Change Inc. Magazine #3 Voeding voor de (vleesloze) toekomst

Page 1

#3

connecting people, business and ideas for a better future

24 pagina’s special over de toekomst van voeding Getijdenenergie: hoe Deltawerken electriciteit opwekken Edith Schippers: “Een voedselsysteem veranderen gaat de hele wereld aan” Jan Terlouw over de toekomst van de jeugd

Voeding voor de (vleesloze) toekomst € 8,95 NR 2 - 2021 www.change.inc


advertentie

MHC MOBILITY

Voorheen bekend als

“Wereldwwde trends in duurzame mobiliteit vertalen naar een complete service op maat” Het is steeds belangrrker om duurzaam te reizen. Als mobiliteitsprovider willen ww van MHC Mobility alle opties aan onze klanten aanbieden. Met onze mobiliteitskaart kies je alttd de reisoptie die bb jou past. Daarnaast kun je bb ons elektrische fietsen leasen die je van A tot B brengen zonder uitstoot of files. Van elektrische wagenparken tot slimme mobiliteit in de stad met onze Last Mile Solutions: je kunt bb ons terecht. MHC Mobility, voorheen bekend als Hitachi Capital Mobility, heeft al bbna 40 jaar ervaring in de mobiliteitsbranche. Als full-service mobiliteitsprovider zorgen ww ervoor dat je zorgeloos kunt reizen, waar je ook naartoe wilt Meer weten over hoe je jouw wagenpark of mobiliteit duurzaam kan optimaliseren? Scan de code en vraag persoonllk advies aan van onze ervaren Mobility Consultants. Groningen Trondheimweg 5

Heerhugowaard M. de Klerkweg 1

Rotterdam Kralingseweg 217B

Telefoonnummer: 088 28 28 400 Email: info@mhcmobility.nl


Editorial inhioud

“All you can eat” Toen ik de verhalen voor dit magazine één voor één onder ogen kreeg, werd ik blij. Het waren stuk voor stuk prachtverhalen die de redactie op mijn bureau legde. Smullen geblazen. Ik neem u bij wijze van aperitief graag even met zevenmijlslaarzen mee door dit magazine, want we doorkruisen het hele land.

I

k begin met een verhaal uit de provincie waar ik zelf vandaan kom: Limburg. Met z’n steenkoolwinning ooit de energieprovincie. Nederlanders stookten hun kachel op de steenkool uit Kerkrade en Geleen. Na de ontdekking van het immense Groningen-gasveld sloten de Zuid-Limburgse mijnen in de jaren ‘70. Bovengronds had DSM destijds al chemiefabrieken gebouwd die kunstmest produceerden uit de restproducten van de mijnbouw. Op diezelfde locatie is tegenwoordig

#3

connecting people,

business and ideas for

a better future

over de 24 pagina’s special toekomst van voeding en werk Delta Getijdenenergie: hoe electriciteit opwekken Edith Schippers: “Een nderen voedselsysteem vera aan” gaat de hele wereld

Jan Terlouw over de toekomst van de jeugd

Voeding voor de (vleesloze) toekomst

€ 8,95 NR 2 - 2021 www.change.inc

aardolie en aardgas de grondstof op het inmiddels enorme chemiecomplex Chemelot. Kleding, medicijnen, voedingsmiddelen, auto-onderdelen, er zijn weinig producten waar géén chemische grondstoffen in zitten.

nisinstellingen werken samen aan een toekomstbestendig voedselsysteem. Wat eten we in 2050? En hoe produceren we dat voedsel zo duurzaam betaalbaar, gezond en lekker mogelijk?

Alle verhalen hebben één gemeenschappelijk ingrediënt: verandering. Change.

Nu de wereld zich langzaam maar zeker opmaakt op een toekomst zonder fossiele grondstoffen bereid ook Chemelot zich opnieuw - voor op een transitie. Wil het chemiecomplex toekomstbestendig zijn dan moet het namelijk overschakelen op biologische grondstoffen. Lees op pagina 51 het interview met directeur Loek Radix, die van Chemelot een heuse circular hub wil maken, om zo tegelijkertijd een ‘mijnsluiting 2.0’ te voorkomen. Een enorme transitie-opgave dus. We gaan in industrie en energie dus van steenkool, via aardgas naar bio based. In het hele land schieten hernieuwbare energieprojecten als paddenstoelen uit de grond, van windparken op zee tot enorme zonnecentrales op daken van distributiecentra. Minder bekend, maar wel zo interessant, is het initiatief om de Oosterscheldekering te gebruiken om getijdenenergie op te wekken. De maan gebruiken om energie te maken, het is bijna dichterlijk. Lees alles over dit project uit Zeeland op pagina 24.

Want de transitie naar een toekomstbestendige economie is groter dan de energietransitie, veel groter zelfs. Dat wordt glashelder in de special over ‘voeding van de toekomst’ in dit magazine. Op naar de regio Wageningen. Foodvalley-directeur Marjolein Brasz en haar president-commissaris Edith Schippers bouwen daar in sneltreinvaart aan hét voedselinnovatiecentrum van Europa. Met dit Foodvalley kan Nederland een grote rol spelen in het ontwikkelen van het voedselsysteem van de toekomst. Bedrijven, overheden en ken-

Al deze verhalen hebben één gemeenschappelijk ingrediënt: verandering. Change. We moeten van fossiel naar duurzaam, van lineair naar circulair. Die verandering moet overal vandaan komen: van Brussel en Den Haag, van bedrijven en wetenschap, van mannen en vrouwen, van jong én oud. Hoewel dit magazine wellicht meer verhalen biedt dan u in één keer kunt verorberen, ben ik bijzonder trots dat we in dit magazine een interview hebben met Jan Terlouw. Als wetenschapper, politicus en schrijver is hij een jeugdheld voor velen. Dus als u een leespauze neemt, pak dit magazine dan later weer op, omdat u zeker het gesprek met Terlouw moet lezen. Hij vat de drijfveer voor verandering kernachtig samen: ‘de toekomst is van de jeugd’. Doe daarom als Terlouw: verander mee!

Roy op het Veld Hoofdredacteur Change Inc.

3


colofon

In dit nummer #3 UITGEVER Yoeri van Alteren, Directeur Change Inc. HOOFDREDACTEUR Roy op het Veld EINDREDACTEUR & COÖRDINATIE Willemijn van Benthem REDACTIE Rianne Lachmeijer, Teun Schröder, Eva Segaar, Marc Seijlhouwer, Sabine Sluijters, Romy de Weert ART DIRECTION Hans Spoelman VORMGEVING Tineke Hoogenboom AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Lot van Foreest, Chantal Gerrits, Christa Kroon, Paul van Liempt, Thijs Pessers. Emma Rotman, Hanneke van Veghel, Ivo van IJzendoorn BEELD Aangeleverd door de geportretteerde bedrijven, ANP, AdobeStock, Dreamstime. Zie ook bronvermelding bij specifieke foto’s ADVERTEREN EN P ­ ARTNERSHIPS +31 20 221 5065 adverteren@change.inc DRUK Tuijtel

8

51

Voor de jeugd

Alleen samen

Groei inclusief

Multi-talent Jan Terlouw komt als geen ander op voor de belangen van de jeugd - en de aarde. We moeten elkaar weer vertrouwen, is zijn conclussie. Een inspirerend interview over het nut van twijfel. “We kunnen niet gezond leven op een ongezonde aarde.”

Interview met directeur Loek Radix van Chemelot. “We moeten oppassen dat er niet een mijnsluiting 2.0 gaat plaatsvinden.” Het is volgens Radix niet de vraag of we stappen moeten maken, maar wanneer.

Al op jonge leeftijd wist ondernemer Lynn Zebeda dat de wereld oneerlijk is verdeeld. Met haar bedrijf Dr.Monk legt ze deze problemen bloot. “Achter iedere natuurramp zit ook een sociale ramp.”

changemakers

klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-327743

gedrukt

4

columns

14 Maarten Steinbuch

58 Arthur Vermeulen

26 Paul van Liempt

CONTACT Change Inc. Mr. Treublaan 7 1097 DP Amsterdam redactie@change.inc www.change.inc ISSN 2667-3355

64

“De maakindustrie in Nederland is uniek in de wereld.”

22 Lindy Hensen

“Als je duurzaamheid uit de geitenwollensokkenhoek wilt krijgen, moet het rendabel zijn.”

“Ik wil bijdragen aan de energietransitie met wat ik goed kan: windmolens”

68 Marjon Castelijns “De scheepvaart-sector levert een belangrijke bijdrage aan klimaatverandering.”

Een column over de afrekencultuur: “Leiders moeten tegen een stootje kunnen, maar vooral creativiteit en lef hebben.”

74 Emma Rotman

Jongeren hebben een duurzame uitdaging nodig om hun tanden in te zetten: geef ze een toekomststage.


special 16

18

Duurzaam bouwen: Ecodorp Boekel Innovatief bouwen met kalkhennep, cementloos beton en basaltbatterijen: maar wie dekt dat? Achmea over de samenwerking van de toekomst.

Hoe verzeker je duurzaam voor de lange termijn, want duurzaam herstel gaat verder dan milieu alleen.

Volgens, Ahmed Aboutaleb

24

Energie uit getijdenstroming

54

CEO Stefanie Wurst van BMW Hoe BMW de toekomst ziet: “Een bedrijf hoort een afspiegeling te zijn van de maatschappij.”

Jong en gezegend bij ASN Bank

Duo-interview met Arie Koorneef en Aniek Moonen over leiderschap, jongere generaties en nieuwe kansen in de bestuurskamers.

60

Volgens Kofi Annan

62

Het gezonde bedrijf

Waar begin je als je een duurzaam en dus inclusief en divers bedrijf wilt neerzetten? Aan het woord specialist Eske Egerschot van Hill+Knowlton.

66

Feminien leiderschap

Vrouwen in het bestuur leveren een meer toekomstbestendig bedrijf op. Maar, zegt BNP Paribas: “Eén vrouw in het bestuur is niet genoeg.”

70

De kennis van een familiebedrijf Hoe Guus van Puijenbroek van VP Capital inzet op wetenschap, verduurzaming en meer impactinvesteringen.

Een platform met regionale wortels en internationale ambities. Zowel Schippers als Brasz zijn gedreven om het verschil te maken. “We hebben alles in huis, maar moeten zorgen dat we de boot niet missen.”

28

Hoe we dankzij de maan energie kunnen opwekken uit de natuurlijke stroming van de zee.

56

Interview Edith Schippers en Marjolein Brasz

Duurzaam bouwen: goed verzekerd

20

Voeding voor de duurzame (en vleesloze) toekomst

inhioud

en verder

en verder 33

34

Keurmerken onder de loep

46

Nederland wijnland

In het woud van keurmerken, is het lastig de weg vinden. Maar hoe zit het nou? Een videoreportage.

Hoe ons kikkerland zomaar de nieuwe wijnrivièra kan worden.

47

CO2-neutrale frisdrank

In Brabant produceert Coca-Cola meer dan 85 procent van de dranken die in Nederland worden verkocht. En de fabriek heeft duurzame ambities.

Het duurzame menu

Wat zet je op tafel als je zo duurzaam mogelijk wilt eten? Niet teveel, lokaal en vooral: kijk op de verpakkking!

38

40

42

Hollands overname glorie

48

In de vleesvervangermarkt worden grote overnames gedaan: is dat een risico of juist een kans om zo meer mensen te bereiken.

Hoe ziet de Life Cycle Analysis van een tomaat eruit? Is het duurzamer om een tomaat in te vliegen of hier in een kas te telen? Een verrassende conclusie.

50

Opinie

True cost pricing De echte kosten van voedsel zijn nog nooit zo duidelijk geweest. “We moeten niet meer innemen dan de aarde kan herstellen.”

Chefkoks aan zet Jonnie en Thérèse Boer en Emile van der Staak over het duurzame menu van de toekomst. (Met bijbehorende recepten!)

De LCA van de tomaat

Hanneke van Veghel blikt terug vanaf het jaar 2050.

5


goed om te lezen

bits & pieces

Change Inc. doet dagelijks verslag van nieuwsontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, innovatie en ondernemerschap. Op deze pagina een greep uit opmerkelijke en veelgelezen nieuwsartikelen van de afgelopen maanden.

Zeewater voor waterstof Op iets meer dan tien kilometer uit de kust bij Scheveningen werken de traditionele fossiele industrie en de duurzame windenergiesector aan de productie van waterstof op zee. Het pilotproject PosHYdon staat symbool voor de transitie in optima forma: het slim inzetten van bestaande assets van de olie- en gasindustrie en het accommoderen van het groeiende aanbod van duurzame stroom van wind op zee. Het project is een wereldprimeur en staat internationaal in de belangstelling.

6

Duurzamer, veiliger en zuiniger Een startup uit de Amerikaanse staat Arkansas ontwierp een vliegtuig dat 70 procent minder brandstof nodig heeft en daardoor 80 procent minder CO2 uitstoot. Het is een totaal nieuw ontwerp ten opzichte van de ons bekende commerciële vliegtuigen. Het vliegtuig laat zien hoe de sector kan verduurzamen op een manier die niet afhangt van biokerosine en groene waterstof.

Innovatie van eigen bodem Zonnecellen uit Singapore wegen de helft Door het glas en aluminium frame weg te doen wegen de zonnepanelen van het Singaporese Maxeon maar 6 kilo per vierkante meter: minder dan de helft van normale panelen. Het bedrijf werkte ruim vijf jaar aan het nieuwe zonnesysteem die toch net zoveel stroom opwekt als gewone panelen. De flexibiliteit van de panelen zorgt ervoor dat die ook op daken kunnen liggen die niet helemaal plat zijn. En omdat de panelen weinig wegen, passen ze ook op oudere of goedkoper-gebouwde panden.

Google Earth laat klimaatverandering zien Google Earth laat met een nieuwe functie de gevolgen van klimaatverandering zien. Het bedrijf verzamelde 24 miljoen satellietfoto’s van de afgelopen 37 jaar. Met de timelapse-video’s wil Google de impact van klimaatverandering op de aarde in beeld brengen.

Het Nederlandse TI-Green introduceert dit jaar een nieuw alternatief voor de cv-ketel en warmtepomp: de CVi, verwarming door inductie. Het apparaat is volledig elektrisch en maakt gebruik van elektromagnetische techniek. Door de snelheid waarmee inductie de kernvloeistof verwarmt, is het rendement veel gunstiger dan bij elektrische verwarming.

Eerste financiële klimaatwet voor NieuwZeeland Nieuw-Zeeland voert een wet in die banken, verzekeraars en investeringsmanagers verplicht om de gevolgen van klimaatverandering voor hun bedrijf te rapporteren. Als zij de klimaatrisico’s niet kunnen melden, moeten zij uitleggen waarom. Klimaatminister James Shaw claimt dat zijn land hiermee de eerste is, maar vergelijkbare ontwikkelingen zijn ook elders gaande.

Italië installeert snelweg met elektriciteit Een experimentele autobaan in Italië krijgt een stukje ‘oplaadsnelweg’, waar speciale elektrische auto’s met behulp van inductie kunnen opladen door over de weg te rijden. Het Israëlische bedrijf Electreon ontwikkelde de laadtechnologie en gaat deze nu voor het eerst in Europa uitrollen. Het gaat om een stukje weg van ongeveer een kilometer, naast de weg tussen Milaan en Brescia.


doel The Livekindly Collective is een combinatie van vijf merken: één mediabedrijf (Livekindly) en vier merken in de plantaardige alternatieven voor vlees. “We willen dat plantaardig eten de nieuwe norm wordt. Dat de jongere generatie in 2040 zegt: ‘hoe is het mogelijk dat we überhaupt dieren aten?’ Als die vraag ontstaat hebben wij onze missie bereikt.”

Foodvalley WAT  Foodvalley is de organisatie die het innovatie ecosysteem, het collectief van organisaties en bedrijven dat gezamenlijk werkt aan de transitie van het voedselsysteem, bouwt en versterkt. Foodvalley NL is daarbij de onafhankelijke partij die organisaties begeleidt in de transitie, daarbij sturende op richting, proces, inhoud en snelheid.

doel Foodvalley NL ontwikkelt en versterkt sinds 2004 een internationaal ecosysteem van organisaties die samenwerken om deze transitie te realiseren: het Foodvalley ecosysteem. Foodvalley werkt nauw samen met het bedrijfsleven, het MKB en overheden op elk niveau en met gerenommeerde onderwijs- en onderzoeksinstellingen

In dit magazine ook een special over agrifood. vast een voorproefje, want wie doen er toe in de agrifood wereld?

Bedrijfsleven Wie: Kees Kruythoff Wat: CEO Livekindly Bekend van: Beoogd opvolger van Paul Polman van Unilever, stapte afgelopen jaar over naar Livekindly, waar hij een plantaardige beweging aan het opbouwen is. Wie: Ruud Zanders Wat: Bedenker Kipster Bekend van: Zanders ontwikkelde het eerste klimaatneutrale ei van Nederland. Wie: Jaap Korteweg Wat: Oprichter Those Vegan Cowboys Bekend van: Startte de Vegetarische Slager, wat hij in 2018 verkocht aan Unilever. Probeert sindsdien met Those Vegan Cowboys melk zonder koe te maken.

Media Wie: Samuel Levie Wat: Kok, kookboekenschrijver en oprichter van adviesbureau Food Cabinet Bekend van: Begon worstenmerk Brandt & Levie, houdt zich daarnaast voor Food Cabinet bezig met het op een creatieve manier realiseren van een gezonder voedselsysteem. Schrijft wekelijks voor Het Parool over seizoensgroente- of fruit.

Ontvang dagelijks het nieuws

Wetenschappers

wie is wie

Livekindly Collective groeit hard. Het haalde in één jaar 535 miljoen dollar aan groeikapitaal op, en nam afgelopen jaar vijf merken over: The Fry Family Food Co., LikeMeat, Oumph! En No Meat. “Met de toevoeging van The Dutch Weed Burger breiden we ons aanbod van verschillende plantaardige proteïne bronnen uit voor onze klanten in meer dan 40 landen, en accelereren we onze missie om plantaardig eten de nieuwe norm te maken”, aldus CEO Kees Kruythoff.

Wie is wie in de wereld van agrifood

Goed om te weten

Livekindly WAT

Wie: Louise Fresco Wat: President van de Wageningen University & Research (WUR) Bekend van: Fresco is expert op het gebied van duurzame landbouw en houdt zich bezig met de vraag hoe we in 2050 10 miljard monden kunnen voeden. Wie: Emely de Vet Wat: Hoogleraar consumptie en gezonde leefstijl Wageningen University & Research Bekend van: De Vet is gespecialiseerd in het verklaren en veranderen van ongezond eetgedrag en het realiseren van gedragsverandering. Zet zich in voor het stimuleren van een duurzamere consumptie en leefstijl. Wie: Jaap Seidell Wat: Hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam Bekend van: Adviseert organisaties zoals de World Health Organisation over hoe je zo gezond mogelijk kunt eten. Deze maand verschijnt zijn boek Andere kost, pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem. Wie: Toine Timmermans Wat: Programmamanager duurzame voedselketens aan de Wageningen University & Research Bekend van: Zet zich met het platform samen tegen voedselverspilling in om voedselverspilling in de ketens terug te dringen.

Wil je dagelijks op de hoogte blijven van het duurzame nieuws, gemaakt door de grootste duurzaamheids-redactie van Nederland? Meld je dan gratis aan voor de nieuwsbrief:

profile.change.inc/ register

7


colofon interview

De kracht van het verhaal Jan Terlouw is 89, maar komt als geen ander op voor de belangen van de jonge generaties. Als multitalent – wetenschappaer, politicus, schrijver – straalt hij wijsheid uit, en heeft hij het vermogen om mensen te binden met een weidse visie. “Ik denk dat we elkaar vooral moeten gaan vertrouwen. Anders functioneert er niets.” Door Willemijn van Benthem

8


9 Foto: ANP/Robin van Lonkkhuijsen


colofon interview

D

e reis naar het oosten van Nederland, op weg naar Jan Terlouw (89), is al sprookjesachtig. Wie een interview wil doen met een van de fanatiekste Nederlanders over het belang van duurzaamheid, treft hindernissen aan. Het doet denken aan de opdrachten van Stach, de hoofdpersoon uit Terlouws Koning van Katoren, dat hij onlangs nog eens vertaalde naar de huidige tijd: over de zeven grote uitdagingen waar wij voor staan om de toekomst van onze jeugd te waarborgen. Onderweg zijn er ongekend harde windstoten voor de tijd van het jaar. Er ligt dan ook een vers afgebroken tak zo groot als een jonge boomstam dwars op de oprijlaan. Een obstakel dat eerst aan de kant moet worden getild, wil je het koetshuis bereiken. Eenmaal aangekomen bij het huis, breekt de zon door. Binnen staat Terlouw aan het einde van de met kunst behangen gang, alsof hij het bezoek eerst in zich op wil nemen. En als hij vraagt waar te willen zitten, lijkt ook dat weer een graadmeter die wordt voorgelegd. Welk antwoord is correct? Want tussen alle stoelen, staat er een met daarop een tekst. “Dit is de stoel voor de ongeborenen van de toekomst.”

3

Dit is de stoel uit uw boek Het Hebzuchtgas, dat eindigt met de toekomststoel, die in de directiekamer staat? “De stoel is altijd leeg, want daar zitten de nog ongeborenen. Ieder besluit dat wordt genomen, gaat over dat wat nog moet komen. Daar zou beter bij nagedacht moeten worden. De toekomst is van de jeugd, daarom wend ik me zo vaak tot hen.”

sterft zoetwaterleven uit als in de laatste uitsterfperiode 250 miljoen jaar geleden

Uw vader was dominee, heeft u uw verhaaltalent van hem geërfd? “Ik geloof in de kracht van het verhaal. Het verhaal als communicatiemiddel. Ik heb vier kinderen en heb hen tien jaar lang, iedere avond na het eten, een verhaal verteld. Als ik zei, voor jou vertel ik een eigen verhaal dat nog nooit iemand anders heeft gehoord, was dat een verworven recht.”

keer zo snel

En wilden ze niet dat u ook eens een boek voorlas? “Ik heb ze nooit voorgelezen, behalve het prachtige boek Alleen op de wereld. Het vertellen van een eigen verhaal kun je zo goed gebruiken in de opvoeding, bijvoorbeeld als je een kind wilt uitleggen waarom je niet mag stelen. Moet je horen, zeg je dan, er was eens een meisje dat het in een winkel niet kon laten om een bikini te

10

pikken. De winkelier kwam daar ’s avonds achter en werd heel boos op de medewerkster. Het is jouw schuld, zei hij, jij had op moeten letten. Dan vertel je een dramatisch verhaal over hoe slecht die medewerkster het daarna had, hoe zij thuis ook nog op haar kop kreeg en daarna ontslagen werd… dan weet je kind, nee, ik moet niet stelen want ik berokken daarmee anderen schade en ellende. Zo’n verhaal helpt veel beter dan als je zegt, het is verboden, want dat staat in de wet.” U bent boeken gaan schrijven terwijl u ook net in de politiek startte. Was dat niet een kwetsbare situatie voor u, vooral omdat u fictie schreef? “Dat heb ik nooit zo gevoeld. Ik vertrouwde mijn vrouw volledig en zij zei dat het goed was. Mijn vrouw, we noemden haar in huis altijd het rode potlood, corrigeerde al mijn geschriften en ook die van de kinderen. Tot ze tenslotte zelf nog twee boeken heeft geschreven op latere leeftijd.” En uw kinderen hebben uiteindelijk bijna allemaal creatieve beroepen gekozen. “Ik mag niet klagen over de carrières van mijn kinderen en kleinkinderen. Allemaal fijne mensen, veelal vegetariër.” U noemt het met nadruk. U eet zelf ook geen vlees? “Nee, af en toe eens een visje of garnaaltje. We moeten daarin minderen. Ik las vanochtend in de Volkskrant dat het zoetwaterleven drie keer zo snel uitsterft als in de laatste uitsterfperiode. Dat

“We zijn een catastrofe aan het veroorzaken”

Jan Terlouw

is toch wat. De natuur zit zo in elkaar dat er aan een stuk door soorten ontstaan en soorten verdwijnen. Maar sinds de mens de industrie heeft uitgevonden, gaat dat verdwijnen honderd tot duizend keer zo snel. En de natuur ontstaat natuurlijk niet duizend keer zo snel. Dus we zijn een catastrofe aan het veroorzaken.” Maar die zijn er vaker geweest, is dan het weerwoord van mensen die het huidige klimaatfenomeen niet zo serieus nemen. “Zeker, 250 miljoen jaar geleden stootten de vulkanen fosfor en fosfor verbindingen uit, en is 80 procent van de levenssoorten verdwenen. Maar dat duurde drie miljoen jaar. Nu doen we er 150 jaar over. De techniek heeft het als bijverschijnsel veroorzaakt en kan het ook oplossen. Maar we moeten het wel doen.” En hoe kunnen we het oplossen met techniek? “We moeten duurzame energie maken. Dat kan in de Afrikaanse woestijnen, er is daar zonne-energie in overvloed! Je hebt het zogeheten Concentrated Solar Power, CSP. Je kunt de woestijn daar vol zetten met draaiende spiegels waardoor thermische krachtcentrales ontstaan. Het is net als de werking van een vergrootglas, want je kunt zo vloeistoffen als olie verhitten tot boven de 400 graden. Die warmte werkt als een stoomturbine. Bovendien doe je dan ook wat aan het vluchtelingenprobleem. Je investeert in de landen, koopt de energie van ze en creëert daar mogelijkheden en banen. Dat is toch de toekomst voor visionaire ondernemers?” Zijn mensen genoeg op de hoogte van de ernst van de situatie om die kansen te zien? “Het is misschien wel de grootste taak om te zorgen dat mensen weten wat er aan de hand is. Ik vind dat alle instanties de boodschap moeten vertellen: religies, de kunsten, het onderwijs, de politiek. Zorg ervoor dat mensen weten wat ze aanrichten, dan zullen ze het niet meer willen.” U bedoelt, als je beseft wat je je kinderen en hun toekomst aandoet, dan wil je ook veranderen. “Ik krijg veel achterkleinkinderen op het ogenblik, ik heb die leeftijd. Dan zie je vooral de intense vreugde van de ouders die naar dat prachtige baby’tje kijken. Daar heb je toch alles voor over? Als ze het maar weten. Daarom maak ik me er op mijn oude dag nog zo druk over. Ik wil het vertellen.”


De Khi Solar One (KSO) is een thermische zonne-energiecentrale, gelegen in Zuid-Afrika. Draaiende spiegels zorgen voor een installatie die 24 uur per dag werkt. Foto: Wikipedia

Het is alleen vreemd dat u het moet vertellen, terwijl het zo duidelijk is wat er gebeurt met het klimaat en er klimaatakkoorden zijn waar we ons wereldwijd aan moeten houden. “Het is ontzettend moeilijk om je echt iets aan te trekken van mensen die je niet kent. Als een buurman zijn been breekt, interesseert het ons zeer, maar als tienduizend Chinezen verdrinken door overstromingen, laat het ons koud.” Wat zijn de reacties die u krijgt op uw oproepen in de media? “Instemmend heel vaak: ‘We zijn het ermee eens, vind ik ook, je hebt gelijk.’ Ik denk dat we elkaar vooral moeten gaan vertrouwen. Anders functioneert er niets.” Vertrouwen is de basis van vooruitgang? “Daar ben ik van overtuigd. Een van de problemen van nu is, dat de overheid de burgers niet vertrouwt. Dat blijkt ook uit de toeslagenaffaire. Hoe kan dat nou zo verkeerd gaan? Ik denk dat het misgaat, als je tegen ambtenaren gedetailleerd zegt hoe ze iets moeten doen. Een van mijn politieke slagzinnen is altijd geweest: het hebben van plichten is een recht. We hebben recht op rechten in het leven, maar je hebt ook recht op plichten. Je hoort erbij als je medeverantwoordelijkheid mag dragen. Dan doe je het beter. Dus durf mensen te vertrouwen. Ik heb heel veel medewerkers gehad in mijn leven en altijd gemerkt dat als ik tegen ze zeg, denk eraan dat je je aan de regels houdt, dat dat slechter werkt dan als ik zeg: je kunt het best. Dat werkt veel beter. Dan willen ze het doen. Ja, denken ze dan, dat kan ik ook best. Ik word vertrouwd.”

