Kampinfo 2011
Piraten
Dag Chiromakkers, Zoals jullie hebben gemerkt, kwamen er laatst een aantal piraten langs bij Chiro Fonske. Ze vroegen onze hulp om een eeuwenoude schat te vinden, want dat is nu eenmaal wat piraten doen. Of althans, dat dachten we. Al snel bleek dat er wat meer aan de hand was: heel lang geleden was er een enorme zeeslag tussen een vloot piraten van de legendarische kapitein Geenbaard en de armada van Holland. Tijdens deze slag zonken vrijwel alle schepen die meevochten, en ging ook de schat verloren. Maar de piraten die ons bezochten, waren helemaal niet bij die strijd aanwezig. Hoewel ze onder het commando van Geenbaard stonden, hadden ze het gevecht gemist. De avond voordien hadden ze namelijk een groot feest gebouwd, en tegen de tijd dat iedereen wakker werd, was het al veel te laat. De strijd was z贸 nipt, dat hun afwezigheid de doorslag gaf. Alle schepen, van zowel piraten als Hollanders, gingen ten onder. Het schip van kapitein Geenbaard was het laatste schip dat zonk. De laatste woorden van de verdrinkende kapitein waren een vervloeking van de piraten die de afspraak gemist hadden: dat ze niet konden rusten vooraleer de schat terug in piratenhanden was. Deze piraten waren dus al 300 jaar rusteloos op zoek naar de eeuwenoude schat. Na lang overleg besloten ze hulp te zoeken bij de meest roekeloze, mannelijke, intelligente en sterke helden ter wereld: Chiro Fonske. Dus stonden ze op een zondag in de lente opeens aan onze vlaggenmast. Na snel beraad werd besloten dat Chiro Fonske deze arme drommels zou gaan helpen. Tijdens de zomervakantie zouden we voor 10 dagen onze hulp aanbieden aan de piraten. Yaaaarrr!
Hoe loopt men er zoal bij op het Fonsbewoond eiland: Om aan te tonen dat we de piraten ĂŠcht willen helpen, moeten we proberen ons zo goed mogelijk bij hen aan te sluiten. Dat houdt natuurlijk in dat we ons ook moeten kleden zoals piraten dat 400 jaar geleden deden. Piraten hielden zich meestal op in de eilanden van de CaraĂŻben, gekenmerkt door azuurblauwe baaien, witte stranden met hoge palmbomen en over het algemeen een tropisch klimaat. Het is dus begrijpelijk dat de meeste matrozen die de hele dag op het dek moesten zwoegen, niet meteen met een dikke wollen trui of een regenbroek rondliepen. Een licht overhemd of shirt met een bermudabroek kan al volstaan voor een simpel hulpje. De piraten die een iets hogere rang hebben en dit ook willen tonen, hadden vaak toch wat chiquere kledij: een lange broek aan met lederen laarzen, een rijkelijk gedecoreerd hemd met een vest erover, en daarbij nog een lange jas. Dat dit alleen geschikt is voor een kapitein die niet de hele dag in de mast moet klimmen, spreekt voor zich. Aan jou om te kiezen wat voor soort piraat je wil zijn! Verder zijn er nog een heleboel accessoires die je meteen meer piraat kunnen maken. Vanwege de vele gevechten zijn littekens, ooglapjes, metalen haken en houten benen meer de regel dan uitzondering bij piraten. Verder is ook een hoofddeksel, zoals de typische piratenhoed, een goede remedie tegen de brandende tropenzon. Een papegaai of aapje als huisdier doet het ook altijd goed.
