Een sprong in het diepe Belinda Jones
BLOEMENDAL UITGEVERS
1
‘We moeten de wens loslaten om de woeste zee te willen temmen. We moeten leren zeilen op de wind.’ - Aristoteles Onassis O nee. Daar is hij weer. Hij komt vastberaden op me af benen in zijn geperste marine-uniform, compleet met zwarte epauletten, witte instappers en een pet met gouden insigne. Zelfs zijn mediterraan gebruinde huid en donkergrijze ogen zien eruit alsof ze zijn uitgereikt bij zijn examen ‘cruiseschip pin-up’ en steken opvallend af tegen het ijzige blauw van de oceaan. Ik schiet terug door de gang mijn eigen hut in en leun als een voortvluchtige tegen de deur. Sinds officier Alekos Diamantakis vorige maand in Alaska aan boord is gekomen, is mijn leven veranderd in één lange Benny Hillsketch. Ik kan zelfs zeggen dat ik, in de twaalf jaar die ik nu in de cruisewereld werk, me nog nooit zo opgejaagd heb gevoeld. Ik snap nog steeds niet waarom iemand die echt kilometers te knap is voor mij, zo achter me aan blijft lopen! Gelukkig is dit over een paar uurtjes allemaal voorbij en word ik naar een veilige haven gevlogen: na acht maanden hard werken is het tijd voor de reguliere twee maanden verlof. Ik voel me op mijn laatste avond gewoonlijk wel wat weemoedig, omdat ik van zo veel mensen afscheid moet nemen die ik waarschijnlijk nooit meer zal zien. Ik speel de laatste reis in gedachten nog een keer af en laat alle bezienswaardigheden nog eens de revue passeren. Maar vanavond voelt het anders; voor het eerst heb ik een verzoek ingediend om nog een keer met dit schip mee te mogen varen. Het is niet dat dit schip zoveel beter is dan andere, maar ik merk dat ik het steeds belangrijker vind om dezelfde dingen en mensen om mee heen te hebben. Ik denk in elk geval dat dat het is. Als ik het gevoel zou moeten omschrijven, zou ik zeggen dat ik heimwee heb. Maar hoe kun je heimwee hebben als je geen thuis hebt? Mijn ouders zijn vorig jaar naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd om dichter bij mijn zus te zijn, die net is bevallen. Ik voelde me even als een kind dat in de kinderwagen buiten de winkel is blijven staan. Ook al hebben ze vast gelijk als ze zeggen dat Wellington, de kustplaats die op plaats twaalf staat van beste plekken om te wonen in de hele wereld, veel gezelliger is dan Watford, en natuurlijk heeft mijn moeder ook gelijk als ze zegt dat ik toch nooit lang genoeg thuis ben en even snel naar het zuidelijk halfrond kan vliegen als naar het noordelijk halfrond. Gelukkig kan ik nog steeds zo nu en dan lekker rondneuzen in het oude winkelcentrum bij ons om de hoek, omdat mijn nieuwe beste vriendin Jules op maar een paar straten van mijn vroegere ouderlijk huis woont. Haar flat is 6
mijn ‘thuis’ voor mijn komende verlof. Het feit dat ze ook op een cruiseschip werkt (we deelden een hut in Hawaï) maakt de overgang naar de wal een stuk eenvoudiger; zij begrijpt al het jargon en weet hoe er op een schip wordt geroddeld. Zeker omdat de roddels vroeger meestal over haar gingen. De ‘mooimaakmeisjes’ (die in de schoonheidssalon en fitnesszaal werken) zijn samen met de danseressen het populairst op het schip, zeker bij de zeer competitief ingestelde Griekse officiers. Ik neem aan dat dat de reden was waarom Alekos zo in mij geïnteresseerd was. Ik zat bij te kletsen met Kirby, de kapper, toen hij voor het eerst toenadering zocht. Toegegeven, toen hij erachter kwam dat ik geen Shiatsu-masseuse was maar excursies organiseerde, gooide hij me niet overboord. Maar toch, het feit dat hij überhaupt in de beautysalon was, had bij mij alle alarmbellen moeten laten rinkelen. Over beauty gesproken: Jules heeft