Christmas story: Net op tijd - Anne West

Page 1


Net op tijd! ‘Ho, ho, ho!’ Sofie rende langs de etalages. Ze had nog precies vijf minuten om bij haar klant, die een half uur verderop kantoor hield, te komen. Op hoge hakken zwenkte ze handig om slenterende mensen heen. Ze had geen oog voor de felverlichte etalages. ‘Ho,ho,ho!’ Zelfs het snelste rendier zou haar niet kunnen redden. Ze kwam te laat. Veel te laat. Shit, wat haatte ze die kerstdrukte. Of eigenlijk haatte ze kerst. Bijna knalde ze tegen een oud vrouwtje, dat leek te verzuipen in Intertoys en Bart Smit tassen, op. ‘Sorry, sorry!’ Ze kwam nooit op tijd bij de klant. Hoe kon het zijn dat heel Nederland tijd had om in deze winkelstraat wat op en neer te lopen terwijl zij zich te pletter moest haasten? Ook dit jaar geen kerst voor haar. Zo meteen die nieuwe, belangrijke klant binnenslepen, morgen op eerste kerstdag zijn gegevens verwerken en op tweede kerstdag haar koffer pakken om de dag daarna naar Londen te gaan. Kerst was voor mensen zonder baan en dat waren er zo te zien nog heel wat. Niet dat ze het erg vond. Al die opgeklopte feestvreugde, al die geforceerde gezelligheid. Kerst was nep. Als ze de rest van haar leven kon werken met kerst zou ze dat prima vinden. ‘Ho, ho, ho!’ Waarom stond die man zo te schreeuwen? Sofie keek over haar schouder naar achteren. Een Kerstman met een dansende buik die overduidelijk niet van hemzelf was rende achter haar aan. ‘Ho, ho, ho!’ Wild zwaaide hij naar haar. Sofie aarzelde. De Kerstman kon onmogelijk haar op het oog hebben. Ze was zijn doelgroep allang ontgroeit. Ze rende verder. ‘Ho, ho, hé!’ Voor een oude man was hij behoorlijk fit. Hij had haar al ingehaald. ‘Hé, stop!’ ‘Heb je het tegen mij?’ Sofie hield geërgerd stil. ‘Ik riep toch “ho”?’ Twinkelende blauwe ogen keken haar aan. Sofie zuchtte en keek op haar horloge. Nog drie minuten. ‘Jij bent zeker de leukste thuis.’ ‘Dat klopt, maar dat ben je al snel met een paar rendieren en wat elfen.’ ‘Grappig hoor. Wat is er nou?’ ‘Dit.’ De Kerstman hield haar haar portemonnee voor. ‘O, shit!’ ‘Pardon?’ ‘Verdomme, de zakken van die klote jas zijn veel te klein.’ Sofie rukte de portemonnee uit zijn handen. ‘Dat vrede op aarde gedoe is aan jou zeker niet zo besteed?’ raadde de Kerstman. Zijn ogen bleven haar trekken, maar misschien kwam dat omdat ze de rest van zijn gezicht moeilijk kon zien door de enorme witte baard en zijn grote muts. Ze propte de portemonnee in haar overvolle tas. ‘Luister, Sint, als ik niet over twee minuten op mijn afspraak ben, dan zal er nooit meer vrede op aarde zijn. Tenminste, niet op mijn aarde. Mijn baas vermoordt me en daarna voert hij me aan je dwergen.’ ‘Elfen. En het heeft geen zin dat je baas jou aan hen voert want die eten alleen maar dennennaalden.’ Sofie hield even op met proppen. ‘Elfen eten dennennaalden?’ De Kerstman keek haar onschuldig aan. ‘Ja, wist je dat niet?’


