Oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

Page 1

02.00

OPLOSSINGEN VOOR

FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

De meest actuele versie van deze cataloog vindt u steeds op www.cebeo.be

Elektrotechnisch materiaal, technische oplossingen & diensten.

www.cebeo.be


MEER DAN EEN VERZAMELING PRODUCTEN Waarom biedt Cebeo u een cataloog aan over Oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen? De reden hiervoor is tweeërlei. Enerzijds willen we tegemoetkomen aan de nood aan informatie over het functiebehoud van vitale stroombanen. Hiervoor verduidelijken we de bestaande regelgeving en vertalen deze in praktische informatie en aanwijzingen. We beperken ons weliswaar tot de onderwerpen waarvoor Cebeo over een productgamma beschikt. Belangrijk te vermelden is dat de inhoud van dit deel het label ‘gelezen en goedgekeurd’ heeft van het controle-organisme Vinçotte. Anderzijds vindt u in deze cataloog alle elementen voor een totaaloplossing voor functiebehoud van vitale stroombanen. Dus niet alleen producten, maar bijvoorbeeld ook de normering. Dit is dus meer dan een louter overzicht van het brede productaanbod van Cebeo voor deze specifieke toepassing. Ik hoop dat u het met ons eens bent dat dit boekwerk een bijzonder nuttige cataloog en dito naslagwerk is, dat van pas komt bij al uw projecten waarbij functiebehoud van vitale stroombanen van belang is.

Alvast veel leerrijk leesplezier! Nicole Gijsels Product Market Manager Kabel

Bronnen: Cablebel I Laboratoires d’essais au feu – U.L.G. I Vinçotte I Wolters Kluwer I W.T.C.B.

Alle informatie, afmetingen en elektrische gegevens die zich bevinden in de technische fiches van Cebeo zijn louter informatief en niet bindend. Ze kunnen aangepast worden zonder waarschuwing. Geen aansprakelijkheid voor drukfouten.


INHOUDSTAFEL 04

ALGEMENE INFORMATIE 04

Brandveilige oplossingen in tertiaire gebouwen

07

Passieve oplossingen

25

Actieve oplossingen

30

PRODUCTEN 30

Vuurbestendige kabels

66

Kabeldraagsystemen en bevestigingen

100 Compartimentering en verdeeldozen 122 Nood- en veiligheidsverlichting

128

REGELGEVING


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Brandveilige oplossingen in tertiaire gebouwen Wat is brandpreventie? Brandpreventie is niet te herleiden tot een enkel aspect, maar is de combinatie van verschillende elementen: • Elke mogelijke brandoorzaak vermijden • Vuurverspreiding vermijden • Voorzien van vluchtwegen en nooduitgangen • Verzekeren van voldoende watertoevoer met voldoende druk • Voorzien van alarminstallaties • De goede werking van veiligheidsuitrusting garanderen De wetgeving inzake brandveiligheid moet ervoor zorgen dat de kans dat een brand zich kan verspreiden, wordt verkleind en dat bij brand evacuatie haalbaar is. De wettelijke bevoegdheid hierover is verdeeld over Europees, federaal en gewestelijk niveau.

Waarom is brandpreventie nodig? Jaarlijks zijn er 10.000 branden in België. In Europa maakt brand jaarlijks zelfs 30.000 slachtoffer. 80 % van de dodelijke slachtoffers sterven ten gevolge van verstikking. Voorkomen is beter dan genezen of, in het geval van brand, dan blussen. Brandpreventie houdt ook in dat mogelijke slachtoffers kunnen ontkomen en hulpdiensten hun werk kunnen doen. In dit opzicht zijn rookdichtheid en zichtbaarheid cruciaal tijdens de evacuatie en bluswerkzaamheden. Rook bevat bovendien giftige gassen. Ook de ontsnappingstijd (de tijd die je hebt om na het ontstaan van een brand te ontsnappen) is een belangrijke factor bij brandpreventie. In 1950 bedroeg die nog 15 minuten, vandaag amper 3 minuten. Ten slotte heeft brandpreventie ook een economisch belang: de schade bij brand bedraagt 1 % van het BBP.

TIPS VOOR GOED DOORDACHTE BRANDVEILIGE OPLOSSINGEN BOUWHEER

EXPERTS

De bouwheer dient zich vanaf de opstartfase bewust te zijn van welke functie het gebouw heeft en dient lokaal per lokaal te definiëren waarvoor het zal gebruikt worden.

Het is mogelijk om de hulp in te roepen van echte experts inzake brandveiligheid, zoals de “Fire Safety Engineers”. Dit is hun werkwijze: • nagaan hoe een brand zich ontwikkelt en verspreidt in een gebouw • onderzoeken hoe een brand inwerkt op de structuur van een gebouw • het gedrag evalueren van bouwmaterialen en –producten bij een brand • de invloed van brandbeschermingssystemen nagaan • simulatiemodellen gebruiken om de evacuatie van mensen te optimaliseren.

ARCHITECT Het spreekt voor zich dat een architect al bij het maken van het ontwerp aandacht dient te besteden aan een overkoepelend concept voor brandveiligheid. Hier staat of valt alles mee. Ingrepen die achteraf gebeuren, zijn in principe minder veilig en bovendien duurder.

4

De oplossing ligt in een doordacht ontwerp van waaruit een hoogwaardig lastenboek wordt opgesteld waarin alle maatregelen, minimumeisen, systemen en materialen zijn opgenomen.

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Waar is brandpreventie wettelijk verplicht? Brandpreventie is volgens het KB van 28/04/2014 wettelijk verplicht in alle gebouwen en lokalen waar er arbeidsplaatsen zijn: • OPENBARE GEBOUWEN zoals bioscopen, banken, hotels, luchthavens, metro’s, scholen, stations, winkelcentra, ziekenhuizen, parkings, discotheken, schouwburgen… • GEBOUWEN WAAR VEEL MENSEN TEWERKGESTELD ZIJN, zoals grote kantoorgebouwen, ministeries… • GEBOUWEN MET EEN TECHNISCH BELANG zoals computercentra, elektrische centrale, dispatching, … • GEBOUWEN MET EEN HISTORISCH BELANG zoals musea, bibliotheek, …

Welke brandveilige oplossingen zijn er? Bij brandbeveiliging wordt onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve brandbeveiligingsmaatregelen.

ACTIEVE OPLOSSINGEN

PASSIEVE OPLOSSINGEN

zijn o.a. branddetectie, alarmsystemen, automatische blusinstallaties, veiligheidsverlichting, een rook- en warmteafvoerinstallatie. Met andere woorden installaties die een actie ondernemen bij de melding, bij het evacueren of die ondersteunend werken voor de hulpverleners.

zorgen ervoor dat de actieve oplossingen perfect kunnen functioneren en dat de schade (slachtoffers en materialen) beperkt blijft. Dit gebeurt o.a. door gebruik van materialen met een goede brandreactie en brandweerstand en het compartimenteren van het gebouw. Voor een veilige evacuatie dient men rekening te houden met toxische gassen die vrijkomen bij brand, zichtbelemmering, warmtestraling en temperatuur. Passieve brandbeveiligingssystemen moeten daarbij met de nodige zorg en omzichtigheid worden geplaatst, door mensen die onderlegd zijn in de materie.

BRANDWEER

FABRIKANT

KEURING EN CONTROLE

De brandweer wordt best van bij de ontwerpfase in het bouwproces ingeschakeld. Zo kunnen afdoende oplossingen worden gezocht voor eventuele bijkomende eisen.

Een laatste, belangrijke rol op het vlak van brandveiligheid is weggelegd voor de fabrikant. In eerste instantie ontwikkelen zij brandveilige materialen, producten en systemen. De brandweerstand van constructies en materialen wordt aangetoond door brandproefverslagen van onafhankelijke instanties. Naast het produceren en ontwikkelen van veilige producten en systemen, ijveren fabrikanten voor een correcte installatie en implementatie ervan.

Uiteraard mag men niet vergeten dat een elektrische installatie ook nog moet gekeurd worden voor indienststelling. Men dient tevens periodieke controles te voorzien voor het behoud van de veiligheid van de installatie. Ook vanuit dat standpunt kan het belangrijk zijn van bij de aanvang of gedurende de werken het controleorganisme te raadplegen.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

5


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Brandveilige oplossingen Passieve oplossingen • Voorschriften AREI, diverse reglementeringen (basisnorm, ziekenhuizen, rustoorden, scholen,…), constructie en installatie • Normen Keuze van materialen, meer info hierover vindt u in het hoofdstuk ‘Producten’

Actieve oplossingen of vitale installaties • • • • •

Evacuatie Waarschuwing Melding Reddingswerken Opgelegde installaties OPGELEGDE INSTALLATIES

EVACUATIE

WAARSCHUWING

REDDINGSWERKERS

MELDING

6

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Passieve oplossingen Het AREI geeft artikel 104, onder de hoofding C. Voorzorgsmaatregelen tegen brand, de titel mee van “Bescherming tegen brand”. Het spreekt voor zich dat ook de beschermingsvoorschriften tegen brandwonden (art. 103), tegen ontploffingsgevaar (gas- en stofontploffingen - art. 105-110) en ook tegen overstroom (art. 114-135) en overspanning (art. 136 en 137) dienen toegepast te worden. Op basis van het Koninklijk besluit van 25 april 2013 werd een vernieuwd artikel 104 ter bescherming tegen brand in het AREI geïntroduceerd, waarbij een aantal nieuwe bepalingen werden toegevoegd om de brandveiligheid van bepaalde ruimten te verhogen. Gezien het in dit reglement elektrische installaties betreft, benaderen we dit ook vanuit dat standpunt. We kunnen er echter niet om heen dat het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 bijgewerkt in het K.B. van 12 juli 2012, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan gebouwen moeten voldoen, gevolgd moet worden.

Voorschriften Naast de normen van de producten die we gebruiken is het uiteraard ook belangrijk om deze producten volgens bepaalde voorschriften en op een correcte manier te plaatsen en aan te sluiten. Het basisdocument hiervoor is uiteraard het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Daarnaast dienen uiteraard ook alle andere reglementeringen (ziekenhuizen, rustoorden…) en voorschriften die fabrikanten opleggen gerespecteerd te worden. AREI Het AREI en de Koninklijke Besluiten zijn wetteksten, die niet altijd eenvoudig te interpreteren zijn. Om duidelijkheid te creëren, lichten wij hieronder enkele teksten verder toe. Dit betekent niet noodzakelijk dat dit de enig mogelijke verklaring is.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

7


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.03.E.1) – ALGEMEENHEDEN De vitale stroombanen worden bepaald op basis van een risicobeoordeling door de uitbater of zijn afgevaardigde en worden weergegeven op een of meerdere plannen van het bedrijf of de installatie. Deze plannen worden goedgekeurd en geparafeerd door de uitbater of zijn afgevaardigde alsook door de vertegenwoordiger van het erkend organisme bedoeld in artikel 275. Art. 3 van het AREI bepaalt dat een vitale stroombaan een stroombaan is die omwille van veiligheidsredenen, in dienst moet blijven gedurende een bepaalde tijd. De uitbater of zijn aangestelde dient dus deze risicoanalyse van de vitale stroombanen uit te voeren. Hoe die risicoanalyse er dient uit te zien is niet opgenomen in het AREI. Men dient zonder twijfel te bepalen welke stroombanen van vitaal belang zijn; • Op basis van de opsomming opgenomen in art. 104.03.e.1 (zie verder); • Op basis van andere reglementeringen zoals het BVR (Besluit Vlaamse Reglementeringen) voor rustoorden, het KB voor ziekenhuizen, het KB Basisnormen, enz… ; • De vitale stroombanen die voortvloeien uit de risicoanalyse (vb. serverlokaal, brandkleppen, enz…) Vervolgens dienen deze stroombanen aangeduid te worden op de schema’s en per beveiligingsschakelaar aangegeven in de desbetreffende borden. Bij het lezen van Art. 104 kan men ervan uitgaan dat enkel de leidingen geplaatst in een BE2 ruimte moeten aangelegd zijn met 1u functiebehoud, maar in werkelijkheid geldt dit voor de volledige vitale installatie, van de bron tot de verbruiker. De brandwerendheid van stroombanen is niet vereist indien elke onderbreking of storing van de stroombaan wordt gemeld en indien de installatie automatisch haar veiligheidsstand inneemt (= principe van de positieve veiligheid). Een branddeur die in normale toestand met een elektromagnetisch slot opengehouden wordt, zal zowel in geval van een (niet gevaarlijke) stroompanne of in geval van brand automatisch gesloten worden en het probleem gemeld wordt aan vb. de brandcentrale. Dit noemt men het principe van de positieve veiligheid. Deze stroombanen zijn dus ook “vitale” stroombanen en dienen zo ook op het plan aangeduid te worden. Vuurbestendigheid of functiebehoud van de kabel en toebehoren is hier niet vereist. Worden als vitale stroombanen beschouwd, de stroombanen van de volgende installaties indien deze installaties worden opgelegd door reglementaire voorschriften of door een risicobeoordeling zoals hiervoor vermeld: • De detectie-installaties • De meldingsinstallaties • De waarschuwingsinstallaties • De alarminstallaties • De deurontgrendelingsinstallaties • De installaties voor rookafvoer • De overdruk- en onderdrukinstallaties ter bescherming tegen rook • De liften met prioritaire oproep • De waterdrukverhogende installaties • De veiligheidsverlichtingsinstallaties • De noodverlichtingsinstallaties • … Deze lijst is niet limitatief. Voorbeeld: in een voetbalstadion kan een omroepinstallatie beschouwd worden als een vitale installatie.

8

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.03.E.5) - STROOMBANEN De vitale stroombanen moeten onafhankelijk zijn van alle andere stroombanen. De beveiliging tegen overbelasting mag achterwege worden gelaten. Art. 119 vermeldt dat in sommige stroombanen (vb. brandpompen) de beveiliging tegen overbelasting moet weggelaten worden. Let op : deze pompen (motoren) dienen robuuster uitgevoerd te worden en hebben vb. een hogere temperatuur isolatieklasse. Overstroombeschermingstoestellen in vitale stroombanen moeten op zulke wijze gekozen en geïnstalleerd zijn dat de goede werking van andere vitale stroombanen niet nadelig wordt beïnvloed. Hiermee bedoelt men dat de vitale stroombanen selectief dienen te zijn. Hierdoor kunnen de vitale kringen mekaar niet beïnvloeden. Selectiviteit is het correct dimensioneren van een beveiliging zodat, wanneer er zich stroomafwaarts van die beveiliging een fout voordoet, het enkel en alleen die beveiliging is die zal werken. Men geeft eerder de voorkeur aan een horizontale dan aan een verticale selectiviteit. De thermische overbelasting mag weggelaten worden, maar de magnetische beveiliging (tegen onrechtstreekse aanraking en kortsluiting) moet blijven.

ART. 104.03.E.1) - DUUR FUNCTIEBEHOUD Ze zijn derwijze uitgevoerd, aangelegd of door bouwelementen afgeschermd dat ze bij een uitwendige brand gedurende ten minste 1 uur operationeel blijven. Vitale stroombanen moeten de brand tenminste één uur kunnen weerstaan en gedurende die periode operationeel blijven • Let op: bepaalde andere reglementeringen kunnen zelfs een langere tijd voorschrijven, vb. het KB van 1979 met betrekking tot ziekenhuizen legt een minimumweerstand tegen brand op van 2 uur. • Rekening houden met bestaande en op de markt verkrijgbare producten - beschikbaar: toepassen - niet beschikbaar: afwijking aanvragen bij de FOD Economie • Individuele componenten van de stroombaan alsook hun opstellingswijzen kunnen hier belangrijk zijn. • De kabel moet een minimum brandweerstand van één uur hebben (RF1h). • Aftakdozen die deel uitmaken van de stroombanen moeten eveneens gedurende 1 uur kunnen weerstaan. • De individuele componenten van de verdeeldozen moeten ook de karakteristieke eigenschappen van functiebehoud hebben en volledig gebouwd zijn volgens de regels van goed vakmanschap • Compartimenten van een gebouw dienen ook brandwerend te zijn voor één uur. Een specifiek aandachtspunt is de doorvoer van kabels en leidingen door de muur. Het mag duidelijk zijn dat de vitale stroombaan zeer nauwgezet moeten worden opgebouwd en dat component per component moet worden gecontroleerd om zo de brandwerendheid van één uur te kunnen garanderen.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

9


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.03.E.1) – IDENTIFICATIE Alle schakelaars waarmee de voeding van vitale stroombanen kan worden onderbroken, worden voorzien van een passende signalisatie die wijst op de risico’s van een buitendienststelling, bijvoorbeeld “BEVEILIGINGSINSTALLATIE NIET UITSCHAKELEN”. De vitale stroombanen zijn duidelijk geïdentificeerd. Zoals gezegd dienen de vitale stroombanen brandwerend te zijn opgesteld en aangeduid op de schema’s, hun eventuele schakelaars in een elektrisch verdeelbord worden van passende signalisatie voorzien naar analogie met de voorbeelden hieronder, meestal in de rood/witte kleuren.

ART. 104.03.E.1) - BESCHERMING TEGEN ONRECHTSTREEKSE AANRAKING Onverminderd de beschermingsmaatregelen tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking is het verboden de vitale stroombanen door automatische onderbrekingsinrichtingen bij de eerste massafout te beschermen. Differentieelstroominrichtingen zijn in dit geval dus niet in overweging te nemen als beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking. De beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking zonder automatische onderbreking bij de eerste massafout zijn: • de toepassing van ZLVS of ZLBS; • het gebruik van materieel van klasse II of voorzien van een equivalente isolatie; • de voeding door een IT-net; waarbij dit net wordt bewaakt door een toestel voor permanente isolatiecontrole (En 61557-8) • de bescherming door veiligheidsscheiding (zie art. 76 van het AREI) Dit sluit het gebruik van TN- of TT-netten niet uit wanneer de installatie zodanig ontworpen is dat een massafout de door de installatie gewaarborgde veiligheid niet nadelig beïnvloedt.

10

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.03.E.2) – VOEDING De vitale verbruikers moeten op redundante wijze worden gevoed vanuit twee of meerdere stroombronnen. Het spreekt voor zich dat een vitale stoombaan aangesloten moet worden op een werkende voedingsbron. Er is ook een redundante voeding met voldoende vermogen nodig voor het geval het net uitvalt. Met uitzondering van de vitale verbruikers die over een autonome hulpbron beschikken: Bij vitale gebruikers met een autonome hulpvoeding dient men geen redundante stroombaan te voorzien, aangezien de hulpbron in het toestel zit. Dat is het geval bij bv. veiligheidsverlichting met een interne batterijblok boven deuren. Vuurbestendigheid of functiebehoud van de kabel en hun toebehoren is hier niet vereist. • Moet de hoofdvoeding rechtstreeks gekoppeld zijn aan het laagspanninghoofdverdeelbord en beveiligd tegen kortsluiting door uitsluitend voor dit gebruik voorbehouden beveiligingstoestellen; • Moet de hulpvoedingsbron via een afzonderlijke stroombaan verbonden zijn aan de verdeelborden waarop de vitale verbruikers zijn aangesloten. • De hulpvoeding moet automatisch worden ingeschakeld bij het uitvallen van de hoofdvoeding. • Bij gebruik van één enkele hulpvoedingsbron, mag deze niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Deze bepaling geldt niet indien bij het uitvallen van de hoofdvoeding voldoende vermogen beschikbaar blijft om alle vitale stroombanen in te schakelen en in bedrijf te stellen. • Afzonderlijke voedingsleidingen aangesloten op openbare distributienetten mogen alleen zijn gebruikt indien een gelijktijdige onderbreking van de voedingen onwaarschijnlijk is. • Elektrisch materieel dat kan worden gevoed door meer dan één voedingsbron moet zo zijn geïnstalleerd dat de bescherming tegen elektrische schokken en de goede werking niet nadelig worden beïnvloed door een defect in één van de voedende installaties. • Voor voedingsbronnen die niet ontworpen zijn om in parallelbedrijf te werken: - zijn voorzieningen aangebracht om deze parallelwerking te voorkomen - is de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking en de beveiliging tegen kortsluiting voor iedere voedingsbron gewaarborgd. • Voor voedingsbronnen die wel ontworpen zijn om in parallelbedrijf te werken: - is de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking en de beveiliging tegen kortsluiting ook bij parallelwerking gewaarborgd; - zijn voorzieningen getroffen om de vereffeningsstroom in de verbindingen tussen de nulpunten van de voedingsbronnen te beperken.

HS/LS distributienet

Voeding / stroombron onafhankelijk van de hoofdbron

Hoofdbron

Hulp bron

AUTOMATISCHE NORM/ NOOD OMSCHAKELAAR

Hoofdverdeelbord

+AHB

gevoed bij NOOD indien hulpbron met voldoende vermogen

Lokaal REI 60

Hulpverdeelbord

+AHB

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

11


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.03.E.3) - SCHAKEL- EN VERDEELINRICHTINGEN De schakel- en verdeelinrichtingen zijn: • ofwel ondergebracht in uitsluitend voor dit doel bestemde ruimten, die ten opzichte van andere ruimten afgeschermd zijn door bouwelementen (wanden, vloeren, zolderingen, deuren), met een brandweerstand die een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; De schakelkast of verdeelinrichting dient geplaatst te worden in een daarvoor bestemd lokaal met een brandweerstand die een functiebehoud van minimum 1 u garandeert. In bestaande gebouwen kan men bv. een kleinere ruimte creëren met wanden, plafond, doorvoeren en deur met een brandweerstand die een functiebehoud van minimum 1 u garandeert waarin men de schakelkast of verdeelinrichting kan plaatsen.

• o fwel vervaardigd uit bouwelementen, met inbegrip van hun deuren en doorvoerelementen, en die in hun geheel een brandweerstand hebben die een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; Dit kan bv. een nis zijn waarin een schakelkast of verdeelinrichting geplaatst wordt. Alle gebruikte materialen (wanden, doorvoeren, deur, …) moeten een brandweerstand met een functiebehoud van minimum 1u hebben. • ofwel brandweerstand biedend met een gewaarborgde operationaliteit zoals bepaald in punt e.1. Er bestaan ook schakelkasten of verdeelinrichtingen met een brandweerstand van 1 u.

Schakel- en verdeelinrichtingen en bedieningstoestellen moeten duidelijk zijn gemerkt en geplaatst in ruimten uitsluitend toegankelijk door bevoegde of gewaarschuwde personen (BA5 of BA4). Zowel de ruimte als de kasten voor de schakel- en verdeelinrichtingen (net + nood) mogen enkel toegankelijk zijn voor personen BA4 of BA5.

Een laagspanningsbord met bijvoorbeeld een vitaal deel en een normaal deel kan niet meer als we bovenstaande regels volgen. Dit zou impliceren dat bv een vlamboog het vitaal gedeelte in het bord zou kunnen aantasten en daardoor voldoet men niet meer aan de onafhankelijkheid. De elektrische verdeelborden voor de vitale stroombanen mogen niet aangetast worden in geval van brand, men moet ten allen tijde een functiebehoud kunnen garanderen van minstens 1 u. Ditzelfde geldt ook voor eventuele verbindingen in het traject van de vitale stroombaan, deze verbinding dient in een (geattesteerde) verbindingsdoos geplaatst te worden die ook functiebehoud heeft. Kortweg kan men zeggen dat voor vitale stroombanen, alles wat zich tussen de bron en de vitale gebruiker of het compartiment waarin zich de vitale gebruiker bevindt, men minstens 1 u functiebehoud moet kunnen garanderen.