We moeten elkaar weer vertrouwen

En waarom is er minder vertrouwen ontstaan? “Uit een gevoel van onveiligheid, denk ik. Alles moet dichtgeregeld worden, maar een wet is nooit helemaal dicht voor alle gevallen. Rechters hebben interpretatieruimte en dat is ook goed. Als in een dorp al drie keer een kind is aangereden en de overheid daar niets aan doet, dan blokkeren ouders de weg tot het wordt opgelost. Ze overtreden daarmee de wet en ze hebben groot gelijk. Ik heb het gevoel dat daar steeds minder ruimte voor is. Het lijkt of we minder en minder ruimte durven te nemen.”

11


colofon interview

wie ias jan terlouw Geldt die durf ook voor het klimaat? Milieudefensie heeft nu de zaak gewonnen tegen Shell, maar het is best gek dat in 2015 nog kolencentrales zijn geopend en niemand daar tegen was. “Dat was kortzichtig. Het komt misschien ook omdat het klimaatprobleem sneller en slechter evolueert dan gedacht. De wetenschap geeft altijd een soort gemiddelde prognose, omdat ze het niet helemaal zeker weten. De Parijse akkoorden zijn gedaan op prognoses die niet streng genoeg waren. Nu blijken de ergere scenario’s waar te zijn en zijn de maatregelen niet goed genoeg.” Wat zou volgens u als eerste moeten gebeuren? “Hou op met fossiele verbranding, hou op met het zoeken naar nieuwe voorraden olie en gas. Die maken de CO2 en verstoren het evenwicht. Moet je je even voorstellen, al die olie en kolen in de grond. Dat is daar in honderden miljoenen jaren komen te zitten. Dat wordt nu in honderden jaren opgebrand. Dat is een miljoen keer zo snel, dan verstoor je vanzelfsprekend het natuurlijke evenwicht.”

de grote vriend van de wetenschap is de twijfel

U zegt, gas geven op de energietransitie? “Over de hele wereld kun je voor een klein prijsje een liter olie kopen. Kijk eens naar de enorme economie die daarachter zit: olieschepen, raffinaderijen, ja-knikkers, het is een wereldwijde infrastructuur met enorme investeringen. En die moet in de komende twintig jaar vervangen worden door een infrastructuur van duurzame energie. Dat is een gigantische opgave. Dat de wereld dat zomaar niet aan kan, is te begrijpen met al die belangen die er zijn. Toch moet het gebeuren.” Wat is ervoor nodig om die stap echt te kunnen zetten? “Dat moet de politiek regelen. Maar ja, ten eerste moeten die politici dan visie hebben, en de macht om het te doen. Ten tweede moet je de mensen mee krijgen en om mensen mee te krijgen met een politieke maatregel, moeten de mensen het willen. En mensen zullen het alleen maar willen als ze weten wat er aan de hand is. Dus zorg dat mensen het weten en dat ze de politiek dwingen om het te doen. De politiek moet dan bijvoorbeeld zeggen dat de CO2-belasting veel hoger wordt, zodat het voor Shell en Esso niet meer loont om nieuwe olie te winnen.”

12

Jan Terlouw (1931) werkte jarenlang als kernfysicus in binnen- en buitenland. In 1970 koos hij voor de politiek en werd hij onder andere fractievoorzitter voor D66, minister van Economische Zaken, commissaris der Koningin in Gelderland en senator van de Eerste Kamer. Toen hij startte in de politiek, debuteerde hij ook als kinderboekenschrijver met Pjotr en Oom Willibrord. Jan Terlouw was tot aan haar dood in 2017 getrouwd met Alexandra van Hulst. Zij hebben samen drie dochters en een zoon. Met zijn dochter Sanne schreef hij meerdere boeken.

Die CO2-taks zou dan wereldwijd moeten gelden, anders verdwijnen de bedrijven weer naar een ander land. “Dat zou zeker moeten, maar ga dat maar eens doen, met een land als Polen dat alleen maar kolen wil verstoken. Het probleem is nu, dat alle problemen mondiaal geworden zijn. Vroeger had je wel eens iets mondiaals zoals de pestepidemie of de crisis in de jaren dertig, maar meestal was een probleem van nationale omvang. Nu is bijna alles mondiaal, behalve de politiek, die is nationaal gebleven. En als je dan kijkt naar machthebbers als Bolsonaro, Erdogan en Trump. Dat dat in Amerika heeft kunnen gebeuren, een president die aan een stuk door liegt en de problemen niet onderkent….” En dat in een tijd dat alles eigenlijk zo transparant zou kunnen zijn. “Maar er wordt ook collectief gelogen en onzin gepraat. Men gelooft de wetenschap niet meer. Dat zetten deze zogeheten leiders op twitter. ‘De wetenschap faalt hier.’ Natuurlijk weet de wetenschap niet alles. De grote vriend van de wetenschap is de twijfel. Het is je rol als wetenschapper om steeds dichterbij de waarheid te komen. Helaas ga je, niet op de barricaden als je iets niet zeker weet. Ik zeg vaak tegen wetenschappers,

zeg dan alsjeblieft dat wat je bijna zeker weet. En zeg dat dan met een beetje kracht. Maar daar houden ze niet van. Ik heb er lang genoeg in gezeten om dat te weten.” U heeft vanuit de wetenschap de stap naar de politiek gezet om juist wel de boodschap te verkondigen. “Dat is de stap van het zoeken naar de waarheid als wetenschapper, naar het zoeken naar het haalbare, dat doe je als politicus.” En welke stap zet je als schrijver? “Als schrijver gebruik je je fantasie en breng je iets onder de aandacht. Ik heb in al mijn boeken thema’s onder de aandacht gebracht zonder precies te zeggen: zo zit het. Dat kun je niet, en dat wil je niet. Dan doe je net of je de wijsheid in pacht hebt en die heb je niet.”

19 91

In

werd het geloof in de markt versterkt door het uiteenvallen van de Sovjet Unie

Wat als u wel de wijsheid en macht had om zaken te veranderen? “De politiek moet onmiddellijk ophouden met Nederland in te richten als belastingparadijs. Daar los je niets mee op. Dat verstoort alleen maar de verhoudingen, dat moet je niet doen.” Andere landen doen het ook, wordt dan gezegd, dan gaan bedrijven daar heen. “Maar wij doen het nogal ernstig. Het is in de jaren tachtig begonnen met Margaret Thatcher in Groot-Brittannië en Ronald Reagan in de Verenigde Staten. Zij geloofden in de markt in plaats van de overheid. Dat werd versterkt door het uiteenvallen van de Sovjet Unie in 1991. De markt kan het beter en globalisering is de oplossing voor alles. Wat blijkt, in een productieproces gaat een steeds groter deel van de verdiensten naar het geld, en niet naar de factor arbeid. Dus hebben we die enorme tweedeling tussen arm en rijk gekregen in onze maatschappij.


Het duurzame schrijven van Jan Terlouw Als je geld hebt, maak je nog meer geld. “Dat zit onder andere in de macht van de aandeelhouders. Ik ben daar tegen. Een algemene ledenvergadering heeft wat mij betreft niets te zeggen. Als zij vinden dat het met een bedrijf niet goed gaat, moet je je geld terugtrekken. Dié macht heb je. Maar je kunt als aandeelhouder niet tegen een ondernemer zeggen, je moet mijn aanpak volgen. In de afgelopen twintig jaar is die macht enorm versterkt, dat hebben die geldgevers ook weer afgedwongen in de politiek. Er is een sterke lobby van mensen met geld in de politiek.” Er komen wel meer aandeelhouders die een ander geluid laten horen. “Op dit moment is een grote aandeelhouder bij Shell aan het afdwingen om het anders te doen. Dat is een goede kant aan aandeelhouderschap. Maar in principe vind ik: een bedrijf wordt geleid door een directeur en die wordt weer gecontroleerd door aandeelhouders en een externe accountant die een eerlijk financieel rapport laat zien. Maar als je nou ziet dat bedrijven als Shell en Esso bedrijven betalen om welsprekende mensen te vinden die op hun verzoek het klimaatprobleem ontkennen. Shell en Esso gebruiken hun geld dus om mensen te overtuigen dat er geen klimaatprobleem is, zodat hun bedrijf daar geen last van heeft. Ja, in zo’n wereld….” Tegen betaalde leugens wordt het lastig strijden, bedoelt u? “En als dan zo’n Trump vier jaar lang de kans heeft gehad om de hele wereld te ontregelen met leugens en met tweets… Ik geloof in een sterke overheid die er is voor iedereen, niet alleen voor de rijken. Ik geloof helemaal niet in die sterke marktwerking. Heeft het geholpen om de posterijen en de spoorwegen naar de markt te brengen? Ik heb de voordelen niet gemerkt. De markt kan het beter… nou, voor sommigen, ja.” En de wetenschappers moeten weer hun stem laten horen? “Rijkswaterstaat is een overheidsinstituut waar een enorme kennis zat, dat heeft ons beveiligd tegen water, dat heeft ons ingepolderd en land gewonnen. Maar de kennis in het instituut is fors verminderd, dat hoor je ook over de ministeries. Bovendien hebben we geen Ministerie van Volkshuisvesting meer en moet je kijken wat dat heeft opgeleverd. We hebben een woningtekort van miljoenen! Ik vrees dat we het klimaatprobleem gaan oplossen via rampen. Dat wil je niet. Je wilt beleid voeren zodat het zonder rampen gebeurt.

Het meest bekend, internationaal, is Jan Terlouw van zijn kinderboeken als Pjotr en Koning van Katoren. Maar ook voor volwassenen schreef hij boeken, waaronder detectives met zijn dochter Sanne en boeken over het belang van duurzaamheid.

Eigenlijk zeggen alle serieuze wetenschappers dat het een heel groot probleem is en dat het niet goed gaat. Wetenschappers hebben hun kennis dankzij hun voorouders, dankzij de universiteiten, dankzij de staat. Dus hun kennis is gemeenschapseigendom. Dat geeft een verantwoordelijkheid. Ze zijn ook staatsburger. Laat ze met hun kennis naar voren komen. Ik vind dat wetenschappers dat moeten doen.” Je hebt bedrijven nodig, de overheid, wetenschappers en ook de burgers zelf. “Het klimaatprobleem is een leefwijze, maar het is moeilijk om te vragen of ze het met wat minder willen doen. Ik geef niet om dure reizen, luxe restaurants of een grote auto. Mij kan het niet schelen. Maar er is een wereldwijde fixatie op economische groei. Mensen willen vooruit en willen meer. Onze welvaartsbeleving hangt helemaal af van de buren. Je wilt het niet slechter hebben dan de mensen om je heen. Ik ben armelijk opgevoed, in vergelijking met nu. Eerst hadden we die oorlog met al zijn gebrek en daarna, tja, een dominee met vijf kinderen: dat is geen vetpot. Allerlei dingen konden helemaal niet, maar de omgeving deed het ook niet. Dus dat gaf niks. Geluk hangt helemaal niet af van de hoogte van de welvaart, maar hoe je ten opzichte van de rest staat.” Hoe kunnen we dat dan omdraaien? “Allemaal een beetje minder, dan geeft het niet, dan word je er niet ongelukkig van. En op de goede politici stemmen. Neem de partij van je keus, maar kies dan de meest duurzame en groene kandidaat, dat gaat opvallen. Dat kan een burger doen. Word politiek geïnteresseerd, word lid van een partij, dat is ook heel functioneel. Dan kun je meedoen aan amendementen en partijcongressen. Doe iets.” En misschien een nieuw Ministerie van Duurzaamheid? “Ja, dat zou wel mooi zijn. Een Ministerie van Duurzaamheid met grote bevoegdheden en dat kan zeggen: ‘Nee, in de vangrails zetten we nu zonnepanelen, gewoon omdat ik het wil.’” (Lacht) En een goed verhaal. “Daar komt het goede verhaal vanzelf uit.”

13


ChAngemaker Maarten Steinbuch Wie wat Hoogleraar Systems & Control waar TU Eindhoven

De TU Eindhoven

Winnaar week 14 Changemaker Awards 2021

“De maakindustrie van ASML die wij hier in Nederland hebben, is echt uniek in de wereld” Maarten Steinbuch is wetenschapper en ondernemer. Hij houdt zich vooral bezig met het ontwikkelen van hightech systemen. Op de TU Eindhoven doet Steinbuch onderzoek naar autotechniek, mechatronica, robotica en de regeling van kernfusieplasma’s. Hij staat bekend als groot pleitbezorger van elektrische mobiliteit. Daarnaast is hij wetenschappelijk directeur van Eindhoven Engine, een versneller van innovatie, en schrijft hij om de week een column in het FD over de toekomst van mobiliteit. “De maakindustrie van ASML die wij hier in Nederland hebben is echt uniek in de wereld.” Door Eva Segaar

Visie “Mijn visie op een duurzame toekomst? Het korte antwoord: dat is noodzakelijk en daar moeten we zo snel mogelijk op uitkomen. Op zowel het gebied van circulariteit als van klimaat. Voor het klimaat moeten we veel in gang zetten, bij circulariteit moeten we producten zo ontwerpen dat we de aarde niet uitputten. En daarbij is het onderliggende aspect dat we moeten consuminderen. En natuurlijk ook letten op wat we eten. Minder vlees bijvoorbeeld. Mijn ouders waren allebei actief voor de PSP in Driebergen, aan de linkerkant van het politieke spectrum. De bekende PSP-poster met de naakte

14

De Technische Universiteit Eindhoven is een internationale universiteit, gespecialiseerd in Engineering Science & Technology, en zorgt voor vooruitgang van technische wetenschappen en de ontwikkeling van technologische innovaties. Zo draagt de Tu/e bij aan de groei van welvaart en welzijn in de eigen regio én daarbuiten. De TU/e heeft nauwe banden met de industrie, de medische sector en bouw- en vervoersector.. Het motto van de universiteit is: Mens agitat molem. Ze is gesticht op 15 juni 1956 door de Nederlandse overheid en startte met professor Henk Dorgelo als rector magnificus.

Leiderschap vrouw in het weiland hing bij ons achter het raam, en maakte veel indruk op mij als twaalfjarig jongetje. Na de middelbare school ben ik in Delft gaan studeren. Ik wilde graag iets zinvols doen voor de wereld. Dus koos ik ervoor om af te studeren en te promoveren op windenergie. Uiteindelijk ben ik, na een carrière bij Phillips, de mechatronica en autotechniek ingerold. Mijn overgrootvader, George Frederik Steinbuch, schreef honderd jaar geleden een boek over de automobiel en de verbrandingsmotor. Dat werd veel gebruikt op de school voor autotechniek. Ik vind het mooi dat ik honderd jaar later juist met duurzaam rijden bezig ben.”

“Op de TU Eindhoven geef ik leiding aan onze onderzoeksgroep met vijftien wetenschappelijk medewerkers, vijftig promovendi en zeventig afstudeerders per jaar. Daarnaast geef ik het college regeltechniek voor de tweede jaars werktuigbouwstudenten, maar dat is maar een klein onderdeel van mijn werkzaamheden. Mijn stijl in college geven is: kennis overdragen waarbij studenten begrijpen dat de theorie ook echt belangrijk is in de praktijk, en zo inspireer en motiveer ik. Dat is beter dan puur kennis overdragen. Je moet dat vlammetje warmhouden en overbrengen. Zo begin ik een college met een verhaal, over


“De impact die ik heb gehad op het elektrisch rijden in Nederland, samen met vele anderen in die eerste periode, is significant, zo durf ik wel te stellen”

dat mijn Tesla remde voor iets wat er niet was. Nou, bij het woord Tesla is de hele zaal al stil, kan ik je vertellen, haha. Omdat ik veel promovendi en studenten begeleid, ben ik inmiddels meer een coach geworden. Ik vind het belangrijk dat mensen zich maximaal kunnen ontwikkelen. Natuurlijk ben ik ook kritisch, en ga ik met een rood potlood door de papers, maar ik wil ook dat mensen fluitend naar hun werk of opleiding gaan. Dat ze er plezier in hebben is het belangrijkste.”

Impact “Hoewel ik ben begonnen in de energiewereld -als promovendus op windenergie hielp ik mee met het bouwen van Nederlands eerste windmolenpark - begon ik dertien jaar geleden met het opzetten van de master Autotechniek aan de TU Eindhoven. We bedachten dat we automotive los moesten trekken van Werkbouwtuigkunde, en de auto als een systeem moesten zien. Want de auto van de toekomst is eigenlijk een iPad op wielen, gedreven door elektrotechniek en informatica. Die master draait nu inmiddels twaalf jaar succesvol, met ruim vijftig masterstudenten per jaar. Inmiddels is er ook een uniek bachelor pro-

gramma Automotive onder de vleugels van de faculteit Elektrotechniek. In mijn rol als hoogleraar maakte ik ook jarenlang deel uit van het zogenaamde Formule E Team dat de ministeries adviseerde over het beleid voor elektrisch rijden. De impact die ik heb gehad op het elektrisch rijden in Nederland, samen met vele anderen in die eerste periode, is significant, zo durf ik wel te stellen. In Nederland was ik één van de eersten die een Tesla reed. Je wilt niet weten hoeveel journalisten, politici en ministers ik in die auto heb gehad! En op mijn website schreef ik over hoe dat was, elektrisch rijden. Daar had ik ook een artikel geschreven over de fiscale aantrekkelijkheid, vanwege de subsidieregeling, wat veel mensen hebben geraadpleegd. In de afgelopen tien jaar heb ik bijna 1 miljoen hits op de site gekregen, daarvan hebben er een flink aantal een elektrische auto gekocht. Recent hebben Auke Hoekstra en ik het NWO NEON onderzoeksproject opgezet, en goedgekeurd gekregen. In totaal gaat het om een project van 12 miljoen euro. Daarmee doen we met ruim dertig multidisciplinaire promovendi onderzoek om de energie- en mobiliteitstransitie te versnellen. Veel knappe koppen doen mee uit onze studentensteden die zich bezighouden met duurzame energie, mobiliteit en sociale integratie.” Wekelijks biedt Change Inc. drie koplopers van de toekomsteconomie het podium. Een van de drie wordt door een jury aangewezen als Changemaker van de Week, en uitgenodigd voor een podcast-interview met Paul van Liempt.

Beluister de podcast met Maarten Steinbuch op Spotify

15


ecodorp

Met innovaties als kalkhennep-muren, cementloos beton en energieopslag via een basaltbatterij, biedt Ecodorp Boekel een kijkje in de toekomst van het bouwen. Maar deze innovaties hebben een keerzijde omdat ze lastig te financieren zijn. Een samenwerking met verzekeraar Achmea biedt uitkomst aan de verzekeringskant. Door Rianne Lachmeijer

H

et was in 2003 dat Ad Vlems met zijn vrouw besloot duurzamer te willen. Hij betrok andere enthousiastelingen bij zijn plannen met als uiteindelijk resultaat: het Ecodorp Boekel. De burgemeester van deze gemeente wilde inderdaad ruimte bieden aan de innovatieve woonwijk en inmiddels wonen de eerste mensen in het dorp. Als initiatiefnemer is Vlems er daar uiteraard één van.

Oogluikend Vlems ervoer meteen hoe goed de vijftig centimeter-dikke kalkhennep muren warmte vasthouden. Zijn huis staat op het zuiden en daar werd het op een zonnige winterse dag 26 graden met de gordijnen dicht, terwijl het vroor. “We moeten de woningen dus nog wel wat tweaken”, aldus Vlems. Het plan is om luiken toe te voegen. Op die manier wil hij voorkomen dat het

experimenteren en innoveren zijn verbonden met het ecodorp

16

in de zomer te warm wordt in de woning, maar de luiken bieden ook bescherming tegen stormen. Experimenteren en innoveren zijn onlosmakelijk verbonden met het ecodorp. Mensen die hier willen wonen, moeten daarom vooraf een contract tekenen dat zij akkoord gaan met het testen van innovaties. Niet verwonderlijk dus, dat Vlems in een videogesprek een half uur aan één stuk door kan praten over de bijzonderheden van het dorp.

Niet op het riool Een voorbeeld van een innovatie is dat Ecodorp Boekel niet is aangesloten op het riool. In plaats daarvan zuiveren ze het afvalwater in de wijk zelf. “Bij extreme droogte gaat er bij ons elke dag nog steeds 9.000 liter water de bodem in. In elke andere wijk gaat het grondwater omlaag, bij ons blijft het gelijk.” Dat komt doordat zij het water niet via het riool wegspoelen, maar letterlijk op locatie zuiveren met behulp van een helofytenfilter. Dat is een filter dat met behulp van planten afvalwater zuivert tot een kwali-

teit die onschadelijk is voor het milieu. Daarnaast vangen de bewoners zoveel mogelijk regenwater op, wat ze gebruiken voor wasmachines en het doorspoelen van de toiletten. Naast wateropslag doen ze aan energieopslag. Daarvoor gebruiken ze de innovatie van Cees van Nimwegen. Hij ontwikkelde een batterij waarbij warmte wordt opgeslagen in basalt-gesteente.

Cementloos beton

1

idee dat leidt tot het bouwen van een heel nieuw ecodorp

In Ecodorp Boekel innoveren ze ook met bouwmaterialen. Zo gebruikten ze bijvoorbeeld cementloos beton. Dat beton bestaat uit zand en grind dat eerder als asfalt werd gebruikt en wordt gebonden met afval uit hoogovens. Daarnaast staan de huizen op glasschuim, een restproduct van glasrecycling. Tot slot is er aan de natuur gedacht. In overleg met vleermuiswerk-

Ecodorp Boekel in één oogopslag: 3 cirkelvormige woonblokken  30 klimaatadaptieve en klimaatpositieve huurwoningen  6 mantelzorgwoningen  2 boomhutten voor ecotoerisme  Een buurthuis, kennis- en educatiecentrum, werkplaats en kantoorplekken voor ecodorpers en studenten 

groep Brabant de vlinderbescherming en Nederland Zoemt, wordt bepaald welke vleermuis-, vlinder- en bijensoorten extra bescherming nodig hebben en welke soorten goed gedijen in een woonwijk. In een biodiversiteitsplan staat geschreven op

De basaltaccu is de favoriete innovatie van Schade en Inkomen-directeur Michiel Delfos: “Ik vind dat echt een geweldige innovatie”


“Wij proberen ook aan onze gezondheid te denken: wij willen een vitale zone worden waar iedereen 100 jaar of ouder wordt en nog steeds actief is”

welke tien diersoorten het ecodorp extra gaat letten. “Provincie Brabant was zo enthousiast over dat plan waarop we, als het klaar is, worden aangesloten bij het natuurgebied naast ons. Dan worden wij echt onderdeel van het natuurnetwerk van Neder-

land. Dat is natuurlijk uniek: een woonwijk die ineens een natuurgebied wordt.”

Innovatief risico Met alle innovaties bleek alleen financiering lastig te worden. Zo herinnert Vlems zich hoe hij een reactie kreeg toen hij op uitnodiging van een aantal banken en fondsen zijn plannen presenteerde. Het werd niet positief ontvangen. “Elke innovatie is een hoger risico, want we kunnen niet berekenen wat de gevolgen zijn van die innovatie”, vertelde één van de bankmedewerkers hem. Dat betekende dat Ecodorp Boekel hoge hypotheekrentes zou moeten betalen. Maar dat kon helemaal niet, vertelt Vlems nu. “We bouwen sociale huurwoningen, dus wij kunnen ons geen hoge rente veroorloven.” Uiteindelijk bood een Duitse bank met ervaring op het gebied van woongemeenschappen uitkomst door financiering aan te bieden.

Pilot verzekeren Michiel Delfos, directeur Schade en Inkomen bij Achmea, herkent de ervaring van Vlems. “Wij merken ook dat het verzekeren van innovaties en het geven van kredieten voor innovaties, moeilijk zijn. Juist omdat het nieuw is. Daardoor weet je niet welke risico’s daaraan vastzitten.” Ondanks deze onbekendheid, besloot Achmea toch over te

Duurzame bouw

De onbekende weg van groene innovatie gaan tot verzekeren. Alle machines, leidingen en woningen heeft Achmea opgenomen. “Je kunt er angstig in zitten en het daarom niet doen, maar je kunt er ook voor kiezen een pilot aan te gaan, omdat het bijdraagt aan duurzaamheid. Daar hebben wij voor gekozen en we denken dat we er uiteindelijk ook van leren en weer een stapje voorlopen in de nieuwe wereld.” “Als je in een vroeg stadium aanhaakt en meedenkt, dan leer je ook de risico’s kennen”, verklaart Delfos de stap van de verzekeraar. Ook kan deze ervaring leiden tot nieuwe producten of diensten. “Het sterke van Ecodorp Boekel is de kleinschaligheid, het experimenteren en het innoveren. Ik denk dat het onze kracht is om ontwikkelingen gro-

ter en bekend te maken; we hebben tien miljoen klanten en daarmee een groot bereik. Hoe onbekend dit ook nog is, ik weet wel dat er ongetwijfeld mooie en nieuwe samenwerkingen uit voortkomen.”

Michiel Delfos Wie wat Directeur Schade en Inkomen waar Achmea

17


Duurzame bouw

Bij schade een complete vloer vervangen is niet meer van deze tijd Waterschade aan een houten vloer, inbraakschade aan een raamkozijn of beschadiging van een stenen keukenblad? Mensen kiezen er bij dit soort schades vaak voor om alles te vervangen. Zonde, vinden verzekeraar a.s.r. en schadeherstelbedrijf Novanet. Dit is namelijk niet alleen slecht voor het milieu, maar levert vaak ook meer gedoe op voor de bewoners. Door Rianne Lachmeijer

V

eel mensen kiezen er bij schade voor om het hele product te vervangen en staan er niet bij stil dat er vervolgens een hele keten in beweging komt. Bijvoorbeeld bij het vervangen van een complete houten vloer waarvan slechts 10 procent beschadigd is. Het kappen van bomen, zagen van planken, verschepen, inpakken en het vervoer van de

we willen een echt duurzame verzekeraar zijn 18

vloerplanken naar de winkel kost veel energie en grondstoffen. Onderzoeksbureau CE Delft vergeleek de klimaatimpact van het repareren van een aantal schades met het compleet vervangen ervan. Het onderzoeksbureau keek hierbij naar waterschade aan een houten vloer, inbraakschade aan een raamkozijn en schade aan een stenen keukenblad. Uit dat onderzoek blijkt dat de klimaatimpact van repareren drie tot zes keer lager ligt dan de

2

impact van vervanging, vooral omdat voor reparatie minder nieuwe materialen nodig zijn. De productie, het vervoer en de afvalverwerking van een nieuw product hebben allemaal invloed op het milieu. Zo blijkt dat de reparatie van twee vierkante centimeter van een stenen keukenblad zes keer beter is voor het milieu dan de vervanging van het complete blad. Dat is vergelijkbaar met de productie van 1.022 plastic PET flesjes van een halve liter, berekende CE Delft. Vanwege deze klimaatimpact wil a.s.r. ervoor zorgen dat mensen bij schade vaker kiezen voor reparatie in plaats van een complete vernieuwing. Dat past ook bij de rol die de verzekeraar voor zichzelf ziet. “We willen niet alleen duurzaam zijn met ons pand en als belegger, maar we willen een écht duurzame verzekeraar zijn”, vertelt MVO Manager

cm2

reparatie van 2 cm2 keukenblad is 6 keer beter dan vervanging van het hele blad

Annechien ten Brink Wie wat MVO Manager waar a.s.r.

Annechien ten Brink. Dat betekent dat de verzekeraar duurzaamheid overal in de organisatie wil laten terugkomen. “Dus in al onze activiteiten, processen, beleggingen, producten en diensten.” Duurzaam herstel van schade is daar een voorbeeld van.

