen uit lagere inkomensgroepen. Door de leegloop van het platteland en de trek naar de steden, neemt het aantal voorzieningen in de buitengebieden alleen maar af. Dat zorgt er voor dat het aantal buslijnen op het platteland ook daalt. De lijnen zijn vaak niet meer rendabel door het afnemende aantal passagiers en door bezuinigingen in de afgelopen jaren op het openbaar vervoer. Halflege bussen leveren voor de vervoersmaatschappijen daardoor onvoldoende op.
Niet rendabel Op het spoor lijkt het de laatste jaren een stuk beter te gaan met het aanbod als gevolg van privatiseringen. Terwijl het de Nationale Spoorwegen (NS), die lange tijd het alleenrecht hadden op het Nederlandse spoorwegnet, maar niet lukte om trajecten in buitengebieden rendabel te maken, namen nieuwe vervoerders het stokje over. Vervoersbedrijven zoals Veolia, Arriva en Connexxion weten door middel van klantgerichtheid de minder drukke trajecten ook rendabel te houden. Daarmee zijn niet zomaar alle problemen opgelost. Zo zorgen dure kaartjes voor de bus en trein er in Nederland voor dat veel mensen geen toegang hebben tot vervoer. Ook vormen de dienstregelingen soms een obstakel. Sommige treinen en bussen rijden weinig frequent zodat mensen niet op tijd in het ziekenhuis, op school of bij een sollicitatiegesprek aanwezig kunnen zijn.
Provinciale Staten Nu de Provinciale Statenverkiezingen in aantocht zijn, is mobiliteit weer op de agenda komen te staan. Om vervoersarmoede tegen te gaan, willen diverse partijen dat verschillende soorten vervoer zoals de buurtbus, het ouderenvervoer en de schoolbus, worden gecombineerd. Dat is een goede manier om het vervoersaanbod voor kwetsbare groepen op peil te houden. Toch zijn er ook verschillende provincies die er voor kiezen om fors op het openbaar vervoer te bezuinigen. Geldgebrek bij de provincies is een groot probleem. Vanwege de bezuinigingen is het nog maar de vraag of de bussen hun vertrouwde rondje kunnen blijven rijden. De provincie is tenslotte de verantwoordelijke partij als het gaat om openbaar vervoer in de stad en op het platteland. Met name op het platteland
Maatwerk in strijd tegen vervoersarmoede 93
zijn er te weinig mensen die voor de bus kiezen. Daarom is volgens de provinciebesturen lastig om het hele netwerk overeind te houden. Ook in Overijssel staat de toekomst van de bus op de agenda. Net zoals in Gelderland, Flevoland en Drenthe wordt er ook in mijn eigen provincie een besluit genomen over de toekomst van het openbaar vervoer of wordt de knoop binnenkort door de Statenleden doorgehakt. Vooral in Drenthe lijken de problemen groot. Mogelijk verdwijnt de bus in Meppel, Assen en Hoogeveen. Volgens lokale buschauffeurs zou dat niet alleen een drama zijn voor ouderen, maar ook voor gezinnen en voor mensen zonder rijbewijs. De provincie Drenthe stelt dat het behoud van bepaalde buslijnen financieel niet langer haalbaar is. De provincie moet op ieder buskaartje van een euro zeker negen euro toeleggen. Hoewel er wordt gekeken of sommige lijnen in stand kunnen worden gehouden met behulp van vrijwilligers, lijkt het onmogelijk om het hele busnetwerk in Drenthe in stand te houden.
Armoede Toch zouden investeringen in het openbaar en aangepast vervoer de problemen met betrekking tot vervoersarmoede niet zomaar oplossen. Naast de hoge kosten van kaartjes, vormen namelijk ook de lange reistijden een belangrijke barrière voor veel vervoersarmen. Met name lijnbussen doen vaak veel langer over een traject dan wanneer iemand de fiets of de auto zou nemen. De oplossing voor dit probleem ligt deels bij de provincies. De provincies zouden er voor kunnen zorgen dat het Rijkswegennet en de provinciale wegen beter op elkaar aan worden gesloten waardoor meer directe verbindingen opgezet kunnen worden. Er is trouwens een groot verschil tussen Nederland en Vlaanderen in de omgang met mobiliteitsarmoede. Hoewel de Vlaamse regering veel aandacht besteedt aan het onderwerp, zoals uit de goed gedocumenteerde cijfers van Mobiel21 al bleek, lijken we ons in Nederland niet zo bewust van het probleem. Dat wil nog niet zeggen dat we het probleem niet kennen. Ook in Nederland zijn er mensen die geen geld hebben om met de bus, de metro of met de trein te reizen, laat staan om een fiets te kopen. Dit zorgt er soms voor dat vervoersarmen geen werk kunnen vinden, geen dokter kunnen bezoeken en weinig sociale contacten hebben.
94
Maatwerk in strijd tegen vervoersarmoede
Bereikbaarheid en maatwerk Om vervoersarmoede echt aan te kunnen pakken is behoud en verbetering van het openbaar vervoer van groot belang. Niet alleen om het aanbod van vervoer te kunnen garanderen, maar ook om de filedruk te verminderen zodat er een betere doorstroming van het verkeer ontstaat. Daarnaast zou er bij de ruimtelijke ordening ook beter rekening gehouden moeten worden met bereikbaarheid. Er zou bij de bouw van winkels, bedrijven en ziekenhuizen bijvoorbeeld beter gekeken kunnen worden naar de nabijheid van het openbaar vervoer. Zo kunnen grote bereikbaarheidsproblemen worden voorkomen. Verder mag maatwerk niet ontbreken. Per provincie en per gemeente moet goed worden nagedacht over de behoeftes die er leven op het gebied van vervoer. Dat kan alleen op lokaal en provinciaal niveau omdat iedere gemeente en iedere provincie om andere oplossingen vraagt. Daarom wordt de belangrijkste taak voor provinciale en lokale bestuurders in de komende jaren om te zorgen voor vervoer op maat. Vervoer dat voldoet aan de vraag. [Annie Schreijer-Pierik is Europees parlementslid voor het Nederlandse Christen Democratisch Appèl (CDA).] annie.schreijer-pierik@europarl.europa.eu | Twitter: @AnnieSchreijer
Maatwerk in strijd tegen vervoersarmoede 95