Wie loopt er zoal rond op het Fonsbewoond eiland? Uiteraard een zootje rasechte piraten De piratenvloot wordt geleid door kapitein Lexonardo de Kaper. Deze bijzonder aantrekkelijke jongeman heeft al heel wat meegemaakt: gezonken schepen, enorme vuurgevechten, op een afgelegen eiland verblijven… Door zijn ruime ervaring met alle aspecten van het piratenleven heeft hij dan ook veel aanzien. Daarom werd hij door de bemanning verkozen tot kapitein na de dood van Geenbaard. De vrouw van de kapitein is eerste stuurvrouw Scheefteef. Volgens het merendeel van de bemanning heeft ze die post alleen maar omdat de kapitein onder de sloef ligt: als zij aan het roer staat is de koers van het schip meestal zo dat iedereen zeeziek wordt. Het is echter bekend dat ze veel inspraak heeft en de kapitein doorgaans goed adviseert. Christoffel Kanonbus is de kanonier van het Vlaggenschip. Hij zorgt ervoor dat alle kanonnen in goede staat zijn, dat de munitie overal verdeeld is, en dat alle pistolen werken. Hij is met andere woorden degene die ervoor zorgt dat als er gevochten wordt, dat gepaard kan gaan met enorme knallen en rookwolken. Hij heeft altijd zijn twee pistolen bij zich; er wordt gezegd dat hij zelfs ’s nachts zijn pistoolhouders aan houdt. In het kraaiennest vinden we Pieter Piraat terug. Deze wat simpele ziel beschikt over uitstekende ogen, en ziet dus al van ver andere schepen aankomen. Het is een voortdurende irritatie voor de kapitein dat Pieter de vlaggen van de schepen maar niet kan onthouden, en dus al eens roept dat er vijanden in zicht zijn, terwijl het eigenlijk een ander piratenschip is. Nog lager in rang is er dan Mat. Deze jongen is het hulpje en moet de godganse dag schrobben, in de mast klimmen en touwen aanspannen om de zeilen af te stellen. Aangezien hij weinig verantwoordelijkheidszin heeft, durft hij al eens weg te glippen van zijn post om aan de rum te zitten. Dit wordt hem door de rest van de bemanning niet in dank afgenomen, en hij wordt geregeld gestraft. De enige reden dat Mat dit allemaal ondergaat, is waarschijnlijk Roosje. Zij is een lieflijk meisje dat zich bevond op één van de schepen die de piraten enterden. Aangezien ze zulk een mooi snoetje had, werd ze door de piraten in leven gelaten om als hulpje te werken op het schip. Dat Mat en Roosje bijna onafscheidelijk zijn, is voor veel velen dan ook een doorn in het oog. Dat er in zo’n bont gezelschap ook een paar gekken zitten, spreekt natuurlijk voor zich. Het beste voorbeeld hiervan is de No Way, een gedreven milieuactivist die heelder dagen zit te ijlen over een houten ark die hij vroeger eens gebouwd zou hebben. Verder zit hij heelder dagen te praten over wereldvrede en dierenrechten, en wil hij graag de piratenvlag vervangen door eentje met de kleuren van de regenboog.
Zijn grootste tegenstander is Moby Dirk, een (voormalig) walvisjager. Deze kleine woesteling is een groot voorstander van geweld, en denkt dat dit de oplossing is voor vrijwel alle problemen. Met zijn gigantische harpoen is hij een grote hulp bij het enteren van vijandige boten. Hij is ook een enorm tegenstander van recycleren, wat hem steeds ruzie oplevert met No Way. Er wordt ook gefluisterd dat hij ’s nachts verandert in Moby Dark, en zich inlaat met duistere zaakjes. Piraten willen genieten van het leven, en dat kan natuurlijk niet zonder een streepje muziek. Daarom hebben ze ook Admiraal Frisbee aan boord, die zorgt voor leuke deuntjes, en ook voor andere ontspanning op het dek. Op het grootste fregat van de vloot wordt wel eens een voetbalwedstrijd of een frisbeespel gespeeld. Maar het gezelligste is hij toch in de duisternis, want dan haalt hij zijn gitaar boven. Dan is er nog Stevie White, ook wel de SponsBob genaamd. Hij zorgt ervoor dat alles altijd proper blijft op het schip: het dek schrobben, de toiletten poetsen, afwassen, het zijn allemaal dingen die tot zijn takenpakket behoren. Zijn grote frustratie is dat de meeste piraten zelf zo smerig zijn dat alles voortdurend terug vuil wordt, waardoor hij eeuwig aan het werk is. Het vlaggenschip van de piraten heeft ook een heel bijzonder boegbeeld: de ZwarteZeemeermin. Het is een beeld van obsidiaan dat ze gestolen hebben van enkele Somalische piraten. Volgens een legende kan deze verrukkelijke zeemeermin ook praten, iets wat heel wat piraten wel leuk zouden vinden, zeker als ze helemaal tot leven zou komen. De piraten hebben ook nog twee dieren bij zich. Het intelligentste dier is Tortuga de Schilderpad. Deze oude schilderpad staat de piraten steeds met raad en daad bij. Hij weet heel veel over de piratentijd, maar hij kan nogal geheimzinnig doen soms. Op het kritieke moment wil hij dan opeens niet de informatie geven die de piraten nodig hebben. Daarnaast hebben ze het iets minder intelligente Zeemoonster. Dit monster kan in feite nauwelijks meer dan een beetje grommen en spugen, maar ze hebben hem ergens op zee gevonden terwijl hij stervende was. Omdat ze zoveel medelijden hadden met het zielige zeemoonster, namen ze hem mee op het schip. Af en toe jaagt hij nog wel eens argeloze bezoekers schrik aan met zijn geschreeuw, maar verder is het monster totaal ongevaarlijk.