Verder dan het milieu Duurzaam herstel betekent dat alleen de onderdelen die kapot zijn, worden vervangen of gerepareerd. Als het kan met behulp van hergebruikte materialen, maar dat lukt niet altijd. Voor Paul Westerik, contract manager schade bij a.s.r., gaat duurzaam herstel verder dan het milieu. Het draait ook om de veiligheid van de herstellers en het gemak voor de klanten. Westerik sluit contracten af met schadebedrijven die aan die voorwaarden voldoen. Zo werkt a.s.r. al jaren samen met het schadeherstelbedrijf van Robert Keijzer. Met zijn bedrijf Novanet heeft Keijzer al circa dertig jaar een gedegen plaats in de reparatiebranche. Repareren klinkt simpeler dan het is, weet hij. “Het is heel lastig om overal de juiste en ook weer dezelfde materialen voor te vinden”, zegt Keijzer. Denk aan hout uit een tienjaaroude vloer of een onderdeel van een twintigjaaroude keuken. Daarom heeft hij een hele afdeling met mensen die onder-


nette bedrijfskleding. Tegelijkertijd merkt hij dat de groep groeit van mensen die duurzaamheid belangrijk vindt.

Het nieuwe normaal

Robert Keijzer Wie wat Directeur waar Novanet

Klanten overtuigen “Wat betreft reparaties zijn er veel dingen mogelijk”, zegt Westerik. De uitdaging is om klanten te overtuigen dat repartie net zo goed is of zelfs beter, dan vervanging. Westerik geeft het voorbeeld van een door inbraak beschadigde schuifpui. Als mensen kiezen voor vervanging, moet de hele schuifpui eruit. “Het stucwerk gaat kapot, de gordijnrails moet eraf en voor je het weet heb je voor de klant allerlei ingrijpende maatregelen die genomen moeten worden”, legt hij uit. In plaats daarvan is het team van Keijzer vaak in staat om de schade te repareren zonder de schuifpui te verwijderen. Dat is dus een veel betere oplossing, vindt Westerik. “Los van het feit dat wij als verzekeraar al die maatregelen niet hoeven te betalen, hebben mensen er ook veel minder ongemak van.” In het begin zijn klanten vaak sceptisch, merkt Keijzer. “Omdat

recycling

delen opzoeken. Ook bewaren zij onderdelen als zij bijvoorbeeld het sluitwerk van een kozijn vervangen. Daarnaast volgt Keijzer met zijn collega’s de woontrends. “Om te kijken of wat wij nu kunnen repareren in de toekomst ook nog kan. We kijken bijvoorbeeld naar de materialen waarvan keukens nu worden gemaakt, zal dat over tien jaar nog zo worden gebruikt?”

zij te horen krijgen van hun leverancier - waar ze vertrouwen in hebben - dat de schade niet te repareren is. Dan ligt er al een offerte klaar voor het vervangen van een hele keuken of vloer. Maar dan komen wij en is het de kunst om die klanten te overtuigen en mee te nemen.” Hij merkt dat mensen gaandeweg meer vertrouwen krijgen in de operatie. “Klantgerichtheid en empathie, maar ook de uitstraling van het bedrijf, zijn daarin heel erg belangrijk.” Zo komt zijn team altijd langs in schone auto’s en

“Het is lastig de juiste materialen te vinden”

Ten Brink vertelt dat a.s.r. zich naast de eigen klanten ook wil richten op de mensen die Keijzer noemt: degenen die al veel met duurzaamheid bezig zijn. Onderdeel daarvan is de samenwerking met nieuwe distributiepartners zoals ASN Bank, die net als a.s.r. veel waarde hecht aan het verder verduurzamen van de financiële sector. ASN Bank biedt drie duurzame schadeverzekeringen van a.s.r. aan hun klanten aan. Het gaat om aansprakelijkheid-, inboedel- en opstalverzekeringen. “Daarbij is het de norm dat als je schade hebt deze duurzaam hersteld wordt.” Het is afwachten wanneer heel Nederland voor reparatie in plaats van complete vervanging kiest. Ten Brink heeft goede hoop dat de ambities van de Nederlandse overheid om 100 procent circulair te zijn in 2050 daarbij helpen. “In 2030 willen we al op de helft zijn, dus daar zal de sector ook in moeten meegaan. Maar ik hoop dat we sneller gaan.”

Robert Keijzer

19


VOLGENS ... colofon

“ Door samenwerking en het verbinden van sectoren maken we het verschil als het gaat om een duurzame ​​ wereld. Nederland herbergt geweldige technologie en kennis!” Ahmed Aboutaleb 20


WorLd expo 2020 dubai Elk deelnemend land stelt voor het eigen paviljoen een inhoudelijk werkthema vast dat binnen het overkoepelende thema van de Expo past. In goed overleg met bedrijven en kennisinstellingen is voor de Nederlandse deelname gekozen voor de water, energie en voedsel nexus (nexus is Latijn voor ‘verbinding). Dit is vertaald naar ‘Uniting water energy food’. Water, voedsel en energie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en alle drie cruciaal in de wijdere Golfregio. Bron: Rijksoverheid Foto: Het Nederlandse paviljoen in aanbouw. © Ministerie van Buitenlandse Zaken / Faisal Khatib Photography Foto rechtsboven: Artist impression van het uiteindelijke resultaat. © V8 Architects

21


colofon

ChAngemaker Lindy Hensen Wie wat Oprichter waar Tekkoo

Winnaar week 10 Changemaker Awards 2021

tekkoo Tekkoo maakt de wereld een stukje mooier door duurzame innovaties in cleantech. Het helpt bedrijven met het geven van versnelling in een project, met een innovatieprogramma, een nieuwe methodiek of met 22financiering voor een startup.


“Als je duurzaamheid uit de geitenwollensokkenhoek wil krijgen moet het rendabel zijn”

je daarvoor gaan staan. Ik vind dat elke leider dat zou moeten kunnen. Het gaat ook om kansen creëren voor anderen. Niet alleen je eigen trucje doen en vervolgens heel content met jezelf zijn. Ik wil ervoor zorgen dat ook andere mensen kansen krijgen om hun ondernemerschap te ontwikkelen. Ik wil overdragen wat ik leer. Ik kan het alleen doen, maar dan heb ik een kleinere impact. Dus ik wil ook juist anderen in staat stellen.”

Impact Lindy Hensen is medeoprichter van Tekkoo, een bedrijf dat gespecialiseerd is in innovatie en de uitvoering daarvan bij bedrijven. Hensen hielp met Tekkoo bedrijven als Stedin, Cosun, Eneco, Engie en AEB. Ook richtte zij samen met Bas van Wieringen en Sytze van Stempvoort PeelPioneers op, waar zij in de Raad van Commissarissen zit. Uit de sinaasappelschil ‘wint’ PeelPioneers ingrediënten die vervolgens worden gebruikt in levensmiddelen, cosmetica en schoonmaakmiddelen. Hensen studeerde Industrial Design Engineering aan de TU Delft. Door Sabine Sluijters

Visie “Duurzaamheid is gewoon een must have. Het is geen vraag voor mij of het nodig is of niet. Ik vind echt dat we naar een duurzamere wereld moeten. Ik ben er absoluut van overtuigd dat we deze uitdaging aankunnen en ook dat we er minder over moeten praten en meer moeten doen. Vanuit die frustratie hebben Bas van Wieringen en ik Tekkoo opgezet. Toen we Sytze van Stempvoort tegenkwamen besloten we te laten zien dat het kan door PeelPioneers op te richten. Pure eigenwijsheid eigenlijk. We zagen dat er een bepaalde hoeveelheid schillen was en besloten daar een business omheen te bouwen. Als je duurzaamheid uit de geitenwollensokkenhoek wil krijgen moet het rendabel zijn. En ik geloof ook dat het rendabel kan. Bij PeelPioneers lukt dat. We willen niet dat het een trucje is dat wij

“Bij grotere bedrijven gaat het erom ondernemend gedrag in te brengen”

toevallig een keer goed hebben gedaan. Met Tekkoo gebruiken we deze kennis dus om andere innovaties ook te versnellen, bij grote bedrijven en bij startups. We treden op als impactinvesteerder met ons fonds en investeren daarbij ook in tijd. Bij grotere bedrijven gaat het erom ondernemend gedrag in te brengen, want daar hebben ze wel goede ideeën en veel kennis maar gaat het niet altijd even snel. Het gaat echt om de mouwen opstropen en gaan.”

Leiderschap “Aan het eind van mijn leven wil ik graag substantieel hebben bijgedragen aan een duurzamere wereld. En dat doe ik door te werken aan circulaire en biobased oplossingen. Ik denk dat ik heel erg vanuit een geloof acteer en dat dat aanstekelijk werkt. Als je weet wat je belangrijk vindt, dan kun

“Met Peel Pioneers laten we zien dat het kan. Het is één van de eerste bedrijven in Nederland die circulariteit als businesscase heeft. Daarmee maken we het tastbaar. Daar gaat kracht vanuit. Binnenkort opent een nieuwe fabriek die drie keer groter is dan de vorige. En we gaan de schillen beter ontrafelen en veel meer producten maken. Over vijf jaar hoop ik dat we met Peel Pioneers aan het internationaliseren zijn. Dan denk ik aan andere Europese landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje. En ik hoop dat we ons fonds bij Tekkoo verder kunnen uitbreiden. Niet alleen met circulaire start-ups maar bijvoorbeeld ook met start-ups die werken met plantaardige eiwitten en biobased materialen, want dat is ook heel belangrijk.”

Wekelijks biedt Change Inc. drie koplopers van de toekomsteconomie het podium. Een van de drie wordt door een jury aangewezen als Changemaker van de Week, en uitgenodigd voor een podcast-interview met Paul van Liempt.

Beluister de podcast met Lindy Hensen op Spotify

23


ontwikkeling

Schuimend en sissend spoelen de golven rondom de 65 betonnen pijlers van de Oosterscheldekering. De dam is onderdeel van de Deltawerken en beschermt Zeeland sinds de afronding van de bouw in 1986 tegen hoogwater. Veiligheid, dat is waar de kering voor is gebouwd. Maar het waterwerk doet meer dan dat. Want onzichtbaar voor het oog en onhoorbaar voor het oor, wekt de dam energie op. Door Sabine Sluijters

E

nkele meters onder het kolkende wateroppervlak hangen vijf turbines tussen de kolossale pilaren. Daar trotseren zij het zoute water en laten ze zich ronddraaien door de stroming die ontstaat door eb en vloed. De energie die zij daarmee opwekken, gaat via een flexibele kabel naar het elektriciteitsnet op het vaste land. Gezamenlijk leveren de onderwatermolens elke dag genoeg stroom voor duizend huishoudens.

Onhoorbare opwekking Getijdenenergie spreekt tot de verbeelding. Net als zon en wind, wordt een natuurverschijnsel gebruikt om energie op te wekken. Maar de techniek heeft een aantal grote voordelen ten opzichte van de andere methodes van duurzame energieopwekking.

Getijdenenergie loopt tien jaar achter op windenergie 24

Om te beginnen is getijdenenergie voorspelbaar. De cyclus van de maan die het tij aanstuurt, kent weliswaar net als zon en wind een variabel patroon, maar in tegenstelling tot zon en wind is dat regelmatig. “En het is op de minuut te voorspellen”, zegt directeur Andries van Unen van Tocardo, het bedrijf dat de turbines in de Oosterschelde ontwikkelde en exploiteert. “Omdat de elektriciteitsvoorziening steeds afhankelijker wordt van variabele bronnen naarmate de energietransitie vordert, is dit een groot pluspunt.” Daarnaast is het een onzichtbare en onhoorbare vorm van energieopwekking. Ook dat is een groot voordeel, zeker in Nederland waar ruimte schaars is en de toename van duurzame energieopwekking op groeiende weerstand stuit vanuit de samenleving. Naar het effect van de turbines van Tocardo op zeeleven is veel onderzoek gedaan en tot nu toe zijn er geen negatieve gevolgen gevonden. “Vissen en zelfs bruinvissen zwemmen erdoorheen of

Energie van de maan: ‘Hier gaan over het tij, de maan, de wind en wij’

[quotes]

“Body algemeen Haboro, book italic 16/18”


grootste deel daarvan zal moeten komen van turbines in de Oosterscheldekering.

mijden de momenten dat het hard stroomt”, zegt Van Unen.

Energie met potentie

Deltawerken bieden veel mogelijkheid tot oogsten van energie

Drukke Noordzee Daarnaast zit er in de Nederlandse wateren veel winbare energie. Dat kan worden gedaan

Ambitieuze energie

op open water, zoals bij de Orbital 2 of door het bouwen van een 30 tot 50 kilometer lange dam loodrecht op de kust. Deze techniek, de zogenaamde Dynamic Tidal Power (DTP) kan in potentie enorme hoeveelheden energie opwekken. Onderzoekers van CE Delft berekenden dat twee dammen van 50 kilometer in 55 procent van de elektriciteitsvraag van Nederland kunnen voldoen. Nadeel is dat de dammen een enorm effect zullen hebben op de ecologie voor de kust. Ook zijn dammen van deze omvang lastig in te passen in de drukke Noordzee. Dat is anders wanneer de turbines in reeds bestaande kunstwerken zijn verwerkt. Vooral de Deltawerken bieden een uitgelezen mogelijkheid om op deze manier energie te oogsten. Volgens dezelfde onderzoekers kan in Nederland voor 100 MW aan installaties gerealiseerd worden die gezamenlijk goed zijn voor een kleine 1 PJ per jaar. Het

GW

Andries van Unen Wie wat Directeur waar Tocardo

De provincie Zeeland heeft dan ook flinke ambities als het gaat om getijdenenergie en wil, als het technisch en ecologisch haalbaar is, uiterlijk in 2030 turbines hebben in de Brouwersdam, Oosterscheldekering en de Grevelingendam. Gezamenlijk kunnen die stroom produceren voor tienduizenden huishoudens in Zeeland en Zuid-Holland. Een reële ambitie vindt Van Unen. “In Zeeland zit genoeg energie in het water om alle huishoudens van stroom te voorzien.” Op een totale productie van duurzame energie in Zeeland van 11 PJ is 1PJ een bescheiden bijdrage, erkent ook Sander des Tombe. Als Dutch marine energy ambassador werkt hij namens het Dutch Marine Energy Centre aan de bekendheid van onder andere getijdenenergie. “Maar die 100 Megawatt kan voor de technologie wel een belangrijke doorbraak betekenen.”

40

Getijdenenergie heeft dan ook veel potentie als aanvulling op wind en zon. De Europese Unie heeft als doelstelling om in 2025 100 MW geïnstalleerd vermogen in het water te hebben wat tot 2030 moet oplopen tot 1 GW en in 2050 tot 40 GW. De afgelopen jaren stijgt het aantal projecten. Vooral in het Verenigd Koninkrijk gaan de ontwikkelingen snel. Zo werd dit jaar in Schotland met miljoenen overheidsgeld de krachtigste, drijvende centrale voor getijdenenergie geïnstalleerd. De Orbital 02 gebruikt de sterke stroming rond de Orkney eilanden ten noorden van Schotland om energie op te wekken en heeft een vermogen van 2 MW. Dat klinkt niet veel, maar zou het begin kunnen zijn van veel meer. Volgens experts herbergt het water in dit gebied een vermogen van 1200 MW aan getijdenenergie. Ook de stroming rond Wales en de Isle of Wight zouden heel geschikt zijn voor het opwekken van energie. Andere hotspots zijn de westkust van Frankrijk en rond de kanaaleilanden.

De Europese Unie heeft als doelstellking om in 2050 40 GW geïnstalleerd vermogen in het water te hebben

Kosten baten Want voor de verdere ontwikkeling van getijdenenergie is schaal nodig. “Getijdenenergie loopt 10 jaar achter op windenergie”, zegt Des Tombe. “Maar de techniek kent een groot innovatiepotentieel waardoor de kosten omlaag

gaan en de opbrengsten omhoog.” Dat is een trend die al is ingezet. Cijfers van de Europese Commissie laten een kostendaling in de sector van 40 procent in drie jaar tijd zien. En dat is nodig, want de kosten zijn een van de problemen die de doorbraak van getijdenenergie parten spelen. Want alle ambities ten spijt, zijn tot nu toe alleen de vijf turbines van Tocardo in gebruik. “De kostprijs is nog hoog omdat de schaalgrootte van de projecten nog klein is”, zegt Van Unen. “Ook wordt de waarde van de voorspelbaarheid van deze vorm van energie nu nog niet meegerekend. Die voorspelbaarheid wordt in de toekomst alleen maar belangrijker en dus kostbaarder.” Bovendien biedt de ontwikkelde techniek exportkansen naar andere landen. Want Nederland heeft nog altijd een grote naam op het gebied van maritieme en offshore industrie. Maar die voorloperpositie wordt bedreigd, denkt Des Tombe. “Om aan te haken op de versnelling die in het buitenland plaatsvindt hebben we op korte termijn projecten nodig in Nederland.” Daarvoor is niet meteen veel publiek geld nodig. “De overheid moet vooral voor de juiste randvoorwaarden zorgen. Want het belangrijkste is zekerheid over locaties en vergunningen. Dan stapt de markt er echt wel in.”

25


column colofon

Leiders te voorzichtig door afrekencultuur Van leiders wordt verwacht dat ze open, koersvast en zelfbewust zijn. En dat ze niet weglopen voor verantwoordelijkheid. Maar hoe zorg je dat ze niet te voorzichtig worden in een afrekencultuur?

D

e cc’s in de mailtjes bij de overheid zijn vaak een vorm van indekken. Alle lagen en instanties moeten op de hoogte zijn, voordat er een knoop wordt doorgehakt”, zegt topambtenaar Mark Frequin in een interview met de Volkskrant. Hij schreef een boek over ambtelijk leiderschap, met ook voor andere sectoren herkenbare lessen en beschrijvingen. Zoals: “Bij onderwerpen als stikstof, klimaat of energietransitie zijn meerdere departementen betrokken. Dan moet je wel samenwerken. Het probleem is dat je een bus niet met zijn dertigen kunt besturen. Uiteindelijk moet je ook durven besluiten: die organisatie of die persoon kan het heel goed, daar hebben we vertrouwen in, die laten we het doen.” Maar durf je zo’n beslissing ook te nemen in een afrekencultuur?

korte lontjes

Mensen zijn bang om de schuld te krijgen, terwijl iedere organisatie fouten moet kunnen maken

Natuurlijk moeten leiders tegen een stootje kunnen. Als je jezelf goed genoeg acht een positie met status, macht en geld te bekleden, moet je ook tegen kritiek kunnen als een besluit verkeerd uitpakt of als je een fout maakt. Ik heb me vaak verbaasd over de korte lontjes van CEO’s of bestuursvoorzitters, die zelfs niet opgewassen waren tegen speldenprikken in een live-interview. Of wat te denken van boven-ons-gestelden die je na een kritisch stukje schuimbekkend toevoegen dat ze je carrière zullen dwarsbomen waar ze maar kunnen. Als je als leidinggevende zo reageert, functioneer je boven je vermogen en kun je beter wat anders gaan doen. Maar mij gaat het hier om kritiek die doorslaat, die elk besluit onder het vergrootglas legt en op alle slakken zout legt.

26

Ook media moeten in dit hele proces kritisch naar zichzelf kijken. Volgens Frequin zijn journalisten niet op zoek naar hoe een organisatie in elkaar zit, maar willen ze weten waar de fout zit. Dat nodigt niet uit om open over je werk te praten, zegt Frequin. “Mensen zijn bang om de schuld te krijgen, terwijl iedere organisatie fouten moet kunnen maken. Anders leer je niet.” Het naming and shaming, het zoeken naar zondebokken, staat een open cultuur in de weg, meent hij. Of zoals NRC Handelsblad de medialogica beschrijft: “De cyclus van schandaal en ophef gevolgd door beschadiging, verantwoording en regeldwang. Oftewel de risico-regel reflex.” Het leidt tot kortademigheid “waarop de media zouden kunnen reflecteren.”

tot de sloophamer In zijn boek Range, met als ondertitel “waarom generalisten triomferen in een gespecialiseerde wereld”, betoogt de Amerikaanse journalist David Epstein overtuigend dat we in de onzekere, ongestructureerde wereld waarin we nu leven, vooral gebaat zijn bij improvisatievermogen en creativiteit. Bij leiders die omwegen durven nemen, lef hebben om te experimenteren, wendbaar zijn en verbindingen kunnen leggen omdat ze zich niet op één oplossing blindstaren. Als tegenprestatie moet je ze dan wel volop bewegingsruimte gunnen. Tot ze er misbruik van maken, natuurlijk. Dan kun je altijd nog de sloophamer uit de gereedschapskist halen.

Paul van LiempT TV en radio presentator


voeding interview

SPECIAL

˚ be·stek (het; o; meervoud: bestekken)

1 vork, lepel en mes, eetgerei voor één persoon 27


interview INTERVIEW Foto: Foodvalley

“ Nu lach je er nog om, maar over vijf jaar zit je aan de meelwormenspaghetti” 28


In Wageningen huist een heuse voedselvallei, Foodvalley genaamd, dat onder leiding van directeur Marjolein Brasz en het nieuwe bestuur onder voorzitterschap van oud VVD-minister Edith Schippers in sneltreinvaart is uitgebouwd tot voedselinnovatiecentrum van Europa. Daarmee kan Nederland een grote rol spelen in het ontwikkelen van het voedselsysteem van de toekomst, want wat eten we in 2050 en hoe maken we dat zo duurzaam, betaalbaar, gezond en ook nog zo lekker mogelijk? Door Eva Segaar en Willemijn van Benthem

E

en muur gemaakt van koffiedrap, tegels van garnalenschillen en een lamp van gebruikte festivaltenten: het vernieuwde Foodvalley, gebouwd uit enkel duurzame materialen, opende afgelopen november haar deuren op de campus van de Wageningen Universiteit & Research. Door de grote glazen wand is het kantoor goed te zien vanuit het hart van het gebouw. “We merken nu al dat het veel bekijks heeft”, zegt Marjolein Brasz, sinds een jaar directeur van Foodvalley, terwijl ze een rondleiding geeft. “Het idee is dan ook dat mensen gemakkelijk binnenlopen. En dat we mensen aantrekken om hier te komen werken. Overal wordt de duurzame boodschap in verwerkt, zoals Foodvalley dat zelf ook wil uitdragen. We zien ons bedrijf als onderdeel van een zwerm vliegende spreeuwen. Onderling hebben vogels afspraken hoe ze samenwerken en om de beurt de leidende rol pakken. Zo werken wij binnen ons Foodvalley-ecosysteem ook: samen met mensen, organisaties en andere partijen. Dan leidt de een, dan de ander. We hebben elkaar nodig”

Regionale wortels, internationale ambities Mensen, organisaties en andere partijen die zich bezighouden met het voedselsysteem van de toekomst, ze zijn allemaal hard nodig in de Gelderse voedselvallei. In 2050, is het streven, moeten wereldwijd zo’n 10 miljard mensen gezond, duurzaam, betaalbaar en ook nog lekker eten. Het doel van Foodvalley is bij te dragen aan de transitie van het voedselsysteem dat daarvoor nodig is. Oorspronkelijk is de organisatie opgericht als marketingplatform om de in Nederland uitgevonden en nieuwe voedselproducten in het buitenland te promoten. Maar het bestuur, onder voorzitterschap van Edith Schippers, ex-minister van Volksgezondheid en president van DSM Nederland, en directeur Marjolein Brasz, wordt Foodvalley inmiddels versneld omgevormd om die voedseltransitie kracht bij te zetten. “We zijn een ecosysteem van nationaal belang met regionale wortels en internationale ambities”, zegt Schippers. “Want een voedselsysteem veranderen gaat de hele wereld aan. En wij hebben hier nou eenmaal de kennis, kunde, techniek, bedrijven én slimme koppen die samen daadwerkelijk het verschil kunnen maken.”

Drie thema’s De zogenoemde groep van spreeuwen is er. De opdracht ook. Brasz en Schippers zetten in op drie thema’s: de eiwittransitie, circulaire agrifood, en voeding en gezondheid. Met de gedachte dat als zij zich daar met Foodvalley op richten, er gezamenlijke stappen op worden

29


interview

gezet. Schippers is strijdbaar: “Omdat wij geen commercieel belang hebben, kunnen we de partijen bij elkaar brengen. Dat is belangrijk om te slagen.” Het initiatief wordt financieel gesteund door de provincie Gelderland, die in 2019 en 2020 al 3,84 miljoen euro investeerde. Gelderland is kapitaalkrachtig sinds de verkoop van energiebedrijf Nuon aan het Zweedse Vattenfall. Voor de komende vier jaar is er door de provincie nog eens 13,6 miljoen euro gereserveerd Schippers: “Gelderland is een provincie die over haar schaduw heenstapt. Dat vind ik heel knap, en daardoor gaat het ook werken.” Letterlijk een regionale organisatie die wereldwijd het verschil wil maken. “De nationale overheid gaat ook hier een rol in pakken. En Europa op een gegeven moment evengoed”, vult Brasz aan. “De provincie Gelderland is een koploper. Zij zien in dat als het goed gaat, het geld vanzelf weer terugkomt in Nederland en in de regio.”

“Als je alles blijft onderzoeken, krijg je paralysis by analysis” Marjolein brasz

Boeren laten boeren De betrokkenen bij Foodvalley denken buiten de landsgrenzen. Belangrijk, omdat de hele wereld met de huidige klimaatverandering is opgezadeld. Na de Tweede Wereldoorlog was het credo dat niemand meer honger mocht lijden, dus werd in Nederland de invasieve teelt omarmd. Later bleek dat de aarde te veel uit te putten en bleek ook dat de veeteelt zorgt voor methaanuitstoot, een sterk broeikasgas dat de aarde versnelt opwarmt. Dus moeten we overschakelen naar een duurzamere vorm van landbouw. Schippers onderstreept het belang van die overstap, ook voor ons eigen land: “In Nederland zie je dat onze bodem droger wordt, dat we verzouten. Het is niet alleen een probleem van de derde wereld.” Bovendien is de honger de wereld nog niet uit. De oud-minister kijkt ernstig als ze zegt: “800 miljoen mensen gaan dagelijks zonder eten naar bed, dat zal niet minder zijn geworden door Covid-19. Er is daarnaast een enorme groep mensen in ieder land, ook in de rijke landen, die eigenlijk ondervoed zijn zonder dat ze het weten. Puur omdat ze niet de juiste voedingstoffen binnenkrijgen.” Schippers noemt obesitas en andere welvaartsziektes het gevolg van de toenemende welvaart. Om niet te spreken van de voedselverspilling. “Dertig procent wordt weggegooid gedurende het productieproces, transport, of door de consument”, vult Brasz aan. Een getal dat niet is uit te leggen, als je het enorme voedseltekort ziet en wat het kost aan grondstoffen om het te maken. Die balans moet beter. Schippers: “Het is helemaal niet ons streven om boeren minder te laten boeren. Of dat we zeggen, de helft van de boeren moeten weg. We

30

moeten straks 10 miljard monden voeden dus we moeten helemaal niet naar minder, we moeten naar meer, maar dan wel duurzaam.” Schippers praat nu vanuit haar ervaring als oud-minister. Want ze heeft geleerd, waarvoor je betaalt, dat krijg je. Ze memoreert: “Dus als je betaalt voor gebouwen, krijg je veel ziekenhuizen. Als je betaalt voor bedden, krijg je veel bedden. Ik dacht destijds als minister nog: en als je betaalt voor kwaliteit van zorg, krijg je dat vast, maar dan krijg je een enorme discussie over: wat is kwaliteit?” Ze wil maar zeggen, de boeren zitten in een vergelijkbare situatie. “Als wij betalen voor goedkoop eten, dan produceren de boeren dat. Dat doen ze nu heel efficiënt en goed. Dus we moeten slimmer zijn en zorgen dat we de individuele boer gaan betalen voor duurzame en gezonde producten. Dat werkt beter dan de hele sector af te rekenen.”