‘Oké, luister. Dank je wel. Ik moet gaan want tenzij je een rendier voor me te leen hebt, kun je niets meer doen om mijn zakelijke ondergang te voorkomen.’ ‘Ik heb geen rendier te leen.’ ‘Egoïst!’ Sofie wilde al verder rennen, maar hij pakte haar bij de arm. ‘Maar ik heb wel een scooter.’ Ze draaide zich om, opeens vol hoop. ‘Echt waar?’ Het leverde veel bekijks op; een Kerstman op een scooter. Ze klemde zich aan hem vast terwijl hij door de straten scheurde. ‘Ho, ho, ho!’ ‘Wil je daarmee ophouden? Ik schaam me dood!’ gilde Sofie. ‘En hoe denk je dat ik me voel? Van luxe, gouden arrenslee naar armzalige scooter. Maar gelukkig kan ik nog wel bellen en TV kijken zoals ik gewend ben.’ ‘Wat?’ ‘Laat maar. Hoe zei je dat die straat heette?’ ‘Koninginnegracht.’ ‘O jee, daar staat het vast muurvast.’ ‘Je kunt er toch wel langs?’ ‘Nou, ik weet het niet, hoor. Op de Zuidpool is het nooit zo druk.’ ‘Noordpool,’ verbeterde Sofie hem. ‘Op de Zuidpool heb ik mijn vakantiehuis. Weet je dat ze tegenwoordig excursies maken om mij te zien? Het is een forse inbreuk op mijn privacy dus vandaar dat ik een tweede huis heb laten bouwen. Het is wel wennen. Pinguïns spreken een heel andere taal dan elfen.’ Sofie zuchtte. ‘Doe je dit al lang?’ gilde ze terwijl de Kerstman een scherpe bocht naar links maakte. ‘Vanaf 1890. Weet je wat? We rijden een beetje om.’ Sofie sloeg haar armen stevig om zijn middel toen hij een slinger naar rechts maakte en besloot geen vragen meer te stellen. ‘Sorry, ik heb wel slalom geoefend met wat walrussen maar dit is toch heel anders.’ ‘Kijk uit!’ De scooter schoot recht op een blauwe auto af. ‘Ho, ho, ho!’ De Kerstman remde hard en Sofie vloog bijna over hem heen. ‘Idioot!’ ‘Niets aan de hand.’ Hij trachtte de afgeslagen motor weer te starten. De scooter sputterde alleen nog maar. ‘Niets aan de hand.’ ‘O, geweldig. Waar zijn we?’ Trillend stapte Sofie van de scooter af. ‘Waar we zijn?’ De Kerstman keek om zich heen. ‘Niet op de Zuidpool in ieder geval.’ ‘Je weet het niet?’ ‘Ja, sorry hoor. Ik kon Tomtom, mijn favoriete rendier moeilijk voor de scooter spannen.’ ‘Wil je nou eens ophouden met dat stomme Kerstman gedoe? Ik kom te laat! Veel te laat. Ik raak mijn baan kwijt!’ Ze stampvoette met tranen in haar ogen. ‘Verdomme!’ Verbijsterd keek hij haar aan. ‘Er zijn belangrijkere dingen dan werk, hoor.’ ‘Zoals?’ ‘Vrede op aarde, lichtjes in de kerstboom, liefde.’ ‘Liefde!’ Sofie spuwde het woord zowat uit. ‘Liefde is net zo opgeklopt en nep als kerst!’ ‘Juist ja.’ De Kerstman nam haar onderzoekend op. ‘Staat het er zo voor.’ ‘En wat bedoel je daarmee?’ vroeg Sofie fel.