12

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.03.E.4) - LEIDINGEN De leidingen en hun toebehoren,… Om toe te lichten wat hiermee bedoeld wordt kijken we even terug wat er gebeurde tijdens de brand in de luchthaven van Düsseldorf in 1996. Toen hield men al rekening met het functiebehoud van kabels, waardoor de installatie gedurende een bepaalde tijd zou blijven functioneren. Men had er echter geen rekening mee gehouden, dat de mechanische eigenschappen van kabels die aan vuur worden blootgesteld, zeer snel afnemen. Wanneer de kabeldraagsystemen evenmin functiebehoud hebben en hun draagkracht faalt door de impact van vuur en warmte, dan vallen de vitale installaties uit. Hierdoor vielen kort na het ontstaan van de brand in de luchthaven, de elektrische en vitale installaties uit. Als gevolg ontstond er chaos en paniek, waardoor het aantal slachtoffers en gewonden en de materiële schade zo hoog opliepen. We wensen dan ook voldoende aandacht te besteden aan enerzijds het functiebehoud van de kabels en anderzijds het functiebehoud van de kabeldraagsystemen. De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: • ofwel van het type met kenmerk FR2 of equivalent hiermee, met een gewaarborgde operationaliteit zoals bepaald in punt e.1; In Art. 104.01.a) vindt men de indeling van de elektrische leidingen terug. De kenmerken voor vitale stroombanen zijn : Brandweerstand: kenmerkt de geschiktheid van een elektrische geleider of kabel om in dienst te blijven in weerwil van een brandhaard. Deze categorie onderscheid zicht in twee subcategorieën: FR

FR1

heeft betrekking op proeven die toelaten het behoud van de elektrische functie te beoordelen bij laboratoriumomstandigheden (kabel individueel getest)

FR2

heeft betrekking op een proef die toelaat de tijdsduur te beoordelen gedurende dewelke het behoud van de elektrische functie verzekerd is (kabel getest met draagstel en bevestiging)

Testvoorwaarden worden bepaald in de daartoe voorziene, door de Koning bekrachtigde of door het NBN geregistreerde normen. Indien er een andere norm geregistreerd is dient men na te gaan of deze een gelijkwaardig veiligheidsniveau kan garanderen. Buitenlandse studiebureaus schrijven voor projecten in België echter steeds meer kabels voor op basis van normen uit hun eigen land. Dan moet er gecontroleerd worden of de brandeigenschappen van de buitenlandse normen identiek zijn aan de Belgische norm. Een bijkomend probleem daarbij is dikwijls het verschil in de gebruikte terminologie, waardoor vergelijken soms geen eenvoudige opdracht is. Meer informatie over de norm van vuurbestendige kabels vindt u terug op blz. 32.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

13


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: • ofwel van het type met kenmerk FR2 of equivalent hiermee, met een gewaarborgde operationaliteit zoals bepaald in punt e.1; Voor de aanleg moet het materiaal - kabel, kabeldraagsystemen en toebehoren - minstens 1u functiebehoud garanderen. Dit is de betekenis van wat men in het AREI bedoelt met “FR2”. Tijdens een brand keramiseert namelijk het isolatiemateriaal en vormt het een broze mantel. Als deze mantel breekt ten gevolge van een mechanische schok of neervallend puin en de geleiders in kortsluiting gaan met elkaar of een geleidende massa, wordt het functiebehoud niet meer gegarandeerd. In België hebben we tot op heden geen norm waarmee we de kabelladers of –goten kunnen attesteren voor functiebehoud. Het AREI laat toe om andere normen te gebruiken, daardoor kunnen we gebruik maken van de Duitse DIN norm 4102-12 waarin 2 manieren van testen worden voorgeschreven.

De standaardopstelling Hierbij wordt door de norm o.a. een aantal parameters vastgelegd zoals : Kabelladders

Kabelgoten

Hoogte

60 mm

60 mm

Steunafstand

Max. 1,2 m (horizontaal en verticaal)

Max. 1,2 m

Breedte

Max. 400 mm

Max. 300 mm

Max. belasting

20 kg/m

10 kg/m

Max. opening tussen de sporten

Max. 150 mm (300 mm verticaal)

---

Min. dikte

Min. 1,5 mm

Min. 1,5 mm

Perforatiegraad

---

15 ± 5 %

Bijkomend dient er nog voor gezorgd te worden dat: • de uiteinden van de consoles worden opgehouden door een draadstang • de afstand tussen de verschillende trajecten onder elkaar minstens 250 mm is • de console wordt geschroefd of gelast op de ophangsteun Indien we gebruik maken van een standaard opstelling, dan kunnen we kabels gebruiken van verschillende fabrikanten, mits zij geattesteerd zijn voor een functiebehoud van min. 1u.

14

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

De niet-standaard of kabelspecifieke opstelling Als er wordt afgeweken van de standaardopstelling zoals hierboven opgesomd (vb. kabelgoot is 400 mm breed in plaats van 300 mm breed) dan vervalt de vrijheid van kabelkeuze en dient deze afwijkende opstelling gecertificeerd te worden. Het afgeleverde certificaat geldt dan enkel voor die manier van opstelling (geen verdere afwijkingen mogelijk) met de specifiek geteste kabel. Deze manier van aanleg is veel beperkter in de kabelkeuze maar kan een oplossing bieden voor grote projecten waar de specifieke opstelling een besparing kan zijn op materiaal en plaatsingskosten. Elke afwijkende niet-standaard opstelling dient eveneens gecertificeerd te worden.

eigenschappen

standaard draagconstructies (nr 16)

KLLIBS60

1. ophanging met borging - plafondmontage (nr 16) - montage tegen wand (nr 17)

opstelling met kabellader

nr 16: plafondmontage

2. verticale montage - montage tegen wand (nr 18)

referentie

te bevestigen met

aantal

opmerking

categorie

Certificaat ABP MPA-E-14-007 : F = 30 kg/m, L = 1500 mm, Max. 3 lagen, Variante 4, Bijlage 2/6 KLLIBS60.150 - 400

VMK6.10

4

HSME200 - 1500

Expansieplug M 10

4

HDWK150 - 400

B10.30 + CRO10 + GM41M10

QL6

1+1+1

Bevestiging HDWK op HSME

1

Bevestiging HDWK aan LBS Bevestiging LBS aan VS41.05

LBS60.200 - 1500

QL8

1

VS41.05

Expansieplug M 10

1

KLLIBS60.150 - 400

KLLBK25

2

E 30 - E 90

Bevestiging kabelladder op HDWK

Samenvatting STANDAARD OPSTELLING

NIET-STANDAARD OPSTELLING

Vrije kabelkeuze (met een attest van functiebehoud) De keuze van draagsysteem is vrij (met een attest van

Alleen de geteste combinatie van kabel en draagsysteem is toegelaten Ideaal voor grote projecten met één of enkele manieren van aanleg Elke montage- of kabelvariant dient getest te worden

functiebehoud) Ideaal voor kleinere projecten of projecten met veel variatie in aanleg Varianten op vlak van kabel en montage toegelaten binnen de specificaties van het attest

In België wordt de DIN norm 4102-12 niet even streng toegepast. Volgens de FOD Economie moeten zowel de kabel als het draagstel een attest hebben van een functiebehoud van minimum 1u. Beiden hoeven echter niet samen getest te zijn. Belangrijk hierbij is dat, om het even welk systeem men gebruikt, de materialen vermeld in het certificaat moeten geïnstalleerd worden volgens de voorschriften van datzelfde certificaat. Het kan dus zijn dat in het ene geval, volgens het certificaat de kabels in bundel mogen geplaatst worden en dat in het andere geval dit niet toegestaan is omdat dit zo niet getest is geweest. Ook kan het zijn dat de afstand tussen de beugels of pendels groter kan zijn dan bv. 1,2 m; dat de maximale draaglast anders is; dat er geen bijkomende draadstang moet geplaatst worden, enz…

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

15


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Verticale constructies Stijgkabelladders worden niet getest. Hun beoordeling gebeurt op basis van uitgevoerde testen op gelijkaardige producten en bepalingen opgenomen in de DIN 4102-12 norm. Bij stijgkabelladders geldt de classificatie enkel wanneer de kabel afdoende ondersteund wordt. Hiervoor worden 2 mogelijkheden gegeven in de norm: • De kabel mag max. over een afstand van 3500 mm verticaal doorlopen en dient bij afstanden groter dan 3500 mm horizontaal in te springen, zoals in onderstaande schema;

1 Toegelaten buigradius 2 Kabelklem 3 Kabel 1) Horizontale kabellengte ≥ 300 mm 2) Afstand tussen klemmen ≤ 300 mm

• De kabelladder wordt op een afstand van maximum 3500 mm onderbroken en ondersteund door een bouwkundig element (vloerplaat, ingemetste console, …), zoals in de hiernaast getoonde illustratie; De opstelling voor verticale kabeldraagsystemen (kabelladders) is analoog aan de ophanging met kabelklemmen en rails. De kabels worden d.m.v. brandbestendige kabelklemmen aan de laddersporten bevestigd (elke 300 mm). Dezelfde opstelling met kabelklemmen en rails kan ook gebruikt worden voor horizontale opstelling van de kabel tegen de wand.

16

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Praktische Tips

Het functiebehoud van het kabeldraagsysteem mag niet negatief beïnvloed worden door omringende bouwelementen. Concreet wil dit zeggen dat er boven het kabeldraagsysteem met functiebehoud geen draagsystemen mogen gemonteerd worden die geen functiebehoud hebben. De kabeldraagconstructie dient bevestigd te worden aan: • Massieve wand of metselwerk met een brandweerstand evenwaardig aan de duur van het functiebehoud van het kabeldraagsysteem • Constructief plafond uit beton of staalbeton met een brandweerstand evenwaardig aan het functiebehoud van het kabeldraagsysteem Het zou onlogisch zijn om een compleet systeem te monteren met functiebehoud van bv. 90 minuten als de ondergrond waarop dit systeem gemonteerd is, het bij brand begeeft na 15 minuten. De ondergrond dient dus op z’n minst dezelfde tijd voor functiebehoud te hebben als het gemonteerde systeem. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest voorkomende materialen met al dan niet de mogelijkheid om functiebehoud te garanderen.

Ondergrond

Plafond

Wand

Beton

X

X

Metselwerk*

--

X

Gewapend beton

X

X

Gips

--

--

Stalen profielwand

--

--

X -- *

montage met functiebehoud mogelijk montage met functiebehoud NIET mogelijk afhankelijk van de gebruikte bouwmaterialen

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

17


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Betonankers (met functiebehoud) Ondergrond

Toepassingen

Beton Holle gewelven Cellen-/gasbeton

Voor alle montagesystemen van toepassing. Maximale belasting afhankelijk van leverancier en na te gaan op het certificaat of documentatie. Kan ook verschillen naar gelang de gebruikte ondergrond.

Schroefankers (functiebehoud) Ondergrond

Toepassingen

Kalkzandsteen Beton metselblokken (holle of volle) Baksteen

Voor alle montagesystemen van toepassing. Maximale belasting afhankelijk van leverancier en na te gaan op het certificaat of documentatie. Kan ook verschillen naar gelang de gebruikte ondergrond.

Blok met sponningen

Staal (met functiebehoud)

18

Ondergrond

Toepassingen

Stalen draagconstructie (onbekleed)

Functiebehoud mogelijk, afhankelijk van de brandwerendheid van de contstructie

Stalen draagconstructie (brandwerend bekleed)

Constructies die brandwerend zijn uitgevoerd, op z’n minst evenwaardig of langer dan vereiste functiebehoud

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

• De hangsteunen, consoles, afstandshouders, etc. dienen bevestigd te worden aan het constructief plafond of de wand door middel van stalen ankerbouten of brandpluggen. Deze worden aangeraden minstens 6 cm diep ingebout te worden, voor zover de algemene richtlijnen van de fabrikant dit niet tegenspreken. De brandpluggen of ankerbouten dienen gecertifieerd te zijn tegen brand door een erkend instituut.

Men dient dus best tijdens het ontwerp van de constructie rekening te houden dat de constructie voldoende functiebehoud heeft, daar waar vitale stroombanen dienen bevestigt te worden.

F.A.Q. ’S • Volstaat het metalen expansiepluggen te gebruiken voor functiebehoud-constructies? Nee, de pluggen dienen tevens gecertifieerde brandbestendige pluggen te zijn. • Hoeveel tracés kan ik ophangen op 1 hangsteun? Dit is afhankelijk van het certificaat en staat hierin duidelijk beschreven. • Kan ik gelakte kabelbanen of ladders gebruiken voor functiebehoud? Wat met Hot-Dip en Inox? Het toegelaten gebruik van lak/kleur op een kabelgoot dient specifiek in het certificaat vermeld te worden. Hot-dip materiaal en Inox mogen gebruikt worden, dit staat eveneens mee gespecifieerd in het certificaat. • Mag ik op een functiebehoud-constructie, ook niet-functiebehoudkabels leggen? Ja, dit mag. Men dient wel alle voorschriften (gewicht, plaatsing enz…) volgens het principe van een functiebehoud-constructie te respecteren. • Kruisstukken, bochten en T-stukken; kunnen deze gebruikt worden voor functiebehoud constructies? Ja, zolang ze afdoende ondersteund worden om uitknikken te vermijden. Concreet wil dit zeggen dat een ondersteuning voorzien dient te worden ter hoogte van de verbinding (voor en na) van elk hulpstuk. • Kan een deksel op een functiebehoud-constructie gemonteerd worden? Een deksel kan een negatieve invloed uitoefenen op de kabels bij brand. Bijgevolg dient dus specifiek getest te worden en opgenomen te worden in het certificaat. • Hoe monteer ik een verticale functiebehoud constructie in een vrije open ruimte? Een verticale functiebehoud constructie is enkel mogelijk gemonteerd tegen een wand van metselwerk en beton.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

19


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: • ofwel ondergebracht in aanlegsystemen beantwoordend aan het vereiste brandweerstandsniveau dat een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; Onderstaande foto’s geven voorbeelden weer van aanlegsystemen die ook functiebehoud hebben. Sommigen kunnen rechtstreeks op de muur of het plafond bevestigd worden. Deze systemen kunnen ook opgehangen worden met de klassieke pendels en/of draadstangen met functiebehoud.

De werking van deze kanalen kan op 2 manieren bekeken worden. • Men kan ze aanwenden om de brandverspreiding tegen te gaan. Dit kan bv. nuttig zijn wanneer men kabels aanlegt in evacuatiewegen of in BE2 lokalen. • Anderzijds gaan deze kanalen de erin geplaatste leidingen beschermen tegen een brand van buitenaf, gezien men op deze manier een ander compartiment creëert. Wanneer meerdere vitale stroombanen in dergelijke kanalen geplaatst worden dan dienen de kabels toch van het type FR2 te zijn indien ze niet tot dezelfde stroombanen behoren. Stel dat men dit niet doet dan zou de verbranding van een kabel van een bepaalde stroombaan de continuïteit van de andere in het gedrang brengen, de onafhankelijkheid is dus niet gegarandeerd. De interne temperatuur van deze kanalen kan ook nog oplopen, afhankelijk van leverancier en/of product zal deze dienen opgevraagd te worden om de berekening van de spanningsval ten gevolge van de temperatuurverhoging in rekening te brengen. Indien blijkt dat de interne temperatuur boven de maximale gebruikstemperatuur van een bepaald type kabel kan stijgen dient men een aangepaste kabel te kiezen.

20

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: • ofwel verzonken in vloeren en muren beantwoordend aan het vereiste brandweerstandsniveau dat een operationalteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; Algemeen wordt aangenomen dat wanneer de leidingen bedekt zijn met minstens 3 cm beton of cement, aan de eis voor functiebehoud, volgens art. 104 van het AREI, wordt voldaan.

De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: • ofwel ingegraven. Algemeen wordt in het AREI bepaald dat leidingen voor ondergrondse aanleg op een minimale diepte van 60 cm dienen geplaatst te worden (art. 187 van het AREI) Wanneer deze diepte aangehouden wordt, garandeert dit een groot functiebehoud (meer dan Rf 1h30)

0,00 m

0,60 m 1,00 m LS HS 1e cat.

Benevens de vereiste kwaliteit van de leidingen moet de installatie zodanig zijn ontworpen dat de toegekende functie gewaarborgd blijft gedurende de in punt e.1 hiervoor bepaalde duur. Zoals in het artikel beschreven moet de brandwerendheid van 1 uur niet alleen gegarandeerd worden door de kabel op zich, maar ook door de manier van aanleggen, zolang de kabel maar één uur operationeel blijft. De doeltreffendheid van de plaatsingswijze dient natuurlijk wel aangetoond te worden door de installateur. Het mag duidelijk zijn dat de vitale stroombaan zeer nauwgezet moeten worden opgebouwd en dat component per component moet worden gecontroleerd om zo de brandwerendheid van 1 uur te kunnen garanderen.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

21


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

De weerstand van de geleiders van de stroomkring evenals de verzwakking van elk transmissiesignaal moeten in rekening worden gebracht voor de mogelijke temperatuursverhoging in het compartiment waarin zicht het langste kabelgedeelte bevindt.

Bv

1

2

3

10 %

40 %

40 %

4

10 %

I brand I tot = totale lengte van de kabel Hiermee wordt bedoeld dat we de spanningsval moeten compenseren die ontstaat ten gevolge van een brand in het compartiment, waarin het langste deel van de vitale stroombaan loopt. We moeten er voor zorgen voldoende energie of signaal te kunnen leveren naar de vitale kring/gebruiker zodat deze ten gevolge van een brand in een ander compartiment ten allen tijde kan werken. Door een temperatuursverhoging zal de geleidbaarheid van koper of aluminium groter worden waardoor de weerstand van de geleider evenredig zal toenemen. Om een idee te krijgen van hoeveel die verhoging van de weerstand bedraagt, kunnen we gebruik maken van de volgende formule:

Rx = R20. (1 + (a. (Tx - 20)))

Tx Rx R20 a

eindtemperatuur van de geleider (°C) weerstand bij temperatuur Tx (ohm) weerstand geleider bij 20° C (Ω) temperatuurcoëfficiënt bij 20° C = 0,004 voor Cu of Alu

Voorbeeld: neem een geleider van 50 mm², die heeft een weerstand van 0,387 ohm/km bij 20°C. Rx = 0,387 ohm/km x (1+ (0,004 (920°C – 20°C))) = 1,78 ohm/km Dit is een verhoging met 4.6 keer de weerstand bij 20°C. Het spreekt voor zich dat de spanningsval bij 920°C ook veel groter zal zijn dan bij 20°C. In bepaalde gevallen kan deze spanningsval te groot zijn om een toestel in werking te houden.

22

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

De verhoging van de temperatuur wordt in dit voorbeeld berekend met 920°C? Waarom met deze temperatuur? Om de temperatuur te bepalen baseert men zich op de test voor de bepaling van het functiebehoud volgens de normen NBN 713-020 Add. 3 en NBN C30-004. Tijdens deze test verhoogt men de temperatuur in de testoven volgens onderstaande ISO curve. Zodra één van de aangesloten lampen dooft (met andere woorden het falen van het functiebehoud) noteert men de tijd (functiebehoud) en kan men op de curve de temperatuur aflezen. Temperatuur (°C) Smeltpunt Cu 1084°C Rf 1 1/2h Rf 1h

1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 0

30

60

90

120

150

180

210

240

270

300

330

360

Tijd (min) Rf 1h

Rf 1 1/2h

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat we in onze berekening rekening moeten houden met een t° van 920°C om een functiebehoud van Rf 1 h te kunnen garanderen. Een manier om die spanningsval te bepalen is de wet van Wiedemann-Franz. Dit is een berekeningswijze die voorgesteld wordt door Cablebel en waarvoor wij graag naar hun website verwijzen. Een andere manier door gebruik te maken van de bestaande softwarepaketten die deze vereisten ondersteunen. Voor alle duidelijkheid, het is dus niet het langste compartiment dat telt, maar het compartiment waarin het langste kabelgedeelte zich bevindt zoals duidelijker te zien op onderstaande tekening.

COMPARTIMENT A

COMPARTIMENT B

KABEL A

KABEL B

COMPARTIMENT C

KABEL C COMPARTIMENT C < COMPARTIMENT A < COMPARTIMENT B KABEL C > KABEL B > KABEL A Indien men kan aantonen dat een sprinklerinstallatie voorkomt dat die temperatuur bereikt wordt (conform de NBN S21-208), dan kan men rekening houden met de temperatuur die maximaal kan bereikt worden met behulp van die sprinklerinstallatie. In dit geval dient men rekening te houden met het compartiment waar het langste deel kabel ligt met de hoogste temperatuur.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

23


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

ART. 104.01.B) - COMPARTIMENT Deel van een gebouw begrensd door wanden die de brandvoortplanting naar het aanliggend compartiment of compartimenten gedurende een bepaalde tijd dienen te beletten. Een compartiment is al dan niet onderverdeeld in lokalen. De mate waarin een gebouw moet beschermd zijn tegen brand wordt beschreven in het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 (bijgewerkt in het K.B. van 12 juli 2012) tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan gebouwen moeten voldoen. Een belangrijke eigenschap van gebouwen betreft het vermogen om een brand te vertragen of te vermijden dat een brand zich verspreidt, zowel in horizontale als verticale richting. Hiertoe kunnen we grotere gebouwen gaan opsplitsen in onderdelen of compartimenten. De wanden van zo’n compartiment (zowel de zijwanden, als vloeren en plafonds) dienen hiertoe gedurende een bepaalde tijd te beletten dat de brand zich voortplant. Welke brandweerstand deze moeten hebben, wordt bepaald in het hoger genoemde KB of een andere specifieke reglementering. Het is wel zo dat één compartiment meerdere lokalen kan bevatten.

Doorgangen (ramen, deuren, doorgangen van leidingen) van de ene ruimte naar de andere ruimte dienen dus ook een voldoende brandweerstand te hebben • Om de brandwerendheid van een compartiment voor een bepaalde tijd te garanderen en de veilige evacuatie van personen mogelijk te maken, moet de constructie voldoende draagvermogen en stabiliteit behouden. Elk compartiment moet ook voldoende afgesloten zijn voor de vlammen. Hetzelfde geldt voor de warmte. Dit vereist dus een voldoende thermische isolatie. • Gebouwen worden best al in de ontwerpfase opgedeeld in compartimenten. Vorm, grootte, plaatsing en frequentie van compartimenten, evenals de loopafstand voor de vluchtroute, hangen af van de gebruiksfunctie, bezettingsgraad, vorm en grootte van een gebouw. Bron: Koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, BS 21 december 2012 • De doorboring van brandwerende bouwelementen door leidingen, rookafvoerkanalen, elektrische leidingen moet op een zodanige manier gebeuren dat door middel van afdichtingen de compartimentering kan gegarandeerd blijven. • Welke systemen bestaan er? Brandwerende kussens, schuimblokken, minerale wol, schuim, enz… Wij willen hier zeker verwijzen naar de Technische Voorlichting nr. 254 van het WTCB waarin de voorschriften en de plaatsing van het brandveilig afdichten van doorvoeren in brandwerende wanden uitvoerig wordt omschreven.

24

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Actieve oplossingen Het AREI vormt opnieuw de basis om te weten wat actieve oplossingen zijn en aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. Het Art. 3 van het AREI bepaalt dat : een vitale installatie, een installatie is die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moet blijven (brandbestrijdingsinstallaties, alarminstallaties, …) De groep van vitale installaties zoals hiervoor opgesomd, kunnen eigenlijk opgedeeld worden in 5 groepen:

OPGELEGDE INSTALLATIES Installaties die door de eindklant opgelegd worden zoals in ziekenhuizen.

EVACUATIE Installaties ter verbetering van de vlucht- of ontsnappingsroutes

REDDINGSWERKERS Installaties als ondersteuning voor de reddingswerkers: liften met prioritaire oproep en pompen die de waterdruk verhogen.

• Verlichting: noodverlichting, veiligheidsverlichting, evacuatie, vluchtweg • Signalisatie • RWA: rook- en warmteafvoer (vb. ondergrondse parkings) • Over- en onderdrukinstallatie ter bescherming tegen rook • Deurontgrendelingsinstallaties en afsluiting van compartimenten

WAARSCHUWING Installaties die waarschuwen voor gevaar

MELDING Installaties die bij de bevoegde instanties melding maken van dit gevaar: branddetectiesystemen, brandcentrales, brandalarminstallaties. Zie onze Cebeo catalogus: Access & Security

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

25


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Verlichting De belangrijkste functie van noodverlichting is verlichting te voorzien die in werking treedt bij netuitval en zo het evacueren van personen uit een ruimte op een veilige manier te laten verlopen. Omdat niet elke netuitval levensbedreigend is, wordt vaak de term “veiligheidsverlichting” gebruikt.

SIGNALISATIE Het doel van het plaatsen van signalisatie is om vanuit elke positie in een ruimte een grafisch symbool of pictogram te kunnen zien met een afbeelding van een pijl die de richting van de vluchtweg aangeeft.