Nederland niet het beste kindje van de klas Wie is Marjolein Brasz Marjolein Brasz (1976) startte bij Shell en werkte vervolgens bij ExxonMobil als senior business developer. Daarna heeft ze diverse leidinggevende posities bekleed waaronder director sustainable tranpsort, bio-energy & biomaterials voor Guidehouse. De aan de Erasmus Universiteit afgestudeerde bedrijfskundige werd in 2020 aangesteld als directeur Foodvalley. Centraal in haar loopbaan staan innovatie en ontwikkeling op het gebied van systemen, processen en producten. Marjolein Brasz woont samen.

Schippers en Brasz zijn ambitieus en vinden dat Nederland met Foodvalley een koppositie kan pakken in de voedseltransitie. Maar, vindt Schippers, dan moet Nederland zich niet gedragen als dat luie jongetje achterin de klas. “We hebben wel eens de neiging om achterover te leunen en zelfgenoegzaam te kijken naar hoe we de tweede landbouwexporteur van de wereld zijn geworden. Oh, wat doen we het toch goed.” Die tijd is voorbij. Brasz: “Het was eerder al zichtbaar bij de energietransitie, toen Nederland vooropliep met de onderliggende techniek van de windmolens, en snel werd ingehaald door landen als Denemarken en Duitsland die wél doorpakten en investeerden in eigen productie van windparken. Doordat die landen opschaalden, kon Nederland de koploperspositie niet vasthouden”. Brasz heeft het van dichtbij meegemaakt toen ze nog op de energietransitie werkte. Haar ervaring is dan ook: “Innoveren in ketens is ook innoveren. Het hoeft niet

altijd uit onderzoek te komen. Als je onderweg bent met je onderzoek, ga het dan vast toepassen, want dan wordt het steeds beter zodat je daarna sneller kunt opschalen. Als je alles blijft onderzoeken, krijg je paralysis by analysis. Daar moet je mee oppassen.” Schippers wil daarom ook inzetten op versnelling en impactvergroting, en hoe onderzoeksresultaten in de praktijk kunnen worden gebracht. Want andere landen zitten ook niet stil. “Dat is overigens maar goed ook, we moeten elkaar versterken om het verschil te maken. Dat is het hele idee achter het Foodvalley ecosysteem.”

De stand van Nederland Brasz geeft een voorbeeld uit de praktijk: “We zijn bezig met een groot consortium om de insectenindustrie meer leven in te blazen. Insecten zijn goed voor zowel dierenvoeding als voor onszelf. Ze hebben een gezond hoog eiwitgehalte. Meelwormen, black soldier fly’s… nu lach je nog, maar over vijf jaar zit je aan de meelwormenspaghetti.” Dat is een van de veranderingen waar we naar toe gaan. Maar ondertussen moet er worden gewerkt aan toepassingen om die industrie los te krijgen. Brasz noemt het bedrijf Protix uit Dongen dat goed is gepositioneerd, als ook Protifarm en InsectoCycle, wetende dat ook in Frankrijk al druk wordt gewerkt aan dezelfde ontwikkeling. Brasz: “De Franse overheid hebben er recent veel geld in gestopt, waardoor er in no time een kennis-gap van acht jaar wordt ingelopen op ons.” Volgens Schippers liggen daar meerdere oorzaken aan ten grondslag. Ten eerste de hoge risico-investeringen die in andere landen wel te krijgen zijn voor dit soort innovaties. Daarnaast is de EU-regelgeving een doorn in het oog. Schippers: “In Europa kijken ze niet alleen naar de veiligheid van het eindproduct maar ook naar het proces. Ieder stapje moet worden gecontroleerd. In Amerika wordt gewoon een nieuw product gelanceerd als het product veilig is bevonden. Onze Nederlandse


uitvindingen zijn daar al op de markt, terwijl we dan in de EU nog wel even bezig zijn om te worden toegelaten. In de Verenigde Staten heb je durfinvesteerders en kapitaal, die ook beter weten waar de risico’s zitten bij de biotechbedrijven.” Dat moet anders, vindt ze. “We hebben alles in huis, maar moeten zorgen dat we de boot niet missen. Dat is een van de redenen waarom wij actief zijn in het nieuwe programma FoodSwitch.”

met 20 procent gegroeid naar 220. Ook neemt het aantal partners van Foodvalley in binnen- en buitenland significant toe. Die nieuwe aanwas komt omdat we zeggen, we weten allemaal dat de transitie moeilijk is, en daarom gaan we het samen doen.” Zo kunnen producenten als Unilever laten weten als hun productiefaciliteit even niet wordt gebruikt, en kan een ander bedrijf dat geen faciliteiten heeft, daarvan gebruik maken. “Dat is handig, anders moeten kleine bedrijven, zoals startups in voor hen veel te dure machines investeren,” zegt Schippers.“Als er bijvoorbeeld bij bedrijven als Schouten, Cosun, Keygene en Unilever een uur geen productie draait, kan een ander bedrijf zich daarop inschrijven.” Het is bijzonder volgens Schippers. Ook omdat het veel gedoe is om het voor iedereen goed te regelen en contractueel vast te leggen, want wie is aansprakelijk als er iets gebeurt? Vanuit Foodvalley zit er daarom een team op dat dit allemaal uitzoekt en vastlegt. “Daarnaast loop je tegen de wetten aan, bijvoorbeeld de Mededingingswet. Wij werken hard om test- en onderzoeksfaciliteiten beschikbaar te stellen en het gebeurt ondertussen echt. Dit delen ontstond binnen de WUR en breiden we nu uit naar het hele ecosysteem” Zo brengt Foodvalley relevante faciliteiten in Nederland in kaart, en kan sneller worden voorkomen dat er in Wageningen een faciliteit wordt gebouwd die al in Delft bestaat.”

Groeien in verdienvermogen FoodSwitch is opgezet door Foodvalley en de WUR, met partners in de sector als bedrijven en overheden om te zorgen voor versnelling van de veranderingen die nodig zijn in het verduurzamen van het voedselsysteem. Eén onderdeel is zorgen voor financiering. Foodswitch doet hiervoor een beroep op 276 miljoen uit het Nationaal Groeifonds, een bak geld die de Nederlandse overheid nu tegen een lage rente kan lenen en wil investeren. De commissie wordt voorgezeten door oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. In de eerste ronde werd het verzoek van FoodSwitch afgewezen en ging het geld naar onder andere de ontwikkeling van – groene - waterstof. Later dit jaar volgt nog een tweede ronde waar verbeterde verzoeken kunnen worden ingediend. Schippers is er positief over gestemd. “Het was voor iedereen een beetje zoeken naar wat van elkaar wordt verwacht. Maar door in FoodSwitch te investeren, creëer je toekomstig verdienvermogen voor Nederland en kunnen we ook nog eens de duurzaamheidsdoelstellingen behalen. Het mes snijdt aan twee kanten.” Want feit is dat, als we die 10 miljard monden ook nog eens gezond, betaalbaar en duurzaam willen voeden, dat een uitdaging is die nog aandacht behoeft, om het zachtjes uit te drukken. En als dat op een manier kan waarop ook nog geld wordt verdiend, is er makkelijker tractie op te krijgen. Brasz: “Om de klimaatdoelstellingen in 2050 te kunnen behalen, moeten we bijvoorbeeld in 2030 zorgen dat we de productiecapaciteit voor hoogwaardige eiwitten voor de industrie en consument verdrievoudigen. Maar ook zorgen voor bijvoorbeeld minder verspilling in de ketens en nieuwe, klimaatbestendige gewassen. Daar zit in de tijd van nu tot 2030 nog een discrepantie.” Schippers: “Een gat zit er!” En ze herhaalt nog maar eens: dat is de reden dat FoodSwitch zo belangrijk is. Volgens Brasz zien steeds meer bedrijven van binnen en buiten de sector het nut in van betrokken zijn bij Foodvalley. Onder andere

“Innoveren in ketens is ook innoveren”

Livekindly, een vegetarische beweging met aan het hoofd oud Unilever-topman Kees Kruythoff, is aangesloten. Dat zijn belangrijke partners om informatie mee uit te wisselen in de aanloop naar het nieuwe voedselsysteem. Want hoe maak je nou een goede, plantaardige burger en waar loop je in dat proces allemaal tegenaan? “Dat we nu ook inhoudelijk meedenken en meesturen, blijkt aantrekkelijk voor partijen die werken aan dat voedselsysteem. We zijn afgelopen jaar in leden

20 %

groei aantal leden Foodvalley in het afgelopen jaar

Nederland polderland De groei van Foodvalley zit in een stroomversnelling, zeker sinds de organisatie afgelopen november werd uitgeroepen tot Food Innovation Hub van het World Economic Forum. Dat betekent dat ze het net ophalen bij de andere Europese hubs, en deze informatie weer delen met de andere hubs wereldwijd. Ieder continent heeft er één, en in Wageningen staat die van Europa. Volgens Schippers is dat belangrijk omdat dit een enorme

31


Wie is Edith Schippers

interview

impuls kan geven aan Foodvalley en haar doelstellingen. “Neem bijvoorbeeld het bedrijf Keygene, zij maken zaden die groeien op droge grond. Dat hebben ze in een droog land met weinig vruchtbare grond hard nodig. Maar hoe weten die Keygene te vinden? Daar kunnen wij helpen.” Met anderen die ook de noodzaak zien, wil Foodvalley graag samenwerken en meer impact maken. Schippers: “ Dat is de reden waarom wij ons verenigd hebben in FoodSwitch, en waarom we heel hard werken met de WUR en anderen om in de tweede ronde daar hopelijk positief op beoordeeld te worden. Want het is nodig. Wij zijn nodig, de burger is nodig, maar ook de TU Delft, de overheid, de bedrijven, iedereen is nodig. En we moeten daarvoor juist samenwerken.” Met een lach: “Als polderland zouden we daar heel goed in moeten zijn.” Om dat samenwerken in de praktijk te brengen, is Foodvalley bezig met een grote database. Daarmee wordt gedeeld welke investeringen, trends en innovatie-inzichten er zijn, welke bedrijven vooraan staan, welke talenten komen bovendrijven. Brasz: “Met die data kunnen we een versnelling doorvoeren, zodat we met onze dertig medewerkers het werk van misschien wel tien keer zoveel kunnen doen.”

Geen granen, wel melk Het is duidelijk. Verandering is geboden. Niet alleen in duurzame productie, maar ook in de voedingswaarden van de producten. Nu eten veel mensen brood, kaas en eieren. Maar het kan zijn dat het ene lichaam die granen in het volkorenbrood, of de lactose in de kaas, niet goed kan verteren. Volgens Schippers heeft gepersonaliseerde voeding daarom de toekomst. “Bedrijven, zoals ook DSM, investeren daarin, en Foodvalley werkt met tientallen bedrijven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Mijn lichaam doet het misschien helemaal niet goed op bepaalde voeding, terwijl jij daar juist veel van moet eten. Net als met chemokuren, vroeger kreeg iedere kankerpatiënt dezelfde behandeling. Nu bestaat er een enorme variatie aan chemo, en is het afhankelijk van je tumor welke je krijgt. Daarmee kunnen we deze vreselijke ziekte veel beter bestrijden, zijn we heel veel effectiever. Met food gaan we ook die kant op, dat gaat echt verschil maken.” Voeding is cruciaal voor je gezondheid, dat wordt te vaak onderschat, zelfs door de medische sector. “Veel symptomen van verkeerde voeding worden niet herkend. Het is belangrijk om, bijvoorbeeld als iemand geope-

Voeding is cruciaal voor je gezondheid, dat wordt te vaak onderschat

32

Edith Schippers (1964) studeerde af als politicoloog en ging daarna aan de slag bij de VVD en VNO-NCW. Na 7 jaar Tweede Kamerlidmaatschap, waaronder het vice-fractievoorzitterschap van de VVD werd zij in 2010 benoemd tot minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In 2017 trad Schippers op als verkenner en informateur, voorafgaand aan kabinet Rutte III. In 2019 volgde zij Atzo Nicolaï op als president van DSM Nederland. Bij Foodvalley NL vervult zij de rol van bestuursvoorzitter. Edith Schippers is getrouwd en heeft een dochter.

reerd wordt, ook te letten op wat de patiënt de periode voor de operatie en erna te eten krijgt.” En daar zit ook het verdienmodel van de toekomst, zegt Schippers, Doing well by doing good, geld verdienen aan iets dat goed is voor de mens, dier en aarde. Dat klinkt heel ideologisch en dat is het natuurlijk ook, maar volgens Schippers snijdt het mes ook daar aan twee kanten. “Obesitas en diabetes zijn zulke ongelofelijke gezondheidsrampen. Niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld groeit dit probleem. Overheden gaan hier vroeg of laat op acteren. Als je bedrijven hebt die eten gezonder maken – minder suiker, minder zout, minder verzadigde vetzuren - dat tegelijkertijd betaalbaar en lekker is, dan heb je zo’n groot concurrentievoordeel ten opzichte van anderen die dat niet doen, dat je daar ook weer duurzaam verdienvermogen uithaalt.” Gelukkig zijn er veel bedrijven die dat inzien. En kan de overheid daar nog een rol in pakken, door bijvoorbeeld geen vlees meer in de eigen kantines te verkopen zoals onlangs bij de bouwkundekantine van de TU Delft is ingesteld. “Ik ben zelf van het verleiden, niet van het verbieden”, zegt de oud VVD-politica. Net als met de systeemverandering van ons voedselsysteem dat Foodvalley voor ogen heeft. “Als er veel investeringen loskomen, komt er aandacht, en komt uiteindelijk de verandering op gang waar

al jaren aan wordt gewerkt”, zegt Brasz. Als een groep spreeuwen die, luid kwetterend, in een boom gaat zitten om zich op te maken voor de nacht. Om vervolgens de volgende dag weer in een volledig georganiseerde duikvlucht verder te trekken naar een betere habitat voor het moment.

“Ik ben van het verleiden, niet van het verbieden”


het woud aan keurmerken je een keuze, als er meer dan honderd verschillende keurmerken zijn? En als het voor de consument al zo lastig is, hoe kiezen ondernemers welk keurmerk bij hun product past? In deze video leer je alles over het woud aan keurmerken. Door Romy de Weert

video

Keurmerken, labels, bedrijfslogo’s en paraplulogo’s. Bij een bezoek aan de supermarkt kom je er ongemerkt wel honderden tegen. Ze zijn er om de consument te helpen bij het maken van gezondere en duurzamere keuzes. Maar hoe maak

33


Illustratie: Ivo van IJzendoorn

Wat zet je op tafel als je zo duurzaam mogelijk wilt eten?

34

Peulvruchten

TOMAAT

Bij de productie van een kilo peulvruchten komt 1 kilo CO2 vrij, terwijl een kilo lamsvlees al goed is voor een CO2uitstoot van 51 kilo.

Een tomaat uit Spanje is duurzamer dan uit een gasgestookte Nederlandse kas. Zo’n 10 procent van al het Nederlandse gasverbruik gaat naar de verwarming van kassen.


T

och zijn er volgens Marije Seves keuzes die altijd goed zijn. Seves is als expert duurzaam eten verbonden aan het Voedingscentrum. Naast de Schijf van Vijf ontwikkelde zij met haar collega’s de zeven stappen duurzamer eten . “In de basis bevat een duurzamer voedingspatroon veel groente, fruit, peulvruchten en ongezouten noten, volkoren granen, gezonde vetten. En niet teveel extraatjes zoals snacks, frisdrank en alcohol.” Ook staat er weinig vlees op het menu. “Het eten van vlees heeft een forse impact op het milieu. Op het totaal aan broeikasgassen komt 34 procent van de productie - inclusief verpakking en transport - en consumptie van

eten. Daarbinnen hebben vlees en zuivel de grootste impact”, zegt Seves. “We hebben berekend dat als je al het vlees in de Schijf van Vijf vervangt door vegetarische producten zoals peulvruchten en noten, je de CO2-footprint van je voeding met eenderde kunt terugbrengen.” Toch is helemaal stoppen met het eten van vlees ook niet het meest duurzaam, zegt Toine Timmermans. Hij is als programmamanager duurzame voedselketens verbonden aan Wageningen University & Research. “Want als iedereen dat doet, krijgen we een opeenhoping van reststromen. Dieren hebben de unieke eigenschap dat ze voedsel kunnen eten dat voor ons onverteerbaar is. De bijproduc-

“Helemaal stoppen met het eten van vlees is ook niet het meest duurzaam” Toine Timmermans

ten die overblijven na de productie van brood en bier bijvoorbeeld, gaan naar koeien, varkens en kippen.” Belangrijke uitzondering daarop is rundvlees. “Runderen en andere herkauwers hebben meer voer nodig voor een kilo vlees dan bijvoorbeeld kippen, maar vragen ook om meer ruimte én stoten meer broeikasgassen uit.”

van het voedsel dat we produceren, gooien we weg en 60 procent geven we aan dieren. “Als we met elkaar produceren wat we nodig hebben, minder verspillen en alleen de dierlijke eiwitten eten die we echt nodig hebben, dan doen we het beste voor het behoud van biodiversiteit en het klimaat”, zegt Timmermans.

Zet niet teveel op tafel

Eet lokaal

Wat je ook op tafel zet, zorg dat het niet teveel is. Dat is ongezond en zonde. “Een gemiddelde Nederlander heeft aan 2.000 kilocalorieën per dag genoeg”, zegt Timmermans. “Maar we produceren wereldwijd elke dag 4.500 a 5.000 kilocalorieën per persoon.” Maar liefst eenderde

En hoe weet je eigenlijk of iets wel of niet duurzaam is. Veel producten komen uit verre oorden. En hoe verder weg, hoe mistiger het zicht op de manier waarop het wordt gemaakt. “Aan een product kun je niet zien of er regenwoud voor is gekapt, of dat er kinderarbeid aan te pas is

duurzaam interview menu

Wie het beste voor heeft met de planeet, doet er goed aan op te letten wat hij eet. Want ons dieet kan een grote impact hebben op het milieu. Maar dit voornemen in de praktijk brengen is minder eenvoudig dan het klinkt. Want in de supermarkt is geen gangpad voor duurzame keuzes gereserveerd. De milieubewuste consument zal zich moeten verdiepen in de seizoenen, in de herkomst van groente en fruit, hij zal verpakkingen moeten controleren op ingrediënten en landen van herkomst. En dan moet het ook nog gezond zijn. Geen eenvoudige opgave, zeker voor wie snel iets op tafel wil zetten. Door Sabine Sluijters

gekomen”, zegt oprichter Jan Willem van der Schans van Taskforce Korte Keten. Als expert korte en ultrakorte ketens verdiept hij zich onder andere in voedselproductie dicht bij huis. Wat hem betreft kan de keten niet kort genoeg zijn en kopen we het liefst direct bij de boer. “Het mooie van local for local is dat je op de fiets kan stappen en zelf kunt kijken hoe het gaat. En je kunt met de boer in gesprek. Die transparantie is een enorm voordeel.” Toch is de vraag of het duurzamer is om lokaal te kopen niet eenduidig te beantwoorden. Want een aardbei die lokaal in een op gas gestookte kas in het Westland is geproduceerd, legt het qua CO2-uitstoot af tegen

VERSPILLING Nederlanders verspillen ongeveer 34 kilo voedsel per jaar. Wereldwijd wordt 1,3 miljard ton voedsel weggegooid. Dat is 1,300.000.000.000 kilo. (Bron: Milieucentraal) 35


duurzaam interview menu

Chocolade Door armoede werken in Ghana en Ivoorkust 1,5 miljoen kinderen meestal zonder beschermende kleding met pesticiden en hakmessen op cacaoplantages. (Bron: Tony Chocolony)

Marije Seves Wie wat Expert Duurzaam Eten waar Voedingscentrum

eenzelfde aardbei die onder de Spaanse zon is gerijpt en met een vrachtauto naar Nederland is vervoerd. Dat wordt anders als de kas met behulp van geothermie verwarmd wordt natuurlijk, maar dat zie je nou net niet op de verpakking terug.

Kijk verder dan de verpakking Die onduidelijkheid over de productie, verbergt een wereld aan misstanden. Birgit de Vos, senior onderzoeker bij Wageningen University & Research houdt zich al vele jaren bezig met mensenrechten in voedselketens. “Mensen worden wereldwijd structureel uitgebuit voor de producten die wij dagelijks in ons winkelmandje gooien.” Alle-

daagse boodschappen zoals koffie, chocolade, rijst en rietsuiker zijn volgens De Vos op dit moment nauwelijks duurzaam aan te schaffen. “Daar spelen issues zoals kinderarbeid, moderne slavernij, discriminatie, onderbetaling, vakbondsrecht, gezondheid van arbeiders. En er is weinig interesse van grote voedselbedrijven om hier verandering in te brengen.” Dat is een trieste boodschap die verteld moet worden, vindt De Vos. Dus wat doe je als je niet wilt bijdragen aan dit soort praktijken? Bieden keurmerken dan geen soelaas? “Keurmerken doen hun best maar hebben maar beperkt impact”, zegt De Vos. Door de overvloed aan reclames en duurzaamheidsclaims die bedrijven

zelf op hun verpakkingen en websites zetten, wordt bovendien het zicht vertroebeld op wat wél duurzaam is. “Er zijn wel bedrijven die het goed doen. Maar die vind je door het marketingoerwoud niet terug.” Alle vergezichten van de experts meegenomen, houdt het dus in dat het systeem waarmee we de wereld op dit moment voeden, de boer uitbuit, de consument misleidt en het milieu vervuilt voor een overschot aan voedsel waar we sneller ziek van worden en waarvan we eenderde weggooien. Als individuele consument is daar weinig

aan te doen, denkt De Vos. “Het wordt ons aangepraat dat we als consument de wereld kunnen veranderen.” Maar die invloed is beperkt en begint met transparantie in de keten en eerlijke informatie op de verpakkingen.

Noten Noten hebben weliswaar een lage CO2 footprint maar gebruiken veel water. Gemiddeld 9.000 liter per kilo. Ook wordt notenteelt in verband gebracht met schenden van mensenrechten en slechte arbeidsomstandigheden. (Bron: Voedingscentrum) 36


BROOD In Nederland bakken we elke dag 700.000 broden teveel. 350.000 daarvan gooien we thuis weg omdat we teveel gekocht hebben, of geen zin hebben in het kapje. De andere 350.000 liggen bij de supermarkt of de bakkerij en worden niet verkocht. Aan het einde van de dag gaan ze terug naar de bakkerij en worden ze verwerkt als veevoer.

verpakking Met of of zonder zonderverpakking? verpakking?Meestal Meestal is is de milieuwinst milieuwinstvan vanhet hetvoorkomen voorkomen van van voedselverspillingveel voedselverspilling veelgroter groterdan dan dede milieubelastingvan milieubelasting vaneen eenverpakking. verpakking. (Bron: Milieucentraal). (Bron: Milieucentraal). 37


Hollands glorie: Nederlands ‘vegavlees’ stapt in de wereldmarkt Van kleine disruptor naar radar in het grootbedrijf. In de vleesvervangermarkt zagen we de afgelopen jaren Nederlandse parels verdwijnen in de buidel van multinationals. Het is nu de vraag: zetten we idealen in de uitverkoop, of is dat juist een goede manier om meer mensen te bereiken met een duurzaam alternatief voor vlees? “We waren al ambitieus, maar die ambities kunnen nu nog groter worden.” Door Marc Seijlhouwer

I

mpact. Daar gaat het om als je vraagt waarom kleine producten van vegetarische vleesvervangers hun bedrijf in de etalage zetten en verkopen aan een multinational. Bedrijven die over de hele wereld actief zijn, waarvan de producten wereldwijd, van Sao Paulo tot aan Melbourne, in de schappen liggen, kunnen ook de - vaak internationaal onbekende - merken beter aan de man brengen. Hoe meer mensen het vegetarische vlees zien, hoe meer ze het kopen en hoe vaker een dag zonder vlees realiteit wordt. En dat draagt weer bij aan het behalen van de wereldwijde klimaatdoelstellingen.

Strijdvaardig van binnenuit Er is ook een schaduwzijde aan een overname door een multinational. Er gaan stemmen op dat de Vegetarische Slager die in 2018 door Unilever is overgenomen, haar intrinsieke ziel te grabbel heeft gegooid. En dat Vivera, die voor 431 miljoen euro is verkregen door de Braziliaanse vleesverwerker JBS, de controle over haar duurzame doelen kan verliezen omdat ze nu onder de vleugels van grootkapitaal schuilt. De laatste kreeg vooral kritiek juist omdat het een overname was door een multinationale vleesverwerker, en die is nou juist het onder-

38

deel van het grote probleem dat vleesvervangers moeten oplossen. Directeur Willem van Weede, die na de overname aanblijft als directielid van Vivera, snapt de kritiek wel. “We hebben zelf ook goed nagedacht voor we akkoord gingen met de overname”, vertelt hij vanuit zijn auto. “Maar we geloven dat JBS vleesvervangers het belangrijk vindt, dat ze zich sterk willen inzetten om dit onderdeel van hun bedrijf groter te maken.” Van Weede zegt dat je kritiek kunt hebben op de snelheid waarmee het grote bedrijf dat doet, maar ze hebben tenminste een concreet doel. En Vivera past in dat doel. “Sterker, het feit dat ze in ons investeren laat zien dat ze geld en moeite willen stoppen in het uitbreiden van hun markt voor vleesvervangers. Wij gaan JBS helpen van binnenuit te veranderen.”

Binnen vijf tot zeven jaar wil Unilever voor een miljard euro aan vlees- en zuivelvervangers verkopen

Groeikans buiten de grenzen Samen met de aandeelhouders koos Van Weede ervoor een koper te zoeken voor Vivera. Daarbij speelden twee dingen mee. “Ten eerste wil je een goede prijs zodat de investeerders wat verdienen. Daarnaast was het voor het management belangrijk dat door de overname impact kan worden gemaakt.” JBS bracht een kans om te groeien, want

Hoe meer mensen het vegetarische vlees zien, hoe meer ze het kopen


De kracht van een sterk merk Vivera was niet de eerste grote vleesvervangerproducent die de stap naar het buitenland zet. De Vegetarische Slager, grootgemaakt door Jaap Korteweg, kwam in 2018 in handen van het Nederlands-Britse (of Brits-Nederlandse) Unilever. Sindsdien vind je de hamburger van Korteweg bij de Burger King in Europa, bij de Smullers in Nederland, en liggen de producten in heel veel meer landen in de supermarkten. In die zin is de impact van de Vegetarische Slager als merk groter geworden. Ondertussen draagt de aankoop ook bij aan een duurzamer imago van Unilever. Al noemt Unilever deze stap geen greenwashing: het is ook zakelijk een weloverwogen keuze. Binnen vijf tot zeven jaar wil Unilever voor een miljard euro aan vlees- en zuivelvervangers verkopen. Dat lukt alleen door merken over te nemen die al goede producten op de markt hebben gezet en ook nog een goede naam hebben. Niet voor niets zien we de reclames van de Vegetarische Slager de laatste tijd overal op straat.

Inzet op de toekomst JBS heeft soortgelijke plannen. Het bedrijf ziet de trend dat vleesvervangers een groter marktaandeel veroveren en wil daar een graantje van meepikken. De aankoop van Vivera maakt het bedrijf bovendien toekomstbestendiger. In een duurzamer wereld is minder vleesconsumptie praktisch onvermijdelijk, en door nu in te zetten op alternatieven

heeft het bedrijf ook in de toekomst nog een groeiende bedrijfstak in handen. Voor Vivera zelf verandert er ondertussen weinig op de korte termijn. “De directie blijft aan, en van dag tot dag zullen onze producten op dezelfde plek geproduceerd worden. Maar onze lange termijnplannen zijn totaal anders. We waren al ambitieus, maar die ambities kunnen nu nog groter worden.” Willem van Weede Wie wat Directeur waar Vivera

“Nederland loopt al decennia voorop in kennis en ontwikkeling van voeding”

overnames

de grenzen van de Europese markt kwamen in zicht. “Vivera had altijd al een meerjarenplan om te groeien, en een overname door JBS past daar in. Ze hebben een aanwezigheid die wij missen in Azië, het Midden-Oosten en Amerika. Door onze producten ook daar op de markt te brengen, verlaag je voor veel meer mensen de drempel om over te stappen naar plantaardig. En dat is uiteindelijk ons doel.”