al een lichaamswrapping voor me geregeld om me te reinigen van alle gifstoffen die zich gedurende de tien uur durende vlucht vanuit Vancouver vast in mijn lichaam zullen ophopen. Dit wordt dan gevolgd door een marathonsessie voor de buis om het laatste seizoen Brothers & Sisters te kijken, onder het genot van een schaal vol glutenvrije, zelfgebakken muffins. Ik weet dat het glutenvrije aspect het allemaal wat minder feestelijk doet klinken, maar met uitzondering van de cocktails die ze soms als sapjes achteroverslaat, ziet Jules haar lichaam als een fitnesstempel; ik ben al blij dat we tijdens het tv-kijken niet in de lotushouding hoeven te zitten. Daar komt nog bij dat ik helemaal niks zelf hoef te doen zolang ik bij haar logeer. Het is dus echt vakantie! Ik ben altijd degene die alles organiseert en die ervoor zorgt dat de diverse tourgroepen zich amuseren, maar bij Jules kan ik de boel de boel laten en me heerlijk ontspannen. Ze heeft van alles geregeld, zelfs een uitje naar Brighton ter ere van mijn verjaardag, met als dresscode felle kleurtjes en sleehakken. En daar moeten we dan in gaan kajakken... Ik zie het een beetje als beroepsdeformatie: ze loopt de hele dag aerobicsbewegingen te roepen en mensen te corrigeren op hun houding, om ervoor te zorgen dat ze zo fit en slank mogelijk worden. Ze heeft een even sterke mening wanneer het op de liefde aankomt en op dát gebied kan ik zeker wel wat hulp gebruiken. Ik herinner me nog dat ik, toen zij net aan boord kwam, omging met het Noorse hoofd radiocommunicatie, Nils. Over het algemeen ‘doe’ ik het niet met scheepsmaten, tenzij ik of de andere partij nog maar een paar weken voor de boeg heb. Het is de eerste vraag die ik stel: ‘Hoe lang heb je nog?’ Alsof we allemaal terminaal ziek zijn. Het is anders gewoon té riskant: het is al vervelend genoeg om het uit te maken met iemand die in dezelfde stad woont, maar als diegene op hetzelfde schip zit en je maximaal driehonderd meter van hem weg kunt rennen? Brrrr... Maar ik had al twee jaar geen vriendje meer gehad en hij was gewoon zo aardig en elegant, dat ik mijn eigen regel schond. Een desastreuze fout. Nils probeerde Jules te versieren, niet wetend dat ze mijn nieuwe hutgenote was. Ze kwam direct naar me toe om me te vragen of het goed was dat ze met hem naar zijn hut ging, om eens in de e-mails op zijn laptop rond te 7
neuzen en te kijken hoe het nou eigenlijk zat. Ze nam een heerlijke douchegel mee die hij natuurlijk direct moest uitproberen, zodat zij de kans had om voor detective te spelen. Ik wilde het liefst door de grond zakken toen ze terugkwam met een koffer vol bewijzen van zijn overspelige gedrag: dit was iemand die je zonder enig probleem als luchtverkeersleider kon inzetten, zo goed was hij in het in de lucht houden van talloze vriendinnetjes zonder dat ze van elkaar op de hoogte waren. Dat wil zeggen, tot op dat moment. Ze stuurde alle liefdesberichtjes in zijn mailbox door naar haar eigen mailadres en liet ze aan me zien: Liefste Caterina... Liefste Ola... Liefste Narinda... Liefste Sheila... Hij had letterlijk in elk stadje een ander schatje! En dan zeggen ze dat mannen niet kunnen multitasken! Ik ben gewoon enorm blij dat zij er was om ons allemaal wakker te schudden. Zo is het met Alekos ook; iedereen probeert me ervan te overtuigen dat hij echt de perfecte man is voor mij, terwijl Jules om een heel andere reden vindt dat ik seks met hem moet hebben. ‘Het is snelste manier om van hem af te komen!’ zei ze toen ik voor het eerst bij haar kwam klagen over zijn hofmakerij. ‘Wat een charmante gedachte!’ was mijn antwoord. ‘Wil je me iets zeggen over mijn slaapkamerkwaliteiten?’ ‘Nee!’ zei ze lachend. ‘Niks persoonlijks, hoor. Maar hij is alleen maar in jou geïnteresseerd omdat je hem steeds blijft afwijzen.’ Dat is pas een goede vriendin, iemand die zegt waar het op staat: ‘Bij hem gaat het om het jagen!’ Oftewel, laat je niet gek maken door al die anderen die denken dat hij smoorverliefd op je is. Jules is totaal niet romantisch ingesteld, maar krijgt wel altijd voldoende aandacht van mannen. En hoewel ze regelmatig officiers achter zich aan kreeg – en zelfs een kapitein haar een keer een oneerbaar voorstel deed – was het de deejay voor wie ze uiteindelijk viel. Dominic was geen zeeman, laat staan iemand die vrijwillig op een cruise meeging, laat staan dat hij aan boord van een schip ging werken. Maar zijn voormalige vriendin, een bruisende entertainmentmanager genaamd Cherry, haalde hem over om zijn baan en flat in Ipswich op te zeggen en te gaan draaien in de nachtclub op haar cruiseschip. Binnen een paar weken kreeg zij een beter aanbod: niet van een andere man, maar van een ander schip. Gelukkig was Jules er om Dom te troosten toen Cherry vertrok. Ze werden al snel een stelletje, en toen Jules’ contract afliep, besloot ook hij zijn baan op te zeggen en gingen ze samen terug naar Engeland. Dat is nu al bijna een jaar geleden. Ik mis haar enorm aan boord, maar voor Jules was het cruiseschip vooral een plek om bruin te worden; voor mij is het een manier van leven. Het is misschien niet perfect, het lijkt soms iets té veel op mijn oude kostschool van vroeger en ook het salaris is niet echt geweldig, maar het is beter dan alle alternatieven die ik kan bedenken. Mijn moeder zegt altijd dat ik voor het zeeleven heb gekozen omdat zij voor mijn negende verjaardag een zeemeerminnenfeest had georganiseerd. 8
Mijn zus denkt dat ik ben geïnspireerd door de televisieserie The Love Boat, maar in werkelijkheid was het de film Shirley Valentine die me naar zee dreef. Ik miste de film toen hij voor het eerst uitkwam, alweer twintig jaar geleden. Pas acht jaar later, toen ik zelf twintig was, zag ik hem voor het eerst. Ik had besloten om te stoppen met mijn studie Toeristisch management, om een gezinnetje te stichten met mijn vriend Ricky. Ik zal nooit vergeten hoe we elkaar ontmoetten: ik stond mijn handen te wassen bij het toilet van een trendy restaurant toen ik voelde hoe tien ingezeepte vingers zich met de mijne verstrengelden. Ik deed geschrokken een stap achteruit en keek onder de spiegel door, waar ik in de ogen blikte van een even geschrokken blonde jongen. Blijkbaar had de ontwerper van de toiletten het amusant gevonden om de wasbakken precies in de muur tussen de dames- en herentoiletten in te bouwen, op zo’n manier dat het niet direct opviel. We raakten aan de praat, gingen daar het hele weekend mee door en tegen de tijd dat het zondagavond was geworden, was ik verloren. Ik gaf me volledig aan hem over; terwijl ik anders altijd overal diep over moest nadenken, de voors en tegens tegen elkaar afwoog, was ik bereid om voor hem alles op te geven – zonder blikken of blozen. Hij was de enige die er nog toe deed. En toen we gingen samenwonen, werd mijn wereld nog kleiner. Samenwonen was helaas niet zo romantisch als ik het me had voorgesteld. Hij maakte lange dagen in de bouw en als hij thuiskwam, had hij nergens zin in, behalve voor de tv hangen in zijn stoffige werktenue. Het zomerbaantje bij de plaatselijke reisagent dat ik had genomen, werd een fulltimebaan, en ook al vond ik niks leuker dan de perfecte vakantiebestemmingen en hotels zoeken voor mensen, toch had ook ik wel door dat het best ironisch was: hier zat ik dan, wereldreizen