Men heeft gekozen om op Europees vlak de veiligheidstekens te standaardiseren en het gebruik van woorden te verminderen zodat de betekenis voor iedereen (om het even welke taal of afkomst) duidelijk is. Vandaag moeten de pictogrammen voldoen aan de norm NBN ISO 7010. Zowel de ontwerpen en kleuren zijn eenduidig vastgelegd in normen, respectievelijk ISO 3864-3 en ISO 3864-1. richting rechtsaf

richting linksaf

richting rechtdoor

Het verlichten van pictogrammen kan op 2 manieren gebeuren. Door middel van een noodverlichtingsarmatuur voorzien van een pictogram, of door het verlichten van een pictogram met behulp van een noodverlichtingsarmatuur geplaatst boven het pictogram. Afhankelijk van de omvang van de ruimtes dienen meerdere pictogrammen te worden geplaatst en/of herhaald. Dit is afhankelijk van de afstand waarbij het pictogram zichtbaar is of kan worden waargenomen. Dit noemt men de waarnemingsafstand van het pictogram en wordt uitgedrukt in meter. Grote pictogrammen zijn verder waarneembaar dan kleine. Pictogrammen geïntegreerd in een noodverlichtingsarmatuur hebben een dubbele waarnemingsafstand t.o.v. pictogrammen verlicht met een noodverlichtingsarmatuur geplaatst boven het pictogram binnen een straal van 2 m.

Volgende ontwerpregel wordt toegepast: PICTOGRAM MET GEÏNTEGREERDE LICHTBRON (noodverlichtingsarmatuur met pictogram) waarnemingsafstand pictogram = 200 x hoogte pictogram vb. hoogte pictogram = 20 cm, waarnemingsafstand pictogram = 40 meter hoogte pictogram = 30 cm, waarnemingsafstand pictogram = 60 meter

PICTOGRAM VERLICHT DOOR EEN NOODVERLICHTINGSARMATUUR IN DE NABIJHEID (< 2 meter), GEPLAATST BOVEN HET PICTOGRAM waarnemingsafstand pictogram = 100 x hoogte pictogram vb. hoogte pictogram = 20 cm, waarnemingsafstand pictogram = 20 meter hoogte pictogram = 30 cm, waarnemingsafstand pictogram = 30 meter

26

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

VERLICHTING Verlichting van de vluchtweg De zichtbaarheid van pictogrammen met de richting van de vluchtweg is alvast een geruststellend gegeven. De vluchtweg kan echter nog allerlei hindernissen bevatten zoals in de gang opgestelde printer, kasten, stoelen, … Om te voorkomen dat personen hierdoor worden gehinderd tijdens de evacuatie, is het noodzakelijk de vluchtweg te verlichten. De eisen waaraan deze noodverlichting moet voldoen is vastgelegd in de NBN EN 1838. Een minimale lichtsterkte van 1 Lux in het midden en over de volle lengte van de vluchtweg dient gegarandeerd te worden gedurende minimaal 1 uur.

Anti-paniek verlichting Om te voorkomen dat in bepaalde ruimtes paniek ontstaat wordt “anti-paniek verlichting” geplaatst. Deze verlichting geeft voldoende licht om personen toe te laten een plaats te bereiken waar een vluchtroute kan worden herkend. Een minimale lichtsterkte van 0,5 Lux moet gegarandeerd worden. De wetgever voorziet de verplichting van het plaatsen van anti-paniek verlichting in publiek toegankelijke zalen en ruimtes, liftcabines, andersvalidentoiletten,… Ook in een ruimte die groter is dan 60 m² en waar geen vluchtwegroute aanwezig is (een gele band op de vloer die men kan volgen en die uitgerust is met noodverlichting) dient men deze volledige ruimte te verlichten met anti-paniek verlichting van minimum 0,5 Lux

Waar? Waar moet nood-evacuatieverlichting geplaatst worden ? • Bij elke uitgang die bedoeld is voor gebruik in geval van nood • Nabij trappen, zodat elke trede direct wordt aangelicht • Nabij enig ander niveauverschil • Nabij voorgeschreven nood- en veiligheidssignalering • Bij elke richtingsverandering, beide richtingen moeten verlicht worden • Bij elke splitsing van gangen, beide richtingen moeten verlicht worden • Aan de buitenkant van het gebouw, in de nabijheid van elke finale uitgang • Nabij elke EHBO post (5 lux) • Nabij elk onderdeel van de brandbestrijdingsuitrusting en brandmelders (5 lux) • Nabij evacuatiemiddelen voor andersvaliden • Nabij vluchtwegen voor andersvaliden en alarmmelders “Nabij” betekent binnen een straal van 2 m

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

27


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Types In de groep van de noodverlichting of veiligheidsverlichting kan men spreken van 2 systemen.

1.

DECENTRAAL SYSTEEM Decentrale noodverlichtingssystemen functioneren bij netuitval doordat de noodzakelijke energie geleverd wordt door de ingebouwde batterij in het armatuur. Van zodra het net wegvalt schakelt het systeem automatisch over naar de batterij. Controle Om te voldoen aan de wetgeving dient de gebruiker 1 maal per maand de netuitval te simuleren. De netvoeding wordt onderbroken en men controleert of de noodverlichting functioneert. Ook de duur van het functiebehoud van de armatuur dient 1 x per jaar gecontroleerd te worden, door de netvoeding gedurende minimum 1 uur te onderbreken en na te gaan of de armatuur na 1 uur nog steeds werkt. Deze resultaten dienen genoteerd te worden in het logboek. Bij toepassing van veel noodverlichtingsarmaturen neemt deze controle veel tijd in beslag, wat leidt tot een hoge onderhoudskost. Fabrikanten van noodverlichtingstoestellen hebben deze manuele controle opgelost door het armatuur te voorzien van een zelftestfunctie. Hierbij gaat het armatuur zelf autonoom 1 x per week de “functietest” en 1 x per 13 weken de “duurtest” uitvoeren en de resultaten van de test weergeven via indicatie-led’s op het toestel. Het individueel controleren van elk noodverlichtingsarmatuur en het visueel vaststellen van de status en het noteren in het logboek blijft arbeidsintensief maar gebeurt op deze manier al een stuk efficiënter. Intussen bestaat er ook de mogelijkheid om de data via een module “monitoring” te verzamelen en te registreren in een digitaal logboek.

2.

CENTRAAL SYSTEEM Centrale noodverlichtingssystemen functioneren bij netuitval doordat de noodzakelijke energie geleverd wordt door externe batterijen die centraal opgesteld staan in een afzonderlijke locatie. Van zodra het net wegvalt, schakelt het systeem automatisch over naar de batterij. Volgens het AREI moet de schakelkast- of de verdeelkast van vitale installaties in een aparte ruimte (BA4 - BA5) staan die hiervoor bedoeld is en een functiebehoud van min. 1 u garanderen. Dit betekent dus ook dat de centrale batterij in zo’n ruimte moet geplaatst worden. Indien er geen aparte ruimte beschikbaar is kan men dit oplossen door deze batterij in een kast met functiebehoud te plaatsen of een ruimte te creëren d.m.v. materialen met functiebehoud. De noodverlichting moet ook in werking treden bij een lokale netuitval. Dit betekent dat indien er een netuitval is in 1 lokaal in het gebouw de veiligheidsverlichting moet functioneren. In een centraal beheerd systeem betekent dit dat elke armatuur een automaat moet hebben met een positieve veiligheid, waardoor bij netuitval een signaal gegeven wordt aan de batterij, die dan enkel deze armatuur voedt vanuit de batterij. Dit kan voor problemen zorgen indien men werkt met een UPS of een dieselgenerator als noodbron. Men mag op 1 veiligheidscircuit max. 20 noodverlichtingen aansluiten. Een centraal systeem kan meerdere veiligheidscircuits hebben en dit in functie van het aantal armaturen en het vermogen van de armaturen. De laders van een centraal systeem moeten binnen de 12 uren van 0 tot 80% van hun capaciteit kunnen opladen.

Toestellen Verlichtingstoestellen die gebruikt worden als noodverlichting dienen te voldoen aan de constructienorm NBN EN 60598-2-22 Hierbij enkele belangrijke opmerkingen: • Een noodverlichting mag GEEN starter bevatten • Een noodverlichtingstoestel moet bestand zijn tegen een gloeidraadtest van 850 °C

28

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


oplossingen voor FUNCTIEBEHOUD van vitale stroombanen

Plaatsing niet op deze wijze!!!

wel op deze wijze!!! lux

0,5 lux

0,5 lux

0,5 lux

0,5

niet op deze wijze!!!

wel op deze wijze!!!

in lengterichting

in breedterichting

A

B

A

B

x2

x2

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

29


VUURBESTENDIGE KABELS 32

TECHNISCHE INFO


42

52

(Cebeo benaming: PYRO-TEL)

(Cebeo benaming: PYRO-SNA)

44

55

46

57

48

60

50

63

ALSECURE PLUS TEL - 170 V

EUROSAFE

PYROCONTROL-TELECOM-F2 - Rf 1h - 225 V

PYROBELCA SmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV

ALSECURE PREMIUM

ALSECURE PLUS - 300/500V

PYROCONTROL-POWER-F2 - Rf 1h - 300/500 V

EURO 300

PYROBELCA EmXGB-F2 - Rf 1h - 0,6/1 kV

PYROBELCA EmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

Het brandgedrag van kabels Vooraleer we kunnen definiĂŤren wat vuurbestendige kabels zijn, dienen we eerst het onderscheid te maken in het brandgedrag van kabels. We kunnen dit opdelen in 2 begrippen.

BRANDREACTIE De brandreactie betreft de mate waarin een kabel bijdraagt tot de ontbranding en de verspreiding van vuur, alsook de eigenschappen van de rook die vrijkomt bij verbranding.

Primaire brandreactie: brandverspreiding De primaire brandreactie van een kabel is de mate waarin de kabel het vuur voedt of verspreidt FLAME RETARDANT

FIRE RETARDANT

Flame retardant of vlamvertragend betekent dat de elektrische geleiders of kabels die, enkelvoudig gelegd en onder testvoorwaarden, de vlam niet verspreiden en uit zichzelf doven op geringe afstand van de vuurhaard die hen doen ontvlammen heeft.

Fire retardant of niet-brandverspreidend betekent dat de elektrische geleiders of kabels die, verticaal geplaatst in bundel of lagen en onder testvoorwaarden, de brand niet verspreiden en uit zichzelf doven.

Secundaire brandreactie: rookemissies De secundaire brandreactie van een kabel betreft de eigenschappen van de rook en de verbrandingsgassen die vrijkomen bij de verbranding. SMOKE DENSITY

SMOKE TOXICITY

SMOKE ACIDITY

Smoke denisity of rookdensiteit is de dichtheid van de rook bij verbranding, die het zicht belemmert en dus ook de evacuatie bemoeilijkt.

Smoke toxicity of rooktoxiciteit is de giftigheid van de verbrandingsgassen die vrijkomen bij verbranding. Het zijn net deze verbrandingsgassen die, meer dan het vuur zelf, slachtoffers maken.

Smoke acidity of rookaciditeit is het zuurgehalte van de verbrandingsgassen. Stoffen zoals zoutzuur of zwavelzuur, die vrijkomen bij verbranding, liggen aan de basis van de meeste schade aan apparatuur en bouwstructuren.

BRANDWEERSTAND De brandweerstand betreft het vermogen van een kabel om bij brand zijn elektrische functie gedurende een bepaalde periode te behouden.

32

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

Normering en wetgeving Producten moeten voldoen aan normen, en dat is zeker het geval voor kabels. Zo is er onder andere de norm NBN C30-004 - Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen, classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie, die een onderscheid maakt in 3 testcategorieën.

NBN C 30-004 In juli 2004 werd een vernieuwde norm NBN C 30-004 gepubliceerd. Het publiceren van de NBN EN 50200 en NBN EN 50362 hierin heeft tot gevolg dat de proefopstelling F3 geen reden van bestaan meer heeft. Sindsdien voorziet de NBN C 30-004 een opdeling in 3 categorieën met elk hun respectievelijke subcategorieën.

1. CATEGORIE F Deze categorie beschrijft de eigenschappen van de geleider of van de kabel om de oorspronkelijke vuurhaard te verspreiden en heeft twee subcategorieën: F1

F2

deze betreft de geleiders of de kabels die, afzonderlijk geplaatst, de vlam niet verspreiden en vanzelf doven binnen een kleine afstand van de vuurhaard.

deze betreft de geleiders of de kabels die, verticaal in bundel geplaatst de vlam niet verspreiden. Deze subcategorie vormt een aanvulling op de subcategorie F1. Men kan er niet van uitgaan dat de geleiders of de kabels conform aan de subcategorie F1 de brand niet zullen verspreiden indien zij verticaal in bundel worden geplaatst.

2. CATEGORIE S De categorie S beschrijft de niet-metalen onderdelen van elektrische geleiders of kabels betreffende hun agressiviteit en zuurtegraad (subcategorie SA), dichtheid (subcategorie SD) en toxiciteit (subcategorie ST) van rook en verbrandingsgassen. SD - Smoke Density

SA - Smoke Acidity

ST - Smoke Toxicity Potency

de normen van de reeks NBN EN 50268 betreffende de gemeenschappelijke beproevingsmethoden voor het gedrag bij brand van geleiders en elektrische kabels, bepalen de rookdensiteit van de gassen welke vrijkomen bij brand onder gedefinieerde omstandigheden.

de bepaling van de zuurtegraad van de vrijgekomen gassen gebeurt door de meting van de pH-waarde en de geleidbaarheid, zoals vastgelegd in de normen van de serie NBN EN 50267.

de berekening van de index gebeurt op basis van de resultaten van de metingen tijdens de proefopstelling uitgevoerd, volgens de normen NF X 70-100-1 en NF X 70-100-2.

® KABELWERK EUPEN

® KABELWERK EUPEN

® KABELWERK EUPEN

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

33


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

3. CATEGORIE FR Deze categorie laat toe de geleiders of de kabels in te delen volgens de capaciteit om hun functie te behouden, ondanks de vuurhaard. FR1

FR2

functiebehoud werd bepaald aan de hand van een kleinschalige proefopstelling in laboratoriumomstandigheden

grootschalige proefopstelling teneinde de duur van het functiebehoud te kunnen beoordelen. De geleiders of de kabels worden getest volgens de modaliteiten van de norm NBN 713-020 Add. 3. De duur van de test moet minimum 1 uur bedragen.

INDEX C1: NBN EN 50200 deze norm behandelt de beproevingsmethode voor dunne kabels zonder bescherming voor gebruik in noodcircuits, met een maximale spanning van 0,6/1 kV met inbegrip van kabels met een nominale spanning kleiner dan 80 V en van optische vezels voor gebruik in noodcircuits. Deze methodologie beperkt zich tot geleiders en kabels met een buitendiameter van maximum 20 mm en een sectie kleiner of gelijk aan 2,5 mm². INDEX C2: NBN EN 50362 Beproevingsmethode voor niet-beschermde dikkere controle- en energiekabels voor gebruik in noodcircuits.

34

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

Voor het bepalen van het functiebehoud wordt er verwezen naar een bijkomende norm namelijk NBN 713-020 Addendum 3 - Gedrag bij brand van bouwmaterialen en bouwelementen - Brandweerstand van elektrische kabels.


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

NBN 713-020 ADD. 3 De norm NBN 713.020 beschrijft het gedrag bij brand van bouwelementen in het algemeen. Het addendum nr. 3 van deze norm breidt het toepassingsgebied uit tot energie-, sein- en telefoniekabels met intrinsieke brandweerstand (Rf). De Rf-factor is gebaseerd op de tijd gedurende dewelke de voeding van de installatie verzekerd is. De norm geldt enkel voor kabels met maximale buitendiameter tot 45 mm. De kabels met buitendiameter groter dan 45 mm worden geproduceerd volgens norm NBN 713-020 Add. 3 maar kunnen geen certificaat voorleggen. Drie kabelbanen worden horizontaal geplaatst tegen een muur van de proefoven. De kabelmonsters van hetzelfde gamma worden vrij op de kabelbanen gelegd. De uiteinden lopen dwars door de muur om buiten de oven aangesloten te worden op de elektrische meetapparatuur. Tijdens de proef worden de kabelmonsters onder spanning gebracht door ze te verbinden met de klemmen van een transformator geregeld op de gebruiksspanning van de kabels. Dit systeem voedt, met tussenschakeling van smeltveiligheden (1A in elke fase), lampen van 7 W. Eventueel wordt op elke geleider een toestel aangesloten voor het meten van de verliesstroom. De oven wordt inwendig opgewarmd volgens een genormaliseerd thermisch programma (ISO curve).

VOORBEELD: volgens de ‘ISO’ curve bedraagt de temperatuur: na 30 min.: ± 800°C na 60 min.: ± 920°C na 90 min.: ± 980°C

Het criterium is de tijd gedurende dewelke de kabel blijft functioneren. Deze moet 1 uur bedragen om de kwaliteit Rf 1h (= brandweerstand) toe te kennen. Een gamma van kabels wordt conform verklaard wanneer minstens 2 monsters van elke samenstelling voldoening geven op volgend criterium: geen enkele van de lampen mag doven tijdens de proef bepaald door de Rf graad (dit wil zeggen de zekeringen van 1A mogen niet doorsmelten).

® Laboratoires d’essais au feu - U.L.G

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

35


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

BRANDWEERSTAND: NBN 713-020 ADD. 3 VERSUS DIN 4102-12 Dient voor de brandweerstand enkel rekening gehouden te worden met de norm NBN 713-020 Add. 3? Is bijvoorbeeld de norm DIN 4102-12 gelijkwaardig? Volgens het nieuw art. 104 van het AREI moeten elektrische leidingen die vitale stroombanen vormen, het kenmerk FR2 hebben en dus ten minste 1 uur operationeel blijven. Wat betreft de kabels, wordt dit kenmerk FR2 duidelijk gedefinieerd in de norm NBN C 30-004 (2004) - Art. 2 die in Art. 4.3.2 verwijst naar de beproevingsnorm NBN 713-020 Add.3. De in het KB gebruikte formulering ‘FR2 of equivalent hiermee’ kan laten verstaan dat de kabels die beantwoorden aan de norm DIN 4102-12, toegestaan zouden zijn. Welnu, men kan de beproevingsnorm NBN 713-020 Add.3 en de classificatie FR2 niet vergelijken met een niet door het NBN geregistreerde norm (bv. DIN 4102-12) aangezien het enige gemeenschappelijk punt het gebruik van dezelfde, internationaal erkende temperatuurcurve ISO 834 is. Alle andere beproevingsvoorwaarden in deze normen, zoals de warmtebron, de methoden van kabelaanleg en -bevestiging, hun vervormingen, de stuurstroomkring, de bemonstering van de te testen kabelgedeelten, … verschillen zodanig dat het onmogelijk is om ze als gelijkwaardig te beschouwen. Bovendien baseren de bijkomende wetgevingen zoals de Basisnormen, de regionale en lokale decreten, ... zich voornamelijk op de beproevingsnorm NBN 713-020 Add.3. Uit het bovenstaande kan men afleiden dat voor alle elektrische leidingen in vitale stroombanen de strikte toepassing van NBN 713-020 Add.3 elke verwarring en onnodige discussie zal voorkomen. Een duidelijke identificatie van de vitale stroombanen - NBN 713-020 Add.3 verplicht de markering Rf 1h of Rf 1h30 op de buitenmantel - kan nuttig blijken bij een onderhoud of eventuele uitbreiding van de installaties. Deze uitleg betreft alleen de kabels. Het spreekt voor zich dat de kabelaanleg en -bevestiging moet worden uitgevoerd met materialen met een verbeterd brandgedrag, getest en gekwalificeerd volgens een erkende norm om te beantwoorden aan de eisen van het nieuwe artikel 104 van het AREI. Bron: www.cablebel.be

36

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

Berekening van de sectie <> temperatuurstijging Vuurbestendige kabels moeten in geval van brand hun elektrische functie gedurende een bepaalde tijd behouden. Het berekenen van een kabelsectie speelt hier een uitermate belangrijke rol in. Om te voorkomen dat een vitale installatie een te grote spanningsval ondergaat en daardoor zijn functie verliest, dient men rekening te houden met de stijgende elektrische weerstand van het koper in functie van de temperatuur. Dit kan in vele gevallen leiden tot een belangrijke verhoging van de doorsnede van de geleiders.

AREI ART. 104.E.4) LEIDINGEN “De weerstand van de geleiders van de stroomkring evenals de verzwakking van elk transmissiesignaal moeten in rekening worden gebracht voor de mogelijke temperatuursverhoging in het compartiment waarin zich het langste kabelgedeelte bevindt.” De wetgever vermeldt of verwijst echter niet volgens welke berekeningsmethode de doorsnede moet bepaald worden. Cablebel biedt op zijn website www.cablebel.be, onder de rubriek, ‘Fire safety cables cross section determination’ een benadering van de berekening van de sectie op basis van pure en eenvoudige toepassingen van de fysische wetten.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

37


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

Begrippenlijst

38

AREI

Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

Brandgedrag

brandreactie en/of brandweerstand

Brandreactie

omschrijft de eigenschappen van een kabel die bijdragen aan het ontstaan van de brand en de evolutie ervan (verspreiding van vuur en rook)

Brandveilige kabel

synoniem voor vuurbestendige kabel

Brandverspreidend

mate waarin een kabel het vuur voedt of verspreidt. Wordt getest volgens de norm NBN C30-004

Brandvertragend

materiaal dat – eventueel na behandeling – de eigenschap heeft de verspreiding van de brand te vertragen, F2 volgens de norm NBN C30-004

Brandweerstand

synoniem voor brandwerendheid en vuurbestendigheid

Brandwerendheid

synoniem voor brandweerstand en vuurbestendigheid

Cablebel

Cablebel is het platform van de Belgische kabelfabrikanten

EN

Europese norm

F1

vlamvertragend volgens norm NBN C30-004

F2

niet-brandverspreidend volgens norm NBN C30-004

Fire retardant

niet-brandverspreidend of F2 volgens de norm NBN C 30-004 of andere internationale normen

Flame retardant

vlamvertragend of F1 volgens de norm NBN C 30-004 of andere internationale normen

FR1

brandweerstand volgens de norm NBN C 30-004, heeft betrekking op proeven die toelaten het behoud van de elektrische functie te beoordelen bij laboratoriumomstandigheden (kabel individueel getest)

FR2

brandweerstand volgens de norm NBN C 30-004, heeft betrekking op een proef die toelaat de tijdsduur te beoordelen gedurende dewelke het behoud van de elektrische functie verzekerd is (kabel getest met draagstel en bevestiging)

Functiebehoud

de capaciteit om te blijven functioneren tijdens een brand, uitgedrukt in uren of minuten

IEC

International Electrotechnical Commission

LS0H, LSOH, LSZH

Low Smoke, Zero Halogen

NBN

Belgische norm

Niet-brandverspreidend

de mate waarin een kabel het vuur niet verder voedt en dus niet verder verspreidt, beproefd volgens de norm NBN C30-004 F2

Rf 1h

vuurbestendig gedurende één uur, getest volgens NBN 713-020 Add.3

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

Rf 1h30

vuurbestendig gedurende anderhalf uur, getest volgens NBN 713-020 Add.3

Rf 2h

vuurbestendig gedurende twee uur, getest volgens NBN 713-020 Add.3

SA (Smoke Acidity)

mate waarin de rook die bij brand al dan niet vrijkomt zuur en dus bijtend is. Wordt getest volgens norm NBN C 30-004

SD (Smoke Density)

mate waarin de rook die bij brand al dan niet vrijkomt dicht en ondoordringbaar is. Wordt getest volgens norm NBN C 30-004

ST (Smoke Toxicity)

mate waarin de rook die bij brand al dan niet vrijkomt toxisch of giftig is. Wordt getest volgens norm NBN C 30-004

Vitale installatie

installatie die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moet blijven (brandbestrijdingsinstallatie, alarminstallatie,...)

