Ik zie jou! Monique Vink
Hoofdstuk 1 Proloog: Dik zwart haar en helblauwe ogen zag hij, toen hij in de spiegel keek naar de zijkant van zijn gezicht. Zijn mond was smal en zijn kaaklijn krachtig. Jarenlang kon hij alles doen waar hij zin in had gehad en elke vrouw had hem willen versieren. Toen draaide hij zich om en hij bekeek zichzelf van de andere kant. Een groot litteken liep dwars over zijn oog en vanaf zijn wang begonnen de brandwonden. Zijn hand raakte het lelijke, nog steeds rode, litteken aan, dat van zijn wenkbrauw naar zijn mond liep, het was nog steeds grillig en het trok soms nog steeds bij zijn gezicht. De brandwonden liepen vanaf halverwege zijn wang, via zijn nek naar zijn bovenarm, een deel van zijn borstkas, langs zijn zij en zo naar zijn bil. Daarnaast zat hij vol met kleine littekens van glasscherven die hem hadden verwond. Eén kant was hij de oude Sam, de andere kant was hij een verschrikking, een soort beest geworden. Hij was sinds kort weer aan het trainen, want hij was erg afgevallen door de periode in het ziekenhuis. Hij had gehoopt dat spieren kweken hem zijn oude lichaam weer een beetje lieten zien, maar hij zag niets anders dan de littekens en de brandwonden. Na een jaar ziekenhuizen in en uit voor behandelingen en operaties, was hij eindelijk klaar. Klaar, dat hadden ze hem gezegd, maar hij vond zichzelf niet klaar, ook al wist hij dat ze hem niet verder konden oplappen dan dit. Ze hadden gezegd dat hij blij moest zijn dat hij er zo “goed” vanaf was gekomen en dat hij er alleen maar een lichte hink aan heeft overhouden en uiterlijke beschadiging. Het had een heleboel erger gekund. Net of hij dat niet wist! Zijn gedachten raasden woest in zijn hoofd. Net of hij niet wist dat zijn beste vriend dood was en dat hij nog leefde. Hij leeft nog en zijn vriend is dood. Dood dankzij hem. Iedere keer als hij in de spiegel keek, werd hij eraan herinnerd, iedere keer als hij zijn lichaam zag, werd hij daaraan herinnerd en bij iedere stap die hij zette, werd hij daaraan herinnerd. Ik ben een beest, ging er door zijn hoofd, ik ben een beest innerlijk en uiterlijk en iedereen kan dat zien!
Hoofdstuk 2 Amanda las de advertenties in de krant en haar oog viel op een hele bijzondere vacature: Gezocht: Zelfstandige psychologe (BIG-‐geregistreerd) aan huis voor behandeling van bijzondere patiënt. Houdt u van een uitdaging en kunt u eventueel op oproep en op vaste tijden beschikbaar zijn, dan zouden wij graag van u horen. Uw salaris is royaal en nader te bespreken. Locatie: nabij Amsterdam. Voor contact: telefoonnummer: 06-‐54789700. Graag na 19.00 bellen. Ze vond het wel een vreemde beschrijving en ze had geen idee wat voor baantje dit zou zijn, maar misschien was het iets voor haar? Ze was onlangs begonnen in een ziekenhuis als psychologe, het was een leuke baan, dat wel, maar ze kon haar draai gewoon niet vinden daar. Al die mensen die haar daar nodig hadden, waren vaak dodelijk ziek en Amanda had moeite met het afscheid nemen. Ze had liever een doel, iets waar bij ze kon proberen iemand beter te maken, maar bij deze mensen ging dat gewoon niet echt. Misschien was dit baantje dus iets voor haar. Ze hoopte niet dat het ging om een bejaarde waarvan het einde naderde, want dat was meestal het type mensen dat het huis niet verlaat. Amanda besloot de advertentie uit te knippen en er nog een goed over na te denken. Ze was een week of twee geleden ingetrokken in het huisje van haar vriendin, dat ze tijdelijk voor een heel leuk prijsje kon huren. Haar vriendin Mickey had jaren in dit huis gewoond, maar nu was ze bij haar