Nederland koploper Het is opmerkelijk te noemen dat de twee prominente, onafhankelijke vegetarische merken uit Nederland de afgelopen jaren door multinationals werden opgekocht die nog geen grote naam hebben opgebouwd. Zo verrassend is dat niet, denkt Van Weede. “Nederland loopt al decennia voorop in kennis en ontwikkeling van voeding. Universiteiten, onderzoeksinstituten en ondernemers zitten in de voorhoede op dit gebied. Dat is een fijn klimaat om een nieuw voedselproduct in de markt te zetten, dat zie je aan De Vegetarische Slager en Vivera.” Dat deze bedrijven uiteindelijk internationaal gaan, is volgens de ondernemer onvermijdelijk. “Vergelijk het met voetbal: een topvoetballer kan in de eredivisie zijn vaardigheden ontwikkelen, maar uiteindelijk wordt het speelveld te klein en gaat hij naar grotere clubs. Zo gaat het ook met food-bedrijven.” Dat betekent niet dat we in ons land bang hoeven te zijn voor banenverlies, want de innovatie blijft voorlopig op dezelfde plek - in ieder geval bij Vivera. De overnames van de vleesvervangerproducenten zijn daarmee een goede afspiegeling van het Nederlands bedrijfsleven: ondernemers die dankzij de slimme uitwerken van hun innovatieve idee succes kregen, en vervolgens via een groter bedrijf de internationale markt gaan veroveren. Zo is immers Unilever zelf ook groot geworden. En door die grootte eet iedereen op de wereld dadelijk misschien wel Nederlands vegetarisch vlees. Dat is best iets om trots op te zijn.

1

miljard euro, is het bedrag waarvoor Unilever binnen 5 tot 7 jaar vlees- en zuivelvervangers wil verkopen

39


De weg naar duurzaamheid via de echte (en volledige) voedselkosten

Allereerst even dit de wereldbevolking stijgt de komende dertig jaar van 7,6 naar

10

mrd

inwoners

Landbouw veroorzaakt nu zo’n

20

%

In 2050 bestaat de wereldbevolking uit 10 miljard mensen. Hoe we al deze monden duurzaam en gezond gaan voeden is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. Ons huidige voedselsysteem moet drastisch veranderen om aan de almaar groeiende vraag te voldoen. En dat kan, betoogt Drees Peter van den Bosch, directeur van cateraar Hutten. “Hoe je er ook naar kijkt, we zullen moeten gaan rekenen met de daadwerkelijke prijs van voedsel.” Door Teun Schröder

procent van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, tweederde daarvan is afkomstig van de veeteelt Als we niks doen, stijgt de milieubelasting door voedsel tot 2050 met nog eens

50-90

%

Daarnaast is landbouw grootverbruiker in landoppervlak:

40

% (van het land op aarde), water

70

%

(van de totale vraag naar zoetwater) kunstmest en de eindige maar essentiële grondstof fosfaat

40

“O

ns voedselsysteem is nog een voortvloeisel uit de Tweede Wereldoorlog”, vertelt Drees Peter van den Bosch. “Vanwege de voedselschaarste destijds hebben beleidsmakers een keten opgetuigd met maar één doel: zo efficiënt mogelijk produceren, tegen een zo laag mogelijke prijs.” Een logisch perspectief gezien de situatie toen. Maar sinds een aantal decennia weten we dat dit systeem niet houdbaar is. Daarom pleit Van den Bosch voor een nieuwe aanpak. Samen met een aantal zorginstellingen en

een zestal voedingsbedrijven zet hij zich onder de vlag van innovatienetwerk Foodsquad in voor een duurzaam en toekomstbestendig voedselsysteem.

Voedselketens “Honderd jaar geleden werd je voor gek verklaard als je iemand had uitgelegd dat we bossen in Brazilië moeten kappen om soja te verbouwen voor Nederlandse varkens waarvan het vlees naar China gaat”, vertelt Van den Bosch. “Maar nu is dit economisch het meest efficiënte systeem, doordat allerlei kosten

Peter van den Bosch Wie wat Directeur waar Cateraar Hutten

buiten beschouwing worden gelaten. Het probleem is dat de prijs die we op het moment voor eten betalen, puur is gebaseerd op de economische kosten die de producent maakt”, gaat Van den Bosch verder. “Alle andere negatieve gevolgen van voedselproductie komen op het bord van de volgende generatie. Denk aan bodemuitputting en –verontreiniging door bestrijdingsmiddelen en bemesting.” Maar ook CO2-uitstoot van transport, biodiversiteitsverlies en onderbetaling behoren tot ‘externaliteiten’: de niet meegerekende kosten of

schade die wel door de productie worden veroorzaakt. “Inmiddels luiden er genoeg alarmsignalen dat het oude economisch model niet houdbaar is, of het nu gaat om klimaatopwarming, onderbetaling of bodemvruchtbaarheid.”

Wat is de echte waarde? Hoe het ideale systeem er volgens Van den Bosch uit ziet is simpel. “In feite moeten we niet meer innemen, dan de aarde kan herstellen. De moeilijkheid zit erin hoe we dit systeem realiseren.” Volgens Van den Bosch ligt een groot deel van de oplossing in het rekenen met de daadwerkelijke prijs van voedsel, dus inclusief de externaliteiten. “Deze berekeningen kunnen we inmiddels maken, bijvoorbeeld met de True Cost Accounting methode van de universiteit van Wageningen. Het berekenen van deze prijs is alleen niet het doel. Het doel is om de geïdentificeerde externaliteiten te minimaliseren. De inkomsten uit de prijs van externaliteiten die overblijven, stop je vervolgens in een fonds voor regeneratieve landbouw.” En ja, hierdoor worden producten duurder. “Daar wordt in mijn ogen veel te lang omheen gedraaid. Willen we de klimaatdoelstellingen halen, dan moet de voedseleconomie drastisch veranderen.” Een taak die volgens hem te complex is om


alleen aan de consument over te laten. Daarom ziet hij een grote rol voor overheden en bedrijven.

Stapsgewijze oplossing Van Den Bosch vindt het begrijpelijk dat supermarkten niet van vandaag op morgen hun prijzen omhoog gooien. “Toch moeten deze partijen beseffen dat ze de afgelopen vijftig jaar een cruciale schakel hebben gevormd in de keten. Deze retailers hebben enorme machtsposities vergaard. Een deel van de verantwoordelijkheid van de oplossing ligt ook op hun bord.” Hij pleit voor een stapsgewijze oplossing, waarbij supermarkten aankondigen binnen zoveel jaar te rekenen met de echte prijs van voeding. “Je zult zien dat NGO’s en de politiek zich achter deze initiatieven gaan scharen, waardoor de druk op de concurrenten steeds groter wordt om hetzelfde te doen.”

Catering met externaliteiten Ook Van den Bosch zit op een plek waar hij impact kan maken met zijn cateringbedrijf. “Wij

ontwikkelen een cateringcontract op basis van de echte prijzen. Vervolgens hebben wij een financiële prikkel om deze externaliteiten zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld door lokaal en biologisch voedsel te leveren. Tegelijkertijd kunnen opdrachtgevers hun werknemers ook beïnvloeden, door aan te sturen op vlees- en zuivelvrije dagen.” En daar ligt volgens Van den Bosch ook meteen de crux van een toekomstbestendig voedselsysteem. “Wie vandaag rekent met de echte prijs van een met Braziliaanse soja gevoede koe, stapt morgen over naar lokaal geteeld voer. Wie wil bijdragen aan een gezond systeem, past zijn dieet aan. Met lokaal verbouwde groente en fruit uit het seizoen, eiwitten uit noten en een klein beetje vlees en zuivel. Een nieuwe voedselketen vraagt echt niet van ons dat we teruggaan naar 1850.” Er blijven altijd voedselstromen bestaan die duizenden kilometers afleggen, denkt Van den Bosch. “Maar de basis moet zijn om kringlopen dichterbij huis te sluiten. Idealiter halen we ons dieet voor 70 procent uit een straal van drie- tot vierhonderd kilometer om ons heen.”

TRUE PRICING

“Wie wil bijdragen aan een gezond systeem, past zijn dieet aan”

Niet meer innemen dan de aarde kan herstellen

41


interview

Culinaire top op de groene toer De restaurantcritici van Michelin reikten dit jaar voor het eerst ook groene sterren uit aan restaurants die ‘boegbeeld zijn van duurzame gastronomie’. Onder meer Jonnie en Thérèse Boer van De Librije en Emile van der Staak van De Nieuwe Winkel ontvingen een groen klavertje naast hun bekende, rode Michelinsterren. Aan de andere kant is er ook kritiek op het Franse instituut: door de hoge standaarden waar sterrenzaken aan moeten voldoen, wordt er onnodig veel voedsel van ver gehaald en weggegooid. Change Inc. sprak met de chef-koks over duurzaam koken, het instituut Michelin, het eten van insecten en voedsel uit het voedselbos. En ze geven beiden ook nog een duurzaam recept mee om zelf aan de slag te gaan in de keuken. Door Eva Segaar 42


Geen boontjes uit Kenia Ook Jonnie Boer, één van de twee chef-koks in Nederland met drie Michelinsterren achter zijn naam, denkt vanaf het begin al na over welke ingrediënten hij gebruikt. “Want wat je in de buurt kunt krijgen, moet je niet van ver halen. Geen boontjes uit Kenia of Canadese kreeften”,

zegt hij vanuit zijn restaurant in Zwolle, met naast hem mede-eigenaar en zijn vrouw Thérèse. “En er zijn inmiddels zoveel allemachtig mooie Nederlandse producenten. Maar we serveren ook kaviaar, ganzenlever en truffel. Dat kun je hier niet krijgen, dus alleen dat halen we nog uit het buitenland.” Vanuit dierenwelzijnsorganisaties is daar wel eens kritiek op. “Maar”, zegt Boer, “áls hij het gebruikt, is het wel de beste foie gras die er te krijgen is. Geen levers die door en door gemest worden. Want ook daarin moet je altijd op zoek gaan naar het allerbeste.” Thérèse is verantwoordelijk voor de wijnen in het restaurant. De kwaliteit van Nederlandse wijnen wordt de laatste jaren steeds beter, zegt ze. “Sinds 2011 kunnen we goede witte wijn maken van de druiven op onze eigen wijngaard, en sinds 2015 ook rode wijn. We zien dat er steeds meer Nederlandse wijnmakers bijkomen.” Jonnie vult haar aan: “Dat is met alle producten in Nederland, van wijn tot kaas tot vlees en vis: er is veel in ontwikkeling, en veel is ook al echt goed.” En hoewel hij eerst kritisch was op kweekvis omdat er geen smaak aan zat, is ook dat veel beter geworden. “Net was ik bij iemand die koningsvis kweekt, nou dat was echt te gek. Zó lekker. Ik kan niet wachten tot ik daarmee aan de slag ga.”

Emile van der Staak Wie wat Chef-kok waar De Nieuwe Winkel

Groene klavertjes van Michelin Voor Jonnie Boer voelde het groene klavertje - zo ziet de groene Michelinster er uit - als erkenning. “We zijn hier al meer dan dertig jaar mee bezig en hebben al heel lang een vega- en vegan-variant van het tiengangenmenu.” Thérèse vult aan: “Nu doet iedereen dat, maar Michelin zag dat wij dat al veel eerder deden. Daarom zijn we één van de acht Nederlandse restaurants die dit klavertje gekregen hebben. Ik vind het een goed initiatief en een mooie nieuwe stap.” Ook Van der Staak is positief over de ontwikkeling. “Ik zie dit echt als een aanmoedigingsprijs

die ik omarm, omdat ik denk dat het helpt om ons verhaal te vertellen.” Maar hij snapt ook de kritiek die wordt geuit. Zo vindt een chef-kok die in Kopenhagen werkt dat Michelin al jaren voor een bepaalde standaard zorgt, waardoor veel eten is verspild om aan de hoge eisen van het instituut te voldoen. En het klavertje werkt volgens hem greenwashing in de hand. Van der Staak: “Dat kan ik begrijpen, want het is niet helemaal duidelijk waar ze precies op toetsen. Maar ook Michelin verandert. Toen wij vier jaar geleden voor het eerst een inspecteur over de vloer hadden, wilde hij persé bij elk gerecht vis of vlees. Terwijl wij in de regel vegetarisch koken, en je hier moet komen eten met een open blik. Dat matchte niet. Maar de laatste inspecteur was een stuk jonger en had er echt ‘goesting’ in, zoals de Belgen dat zeggen.” Dat bleek, want sinds dit jaar is De Nieuwe Winkel onderscheiden met één ster. Bij Jonnie Boer wekt de kritiek van de chef uit Denemarken irritatie op. “Dat zijn mensen die terug kijken. En we moeten ze ook de tijd geven hè, we hebben allemaal in dieselauto’s gereden. Laten we rustig aan doen.” Thérèse: “Precies, en als je dit als chef zegt, moet je misschien zelf ook verder kijken dan alleen het mooie stukje vis of vlees?” Jonnie knikt: “Wij zijn eigen baas, dus wij proberen altijd alle onderdelen te verwerken en gooien zo min mogelijk weg. Maar als je als chef in dienst bent bij een hotel of baas, kan ik mij voorstellen dat dat lastiger is.”

Een compleet vegan menu Jonnie Boer Wie wat Chef-kok waar De Librije

Afgelopen maand kondigde Daniel Humm, chefkok bij Eleven Madison Park in New York (volgens velen het beste restaurant ter wereld) aan dat hij alleen nog maar vegan gerechten op de kaart zet. De coronapandemie had hem tot het inzicht gebracht dat we voorzichtig met de aarde moeten zijn. Boer en Van der Staak zijn enthousiast over zijn aankondiging. “Het is spectaculair

groen koken

“D

uurzaam koken zat altijd al in ons DNA”, zegt sterren-chef Emile van der Staak van restaurant De Nieuwe Winkel in Nijmegen. Belangrijke thema’s, zoals klimaatverandering, hebben te maken met wat we eten. En ik blijf me verbazen over de invloed die eten kan hebben op veranderingen in de wereld”, vertelt de chef vanuit zijn kantoortje naast de keuken. Op de achtergrond klettert af en toe een pan op het fornuis van de sterrenkeuken. Vanaf de eerste dag dat De Nieuwe Winkel haar deuren opende, zo’n tien jaar geleden, was het doel om de kijk op eten, en vooral op vlees, te veranderen. Tien jaar geleden introduceerde Van der Staak met kerst alleen nog maar een vegetarisch menu. Groente, fruit en kruiden haalt de chef-kok onder meer uit het voedselbos in de buurt van Nijmegen. Een revolutionaire vorm van landbouw geïnspireerd op de natuurlijke werking van een bos. Daar staan soorten aangeplant waar de meeste mensen nog nooit van hebben gehoord. Denk aan szechuanpeper, dat we normaal uit China halen maar ook hier goed gedijt, en Chinese mahonie. “Dat noemen we ook wel de Franse uiensoepboom, want het smaakt er precies naar”, vertelt Van der Staak enthousiast. “En de Pawpaw, dat is tropisch fruit dat al groeide in de tijd dat er dinosaurussen rondliepen. Grappig weetje: de bloemen ruiken naar rottend kadaver. Omdat er in de oertijd nog geen bijen waren moest de boom vliegen aantrekken voor de bestuiving, vandaar die geur. Maar het fruit heeft een lekkere zoete, custardachtige vulling.”

8

groene... ...Michelinsterren werden dit jaar uitgereikt aan duurzame restaurants

43


Chou au vin (4 personen)

groen koken

van Emile van der Staak Ingrediënten 1 biologische spitskool  1 fles rode wijn 1 winterpeen  3 stengels bleekselderij  1 ui 3 tenen knoflook  250 gr kastanjechampignons  50 g kastanjebloem  3 takjes verse tijm  3 takjes verse rozemarijn  Blaadje laurier  1 bosje verse peterselie  300 ml paddenstoelenbouillon  50 g roomboter peper en zout

Bereiding: Kook de rode wijn ongeveer 10 minuten op laag vuur.  Verwijder het buitenste blad van de spitskool en snijd in vier stukken. Snijd ondertussen de winterpeen in plakjes, kastanjechampignons in kwartjes en de bleekselderij, knoflook en ui in blokjes.  Schenk de ingekookte rode wijn over de spitskool, tijm, rozemarijn, laurier en de groenten en laat het geheel afgedekt een uur staan.  Zeef de spitskool en de groenten uit de wijn.  Neem een braadpan en verhit de boter. Braad de spitskoolkwarten tot ze mooi bruin zijn. Haal uit de pan en leg even apart.  Zet het vuur wat lager en voeg de kastanjebloem toe. Roer tot er een ‘roux’ ontstaat.  Voeg vervolgens de wijn en de paddenstoelenbouillon toe. Er ontstaat een mooie gebonden saus.  Voeg nu de gebraden kool toe samen met de groenten, de tijm, laurier en rozemarijn.  Laat het geheel nu minimaal 20 minuten stoven met de deksel op de pan.  Haal de deksel van de pan en laat nog een minuut of 20-30 pruttelen zodat de saus wat kan indikken.

Afwerking Verwijder de takjes tijm, rozemarijn en het blaadje laurier.  Breng op smaak met peper en zout. Maak af met vers gesneden peterselie en serveer met aardappelpuree.

44

2e exportland

Nederlans is de op een na grootste landbouwexporteur ter wereld, zoals van bloemen en vlees

nieuws”, zegt Van der Staak. “Ik zei altijd dat er over vijftien tot twintig jaar wel een sterren-chef zou zijn die dit ging doen, maar die is er nú al. Het is veelbelovend, ook omdat hij veel mensen beïnvloedt, en door hem weer jonge chefs geïnspireerd raken. Ik hoop dat hij zijn drie sterren met het vegan-menu weet te behouden.” Jonnie en Thérèse zijn er ook vol lof over. “We kennen hem goed en hebben vaak bij hem gegeten. Deze zomer komt hij bij ons. Ik vind het enorm stoer van hem.” Boer is zelf niet van plan alleen nog maar vegan te koken, ofwel: zonder melk, vlees en vis. “Wij gaan verder met waar me mee bezig zijn, we werken hier sowieso met weinig vlees. We zien wel dat meer mensen het vega-menu in plaats van het normale menu bestellen, omdat ze daar benieuwd naar zijn. Ik vind het allemaal best.” Zelf probeert Van der Staak zo min mogelijk vlees en vis te gebruiken, maar hij gelooft niet in dogma’s. Het gaat volgens hem om een nieuwe norm: minder beesten, meer planten. “In het laatste menu voor de lockdown zat nog één lepel eendenjus. Als het iets leuks toevoegt, gebruik ik het.” Koken zonder zuivel is sowieso een enorme uitdaging, maar hij probeert er waar mogelijk omheen te werken. En door te blijven koken met planten uit het voedselbos, hoopt hij de eetcultuur te veranderen, zodat we straks ook Chinese mahonie in de supermarkt kunnen kopen. “Vergelijk het maar met de windmolens. In de jaren zeventig werd daar om gelachen, maar nu zijn we vijftig jaar verder en je ziet wat ervan komt: ze staan overal. Als je de eetcultuur verandert, verander je het landschap.”

Van insecten tot bamboe: wat eten we in de toekomst? Om de eetcultuur nog duurzamer te veranderen, moeten mensen straks eiwitten uit andere ingrediënten dan vlees halen. Zoals uit insecten. Jonnie kan zich daar we wat bij voorstellen, maar


Thérèse kijkt er vies bij: “Een hele sprinkhaan of meelworm op je bord? Nou, liever niet.” Jonnie: “Je drinkt toch ook Mescal, daar zit ook een worm in! Maar goed, ik denk ook dat je het beter kunt verwerken in eten. Dus een hamburger op basis van een bepaald insect, in plaats van een sprinkhanenhamburger waar je de vleugels en pootjes nog in ziet zitten.” Volgens de Nijmeegse chefkok staat duurzaam en lokaal eten door corona nu écht op de agenda. “Steeds meer mensen trokken er in Nederland op uit, en zagen dat we eigenlijk in een groene woestijn leven, vol gras voor de zuivelindustrie. Moeten we wel het tweede exportland van de wereld willen zijn als dat zo ten koste gaat van onze natuur?” Het ideale Nederland van Van der Staak ziet er dan ook heel anders uit: in plaats van monocultuur op basis van eenjarige teelt die de bodem Emile van der staak uitput, is er meer plek voor landbouwmethodes die meebewegen met de natuur, zoals voedselbossen met verschillende meerjarige planten. Van bamboe tot Pawpaw tot Japanse nootmuskaattaxus. En produceren boeren op veel kleinere schaal, gericht op lokale ketens. “En dan alleen de producten die wij nodig hebben. Dan hebben we geen miljoenen varkens meer. De mensen met zogenoemde bullshitbanen kunnen hun werk afwisselen met een paar dagen op het land werken”, aldus van der Staak. “Je haalt er zoveel voldoening uit en draagt echt iets bij!” Beiden chefs zijn zich bewust van de rol die zij kunnen spelen op weg naar een duurzaam voedselsysteem. En hoewel niemand precies weet wat we in 2050 eten, gaan er met behulp van chefkoks over de hele wereld nog een heleboel nieuwe of juist vergeten groenten en fruitcombinaties op ons bord belanden. En dat de groene Michelinsterren daarbij het goede duwtje in de juiste richting geven, daar zijn beide chefs het over eens.

“ Als je de eetcultuur verandert, verander je het landschap”

Bloemkoolhart (voorgerecht, 4 personen)

van Jonnie Boer

Ingrediënten 1 bloemkool

Mini komkommer 100 gr water  100 gr suiker 100 gr azijn  1 snack komkommer

Gefrituurde kappertjes kappertjes  zonnebloemolie

Curry Madras Saus

100 gr zoet zuur  1 el curry Madras  100 gr boter  zout  xantana

Amandel crème 30 gr eiwit  30 gr yoghurt  10 gr limoensap  100 gr zonnebloemolie  80 gr amandelolie  snuf zout

Bereiding Breng water, suiker en azijn gezamenlijk aan de kook, meng alles goed en laat afkoelen.  Snijd de komkommer tot halve maantjes en marineer in het zoetzure mengsel tot gebruik.  Zet een pan met zonnebloemolie op het vuur. Droog de kappertjes en frituur ze in de zonnebloemolie tot ze knapperig zijn, schep ze er met een schuimspaan uit en laat goed afkoelen.  Zeef de komkommer uit het zoetzure mengsel, en laat de curry madras twee uur trekken in het mengsel.  Zeef de saus en verwarm in een kleine pan.  Voeg boter toe en zet de staafmixer op de saus.  Voeg 1 gr Xantana toe om de saus te binden en breng op smaak met zout.  Meng het eiwit met de yoghurt en limoensap met een staafmixer.  Voeg de olie toe tijdens het mixen tot er een stevige crème ontstaat.  Breng op smaak met zout.

Afwerking Haal een stuk bloemkoolroos uit de bloemkool, blancheer het twee minuten in gekookt water en maak het op met de sauzen die je hiervoor hebt gemaakt. (Zie afbeelding ter inspiratie.)

45


h vooruitblik interview

et korte en bondige antwoord is: ja”, vertelt Hans Manschot, eigenaar van wijngaard Domein Hof Detharding in de Achterhoek. “Op dit moment is het klimaat in Nederland vergelijkbaar met dat van de Franse Elzas dertig jaar geleden. Dit betekent dat je een druif als de Pinot Noir, die traditioneel geteeld wordt in de Bourgogne, nu steeds vaker in Nederland ziet. Twintig jaar geleden had dat niet gekund.”

Klimaat haalt druiven in Niet alleen is de temperatuur gestegen, de wijndruif in Nederland krijgt de laatste decennia ook meer zon. En zonlicht zorgt voor een dikkere schil met meer kleur-, geur,- en smaakstoffen. En dus smaakvollere wijn. “Wijnboeren die twintig jaar geleden zijn begonnen met het telen van het ras Solaris, merken nu dat de druif eigenlijk zelfs teveel zon krijgt”, gaat Manschot verder. “Hierdoor rijpt de druif sneller en moet je eigenlijk vroeger oogsten dan je zou willen. Een te rijpe druif betekent namelijk meer suikers, waardoor het alcoholpercentage te hoog wordt.

Idealiter wil je de druif langer laten hangen, zodat bijvoorbeeld ook de pit tijd heeft om zich te ontwikkelen. Dit komt de smaak ten goede.”

Grotere extremen Niet alleen biedt het veranderende klimaat in Nederland dus ruimte voor nieuwe druivensoorten, het zorgt ook dat andere rassen zich juist minder welkom voelen. Maar er is meer aan de hand. Naast dat de Nederlandse zomers droger en heter zijn, worden de weerschommelingen ook extremer. “We hebben vaker te maken met stevige hagelbuien in juli, waardoor druiven beschadigen”, zegt Manschot. “Ook

Nederland, de nieuwe wijn Rivièra van Europa De temperatuur in Nederland is in de afgelopen drie decennia met 1.1 °C toegenomen en dat is ruim twee keer zoveel als de toename van het wereldgemiddelde in dezelfde periode. In grofweg dezelfde tijd is het aantal commerciële wijngaarden in Nederland gegroeid van zeven in 1997 naar ruim 170 in 2019. Zorgt het opwarmende klimaat dat wijndruiven zich meer thuis voelen in Nederland? Door Teun Schröder 46

nachtvorst in april is gebruikelijker dan vroeger. Daar houdt de druif uiteraard minder van. Er hangen dus ook absoluut nadelen aan de gevolgen van klimaatverandering voor de wijnbouw in Nederland.”

Wetenschap ontwikkelt nieuwe rassen Daarbij komt dat regenachtige dagen en zwoele zomeravonden de ideale omstandigheden scheppen voor schimmels zoals meeldauw. Gelukkig schiet de wetenschap wijnbouwers hier steeds vaker te hulp. Telers en universiteiten ontwikkelen de laatste jaren nieuwe schimmelbestendige rassen door

bestaande druiven te kruisen. “Wat dat betreft schimmelbestendigheid loopt Nederland voorop”, zegt Manschot. “Dit is fijn voor de wijnboer, maar ook voor de natuur. Hierdoor zijn namelijk een stuk minder bestrijdingsmiddelen nodig dan in andere landen.” Kunnen we straks dan een Nederlandse Cabernet Sauvignon verwachten? “Niet met de huidige schimmelgevoelige druif”, denkt Manschot. “Maar ook hier lopen onderzoeken van de universiteit van Bordeaux om een schimmelbestendige kloon te maken. Dus wie weet wat de toekomst ons brengt.”