Vitale stroombaan

stroombaan die een vitale installatie voedt

Vlamvertragend

materiaal dat – eventueel na behandeling – de eigenschap heeft de verspreiding van de vlam te vertragen, F1 volgens de norm NBN C 30-004

Vuurbestendigheid

het vermogen om gedurende een bepaalde tijd te beantwoorden aan de testcriteria van brandweerstand beschreven in de normen NBN C 30-004 FR2 en NBN 713-020 Add.3

Vuurwerendheid

zie ‘brandwerendheid’

Zelfdovend

materiaal dat de eigenschap heeft de verbranding uit zichzelf te beëindigen nadat de warmtebron, die zijn verbranding heeft doen ontstaan, verdwijnt.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

39


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

Gebruikte symbolen en normen NBN NORMEN Norm NBN C 30-004 Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen, classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

C 30-004 SA

NBN

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR1

NBN

C 30-004 FR2

NBN C 30-004 F1

vlamvertragend

NBN C 30-004 F2

niet-brandverspreidend

NBN C 30-004 SD

densiteit of dichtheid van de rook

NBN C 30-004 SA

aciditeit of zuurtegraad van de rook

NBN C 30-004 ST

toxiciteit of giftigheid van de rook

NBN C 30-004 FR1

testprocedure bij laboratoriumomstandigheden

NBN C 30-004 FR2

vuurbestendheid van de kabel

Norm NBN 713-020 - Add. 3 Gedrag bij brand van bouwmaterialen en bouwelementen - Brandweerstand van elektrische kabels

NBN

713-020 Rf 1h

NBN

713-020 Rf 1h30

NBN

713-020 Rf 2h

NBN 713-020 Rf 1h

functiebehoud van 1h

NBN 713-020 Rf 1h30

functiebehoud van 1h30

NBN 713-020 Rf 2h

functiebehoud van 2h

40

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VUURBESTENDIGE KABEL

Technische info

IEC NORMEN IEC

IEC 60332-3-24

niet-brandverspreidend

IEC

IEC 61034-1+2

densiteit of dichtheid van de rook

IEC

IEC 60754-2

aciditeit of zuurtegraad van de rook

IEC

IEC 60754-1

toxiciteit of giftigheid van de rook

60332-3-24

61034-1+2

60754-2

60754-1

BRANDGEDRAG VAN KABELS F2 of gelijkwaardig

mag in bundel geplaatst worden

SA en SD of gelijkwaardig

voldoet aan de normen SA en SD of gelijkwaardig

1h

Rf 1h

voldoet aan de NBN 713-020 Add.3 met functiebehoud van 1h

1,5h

Rf 1h30

voldoet aan de NBN 713-020 Add.3 met functiebehoud van 1h30

Rf 2h

voldoet aan de NBN 713-020 Add.3 met functiebehoud van 2h

2h

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

41


KABEL | brandvrije telefoniekabel

ALSECURE PLUS TEL - 170 V

(Cebeo benaming: PYRO-TEL)

BRANDVRIJE TELEFONIEKABEL Rf 1h VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

NBN

C 30-004 F2

C 30-004 SD

NBN

C 30-004 SA

NBN

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • diameter: min. 0,9 mm / max. 0,9 mm • massief • klasse 1

Max. bedrijfsspanning: 170 V

Geleider(s) • aantal: 1 - 15 paren • samengedraaid per paar of per vier

Isolatieweerstand: ≥ 500 MΩ/km

Isolatie van de geleider(s) • silicone elastomeer

Geleidertemperatuur: max. +90 °C Bedrijfstemperatuur: min. -20 °C / max. +60 °C DC lijnweerstand: 59,3 Ω/km bij 20 °C

Identificatie van de geleider(s) • geleider 1: naturel met zwarte nummers • geleider 2: blauw met zwarte nummers Band: facultatief Afscherming • globaal: koper / polyester tape Aardingsdraad • koper

42

Installatie / brandgedrag

Buitenmantel • halogeenvrije polyolefine • kleur: oranje

Buigradius • 6 x kabeldiameter

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

1h


brandvrije telefoniekabel | KABEL

(Cebeo benaming: PYRO-TEL)

referentie

verpakking m

ALSECURE PLUS TEL - 170 V

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

092 PYR0-TEL-1P0,9

B 500

6,7

14

80

092 PYR0-TEL-1P0,9

B 1000

6,7

14

80

092 PYR0-TEL-1P0,9

B 6000

6,7

14

80

092 PYR0-TEL-2P0,9

R 100

7,4

25

100

092 PYR0-TEL-2P0,9

B 500

7,4

25

100

092 PYR0-TEL-2P0,9

B 1000

7,4

25

100

092 PYR0-TEL-2P0,9

B 5000

7,4

25

100

092 PYR0-TEL-3P0,9

B 1000

9,6

43

170

092 PYR0-TEL-3P0,9

B 6000

9,6

43

170

092 PYR0-TEL-5P0,9

B 1000

11,9

66

250

092 PYR0-TEL-7P0,9

B 1000

13,1

90

290

092 PYR0-TEL-7P0,9

B 2000

13,1

90

290

092 PYR0-TEL-10P0,9

B 1000

15,6

139

360

092 PYR0-TEL-15P0,9

B 1000

18,1

224

540

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

43


KABEL | brandvrije telefoniekabel

EUROSAFE

BRANDVRIJE TELEFONIEKABEL Rf 1h30 - Rf 2h VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 FR2

NBN

NBN

713-020 Rf 1h30

713-020 Rf 2h

IEC

IEC

60332-3-24 61034-1+2

IEC

60754-2

IEC

60754-1

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • diameter: min. 0,9 mm / max. 0,9 mm • massief • klasse 1

Max. bedrijfsspanning: 500 V Bedrijfstemperatuur: min. -25 °C / max. +90 °C

Geleider(s) • aantal: 1 - 7 paren Isolatie van de geleider(s) • silicone

Identificatie van de geleider(s) • geleider 1: wit • geleider 2: blauw

Afscherming • globaal: aluminium / polyester tape Aardingsdraad • vertind koper • diameter: 0,6 mm Buitenmantel • halogeenvrij • kleur: oranje

Installatie / brandgedrag Buigradius • 10 x kabeldiameter

44

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

1,5h

2h


brandvrije telefoniekabel | KABEL

EUROSAFE

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

functiebehoud

092 EUR0SAFE-1P0,9

B 500

6,5

15

45

Rf 1h30

092 EUR0SAFE-1P0,9

B 1000

6,5

15

45

Rf 1h30

092 EUR0SAFE-2P0,9

B 500

8,0

28

83

Rf 2h

092 EUR0SAFE-2P0,9

B 1000

8,0

28

83

Rf 2h

092 EUR0SAFE-3P0,9

B 500

9,6

40

117

Rf 1h30

092 EUR0SAFE-3P0,9

B 1000

9,6

40

117

Rf 1h30

092 EUR0SAFE-4P0,9

B 1000

10,7

53

144

Rf 1h30

092 EUR0SAFE-5P0,9

B 1000

11,2

68

171

Rf 1h30

092 EUR0SAFE-7P0,9

B 1000

12,8

91

218

Rf 1h30

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

45


KABEL | brandvrije telefoniekabel

PYROCONTROL-TELECOM-F2 - Rf 1h - 225 V

BRANDVRIJE TELEFONIEKABEL Rf 1h VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

C 30-004 SA

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • diameter: min. 0,8 mm / max. 0,8 mm • massief • klasse 1

Max. bedrijfsspanning: 225 V Geleidertemperatuur: max. +90 °C

Geleider(s) • aantal: 1 - 2 paren • samengedraaid per paar Isolatie van de geleider(s) • keramiserend polymeer

Identificatie van de geleider(s) • paar 1: blauw - rood • paar 2: grijs - geel

Omhulling: geleideromhulling Afscherming • globaal: polyesterband met aluminiumlaag Aardingsdraad • vertind koper • diameter: 0,8 mm

Installatie / brandgedrag

Buitenmantel • halogeenvrij thermoplastisch materiaal • kleur: 1 paar: rood - 2 paren: oranje of rood

Buigradius • 7,5 x kabeldiameter

46

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

1h

Temperatuur bij installatie: min. -5 °C


brandvrije telefoniekabel | KABEL

PYROCONTROL-TELECOM-F2 - Rf 1h - 225 V

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

kleur isolatie

092 PYR0C0NTR-1P0,8

B 500

7,6

10

66

rood

092 PYR0C0NTR-1P0,8

B 1000

7,6

10

66

rood

092 PYR0C0NTR-2P0,8

B 500

8,3

20

86

oranje

092 PYR0C0NTR-2P0,8

B 1000

8,3

20

86

oranje

092 PYR0C0NT-2P0,8R

B 1000

8,3

20

86

rood

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

47


KABEL | brandvrije signalisatiekabel

PYROBELCA SmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV

BRANDVRIJE SIGNALISATIEKABEL Rf 1h30 VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

NBN

C 30-004 SA

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h30

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1,5 mm2 / max. 2,5 mm2 • massief • klasse 1

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • 0,6/1 kV

Geleider(s) • aantal: 7 - 19

^

^

Geleidertemperatuur: max. +70 °C Bedrijfstemperatuur: min. 0 °C / max. +60 °C

Isolatie van de geleider(s) • halogeenvrij thermoplastisch materiaal Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Omhulling: geleideromhulling Band: mica Buitenmantel • halogeenvrij thermoplastisch materiaal • kleur: blauw

Installatie / brandgedrag

1,5h

Buigradius • 12 x kabeldiameter Temperatuur bij installatie: min. -5 °C

48

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


brandvrije signalisatiekabel | KABEL

PYROBELCA SmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

092 PYR0B1H30-7G1,5

B 1000

15,4

97

360

092 PYR0B1H30-7G2,5

B 1000

16,6

161

450

092 PYR0B1H3012G1,5

B 1000

19,9

166

550

092 PYR0B1H3012G2,5

-

21,5

-

705

092 PYR0B1H3019G1,5

B 1000

23,2

263

790

092 PYR0B1H3019G2,5

-

25,2

-

1020

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

49


KABEL | brandvrije installatiekabel

ALSECURE PREMIUM

BRANDVRIJE INSTALLATIEKABEL Rf 2h VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

C 30-004 SA

NBN

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 2h

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1,5mm2 / max. 4 mm2 • massief • klasse 1

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • 300/500 V

Geleider(s) • aantal: 2 - 5

^

^

Geleidertemperatuur: max. +90 °C Bedrijfstemperatuur: min. -20 °C / max. +60 °C

Isolatie van de geleider(s) • elastomeer met sterke mechanische weerstand INFIT Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Buitenmantel • halogeenvrij polyolefine • kleur: oranje Installatie / brandgedrag Buigradius • 6 x kabeldiameter

50

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

2h


brandvrije installatiekabel | KABEL

ALSECURE PREMIUM

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

2 GELEIDERS 092 PREMIUM-2X1,5

R 100

8,2

28

85

092 PREMIUM-2X1,5

B 500

8,2

28

85

092 PREMIUM-2X1,5

B 1000

8,2

28

85

092 PREMIUM-2X1,5

B 5000

8,2

28

85

092 PREMIUM-2X2,5

B 500

9,7

46

125

092 PREMIUM-2X2,5

B 1000

9,7

46

125

092 PREMIUM-2X4

B 1000

11,4

74

225

B 500

8,2

41

110

3 GELEIDERS 092 PREMIUM-3G1,5 092 PREMIUM-3G1,5

B 1000

8,2

41

110

092 PREMIUM-3G1,5

B 5000

8,2

41

110

092 PREMIUM-3X1,5

B 500

8,2

41

110

092 PREMIUM-3X1,5

B 5000

8,2

41

110

092 PREMIUM-3G2,5

B 500

10,2

69

170

092 PREMIUM-3G2,5

B 1000

10,2

69

170

092 PREMIUM-3X2,5

B 1000

10,2

69

170

092 PREMIUM-3G4

B 1000

12,0

110

275

092 PREMIUM-3X4

-

12,0

110

275

B 1000

9,7

55

140

4 GELEIDERS 092 PREMIUM-4G1,5 092 PREMIUM-4X1,5

B 500

9,7

55

140

092 PREMIUM-4X1,5

B 1000

9,7

55

140

092 PREMIUM-4X1,5

B 4000

9,7

55

140

092 PREMIUM-4G2,5

B 1000

13,3

92

210

092 PREMIUM-4X2,5

B 1000

13,3

92

210

092 PREMIUM-4G4

B 1000

13,1

147

335

092 PREMIUM-4X4

B 1000

13,1

147

335

5 GELEIDERS 092 PREMIUM-5G1,5

B 5000

10,2

69

170

092 PREMIUM-5X1,5

-

10,2

69

170

092 PREMIUM-5G2,5

B 1000

12,4

115

260

092 PREMIUM-5X2,5

-

12,4

115

260

092 PREMIUM-5G4

B 1000

14,3

184

410

092 PREMIUM-5X4

-

14,3

184

410

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

51


KABEL | brandvrije installatiekabel

ALSECURE PLUS - 300/500V

(Cebeo benaming: PYRO-SNA)

BRANDVRIJE INSTALLATIEKABEL Rf 1h - Rf 1h30 VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

NBN

C 30-004 SA

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h

NBN

713-020 Rf 1h30

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1,5 mm2 / max. 300 mm2 • sectie = 1,5 & 2,5 mm2: massief • sectie ≥ 6 mm2: samengeslagen • sectie = 1,5 & 2,5 mm2: klasse 1 • sectie ≥ 6 mm2: klasse 2

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • 300/500 V

^

^

^

Geleidertemperatuur: max. +90 °C Bedrijfstemperatuur: min. -20 °C / max. +60 °C

^

^

^

Geleider(s) • aantal: 1 - 19 Isolatie van de geleider(s) • silicone elastomeer

Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Buitenmantel • halogeenvrij polyolefine • kleur: oranje

Installatie / brandgedrag Buigradius • 6 x kabeldiameter

52

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

1h

1,5h


brandvrije installatiekabel | KABEL

(Cebeo benaming: PYRO-SNA)

referentie

verpakking m

ALSECURE PLUS - 300/500V

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

functiebehoud

MONOGELEIDER 092 PYR0-SNA-1X6

-

8,5

57

220

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X10

-

9,4

-

235

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X16

-

10,5

-

320

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X35

B 1000

13,7

315

440

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X50

B 1000

14,8

475

580

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X70

B 1000

17,4

665

810

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X95

B 1000

19,1

903

1100

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X120

B 1000

20,7

1140

1350

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X150

B 1000

22,5

1425

1650

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X185

B 1000

25,0

1758

2000

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X240

B 1000

28,0

2280

2650

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-1X300

-

31,0

2850

3300

Rf 1h30

2 GELEIDERS 092 PYR0-SNA-2X6

B 1000

13,6

110

230

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-2X16

-

19,3

280

650

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-2X35

-

25,0

-

1432

Rf 1h30

3 GELEIDERS 092 PYR0-SNA-3G6

B 1000

14,6

155

310

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-3X6

B 1000

14,6

155

310

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-3G10

B 1000

18,0

265

580

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-3G16

B 1000

20,3

420

810

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-3X25

-

24,5

713

1250

Rf 1h30

4 GELEIDERS 092 PYR0-SNA-4G6

B 1000

16,0

210

400

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X6

-

16,0

210

400

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G10

B 1000

19,5

350

720

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X10

B 1000

19,5

350

720

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G16

B 1000

22,5

550

1050

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X16

B 1000

22,5

550

1050

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G25

B 1000

27,0

880

1550

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X25

B 1000

27,0

880

1550

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G35

B 1000

30,0

1220

2050

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X35

B 1000

30,0

1220

2050

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G50

-

33,0

1900

2650

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X50

B 1000

33,0

1900

2650

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G70

-

38,0

-

3500

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X70

-

38,0

-

3500

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G95

-

44,0

-

4800

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X95

-

44,0

-

4800

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G120

-

47,0

-

5800

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X120

-

47,0

-

5800

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4G150

-

51,0

-

7200

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-4X150

-

51,0

-

7200

Rf 1h30

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

53


KABEL | brandvrije installatiekabel

ALSECURE PLUS - 300/500V

referentie

verpakking m

(Cebeo benaming: PYRO-SNA)

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

functiebehoud

5 GELEIDERS 092 PYR0-SNA-5G6

B 1000

18,0

270

520

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5X6

-

18,0

270

520

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5G10

B 1000

21,1

440

870

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5X10

-

21,1

440

870

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5G16

B 1000

24,5

720

1250

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5X16

-

24,5

720

1250

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5G25

B 1000

30,0

1100

1890

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5X25

-

30,0

1100

1890

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5G35

B 1000

33,0

1530

2500

Rf 1h30

092 PYR0-SNA-5X35

-

33,0

1530

2500

Rf 1h30

> 5 GELEIDERS

54

092 PYR0-SNA-7G1,5

B 1000

14,0

96

230

Rf 1h

092 PYR0-SNA-7G1,5

B 3000

14,0

96

230

Rf 1h

092 PYR0-SNA-7X1,5

-

14,0

96

230

Rf 1h

092 PYR0-SNA-7G2,5

B 1000

16,0

155

330

Rf 1h

092 PYR0-SNA-7X2,5

-

16,0

155

330

Rf 1h

092 PYR0-SNA-12G1,5

B 1000

19,5

162

420

Rf 1h

092 PYR0-SNA-12X1,5

-

19,5

162

420

Rf 1h

092 PYR0-SNA-19G1,5

B 1000

22,5

257

600

Rf 1h

092 PYR0-SNA-19G1,5

B 2000

22,5

257

600

Rf 1h

092 PYR0-SNA-19X1,5

-

22,5

257

600

Rf 1h

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


brandvrije installatiekabel | KABEL

PYROCONTROL-POWER-F2 - Rf 1h - 300/500 V

BRANDVRIJE INSTALLATIEKABEL Rf 1h VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

NBN

C 30-004 F2

C 30-004 SD

NBN

NBN

C 30-004 SA

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1,5 mm2 / max. 25 mm2 • sectie ≤ 10 mm2: massief • sectie > 10 mm2: samengeslagen • sectie ≤ 10 mm2: klasse 1 • sectie > 10 mm2: klasse 2

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • 300/500 V

^

^

^

Geleidertemperatuur: max. +90 °C

^

^

^

Geleider(s) • aantal: 2 - 5 Isolatie van de geleider(s) • keramiserend polymeer

Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Omhulling: geleideromhulling Buitenmantel • halogeenvrij thermoplastisch materiaal • kleur: oranje

Installatie / brandgedrag

1h

Buigradius • 12 x kabeldiameter

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

55


KABEL | brandvrije installatiekabel

PYROCONTROL-POWER-F2 - Rf 1h - 300/500 V

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

2 GELEIDERS 092 PYR0C0NTR-2X1,5

R 100

8,6

28

112

092 PYR0C0NTR-2X1,5

B 500

8,6

28

112

092 PYR0C0NTR-2X1,5

B 1000

8,6

28

112

092 PYR0C0NTR-2X2,5

B 1000

9,4

46

143

3 GELEIDERS 092 PYR0C0NTR-3G1,5

B 500

9,0

42

129

092 PYR0C0NTR-3G1,5

B 1000

9,0

42

129

092 PYR0C0NTR-3X1,5

B 1000

9,0

42

129

092 PYR0C0NTR-3G2,5

B 500

9,9

69

171

092 PYR0C0NTR-3G2,5

B 1000

9,9

69

171

092 PYR0C0NTR-3X2,5

B 1000

9,9

69

171

4 GELEIDERS 092 PYR0C0NTR-4G1,5

B 1000

9,7

56

156

092 PYR0C0NTR-4X1,5

B 1000

9,7

56

156

092 PYR0C0NTR-4G2,5

-

10,7

92

206

092 PYR0C0NTR-4X2,5

-

10,7

92

206

092 PYR0C0NTR-4X4

B 1000

12,1

148

289

092 PYR0C0NTR-4X6

B 1000

13,7

221

392

092 PYR0C0NTR-4X10

B 1000

16,3

368

608

092 PYR0C0NTR-4X16

B 1000

21,0

589

1012

092 PYR0C0NTR-4X25

B 1000

24,3

920

1464

5 GELEIDERS

56

092 PYR0C0NTR-5G1,5

B 1000

10,6

69

190

092 PYR0C0NTR-5G2,5

B 1000

12,3

115

275

092 PYR0C0NTR-5G4

B 1000

13,2

184

350

092 PYR0C0NTR-5G6

B 1000

15,3

276

495

092 PYR0C0NTR-5G10

B 1000

17,8

460

740

092 PYR0C0NTR-5G16

B 1000

23,0

736

1240

092 PYR0C0NTR-5G25

B 1000

26,5

1150

1800

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


brandvrije installatiekabel | KABEL

EURO 300

BRANDVRIJE INSTALLATIEKABEL Rf 1h - Rf 1h30 VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

NBN

C 30-004 F2

C 30-004 SD

NBN

C 30-004 SA

NBN

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h

NBN

713-020 Rf 1h30

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1 mm2 / max. 240 mm2 • sectie ≤ 2,5 mm2: massief • sectie > 2,5 mm2: samengeslagen • sectie ≤ 2,5 mm2: klasse 1 • sectie > 2,5 mm2: klasse 2

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • sectie ≤ 6 mm2: 450/750 V • sectie > 6 mm2 : 0,6/1 kV

^

^

^

^

Bedrijfstemperatuur: min. -25 °C / max. +90 °C

^

^

^

^

Geleider(s) • aantal: 2 - 19 Isolatie van de geleider(s) • halogeenvrij materiaal

Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Band: mica Buitenmantel • halogeenvrij materiaal • kleur: sectie ≤ 25 mm2: oranje - sectie > 25 mm2: blauw

Installatie / brandgedrag

^

^

1h

1,5h

Buigradius • 10 x kabeldiameter

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

57


KABEL | brandvrije installatiekabel

EURO 300

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

functiebehoud

2 GELEIDERS 092 EUR0-2X1

B 500

7,8

18

102

Rf 1h30

092 EUR0-2X1

B 1000

7,8

18

102

Rf 1h30

092 EUR0-2X1,50R

B 500

8,2

26

119

Rf 1h30

092 EUR0-2X1,50R

B 1000

8,2

26

119

Rf 1h30

092 EUR0-2X2,5-0R

B 500

9,5

43

165

Rf 1h30

092 EUR0-2X4

-

11,3

67

138

Rf 1h30

092 EUR0-2X6

-

12,3

102

300

Rf 1h30

-

8,2

25

120

Rf 1h30

3 GELEIDERS 092 EUR0-3X1 092 EUR0-3G1,5

B 500

8,7

39

141

Rf 1h30

092 EUR0-3X1,5

B 500

8,7

39

141

Rf 1h30

092 EUR0-3G2,5

B 500

10,1

64

197

Rf 1h30

092 EUR0-3X2,5

-

10,1

64

197

Rf 1h30

092 EUR0-3X4

-

12,0

101

280

Rf 1h30

092 EUR0-3X6

-

13,1

154

365

Rf 1h30

4 GELEIDERS 092 EUR0-4X1

-

9,3

36

129

Rf 1h30

092 EUR0-4G1,5

B 500

9,8

52

153

Rf 1h30

092 EUR0-4X1,5

B 500

9,8

52

153

Rf 1h30

092 EUR0-4G2,5

B 500

11,2

85

210

Rf 1h30

092 EUR0-4X2,5

B 500

11,2

85

210

Rf 1h30

092 EUR0-4G4

B 500

13,6

135

313

Rf 1h30

092 EUR0-4X4

B 500

092 EUR0-4G6

58

13,6

135

313

Rf 1h30

14,9

204

409

Rf 1h30

092 EUR0-4X6

B 500

14,9

204

409

Rf 1h30

092 EUR0-4G10

B 500

16,9

342

580

Rf 1h30

092 EUR0-4X10

B 500

16,9

342

580

Rf 1h30

092 EUR0-4G16

B 500

20,4

565

890

Rf 1h30

092 EUR0-4X16

B 500

20,4

565

890

Rf 1h30

092 EUR0-4G25

B 500

25,1

883

1390

Rf 1h30

092 EUR0-4X25

B 500

25,1

883

1390

Rf 1h30

092 EUR0-4G35

B 500

27,6

1228

1810

Rf 1h30

092 EUR0-4X35

B 500

27,6

1228

1810

Rf 1h30

092 EUR0-4G50

B 500

31,9

1665

2450

Rf 1h30

092 EUR0-4X50

B 500

31,9

1665

2450

Rf 1h30

092 EUR0-4G70

B 500

36,5

2399

3370

Rf 1h30

092 EUR0-4X70

B 500

36,5

2399

3370

Rf 1h30

092 EUR0-4G95

B 500

41,5

3330

4490

Rf 1h30

092 EUR0-4X95

B 500

41,5

3330

4490

Rf 1h30

092 EUR0-4G120

B 500

46,0

4190

5650

Rf 1h30

092 EUR0-4X120

B 500

46,0

4190

5650

Rf 1h30

092 EUR0-4G150

B 500

-

5760

6700

Rf 1h30

092 EUR0-4X150

B 500

-

5760

6700

Rf 1h30

092 EUR0-4G185

B 500

-

7104

8100

-

092 EUR0-4X185

B 500

-

7104

8100

-

092 EUR0-4G240

B 500

-

9216

10600

-

092 EUR0-4X240

B 500

-

9216

10600

-

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


brandvrije installatiekabel | KABEL

EURO 300

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

functiebehoud

5 GELEIDERS 092 EUR0-5G1,5

B 500

10,7

65

189

Rf 1h

092 EUR0-5X1,5

-

10,7

65

189

Rf 1h

092 EUR0-5G2,5

B 500

12,5

107

268

Rf 1h

092 EUR0-5X2,5

-

12,5

107

268

Rf 1h

092 EUR0-5G4

B 500

15,0

168

395

Rf 1h

092 EUR0-5X4

-

15,0

168

395

Rf 1h

092 EUR0-5G6

B 500

16,4

256

515

Rf 1h

092 EUR0-5G6

B 1000

16,4

256

515

Rf 1h

092 EUR0-5X6

-

16,4

256

515

Rf 1h

092 EUR0-5G10

B 500

18,7

445

740

Rf 1h30

092 EUR0-5X10

-

18,7

445

740

Rf 1h30

092 EUR0-5G16

B 500

22,6

705

1135

Rf 1h30

092 EUR0-5G25

B 500

27,7

1105

1750

Rf 1h30

092 EUR0-5G35

-

30,6

1520

2290

Rf 1h30

092 EUR0-5G50

-

35,3

2090

3100

Rf 1h30

7 GELEIDERS 092 EUR0-7G1,5

B 1000

11,6

91

227

Rf 1h

092 EUR0-7X1,5

-

11,6

91

227

Rf 1h

092 EUR0-7G2,5

B 1000

13,6

151

328

Rf 1h

092 EUR0-7X2,5

-

13,6

151

328

Rf 1h

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

59


KABEL | brandvrije installatiekabel

PYROBELCA EmXGB-F2 - Rf 1h - 0,6/1 kV

BRANDVRIJE INSTALLATIEKABEL Rf 1h VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