Het eiland is in feite in handen van een stel lompe Hollanders: De Houtloper is een gewiekst zakenman. Hij verkoopt en bouwt overal ter wereld windmolens. Zijn laatste project is het ontsluiten van de CaraĂŻben, en daarom heeft hij een handelspost opgestart op het eiland. Verder draagt hij, als rasechte Hollander, houten klompen. Hij beweert bij hoog en laag dat dit hem een authentiek imago geeft en bijdraagt aan zijn commercieel succes. De Hollanders hebben ook gezorgd voor een militaire aanwezigheid op het eiland: Capitheineken is een kapitein van de marine. Zoals het een goede militair betaamt is hij een groot gedeelte van de dag bezig met het consumeren van “dagschotelsâ€?. De piraten vinden dit slootwater echter totaal niet te drinken, en ze vinden Capitheineken over het algemeen maar een rare kwast. Tenslotte is er nog de Vliegende Hollander, die vanwege de luchtmacht aanwezig is op het eiland. Hij heeft geregeld discussies met Capitheineken, meestal over de vraag welk voertuig nu het beste is: de boot of het vliegtuig. Hij vindt de kapitein namelijk bijna even primitief als de piraten: wie gebruikt er nog boten in deze moderne tijd? In elk geval voeren ze samen het commando over het eiland, waar ze een legerkamp hebben opgezet. De Hollanders hebben ook een pak hulpjes mee: Jan, Piet, Jo, Ris, Kor en Nele. Deze knappen het vuile werk op.
Hoe ziet een dag op het Fonsbewoond eiland eruit? Wel, zo: 07.15 : 07.30 : 08.00 : 08.15 : 09.00 : 09.30 : 12.00 : 12.45 : 13.00 : 14.00 : 16.00 : 18.00 : 18.45 : 20.00 : 20.15 : 21.00 : 21.30 : 22.00 : 22.30 : 23.00 :
de belangrijkste Piraten staan op de leden staan op en wassen zich (de leiders ook) opening rond het Vlaggenschip ontbijt diensten voormiddagactiviteiten starten
eten diensten platte rust start van de namiddag activiteiten vieruurtje
eten diensten sluiting rond het Vlaggenschip avondactiviteiten Speelclub en Fonskes gaan slapen Rakkers gaan slapen Toppers gaan slapen Kerels gaan slapen Aspiranten gaan slapen De leiding komt samen in de Pirate Bay
Wat kan je best niet vergeten? Ik ga op kamp en ik neem mee:
1. slaapgerief
2. eetgerief
3. wasgerief
- veldbed en/of luchtmatras - slaapzak en een deken ( ’s nachts kan het koud zijn) - pyjama of nachthemd - hoofdkussen, Eddy De Beer (hij is eigenlijk toch een grote knuffelbeer) - 3 keukenhanddoeken - drinkenbus - Een bord, tas, kom en bijpassend bestek. In het kader van ons kampmotto “verbrand geen hand” adviseren wij de ijzeren varianten thuis te laten. - 4 badhanddoeken - 4 washandjes - zeep in een zeepdoosje, douchegel en/of shampoo - tandpasta, tandenborstel en beker (in toiletzakje)
4. kleding
- stevige schoenen, sportschoenen, laarzen - voldoende kousen (min. 10 paar) - voldoende T-shirts - ondergoed - een zwembroek - korte broeken voor overdag en lange broeken voor ‘s avonds - warme truien - dikke jas of regenjasje ( 's nachts kan het koud zijn) - donkere of camouflagekledij voor nachtspelen - Piratenkledij - CHIRO-UNIFORM