Coca-Cola European Partners in Nederland kondigde onlangs aan dat de fabriek in Dongen de ambitie heeft vanaf 2023 volledig CO2-neutraal te zijn. Dat zou jaarlijks 7.600 ton CO2-uitstoot schelen. In deze fabriek in Brabant produceert Coca-Cola meer dan 85 procent van de dranken die in Nederland worden verkocht. Welke concrete stappen moet je zetten om een fabriek CO2-neutraal te maken? Change Inc. ging in gesprek met duurzaamheidsmanager Eva Amsterdam en manager Engineering & Technologie Ralf Oortman. Door Eva Segaar

“W

e weten dat onze stoomketels op enig moment aan vervanging toe zijn”, vertelt Ralf Oortman. “Vorig jaar hoorden we dat Eneco plannen had voor een wind- en zonnepark hier in de buurt, waar wij de stroom van konden gebruiken.” Dan is dit hét moment om een verduurzamingsslag te maken, was de conclusie die Oortman samen met zijn collega’s trok. Samen met ingenieursbureau TransitionHero werd een basisstudie gedaan: wat moet er allemaal vervangen worden om een

Eva Amsterdam Wie wat Duurzaamheidsmanager waar Coca-Cola

Ralf Oortman Wie wat Engineering & Technologie waar Coca-Cola

Frisdranken uit Brabant In de fabriek in het Brabantse Dongen worden naast Coca-Cola ook andere dranken als Sprite, Fanta en Fuze tea geproduceerd. Deze merken vallen allemaal onder Coca-Cola in Nederland. “Coca-Cola wil een leidende rol nemen op het gebied van duurzaamheid, en onderstreept het belang om daar juist in deze moeilijke coronatijd in te blijven investeren”, zegt duurzaamheidsmanager Eva Amsterdam. Om uiteindelijk groener uit de coronacrisis te komen. Eén van de onderdelen die nog niet geheel CO2-neutraal kan worden, is de CO2 die ontsnapt wanneer het aan de frisdrank wordt toegevoegd. Want CO2 zorgt voor de prik in cola. Deze CO2 is al afgevangen van andere fabrieken en wordt hergebruikt. “Als we dit toevoegen, ontsnapt er altijd een klein gedeelte”, zegt Amsterdam. Als de fabriek

CO2-neutraal is, zal dit moeten worden gecompenseerd. Amsterdam geeft aan dat ze voor de compensatie naar verschillende mogelijkheden kijken. “En we hopen dat we in de toekomst wellicht nog manieren vinden om deze uitstoot verder terug te dringen.”

interview Innovatie

Hoe je een non-stop draaiende Coca-Colafabriek CO2-neutraal maakt

fabriek CO2-neutraal te maken? Hierbij moet je denken aan veegwagens, heftrucks, de krimpoven waarmee verpakt wordt, de gasbranders in het lab en twee stoomboilers. Die laatste twee zijn moeilijk te vervangen, omdat de stoomleidingen daar eerst voor moeten worden omgebouwd. “Zo moeten er warmtewisselaars worden toegevoegd, terwijl de fabriek blijft draaien.”

Zelf stroom opwekken Voor de totstandkoming van lokale en duurzame energie werkt Coca-Cola samen met Eneco, die overgebleven windenergie daar ook aan huishoudens levert. Vanaf 2022 maakt de fabriek in Dongen gebruik van het nieuwe zonnepark ‘de Wildert’, dat op 300 meter afstand van de fabriek wordt gebouwd, en van windpark ‘de Spinder’ dat zich op 3,5 kilometer van de productielocatie bevindt. Coca-Cola wil eerst zes fabrieken in West-Europa klimaatneutraal maken, zodat daarna andere fabrieken kunnen volgen. Oortman: “Daar wilde Dongen onderdeel van zijn, juist om te laten zien dat dit met onze omvangrijke fabriek ook mogelijk is.” Voor de verduurzamingsslag van het bedrijf wordt de komende drie jaar in ieder geval 250 miljoen euro vrijgemaakt. En uiteindelijk moet heel Coca-Cola European Partners in 2040 klimaatneutraal zijn.

47


analyse

De dilemma’s van groene groenten Hoeveel water gebruikt een tomaat, door wie worden sperziebonen geteeld en wat kost het om die avocado naar Nederland te laten vliegen: relevante vragen voor wie duurzaam groenten wil kopen. Maar: “Duurzaamheid is niet één kenmerk waar een product op scoort. Daarvoor is het begrip te breed. Als je kiest voor een aspect, lever je het andere juist weer in”, legt universitair hoofddocent Sanderine Nonhebel uit. Een overzicht van de duurzame feiten. Door Romy de Weert

E

en groot deel van ons voedsel is afkomstig uit internationale toeleveringsketens. Zo komen tomaten vaak per vrachtwagen uit Spanje en worden sperziebonen per vliegtuig ingevlogen uit Kenia. Om te achterhalen welk effect de tomaat uit de supermarkt of de avocado van de groenteboer op het milieu heeft, moet iedere stap in het productieproces worden onderzocht. En dat kan lastig zijn. “Het gevolg is dat consumenten zich daardoor niet bewust zijn van de milieu- en sociale effecten”, zegt Sanderine Nonhebel, universitair hoofddocent, Integrated Research on Energy, Environment and Society (IREES) Rijksuniversiteit Groningen. “Als het over milieueffecten gaat, denken veel mensen als eerste aan de uitstoot van broeikasgassen.” Daarom nu: de tomaat onder de loep.

48

Waterschaarste en droogte

Uitstoot van broeikasgassen Tomaten worden doorgaans op Spaanse bodem gekweekt, maar als ze uit Nederland komen, zijn ze verbouwd in warmgestookte kassen, omdat het hier nou eenmaal te koud is voor dit gewas. “En daarbij komt veel CO2 vrij”, zegt Nonhebel. Kassen worden over het algemeen warm gehouden met fossiele energie. De CO2 die vrijkomt bij de distributie om de tomaten van Spanje naar Nederland te vervoeren valt volgens Nonhebel daarbij in het niet: “Dat weegt bij lange na niet op tegen de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van fossiele energie om de kassen warm te houden.”

Onder de milieueffecten valt niet alleen CO2-uitstoot, maar bijvoorbeeld ook watergebruik en droogte. Tomaten zijn waterslurpers en op de droge grond in Spanje – waar toch al waterschaarste heerst – hebben de groenten ontzettend veel water nodig. Dit leidt tot dorre en droge gebieden aldaar. “Als je waterschaarste en droogte een belangrijk thema vindt, dan kan jebeter tomaten uit Nederland kopen. Maar vind je de uitstoot van broeikasgassen het belangrijkste? Dan kan je het best tomaten uit Spanje kopen”, specificeert Nonhebel.


Biologisch zonder bestrijdingsmiddelen

Mensenrechten en arbeidsomstandigheden En dan is er nog het sociale aspect van duurzaamheid. “In de groenteteelt zie je over het algemeen dat er hele nare arbeidsvoorzieningen zijn. In Nederland werken vaak arbeiders uit Polen en Bulgarije in de tomatenkassen”, vertelt Nonhebel. “Want bijna geen Nederlander wil zelf die tomaten plukken. Er worden vaak vage contracten getekend en de werksituatie is schrijnend. Dat zie je ook in Spanje waar arbeiders uit Marokko komen werken. Alleen in Afrika zijn het de banen die ertoe doen. ” Als je groenten wilt kopen waar de arbeiders goede werkomstandigheden hebben kan je volgens Nonhebel het beste groenten uit Afrika kopen. Maar hoe zit het dan met vliegen? Nonhebel: “Of je nu groenten uit Nederlandse kassen koopt of importeert uit Afrika: de CO2-uitstoot die daarbij vrijkomt, is vrijwel hetzelfde.”

“Duurzaamheid is een nietszeggende term, en tegelijkertijd allesomvattend”

interview

Hecht je veel waarde aan biologische producten waar geen bestrijdingsmiddelen aan te pas komen? Dan kan je volgens Nonhebel het beste kiezen voor tomaten uit Nederland. “De Nederlandse tomaten worden bijna altijd zonder bestrijdingsmiddelen geteeld. Op biologisch gebied scoort deze tomaat geweldig”, vertelt Nonhebel. Toch is biologisch ook niet alles, als je de onderzoeker mag geloven. “Wie kiest voor producten die zonder bestrijdingsmiddelen zijn gekweekt, kiest voor de consequentie dat het meer energie kost. Daarmee is de CO2-voetafdruk van deze tomaten groter dan die groenten die mét bestrijdingsmiddelen zijn gekweekt.”

Sanderine Nonhebel

Wat is dan wel de juiste keuze? Een beste keuze is er volgens Nonhebel niet. “Wat je wel in grote lijnen kunt zeggen is dat al die groentes die slecht te bewaren zijn, zoals spinazie, paprika, tomaat en alles wat na een paar dagen op de keukenplank achteruit gaat, duurzaam-problematische producten zijn”, zegt Nonhebel. Die producten zijn beperkt houdbaar en moeten daarom snel getransporteerd worden. Dat gebeurt dan vaak per vliegtuig. “Als we écht duurzaam willen eten, dan moeten we terug naar de kolen, wortelen, uien en aardappels”, legt Nonhebel uit. Die worden hier op Nederlandse bodem, in de buitenlucht, geproduceerd en het kost niet al te veel energie om ze te bewaren. “Als je een witte kool koopt, kan je die weken in je kelderkast laten liggen zonder dat die bederft. Wanneer je deze groenten combineert met groenten uit het Hollandse seizoen, zoals spinazie en sla, kom je dicht in de buurt van een duurzame groentenmaaltijd.”

Hoe werkt een levenscyclusanalyse? Bij het achterhalen van de milieueffecten van groenten en fruit gebruiken onderzoekers vaak een levenscyclusanalyse. Je beantwoordt dan de vraag: wat moet er gebeuren om het product uiteindelijk bij de consument op tafel te krijgen? Per stap kijk je naar meerdere factoren: wat is het energiegebruik, hoeveel land heb je nodig, hoeveel bestrijdingsmiddelen worden er gebruikt en hoe zit het met het watergebruik? Toch is het volgens sommigen geen heilig middel. Zo gebruikt het ene onderzoek een nét iets andere analyse waardoor de effecten alsnog lastig te vergelijken zijn. Daarnaast gebruikt de ene boer een hele andere techniek dan de andere. Volgens Nonhebel is een levens-

cyclusanalyse wel een goede manier om inzicht te krijgen in de milieueffecten groenten. “Als de effecten van jouw tomaat uit Spanje of je sperziebonen uit Kenia overzichtelijk zijn, kan je zélf een keuze maken op basis van wat jij belangrijk vindt. Veel mensen denken wellicht dat broeikasgassen het enige probleem is, maar als je naar de consumptie van ons voedsel kijkt, beslaat dat slechts 20 procent van onze energieconsumptie. Dat lijkt veel, maar 90 procent van het water zit in voedsel en bijna honderd procent van het landgebruik zit in voedsel. Duurzaamheid is daarom een nietszeggende term en tegelijkertijd allesomvattend.”

49


W

e zagen dat de oplopende planetaire problemen van klimaat, armoede, honger, energie en water één gezamenlijk antwoord hadden: onze dagelijkse kost. De duurzame landbouwrevolutie van 2030 maakte het voedsellandschap voor eens en voor altijd toekomstbestendig en gezond. Financiële belangen wogen niet langer zwaarder dan onze eigen gezondheid en die van de planeet. De tijd van ‘vreten vóór moraal’ is gelukkig voorbij. Vlees komt uit kweektanks en havermelk komt via de fabriek van de plant. De hamburgers en shoarma, gemaakt van peulvruchten en champignons, kunnen we eten met geweten. Stichting Wakker Dier sloot in 2032 al feestend voorgoed hun deuren. Door ons plantaardige eetpatroon is 75 procent van het wereldwijde landbouwareaal vrijgekomen, dat voorheen werd gebruikt voor grazende dieren en veevoer. Voedsel wordt enkel nog op die plekken in de wereld geproduceerd waar dit het meest logisch is. Dus geen amandelen en avocado’s meer uit gortdroge gebieden. Geen veevoer meer ten koste van oeroude oerwouden en geen ongezond palmvet meer uit het thuis van onze ‘achterneef’: de Orang-oetan.

Waar voorheen een derde van al het voedsel nooit ons bord bereikte, heeft nu iedereen eten in overvloed. Door voedselverspilling te verbannen, kwam een stuk land vrij ter grootte van anderhalf keer China. Het klimaatprobleem en de biodiversiteitscrisis is opgelost: het land dat vrijkwam, werd gebruikt voor een wereldwijde collectieve samenwerking van herbebossing.

biodiversiteit gered In supermarkten kun je niet meer kiezen tussen eerlijke en oneerlijke chocolade en koffie. Boeren zijn massaal overgestapt naar bedrijven met korte en directe ketens waar ze een eerlijke prijs krijgen voor hun product. Eerlijke handel en arbeiderslonen is bij wet verplicht en maakt het oerwoud van keurmerken verleden tijd. De blockchain-revolutie maakte door de openheid in transacties en geldoverdrachten, alle ketens standaard transparant, waardoor de boeren weer met plezier hun akkers verbouwen. Het voedselsysteem draait op hernieuwbare energie en alle verpakkingen zijn gemaakt van biologisch afbreekbare materialen. En als dat niet zo is, zit er statiegeld op. De Nederlandse afvalberg, dat in 2021 nog uit 500 kilo per persoon per jaar bestond, is nu nog slechts een hoopje. Welvaartsziekten kent de huidige jeugd alleen uit geschiedenisboeken. Tegenwoordig leren ze op school hoe ze hun lichamen moeten voeden in plaats van vullen. Arbeiders wereldwijd krijgen de tijd om goed, gezond en gezellig te eten: geen broodje bal van het tankstation of een hamburger achter je beeldscherm. Reclames met frisse adem, dorstlessende druppels en krakend geluid om ons te verleiden met troep, zijn alleen nog in musea te zien.

Financiële belangen wogen niet langer zwaarder dan onze eigen gezondheid en die van de planeet

50

Jonge agrariërs produceren op zee en in met LED-verlichte flats in de stad. Op het platteland is bosbouw en akkerbouw gecombineerd en vliegen drones rond om de boeren een handje te helpen. Consumenten groeien hun eigen bladgroenten in moderne LED-verlichte kasten in hun eigen keuken. Volgend jaar vieren we het vijftienjarig jubileum van het verbod op schadelijke bestrijdingsmiddelen, en eren we onze super-speurhonden die plantziekten vroegtijdig opsporen, maar ook de nuttige insecten die worden ingezet om schadelijke insecten te lijf te gaan. Daardoor zien we iedere zomer weer enorm veel vlinders en bijen, want we hebben met zijn allen de biodiversiteit gered.

Foto: @DigitalNomadMom

interview column

Het is 2050: een terugblik op hoe we onze planeet, de bevolking en het voedsel hebben gered

WIE IS Hanneke Van Veghel

Hanneke van Veghel

Activist, voedselblogger en landbouwdeskundige. In oktober verscheen haar boek Dieet voor een betere planeet, waarin ze beschrijft hoe we de wereld met onze mes en vork kunnen verbeteren. Zij schreef op verzoek van Change Inc. een column over hoe ons voedselsysteem er in 2050 uitziet.


industrie inhioud chemie

“ We moeten in actie komen om de continuïteit van Chemelot te waarborgen” 51


Op de vraag hoe het Chemelot vergaat met betrekking tot het behalen van de doelstellingen van 2030, start directeur Loek Radix van het Chemelot-terrein het interview meteen zoals hij het daarna zal blijven herhalen, want frappé toujours, hij zal blijven zeggen hoe belangrijk de chemische industrie is voor de hele keten en: Chemelot kan het niet alleen. Door Willemijn van Benthem

W

e staan voor een lándelijke opgave om voor 49 procent CO2-reductie te hebben gerealiseerd in 2030 ten opzichte van het jaar 1990.” Als je directeur Loek Radix van het chemische industrieterrein Chemelot in Zuid-Limburg vraagt naar de duurzame toekomstplannen richting 2030, steekt hij direct van wal. Het gaat om het grote plaa tje, en hij heeft daar concrete plannen voor klaarliggen. “We volgen drie lijnen. In de eerste plaats gaan we voor lachgasreductie. In de tweede plaats gaan we voor het opslaan van CO2, dat heet CCS, onder de Noordzee en in de derde plaats voor het effici-

“We hebben een fantastische site met enorm veel kansen”

52

49 %

CO2-reductie moet zijn gerealiseerd in 2030 ten opzichte van 1990

ënter omgaan met energie.” Op de vraag of Chemelot op schema ligt wat deze drieluik betreft, hapert Radix even. “Dat zijn voor een deel plannen die een lange aanlooptijd hebben.” Chemelot werkt al wel aan lachgasreductie en doorlopend aan efficiënter omgaan met energie. “Maar op dit moment vindt CCS nog niet plaats, omdat we daar anderen voor nodig hebben. Als dat eenmaal mogelijk is, kunnen we meteen hele grote slagen maken.”

Lange termijn Wat betreft de visie voor en de rol van Chemelot in het behalen van de klimaatdoelstellingen in 2050, daar moet Radix even goed voor zitten. Dat is volgens deze directeur een wezenlijk andere aanpak. Daar gaat Chemelot maximaal inzetten op circulari-


Gedreven positivisme Zelf noemt Radix zich niet zozeer positief, en ook niet idealistisch, maar realistisch. Het is voor hem niet de vraag óf we stappen moeten maken, maar wanneer. En welke dat dan zijn. “We moeten in actie komen om de continuïteit van Chemelot te waarborgen. Ik kom uit Zuid-Limburg en heb de eerste mijnsluiting meegemaakt. Ik heb met eigen ogen gezien wat voor een ontwrichtende impact dat heeft op een samenleving.” En hier komt de echte, persoonlijke driver van Radix naar boven. “Die impact was heel heftig op sociaal, economisch en cultureel niveau. Daar zie je overigens nog altijd de littekens van.” Zijn gedrevenheid krijgt een gezicht. Een gezicht van de vele Limburgers die hun baan kwijtraakten in 1974 en thuis kwamen te zitten. Er kwam een einde aan een decennialange mijnbouw in het allerzuidelijkste puntje van ons land. Het was een mokerslag voor veel gezinnen, die nog altijd weerk-

linkt in de generaties van vandaag. “De arbeidsparticipatie is hier nog steeds lager dan in de rest van Nederland, de levensverwachting en gezondheidstoestand is ook nog altijd minder goed en het aantal tienerzwangerschappen ligt gemiddeld op een hoger aantal dan in de rest van het land.” Het is een emotionele oproep van deze eigenlijk heel nuchtere macro-econoom. “En het is allemaal rechtstreeks terug te voeren op de sluiting van de mijnen. Als we nu zien voor welke uitdagingen we staan bij Chemelot, dan moeten we oppassen dat er niet een mijnsluiting 2.0 gaat plaatsvinden! Dat zou dodelijk zijn voor deze regio. Dát is mijn belangrijkste drijfveer.” En hij merkt, als hij de mijnsluiting aanhaalt bij derde partijen, dat het dan goed resoneert. “Mensen hebben niet door dat we al een keer door een energietransitie zijn gegaan met alle negatieve gevolgen van dien. Daarom heeft het ook geen zin meer om ideologische beschouwingen te hebben. Dit is de realiteit.”

Cruijffiaans gezegde De directeur denkt even na. En er komt weer een lach op zijn gezicht. “Zoals onze grote filosoof zei, en ik draai ‘m even om: elk voordeel heb z’n nadeel.” Volgens Radix is het grote voordeel van Chemelot dat het terrein heel

Loek Radix Wie wat Directeur waar Chemelot

sterk geïntegreerd is en ‘de bedrijven op site’, zoals hij dat zegt, samenwerken in de keten. “Dus als je aan de voorkant vergroent, vergroen je ook aan de achterkant.” Het grote nadeel daarentegen is dat als er een of twee spelers in de schakel omvallen, dat dan de hele keten in elkaar zakt. “Ik heb er geen slapeloze nachten van, maar op termijn moeten we dat probleem oplossen.” Radix en zijn bestuur hebben ondanks deze zorgen niet een heel pallet aan toekomstscenario’s gemaakt voor verschillende oplossingen. Chemelot gaat voor slechts één scenario. “De belangrijkste grondstoffen zijn twee fossiele grondstofstromen, aardgas en nafta. En die moeten worden vervangen. Daar zetten we maximaal op in. Dus conceptueel is het redelijk simpel, maar het gaat wel om een miljard kubieke meter aardgas en vier miljard kilo nafta. Het is een uitdaging.”

industrie inhioud chemie

teit, langs twee wegen. “We gaan werken aan de verduurzaming van onze grondstoffen. Daarbij willen we met name grondstoffen circulair maken. Daarnaast is het natuurlijk zo dat we landelijk grote stappen zetten in de elektrificatie van alle processen. Te zijner tijd hebben we daar heel veel groene stroom voor nodig, ook op Chemelot.”

bereiken. “Aardgas krijgen we van de Gasunie, nafta krijgen we vanuit raffinaderijen uit de Rotterdamse haven. De alternatieve grondstoffen zullen door andere partijen aangeleverd moeten worden. Dat zullen onze bedrijven niet zelf gaan doen.” Dat betekent volgens de directeur dat er een gat in de keten ontstaat dat opgevuld moet worden. “Wat je ziet is dat nieuwe bedrijven daarop inspringen. We hebben nu RWE, Plastic Energy, Black Bear Carbon, dat zijn bedrijven met eigen financiering. Het is een illusie om te denken dat het allemaal start-ups zullen zijn. Daar zullen ook gevestigde namen tussen zitten, die op de een of andere manier een rol in die nieuwe grondstoffenketen willen vervullen.”

Gat in de keten

chemelot gaat voor slechts een scenario: vervangen van fossiele grondstofstromen

Radix komt op het eerste gezicht wat stug over, maar is zeker ook een optimistische man. “We hebben een fantastische site, met enorm veel kansen.” Hij doet daarom gewoon een oproep. “We hebben nog fysieke ruimte voor nieuwe bedrijven.” Hij zegt het niet zomaar. Nieuwe bedrijven zijn een groot onderdeel van de oplossing om zijn doelen te

53


“Duurzaamheid en financiële gezondheid groeien steeds meer naar elkaar toe” Duurzaamheid is voor BMW Group geen thema, het is de toekomst. En daar hoort een nieuwe en ambitieuze strategie bij. Sinds juli 2018 staat Stefanie Wurst als CEO aan het roer van BMW Group Nederland. Mede door de Green Deal noemt ze Europa een proeftuin voor de verduurzaming van de mobiliteit. “Hier zien we de toekomst.” Door Teun Schröder

I

n 1992 schreef Stefanie Wurst, algemeen directeur van BMW Group Nederland al een paper getiteld Ökologieorientiertes Marketing – Systematisierung und kritische Darstellung, een onderzoek naar ecologisch georiënteerde marketing. Dit was destijds het onderwerp van haar afstudeerscriptie (geprint op gerecycled papier). “Dertig jaar geleden was het woord ‘duurzaamheid’ nog niet heel gebruikelijk”, glimlacht Wurst. “Maar de principes zijn hetzelfde gebleven. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de link tussen de economie en het milieu.”

Duurzame productie en energie Met BMW streeft Wurst stap voor stap naar een emissievrije toekomst. De Duitse autofabrikant wil in 2030 een vermindering van 80 procent CO2-uitstoot per geproduceerd voertuig ten opzichte van 2019. Sinds dit jaar draaien alle fabrieken van BMW op hernieuwbare energie en kijkt het concern voortdurend naar het optimaliseren van energieverbruik

54

in de productie. Wurst: “In de fabriek in Leipzig wekken we elektriciteit op met vier windturbines. En in Dingolfing gebruiken we energie uit hydro-elektriciteit, opgewekt door de rivieren Isar en Lech die vanuit de Alpen langs de fabriek stromen.”

Invloed in de toeleveringsketen Volgens Wurst is grote winst te behalen in de toeleveringsketen. “Ik probeer altijd uit te leggen dat de CO2-uitstoot van de hele waardeketen omlaag moet. Daarom willen we in de komende negen jaar ook een CO2-reductie van 20 procent per voertuig in onze toeleveringsketen realiseren. Dat is ambitieus, aangezien de totaal benodigde energie voor de productie van elektrische auto’s juist veel hoger is.” Wurst hoopt dat er een sneeuwbaleffect van verduurzaming ontstaat bij alle bedrijven in de keten waar BMW mee samenwerkt. “Zo’n toeleverancier werkt voor veel meer partijen dan alleen wij. Als wij hogere eisen stellen aan onze leveranciers, plukken andere afnemers daar ook de vruchten van.”

In Dingolfing wordt energie gebruikt uit hydro-elektriciteit, opgewekt door rivieren rivieren Isar en Lech


Als voorbeeld noemt Wurst de winning van zeldzame metalen zoals kobalt en lithium: grondstoffen voor batterijen. “In veel gevallen kopen fabrikanten deze metalen in bij grote agentschappen, waarbij het onduidelijk is waar het product precies vandaan komt en hoe de winning gaat. BMW doet dat anders. Wij kopen direct in bij de mijnen zelf en zien toe op de milieu- en werkomstandigheden waaronder hoe de metalen gewonnen worden en helpen actief mee om deze te verbeteren.” Wurst verwacht dat op de lange termijn de toeleveranciers die niet willen verduurzamen, het niet gaan redden. “Iedereen die in business wil blijven, is met verduurzaming bezig. Uiteindelijk trekken deze producenten ook een grotere markt aan. De behoefte om iets goeds te doen voor de planeet overlapt met economische noodzaak. Het is een beweging die niet meer te stoppen is: de geest is uit de fles.”

krijgen ze een tweede leven als energieopslag. Zo staat naast de fabriek in Leipzig een accupark van zevenhonderd BMW i3 accu’s die dienst doen als buffer voor eventueel overtollige energie die met de windmolens wordt opgewekt.

Elektrisch rijden en e-zones

Stefanie Wurst Wie wat Algemeen Directeur waar BMW Nederland

Volledig gerecyclede BMW BMW Group wil zijn CO2-voetafdruk sterk verlagen bij de productie van voertuigen en zet daarom nadrukkelijk in op recycling. Op het moment wordt 99 procent van het afval al gerecycled dat ontstaat bij de jaarlijkse productie van 2,5 miljoen voertuigen. Ook in de voertuigen zelf wordt steeds meer gerecycled materiaal gebruikt. En zelfs als een BMW zijn laatste kilometer heeft gereden, wil de fabrikant de auto in de keten houden. In dertig landen is in samenwerking met de dealers een systeem opgezet waarmee afgedankte auto’s worden ingezameld. In het Recycling en Demontage Centrum in München worden afgedankte auto’s ontleed en secundaire grondstoffen verzameld. Speciale aandacht gaat uit naar de accu’s van elektrische modellen. Als deze intact zijn,

inhioud mobiliteit

Winning van zeldzame metalen

99 procent van het afval wordt al gerecycled bij bmw

In 2023 heeft BMW Group in totaal 25 geëlektrificeerde modellen op de markt, waarvan dertien volledig elektrisch. MINI, het andere automerk dat onder BMW valt, wordt vanaf 2030 zelfs helemaal elektrisch. Of dat voor BMW ook gaat gelden, vindt Wurst moeilijk te zeggen. “Uiteindelijk hangt dat ook af van de behoefte van de consument. Daarnaast is niet elke regio in de wereld geschikt voor elektrisch. We werken op het moment aan een BMW met een waterstofbrandstofcel. Die aandrijving komt weer van pas als de afstanden langer zijn. Uiteindelijk denk ik dat het niet verstandig is om op één paard te wedden. Wat de aandrijving in de toekomst ook gaat zijn, aan ons de taak om het duurzaam te produceren.”

Toekomst van mobiliteit De verscheidenheid aan doelstellingen en projecten van BMW Group past bij het leiderschap van Wurst. “Ondanks de coronacrisis hebben we het heel goed gedaan en zijn we weer marktleider geworden in ons segment. En als je aan de top wilt blijven, dan zul je voortdurend moeten veranderen en open blijven staan voor andere ideeën.” Ook binnen het bedrijf probeert Wurst dit te stimuleren door zich hard te maken voor diversiteit. “Een bedrijf hoort een afspiegeling te zijn van de maatschappij. Naast een goede man-vrouwverhouding moet hier plek zijn voor mensen van alle leeftijden, met een migratieachtergrond of beperking. Want alle discussies die daarbuiten worden gevoerd, wil ik ook hierbinnen hebben. Zo ontstaan moderne oplossingen.”

25 modellen

van geëlektrificeerde auto’s heeft BMW in 2023 op de markt

55


De gemiddelde bestuurder is 57 jaar: Tijd voor vervanging? Arie Koornneef, directeur van ASN Bank, en Aniek Moonen, bestuurslid bij de Jonge Klimaatbeweging, zijn het erover eens dat de jongere generatie meer inspraak moet krijgen. Een dubbelinterview over de toekomst van het bestuur om een duurzame toekomst te waarborgen. Door Rianne Lachmeijer

I

s het tijd om de huidige bestuursleden te vervangen door jongeren? Aniek Moonen (AM): “Ik zag in het rapport van Bureau Hofkes dat de gemiddelde leeftijd in de bestuurskamers 57 jaar is. Met die leeftijd maak je je toch wat minder zorgen over hoe de wereld er in 2050 uitziet. Dat is gewoon zo.