NBN

C 30-004 SA

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1,5 mm2 / max. 300 mm2 • sectie ≤ 6 mm2: massief • sectie > 6 mm2: samengeslagen • sectie ≤ 6 mm2: klasse 1 • sectie > 6 mm2: klasse 2

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • 0,6/1 kV

^

^

^

Geleidertemperatuur: max. +90 °C Bedrijfstemperatuur: min. 0 °C / max. +60 °C

^

^

^

Geleider(s) • aantal: 1 - 5 Isolatie van de geleider(s) • VPE - vernet polyethyleen

Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Omhulling: geleideromhulling Band: mica Buitenmantel • halogeenvrij thermoplastisch materiaal • kleur: blauw

Installatie / brandgedrag

Buigradius • 20 x kabeldiameter

60

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

1h


brandvrije installatiekabel | KABEL

PYROBELCA EmXGB-F2 - Rf 1h - 0,6/1 kV

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

MONOGELEIDER 092 PYR0BEL1-1X120

B 1000

20,0

1152

1230

092 PYR0BEL1-1X150

B 1000

22,5

1440

1530

092 PYR0BEL1-1X185

B 1000

24,5

1776

1900

092 PYR0BEL1-1X240

B 1000

27,5

2304

2470

092 PYR0BEL1-1X300

B 1000

30,0

2880

3080

2 GELEIDERS 092 PYR0BEL1-2X1,5

B 1000

11,5

29

140

092 PYR0BEL1-2X2,5

B 1000

12,0

48

170

3 GELEIDERS 092 PYR0BEL1-3G1,5

B 1000

12,0

43

160

092 PYR0BEL1-3X1,5

B 1000

12,0

43

160

092 PYR0BEL1-3G2,5

B 1000

12,5

72

220

092 PYR0BEL1-3X2,5

B 1000

12,5

72

220

092 PYR0BEL1-3G4

-

13,5

-

260

092 PYR0BEL1-3G6

-

14,5

-

330

092 PYR0BEL1-3G10

-

17,0

-

480

092 PYR0BEL1-3X35

-

25,5

-

1360

092 PYR0BEL1-3X50

-

28,5

-

1780

092 PYR0BEL1-3X70

-

32,5

-

2470

4 GELEIDERS 092 PYR0BEL1-4G1,5

B 1000

13,0

58

190

092 PYR0BEL1-4X1,5

B 1000

13,0

58

190

092 PYR0BEL1-4G2,5

B 1000

13,5

96

230

092 PYR0BEL1-4X2,5

B 1000

13,5

96

230

092 PYR0BEL1-4G4

B 1000

15,0

154

360

092 PYR0BEL1-4X4

B 1000

15,0

154

360

092 PYR0BEL1-4G6

B 1000

16,0

230

400

092 PYR0BEL1-4X6

B 1000

16,0

230

400

092 PYR0BEL1-4G10

B 1000

19,0

384

615

092 PYR0BEL1-4X10

B 1000

19,0

384

615

092 PYR0BEL1-4G16

B 1000

21,5

614

890

092 PYR0BEL1-4X16

B 1000

21,5

614

890

092 PYR0BEL1-4G25

B 1000

25,5

960

1350

092 PYR0BEL1-4X25

B 1000

25,5

960

1350

092 PYR0BEL1-4G35

B 1000

28,5

1344

1750

092 PYR0BEL1-4X35

B 1000

28,5

1344

1750

092 PYR0BEL1-4G50

B 1000

32,0

1920

2280

092 PYR0BEL1-4X50

B 1000

32,0

1920

2280

092 PYR0BEL1-4G70

B 1000

36,5

2688

3200

092 PYR0BEL1-4X70

B 1000

36,5

2688

3200

092 PYR0BEL1-4G95

B 1000

40,5

3648

4300

092 PYR0BEL1-4X95

B 1000

40,5

3648

4300

092 PYR0BEL1-4G120

B 1000

45,0

4341

5625

092 PYR0BEL1-4X120

B 1000

45,0

4341

5625

092 PYR0BEL1-4X150

B 1000

-

5520

6104

092 PYR0BEL1-4X185

B 1000

-

6808

7612

092 PYR0BEL1-4G240

B 1000

-

8832

9959

092 PYR0BEL1-4X240

B 1000

-

8832

9959

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

61


KABEL | brandvrije installatiekabel

PYROBELCA EmXGB-F2 - Rf 1h - 0,6/1 kV

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

5 GELEIDERS

62

092 PYR0BEL1-5G1,5

B 1000

14,0

72

230

092 PYR0BEL1-5G2,5

B 1000

15,0

120

290

092 PYR0BEL1-5G4

B 1000

16,0

192

385

092 PYR0BEL1-5G6

B 1000

17,5

288

495

092 PYR0BEL1-5G10

B 1000

20,5

480

750

092 PYR0BEL1-5G16

B 1000

24,0

768

1100

092 PYR0BEL1-5G25

B 1000

28,5

1150

1670

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


brandvrije installatiekabel | KABEL

PYROBELCA EmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV

BRANDVRIJE INSTALLATIEKABEL Rf 1h30 VOLGENS BELGISCHE NORMEN NBN

Toepassingen • De kabel is speciaal ontworpen voor veiligheidssystemen (noodverlichting, waarschuwingssystemen, brandvoorzieningen ...) in openbare gebouwen (concert- en theaterzalen, bioscopen, grootwarenhuizen, ziekenhuizen, scholen ...), flatgebouwen, tunnels en fabrieken. • Brandvrije en brandvertragende kabel, veroorzaakt nauwelijks rook en is halogeenvrij. De gassen die zich vormen bij brand zijn niet corrosief en nauwelijks giftig. • Deze kabels met functiebehoud worden gebruikt als vitale stroombaan voor het voeden van vitale installaties, die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moeten blijven. Mogelijke vitale installaties zijn: installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm, deurontgrendelingssystemen, rookafvoer, liften met prioritaire oproep, veiligheidsverlichting, noodverlichting, enz.

NBN

C 30-004 F1

NBN

C 30-004 F2

NBN

C 30-004 SD

NBN

NBN

C 30-004 SA

C 30-004 ST

NBN

C 30-004 FR2

NBN

713-020 Rf 1h30

Opbouw

Karakteristieken

Kern • koper • sectie: min. 1,5 mm2 / max. 300 mm2 • sectie ≤ 6 mm2: massief • sectie > 6 mm2: samengeslagen • sectie ≤ 6 mm2: klasse 1 • sectie > 6 mm2: klasse 2

Nominale bedrijfsspanning Uo/U • 0,6/1 kV

^

^

^

Geleidertemperatuur: max. +90 °C Bedrijfstemperatuur: min. 0 °C / max. +60 °C

^

^

^

Geleider(s) • aantal: 1 - 5 Isolatie van de geleider(s) • halogeenvrij thermoplastisch materiaal Identificatie van de geleider(s) • kleurencode volgens HD 308 S2 Omhulling: geleideromhulling Band: mica Buitenmantel • halogeenvrij thermoplastisch materiaal • kleur: blauw

Installatie / brandgedrag

1,5h

Buigradius • 20 x kabeldiameter Temperatuur bij installatie: min. -5 °C

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

63


KABEL | brandvrije installatiekabel

PYROBELCA EmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

MONOGELEIDERS 092 PYR0B1H30-1X95

B 1000

-

874

970

092 PYR0B1H30-1X120

B 1000

20,2

1104

1330

092 PYR0B1H30-1X150

B 1000

22,3

1430

1635

092 PYR0B1H30-1X185

B 1000

24,2

1702

2040

092 PYR0B1H30-1X240

B 1000

27,6

2359

2630

092 PYR0B1H30-1X300

B 1000

30,5

3000

3270

2 GELEIDERS 092 PYR0B1H30-2X1,5

B 1000

11,5

28

180

092 PYR0B1H30-2X2,5

B 1000

12,3

46

210

3 GELEIDERS 092 PYR0B1H30-3G1,5

B 1000

12,1

42

210

092 PYR0B1H30-3X1,5

B 1000

12,1

42

210

092 PYR0B1H30-3G2,5

B 1000

13,0

69

250

092 PYR0B1H30-3X2,5

-

13,0

69

250

4 GELEIDERS

64

092 PYR0B1H30-4G1,5

B 1000

13,1

56

250

092 PYR0B1H30-4X1,5

B 1000

13,1

56

250

092 PYR0B1H30-4G2,5

B 1000

14,1

92

300

092 PYR0B1H30-4X2,5

B 1000

14,1

92

300

092 PYR0B1H30-4G4

B 1000

16,0

148

420

092 PYR0B1H30-4X4

B 1000

16,0

148

420

092 PYR0B1H30-4G6

B 1000

17,2

221

520

092 PYR0B1H30-4X6

B 1000

17,2

221

520

092 PYR0B1H30-4G10

B 1000

19,1

368

720

092 PYR0B1H30-4X10

B 1000

19,1

368

720

092 PYR0B1H30-4G16

B 1000

22,0

598

1040

092 PYR0B1H30-4X16

B 1000

22,0

598

1040

092 PYR0B1H30-4G25

B 1000

25,9

920

1525

092 PYR0B1H30-4X25

B 1000

25,9

920

1525

092 PYR0B1H30-4G35

B 1000

32,0

1288

2235

092 PYR0B1H30-4X35

B 1000

32,0

1288

2235

092 PYR0B1H30-4G50

B 1000

35,0

1840

2940

092 PYR0B1H30-4X50

B 1000

35,0

1840

2940

092 PYR0B1H30-4G70

B 1000

41,0

2576

4015

092 PYR0B1H30-4X70

B 1000

41,0

2576

4015

092 PYR0B1H30-4G95

B 1000

46,5

3496

5380

092 PYR0B1H30-4X95

B 1000

46,5

3496

5380

092 PYR1H30-4X1X120

B 1000

-

-

-

092 PYR1H30-4X1X150

B 1000

-

-

-

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


brandvrije installatiekabel | KABEL

PYROBELCA EmGGB-F2 - Rf 1h30 - 0,6/1 kV

referentie

verpakking m

max. buitendiameter ± mm

kopergewicht ± kg/km

totaal gewicht ± kg/km

5 GELEIDERS 092 PYR0B1H30-5G1,5

B 1000

14,3

69

300

092 PYR0B1H30-5G2,5

B 1000

15,4

115

370

092 PYR0B1H30-5G4

B 1000

17,5

184

510

092 PYR0B1H30-5G6

B 1000

18,9

276

635

092 PYR0B1H30-5G10

B 1000

22,0

460

905

092 PYR0B1H30-5G16

B 1000

-

736

-

092 PYR0B1H30-5G25

B 1000

-

1241

-

092 PYR0B1H30-5G35

-

-

-

-

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

65



KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN 68

NORMEN

90

ENKELE KABELMONTAGE 91 OBO

70

KABELGOTEN 71 Stagobel 73 Vergokan 75 Legrand 77 OBO

78

KABELLADDER 79 OBO 83 Vergokan 87 Legrand

73 Vergokan

95

DOORSTEEKANKER 95 OBO 97 Spit


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

NORMEN

Draagsystemen met functiebehoud - normen BRANDWEERSTAND DRAAGSYSTEMEN Art. 104 van het AREI vermeldt : e.4) Leidingen De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: • ofwel van het type met kenmerk FR2 of equivalent hiermee, met een gewaarborgde operationaliteit zoals bepaald in punt e.1; Benevens de vereiste kwaliteit van de leidingen moet de installatie zodanig zijn ontworpen dat de toegekende functie gewaarborgd blijft gedurende de in punt e.1 hiervoor bepaalde duur. Art. 7 van het AREI vermeldt dat elektrisch materiaal voor laagspanning verondersteld wordt de vereiste veiligheid te bieden wanneer : Het voldoet aan de voorschriften van het KB van 23/03/1977, 12/08/1981, 18/06/1990 Het conform de normen is, door de Koning gehomologeerd of door het B.I.N. geregistreerd Problematiek : er bestaan geen NBN normen om de brandweerstand van kabeldraagsystemen te definiÍren. De enige reguliere norm die er bestaat is de DIN 4102-12.

68

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

NORMEN

Functiebehoud volgens DIN 4102-12 • De testen bepalen het functiebehoud van elektrische kabels tijdens brand met een maximale spanning van 1 kV. • De test beschrijft een opstelling van een geheel van kabelgoten en kabels. Functiebehoud wordt bekomen zolang geen kortsluiting / onderbreking van de stroom optreedt gedurende de test. • Er zijn 3 klassen: E 30, E 60 en E 90. • De norm onderscheidt standaard draagconstructies en niet-standaard draagconstructies, het functiebehoud van beiden wordt getest d.m.v. de beschreven testmethode. • Alle testen worden op horizontale montages uitgevoerd. De resultaten zijn tevens geldig voor montages onder hoek of verticale montages voor zover de constructie goed ondersteund wordt en de kabels vastgemaakt kunnen worden. • Het functiebehoud van het volledige kabeldraagsysteem wordt d.m.v. een test geverifieerd en vervolgens neergeschreven in een certificaat. Dit certificaat bevat de interpretatie van de testresultaten en formuleert de beperkingen en de toepassing van het certificaat.

Toepassing van de (Duitse) DIN 4102-12 in de Belgische markt. Gezien de DIN-norm geen “door de Koning gehomologeerde norm is, noch een door het N.B.N. geregistreerde norm” is, is de toepassing ervan in België niet vanzelfsprekend. Er zijn evenwel niet veel opties voor de kabeldraagsystemen. Hieronder beschrijven we enkele mogelijkheden (niet limitatief) zoals deze in de Belgische praktijk toegepast kunnen worden: • Gebruik makende van de Belgische normering voor kabels – kunnen bij de interpretatie van het functiebehoud-certificaat (volgens DIN 4102-12) van het kabeldraagsysteem, de bepalingen m.b.t. de kabels gereduceerd worden tot een gelijk verdeelde belasting, waarbij dus louter met de belasting op het certificaat rekening gehouden wordt. Hierbij vervalt het onderscheid tussen STANDAARD en NIET-STANDAARD draagconstructies, daar men de certificatie van kabels en kabeldraagsysteem gaat loskoppelen van elkaar. Voor het aantonen van het functiebehoud van een vitale stroombaan, dient de aannemer in dit geval meerdere certificaten voor te leggen ter goedkeuring: - Certificaat van functiebehoud van de kabel, type FR2 - Certificaat van functiebehoud van het kabeldraagsysteem volgens DIN 4102-12 - Certificaat van brandweerstand van de ankers of expansiepluggen (tenzij inbegrepen in het kabeldraagsysteem) • Voor het volledige systeem (kabel + kabeldraagsysteem) verwijzen naar de DIN 4102-12 als zijnde een norm die een gelijkwaardig veiligheidsniveau biedt. In dit geval worden alle bepalingen in het certificaat en volgens DIN 4102-12 gerespecteerd. Voor het aantonen van het functiebehoud van een vitale stroombaan, dient de aannemer in dit geval volgende certificaten voor te leggen ter goedkeuring: - Certificaat van functiebehoud van kabel en kabeldraagsysteem volgens DIN 4102-12 - Certificaat van brandweerstand van de ankers of expansiepluggen (tenzij inbegrepen in het kabeldraagsysteem)

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

69


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELGOTEN I Stagobel HORIZONTAAL MET KABELGOOT PEMSABAND 60 Wandmontage pemsaband® 60 pemsaband® + Omega SPLUS console + E90 SPLUS connector + draadstang

Vereisten voor een E60 montage: • Ondersteuningsafstand 1,2 m • Geldig voor Omega SPLUS en RPLUS consoles • Gebruik de E90 SPLUS of de E90 RPLUS connector om de draadstang te bevestigen • Maximale belasting: 10 kg/m per niveau van kabelgoot • Het is toegelaten om maximaal 2 niveaus kabelgoten boven elkaar te monteren • Minimale afstand tussen de niveaus: 300 mm.

Plafondmontage pemsaband® 60 pemsaband® + Omega SPLUS draagconsole + draadstang

Vereisten voor een E60 montage : • Ondersteuningsafstand 1,2 m • Maximale belasting: 10 kg/m per niveau van kabelgoot • Het is toegelaten om maximaal 2 niveaus kabelgoten boven elkaar te monteren • Minimale afstand tussen de niveaus: 300 mm

Certificaat Standaard draagconstructie volgens DIN 4102-12

70

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Stagobel I KABELGOTEN

Wand- en plafondmontage Pemsaband voor 1 uur functiebehoud • Ondersteuningsafstand 1,2 m • Maximale belasting per niveau van kabelgoot 10 kg/m • Het is toegelaten om maximaal 2 niveaus kabelgoten boven elkaar te monteren • Minimale afstand tussen de niveaus: 300 mm

Afmetingen

Kabelgoot 60

Omega console

SPLUS click draagprofiel

60x100 mm

75522100

62021104

63022204

60x150 mm

75522150

62021154

63022204

60x200 mm

75522200

62021204

63022204

60x300 mm

75522300

62021304

63022304

60x400 mm

75522400

62021404

63022404

Verbindingen voor plafondbevestiging •

Bout en moer voor kabelgoot, 2 st per SPLUS Omega click console

Moer voor draadstang 2 st per ondersteuning

Elektrolytisch verzinkt

M6

M8

M10

Moer

64010059

67020095

67020079

Bout M6x12

67010099

Draadstang 0,5 m

67020044

Draadstang 1,0 m

67020045

67020145

E90 SPLUS connector voor plafondbevestiging bij opstelling wandmontage •

Bevestiging aan SPLUS Omega click console, 1 bout (M6x12) en moer M6

Thermisch verzinkt

Thermisch verzinkt

SPLUS connector

Plafond montage

62031090

67030060

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

71


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELGOTEN I Vergokan Vergokan kabeldraagsystemen met functiebehoud

HORZIONTAAL MET KABELGOOT KBSI60 3 NIVEAUS ASYMMETRISCH Kabelgoot KBSI60.100 – 300.075

dikte 0,75 mm in breedtes van 100 tot 300 mm

KBSI60.100 – 400.100

dikte 1,00 mm in breedtes tot 400 mm

Ineenschuifbare kabelgoot: in de verbinding te koppelen d.m.v. • 5 VMK bouten en moeren • 2 per opstaande zijden • 1 centraal in de bodem.

Ondersteuning: plafond – elke 1500 mm Hangsteun: HDHSMU50.300 – 1200 bevestiging met 2 brandbestendige pluggen M 10 Console: HDWKM100-400 bevestiging aan HDHSMU met behulp van tussenstuk HDTSU50 • Bevestiging van de kabelgoot op de console (elke 1,5 m) d.m.v. 2 VMK bouten en moeren. • Maximaal 3 niveaus/trajecten te monteren per hangsteun. • Zonder extra draadstangbevestiging!

Ondersteuning: wand – elke 1500 mm Console: HDWKM100-400 bevestiging met 2 brandbestendige pluggen M 10 • Bevestiging van de kabelgoot op de console (elke 1,5 m) d.m.v. 2 VMK bouten en moeren. • Onbeperkt aantal niveaus/trajecten • Zonder extra draadstangbevestiging!

Belasting 20 kg / lopende meter

Certificaat Niet-standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

72

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Vergokan I KABELGOTEN

Wandmontage KBSI voor 1 uur functiebehoud • Ineenschuifbare kabelgoot • In de verbinding te koppelen d.m.v. 5 VMK bouten en moeren • 2 per opstaande zijden en 1 centraal in de bodem • Ondersteuning: Plafond en/of wand - elke 1,5 m • Belasting: 20 kg / lopende meter • Certificaat Niet-standaard draagconstructie volgens DIN 4102-12 Afmetingen

KBSi 60

Console

100 mm

KBSI60.100.075

HDWKM100

150 mm

KBSI60.150.075

200 mm

KBSI60.200.075

250 mm

KBSI60.250.075

300 mm

KBSI60.300.075

HDWKM300

400 mm

KBSI60.400.100

HDWKM400

HDWKM200

Hangsteun •

Maximaal 3 niveaus/trajecten te monteren per hangsteun

Zonder extra draadstangbevestiging

Bevestiging met 2 brandbestendige pluggen M10

Bevestiging aan HDHSMU50 met behulp van tussenstuk

Afmetingen

HDHSMU50 steun

400 mm

HDHSMU50.400

600 mm

HDHSMU50.600

1200 mm

HDHSMU50.1200

Koppelstuk •

Inclusief bout en moer

TSU HDTSU50

VMK bouten en moeren

Bout + moer

M6x10

M6x20

VMK6.10

VM6.20

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

73


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELGOTEN I Legrand FUNCTIEBEHOUD VAN GEEL P31 E90 CONSTRUCTIES Montage-instructies - constructietekeningen

optioneel optioneel

Enkelpuntsophanging E30 - E90

Draadstangmontage E30 - E90

• 10 kg/m

• 20 kg/m

• Zonder draadstang of met draadstang

• Enkele en 2 lagen ophanging

• Ondersteuningsafstand tot 1,5 m

• Ondersteuningsafstand tot 1,5 m

• Geschikt voor kabelgoten 100 & 200 mm breed

• Geschikt voor kabelgoten t/m 400 mm breed

• Sendzimir verzinkt

• Sendzimir verzinkt

• Thermisch verzinkt op aanvraag

• Thermisch verzinkt op aanvraag

optioneel

Wandmontage E30 - E90

Plafondmontage E30 - E90

• 20 kg/m

• 20 kg/m

• Ondersteuningsafstand tot 1,5 m

• Tot 2 lagen uit te breiden

• Geschikt voor kabelgoten t/m 400 mm breed

• Ondersteuningsafstand tot 1,5 m

• Sendzimir verzinkt

• Geschikt voor kabelgoten t/m 400 mm breed

• Thermisch verzinkt op aanvraag

• Sendzimir verzinkt • Thermisch verzinkt op aanvraag

Belasting 10 of 20 kg / lopende meter

Certificaat Niet-standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

74

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Legrand I KABELGOTEN

Wandmontage P31 voor 1 uur functiebehoud • Ondersteuningsafstand tot 1,5 m • Kabelgewicht tot 20 kg/m met console CB • Kabelgewicht tot 10 kg/m met enkelpuntmontage • Eenzijdige ophanging (zonder extra draadstang) • Tot 2 lagen boven elkaar in 1 constructie (rekening houdend met max. draaglast per steunpunt) Afmetingen

Kabelgoot P31

Gootbeugel

Console CB

Console zwaar

350001

350810

350002

350830

8060625

100 mm

340111

150 mm

340112

200 mm

340113

300 mm

340114

350840

8060635

400 mm

340115

350850

8060645

350820

Draadstang en schroeven •

In combinatie met plafondbeugel (ref. 8238700)