vriend, Lars, ingetrokken in L.A. Mickey had haar huis niet weg willen doen, omdat ze toch een paar weken per jaar terug wil naar hun dorp, Arendsdam. Mickey was nu zwanger en zou voorlopig niet terugkomen, dus had ze gevraagd of Amanda, die nog thuis woonde, misschien op het huis wilde passen voor haar. Ze hoefde nu alleen de stroom en het water enz. te betalen, de rest deed Mickey nog, want het was nog steeds haar huis. Amanda beviel het wel, want ze had geen zin om iets te kopen in haar eentje. Ze had jarenlang een relatie gehad met Michael, maar die relatie was zo’n anderhalf jaar geleden gesneuveld. Ze hadden zelfs samengewoond, maar Amanda had gezegd dat Michael het huis kon houden. Zij is terug verhuisd naar haar ouders en daar vond ze het prima. Ze had het helemaal gehad met mannen. Het was een lang verhaal betreffende haar en Michael en ze wilde er niet te veel aan terugdenken, maar helaas betrof het een groot deel van haar leven. Toen ze vijftien was, had ze hem leren kennen. Hij was haar buurjongen geweest en als kind waren ze al beste vrienden geweest. Waar een ander jong meisje met andere meisjes speelt, deed zij dat met Michael. Michael hield van dezelfde dingen als zij: thee drinken, poppen en barbies aankleden en zelf kleertjes maken. Ze had eigenlijk moeten weten wat er aan de hand was, maar ze had duidelijk oogkleppen op gehad. Michael was haar beste vriend geweest en ze waren dol op elkaar, zo dol, dat een relatie iets logisch was geweest in plaats van iets passioneels. Toen ze er na tien jaar verkering achter kwam dat hij homoseksueel bleek te zijn, was ze woedend. Niet op hem, alhoewel, ook op hem, maar vooral op zichzelf. Iedereen had het gezien en geweten en zij bleef stug geloven dat het niet zo was. Tot hij op een dag in een jurk van haar voor de spiegel stond, met nota bene haar make-‐up op en háár ondergoed aan. Toen ze onverwacht tijdens haar werk thuis was gekomen, had ze hem zo aangetroffen. Ze was te verbaasd geweest om iets te zeggen en ze was zo de deur weer uitgelopen en naar het huis van haar vriendin Mickey gereden. Uren heeft ze daar gezeten en Michael had haar wel honderd keer gebeld. Pas toen hij bij Mickey voor de deur stond en alles wilde uitleggen, gaf Amanda hem de kans om het uit te praten. Mickey had niet weg gemogen van haar. Hoewel Mickey zich enigszins onprettig moet hebben gevoeld, dacht Amanda, was ze er toch bij gebleven om haar vriendin te steunen. Michael en Amanda hebben uren gepraat en in eerste instantie
begreep ze hem ook volkomen. Ze snapte hem gewoon. Michael vroeg haar zelfs alsjeblieft vrienden met hem te blijven, want Amanda was zijn beste maatje en niemand kende hem beter. Amanda was het met hem eens geweest en ze had zelfs zijn vriendschap geaccepteerd. Maar toen ze er wat langer over na had gedacht, kwam ze tot het besef dat ze hem helemaal niet zo goed kende en dat alles wat zij hadden gehad een leugen was geweest. Amanda had hem toen toegezegd dat hij in het huis mocht blijven, uiteraard moest hij haar wel uitkopen. Eerlijk gezegd was ze blij dat hij er wilde blijven wonen, want ze moest er niet aan denken daar te blijven met alle herinneringen en twijfels en vragen. Ze zou zich constant afvragen of hij in hun bed of in hun keuken misschien dingen had gedaan met een man waar zij liever het bestaan niet van wist. Ze had hem wel gevraagd of hij in de tijd dat zij samen waren seksueel contact had gehad met een man. Toen hij die vraag beantwoordde met een schuldbewuste knik, had Amanda niets meer willen weten. De vriendschap die zij ooit zo sterk hadden gehad