56

Alle mensen in de bestuurskamers ontslaan en er dertigjarigen inzetten is natuurlijk óók niet de oplossing. Daarom speelt de overheid een belangrijke rol door vervuilende bedrijven te bestraffen. Bijvoorbeeld door een hele hoge CO2-prijs. En daarnaast door kansen te bieden en duurzaam ondernemen heel aantrekkelijk te maken. Dan hoef je niet meer te vertrouwen op de intrinsieke motivatie van de mensen in de bestuurskamers. Dan maakt het niet zo veel meer uit of ze duurzaamheid het allerbelangrijkste ooit vinden, want dan maak je het voor hen de meest aantrekke-

lijke manier om hun bedrijf te voeren.” Dus het is tijd om jouw bestuurdersstoel te verlaten en plaats te maken voor de nieuwe generatie? Arie Koorneef (AK): “Allereerst gaat het nooit om mij, maar om ASN Bank. Ik heb de verantwoordelijkheid om namens alle collega’s en klanten onze missie waar te maken. Als een ander dat beter kan doen, dan moet dat vooral gebeuren. Ik denk wel dat we bij ASN Bank een hele mooie mix hebben van verschillende generaties en verschillende type mensen.

Wie is Arie Koornneef? Arie Koornneef is sinds 2017 directeur bij ASN Bank. Hij deelt die functie met Joyce van der Est. Eerder werkte hij onder andere bij de Volksbank.

Dat krijgen we terug uit medewerkers-tevredenheidsonderzoeken. Ik denk dat dat ook te maken heeft met de mate van vrijheid die mensen ervaren en de rol die ze kunnen spelen bij het tot stand brengen van onze missie. We hebben een relatief jong MT. En er zijn de afgelopen jaren ook wat veranderingen in de organisatie geweest om juist dit te bewerkstellingen. Als ik dan de juiste man op die plek ben, en Joyce van der Est de juiste vrouw, om met een bepaalde visie enige richting te geven en daarbij de verantwoordelijkheid vooral daar te beleggen waar de kennis zit, dan is dat denk ik oké.”

Diversiteit aan de top geeft meer duurzame slagkracht


Wie is Aniek Moonen? Aniek Moonen is bestuurslid bij de Jonge Klimaatbeweging, een organisatie die de stemmen van meer dan 75 jongerenorganisaties verenigt. Eerder liep zij stage bij Voor de Wereld van Morgen, de ondernemers-community van ASN Bank.

zorg ervoor dat je de juiste mensen op de juiste posities hebt en daarin spelen jongeren een belangrijke rol

Jongeren moeten natuurlijk ook verantwoordelijkheid nemen. Dus: wat vind je ervan om te solliciteren voor de functie van Arie Koorneef? AM: (Lacht) “Laat ik eerst mijn masteropleiding afronden, voordat ik ergens directeur of bestuurslid wordt. En de groep jongeren is natuurlijk heel groot: 16 tot en met 32. Ik zeg niet dat we een zestienjarige directeur bij ASN Bank moeten maken. Maar ik denk zeker dat de groep van 25 tot en met 32-jarigen een belangrijkere rol kan spelen aan de top.” AK: “Het is denk ik ook de manier van werken. Er zijn allerlei manieren die erop geënt zijn dat je dingen daar laat doen waar de kennis en informatie zit. Dus dan heb je eigenlijk heel veel CEO’s in een bedrijf. Daarmee wil ik hem niet

platslaan, maar je moet zorgen dat je de juiste mensen op de juiste posities hebt. Daarin spelen jongeren een belangrijke rol. Daar hoeven jullie mij niet van te overtuigen. Die andere manier van werken betekent ook dat de bestuurskamer niet altijd ouderwets bepaalt wat er gebeurt, maar vooral faciliterend is en alle mensen in het bedrijf kansen biedt om hun kennis, kunde en talenten in te zetten om de dingen beter te maken. Dat gedachtegoed zie je nu langzaam maar zeker meer in het Nederlandse bedrijfsleven terechtkomen. Ook bij ons als bank, dus dat vind ik een mooie ontwikkeling.” AM: “Ja, inderdaad! Ik denk dat je zeker op de lange termijn echt geen hele directie van 27 jaar hoeft te hebben zolang die deur van die directiekamer maar wagenwijd openstaat.” AK: “Exact.”

jong & oud inhioud

AM: “Ik denk dat ASN Bank inderdaad een mooi voorbeeld is van een bedrijf waar jonge personen in de hele organisatie wel een stem hebben. Dat is in ieder geval mijn ervaring toen ik daar een paar maanden zat. Ik vraag me wel af of zo’n constructie ook houdbaar is voor veel grotere bedrijven. Dan moet je misschien toch kijken naar een structurele bestuursfunctie voor een jongere. Of dat nou een MT-positie is of een soort raad van advies… Er zijn natuurlijk heel veel verschillende vormen mogelijk.”

Het onderzoek Bureau Hofkes presenteerde tien jaar onderzoek naar de toon aan de top over leiderschap en duurzaamheid. De conclusies in een notendop:  De huidige bestuurders gaan

de transitie naar een circulaire en inclusieve economie niet waarmaken.  De huidige bedrijfsbestuur-

ders praten vaker over verduurzaming, maar hun gedrag bleef afgelopen tien jaar nagenoeg hetzelfde.  Slechts 20 tot 25 procent

van de huidige bestuurders is intrinsiek gemotiveerd om te verduurzamen.  Bij met name organisaties

met meer diversiteit in de top, wordt een positievere beweging waargenomen richting meer groen, innovatie en inclusief.

57 jaar

is de gemiddelde leeftijd in de bestuurskamers

 De verkiezingsbeloften van

politieke partijen om de economie te verduurzamen zijn kansloos als de bestuurskamers niet meebewegen.

57


ChAngemaker Arthur Vermeulen Wie wat Directeur Windenergie waar Pure Energie

Winnaar week 12 Changemaker Awards 2021

“Ik heb mijn persoonlijke ervaring geprobeerd om te zetten in een nieuwe werkwijze van het bedrijf” Arthur Vermeulen is al zijn hele carrière werkzaam in de windenergiesector. Eerst als verkoper van windturbines aan boeren bij Tacke Windtechniek en daarna als ontwikkelaar van windenergieprojecten bij Siemens. Sinds 2004 werkt Vermeulen voor Pure energie als directeur windenergie. “Ik wil bijdragen aan de energietransitie. Dat doe ik met wat ik goed kan: meer windmolens realiseren.” Door Sabine Sluijters

Visie “Ik heb een fascinatie voor windmolens. Ik ben techneut en vind het fantastische machines. Het draait rond en maakt van een natuurkracht een

58

nuttig product. Toen ik net afgestudeerd was, ben ik een keer onder zo’n turbine gaan staan. Ik wist meteen: hier wil ik mee werken. In de tijd dat ik begon had het nog lang niet de omvang die het nu heeft. Het woord energietransitie bestond nog niet eens, windenergie heette nog alternatieve energie. Op dat moment was de klimaatwetenschap nog niet zo ver als nu. En ik was ook niet een duurzame energie fanaat. Ik vond het wel leuk om iets te doen dat toegevoegde waarde had voor de wereld. Inmiddels ben ik wel vreselijk overtuigd van de energietransitie. Pure energie doet de hele keten, van weiland tot stopcontact. Dat betekent dat we initiatieven nemen voor duurzame energie, wind en zon. We ontwikkelen de projecten, we bouwen ze, financieren ze en verkopen de stroom aan onze klanten. In het begin hadden we een technocratische


Pure energie Pure energie wil de groenste energie van Nederland maken. Daarvoor bouwt en exploiteert het bedrijf wind- en zonneparken in Nederland. Dat doet Pure Energie altijd samen met lokale energie coöperaties. Hierdoor komt een groot deel van de inkomsten van het project direct terug bij de lokale samenleving.

benadering. We zochten een plek, benaderden een wethouder en als we geluk hadden kregen we een vergunning. Maar de context is veel groter. Gaandeweg kwam ik erachter dat de omgeving de belangrijkste succesfactor was.”

Leiderschap “In 2013 ging ik in Deventer op advies van een wethouder voor het eerst samenwerken met een energiecoöperatie. Dat was echt een eye opener. Tot dan toe hadden gesprekken met gemeenteraden het stempel van dat bedrijf dat tegen de zin van de omgeving molens in het landschap komt zetten. Nu zaten medestanders uit diezelfde omgeving naast mij. Ik ondervond aan den lijve wat voor een andere sfeer dat brengt in de politieke besluitvorming. Toen wist ik: dit moeten we in elk project doen. Dat werd het Deventer model. Sindsdien zoeken we voor elk project een energiecoöperatie om mee samen te werken. Inmiddels is deze burgerparticipatie opgenomen in het klimaatakkoord. Natuurlijk zitten er ook nadelen aan. Het kost meer tijd, meer overleg, meer contracten. En met een participatie van 50 procent is je business case gehalveerd. Maar de slaagkans is wel veel groter. Dat geldt ook voor burgerparticipatie. Vroeger bestond dat uit een informatieavond waarop je uitlegde wat je ging doen. Nu worden er werkgroepen opgericht waarin je samen beslist over de invulling van het project. Dat leidt tot veel meer acceptatie. En ik leg liever drie molens wel aan dan zes niet. Ik heb mijn persoonlijke ervaring geprobeerd om te zetten in een nieuwe werkwijze van het bedrijf. Daardoor werd Pure energie de eerste commerciële marktpartij in Nederland die samenwerkingsverbanden aanging met energiecoöperaties. De manier waarop wij ontwikkelen is een voorbeeld voor een heleboel collega’s in de sector. En inmiddels is het de norm geworden.

Maar als wij niet in 2013 waren begonnen met die samenwerkingsverbanden had dat langer geduurd. Wij hebben laten zien dat het werkt.

impact “Het is een weerbarstig vak. Je zit met dit soort projecten altijd in iemands belang. Je zit in de ruimte, dus dat is iemands uitzicht, of een natuurclub vindt het vervelend. Dus ik heb eigenlijk continu tegenwind. En doordat ik daar steeds mee werd geconfronteerd, stelde ik mezelf steeds de vraag: ben ik op de goede weg? Moeten we die windmolens wel willen? Is de energietransitie het waard om dit soort ingrepen te doen? Ik ben me in de klimaatverandering gaan verdiepen en steeds meer overtuigd geraakt dat het echt moet gebeuren. Waar ik begonnen ben als techneut, vind ik duurzaamheid nu echt belangrijk. Ik wil bijdragen aan de energietransitie. Dat doe ik met wat ik goed kan: meer windmolens realiseren.”

“Ik ben me in de klimaatverandering gaan verdiepen en steeds meer overtuigd geraakt dat het echt moet gebeuren”

Wekelijks biedt Change Inc. drie koplopers van de toekomsteconomie het podium. Een van de drie wordt door een jury aangewezen als Changemaker van de Week, en uitgenodigd voor een podcast-interview met Paul van Liempt.

Beluister de podcast met Arthur Vermeulen op Spotify

59


volgens ... colofon

“ Als er één gebied is waar gelijkheid cruciaal en essentieel is, dan denk ik dat het de waterkwestie moet zijn”

Kofi Annan

60


water uit lucht Conventionele waterontvochtigingstechnologieën voldeden niet aan de eisen. Die zijn namelijk ontwikkeld voor andere toepassingen: om een ​​afgesloten ruimte te ontvochtigen of lucht te koelen. De nadruk heeft altijd gelegen op het zo efficiënt mogelijk onttrekken van zoveel mogelijk water uit de buitenlucht. Na vele jaren van empirisch onderzoek zijn onderzoekers erin geslaagd een nieuwe (gepatenteerde) condensatiemethode uit te vinden. Tijdens de ontwikkeling van deze technologie is de insteek genomen dat als iets op kleine schaal goed werkt, het vaak op grotere schaal kan worden gerepliceerd. Vanaf het begin lag de focus op een draagbare off-grid applicatie, aangedreven door zonne-energie: een nieuwe en autonoom werkende waterbron die draait op hernieuwbare energie. Het doel: bouwen van een supereffec​​ tief systeem, dat een grote hoeveelheid water oogst met een lage hoeveelheid energie. Zie ook www.sunglacier. Foto: Opstelling met granen in brood in een opstelling © Sunglacier

61


diversiteit colofon

inclusiviteit voor duurzaamheid

Diversiteit en inclusie zijn gezond voor je bedrijf. Maar waar begin je?

20 %

het aantal vrouwen in leidinggevende posities in het VK en in de VS ssteeg in de periode van 2014 tot 2019 van 15 naar 20 procent

Diversiteit en inclusie worden steeds belangrijker voor de organisaties in een wereld die in transitie is. Hoe integreer je dit in een bedrijf? En wat zegt het over duurzame ontwikkeling? Voormalig VVD-kamerlid Eske van Egerschot, nu Corporate en Public Affairs-specialist, adviseert bestuurders en bedrijven die te maken hebben met dit soort complexe vraagstukken. “Het interessante is dat deze onderwerpen alles met duurzaamheid te maken hebben.” Door Teun Schröder

E

én ding staat inmiddels als een paal boven water: bedrijven die bewezen werk maken van diversiteit en inclusie, presteren financieel beter dan organisaties die hier niets mee doen. Deze conclusie werd in 2015 getrokken door adviesbureau McKinsey en is keer op keer bevestigd. Als een bedrijf een gelijke man-vrouwverhouding heeft, heeft het 25 procent meer kans op een bovengemiddelde winstgevendheid dan de minst genderdiverse organisaties. Voor bedrijven die het best scoren op etnische diversiteit – waaronder sociale, politieke en religieuze achtergrond – is deze kans

zelfs 36 procent. “Als winstgevendheid voor leidinggevenden het hoogste goed is, zou met deze cijfers de discussie over de meerwaarde van diversiteit allang klaar moeten zijn”, zegt Eske van Egerschot, die werkzaam is bij communicatieadviesbureau Hill+Knowlton Strategies. “Winstgevendheid gaat natuurlijk over het voortbestaan van je organisatie.

“Diversiteit wordt als belangrijke pijler genoemd”

62

Eske van egerschot

Hoe pas je je aan in een veranderend economisch klimaat? Hoe blijf je je concurrenten voor? In de competitieve markt worden diversiteit en inclusie steevast als belangrijke pijlers genoemd.”

Gendergelijkheid voor duurzaamheid Diversiteit en inclusiviteit, de onderwerpen hebben alles met duurzaamheid te maken, zegt Van Egerschot. Er is steeds meer bewijs dat genderdiverse executive boards een duurzamer beleid voeren. In 2019 en 2020 onderzocht het Sustainability Board Report de honderd grootste bedrijven uit de Fortune 2000.

Eén van de conclusies: boards met vrouwen hebben hogere standaarden als het gaat om duurzaamheidsverslaggeving. Volgens Van Egerschot heeft dit alles te maken met een bedrijfscultuur die openstaat voor nieuwe ideeën. “Een wereld die in transitie is, vraagt om innovatie en aanpassingsvermogen van het bedrijfsleven. Een organisatie die zich inzet voor duurzaamheid en een betere toekomst ziet het hebben van een divers beleid als ondersteuning daarvan. Daarnaast is het zo dat organisaties die zich inzetten voor diversiteit ook een bepaald talent aantrekken. Mensen met een andere

achtergrond dan de norm, zijn het gewend om uitgedaagd te worden, zich aan te passen, maar ook om harder te moeten lopen dan de rest.”

Nog steeds veel minder vrouwen Hoewel de cijfers van McKinsey en het Sustainability Board Report hoopvol stemmen, concluderen beide onderzoeksgroepen dat de transitie naar meer diversiteit en inclusie in het bedrijfsleven nog veel te langzaam gaat. Volgens McKinsey steeg het aantal vrouwen in leidinggevende posities in het VK en in de VS in de periode van 2014


tot 2019 van 15 naar 20 procent. Op mondiaal niveau steeg dit tussen 2017 en 2019 slechts met 1 procentpunt – van 14 naar 15 procent. Meer dan een derde van de onderzochte bedrijven heeft nog geen enkele vrouw in een bestuursfunctie. Nog trager is de progressie die wordt gemaakt met etnische diversiteit. In het VK en de VS bedroeg de vertegenwoordiging van etnische minderheden onder leidinggevenden in 2019 slechts 13 procent, 6 procent meer dan in 2014. Op de wereldwijde schaal steeg het aandeel naar 14 procent in 2019, tegen 12 procent in 2017.

Handvatten voor bedrijven Van Egerschot denkt niet dat de diversiteitstransitie zo traag gaat door een gebrek aan welwillendheid. “De aard van het onderwerp maakt dat we het vooral heel eng

“Een standaard bestaat niet en is zeker niet duurzaam” eske van egerschot

vinden, waardoor we niet weten hoe en waar we moeten starten.” Toch begint het volgens haar allemaal bij meten. “Hoe is het met jouw organisatie gesteld? Hoe divers en inclusief ben je? En voelt iedereen in jouw omgeving zich gehoord?” Een veel gemaakte fout volgens Van Egerschot is dat bedrijven hierachter proberen te komen door middel van enquêtes. “Maar de praktijk leert dat medewerkers deze lang niet altijd eerlijk invullen, omdat ze bang zijn dat hun anonimiteit niet gegarandeerd kan worden.” Maar wat

werkt dan wel? “Wij zijn onderdeel van WPP. Een van onze ‘zusjes’ heeft iedere ochtend bij de hoofdingang een stelling laten zien, bijvoorbeeld ‘ik heb me wel eens onveilig gevoeld op de werkvloer’. Als aan het begin van de dag het kantoor volstroomde konden mensen uit een bak een gekleurde knikker pakken en in een ondoorzichtige pot gooien; een groene knikker voor ‘mee eens’, rood voor ‘oneens’. Doordat dit een zeer anonieme methode is, waren mensen veel sneller geneigd om eerlijk antwoord te geven op lastige vragen.”

Ontdek verschillen en maak ze bespreekbaar Een andere methodiek die Van Egerschot noemt is de privilegeopstelling. Hierbij reageren werknemers staand en in een grote groep op een stelling. Herken je jezelf in de stelling, dan zet je een

stap naar achter. Slaat de stelling niet op jou, dan blijf je staan. “De verschillen binnen een organisatie – maar ook de overeenkomsten tussen werknemers onderling – komen zo direct aan de oppervlakte.” De volgende figuurlijke stap ligt volgens Van Egerschot bij het bespreekbaar maken van bevindingen. “En dat gaat over veel meer dan etnische diversiteit, zoals over neurodiversiteit. Mensen verschillen ook in dit opzicht van elkaar. De een is overgevoelig voor licht of geluid, de ander heeft dyslexie of dyscalculie. Zeker 30 procent van de werknemers is neuro-atypisch. Praat met elkaar over deze verschillen, in plaats van te verlangen dat die 30 procent zich aanpast aan de standaard. Want een standaard bestaat niet, en is in ieder geval niet duurzaam voor de toekomst. In alle opzichten.”

Eske van Egerschot Wie wat Corporate & Public Affairs Specialist waar Hill+Knowlton Strategies

Bedrijven die zich inzetten voor diversiteit, trekken ook een bepaald talent aan

63


inclusiviteit voor duurzaamheid

Waar klimaatverandering, diversiteit en sociale ongelijkheid elkaar raken

Foto: Yuxi Liu, New York

De taak die Lynn Zebeda op zich heeft genomen, is geen gemakkelijke. Ze wil begrijpen hoe de wereld werkt en weten aan welke knoppen ze moet draaien om deze ten goede te veranderen. Al op jonge leeftijd ervaarde Zebeda namelijk van dichtbij dat het ongelijk verdeeld is. Met haar bedrijf legt ze nu deze problemen bloot en maakt ze impact waar klimaatverandering en sociale ongelijkheid elkaar raken. “Achter iedere natuurramp, zit ook een sociale ramp.” Door Teun Schröder

64

D

e 36-jarige Zebeda heeft altijd de behoefte gehad om het grotere plaatje te zien. Met haar Masters Internationale Politiek en Economie op zak, reisde ze de wereld over als leiderschapsconsultant bij Better Future. In 2011 verliet ze het consultancybureau om samen met Ama van Dantzig adviesbureau Dr. Monk op te richten. Met kantoren in Amsterdam en Accra bouwt het bureau in samenwerking met pionierende bedrijven, Nobelprijswinnaars, universiteiten, en gemeenschappen in Ghana en andere Afrikaanse landen aan een duurzame en eerlijke toekomst. Tussen de bedrijven door is Zebeda al vanaf jonge leeftijd te vinden in verschillende bestuurskamers en adviesraden zoals van Worldconnectors, De Groene Zaak en Fairtrade Nederland en was ze juryhoofd van de Trouw Duurzame 100. Maar daar gaat dit interview niet over. Of tenminste, niet over de inhoudelijke rol van bestuurder. Interessanter zijn haar drijfveren en de lessen uit haar jeugd, als dochter van een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Hoe kijkt zij aan tegen onderwerpen als klimaatverandering, leiderschap, diversiteit en sociale ongelijkheid? Daarover praten we tijdens onze ontmoeting op het kantoor van executive searchbureau Ebbinge, een partij waarmee ze regelmatig schakelt over haar toezichthoudende functies. Waar komt jouw drive vandaan om de wereld te willen veranderen? “Voor mijn gevoel had ik als kind al besloten dat ik mijn leven zoveel mogelijk wil inzetten om een positieve verandering te creëren. Dit is ongetwijfeld toe te wijzen aan het nest waarin ik ben opgegroeid, met een witte moeder en een zwarte vader. Beiden zijn zeer gepassioneerd, geëngageerd en zeer bewust van de onrechtvaardigheid in de wereld. Als je in een deels Surinaamse en deels Nederlandse familie opgroeit, betekent dat veel culturele


Lynn Zebeda Wie wat Oprichter waar Dr. Monk

“We zitten allemaal in dezelfde storm, maar de een zit op een cruiseschip en de ander op een krakkemikkig roeibootje”

ogen van anderen te openen en andersom geldt hetzelfde. Daarnaast ben ik ook erg gedreven door de inhoud. Ik leg de lat voor mezelf minstens zo hoog als voor anderen. Als je dat weet over te brengen, vind je elkaar altijd. Maar laten we niet vergeten dat ook ik de wind mee heb gehad. De kansenrijkheid in mijn leven is enorm vergroot door het land waarin ik ben opgegroeid, door hoe mijn ouders zijn, door de vele opleidingen die ik heb kunnen doen en door hoe mijn partner en ik leven. Er zijn zoveel factoren die de kansenrijkheid in een leven beïnvloeden. Helaas zijn ook binnen onze eigen landsgrenzen deze kansen oneerlijk verdeeld.” Je pleit voor het erkennen van sociale ongelijkheid in de gevolgen van klimaatverandering. Kun je dit toelichten? “Wat de coronacrisis en klimaatcrisis gemeen hebben, is dat ze de verschillen in kwetsbaarheid van verschillende groepen mensen blootleggen, landelijk, maar ook mondiaal. De mensen die de dupe zijn van klimaatverandering, zijn vaak niet degenen die hier de grootste bijdrage aan hebben geleverd. We zitten allemaal in dezelfde storm, maar de een zit op een cruiseschip en de ander op een krakkemikkig roeibootje – soms letterlijk. Dat de wereld zo verdeeld is, ligt onder andere aan hoe de economie is ingericht. De CEO van een chocoladebedrijf verdient makkelijk duizendmaal meer dan de boer die de cacao oogst. En wie werkt harder? De ongelijke effecten van de klimaatramp vinden hun grondslag in een sociale ramp die al veel langer gaande is.” Met Dr. Monk proberen jullie deze problemen aan te pakken, ook in Ghana. Hoe werken jullie? “In de eerste plaats doen we dit door onderzoeksprojecten op te zetten die leiden tot nieuwe interventies. We zien het als sociale acupunctuur: we willen bijdragen aan exact de interventies die een

grotere shift kunnen veroorzaken richting een duurzame en gelijkwaardige samenleving. Daarnaast organiseren en faciliteren we sessies met de mensen die op beleidsniveau de thema’s kunnen beïnvloeden. We vinden het daarbij belangrijk om naast systeemdenken een dosis empathie in het denken te brengen. Wat hier bijvoorbeeld goed werkt, is het introduceren van een fictief persona, met een realistisch verhaal dat ver van de beleidsmaker afstaat. Door dit frisse inzicht te bieden, ontstaan er vaak nieuwe ideeën. Met Dr. Monk proberen we altijd die brug te slaan.” (Denkt even na) “Eigenlijk is de aanpak van Dr. Monk niet anders dan hoe de aanpak zou moeten zijn in de bestuurskamers van het bedrijfsleven. We kunnen niet spreken van een mooie samenleving als maar een klein percentage het beter heeft dan het leeuwendeel. De besluiten die in de bestuurskamers worden genomen, moeten gunstig zijn voor het geheel. Om verantwoorde keuzes te kunnen maken, heb je de perspectieven van een veel breder publiek nodig.” Hoe raad je organisaties aan om daadwerkelijk met diversiteit en inclusie aan de slag te gaan? “Het is een continue proces waarin voortdurend geleerd moet worden. Maar een voor de hand liggend antwoord is om te beginnen met je eigen organisatie en die een spiegel voor te houden. Hoe inclusief is je bestuur? Hoe divers is je redactie? Er is lef voor nodig om dingen radicaal anders te doen. Je moet diep graven, het ongemak aangaan en het bij de wortels aanpakken. En dan niet met fluwelen handschoentjes. We hebben nog een lange weg te gaan als we een wereld willen waarin iedereen dezelfde kansen krijgt. Zorg dat je een positie inneemt. Want deze verandering gebeurt niet vanzelf.”

iinclusiviteit

rijkdom. Maar als je in een deels Surinaams gezin opgroeit in Nederland, kom je vanzelf ook racisme tegen. Dan krijg je al snel het besef van huis uit mee: de wereld is groot en prachtig, maar er bestaat een hoop onrecht. Daarnaast heb ik gedurende mijn reizen met eigen ogen gezien wat de gevolgen van klimaatverandering en andere crises van deze tijd zijn. Ook daarin zie je een hoop onrecht, omdat bepaalde gebieden en mensen veel harder getroffen worden dan andere. Al die ervaringen samen hebben er naar mijn idee aan bijgedragen dat ik heel gemotiveerd ben om bij te dragen aan diepe verandering.” Je bent een frisse verschijning ten opzichte van de status quo in een bestuurskamer. Hoe wordt er op jouw aanwezigheid gereageerd? Met een glimlach: “Ik denk wel dat ik opval. Maar uiteindelijk draait het om de dingen die we gemeen hebben. We zitten allemaal aan tafel omdat we verandering willen. Ik leerde van een geweldige academicus, doctor Naomi van Stapele, dat er in de theorie rondom diversiteit en inclusie onderscheid wordt gemaakt tussen separability: onderscheid, en differences: verschillen. Verschillen hebben we allemaal, maar pas als je gaat denken in onderscheid, kan je één groep boven de ander plaatsen. Dat biedt ineens de mogelijkheid om uit te sluiten. Ik streef naar een aanpak die de verschillen en geleefde ervaringen erkent, maar geen onderscheid maakt, ook niet in de boardroom.” Hoe ga je met zo’n reactie om? “Op zo’n moment kan ik van me afbijten. Maar ik denk dat mijn ‘superkracht’ juist ligt in het feit dat ik kan ontwapenen. In plaats van me te conformeren aan de mensen in de bestuurskamer, blijf ik mezelf. Omdat ik weet dat juist verschillen nodig zijn om kansen te creëren en vernieuwing te brengen. Door zelf iets nieuws te brengen, hoop ik de

?

%

Begin met je eigen organisatie: hoe inclusief is je bestuur?

65


inclusiviteit voor duurzaamheid

bestuurlijke dus diverse en duurzame kracht

H

66

een aantal zaken die het proces versnellen, waaronder de vormgeving van strategieën en beleid om gelijke wervingspraktijken te stimuleren. Daarbij kunnen financiële instellingen een rol spelen, weet Michael Herskovich, Global Head of Stewardship bij BNP Paribas Asset Management. “Als investeerder kunnen we door te stemmen verandering stimuleren.” Hij doelt daarmee op het stemrecht dat investeerders als aandeelhouders van beursgenoteerde bedrijven hebben bij jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen. In die vergaderingen zijn dit soort bedrijven verplicht om verantwoording af te leggen aan de aandeelhouders.