M6

M10

M12

8200300

8238300

Draadstang 1 m

8234000

8238000

Draadstang 2 m

8234100

Moer Kraagschroef

8200200

Bevestigingshoek voor draadstang

350122

Koppelplaat

341221

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

75


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELGOTEN I OBO

Belasting 20 kg / lopende meter

Certificaat Niet-standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

76

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

OBO I KABELGOTEN

Montage kabelgoten RKSM • Wandmontage of montage op hangprofiel • Bij hangprofielen: enkelzijdige montage met max. 2 lagen en max. gewicht 20 kg/m • Afstand tussen consoles max. 1,5 m • Geen draadstang vereist op het uiteinde van de console • Installatie in combinatie met geattesteerde kabels • * Standaard geleverd in sendzimir verzinkt; thermisch verzinkt (hot dip) ook verkrijgbaar Afmetingen

RKSM 60*

90° bocht

Wand- en profielconsole

60x100 mm

6047611

6041130

6419704

60x200 mm

6047638

6041134

6418554

60x300 mm

6047654

6041136

6418570

60x400 mm

6047689

6041138

6418597

Hangprofiel 50x50 mm •

** Thermisch verzinkt

** Ook in andere afmetingen verkrijgbaar

Afmetingen

US 5K**

Beschermkap

400 mm

6341543

6338462

600 mm

6341578

6338462

1200 mm

6341632

6338462

Afstandsstuk •

Voor montage console op U-profiel in combinatie met zeskantbout SKS

Afstandsstuk DSK 45 6416500

Zeskantbout •

Voor montage console op U-profiel in combinatie met afstandsstuk DSK

Zeskantbout SKS M10x90 mm

Sluitring DIN440/11

Platkopbout FRSB 6x12F

6418252

6408729

6406122

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

77


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELLADDER I OBO

Belasting 20 kg / lopende meter

Certificaat Standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

78

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

OBO I KABELLADDER

Verticale montage LGN ladder voor 1 uur functiebehoud • Ondersteuningsafstand max 1,2 m • Toegelaten gewicht max. 20 kg/m • Max. sportafstand 300 mm en op elke sport een beugelklem • Installatie in combinatie met geattesteerde kabels • Om de 3,5 m dient een trekontlasting voorzien te worden • * Standaard geleverd in sendzimir verzinkt, thermisch verzinkt (hot dip) ook verkrijgbaar Afmetingen

LGN*

Trekontlasting ZSE

60x200 mm

6209330

7215702

60x300 mm

6209332

7215706

60x400 mm

6209334

7215709

Koppelplaat

LVG 60 FS 6208840

Bevestigingshoek •

Voor montage van de ladder tegen de muur

Kan als alternatief gebruikt worden voor rechtstreekse muurmontage met ankers

BW 70 40 FT 6019706

Beugelklem •

Ook andere maten verkrijgbaar

Afmetingen

2056 M

12-16 mm

1156012

16-22 mm

1156020

22-28 mm

1156039

28-34 mm

1156047

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

79


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELLADDER I OBO

Belasting 20 kg / lopende meter

Certificaat Standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

80

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

OBO I KABELLADDER

Wand- en plafondmontage kabelladders LG 60VSF • Ondersteuningsafstand max. 1,2 m • Toegelaten gewicht max. 20 kg/m • Bij plafondmontage: max. 2+1 lagen (zie montagevoorbeeld 2) • Installatie in combinatie met geattesteerde kabels • * Standaard geleverd in sendzimir verzinkt, thermisch verzinkt (hot dip) ook verkrijgbaar • * Sportafstand 150 mm Afmetingen

LG 60VSF*

Koppelplaat AVL

90° bocht

MWA Wand- en profielconsole

60x200 mm

6207501

6208770

6211224

6424732

60x300 mm

6207505

6208770

6211232

6424740

60x400 mm

6207509

6208770

6211240

6424759

Hangprofiel 50x30 mm •

** Thermisch verzinkt

** Ook in andere afmetingen verkrijgbaar

Afmetingen

US 3K**

Beschermkap

400 mm

6342355

6338458

600 mm

6342359

6338458

1200 mm

6342372

6338458

Klemstuk •

Voor bevestiging kabelladder op console

LKS 40 6221076

Draadstang •

In combinatie met SKS zeskantbout M10x40 mm (ref. 3160750) en BSB brandwerende beugel (ref. 6418198)

Alternatief BSB: plafondmontage draadstang rechtstreeks in inslaganker

Klembereik

Draadstang 1 m

Moer

Ring

M10

3141209

3400107

3402096

M12

3141306

3400123

3402126

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

81


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELLADDER I Vergokan Kabelladders Vergokan

HORIZONTAAL MET KABELLADDER KLLIBS60 3 NIVEAUS ASYMMETRISCH

Kabelladder KLLIBS60.150 – 400

lengte 3 m, sportafstand 150 mm

Ineenschuifbare kabelladder – in de verbinding te koppelen d.m.v. 4 VMK bouten en moeren.

W - 33 60 W

Ondersteuning: plafond – elke 1500 mm Hangsteun: HSMES300 - 1000 bevestiging met 2 brandbestendige pluggen M 10 Console: HDWK150 - 400 • Te bevestigen aan de HSMES d.m.v. een glijmoer GM41M10 in de open zijde van de hangsteun en bout B10.30 en sluitring CRO10 Borging: LBS60.300 - 800 • Wordt bevestigd enerzijds aan de console d.m.v. een verbindingsschakel QL en anderzijds aan het plafond d.m.v. opnieuw een QL en L-vormig HDVS41.05 plaatje, bevestigd aan het plafond d.m.v. een brandbestendige plug M 10. • Bevestiging van de kabelladder op de console (elke 1,5 m) d.m.v. 2 KLLBK25 klemmen. • Maximaal 3 niveaus/trajecten te monteren per hangsteun.

Belasting 30 kg / lopende meter

Certificaat Niet-standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

82

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Vergokan I KABELLADDER Horizontale montage KLLIBS60 ladder voor 1 uur functiebehoud • Ineenschuifbare kabelladder • In de verbinding te koppelen met 4 VMK6.10 bouten en moeren • Ondersteuning: Wand en/of plafond - elke 1,5 m • Lengte: 3 m • Belasting: 30 kg/ lopende meter • Certificaat niet-standaard draagconstructie volgens DIN 4102-12 Afmetingen

KLLIBS60

Console

150 mm

KLLIBS60.150

HDWK150

200 mm

KLLIBS60.200

HDWK200

300 mm

KLLIBS60.300

HDWK300

400 mm

KLLIBS60.400

HDWK400

Enkele hangsteun •

Bevestiging met 2 brandbestendige pluggen M10

Afmetingen

Enkele hangsteun

Lat

300 mm

HSMES300

LBS60.300

400 mm

HSMES400

LBS60.400

500 mm

HSMES500

LBS60.500

600 mm

HSMES600

LBS60.600

800 mm

HSMES800

LBS60.800

Verbindingsschakel

QL6 QL8

Verbindingsstuk

HDVS41.05

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

83


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELLADDER I Vergokan Kabelladders Vergokan

VERTICAAL MET KABELLADDER KLLIBS60 Kabelladder KLLIBS60.150 – 400 • Lengte 3 m, sportafstand 150 mm, alternerend naar boven en naar onder. • Ineenschuifbare kabelladder – in de verbinding te koppelen d.m.v. 4 VMK bouten en moeren.

Ondersteuning HDAB35.110 • Steun ter bevestiging van de ladder tegen de muur. • Te monteren elke 1,5 m aan weerszijden d.m.v. een brandwerende plug aan de wand. • Bevestiging KLLIBS aan HDAB35.110 d.m.v. een bout VM6.20, sluitring en moer. KABELKLEM, MODEL H • Bevestiging van de kabel aan elke sport van de ladder met opening naar boven.

Belasting 30 kg / lopende meter

Certificaat Niet-standaard draagconstructie getest en gecertifieerd volgens DIN 4102-12.

84

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Vergokan I KABELLADDER Verticale montage KLLIBS60 ladder voor 1 uur functiebehoud • Ineenschuifbare kabelladder • In de verbinding te koppelen met 4 VMK6.10 bouten en moeren • Lengte: 3 m • Belasting: 30 kg/ lopende meter

Afmetingen

KLLIBS60

150 mm

KLLIBS60.150

200 mm

KLLIBS60.200

300 mm

KLLIBS60.300

400 mm

KLLIBS60.400

Afstandsbeugel •

Voor verticale plaatsing van de kabelladder

Te monteren elke 1,5 m aan weerszijden d.m.v. een brandwerende plug aan de wand

Bevestiging KLLBS60 aan HDAB35.110 d.m.v. een bout VM6.20, sluitring en moer

Steun HDAB35.110

Kabelklem •

Kabelklem, model H bevestiging van de kabel om de 2 sporten van de ladder

Hot-dip uitvoering

Afmetingen 12-16 mm

HDY1199

16-20 mm

HDY1200

24-28 mm

HDY1202

28-32 mm

HDY1203

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

85


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELLADDER I Legrand

Max. 1200 mm

• Beugelafstand 1,2 m • Kabelgewicht max. 20 kg/m • Geschikt voor kabelladders 200, 300 en 400 mm breed

• Beugelafstand 300 mm • Bevestiging van FB kabels op profiel R215

Belasting 20 kg / lopende meter

Certificaat Standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

86

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Legrand I KABELLADDER Verticale montage ladder voor 1 uur functiebehoud • Beugelafstand 1,2 m • Kabelgewicht max. 20 kg/m • Geschikt voor kabelladders van 200, 300 en 400 mm breed

Afmetingen

H60

200 mm

8311492

300 mm

8311493

400 mm

8311494

Koppelplaat •

1 set van 2 stuks

Type H60

Bevestiging aan kabelladder 8xM6x10 (8200100 + 8200200)

8313182

Wandbeugel •

1 set van 2 stuks

Bevestiging aan kabelladder 2xM6x10 (8200100 + 8200200)

Bevestiging aan wand 1 x betonanker M10 (VG350037)

8313160

Kabelklem •

Kabelklem FB voor stijgladder sendzimir verzinkt

Afmetingen 12-16 mm

8190201

20-24 mm

8190203

28-32 mm

8190204

32-36 mm

8190205

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

87


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

KABELLADDER I Legrand

FUNCTIEBEHOUD VAN GEEL GLO-4

E30 - E90 CONSTRUCTIES

Plafondmontage E30 - E90

Wandmontage E30 - E90

• Ondersteuningsafstand tot 1,5 m

• Ondersteuningsafstand tot 1,5 m

• Kabelgewicht max. 20 kg/m

• Kabelgewicht max. 20 kg/m

• Ophanging met extra draadstang M10

• Ophanging met extra draadstang M10

• Geschikt voor kabelladders 200, 300 en 400 mm breed

• Geschikt voor kabelladders 200, 300 en 400 mm breed

• Sendzimir verzinkt

• Sendzimir verzinkt

• Thermisch verzinkt op aanvraag

• Thermisch verzinkt op aanvraag

Draadstangmontage E30 - E90 • Ondersteuningsafstand tot 1,5 m • Kabelgewicht max. 20 kg/m • Geschikt voor kabelladders 200, 300 en 400 mm breed • Geschikt voor kabelladders licht H60 en middelzwaar H100 • Sendzimir verzinkt • Thermisch verzinkt op aanvraag

Belasting 20 kg / lopende meter

Certificaat Niet-standaard draagconstructie getest en gecertificeerd volgens DIN 4102-12.

88

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Legrand I KABELLADDER Horizontale montage ladder voor 1 uur functiebehoud • Ondersteuningsafstand tot 1,5 m • Kabelgewicht max. 20 kg/m • Ophanging met extra draadstang M10 • Geschikt voor kabelladders van 200, 300 en 400 mm breed

Afmetingen

H60

Console

Steun U55

200 mm

8311492

8717220

VG348362

300 mm

8311493

8717230

VG348363

400 mm

8311494

8717240

VG348364

800 mm

VG348368

1000 mm

VG348360

Koppelplaat •

1 set van 2 stuks

Bevestiging aan kabelladder 8xM6x10 (8200100 + 8200200)

8313182

Ophangingssteun met extra draadstang •

Afsteunprofiel te bevestigen aan console 2xM6x10

Draadstang M10 lengte 1 m

Plafondbeugel voor draadstang (bevestiging betonanker M10)

Afsteunprofiel

Draadstang

Plafondbeugel

8238801

8234000

8238700

Consoleklem •

Steunen voor bevestiging kabelladder op de console

Bevestiging op de console 1xM6x10 (8200100 + 8200200)

CM586290

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

89


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

ENKELE KABELMONTAGE I Vergokan Kabeldraagsystemen

ENKELE KABELMONTAGE VERGOKAN

2

1

4

3

1. DR15.30

90

2.

Profielkem model H

3.

CRO6

4.

Expansieplug M 6

5.

Klemsteun

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Vergokan I ENKELE KABELMONTAGE Enkele kabelmontage voor 1 uur functiebehoud • Max. belasting 100 daN • Uitvoering: Sendzimir • Kabelsteunen gebruiken van model H • Bevestigen met expansieplug M6

Afmetingen

DR15.30

100 mm

DR15.30.100

200 mm

DR15.30.200

300 mm

DR15.30.300

2000 mm

DR15.30.2000

Kabelklem •

Kabelklem, model H bevestiging van de kabel aan elke sport van de ladder

Hot-dip uitvoering

Maximaal 1 kabel in 1 klem

Afmetingen 12-16 mm

HDY1199

16-20 mm

HDY1200

24-28 mm

HDY1202

28-32 mm

HDY1203

Kabelklem •

Kabelklem, model H bevestiging van de kabel aan elke sport van de ladder

Hot-dip uitvoering

Maximaal 2 kabels in 1 klem

Afmetingen 12-16 mm

HDY1214

16-20 mm

HDY1215

24-28 mm

HDY1217

28-32 mm

HDY1218

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

91


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

ENKELE KABELMONTAGE I OBO

92

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

OBO I ENKELE KABELMONTAGE Enkele kabelmontage voor 1 uur functiebehoud • Bevestigingsafstand max. 0,3 m • Max. kabeldoorsnede is 50 mm bij bevestiging van 1 enkele kabel in één klem • Max. kabeldoorsnede is 25 mm bij bevestiging van 2 of 3 kabels in één klem • Installatie in combinatie met een geattesteerde verankering rechtstreeks in de muur of in het plafond bevestigd • Installatie in combinatie met geattesteerde kabels • Varianten met rails, beugels en buizen op aanvraag

Afstandsklem 733 •

Galvanisch verzinkt, ook verkrijgbaar in roestvast staal

Schroefanker MMS6x50 (ref. 3498107)

Andere afmetingen beschikbaar

Afmetingen

733

19-21 mm

1361201

24-29 mm

1361295

30-38 mm

1361384

39-48 mm

1361481

48-54 mm

1361511

Afstandsklem 732 •

Galvanisch verzinkt, transparant gepassiveerd

Schroefanker MMS-ST6x60 (ref. 3498263)

Andere afmetingen beschikbaar

Afmetingen

732

14,5-16 mm

1360167

18,5-20 mm

1360205

24-26 mm

1360264

38-40 mm

1360396

48-50 mm

1360507

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

93


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

_______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________________________________________

94

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

OBO I DOORSTEEKANKER (FAZ) Doorsteekanker FAZ II • Bij 90 min

Trekkracht

90 kg

M8

3498326

190 kg

320 kg

3498334

M10

3498350

M12

Anker FZEA II •

Bij 90 min

Draaddiameter

80 kg

M10

3492910

160 kg

180 kg

3492920

M12

3492930

M14

Anker FHY •

Bij 90 min

Draaddiameter

75 kg

M8

3498760

M10

130 kg 3498774

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

95


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

DOORSTEEKANKER I Spit

Toegelaten rekenwaarde Rd bij Anker type

Afschuifbelasting (kN)

NRk,s,fi (kN) 30 min.

NRk,s,fi (kN) 60 min.

NRk,s,fi (kN) 90 min.

NRk,s,fi (kN) 120 min.

M6

7,7

12,6

0,9

0,6

0,4

0,3

M8

9,9

17,6

2,8

2,1

1,3

0,9

17,7

29,1

4,5

3,3

2,1

1,5

24,4

41,6

17,6

11,4

5,3

2,2

M16

47

88

32,8

21,3

9,8

4,1

M20

60,1

99,9

51,1

33,2

15,3

6,4

M8

4,5

11,9

0,9

0,7

0,5

0,4

M10

9,2

13,3

2,8

2,3

1,8

1,6

13,8

16,9

3,6

3,1

2,6

2,4

M16

19

37,4

6,6

5,7

4,9

4,4

M20

34,8

52,8

10,4

9

7,6

6,9

M8

9,8

11,5

4,9

3,2

1,5

0,7

12,5

16,7

7,7

5,1

2,4

1,1

18

24,1

11,3

8,2

5,1

3,5

M16

33

28,5

21

15,2

9,5

6,6

M6

3,1 (30 mm)/ 4,7 (40 mm)

3,3

1

0,7

0,5

0,4

M8

5,2

5,7

1,7

1,3

0,9

0,7

4,7 (30 mm)/ 8,1 (40 mm)

8,7

1,8

1,4

1

0,8

M12

14,6

9

2,5

2

1,4

1,2

M16

16,6

28,8

4,7

3,7

2,6

2,2

M8

14,7

7,7

2,3

1,1

0,6

0,4

20,7

13,2

3,6

1,7

1

0,6

30,4

17,7

8,5

3,5

2

1,2

41,1

32,7

13,5

6,5

3,7

2,2

M10 M12

FIXZ A4

M12

M10 M12

GRIP

M10

M10 EPOMAX M12

Brandtesten in ETA 05/0044

Brandtesten in ETA 15/0388

Brandtesten in ETA 04/0010

CSTB Test rapport RS05-158/G

CSTB Test rapport RS05-158/B

M16

Omrekening van kN naar kg

96

kN -> kg

kg -> kN

7,7 -> 770

100 -> 1

Karakteristieke weerstand in brandsituatie NRk,s,fi

Trekbelasting (kN)

TRIGA Z

FIXZ XTREM

Referentie rapport

Afmeting

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Spit I DOORSTEEKANKER TRIGA Z - V-UITVOERING (BOUT + RING) • Doorsteekmontage Spit TRIGA Z veiligheidsanker - verzinkt (incl. bout en ring) • Bij 60 min • Gescheurd en ongescheurd beton • Grotere bevestigingsmaten beschikbaar (25, 50 en 55 mm)

Klembereik

1 mm

5 mm

10 mm

20 mm

050678

050679

050688

050689

050673

M6 M8

050677

M10

050687

050674

050696

M12

TRIGA Z - E-UITVOERING (MOER + RING) •

Doorsteekmontage Spit TRIGA Z veiligheidsanker - verzinkt (incl. moer en ring)

Bij 60 min

Gescheurd en ongescheurd beton

Grotere bevestigingsmaten beschikbaar (50, 55 en 65 mm)

Klembereik

20 mm

25 mm

35 mm

45 mm

M6 M8

050681

M10

050691

050683 050692 050698

M12

050699

FIX Z XTREM •

Doorsteekmontage Spit FIX Z segmentanker - verzinkt (incl. moer en ring, voorgemonteerd)

Gescheurd en ongescheurd beton

Grotere bevestigingsmaten beschikbaar (40, 50 en 60 mm)

Klembereik

5 mm

20 mm

M8

057763

M10

057768

057770

M12

057774

057776

25 mm

30 mm 057765

057781

M16

057785

M20

FIX Z A4 •

Doorsteekmontage Spit FIX Z segmentanker - inox (incl. moer en ring, voorgemonteerd)

Gescheurd en ongescheurd beton

Grotere bevestigingsmaten beschikbaar (30, 35, 40, 60, 65, 75 en 80 mm)

Klembereik

5 mm

M8

050441

M10

050466

M12

055344

15 mm

20 mm

25 mm

054610 054630 055345

M16

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

97


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

DOORSTEEKANKER I Spit

Toegelaten rekenwaarde Rd bij Anker type

Afschuifbelasting (kN)

NRk,s,fi (kN) 30 min.

NRk,s,fi (kN) 60 min.

NRk,s,fi (kN) 90 min.

NRk,s,fi (kN) 120 min.

M6

7,7

12,6

0,9

0,6

0,4

0,3

M8

9,9

17,6

2,8

2,1

1,3

0,9

17,7

29,1

4,5

3,3

2,1

1,5

24,4

41,6

17,6

11,4

5,3

2,2

M16

47

88

32,8

21,3

9,8

4,1

M20

60,1

99,9

51,1

33,2

15,3

6,4

M8

4,5

11,9

0,9

0,7

0,5

0,4

M10

9,2

13,3

2,8

2,3

1,8

1,6

13,8

16,9

3,6

3,1

2,6

2,4

M16

19

37,4

6,6

5,7

4,9

4,4

M20

34,8

52,8

10,4

9

7,6

6,9

M8

9,8

11,5

4,9

3,2

1,5

0,7

12,5

16,7

7,7

5,1

2,4

1,1

18

24,1

11,3

8,2

5,1

3,5

M16

33

28,5

21

15,2

9,5

6,6

M6

3,1 (30 mm)/ 4,7 (40 mm)

3,3

1

0,7

0,5

0,4

M8

5,2

5,7

1,7

1,3

0,9

0,7

4,7 (30 mm)/ 8,1 (40 mm)

8,7

1,8

1,4

1

0,8

M12

14,6

9

2,5

2

1,4

1,2

M16

16,6

28,8

4,7

3,7

2,6

2,2

M8

14,7

7,7

2,3

1,1

0,6

0,4

20,7

13,2

3,6

1,7

1

0,6

30,4

17,7

8,5

3,5

2

1,2

41,1

32,7

13,5

6,5

3,7

2,2

M10 M12

FIXZ A4

M12

M10 M12

GRIP

M10

M10 EPOMAX M12

Brandtesten in ETA 05/0044

Brandtesten in ETA 15/0388

Brandtesten in ETA 04/0010

CSTB Test rapport RS05-158/G

CSTB Test rapport RS05-158/B

M16

Omrekening van kN naar kg

98

kN -> kg

kg -> kN

7,7 -> 770

100 -> 1

Karakteristieke weerstand in brandsituatie NRk,s,fi

Trekbelasting (kN)

TRIGA Z

FIXZ XTREM

Referentie rapport

Afmeting

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


KABELDRAAGSYSTEMEN EN BEVESTIGINGEN

Spit I DOORSTEEKANKER GRIP • Spit GRIP slaganker verzinkt

Draaddiameter

25 mm

30 mm

M6

050788

062040

40 mm

062050

M8

062060

M10

GRIP L •

Spit GRIP L slaganker verzinkt

Draaddiameter

30 mm

M6

050789

40 mm

M8

050790

M10

050799

050791

Draaddiameter

25 mm

30 mm

M6

050921

050922

Type indrijver

40 mm

050923

M8

050924

M10

SDS+ boor

M6

224731

M8

224737

M10

224743

M12

225417

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

99



VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING 103

117

103 OBO

OBO

KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF

PYROMIX

105 Spelsberg

109

113

119

OBO

OBO

Legrand

111

115

121

PYROPLUG

PYROBAG OBO

PYROSIT

PYROCOMB OBO

EZ-PATH

DOORVOERSYSTEEM Helia


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF I OBO

102

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

OBO I KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF Firebox voor 1 uur functiebehoud • Kabeldoos gebaseerd op de T-serie • Kabelaansluiting sectie 4 t/m 16 mm2 • Inclusief bevestigingsbouten en klemmenstroken • Halogeenvrij

Firebox

Draadsectie

Kabelinvoeren 5

T100 ED 6-5

7205530

6 mm

T100 ED 10-5

7205533

10 mm2

5

T160 ED 16-5

7205536

16 mm2

5

T100 ED 4-10 D (voor data-techn.)

7205580

4 mm2

10

T350 ED 4-28 AD (voor data-techn.)