te boeken voor anderen, terwijl ik mijn eigen vriendje niet van de bank kon krijgen. Maar toch. Dat kan toch best romantisch zijn? Gezellig samen op de bank tv kijken? Het werd nog gezelliger toen hij zijn baan kwijtraakte. Dit was nog in de tijd voor on demand-tv, dus zat hij daar maar de hele dag langs allerlei geestdodende programma’s te zappen. Als ik dan naast hem zat, voelde ik gewoon de energie uit mijn lijf sijpelen. Hoewel ik hem bleef stimuleren en steunen, deed hij geen enkele moeite om werk te zoeken – ach, waarom zouden we ons allebei uit de naad werken? We konden het toch ook om de beurt doen? En toen kreeg Marianne van het reisbureau een tripje aangeboden naar een nieuw resort in Griekenland en nodigde ze mij de avond voor haar vertrek uit om bij haar moussaka te komen eten en Shirley Valentine op video te kijken, omdat ze niet kon geloven dat ik die film nog nooit had gezien. De arme meid wist niet wat ze in me losmaakte. Voor mij was deze komedie vreselijker dan de bloederigste horrorfilm, omdat het echt kon gebeuren en ook elke dag echt gebeurde: vrouwen worden verliefd, gaan trouwen, krijgen kinderen en raken zichzelf volledig kwijt. En dan zijn ze de rest van hun leven wanhopig op zoek naar The Girl Who Used To Be Me, zoals de titelsong gaat. Ik zag mijn toekomst aan me voorbij trekken, de film was een waarschuwing. Op mijn twintigste voelde ik me al een vermoeide huisvrouw die zich 9
afvroeg: is dit het nou? Zou ik over twintig jaar ook tegen de muur lopen praten in een polyester huispak? Zou ik duizenden mensen op exotische reizen sturen zonder zelf ook maar iets te doen met mijn leven? Volledig versuft liep ik die avond weer naar huis. Zonder ook maar op te kijken van de tv zei Ricky tegen me dat ik even een vijfje voor hem op tafel moest leggen voor zijn lunch de volgende dag. Ik legde uit dat ik niet had gepind en dat ik alleen nog wat kleingeld in mijn portemonnee had. Hij ging helemaal uit zijn dak, beschuldigde me ervan dat ik totaal niet aan hem dacht en of ik misschien liever had dat hij verhongerde? Op dat moment realiseerde ik me dat het met mij nog erger was gesteld dan met Shirley, want haar man Joe had tenminste nog een baan. Toen ik de volgende ochtend naar mijn werk ging, was ik het liefst in Mariannes koffer gekropen. Maar ik had een paar vervelende ervaringen met vakanties in Griekenland en ook als deze reis wel goed zou zijn uitgevallen, had me dat niet meer dan twee weken uitstel opgeleverd. Ik moest mijn leven over een totaal andere boeg gooien. Iets radicaal anders dat me uit de buurt van Rickys lippen zou houden – die me zo in de problemen hadden gebracht. En toen kwam er een stel binnenlopen om een cruise te boeken. Dit was al het tiende jaar op rij dat ze gingen cruisen; ze kenden iedereen aan boord al, en ook de mensen van de organisatie die alle excursies in de havens onderweg regelde, Shore Excursions. Hoewel het leek op het werk dat ik nu deed, was wat zij beschreven het totale tegenovergestelde van mijn huidige bestaan en lichtjaren verwijderd van mijn bureau hier in een ingeslapen provinciestadje. ‘Het is meer dan een baan,’ legde de echtgenoot uit. ‘Het is een manier van leven.’ Aan boord hoefde ik niet te koken of te poetsen en mijn werk lag op loopafstand. Ik hoefde mijn kleren niet te wassen en hoefde me geen zorgen te maken over de boodschappen. Als je om zes uur thee wilde drinken, ging je gewoon naar de kantine. Het klonk te mooi om waar te zijn: geen piepers jassen achter het aanrecht terwijl de regen tegen het keukenraam roffelt. Niet meer wachten bij de bushalte, met zware tassen vol boodschappen en striemen in mijn handen. Geen gezwijmel meer bij de aanblik van posters voor exotische bestemmingen: ik zou zelf met een rietje uit een kokosnoot liggen drinken onder een palmboom op de Cariben, Mayaruïnes bekijken en bij Polynesië gaan snorkelen! Het klonk een stuk beter dan de rest van mijn leven naast een zak aardappels op de bank zitten. Terwijl ik mijn sollicitatiebrief zat te tikken, beloofde ik mezelf dat ik me nooit meer zo zou verliezen. Ik besloot zelfs dat ik nooit zou trouwen, puur en alleen om het stempel ‘huisvrouw’ te ontlopen. Ik zou in plaats daarvan een leven lang op honeymooncruise gaan. Maar dan in mijn eentje. Ik herinner me mijn eerste werkdag nog goed. Ik vond het zo eng. In plaats van dat ik mezelf kon voorhouden dat het maar acht uurtjes duurde en dat ik 10
dan moe maar voldaan thuis op de bank kon ploffen, had ik een werkdag van acht maanden voor de boeg. Het was een enorme verplichting, maar elke keer als ik het bijltje erbij neer wilde gooien, dacht ik aan wat er thuis op me zou zitten wachten. En toen ik inderdaad verlof kreeg en terugging naar Engeland, begon het al na twee weken weer te kriebelen. Het was alsof er een magische nieuwe wereld voor me was opengegaan, en ik kon niet wachten wat er nu weer op me lag te wachten. De meeste van mijn vriendinnen waren blij voor me, maar ik herinner me ook dat tijdens de karaoke op een kerstborrel een paar jaar terug een vriendin voor mij het lied I’ve Never Been to Me van Charlene uitkoos... Ik wist toen niet precies hoe ik dat moest interpreteren. Ik kon me totaal niet identificeren met dat zielige liedje. Waar klaagde ze toch over: als je in Nice was geweest, en het ‘eiland’ Griekenland, champagne op een jacht had gedronken – wat is daar nou zo vreselijk aan? Het personage leek een beetje op dat van Joanna Lumley in de film Shirley Valentine; herinner je je Marjorie Majors, de klasgenote die een dure hoer werd? Nou ja, ik ben in Georgia en Californië geweest, maar mijn lijf heb ik nooit hoeven verkopen. Ik ben misschien nooit uitgekleed door koningen, maar ik heb mijn portie internationale romances wel gehad, en hoewel geen ervan iets werd, heb ik er veel van opgestoken. Wat Charlene wilde zeggen, is dat ze haar zo glamoureus ogende maar uiteindelijk best eenzame leventje graag zou willen ruilen voor een saaie man en een baby. En ik begon me echt af te vragen wat die vriendin met dat lied bedoelde, omdat ik wist dat ze zelf twee kinderen had. Ik denk de laatste tijd vaak na over hoe verschillend onze levens zijn. (Het is best gek dat ik dit liedje op de raarste plekken hoor, zoals in een supermarkt op Barbados, of in een disco in Anchorage.) Maar ik weet niet of ik met haar zou willen ruilen. Wie en waar je ook bent, het voelt toch altijd alsof je iets mist, nietwaar? Is dat niet heel menselijk? En in tegenstelling tot Charlene ben ik wel bij mezelf geweest. Ik weet wie ik ben. Ongeveer. Mijn enige zorg is dat er nog maar weinig wereld over is om te bekijken, en dat is nou net wat mij op de been houdt: het ontdekken van nieuwe plekken. Zo voelde het in elk geval altijd. Als iemand die leeft volgens het motto: ‘Niet stil blijven staan!’ twijfel ik over mijn beslissing om weer met hetzelfde cruiseschip mee te varen. Ik hoop maar dat het niet de eerste stap naar verveling en stilstand is. Doe ik het te rustig aan terwijl ik eigenlijk weer een boost nodig heb? Maar wat heb ik nodig? Het meest dramatische wat iemand kan doen die altijd in beweging is, is stilstaan! En dat kan ik echt niet. Ik geef Alekos deels de schuld van de onrust die ik nu voel. Toen ik hem leerde kennen, was ik net zo geïntrigeerd door hem als de rest van het schip ‘ tot we hoorden dat hij de reputatie van een hartenbreker had. Opgepast! En dus deed ik een stapje terug en schakelde mijn gevoel uit; iets wat niet gemakkelijk is als die gevaarlijke en knappe man jou wel aandacht schenkt. Ik was vastbesloten om sterk te blijven (en anders gewoon heel hard weg te rennen), zeker na mijn Noorse avontuur. Zoiets wilde ik niet weer. Bij deze man was ik in elk geval gewaarschuwd! 11