135

et duurt meer dan 135 jaar om de economische kloof tussen mannen en vrouwen te dichten, becijferde het World Economic Forum in maart. Eerder dacht de organisatie dat het 99 jaar zou duren, maar Covid-19 verslechterde de verwachtingen. Het World Economic Forum volgt de voortgang op vier gebieden: economische participatie en kansen, opleidingsniveau, gezondheid en politieke activiteit. De organisatie noemt

jaar

Vrouwen in het bedrijfsbestuur is goed voor de business. Toch is in veel bedrijfsbesturen diversiteit nog lang niet de norm. Door Covid-19 nam de ongelijkheid zelfs toe, terwijl er überhaupt nog een lange weg te gaan is. Genoeg redenen voor Michael Herskovich van BNP Paribas Asset Management om als belegger bedrijfsbesturen aan te spreken op het aannemen van vrouwen. “Eén vrouw in het bestuur is niet genoeg.” Door Rianne Lachmeijer

duurt het om de economische kloof tussen mannen en vrouwen te dichten

Dit beeld van diversiteit is in veel bestuurskamers nog ver te zoeken


Public & Social Sector the Ins Practic titute for e, in col Black Eco labora nomic Mobility tion with

The ca inclusivse for e grow th

April 202

1

Global Gap ReGender 2021 port INSI GHT REP MAR ORT CH 2 021

Diversiteit: sociaal én financieel wenselijk BNP Paribas Asset Management stelde diversiteitsdoelen op die bedrijven moeten halen waarin BNP investeert. Zo stemt BNP Paribas sinds 2019 bijvoorbeeld tegen elke mannelijke kandidaat voor de directeursfunctie als er wereldwijd geen vrouwen in de ondernemingsbesturen zitten. Herskovich staat achter deze diversiteitsaanpak. “Wanneer je meer diversiteit hebt zoals in achtergrond, geslacht, nationaliteit en expertise, dan levert dat meerdere perspectieven op en dat verbetert de collectieve besluitvorming. Managementsteams waar vrouwen meer dan 30 procent van het totaal uitmaken, presteren financieel gemiddeld beter dan die met minder of geen vrouwen. Dat blijkt uit een rapport van adviesbureau McKinsey.

Daad bij het woord Het World Economic Forum volgt de voortgang op het gebied van het dichten van de economische kloof op vier gebieden: economische participatie en kansen, opleidingsniveau, gezondheid en politieke activiteit

diversiteit inhioud

Uit een rapport van McKinsey blijkt dat management-teams waar vrouwen meer dan 30 procent van het totaal uitmaken, gemiddeld beter financieel presteren dan die met minder of geen vrouwen

BNP Paribas Asset Management past het diversiteitsbeleid ook in de eigen organisatie toe. Op dit moment bestaat de directie voor 30 procent uit vrouwen. Het doel is om dat In 2025 te laten groeien naar 40 procent.

Michael Herskovich Wie wat Asset Management waar BNP Paribas

Sneller bewegen Herskovich is niet verbaasd over deze uitkomsten. “Maar het is altijd goed dat er studies zijn die dit aantonen.” Hij hoopt dat het hogere aantal vrouwen in de bestuurskamers er ook toe leidt dat op andere niveaus het aantal vrouwen toeneemt. Herskovic vindt dat aandeelhouders, naast lokale overheden die wetten invoeren, een belangrijke rol spelen bij het nastreven van meer diversiteit. “Als meer investeerders dit soort beleid voeren, dan zorgt dat ervoor dat bedrijven sneller bewegen. En wij willen dat zij sneller gaan, want er is nog een lange weg te gaan. Vergeleken met vijf à tien jaar geleden is er sprake van een grote verbetering, maar we zijn nog ver verwijderd van een evenwicht of gelijkheid binnen besturen.”

30

%

vrouwen op dit moment in directie BNP Paribas Management

67


colofon

ChAngemaker Marjon Castelijns Wie wat Manager Business Development waar Future Proof Shipping

Winnaar week 16 Changemaker Awards 2021

Future Proof Shipping Future Proof Shipping BV wil de energietransitie in de scheepvaart versnellen door scheepseigenaren in staat te stellen om de overgang naar emissievrij transport te maken. Met de bedrijven die al zover zijn, start het Rotterdamse bedrijf projecten op. Dat doen zij door zelf eigenaar te worden van schepen of door scheepseigenaren te helpen bij nieuwbouw of ombouw van hun schepen. Zij ondersteunen dan met technische, financiële en commerciële kennis. Er werken zeven mensen bij Future Proof Shipping.

68

“Als leider moet je ergens intrinsiek in geloven en dat dan uitstralen”


Marjon Castelijns is sinds 2018 manager business development bij Future Proof Shipping. Dit bedrijf zet zich in voor de versnelling van de transitie naar een emissie loze maritieme sector. Castelijns combineert haar functie bij Future Proof Shipping met advies aan bedrijven die in Afrikaanse landen actief zijn. Ze studeerde International Business aan de School of Business and Economics in Maastricht en recent Sustainability Leadership aan TIAS. “Er is een wereld te winnen.” Door Rianne Lachmeijer

visie “Ik woonde acht jaar in Oeganda. Daar zag ik wat klimaatverandering betekent, want in die periode zijn de seizoenen rond de evenaar echt veranderd. Toen ik terugkwam in Nederland wilde ik hier werken aan iets dat een positief effect heeft op andere werelddelen. Mijn drijfveer om de energietransitie in de scheepvaart te versnellen, is dan ook dat die sector een belangrijke bijdrage levert aan klimaatverandering. De scheepvaart kun je opsplitsen in drie delen: diepvaart, kustvaart en binnenvaart. Wij zien de binnenvaart als een startpunt om uiteindelijk ook de energietransitie in de zeevaart te realiseren. De zeevaart is nog steeds heel lastig, omdat je enorme hoeveelheden energie moet meenemen voor de voorstuwing over lange afstanden. Bij binnenvaart kun je elke dag energie aan boord brengen en hoef je dus kleinere hoeveelheden op te slaan. We beginnen daarom nu al met binnenvaartschepen op batterijen en waterstof. Ik werk nu aan het klimaatstuk, maar voor mij valt het onder de grote SDG-paraplu. Wij moeten ervoor zorgen dat de hele wereld vooruitgaat.

Niet economisch, maar op welzijnsniveau. Ik zie de energietransitie als een onderdeel van een veel grotere verandering; want wat wij hier in Europa doen, heeft impact op de hele wereld.”

Leiderschap “Leiderschap zit in alle facetten van het leven. Als leider moet je ergens intrinsiek in geloven en dat dan uitstralen. Ik denk dat ik binnen mijn werk door mijn enthousiasme en door de verbinding te zoeken met mensen dingen in beweging kan zetten. In gesprekken merk je snel of iets aanslaat bij iemand. Of er een vonkje is. Dan probeer ik die personen mee te trekken en indien nodig uit hun comfortzone te krijgen. Die intuïtie durven te gebruiken is denk ik cruciaal. Een langetermijnvisie gecombineerd met geduld vind ik ook belangrijke leiderschapseigenschappen. Van nature ben ik niet echt geduldig, maar grote veranderingen duren lang. Geduldig zijn lukt door tussenstappen voor mezelf te definiëren. Je kunt naar het eindpunt kijken en daar met haast willen komen, maar als je ook geluksmomentjes uit die tussenstappen kunt halen, dan blijf je ook gemotiveerd.”

“Wij moeten ervoor zorgen dat de hele wereld Impact vooruitgaat. “De scheepvaart wordt als een vrij traditionele Niet sector gezien, maar ook binnen die sector vind je koplopers. In de 2,5 jaar dat ik nu bij Future Proof economisch, Shipping werk heb ik een paar honderd partijen maar op gesproken. Dan zaai je een heleboel zaadjes bij welzijnsniveau” een heleboel verschillende mensen. Soms vallen

die op redelijk droge grond, maar een aantal zaadjes vallen op vruchtbaardere grond. Het komt niet alleen door mij hoor, maar je ziet nu veranderingen. Bij de eerste gesprekken werd ik bijna uitgelachen als ik over varen op waterstof begon. Nu gaat het er dagelijks over. Met de bedrijven die al zover zijn, starten wij de eerste projecten op. Dat

kunnen wij doen door zelf eigenaar te worden van schepen of door andere scheepseigenaren te helpen bij nieuwbouw of ombouw van hun schepen naar emissieloos. Future Proof Shipping kreeg als eerste partij binnen Nederland goedkeuring voor het ontwerp van een 100 procent emissieloos vrachtschip dat waterstof-elektrisch zal gaan varen. Ook worden concepten die mijn collega’s initieel verzonnen, nu gezien als het verduurzamingspad dat de binnenvaart gaat volgen. Bijvoorbeeld waterstof opslaan in een mobiele container in plaats van een vaste tank op het schip. Dat is heel mooi. Nu nog meer klanten vinden die echt een steentje bij willen dragen!” Wekelijks biedt Change Inc. drie koplopers van de toekomsteconomie het podium. Een van de drie wordt door een jury aangewezen als Changemaker van de Week, en uitgenodigd voor een podcast-interview met Paul van Liempt.

Beluister de podcast met Marjon Castelijns op Spotify

69


advertentie

www.pampus.nl | 0294 700236

ga voor

PAMPUS Rijke historie

Inspirerend heden

Duurzame toekomst

Pampus werd in 1895 gebouwd als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Toen al was het eiland off-grid: er liep geen kabel of buis naar de wal. Door slimme innovatieve toepassingen waren de gelegerde soldaten zelfredzaam.

Pampus is hét eiland van Amsterdam. Door ondernemerschap is het erfgoed open voor publiek. Naast museum- en horecabezoekers ontvangt Pampus jaarlijks tientallen zakelijke groepen. Pampus is dé inspirerende plek voor het goede gesprek.

Pampus transformeert naar 100% fossielvrij Werelderfgoed! Mijlpalen hierin zijn vergisting van groenafval, het zuiveren van IJmeerwater en de realisatie van een state of the art energiesysteem. Kroon op het werk: een volledig nieuw en circulair entreegebouw.

Maak mét ons Pampus toekomstbestendig, organiseer een onvergetelijk event en haak aan als partner!


Duurzaam investeren onzin? Daar is Guus van Puijenbroek, directeur van family office VP Capital, het absoluut niet mee eens. De komende jaren wil hij alleen maar meer inzetten op duurzaamheid door wetenschappelijke doelen te stellen, bedrijven aan te sporen om te verduurzamen en meer impactinvesteringen te doen. “Voor ons zijn risico, rendement en impact belangrijk.” Door Rianne Lachmeijer

H

et interview vindt plaats in een statig negentiende-eeuws pand in Goirle. Als kind speelde Guus van Puijenbroek hier in de tuin van zijn opa en oma, nu leidt hij vanuit het oude familiehuis het investeringsbedrijf van de Van Puijenbroek’s. Hij nam het stokje over van zijn vader waarna hij de nadruk steeds meer op duurzaamheid legde. “Daarvoor deden we dat ook al, maar veel minder expliciet en zeker ook veel minder transparant dan vandaag.”

De (on)zin van duurzaam beleggen Guus van Puijenbroek Wie wat Directeur waar VP Capital

Steeds meer investeerders zetten in op duurzaamheid, maar er is ook discussie over de vraag of dat écht verschil maakt. Zo deelde Tariq Fancy, oud-manager van vermogensbeheerder Blackrock, in april zijn visie op duurzaam beleggen in Het Financieele Dagblad. Hij stelde dat duurzaam beleggen geen enkel nut heeft. “Ik denk dat hij ergens een punt heeft”, reageert Van Puijenbroek. “Als de ene belegger vanuit een duurzame visie aandelen verkoopt en een ander deze overneemt verandert er niks. Maar”, zegt hij: “Indirect heeft het natuurlijk wel effect, als die groep maar groot genoeg wordt.” De impact van duurzaam beleggen is het grootst als bedrijven nieuwe aandelen uitgeven, want het geld dat ze daarmee extra ophalen, investeren ze rechtstreeks in duurzame initiatieven. “Uiteindelijk kan geld veel aansturen. Als wij het geld de goede kant op krijgen, dan kan dat echt een enorm vliegwiel worden”, aldus Van Puijenbroek. Daarom blijft hij inzetten op duur-

“ Als wij het geld de goede kant op krijgen, dan kan dat echt een enorm vliegwiel worden”

inhioud financieel

Familie-investeerder Guus van Puijenbroek: “Langetermijndenken is bij families de norm” zaamheid. En gaat hij daarin steeds een stap verder. Inmiddels is het tweede rapport verschenen over de duurzaamheid van de bedrijven, fondsen en projecten waarin VP Capital investeerde. De scores verbeterden en de doelstellingen voor 2023 zijn aangescherpt. Zo moet 45 procent van het vermogen naar impactinvesteringen gaan. Dat zijn investeringen die een positieve invloed hebben op de maatschappij of het milieu. Duurzaamheid is menens voor Van Puijenbroek. Daarom wil hij zich verbinden aan internationale standaarden en doelen. “We committeren ons aan de internationale Science-Based Targets en ambiëren een B-Corp-certificering.” Het Science-based Targets Initiative (SBTi) is een internationaal initiatief dat erop is gericht om bedrijven een wetenschappelijk onderbouwde bijdrage te laten leveren aan CO2-vermindering. Een B-Corp-certificering vormt vervolgens het bewijs dat een bedrijf niet alleen financieel succesvol is, maar ook sociale en duurzame doelen verwezenlijkt. Alleen de duurzaamste bedrijven voldoen aan die certificering. Van Puijenbroek wil ervoor zorgen dat VP Capital het eerste Nederlandse family office wordt met een B-Corp-certificering. “Als een extra stok achter de deur. Zodat de duurzaamheidsambitie nooit kan verzwakken, want als B-Corp moet je elk jaar weer met de billen bloot om te laten zien welke progressie je zowel op milieu als sociaal vlak maakt. ” Een B-corp-certificering krijg je niet zomaar: maar 45 procent van de bedrijven die een dossier inlevert, ontvangt uiteindelijk een certificaat, weet Van Puijenbroek. Hij verwacht met VP Capital kans te maken

71


financieel

Eigen meetmethode

om zich aan te sluiten bij die groep van voorlopers vanwege de stappen die het bedrijf de afgelopen jaren al zette. Hij wacht de beoordeling met gezonde spanning af.

Omdat VP Capital van alle investeringen wil weten welke progressie ze boekt, moest het bedrijf een eigen meetmethode ontwikkelen. Met een jaarlijks progress report maakt VP Capital met hulp van MJ Hudson een duurzaamheidsscan van die investeringen en donaties, en maakt het ‘routekaarten’ die aangeven hoe scores kunnen verbeteren. Veel van deze doelen worden in variabele beloningen van de bestuurders meegenomen. Daarnaast bracht de investeerder samen met CO2 Logic de CO2-uitstoot van de bedrijven, fondsen en projecten waarin het belangen heeft in kaart. Inmiddels is VP Capital officieel klimaatneutraal, doordat ze een deel van hun uitstoot compenseren met bosbouwprojecten. Ook deelt de familie-investeerder dit jaar in het rapport hoeveel belastingen het betaalde en hoeveel arbeidsplaatsen het creëerde.

Duurzame vooruitgang versnellen VP Capital wil positief bijdragen aan duurzaamheid door de negatieve impact van haar investeringen te verkleinen en de positieve impact op de maatschappij te vergroten. Dat doet de familie-investeerder door bedrijven waar het een meerderheid van de aandelen van bezit klimaatneutraal te maken, te investeren in innovatie(fondsen) en geld te schenken aan goede doelen. Het gaat om zo’n kleine 400 directe en indirecte investeringen in acht deelgebieden: agri-food, vastgoed, media, textiel, smart industry, energie(transitie), water en zorg. VP Capital monitort de maatschappelijke- en milieu-uitdagingen en kansen in deze domeinen en onderzocht samen met Sinzer welke investeringen en donaties hier het beste bij aansluiten. In de investeringsportefeuille zitten steeds vaker bedrijven die werken aan de challenges in een van die acht investeringsdomeinen. Voorbeelden daarvan zijn Spin Dye, Protix, Fairphone, Northvolth, Pieter Pot en Mosa Meat. Doordat VP Capital de uitdagingen en kansen in de verschillende domeinen in het vizier heeft, wordt het makkelijker om ervoor te zorgen dat de verschillende manieren van investeren elkaar versterken. Zo zit de familie-investeerder als meerderheidsaandeelhouder in werkkledingbedrijf HAVEP, het bedrijf dat Hendrik van Puijenbroek in 1865 oprichtte. Als meerderheidsaandeelhouder kan VP Capital direct invloed uitoefenen op dat bedrijf. Daarnaast belegt de familie-investeerder bijvoorbeeld in een textiel innovatiefonds, waarmee het indirect invloed heeft op de ontwikkelingen in de textielsector. Tot slot kijkt het naar schenkingen voor goede doelen die zich inzetten voor mensenrechten in de kledingindustrie of die recycling van weefsels promoten. Bij andere bedrijven waarin VP Capital meerderheidsaandeelhouder is, volgt het dezelfde aanpak. Zo screent technologiebedrijf Batenburg Techniek vooraf projecten op positieve impact. Tegelijkertijd onderzoekt VP Capital geschikte investeringen in slimme industrieoplossingen die circulariteit en de levenscyclus van producten bevorderen en kijkt het naar schenkingen aan initiatieven die technologisch onderwijs bevorderen. Op die manier kunnen schenkingen, directe en indirecte investeringen elkaar versterken.

VP Capital is officieel klimaatneutraal, doordat ze een deel van hun uitstoot compenseren met bosbouwprojecten

72

8

thema’s waarin VP Capital investeert via 400 directe en indirecte investeringen

Het belang van een rapportcijfer Transparantie werkt, merkte Van Puijenbroek toen hij de bedrijven en fondsen liet weten dat ze in een openbaar rapport zouden komen. “Eerlijk gezegd ging dat beter dan ik verwachtte, want waarom zou een fonds waar wij voor minder dan 1 procent inzitten naar ons luisteren? Maar op het moment dat wij zeiden dat wij een score gingen publiceren in een progress report, werden mensen ineens wakker. Competitie gaat dan een gezonde rol spelen. Ze vinden het toch belangrijk om een hoge score te halen.” Bij sommige van de acht thema’s is een duurzame koers makkelijker uit te voeren dan bij andere. Zo bezit de familie van oudsher een landbouw- en melkveebedrijf. “We kunnen het verkopen, maar dan verschuiven we het probleem naar de volgende eigenaar. We hebben geen idee wat die ermee gaat doen. Daarom hebben wij gezegd: laten we proberen om met de kennis die we al hebben, en de middelen die we ervoor willen vrijmaken, te zorgen dat wij binnen dat domein een voorloper worden.” Samen met onderzoeksbureau Metabolic kijkt de

familie op welke manieren dat kan. Als over een aantal jaar blijkt dat het toch niet lukt om voldoende stappen te zetten, overweegt VP Capital het alsnog te verkopen om de zelf-gestelde doelen te halen.

Trots creëren Van Puijenbroek merkt dat de interesse voor duurzaam investeren ook onder andere investeerdersfamilies toeneemt. “Het gaat niet alleen meer om risico en rendement. Het is echt risico, rendement én impact.” Zo kreeg hij veel aanmeldingen voor een bijeenkomst over de visie en meetmethode die hij organiseert voor familie-investeerders. Zowel Belgische als Nederlandse families meldden zich. De verschillen tussen de twee nationaliteiten zijn klein, hoewel de Belgische families wel meer moeite hebben met transparantie dan de Nederlanders. De Van Puijenbroek’s vonden transparantie eerst ook een eng idee, maar inmiddels zijn zij om. “Die draai is gemaakt. En met een mooi effect waar we ook op hoopten, namelijk dat het trots creëert over waar je mee bezig bent. Dat geldt met name voor de zesde, jongere generatie.” Van Puijenbroek vindt dat familie-investeerders een belangrijke rol kunnen spelen bij het aanjagen van duurzaamheid. Bijvoorbeeld door meer te investeren in startups en innovatie en door de bestaande bedrijven verder te verduurzamen. “Anders gaat het nooit gebeuren”, stelt hij. Investeren in startups en innovatie is vaak risicovoller, maar juist familiebedrijven kunnen deze taak op zich nemen als zij het slim aanpakken. Hij ziet een rol weggelegd voor familie-investeerders in het kader van wat hij “intergenerationeel denken” noemt. Terwijl zijn betovergrootvader vanuit een schilderij over zijn schouder meekijkt bij het interview, legt hij uit dat langetermijndenken bij families de norm is. Daarin ligt de sleutel voor succesvol duurzaam beleggen. “Vanuit dat perspectief kun je nu investeren in oplossingen die onze volgende generaties nodig hebben en daarmee in een betere toekomst.”


Inmiddels is VP Capital officieel klimaatneutraal, doordat ze een deel van hun uitstoot compenseren met bosbouwprojecten

73


column colofon

Leren over duurzaamheid doe je niet alleen op school Ruim 70 procent van de middelbare scholieren leert geen vaardigheden voor het oplossen van klimaatvraagstukken. Maar school is niet de enige plek waar zij zouden moeten leren over onderwijs. Ook bedrijven hebben daar een rol in, en kunnen daar ook nog wat van opsteken.

D

eze week stonden jongeren weer op de Haagse stoep van de Tweede Kamer om aandacht te vragen voor duurzaam onderwijs. Wéér, ja, want in 2014 stonden ze er ook al. Toen werd er zelfs samen met politieke partijen een verdrag getekend om meters te maken met dat duurzame onderwijs. Zeven jaar later is er nog erg weinig gebeurd, zo blijkt uit onderzoek van Klimaat in de Klas. Deze jongerenclub vroeg ruim duizend middelbare scholieren naar hun mening over duurzaam onderwijs. Wat blijkt: - 9 3 procent van de leerlingen ziet klimaatverandering als een probleem - s lechts 63 procent leert op school over de gevolgen ervan - s lechts één op de drie scholieren leert vaardigheden voor het oplossen van problemen rondom klimaatverandering -8 9 procent van de leerlingen wil meer aandacht voor dergelijke vaardigheden op school Dit mag je toch als absurd beschouwen: we vestigen al onze hoop om het klimaatprobleem op te lossen op de jongere generaties, maar de vaardigheden die daarvoor nodig zijn, moeten ze zelf maar zien te ontwikkelen.

creatieve oplossingen Toch stemt dit mij hoopvol. Jongeren komen wel zelf in actie voor duurzaam onderwijs. De urgen-

74

tie waar overheden en bedrijven nog elke dag over bekvechten, is voor hen dus een gegeven. En terwijl ze op school te weinig vaardigheden leren om het klimaatprobleem aan te pakken, komen ze nu al met de meest creatieve oplossingen. Zij willen vooruit! Bijvoorbeeld Aaliyah Saleh, 14 jaar en oprichter van duurzaam modemerk Divapower. Aaliyah hoorde over de werkomstandigheden in de kledingindustrie en wilde iets doen om de situatie van kledingarbeiders te veranderen. Van de katoenbolletjes tot kleurstoffen tot arbeidsomstandigheden: Aaliyah zoekt altijd naar een duurzame oplossing. Of Tycho, Maiko en Jens, studenten aan het Friesland College. Zij ontwierpen een windmolen van gerecycled plastic, die zo uit de 3D-printer rolt en als bouwpakket over de hele wereld geleverd kan worden. Een oplossing voor plekken waar de toegang tot energie niet vanzelfsprekend is. Ik ben heel benieuwd met wat voor ideeën deze jonge talenten komen als duurzaamheid in het onderwijs straks echt doorbreekt. Maar school is niet de enige plek waar kinderen vaardigheden leren, ook het bedrijfsleven heeft daar een rol in. Niet door lespakketten te ontwikkelen, maar door duurzame uitdagingen uit het bedrijfsleven voor te leggen aan de generatie van de toekomst. Gelukkig zijn daar al allerlei initiatieven voor. De SDG-Challenge bijvoorbeeld, waarbij studenten in teams aan een uitdaging van een bedrijf werken dat impact heeft op de Sustainable Development Goals.

Circulair meedenken Zo bedachten studenten van Windesheim vorig jaar een circulaire kledinglijn voor Zeeman. En dit jaar gaan studenten aan de slag met challenges van bedrijven als Swapfiets, Justdiggit, het Rode Kruis en Swinkels Family Brewers. Er is nog een andere mogelijkheid: biedt

studenten een stage en laat ze werken aan een duurzaam project. Kortom: geef jongeren een duurzame uitdaging uit de echte wereld om hun tanden in te zetten, zodat zij hun duurzame vaardigheden kunnen ontwikkelen. Dat levert niet alleen de jongeren veel op, maar ook de bedrijven zelf. Laten we kijken wie er straks het meest heeft geleerd!

WIE IS Emma rotman

Emma Rotman

Emma Rotman is projectmanager van SDGs On Stage, het platform voor stages rondom de Sustainable Development Goals. Een initiatief van Change Inc. en verschillende Nederlandse hogescholen. Studenten vinden hier een stage waarin ze direct impact kunnen maken. En bedrijven vinden hier jonge talenten met een duurzame mindset. Zo versnellen we de transitie naar een duurzame samenleving en halen we de SDGs in 2030. Ook een stage plaatsen? Meld je gratis aan op www.sdgsonstage.nl.


advertentie

T󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀󰉀 Centraal gelegen achter het Centraal Station in Utrecht bevindt zich The Green House. Een uniek circulair en transparant restaurantconcept, in het meest circulaire gebouw van Nederland. In het circulaire gedachtengoed wordt afval als grond- óf brandstof voor de volgende stap beschouwd. Alles wat je om je heen ziet in The Green House heeft een uniek verhaal. Naast de circulaire initiatieven, staat The Green House bovenal voor leuk en lekker!

In het restaurant aan de Croeselaan bereiden onze chefs de lekkerste gerechten van zoveel mogelijk ingrediënten uit de eigen urban farm en de regio. Nieuwsgierig? Er is nog zoveel te delen in een wereld waarin afval niet meer bestaat én waar lekker eten net zo belangrijk is. Laat je inspireren én verwonderen in The Green House, tot snel!

Meer informatie: www.thegreenhouserestaurant.nl - Tel. +31 (0)6 2213 1447


verandering gaat sneller dan ooit.

Priva • REBEL GROUP • Remeha • Renewi • Corbion • Croonwolter&dros • Gasunie Sunrock • VP Capital • Zoncoalitie • WSP • ASN Bank • ASR • INVEST-NL • Chemelot DS SMITH • EBbinge • Engie • Enkev Group • Zwitserleven • Cushman & Wakefield • DSM Achmea • Arup • Albron • Anexo • Arcadis • Citytec • Coca-Cola • Cono Kaasmakers Jaarbeurs • JCDecauX • Lamb Weston/Meijer • Hague Corporate affairs • Interface • Joulz Eteck Energietechniek B.V. • DAWN • HAK • Port of Amsterdam • Powered by Meaning Greenchoice • Greenwaste • BNP Paribas • STARTGreen Capital • Smurfit Kappa • TUI Hill+Knowlton Strategies • GroenLeven • Neptune Energy • Plus Retail • PREZERO Faber Halbertsma Groep • FORTEILANd PAMPUS • Koninklijke van Wijhe Werf • MHC Mobility Steeds meer bedrijven, bestuurders en ondernemers zijn actief onderdeel van een duurzame, inclusieve toekomst. Ze helpen elkaar, delen informatie en werken samen. Alleen zo kunnen we de uitdagingen van vandaag aan en bouwen we aan een nieuw morgen.

Dagelijks nieuws

van Change Inc. ontvangen? Meld je aan via deze QR-code of profile.change.inc/register www.change.inc

KIJK JE TOE OF DOE JE MEE? Word ook toekomst maker. Ga naar www.change.inc. Het platform voor het bedrijfsleven van morgen.

Platform van toekomstmakers


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.