7205590

4 mm2

28

2

V-Tec wartel met tegenmoer

Afmetingen

V-TEC VM

M20x1,5 mm

7205660

M25x1,5 mm

7205630

M32x1,5 mm

7205666

M40x1,5 mm

7205669

Montageplaat •

Voor Rf-montage van fireboxen op kabelgoot en kabelladder

MP T Voor T100

7205480

Voor T160

7205484

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

103


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF I Spelsberg

Conformiteit & Certificaten • Certificaat conform EN 60670 • Elektrisch functiebehoud E30-E90 conform DIN 4102, Deel 12 • Isolatiebehoud FE180 conform CEI 60331-11 • Functiebehoud klasse F400 conform EN 12101

WKE DUO kabelaftakdoos • Voor installatie van de verschillende secties in een kabelklem • Zonder limitatie op de nominale sectie

104

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

Spelsberg I KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF WKE 2 DUO verdeeldoos voor 1 uur functiebehoud • Kabelaftak- en verbindingsdoos tot 90 min functiebehoud • IP54/65 en IK05 • Halogeenvrije behuizing uit speciaal duroplast materiaal • Klemmen uit hittebestendig speciaal keramisch materiaal • Meegeleverd, bevestigingsset D6 en kabelinvoeringen 4 stuks + 1 afsluitdop • Andere uitvoeringen zijn ook verkrijgbaar Aantal polen

6 mm2

10 mm2

16 mm2

3-polig

86140001

86150001

86160001

5-polig

86141001

86151001

86161001

7-polig

86142001

WKE 3 DUO verdeeldoos voor 1 uur functiebehoud •

Kabelaftak- en verbindingsdoos tot 90 min functiebehoud

IP54/65 en IK05

Halogeenvrije behuizing uit speciaal duroplast materiaal

Verbindingsdozen 5-polig (0,5-6 mm2) en aftakdozen 3-polig (0,5-6 mm2)

Meegeleverd, bevestigingsset D6 en 4 kabelinvoeringen M32 + 1 afsluitdop M32

WKE 3 DUO 86171001

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

105


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF I Spelsberg

Kabelklem - klembereik

kabelklem M 12 x 1,5

2 - 6,5

2

M 16 x 1,5

4 - 10

2,5

M 20 x 1,5

6 - 12

4

M 20 x 1,5

7 - 14

4

M 25 x 1,5

9 - 16

6

M 32 x 1,5

11 - 21

7

M 40 x 1,5

16 - 28

7,5

klembereik

nominaal koppel

kabelsectie

Aantal te bevestigen geleiders per pool Klem 6 mm2 Aandraaimoment 0,8 Nm

Klem 10 mm2 Aandraaimoment 1,2 Nm

Klem 16 mm2 Aandraaimoment 2,0 Nm

0,5 mm2

16

8

4

0,75 mm2

8

4

2

1,0 mm2

12

6

3

20

10

5

1,5 mm2

12

6

3

16

8

4

20

10

5

2,5 mm2

4

2

1

12

6

3

16

8

4

4 mm2

4

2

1

8

4

2

12

6

3

6 mm

4

2

1

4

2

1

8

4

2

4

2

1

4

2

1

4

2

1

2

10 mm2 16 mm2

= enkelvoudige klem

106

= klem

= dubbele klem

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

Spelsberg I KLEMMENKASTEN KUNSTSTOF Modulaire verdeelkast voor 1 uur functiebehoud • WKE-AK verdeelkast, VDE gecertificeerd conform EN61,439 deel 2 • 1 Rij = 14 automaatplaatsen (14 t/m 72 modulen kasten) • Railafstand 150 mm • Andere uitvoeringen zijn ook verkrijgbaar

Aantal modulen

Deur links

Deur rechts

14 modulen

86541401

86551401

28 modulen

86542801

86552801

42 modulen

86544201

86554201

56 modulen

86545601

86555601

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

107


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

PYROPLUG I OBO

108

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

OBO I PYROPLUG

Brandwerende doorvoer 1 uur • Brandwerende schuimblok • Combineerbaar met Pyrosit

Pyroplug schuimblok, vierkant •

Europese goedkeuring ETA-11/0237

* Vacuüm verpakt

Afmetingen

FBE-B

220x144x60 mm

7202507

220x144x25 mm

7202517*

Pyroplug schuimstop, rond •

Andere afmetingen ook verkrijgbaar

Afmetingen

FBA-S

Ø 65x75 mm

7202551

Ø 78x87 mm

7202555

Ø 107x117 mm

7202559

Ø 122x132 mm

7202563

Ø 134x144 mm

7202567

Brandwerende plamuurpasta FBA-SP

FBA-SP 7202322

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

109


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

PYROBAG I OBO

110

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

OBO I PYROBAG

Brandwerende doorvoer 1 uur • Brandwerend kussen voor toepassing in ondervloerkanalen, wandkanalen of muuropeningen die moeten gecompartimenteerd worden met Rf 1h

Pyrobag, brandwerend kussen

Afmetingen

KBK

120x10 mm

7202709

170x23 mm

7202725

170x40 mm

7202741

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

111


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

PYROSIT I OBO

112

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

OBO I PYROSIT

Brandwerende doorvoer 1 uur • Pyrosit 2-componenten brandwerend schuim • Kan tot maximaal 6 maanden worden bewaard in droge, vorstvrije ruimtes bij temperaturen van +5° C tot +30° C • Europese goedkeuring ETA-11/0237 • Combineerbaar met schuimblok FBA-B • * Bevat: 3 x FBS-S, 1 x FBS-PH, 6 spuitmonden en 5 verlengtuiten FBS-K* Pyrosit brandwerende koffer

7203809

Brandwerend schuim patroon

FBS-S 380 ml

7203800

Kitpistool

FBS-PH 7203806

Set •

Bevat 10 spuitmonden + 5 mengtuiten

FBS-M 7203803

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

113


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

PYROCOMB I OBO

114

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

OBO I PYROCOMB

Brandwerende doorvoer 1 uur • Brandwerende buismanchet • Installatie in combinatie met afdichtingskit DSX-K voor het opvullen van randopeningen rond buizen en het vullen van elektrobuizen • Europese goedkeuring ETA-11/0237

Buismanchet met 2 bevestigingsriemen

Afmetingen

TCX

32 mm

7202200

40 mm

7202201

50 mm

7202203

Buismanchet met 4 bevestigingsriemen

Afmetingen

TCX

63 mm

7202204

75 mm

7202205

90 mm

7202206

125 mm

7202208

Afdichtingskit DSX-K

DSX-K 7202300

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

115


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

PYROMIX I OBO

116

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

OBO I PYROMIX

Brandwerende doorvoer 1 uur • Brandwerende mortel

Brandwerende mortel, zak

MSX-S1 20 kg

7206104

Brandwerende mortel, emmer

MSX-E1 10 kg

7206058

Afdichtingskit DSX-K

DSX-K 7202300

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

117


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

EZ-PATH I Legrand Muurdoorvoeren

1 EZ-PATH® 44+ module met de plaat EZP144WT enkel

1

2

3 Module en plaat geïnstalleerd

1 tot 5 EZ-PATH® 44+ modules met de universele plaat EZP544WT

1

2

3 Module en plaat geïnstalleerd

Vloerdoorvoeren Een EZ-PATH® 44+ modules met EZG144T-plaat

1

2

3 Module en plaat geïnstalleerd

4 EZ-PATH® 44+ modules met EZG444T-plaat

1

118

2

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

3 Module en plaat geïnstalleerd


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

Legrand I EZ-PATH

Brandwerende compartimentering voor 1 uur functiebehoud • Gemakkelijk voor trekken van kabels en kabels met stekkers uitgevoerd • Modellen geschikt voor alle types van muren • 3 verschillende bouwgroottes • Horizontale en verticale montagemogelijkheden • Inclusief 2 afdekplaten

Afmetingen

EZD 33

75x75x267 mm

CM250018

EZD 44 CM250058

102x118x356 mm

Vloermontage

1 module

4 modulen

8 modulen

CM250370

CM250380

1 module

2 modulen

3 modulen

EZD 33

CM250240

CM250120

CM250130

EZD 44

CM250230

EZD 33

CM250220

EZD 44

CM250260

Wandmontage •

Betonnen muur en droge wand

4 modulen CM250140 CM250360

Uitgangsplaat & verlengstuk

Uitgangsplaat

Verlengstuk (L = 150 mm)

EZD 33

CM250206

CM250078

EZD 44

CM250306

CM250178

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

119


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

DOORVOERSYSTEEM I Kaiser

Toepassingsvoorbeelden

Optioneel als reserveschot bruikbaar.

Volledige bezetting met mantelleidingen tot Ø 29 mm.

Gemengde installatie van kabels en buizen.

Binnen een afstand van 50 mm is een horizontale opstelling mogelijk.

Plaats de schottencilinder eenvoudig in de installatieopening.

Zelfstandige afsluiting, zwikken en voegen moeten niet opgevuld worden.

Gemengde bezetting met kabels en buizen tot volledige bezetting. Ook een gegroepeerde plaatsing met een tussenafstand van 205 mm (DS 90 / 120 mm) of 125 mm (DS 90 / 74 mm) is mogelijk.

Gemengde bezetting met kabels en buizen tot volledige bezetting.

Technische informatie DS 90 / 120 mm

Op de binnenzijde van de schottencilinder aangebrachte lamellen zorgen voor een afsluiting in geval van brand.

Het dichtingselement met geïntegreerde koelribben staat garant voor een zuivere kabelen buisdoorvoering.

Toepassingsvoorbeelden

Gebruik in betonnen plafonds EI30 - EI90 (150 - 300 mm)

Toepassing in plafonds van cellenbeton EI30 - EI90 (150 - 300 mm)

Bezetting plafondafschermingssysteem DS 90 / 120 mm en DS 90 / 74 mm

Gemengde installatie van mantelleidingen en buizen.

120

Gebruik als reserveschot mogelijk.

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

Volledige bezetting met mantelleidingen Ø 29 mm en buizen tot M63.

Volledige bezetting met mantelleidingen Ø 15 mm en buizen tot M40.


VERDEELDOZEN EN COMPARTIMENTERING

Kaiser I DOORVOERSYSTEEM Brandwerende compartimentering voor 1 uur functiebehoud • Gemakkelijk voor trekken van elektro kabels en leidingen met stekkers uitgevoerd • Modellen geschikt voor alle types van muren • Geschikt vanaf wanddikte 100 mm • Horizontale en verticale montagemogelijkheden

Vloermontage

Boorgat

150-300 mm

Stortschuim

100 mm

9459-05

9473-95

150 mm

9459-06

9473-96

Wandmontage •

Wanddikte vanaf 100 mm

*Diameter voor holle wand (metselwerk)

Boorgat

DS 90

Ø 74 mm (82 mm)*

9459-03

Ø 120 mm (150 mm)*

9459-04

Wandmontage •

Wanddikte vanaf 100 mm

Zonder gebruik van brandwerend schuim of brandwerende kit

LS 90 voor leidingen: 5 - 15 mm

RS 90 voor buizen: M16 - M25

*Diameter voor holle wand (metselwerk)

Boorgat

LS 90

Ø 20 mm (20 mm)*

9459-01

Ø 35 mm (32 mm)*

RS 90 9459-02

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

121



NOODEN VEILIGHEIDSVERLICHTING 124

NORMEN

125

CRONUS


NOOD- EN VEILIGHEIDSVERLICHTING

Normen De algemene term die men gebruikt voor verlichting bij nood- of gevaarsituaties is “Noodverlichting of Veiligheidsverlichting”. Volgens de norm NBN EN 1838 onderscheidt men verschillende types:

1.

NOODVERLICHTING

3.

VLUCHTWEGVERLICHTING

Verlichting die in werking treedt bij netuitval.

Dat gedeelte van de nood-evacuatieverlichting dat voorzien is om de vluchtmogelijkheden effectief te kunnen herkennen en ze op een veilige manier te kunnen gebruiken, wanneer de ruimte in gebruik is.

2.

4.

NOOD-EVACUATIEVERLICHTING

Dat gedeelte van de noodverlichting dat verlichting levert voor de veiligheid van mensen die een ruimte verlaten, dan wel om een mogelijk gevaarlijk proces af te sluiten voordat ze deze ruimte verlaten.

ANTI-PANIEK VERLICHTING

Dat gedeelte van de nood-evacuatieverlichting dat voorzien is om paniek te voorkomen en verlichting te leveren om personen toe te laten een plaats te bereiken waar een vluchtroute kan worden herkend.

Verlichting van werkplekken met een verhoogd risico en vervangingsverlichting ook opgenomen in de norm NBN EN 1838 worden hier niet verder besproken, gezien hier geen noemenswaardige wijzigingen zijn. Op 12/7/2012 werd een nieuw Koninklijk Besluit uitgevaardigd dat o.a. de normering rond nood- of veiligheidsverlichting definieert, met name in de bijlagen 1 tot en met 5. • NBN EN1838 wordt voornamelijk gebruikt door de studieburelen en omvat lichttechnische voorschriften • NBN EN60598-2-22 is gemaakt voor de fabrikant van de armaturen • NBN EN 50172 voor plaatsing en onderhoud (vervangt de norm NBN EN 71100 die niet meer vermeld staat in het K.B.)

124

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


NOOD- EN VEILIGHEIDSVERLICHTING

Eaton I CRONUS

Cronus Cronus is een complete productlijn die u kunt gebruiken voor uw gehele project. De elliptisch vormgegeven Cronus armaturen zijn inzetbaar als opbouw- / inbouw- of signaleringsarmatuur. Cronus is verkrijgbaar in een aantrekkelijk vormgegeven 8 W en 6 W versie. Daar komt bij dat Cronus zeer eenvoudig en snel te installeren is, wat u een hoop tijdwinst oplevert.

Voordelen • Elliptisch gevormd • Verkrijgbaar in 6 W of 8 W uitvoering • Multifunctioneel inzetbaar • Gekeurd LB400 VS8 AUT en VSi8 AUT voor 8 W • Gekeurd LB400 VS6 AUT en VSi6 AUT voor 6 W • Grote tussenafstanden

(V) DC

lumen

AT

IP

combinatie

lichtbron

gewicht (kg)

isolatieklasse

4

vluchtwegsignalering

3

vluchtwegverlichting

2

(V) AC

foto

230

-

200

*

40/42

*

*

*

TL

1

II

1/2/4

230

-

200

*

40/42

*

*

*

TL

1,1

II

1/2/4

voedingsspanning referentie

1

Cronus 6 W Decentraal niet permanent 433 CR0NUS EL6E AUT Decentraal permanent (schakelbaar) 433 CR0NUS EL6EMAUT

Cronus 8 W Decentraal niet permanent 433 CR0NUS EL8

230

-

150

-

40/42

*

*

*

TL

0,9

II

1/2/3

433 CR0NUS EL8 AUT

230

-

250

*

40/42

*

*

*

TL

1

II

1/2/3

433 CR0NUS EL8AUTHL

230

-

360

*

40/42

*

*

*

TL

1,4

II

1/2/3

230

-

150

-

40/42

*

*

*

TL

1

II

1/2/3

Decentraal permanent (schakelbaar) 433 CR0NUS EL8 M 433 CR0NUS EL8M AUT

230

-

250

*

40/42

*

*

*

TL

1,1

II

1/2/3

433 CR0NUS EL8MAUHL

230

-

360

*

40/42

*

*

*

TL

1,5

II

1/2/3

Centraal 433 CR0NUS EL8 HF

230

176 - 254

330

-

40/42

*

*

*

TL

0,7

II

1/2/3

433 CR0NUS EL8 CG

230

176 - 276

250

-

40/42

*

*

*

TL

0,7

II

1/2/3

Al onze armaturen zijn standaard voorzien van een of meerdere lichtbronnen. Accessoires en pictogrammen worden niet standaard meegeleverd.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

125


NOOD- EN VEILIGHEIDSVERLICHTING

CRONUS I Eaton

Polaire diagrammen 6 W

8W

Pictogrammen referentie

omschrijving

herkenningsafstand

433 185-201-250

CRONUS PICTOGRAMPLAAT ISO A+B

22 m

433 185-201-262

CRONUS PICTOGRAMPLAAT ISO E+E

22 m

433 185-201-263

CRONUS PICTOGRAMPLAAT ISO C+C

22 m

433 143-001-001

CRONUS PICTOGRAM ISO A

22 m

433 143-001-002

CRONUS PICTOGRAM ISO B

22 m

433 143-001-003

CRONUS PICTOGRAM ISO E

22 m

433 143-001-005

CRONUS PICTOGRAM ISO C

22 m

Accessoires

Inbouwaccessoire

Beschermkorf

433 170-200-030 Inbouwaccessoire voor verzonken montage van Cronus 8 W en 6 W armaturen met perspexplaat

433 170-000-200 Gemaakt van RVS

Pendelset Inbouwaccessoire

433 170-000-306 Pendelset 25 cm wit, inkortbaar

433 O-EL8RBP Inbouwaccessoire voor verzonken montage van Cronus 8 W en 6 W armaturen zonder perspexplaat

433 170-000-311 Pendelset 75 cm wit, inkortbaar

126

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen

433 170-000-316 Pendelset 125 cm wit, inkortbaar


NOOD- EN VEILIGHEIDSVERLICHTING

Eaton I CRONUS

Spacingtabellen Cronus EL 6E(-M)-AUT

Cronus EL 6E(-M)-AUT

Spacing, 1 lux

h

Cronus EL 8(-M)

Spacing, 0,5 lux

h

Cronus EL 8(-M)

Spacing, 1 lux

Spacing, 0,5 lux

h

h

2,6

5,40

12,85

8,65

3,40

2,6

6,90

15,10

10,65

4,80

2,6

3,70

8,75

7,30

2,90

2,6

4,40

10,45

8,95

3,65

2,8

5,50

13,45

8,90

3,45

2,8

7,20

15,60

10,95

4,95

2,8

3,85

9,20

7,55

2,95

2,8

4,60

10,85

9,30

3,75

3,0

5,60

14,10

9,10

3,50

3,0

7,55

16,45

11,25

5,05

3,0

3,95

9,60

7,70

2,95

3,0

4,80

11,20

9,65

3,85

3,5

5,80

15,00

9,55

3,60

3,5

8,00

17,85

12,05

5,25

3,5

4,10

10,35

8,05

3,00

3,5

5,20

11,95

10,05

4,05

4,0

5,85

15,70

9,85

3,60

4,0

8,35

19,10

12,65

5,40

4,0

4,10

10,95

8,35

2,95

4,0

5,50

13,10

10,70

4,15

4,5

5,75

16,20

10,00

3,55

4,5

8,60

20,20

13,10

5,50

4,5

3,90

11,40

8,50

2,80

4,5

5,70

14,05

11,10

4,25

5,0

5,60

16,35

10,20

3,40

5,0

8,65

21,45

13,55

5,60

5,0

3,60

11,60

8,50

2,55

5,0

5,80

14,70

11,45

4,25

6,0

5,10

16,45

10,15

2,90

6,0

8,70

22,55

14,15

5,55

5,5

3,00

11,60

8,45

2,15

5,5

5,80

15,30

11,75

4,20

7,0

4,10

15,95

9,80

1,85

7,0

8,45

23,20

14,50

5,40

6,0

1,75

11,35

8,20

1,45

6,0

5,70

15,85

11,90

4,10

5 lux onder armatuur bij h. max. = 3,7 m

9,0

7,35

23,10

14,25

4,25

5 lux onder armatuur bij h. max. = 2,8 m

7,0

5,10

16,40

12,05

3,70

8,0

3,80

16,35 11,85

2,80

Cronus EL 8(-M)-AUT

Cronus EL 8(-M)-AUT

Spacing, 1 lux

Cronus EL 8(-M)-AUT-HL

Spacing, 0,5 lux

h

Spacing, 1 lux

h

h

Cronus EL 8(-M)-AUT-HL Spacing, 0,5 lux

h

2,6

5,35

13,20

8,25

3,20

2,6

6,60

15,60

10,30

4,15

2,6

6,10

14,15

9,35

3,70

2,6

7,10

17,45

13,35

4,65

2,8

5,50

13,70

8,45

3,25

2,8

6,85

15,85

10,60

4,20

2,8

6,25

14,90

9,55

3,80

2,8

7,45

18,20

11,75

4,80

3,0

5,60

14,10

8,55

3,30

3,0

7,05

16,35

10,80

4,25

3,0

6,35

15,60

9,90

3,90

3,0

7,80

18,75

12,25

4,95

3,5

5,70

14,80

9,00

3,30

3,5

7,40

18,10

11,45

4,50

3,5

6,80

16,95

10,35

4,00

3,5

8,45

19,45

13,05

5,20

4,0

5,65

15,60

9,20

3,25

4,0

7,80

19,45

11,95

4,60

4,0

6,90

17,70

10,80

4,05

4,0

8,85

21,25

13,60

5,40

4,5

5,55

15,90

9,35

3,15

4,5

7,95

20,35

12,35

4,65

4,5

7,00

18,55

11,10

4,05

4,5

9,25

22,85

14,30

5,55

5,0

5,35

16,15

9,40

2,90

5,0

8,10

21,00

12,75

4,70

5,0

6,95

19,20

11,35

4,00

5,0

9,60

24,05

14,65

5,65

5,5

5,05

16,10

9,25

2,60

5,5

8,05

21,90

12,90

4,60

5,5

6,85

19,50

11,45

3,85

5,5

9,75

24,90

15,15

5,70

6,0

4,65

16,00

9,10

2,10

6,0

8,00

22,35

13,20

4,55

6,0

6,60

19,75

11,50

3,65

6,0

9,90

25,50

15,55

5,75

5 lux onder armatuur bij h. max. = 3,0 m

7,0

7,60

22,85

13,25

4,15

7,0

6,00

19,65

11,25

2,95

7,0

9,80

27,10

16,00

5,65

8,0

7,00

22,65

13,05

3,50

8,0

4,75

19,10

10,75

1,55

8,0

9,55

27,60

16,15

5,35

9,0

5,90

22,30

12,55

2,25

5 lux onder armatuur bij h. max. = 3,7 m

9,0

9,05

28,05

16,20

4,85

10,0

8,40

27,80

15,90

4,05

Cronus EL 8-HF

Cronus EL 8-HF

Spacing, 1 lux

Cronus EL 8-CG

Spacing, 0,5 lux

h

Cronus EL 8-CG

Spacing, 1 lux

h

Spacing, 0,5 lux

h

h

2,6

5,70

13,75

8,80

3,50

2,6

6,85

16,65

10,80

4,40

2,6

5,25

12,95

8,05

3,10

2,6

6,50

15,15

10,05

4,00

2,8

5,85

14,40

9,05

3,55

2,8

7,20

17,20

11,25

4,55

2,8

5,35

13,40

8,15

3,15

2,8

6,70

15,35

10,30

4,10

3,0

6,05

14,95

9,30

3,55

3,0

7,50

17,50

11,60

4,65

3,0

5,40

13,75

8,35

3,20

3,0

6,90

16,15

10,45

4,15

3,5

6,25

15,95

9,70

3,65

3,5

7,95

18,80

12,10

4,85

3,5

5,50

14,50

8,70

3,20

3,5

7,25

17,85

11,20

4,35

4,0

6,35

16,65

10,05

3,70

4,0

8,35

20,45

12,90

5,00

4,0

5,45

15,15

8,95

3,10

4,0

7,60

19,05

11,55

4,45

4,5

6,30

17,40

10,25

3,60

4,5

8,70

21,75

13,30

5,15

4,5

5,30

15,40

8,95

2,95

4,5

7,70

19,75

12,05

4,50

5,0

6,20

17,65

10,40

3,50

5,0

8,85

22,60

13,75

5,20

5,0

5,00

15,60

9,00

2,70

5,0

7,80

20,60

12,30

4,50

5,5

6,00

17,95

10,40

3,30

5,5

8,95

23,25

14,15

5,20

5,5

4,70

15,45

8,85

2,30

5,5

7,70

21,30

12,55

4,45

6,0

5,70

17,95

10,30

2,95

6,0

8,95

24,15

14,25

5,15

6,0

4,25

15,25

8,60

1,75

6,0

7,65

21,65

12,70

4,30

7,0

4,75

17,60

9,90

1,90

7,0

8,80

25,00

14,70

4,95

5 lux onder armatuur bij h. max. = 2,9 m

7,0

7,15

22,05

12,75

3,85

5 lux onder armatuur bij h. max. = 3,4 m

8,0

8,30

25,45

14,75

4,50

8,0

6,45

21,80

12,45

3,05

9,0

7,65

25,20

14,45

3,75

9,0

5,00

21,15

11,85

1,40

10,0

6,55

24,75

13,95

2,50

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

127



REGELGEVING


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

Uittreksel Koninklijk Besluit Gezien het belang van deze kabels werd in 2013 het Art. 104 van het AREI - Voorzorgsmaatregelen tegen brand - aangepast met het doel wat meer klaarheid te scheppen. Het volledige artikel 104 zoals het werd opgenomen in het Belgisch Staatsblad, vindt u hieronder Publicatie: 2013-06-04 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 25 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, artikel 21, 1° ; Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, gewijzigd bij de wetten van 7 april 1999 en van 10 januari 2007; Gelet op het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties bindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 1981 en bij koninklijk besluit van 2 september 1981; Gelet op het advies van het Vast Elektrotechnisch Comité, gegeven op 13 februari 2003; Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Beveiliging tegen Brand en Ontploffing, gegeven op 15 mei 2003; Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 27 juni 2003; Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, gedaan op 30 september 2003 en op 4 februari 2010, in toepassing van artikel 8, lid 1, van de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij; Gelet op advies 47.549/3 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Werk en de Staatssecretaris voor Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij: Artikel 1. In artikel 1 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties bindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 1981 en bij koninklijk besluit van 2 september 1981, hierna « AREI » genoemd, wordt het punt 01 vervangen als volgt: « 01. Algemene voorwaarden De voorschriften van dit reglement gelden: - voor alle elektrische installaties bestemd voor productie, omvorming, transport, verdeling of gebruik van elektrische energie voor zover de normale frequentie van de stroom niet groter is dan 10.000 Hz; - voor vaste leidingen ten behoeve van communicatie en informatietechnologie, van signalisatie of bediening (met uitzondering van de inwendige stroombanen van de toestellen) in het geval van de voorzorgsmaatregelen tegen brand zoals vermeld in artikel 104. » Art. 2. In artikel 3 van het AREI, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 april 1986 en 25 april 2004, worden tussen de bepalingen van een elektrische installatie en van de nominale spanning van een elektrische installatie de volgende bepalingen ingevoegd: « Elementaire stroombaan: deel van een elektrische installatie tussen twee opeenvolgende beschermingsinrichtingen tegen overstroom (hoofdstroombaan) of deel na de laatste beschermingsinrichting (eindstroombaan). Stroombaan: geheel dat bestaat uit een of meerdere elementaire stroombanen. Vitale installatie: installatie die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moet blijven (brandbestrijdingsinstallatie, alarminstallatie,...). Vitale stroombaan: stroombaan die een vitale installatie voedt. Autonome stroombron: elektrische energiebron waarvan het debiet onafhankelijk is van de in normale dienst gebruikte bron(nen); zij is in staat om gedurende een bepaalde tijd installaties of toestellen te voeden waarvan het in dienst houden onmisbaar is. » Art. 3. In artikel 28.01 van het AREI, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 juli 1987, 7 mei 2000 en 25 april 2004, worden de bepalingen van een elementaire stroombaan en van een stroombaan geschrapt. Art. 4. In artikel 100 van het AREI worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling van ontvlambaar materiaal worden tussen de woorden “Ontvlambaar materiaal” en “: materiaal” de woorden “(vlamverspreidend materiaal)” ingevoegd; 2° in de bepaling van zelfdovend materiaal worden tussen de woorden “Zelfdovend materiaal” en “: materiaal” de woorden “(niet-vlamverspreidend materiaal)” ingevoegd; 3° het artikel wordt aangevuld als volgt: « Vlampunt: de laagste temperatuur onder door de norm voorgeschreven testvoorwaarden waarbij de vrijgekomen dampen van een vloeistof in de lucht ontvlammen bij contact met een warmtebron en ophouden met branden na het verwijderen van de warmtebron. Brandpunt: de laagste temperatuur onder door de norm voorgeschreven testvoorwaarden waarbij de vrijgekomen dampen van een vloeistof in de lucht ontvlammen bij contact met een warmtebron en blijven branden na het verwijderen van de warmtebron. »