was compleet kapot en kon niet meer gemaakt worden. Nu spraken ze elkaar alleen nog oppervlakkig en als het toevallig zo uitkwam, maar verder vermeed ze het contact met hem zo veel mogelijk. Het was goed zo, dacht ze wrang, zij en Michael waren compleet verleden tijd. Wat wel jammer was, was dat ze zo’n grote tijd van haar leven in hem had geïnvesteerd en dat hij haar vertrouwen in mannen en haar vertrouwen in zichzelf geruïneerd had. Ze vertrouwde niet meer op haar eigen oordeel, want ze had zich tien jaar lang laten verblinden door haar eigen naïviteit en goedheid. Amanda ging altijd uit van de goedheid in de mens, dat was iets dat ook goed van pas kwam bij haar beroep. Zo kon ze ieder mens een eerlijke kans geven om de motivatie voor zijn of haar verrichte handelingen uit te leggen. Het gekke was, dat ze vrijwel iedereen ook begreep. Dat maakte haar tot een goede psychologe, ze hield van mensen en wilde graag helpen. Het nadeel van haar werk was, was dat ze het soms mee naar huis nam. Ze kon soms uren piekeren als er een probleem was bij iemand, maar ze zag er geen uitweg voor. Daarom vond ze haar huidige baan ook niet echt goed bij haar persoonlijkheid aansluiten, ze kon de mensen die ze nu moest helpen juist helemaal niet helpen. Deze mensen lagen in het ziekenhuis en gingen dood of ze gingen een ernstig ziekteproces in en zij kon hen alleen maar bijstaan hierbij, maar niet helpen of zien verbeteren. Dat was haar taak bij deze baan, maar helaas voelde het niet goed, dit was niet hoe zij haar werk zag. Dus keek Amanda nog eens naar de advertentie die ze had uitgeknipt en ze legde hem zorgvuldig op de kast. Vanavond zou ze wellicht even bellen om te vragen wat de achterliggende situatie was bij deze bijzondere vacature.
Hoofdstuk 3 Amanda draaide haar haar in een knot, toen ze uit de douche stapte. Ze liet het vaker handdoekdroog in een knot op haar hoofd zitten, zodat haar haar wat extra slag kreeg. Het droogde dan net iets wilder op dan dat ze het gewoon borstelde en dan met mousse liet drogen. Föhnen moest eigenlijk wel, maar daar was ze vaak te lui voor. Ze had zo’n bos, dat het een hele klus was om dat droog te föhnen, dus deed ze dat alleen bij bijzondere gelegenheden. Amanda had prachtig dik en lang haar, met een slag in de roodgouden lokken. Het viel tot ruim over de helft van haar rug en het borstelen was altijd een hele klus, maar ze piekerde er niet over om het af te knippen, want ze hield van de mooie, zachte, lange haren die om haar heen golfden. Ze had ook heel licht groene ogen, die mooi afstaken tegen de roodgouden tinten van haar haar. Haar ogen waren groot en amandelvormig. Veel mensen zeiden dat ze een echte schoonheid was, niet het type seksbom of zoiets, maar meer een bijzondere verschijning. Zelf had ze een hoop kritiek op haar uiterlijk, bijvoorbeeld op haar lichaam. Ze was maar één meter achtenzestig, dat vond ze vrij klein, vooral voor haar gewicht, dat ze wanhopig onder de zeventig kilo poogde te houden. Ze vond haar kont te dik en haar borsten veel te zwaar. Haar buik was gelukkig nog wel enigszins plat, maar daar werkte ze dan ook hard voor. Waar andere mensen gemakkelijk op gewicht bleven, zoals haar vriendinnen Robin en Mickey, moest zij veel sporten en opletten op wat ze at. Haar ideale gewicht was altijd zestig kilo geweest, maar dat gewicht had ze niet meer op haar weegschaal voorbij zien komen sinds haar pubertijd. Michael had er nooit een probleem mee gehad, hij zei altijd dat hij van haar hield zoals ze was. Verder had ze nooit een vriendje gehad, dus twijfelde ze heel erg aan de mening