5. allerlei
- zakdoeken, zaklamp - rugzak - plastic of linnen zak voor de vuile was - iets tegen de mugjes - leesboeken, strips,… - adressen, briefpapier, schrijfgerief, zegels, … - SIS-kaart - 1 pot choco en 1 pot confituur (afgeven op de bezoekdag)
Wat kan je best wel vergeten ? Ik ga op kamp en ik laat thuis: Horloges: Zijn volkomen onbekend op het Fonsbewoond eiland want een echte Piraat ziet het uur aan de stand van de zon, de maan of desnoods zelfs de sterren en kometen. Bovendien kunnen die dingen alleen maar kapot gaan. Of gestolen worden. Daarbij is het gedurende het kamp zo leuk dat het uur totaal niet belangrijk is. Snoepgoed: Neemt veel te veel plaats weg in uw koffer en is slecht voor de tanden. Het zal ook niet nodig zijn, omdat de buikjes constant gevuld zullen zijn. Als de Piraten het vinden zullen ze het in beslag moeten nemen en in de Pirate Bay op gepaste wijze vernietigen. Messen: Vooral voor de jongere afdelingen. Er wordt toch alleen maar mee in de vingers gesneden en bovendien staan ze symbool voor zo ongeveer alles wat fout is in de wereld. Er gaat niets boven een simpel zakmes (voor de oudere groepen). Rambo-spul: Ge ziet ieder jaar van die gasten met fantasiemessen, mislukte broodmessen, vishaken, kompassen die niet werken, e.d. Wees aub niet ĂŠĂŠn van die amateurs en laat die rommel thuis, want niemand kan daar mee lachen. Elektronicarommel: Het is voor niemand nodig om allerlei elektronische apparaten mee te nemen. Op een afgelegen eiland zijn er toch geen GSM-masten, batterij-opladers of WIFI-hotspots. Bovendien is het frustrerend als die rommel afgepakt wordt en al je topscores verbeterd zijn door de leiding.
Praktische puntjes: Binnenbrengen van de bagage voor de container: zowel woensdag 13 als donderdag 14 juli kunt u tussen 19.00 en 21.00 naar onze nieuwe lokalen komen en uw zoons kleerkast droppen. Ook de pot choco en confituur kunnen eventueel al worden afgegeven. Vertrek:
De Fonskes, Speelclubbers, Rakkers en Toppers worden op zondag 17 juli ‘11 tegen 14.00h op de kampplaats verwacht. Ouders die vroeger komen kunnen eventueel picknicken in de buurt. Moest uw zoon niet door uzelf kunnen gebracht worden, weet dan zo snel mogelijk de leider van u zoon te verwittigen en dan wordt voor een vervoersplaats gezorgd.
De Aspiranten rijden met de fiets, zoals het echte Hollanders betaamt. Zij vertrekken al op donderdag 14 juli, met hun stalen ros. Meer informatie volgt via hun leiding. We hopen dat we ook de ouders van de leden van deze groep mogen verwelkomen op de bezoekdag. Hoe meer mensen de Piratencultuur leren kennen, hoe beter. Verder hebben we al maanden getraind op voetballen met een houten been, opdat we ook dit jaar een klinkende overwinning kunnen neerzetten.
Vanaf 14.00 uur zondag begint de bezoekdag en kunnen jullie allemaal kennis maken met het Fonsbewoond eiland.