Natuurlijk zijn goede bedoelingen één ding en het is niet gemakkelijk om je gevoelens te negeren. Ook al doe je je best ze niet te uiten naar de betreffende persoon, toch kun je er niets aan doen dat je ’s avonds in bed ligt en denkt aan ‘wat als...’. Wat als ik iemand tegenkom die echt aardig is, die Jules wel goedkeurt? Wat als we gingen samenwonen en we toch weer als een vermoeid stel op de bank belandden, zou het dan eigenlijk wel zo erg zijn nu ik al heel wat van de wereld heb gezien? Maar dan was het weer tijd voor een volgende cruise en zag ik al dat moois weer om me heen, zoals honderd meter hoge gletsjers die blauw lijken te gloeien in het maanlicht, en dan dacht ik: dit ga ik toch niet opgeven voor een man? Ik word zelfs een beetje boos op mezelf: waarom zit ik hier alleen in mijn hut in plaats van gezellig martini’s te drinken met mijn vrienden? Nog twee minuutjes, zodat ik zeker weet dat hij weg is. Misschien moet ik eerst mijn koffer verder inpakken, zodat ik in elk geval het idee heb dat ik wat nuttigs doe... Ik klap de koffer open en stop een paar schoenen in de hoeken. Ik heb nog ruimte zat, want ik kom weer terug op dit schip en hoef niet al mijn winterkleren en jassen mee te nemen naar Engeland. Ik kan niet wachten tot de dag dat ik in alleen maar een T-shirt lekker naar buiten kan. Nou ja, niet alleen maar natuurlijk... o, de telefoon. ‘Selena?’ Het is Jules. ‘Hé hallo!’ roep ik. ‘Ik ben mijn koffer al aan het pakken.’ Ze giechelt, omdat ze weet dat dit haar cue is om een van onze favoriete scènes uit Desperate Housewives na te spelen. ‘“Hooo! Ik zei: alleen de dingen die je echt nodig hebt!”’ roept ze met de donkere stem van Carlos, die zijn vrouw Gabrielle een standje geeft. ‘“Is dat een boa?”’ Ik doe alsof ik een zwarte verenboa om mijn nek hang en trek een pruillip. ‘“Als we ergens naartoe gaan waar ik geen boa nodig heb, ga ik niet mee!”’ We giechelen nog even door en dan is het tijd voor de laatste roddels. Ook al zie ik haar over twee dagen, toch moet ze even het laatste – echt allerlaatste – nieuws horen over Alekos. ‘Ach, je zegt laatste, maar ik durf te wedden dat hij straks in de bar zit en het, als hij je om twee uur naar je hut heeft gebracht, nog een keer zal proberen.’ ‘Hou je mond!’ jammer ik. Hoe vaak kan ik met overtuiging nee zeggen tegen die man? ‘Je bent vast blij dat je weg kunt,’ concludeert Jules. ‘Ik ben vooral blij dat ik jou straks weer zie! Wat moet ik meenemen van de duty free?’ Stilte. ‘Jules?’ ‘O, Selena! Ik weet niet precies hoe ik het je moet vertellen...’ ‘Me wat vertellen? Of drink je niet meer...’ ‘Ik ga trouwen!’ 12
Mijn kin zakt door de grond heen tot in de machinekamer onder in het schip. ‘Met Dom?’ Ik weet niet waarom ik dat vraag, want met wie zou ze anders trouwen? Ik probeer het onvermijdelijke te rekken, denk ik. ‘Ja!’ roept ze uit. ‘Het zou een verrassing worden, maar toen zag ik de tickets naar Mauritius liggen...’ ‘Met blote voeten op het strand?’ Dat past perfect bij Jules: ze heeft echt het lijf voor een bikinibruiloft. ‘Dom stelde voor om een nudistenbruiloft te organiseren, maar dat mocht niet van het hotel.’ ‘Wat een idioten!’ ‘Ach, het maakt niet uit, ze hebben heel wat verwenbehandelingen in het pakket gegooid: ik heb al een frangipani body float geboekt en de exotic moisture dew-gezichtsbehandeling klinkt hemels!’ Ik weet dat Jules al die crèmepjes, dat geknijp en getrek heerlijk vindt, maar ze klinkt enthousiaster over de extraatjes dan over het trouwen zelf. ‘Wanneer is de grote dag?’ vraag ik. ‘Of moet ik zeggen: de grote zeg-maardag-tegen-je-vrijgezellentijd-dag?’ ‘We vertrekken zondag.’ ‘Zondag zondag? Nu zondag?’ Ze bedoelt toch niet de dag dat ik land en bij haar op de stoep sta? ‘Als in overmorgen?’ ‘Beetje plotseling, hè? Gelukkig had ik al wat tijd vrij genomen voor jou.’ ‘Ja. Nou. Wauw.’ Ik ga op het bed zitten, boven op mijn strooien cowboyhoed. ‘Gaan jullie met zijn tweetjes? Of gaat er nog familie mee?’ Plotseling voel ik me heel eenzaam – zo zie je maar weer dat je beste vriendin je zomaar in de steek kan laten. ‘Nee, alleen wij tweeën. Je bent toch niet boos, hè? Omdat onze plannen nu in het water vallen?’ ‘Doe niet zo raar,’ lach ik. ‘Ik ben gewoon geschrokken. Ik bedoel verrast.’ Ik trek mijn neus op en zoek naar de juiste woorden. ‘Wat ik wil zeggen, is dat ik superblij ben voor jullie!’ En voeg eraan toe: ‘Als dit tenminste is wat je wilde?’ Ze heeft het de laatste tijd amper over Dom gehad, maar dat is vaak een goed teken: in mijn ervaring hebben mensen meestal veel te vertellen over hun partner als ze ontevreden zijn en hun frustraties willen delen. Ik herinner me dat ik op verlof eens een vriend van vroeger tegenkwam en vroeg hoe het ging nu hij samenwoonde met zijn vriendin, en hij zei: ‘Er gebeurt niet zoveel.’ En dat bedoelde hij op een aardige manier. Ik besluit de relationele ondervraging te beëindigen en de vraag te stellen: ‘Wat doe je aan?’ ‘Nou ja, de diamanten oorbellen van mijn oma als iets “ouds”, morgen haal ik een prachtige “nieuwe” witte bikini met lovertjes op, en van mijn moeder mag ik haar Gucci-zonnebril “lenen”.’ ‘En nog iets blauws?’ ‘Ach, ik vind daar wel iets.’ Ze vertelt dat ze gisteren een body shimmer met kokosgeur heeft gekocht 13
en dat ze misschien als sluier een sarong van voile gaat dragen, terwijl ik probeer mijn teleurstelling te onderdrukken. Natuurlijk vind ik het niet leuk dat ik haar nu niet zal zien, en dat onze plannen in de soep lopen, en dat ik Dom maar gemeen vind omdat hij zoiets uitgerekend nu moet doen; Jules heeft een week vrijgenomen voor mij en nu word ik overtroefd door een huwelijksaanzoek en beautyvakantie. Ik voel me even heel ongewenst. Ach, het voordeel is dat ik niet op straat sta, in elk geval niet de eerste tijd, omdat ik in haar flat mag logeren zolang zij er niet is. Maar wat wanneer ze weer terugkomen? Komt hij bij haar wonen? Waar moet ik dan naartoe? Ik schud mijn hoofd; kijk mij nou eens egoïstisch zijn! Ik zou blij moeten zijn en zelfs een beetje jaloers. Nou ja, dat ben ik ook wel. Het is niet het feit dat ze gaat trouwen, maar het feit dat ze iemand heeft om dingen mee te delen; of het nu een vriend of minnaar is, iemand waar je de rest van je leven mee samen bent. Ik zucht diep. Het is echt het einde van een tijdperk en Jules en ik krijgen niet eens de kans om het afscheid te vieren. De volgende keer dat ik haar zie, is ze iemands echtgenote. ‘O, ik moet gaan!’ roept ze plotseling. ‘De mensen voor de ochtendpilates staan voor de deur!’ Terwijl ik de telefoon neerleg, kijk ik door de patrijspoort naar de kolkende zwarte massa buiten. Morgen heb ik een strak schema met een bus, een vliegtuig en een paar treinen. Logistiek gezien weet ik precies waar ik wanneer moet zijn. En toch heb ik meer dan ooit het gevoel dat ik geen idee heb waar ik naartoe ga.
14