van Michael, want ten eerste had hij haar al die tijd voorgelogen, ten tweede was hij homo en had hij geen verstand van vrouwenlichamen en ten derde was hun seksleven nou niet echt het voorbeeld van hoe ze het graag had willen hebben. Niet dat ze precies wist hoe ze het dan wel wilde hebben, maar ze had bijvoorbeeld nog nooit een orgasme gehad bij Michael. Ze had altijd gedacht dat het aan haar lag, want er waren meer vrouwen die moeite hadden om tot een hoogtepunt te komen. Maar recentelijk was ze toch gaan twijfelen, misschien moest ze toch maar eens de stoute schoenen aantrekken en met iemand het bed induiken, al was het alleen maar om te kijken of ze dit probleem ook had bij andere mannen. Amanda zuchtte diep, terwijl ze over deze kwestie nadacht en zich in haar ondergoed voor de spiegel bewoon. Ze had cup F, wat absurd groot was voor haar kleine lijfje. En dan die kont, bedacht ze zichzelf, hoewel die wel lekker strak in het vel zat, probeerde ze haar billen zo veel mogelijk te bedekken in haar kleding. Ze zuchtte verward om alle dingen die in haar hoofd spookten. Ze moest niet van die gekke dingen denken, dacht ze bij zichzelf, want ze was absoluut geen type voor een one-‐night-‐stand. Ze zou zich maar ongemakkelijk voelen. Nee, dacht ze hoofdschuddend, ze moest eerst iemand vertrouwen en zich veilig voelen bij iemand, voor ze zich bloot durfde te geven. Bizar genoeg gold dat niet voor de sauna, schoot het even snel door haar gedachten. In de sauna had ze dan weer geen problemen met naakt zijn, want daar liepen toch meestal oude mensen of mensen die ook lang niet volmaakt waren. Eerlijkheidshalve moest ze wel toegeven dat ze nooit naar een sauna in de buurt ging, want een bekende tegenkomen stond nou ook weer niet op haar verlanglijstje. Na het douchen had ze een zwarte pantalon aangetrokken met een wit bloesje. Het was vrijdagavond, dus weekend. Ze zou dan met Robin naar het plein op het dorp gaan met wat vrienden . Ze zouden een paar wijntjes nuttigen en kijken of er misschien nog wat gedanst kon worden, want Amanda was dol op dansen. Ze vond het jammer dat hun
vriendin Mickey hier nu niet meer woonde, maar ze begreep het wel. Zij had haar droomprins gevonden en alles voor hem en hun gezinnetje over. Eerst was Amanda jaloers geweest, ook al had ze dat nooit willen toegeven. Later was ze natuurlijk heel blij voor haar, want het was nou eenmaal één van haar twee beste vriendinnen. Mickey en zij konden alles met elkaar bespreken, met Robin was dat toch anders, want zij en Robin lagen vaak met elkaar in de clinch. Niet dat ze ruzie maakten, maar Robin was echt recht voor z’n raap en kon soms een beetje bot zijn, terwijl Amanda alles romantiseerde. En waar Robin er van uitging dat elke man van nature een klootzak was, ging Amanda er van uit dat iedereen van nature een goedwillend persoon was. Mickey was een beetje hun middenweg en die moesten ze nu missen. Wel belden ze vaak en gelukkig was de technologie van tegenwoordig wonderbaarlijk handig. Die avond zaten Amanda en Robin helemaal opgedirkt in café De Meer met een paar goede vrienden van hen. Eén van hen, Harry, was een ex van Robin en zo waren ze aan elkaar blijven plakken als uitgaansvrienden. Robin ging nog regelmatig met een paar van die jongens om, maar bij Amanda bleef dat alleen bij uitgaansgelegenheden. ‘Robin’, begon Amanda haar zin, ‘ik had net zo’n raar telefoongesprek. Nou ja, eigenlijk ging het heel goed hoor, de vrouw die ik aan de telefoon had klonk hartstikke aardig, maar het klonk een beetje te mooi om waar te zijn eigenlijk allemaal.’ Amanda keek een beetje beteuterd om zich heen en dacht nog eens na over het telefoontje van daarnet. Ze had het nummer van de vacatureadvertentie gebeld en na een lang en plezierig gesprek was ze uitgenodigd om de volgende middag al langs te komen om een sollicitatiegesprek te doen. ‘Hoezo”, vroeg Robin een tikkeltje verbaasd en met een licht sarcasme. ‘Had je soms iemand gebeld die beweerde dat je een miljoen euro had gewonnen en dat je alleen maar je tieten moest laten zien.’ Robin lachte, omdat ze werkelijk geen idee had waar Amanda het over had en ze vond het nodig om er een grapje over te maken. Amanda vertrok haar mond en keek knorrig naar Robin. ‘Jij ook altijd met je onzin. Nee, ik zag een vacature voor een baan staan en daar heb ik op gereageerd. Je weet dat ik mijn baan in het ziekenhuis niet mijn leven lang wil volhouden, dus ik was op zoek naar andere opties. Hier.’ Ze liet Robin het krantenknipsel zien, die er haar ogen over liet glijden. ‘Ja, dat klinkt best apart. Wat zeiden die mensen aan de telefoon dan dat je moest doen?’ Amanda haalde haar schouders op. ‘Tja, ze hebben een zoon die vorig jaar in een auto-‐ongeluk ernstig verminkt is geraakt en hij wil niet meer naar buiten komen. Hij schijnt zich op zijn kamer te hebben “opgesloten”. Hij heeft een jaar lang ziekenhuisoperaties en -‐bezoeken af moeten leggen en nu hij klaar is met dat alles, ziet hij het niet zitten om de confrontatie met de buitenwereld aan te gaan.’ Robin trok een wenkbrauw op. ‘Maar kan die jongen dan niet gewoon in therapie, waarom van die rare functie-‐eisen?’ Daar dacht Amanda nou juist ook al een tijdje over na. ‘Ja, dat snap ik zelf dus ook niet. Hij schijnt niet te geloven in psychologen en therapie of iets dergelijks, had zijn moeder gezegd.’ ‘Had je zijn moeder aan de telefoon?’ Robin vond het verhaal steeds aparter worden. ‘Zijn moeder ja. Hij woont sinds het ongeluk weer thuis, zei ze tegen me. Het schijnt dat hij niet zo makkelijk is, maar morgen zou ze me meer vertellen. Ze wilde dat ik hem eerst zou ontmoeten, voordat we verder praatten.’ Robin knikte. ‘Dat is waarschijnlijk ook een goed idee, denk ik. Dan weet je meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Zou die jongen er erg uitzien, dat hij niet naar buiten durft meer? Zou zijn moeder hem daarom beschermen tegen de boze buitenwereld en alle dingen die ze van hem zouden kunnen denken of zeggen?’ Dit keer was het Amanda die haar schouders ophaalde en een diepe zucht slaakte. ‘Ik weet het niet, maar het kan mij niet schelen of hij er uit ziet als de hunchback van de Notre Dame, ik wil die arme jongen gewoon
helpen om zich weer in de wereld te begeven. Dat zou nou eens de ideale missie voor mij zijn, in plaats van oude mensen begeleiden naar hun sterfbed.’ Ze knikte om haar eigen redenaties en pakte haar glas op. ‘En nou drinken we op het leven, het is weekend en ik heb even geen zin om over mijn werk na te denken. Proost!’ Amanda hief haar glas op naar Robin, die zonder aarzelen het hare tegen dat van Amanda aanstootte. ‘Wat hebben we te vieren?’, klonk een stem naast hen. Het was Peter, die de lach op het gezicht van de meiden zag als het moment om zich te mengen in hun gesprek. ‘Niets Peter, antwoordde Amanda, ‘gewoon het leven!’ Robin knikte. ‘Kom, we proosten op ons weekend en ons “vrijgezellige” leven. Dat is toch het vieren waard!’ Ze lachten alledrie en de anderen aan tafel proostten ook mee. Het was tijd om er een leuke avond van te maken, dacht Amanda. Nog één glas wijn en ze zou de dansvloer opgaan, dan had ze vast genoeg lef om haar gêne aan de kant te zetten.