Terugkomst:
De Fonskes en de Speelclubbers beëindigen het kamp op zondag 24 juli ‘11. Zij kunnen tegen 15.00h worden afgehaald op de kampplaats. Om het dagelijkse kampleven niet te verstoren voor de andere groepen, zouden we willen vragen dat dit uur ook gerespecteerd wordt.
De Rakkers en Toppers keren op woensdag 27 juli ’11 met de trein terug naar Emblem. Zij zullen begeleid worden door enkele leiding en waarschijnlijk om 16.50 aankomen op het station van Lier. Ouders van deze leden kunnen op de bezoekdag hun telefoonnummer doorgeven aan de leiding zodat ze de dag zelf op de hoogte gehouden kunnen worden van eventuele vertragingen (vanwege treinstoringen e.d.). De Aspiranten keren op vrijdag 29 juli ’11 terug op eigen kracht.
In noodgevallen kan je ons bereiken via het nummer 0495/94.58.63, dan kom je bij Matthias Vermeire terecht. Wij zijn zelfs op dit nummer niet dag en nacht bereikbaar, dus indien er niet opgenomen wordt, gelieve een boodschap in te spreken na de biep.
Hoe kom ik eigenlijk op dat Fonsbewoond eiland? Dus: 1. U stapt in uw voertuig naar keuze. Alvorens de sleutel om te draaien, kijkt u eerst even na of alles dat en iedereen die mee moet naar het eiland zich wel degelijk in het bewuste voertuig bevindt. U kijkt ook het oliepeil, de bandenspanning, uw richtingaangevers, uw airbag, uw spiegels en uw vals gebit na, want u wilt geen ongelukken onderweg. 2. Zuchtend constateert u dat u weer 160 kilometer voor de boeg heeft in een broeikas, waarbij dan nog het constante gejengel van de kinderen op de achterbank komt. 3. Vertrouwend op de uitgebreide kennis van de contreien van Emblem, stippelt u de zelf de snelste route naar de Liersesteenweg/Oostmalsesteenweg uit. Deze volgt u dan richting de E313. 4. Hopelijk vindt u dit een prettige snelweg, want u mag er maar liefst 100 kilometer van genieten. Die kans is echter, met het Belgische wegenbeleid, bijzonder klein. Probeer alvast de grootste putten te vermijden. 5. In de buurt van Luik volgt u de E25 (dit is een stuk van 1.5 km over de E40) in de richting van Luxembourg. De E25 volgt u een vijftigtal kilometers richting Bastogne, Luxembourg en Spa tot aan de afrit 48bis naar Harre. 6. Daar volgt u de N30 naar het pittoreske La Fagne (alle dorpjes daar zijn pittoresk maar goed). U neemt de Rue du Châtaignier naar rechts en volgt deze naar Harre, nog zo’n prachtig dorp. Niet dat u daar behoefte aan heeft, u hebt het nu wel gehad met het autorijden door België. 7. U gaat alsmaar rechtdoor, tot u aan de N806 komt. Deze volgt u naar rechts, in de richting van Roche-á-Frène (u raadt het al, nog een schilderachtig dorpje). 8. Vanaf daar zullen onze beruchte pijltjes u al dan niet naar onze kampplaats gidsen. In elk geval volgt u de richting Villers-Sainte-Gertrude. 9. Hoera! Aangekomen. Nu nog die voetbalwedstrijd verliezen en dan naar huis voor een weekje onbekommerde vakantie. Uiteraard mag u ook volledig vrijblijvend van uw eigen landschapskennis (of die van de GPS) gebruikmaken om tot op het Fonsbewoond eiland te geraken, respecteer echter steeds de plaatselijke verkeersvoorschriften. Dank u. Brieven zijn immer welkom, op het adres. Dit is dezelfde straat als de kampplaats, dus dit adres kan u ook gebruiken voor gebruik van een Global Navigation Satellite System, zoals bijvoorbeeld het Global Positioning System. Het is maar een ideetje. Paul-Henri et Françoise Kartheuser-Noel t.a.v. [naam zoon] Chiro Fonske Rue du Pont le Prêtre 14 6941 Villers Sainte Gertrude