‘Niets. Ik wil je alleen deze belofte doen; aan het eind van de dag denk je heel anders over liefde. En misschien wel over kerst.’ Sofie lachte schamper. ‘Wedden van niet?’ ‘Wedden van wel?’ Hij liet eindelijk haar blik los. ‘Ho, ho, ho.’ Voor ze er erg in had sleurde hij haar mee de weg over. Een koor van claxons klonk op. ‘Ben je gek geworden!’ gilde Sofie boven alles uit. Ze kon net een fietser ontwijken. Als het zo doorging zou ze het einde van de dag niet eens halen. Met gevaar voor eigen leven sprong de Kerstman voor een tram. ‘Ho, ho, ho! Stop!’ Vloekend stak de tramchauffeur zijn hoofd uit het raampje. ‘Rot op.’ ‘Waar is uw kerstgevoel. We willen mee.’ ‘Dan kun je naar een halte lopen. Die is daar.’ De chauffeur wees vaag voor zich uit. Sofie kon niet anders dan verbijsterd naar het tafereel staren. Waar was ze in vredesnaam in beland? Een snelle blik op haar horloge leerde haar dat ze haar klant wel kon afschrijven. Ze trok de Kerstman aan zijn pak. ‘Weet je wat? Laat maar.’ Hij draaide zich naar haar om. ‘Die afspraak is belangrijk.’ ‘Ik ben al te laat. Dit wordt niets meer.’ ‘O ja wel. Dit is de belangrijkste afspraak van je leven.’ ‘Nou, dat is natuurlijk wel een klein beetje overdreven. Als ik dit aan mijn baas uitleg dan begrijpt hij het wel. Misschien.’ Sofie zuchtte. In gedachten probeerde ze een samenhangend verhaal te maken van het afgelopen uur. O, dit was hopeloos. Ze kon net zo goed meteen haar ontslag aanbieden. De Kerstman pakte haar bij de schouders. ‘Die baas van jou zit allang onder de kerstboom met zijn gezin, geloof mij maar. Het interesseert hem helemaal geen barst wat jij aan het doen bent. Maar toch moet je naar die afspraak. Kom op!’ Sofie had nauwelijks tijd om over die woorden na te denken. ‘Ik ben al te laat.’ ‘Hé, blijven jullie hier op de rails discussiëren? Mijn hele dienstregeling loopt in de soep,’ schreeuwde de tramchauffeur. ‘En jij, jonge man, houd op met dat geschreeuw.’ De Kerstman liet haar los en draaide zich naar de tram. ‘Je was al elf minuten te laat omdat je te laat vertrokken bent wegens een leuk blond meisje dat je bij het beginpunt van deze lijn aardig bezig hield.’ Tot Sofie’s verbazing werd de chauffeur net zo rood als het pak van de Kerstman. Oké, deze dag werd met de minuut meer bizar. Op een gebaar van de Kerstman deed de chauffeur de deur open. ‘Ik moet even mijn ov chip…,’ begon Sofie. ‘Niet nodig,’ zei de Kerstman. ‘We krijgen dit ritje gratis. Toch?’ ‘Eh…ja, natuurlijk,’ stamelde de chauffeur. De Kerstman draaide zich om naar de vele passagiers in de tram. ‘Ho, ho, ho! Gelukkig kerstfeest!’ ‘Kunnen we nu eindelijk doorrijden, verdomme!’ schreeuwde iemand terug. Sofie kon wel door de grond zakken. De Kerstman zuchtte. ‘Er was een tijd dat men respect voor mij had.’ De tram scheurde langs het stilstaande verkeer door de stad. Het begon al donker te worden en de vele kerstversieringen voor de ramen gaven de straten een bijna sprookjesachtige sfeer. ‘Koninginnegracht,’ klonk het door de tram.