130

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

Art. 5. Artikel 104 van het AREI, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 juli 1987 en 25 november 1998, wordt vervangen als volgt: « ART. 104 - VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BRAND 01. - Bepalingen a) Indeling van de elektrische leidingen De elektrische leidingen worden met betrekking tot hun brandgedrag ingedeeld volgens de hierna weergegeven kenmerken: Caractéristiques - Kenmerken

F

Primaire brandreactie: kwalificeert de geschiktheid van de elektrische geleider of kabel om de vuurhaard te verspreiden en onderscheidt zich in twee subcategorieën met stijgende strengheid, als volgt gekenmerkt: F1 F2

S

FR

betreft de elektrische geleiders of kabels die, enkelvoudig gelegd en in de proefvoorwaarden, de vlam niet voortplanten en uit zichzelf doven op weinig afstand van de vuurhaard die hen doen ontvlammen heeft. betreft de elektrische geleiders of kabels F1 in bundel en in verticale positie die in de proefvoorwaarden de vlam niet voortplanten. Secundaire brandreactie: kenmerkt de secundaire brandeffecten en kwalificeert de niet-metalen componenten van de elektrische geleiders of kabels met betrekking tot de lichtondoorlatendheid van de rookgassen (subcategorie SD) en de zuurtegraad van de verbrandingsgassen (subcategorie SA).

SD

Kabel waarvan de verbrandingsgassen doorschijnend zijn

SA

Kabel waarvan de verbrandingsgassen niet corrosief zijn

Brandweerstand: kenmerkt de geschiktheid van een elektrische geleider of kabel om in dienst te blijven in weerwil van een brandhaard. Deze categorie onderscheidt zich in twee subcategorieën: FR1

heeft betrekking op proeven die toelaten het behoud van de elektrische functie te beoordelen bij laboratoriumomstandigheden (kabel individueel getest)

FR2

heeft betrekking op een proef die toelaat de tijdsduur te beoordelen gedurende dewelke het behoud van de elektrische functie verzekerd is (kabel getest met draagstel en bevestiging)

De beproevingsvoorwaarden zijn weergegeven in de desbetreffende door de Koning gehomologeerde of door het N.B.N. geregistreerde normen of beantwoorden aan bepalingen die ten minste een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden als dit bepaald in deze normen. b) Compartiment Deel van een gebouw begrensd door wanden die de brandvoortplanting naar het aanliggend compartiment of compartimenten gedurende een bepaalde tijd dienen te beletten. Een compartiment is al dan niet onderverdeeld in lokalen. c) Ruimten met een verwaarloosbaar brandgevaar Ruimten gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BE1 + CA1 + CB1. d) Ruimten met een bijzonder brandgevaar Ruimten gekenmerkt door de aanwezigheid van minstens één van de volgende uitwendige invloedsfactoren: BE2, BE3, CA2 of CB2. 02. - Algemeenheden Het elektrisch materieel moet zodanig gekozen en geïnstalleerd worden dat er geen gevaar bestaat voor personen, omgevende voorwerpen en materiaal. Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de aansluitingen en verbindingen van het elektrisch materieel. Het elektrisch materieel moet zo worden opgevat en geïnstalleerd dat de warmteafgifte, voortgebracht in normaal bedrijf door dit elektrisch materieel, niet wordt gehinderd. Indien natuurlijke verluchting niet volstaat om een overmatige warmteconcentratie te vermijden moet een gepast warmteafvoersysteem worden voorzien. 03. - Keuze en installatie van elektrisch materieel a) Elektrische leidingen a.1) Afzonderlijk geplaatste leidingen De geïsoleerde geleiders en kabels hebben ten minste het kenmerk F1. a.2) In bundel of in laag geplaatste leidingen De in bundel of in laag geplaatste kabels hebben ten minste het kenmerk F2. a.3) Uitzonderingen De bepaling van punt a.1 is niet van toepassing op: - de ondergrondse kabels of kabels ondergebracht in met zand gevulde kanalen; - de in een onbrandbare bekleding verzonken kabels met een minimale inbouwdiepte van 3 cm; - de hoogspanningskabels; - de voorgebundelde leidingen van elektrische luchtlijnen; - de uiteinden van ondergrondse of in een onbrandbare bekleding verzonken kabels met een minimale inbouwdiepte van 3 cm, aangebracht in openlucht of in opbouw, voor zover hun lengte 10 m niet overschrijdt en zij geplaatst zijn in een omgeving met te verwaarlozen brandgevaar. Deze uitzondering is nochtans niet toegelaten voor de aansluitleidingen in open lucht of in opbouw van huishoudelijke en gelijksoortige installaties op het openbaar verdeelnet. De bepaling van punt a.2 is niet van toepassing op: - de ondergrondse kabels of kabels ondergebracht in met zand gevulde kanalen; - de hoogspanningskabels; - de voorgebundelde leidingen van elektrische luchtlijnen.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

131


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

b) Elektrisch materieel b.1) Ingebouwd elektrisch materieel Elektrisch materieel dat ingebouwd is in brandbare materialen is: - hetzij voorzien van een omhulsel uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of zelfdovend materiaal; - hetzij volledig gescheiden van deze brandbare materialen door elementen uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt, of zelfdovend materiaal. b.2) Niet ingebouwd elektrisch materieel Op brandbare materialen is het elektrisch materieel voor opbouw: - hetzij voorzien van een omhulsel uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of zelfdovend materiaal; - hetzij volledig gescheiden van deze brandbare materialen door elementen uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt, of zelfdovend materiaal. c) Ruimten met een verwaarloosbaar brandgevaar c.1) Elektrische leidingen De elektrische leidingen beantwoorden aan de bepalingen van punt a. c.2) Gevaarlijke lek- of foutstromen Maatregelen moeten worden genomen om te verhinderen dat in normaal bedrijf of wegens een fout, een gevaarlijke lek- of foutstroom blijft bestaan. Deze maatregelen moeten coördineren met deze die worden genomen voor de bescherming tegen elektrische schokken en de bescherming tegen overstroom. In huishoudelijke lokalen of plaatsen worden elektrische installaties volgens het TN-C type verboden. De stroombanen die deze ruimten bedienen moeten worden beschermd door ten minste één automatische differentieelstroominrichting met een aanspreekstroom kleiner dan of gelijk aan 300 mA. Er moet niet noodzakelijk een automatische differentieelstroominrichting worden voorzien voor iedere elementaire stroombaan die deze ruimten bedient indien een dergelijke inrichting stroomopwaarts van deze stroombanen is geplaatst, bijvoorbeeld aan het voedingspunt van de installatie. d) Ruimten met een bijzonder brandgevaar d.1) Elektrische leidingen De elektrische leidingen hebben ten minste het kenmerk F2 met uitzondering van de kabels die in een mantel met een kenmerk equivalent aan F2 zijn geplaatst. d.2) Brandschotten In alle ruimten waar een bijzonder brandgevaar heerst moeten op het traject van de elektrische leidingen bij de doorgang van wanden brandschotten worden opgesteld overeenkomstig de desbetreffende door de Koning gehomologeerde of door de N.B.N. geregistreerde normen of volgens bepalingen die ten minste een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden als dit bepaald in deze normen. d.3) Elektrisch materieel dat een brandbaar vloeibaar diëlektricum bevat d.3.1) Constructieve maatregelen zijn genomen om bij lekken de verspreiding van brandbare vloeibare diëlektrica naar de belendende ruimten te voorkomen. d.3.2) Wanneer, in eenzelfde lokaal, de totale hoeveelheid aan vloeibare diëlektrica met een brandpunt lager dan 300 ° C: - ofwel meer is dan 25 l in één elektrische machine of toestel, - ofwel meer is dan 50 l voor het geheel van alle elektrische machines of toestellen, moeten de scheidingselementen (wanden, vloeren, zolderingen, deuren, verluchtingsopeningen, enz...) van dit lokaal met de belendende lokalen een brandweerstand van minimum 1 uur hebben, overeenkomstig de door de Koning gehomologeerde of door de N.B.N. geregistreerde normen of beantwoordend aan bepalingen die ten minste een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden als dit bepaald in deze norm. Deze bepaling geldt niet wanneer: - ofwel de elektrische machines of toestellen individueel tegen de thermische effecten veroorzaakt door interne defecten, beschermd zijn d.m.v. doeltreffende elektrische beveiligingsinrichtingen; - ofwel een afscheidingsput geïnstalleerd wordt die het volume aan diëlektrische vloeistof, van de machine of het toestel met het grootste volume, kan opvangen en er de natuurlijke doving van verzekert; - ofwel de elektrische machines of toestellen zijn beschermd door een vaste automatische brandblusinstallatie. Deze installatie moet manueel kunnen worden bediend van buiten het opstellingslokaal. De goede staat van werking van de detectie moet jaarlijks worden onderzocht door een terzake bevoegde persoon. Een vertegenwoordiger van een erkend organisme, bedoeld in artikel 275, controleert bij de periodieke controle of het jaarlijks onderhoud werd uitgevoerd; - ofwel de belendende lokalen en/of het gebouw waarin deze machines en toestellen zijn ondergebracht zijn gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BD1 en BE1 en CA1 en CB1. d.4) Gevaarlijk elektrisch materieel De Ministers die respectievelijk Energie en het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk onder hun bevoegdheid hebben, kunnen ieder voor wat hem betreft, bij besluit, het gebruik van bepaald elektrisch materieel verbieden in ruimten waar bijzonder brandgevaar heerst. d.5) Installaties voor opslag en verwerking van brandbare materialen In plaatsen voor opslag en verwerking van brandbare stoffen en vloeistoffen met een vlampunt dat hoger is dan 55 ° C (BE2) moet het elektrisch materieel zo vervaardigd zijn dat de temperatuur van zijn genaakbare delen niet de ontbranding kan veroorzaken van de brandbare stoffen die zich in de nabijheid bevinden. d.6) Gevaarlijke lek- of foutstromen Maatregelen moeten worden genomen om te verhinderen dat in normaal bedrijf of wegens een fout, een gevaarlijke lek- of foutstroom blijft bestaan. Deze maatregelen moeten coördineren met deze die worden genomen voor de bescherming tegen elektrische schokken en de bescherming tegen overstroom.

132

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

In werkruimten bedoeld in artikel 87 en in ruimten met bijzonder brandgevaar, met name: - plaatsen voor opslag of verwerking van brandbare stoffen of vloeistoffen met een vlampunt dat hoger is dan 55 ° C (BE2); - plaatsen voor opslag of verwerking van stoffen onder de vorm van een gevaarlijke hoeveelheid brandbare gassen, dampen of stofdeeltjes (BE3); - brandbare gebouwen (CA2), worden elektrische installaties volgens het TN-C type verboden. Wanneer uit het oogpunt van brandgevaar het noodzakelijk is de gevolgen van in stroombanen opgewekte foutstromen te beperken moeten deze stroombanen worden beschermd door een automatische differentieelstroominrichting met een aanspreekstroom kleiner dan of gelijk aan 300 mA. Wanneer de automatische onderbreking een groter veiligheidsrisico inhoudt dan het risico te wijten aan de aanwezigheid van fout- of massafoutstromen wordt een isolatiecontroletoestel voorzien dat aangesloten is op een doeltreffende meldinrichting. Organisatorische maatregelen zijn getroffen om onmiddellijk aan de gemelde gevaartoestand te verhelpen. Bij aanwending van een TN-S netstelsel is het toegelaten geen automatische differentieelstroominrichting te plaatsen voor zover dat: - een bijkomende equipotentiale verbinding met een minimum doorsnede van 10 mm2 wordt geïnstalleerd; - het verbindingspunt van de bijkomende equipotentiale verbinding en de massa’s van buitenuit zichtbaar is; - een bijzondere zorg wordt besteed aan deze bijkomende equipotentiale verbinding. e) Vitale stroombanen e.1) Algemeenheden De vitale stroombanen worden bepaald op basis van een risicobeoordeling door de uitbater of zijn afgevaardigde en worden weergegeven op een of meerdere plannen van het bedrijf of de installatie. Deze plannen worden goedgekeurd en geparafeerd door de uitbater of zijn afgevaardigde alsook door de vertegenwoordiger van het erkend organisme bedoeld in artikel 275. De brandwerendheid van stroombanen is niet vereist indien elke onderbreking of storing van de stroombaan wordt gemeld en indien de installatie automatisch haar veiligheidsstand inneemt (= principe van de positieve veiligheid). Worden als vitale stroombanen beschouwd, de stroombanen van de volgende installaties indien deze installaties worden opgelegd door reglementaire voorschriften of door een risicobeoordeling zoals hiervoor vermeld: - de detectie-installaties; - de meldingsinstallaties; - de waarschuwinginstallaties; - de alarminstallaties; - de deurontgrendelinginstallaties; - de installaties voor rookafvoer; - de overdruk- en onderdrukinstallaties ter bescherming tegen rook; - de liften met prioritaire oproep; - de waterdrukverhogende installaties; - de veiligheidsverlichtingsinstallaties; - de noodverlichtinginstallaties; -… Alle schakelaars waarmee de voeding van vitale stroombanen kan worden onderbroken, worden voorzien van een passende signalisatie die wijst op de risico’s van een buitendienststelling, bijvoorbeeld “BEVEILIGINGSINSTALLATIE NIET UITSCHAKELEN”. Onverminderd de beschermingsmaatregelen tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking is het verboden de vitale stroombanen door automatische onderbrekingsinrichtingen bij de eerste massafout te beschermen. De beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking zonder automatische onderbreking bij de eerste massafout zijn: - de toepassing van ZLVS of ZLBS; - het gebruik van materieel van klasse II of voorzien van een equivalente isolatie; - de voeding door een IT-net; - de bescherming door veiligheidsscheiding. Dit sluit het gebruik van TN- of TT-netten niet uit wanneer de installatie zodanig ontworpen is dat een massafout de door de installatie gewaarborgde veiligheid niet nadelig beïnvloedt. De vitale stroombanen zijn duidelijk geïdentificeerd. Ze zijn derwijze uitgevoerd, aangelegd of door bouwelementen afgeschermd dat ze bij een uitwendige brand gedurende ten minste 1 uur operationeel blijven. e.2) Voeding De vitale verbruikers moeten op redundante wijze worden gevoed vanuit twee of meerdere stroombronnen. Met uitzondering van de vitale verbruikers die over een autonome hulpbron beschikken: - moet de hoofdvoeding rechtstreeks gekoppeld zijn aan het laagspanningshoofdverdeelbord en beveiligd tegen kortsluiting door uitsluitend voor dit gebruik voorbehouden beveiligingstoestellen; - moet de hulpvoedingsbron via een afzonderlijke stroombaan verbonden zijn aan de verdeelborden waarop de vitale verbruikers zijn aangesloten. De hulpvoeding moet automatisch worden ingeschakeld bij het uitvallen van de hoofdvoeding. Bij gebruik van één enkele hulpvoedingsbron, mag deze niet worden gebruikt voor andere doeleinden. Deze bepaling geldt niet indien bij het uitvallen van de hoofdvoeding voldoende vermogen beschikbaar blijft om alle vitale stroombanen in te schakelen en in bedrijf te stellen. Afzonderlijke voedingsleidingen aangesloten op openbare distributienetten mogen alleen zijn gebruikt indien een gelijktijdige onderbreking van de voedingen onwaarschijnlijk is.

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

133


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

Elektrisch materieel dat kan worden gevoed door meer dan één voedingsbron moet zo zijn geïnstalleerd dat de bescherming tegen elektrische schokken en de goede werking niet nadelig worden beïnvloed door een defect in één van de voedende installaties. Voor voedingsbronnen die niet ontworpen zijn om in parallelbedrijf te werken: - zijn voorzieningen aangebracht om deze parallelwerking te voorkomen; - is de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking en de beveiliging tegen kortsluiting voor iedere voedingsbron gewaarborgd. Voor voedingsbronnen die wel ontworpen zijn om in parallelbedrijf te werken: - is de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking en de beveiliging tegen kortsluiting ook bij parallelwerking gewaarborgd; - zijn voorzieningen getroffen om de vereffeningsstroom in de verbindingen tussen de nulpunten van de voedingsbronnen te beperken. e.3) Schakel- en verdeelinrichtingen De schakel- en verdeelinrichtingen zijn: - ofwel ondergebracht in uitsluitend voor dit doel bestemde ruimten, die ten opzichte van andere ruimten afgeschermd zijn door bouwelementen (wanden, vloeren, zolderingen, deuren,), met een brandweerstand die een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; - ofwel vervaardigd uit bouwelementen, met inbegrip van hun deuren en doorvoerelementen, en die in hun geheel een brandweerstand hebben die een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; - ofwel brandweerstandbiedend met een gewaarborgde operationaliteit zoals bepaald in punt e.1. Schakel- en verdeelinrichtingen en bedieningstoestellen moeten duidelijk zijn gemerkt en geplaatst in ruimten uitsluitend toegankelijk door bevoegde of gewaarschuwde personen (BA5 of BA4). e.4) Leidingen De leidingen en hun toebehoren, ondergebracht in ruimten met een bijzonder brandgevaar, zijn: - ofwel van het type met kenmerk FR2 of equivalent hiermee, met een gewaarborgde operationaliteit zoals bepaald in punt e.1; - ofwel ondergebracht in aanlegsystemen beantwoordend aan het vereiste brandweerstandsniveau dat een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; - ofwel verzonken in vloeren en muren beantwoordend aan het vereiste brand-weerstandsniveau dat een operationaliteit waarborgt zoals bepaald in punt e.1; - ofwel ingegraven. Benevens de vereiste kwaliteit van de leidingen moet de installatie zodanig zijn ontworpen dat de toegekende functie gewaarborgd blijft gedurende de in punt e.1 hiervoor bepaalde duur. De weerstand van de geleiders van de stroomkring evenals de verzwakking van elk transmissiesignaal moeten in rekening worden gebracht voor de mogelijke temperatuursverhoging in het compartiment waarin zich het langste kabelgedeelte bevindt. e.5) Stroombanen De vitale stroombanen moeten onafhankelijk zijn van alle andere stroombanen. De beveiliging tegen overbelasting mag achterwege worden gelaten. Overstroombeschermingstoestellen in vitale stroombanen moeten op zulke wijze gekozen en geïnstalleerd zijn dat de goede werking van andere vitale stroombanen niet nadelig wordt beïnvloed. f) Bijzondere voorschriften f.1) Vorming van corrosieve gassen bij brand In de lokalen of plaatsen gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren BD2, BD3 en BD4 zijn slechts kabels geïnstalleerd met de kenmerken SA en SD. Worden hieronder verstaan: gebouwen hoger dan of gelijk aan 25 m, schouwspelzalen, sportzalen, dancings, scholen, ziekenhuizen, rusthuizen,... f.2) Concentratie of bundeling van warmte Elektrisch materieel waarbij gevaar bestaat voor concentratie of bundeling van warmte moet: - hetzij voldoende ver van alle voorwerpen worden verwijderd opdat deze geen gevolgen ondergaan van een gevaarlijke warmteconcentratie of -bundeling; - hetzij worden gescheiden van deze voorwerpen door een thermisch isolerend scherm dat vervaardigd is uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of zelfdovend materiaal. f.3) Wegspatten van gensters en vlammen Indien elektrisch materieel, hetzij bij normale werking, hetzij bij beschadiging of verkeerd gebruik, gensters of vlammen kan voortbrengen moet het: - hetzij worden opgesteld op voldoende afstand van alle voorwerpen of alle delen van het gebouw die het zou kunnen beschadigen; - hetzij worden gescheiden van deze voorwerpen of delen van het gebouw door een thermisch isolerend scherm dat vervaardigd is uit onbrandbaar, onbrandbaar gemaakt of zelfdovend materiaal. » Art. 6. In artikel 151 van het AREI wordt het punt 02 vervangen als volgt: « 02. - Keuze van de leidingen De na te volgen voorschriften worden gegeven in: - artikel 104 betreffende de voorzorgsmaatregelen tegen brandgevaar; - artikel 107 betreffende de voorzorgsmaatregelen tegen ontploffingsgevaar. » Art. 7. In artikel 200 van het AREI wordt het 3de lid vervangen als volgt: « De buizen uit thermoplastisch materiaal kunnen van het stijve, het soepelgladde of het geringde type zijn. » Art. 8. In artikel 207.05, 1ste lid van het AREI, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 april 1986 en 8 september 1997, wordt het punt a vervangen als volgt: « a. - buizen in brandbaar materiaal te gebruiken tenzij ze verzonken zijn in niet brandbare materialen met een minimum bedekking van 3 cm;”

134

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

Art. 9. Dit besluit is van toepassing op elektrische installaties en op belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet is aangevangen drie maanden na de publicatiedatum van dit besluit. Art. 10. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 25 april 2013. ALBERT Van Koningswege: De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Staatssecretaris voor Energie, M. WATHELET

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

135


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________

136

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

REGELGEVING

____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________

oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen I Cebeo

137


OPLOSSINGEN VOOR FUNCTIEBEHOUD VAN VITALE STROOMBANEN

____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________

138

Cebeo I oplossingen voor functiebehoud van vitale stroombanen



MKT-16-0006

Elektrotechnisch materiaal, technische oplossingen & diensten.

www.cebeo.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.