‘Daar moet ik zijn.’ Sofie stortte zich op de deur. Bij de halte kwam de koude lucht haar tegemoet. De eerste sneeuwvlokjes dwarrelden naar beneden. Ze holde de treden af. De Kerstman volgde haar niet. ‘Ga je niet mee?’ ‘Mijn werk is gedaan. Veel geluk!’ ‘Wacht!’ Sofie sprong de treden weer op. ‘Hoe heet je? Ik bedoel, echt.’ ‘Hoe bedoel je? Dat weet je.’ ‘Toe nou!’ ‘Je bent al te laat. Hij gaat bijna naar huis.’ Sofie haalde haar schouders op. Ze voelde zich een beetje weemoedig. ‘Oké, dan niet. Bedankt.’ ‘Graag gedaan. Ik zie jou, je vriend en baby volgend jaar wel weer.’ Sofie glimlachte. ‘Het spijt me, Kerstman of hoe je naam ook is. Nu zit je er echt helemaal naast.’ Hij zwaaide alleen maar. ‘Ho, ho, ho.’ De deuren van de tram gleden dicht. Verdwaasd en een beetje verdrietig keek Sofie de tram na. Dit was een krankzinnige dag. Het gebouw waar ze moest zijn lag een tiental meters verder en opgelaten meldde ze zich bij de receptie. ‘Ik kom voor meneer Bouwman. Ik had een afspraak, maar…’ ‘Ik bel wel,’ zei de receptioniste. Tot Sofie’s verbazing werd haar meteen de weg naar boven gewezen. Het kantoor van meneer Bouwman lag op de vijfde verdieping en keek uit over de lichtjes van de stad. De deur stond open en op haar kloppen draaide een man in een stoel zich om. ‘Zo, ben je daar eindelijk.’ ‘Ja, ik….sorry.’ ‘Al goed. Ga zitten.’ Hij klonk niet onvriendelijk. Sofie schuifelde naar binnen terwijl ze probeerde haar zakelijke zelfverzekerdheid weer terug te winnen. Ze nam plaats aan de andere kant van het bureau. Meneer Bouwman leunde naar voren. Hij had blonde haren en een sprekend gezicht. Daar had Sofie echter geen oog voor. Ze staarde naar zijn blauwe ogen. Ze zou toch zweren…? Nee, dat kon niet. Ook hij staarde haar aan. Nerveus grabbelde Sofie naar haar papieren. Meneer Bouwman deed niets. ‘Wat is er?’ vroeg ze opgelaten. ‘Dit klinkt heel fout, maar heb ik jou al niet eens eerder gezien?’ ‘Eh…ik denk niet…,’ stamelde Sofie. ‘Ja, jawel.’ Meneer Bouwman sloeg met zijn vuist op tafel. ‘Jij was die kerst elf gisteren op het plein met die belachelijke voorspellingen. Ik zie het aan je ogen.’ Sofie’s mond viel open. ‘Kerst elf? Ik? Doe niet zo idioot.’ Oké, dit was geen goede manier om een mogelijk nieuwe klant te woord te staan. ‘Ik haat kerst.’ ‘Ik weet het zeker,’ hield hij vol. ‘O, en jij dan? Speel jij niet zo af en toe voor Kerstman? Vanmiddag nog?’ Meneer Bouwman rilde zichtbaar. ‘De Kerstman? Ik ga nog liever dood dan dat ik me verkleed als die uitgekauwde, hopeloos commerciële imbeciel.’ Sofie grinnikte. ‘Ik haat kerst,’ verklaarde meneer Bouwman. ‘Echt?’ ‘Absoluut.’


Ze staarden elkaar aan. Seconden, minuten, twee hele kerstdagen. Sofie probeerde zichzelf tot de orde te roepen. Haar handen grabbelden blind naar haar gelikte folders die hem over de streep moesten trekken. ‘Maar waar ik hier eigenlijk voor kwam, meneer Bouwman…,’ begon ze. ‘Daniel,’ zei hij. ‘Wat?’ ‘Ik heet Daniel.’ ‘O.’ Tot haar afschuw leek haar woordenschat verdwenen. Ze kon zelfs niet meer op haar eigen naam komen. Daniel leunde naar voren. Zijn blik drong haar ziel binnen. Vanuit haar ooghoeken zag ze door de grote ramen de sneeuw in volle hevigheid naar beneden dwarrelen. Even leek het alsof over de daken een vaag ‘Ho, ho, ho!’ te horen was, maar dat had ze zich vast verbeeld. ‘Waar kwam je hier nu voor?’ vroeg Daniel. Sofie slikte, pakte al haar moed bij elkaar en glimlachte. ‘Voor jou. Ik kwam hier voor jou.’

MEER LEZEN VAN ANNE WEST? Onlangs verscheen haar nieuwe roman BLIJF AF! Bestel je exemplaar bij www.boekenwereld.com – ook verkrijgbaar als eBook!

Ooit, jaren geleden, zag de wereld er heel anders uit. Julia had een topbaan in het bedrijfsleven, een mooi appartement en een vriend, Levi. Dat alles verandert als laatstgenoemde in bed duikt met haar zusje, Saar. Julia pakt haar spullen en vertrekt naar Texel, op zoek naar rust. Terwijl zij zich op het eiland verschanst, blijft Saar haar losbandige zelf. Na jaren zonder contact krijgt Julia alarmerend nieuws uit Amsterdam: Saar is zwanger van een onenightstand. Julia is haar laatste hoop. Op de een of andere manier raakt het lot van haar zusje Julia toch, en ze verlaat het eiland om haar te helpen. Maar hoe hard Julia er ook aan trekt, Saar blijft de fout in gaan. Keer op keer op keer.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.