10 minute read
Wat vergeet je altijd?
VERGEET ME NIET
Het is een herkenbaar tafereel: heel je valies overhoop halen om tot de conclusie te komen dat je net dat ene ding thuis vergeten bent. Dit jaar komt Dubbelpunt to the rescue! Met deze lijst vergeet je nooit meer iets belangrijks.
Advertisement
Door Lieven en Kato
■ Koffer
■ Washandjes* ■ Extra (fleece)deken voor de koude nachten
■ Hoofdkussen, want een veldbed is hard ■ Linnenzak: tenzij je er geen probleem mee hebt dat je vuile onderbroeken tussen je propere zitten ■ Crocs**
■ Drinkbus ■ Laarzen
■ Bed (in welke vorm dan ook)
■ Hoeslaken voor luchtmatras
■ Tandenborstel en tandpasta*
■ Zaklamp + batterijen* ■ Zonnebril*
■ Pyjama ■ Haarborstel*
■ Onderbroeken
■ Waardigheid**
■ Postzegels* ■ Slaapzak
■ Invulbrief***
Niet alleen als individu kan je dingen vergeten. Voor de leidingsploeg kunnen de volgende dingen handig zijn om zeker mee te nemen.
Reservekoffiezet Want wat een ramp zou het zijn als er ineens geen koffie meer is Kleine EHBO-kits voor op dagtocht of tweedaagse Want het been van je lid zou net open kunnen liggen in the middle of nowhere en zonder dokter in de buurt Fietsreparatiespullen Voor de betweters: als je niet met fietsen op kamp gaat, hoef je dat inderdaad niet mee te nemen Fluovestjes Extra slaapzakken en reserveonderbroeken voor de kleinsten Ouders lijken soms te vergeten dat ongelukjes ook op kamp kunnen voorvallen Reservepiketten voor de tenten Grote soepmixer Palen van de (kook)tent Extra dekentjes voor in de leidingstent Kampeerstoelen Eventueel warmteblazer voor de luxediertjes
HOE VERGEETACHTIG BEN JIJ?
Je komt aan op het kampterrein en bent klaar om je te gaan installeren. A.
B.
C. Shit, ik ben mijn bed thuis vergeten. Snel naar mama bellen of ze niet 100 kilometer kan rijden om het te komen brengen. En anders geraak je na tien dagen wel gewend aan de koude grond, zeker? Veldbed opgezet en slaapzak gedrapeerd. Als je gaat slapen, merk je echter dat je je hoofdkussen vergeten bent. Je vist je handdoeken dan maar uit je rugzak. Je bent een paar uur bezig met alles te installeren: je luchtmatras van twee meter breed blaas je op met een pomp, je hebt drie hoofdkussens mee (stel dat je je hoofd ergens anders wil leggen), je donsdeken schud je eerst nog eens goed uit om het te verluchten, en tot slot leg je de belangrijkste dingen uit je valies op duidelijke plaatsen zodat je ze meteen terugvindt. Daarna plof je neer in je bed als een prins(es).
Je bent net gaan ravotten en gaat voor de eerste keer op kamp douchen. Als je aan de douches staat, besef je: A.
B.
C. dat je geen handdoeken of zeep mee hebt. Ach ja, je kan het vuil er ook af krabben. dat je geen shampoo mee hebt. Je zet je puppyoogjes op naar je een van je leden, die je met plezier haar of zijn roze krokodillenshampoo uitleent. dat je meteen kan gaan douchen. De anderen zijn hun wasgerief nog aan het zoeken terwijl jij er een aparte plaats voor hebt in je valies.
Als alle leden eindelijk in hun bed liggen, is het tijd voor de vijfde maaltijd. De zon is al een tijd onder en de temperatuur in de leidingstent of het -lokaal is laag. A.
B. Je loopt nog in je T-shirt rond en dat prachtig zacht fleecedeken ligt nog thuis. Je kat of hond waakt er plichtsgetrouw over. Die ene warme trui heb je ook al gebruikt om mee in de modder te spelen. Je hoopt dan maar dat de vijfde maaltijd lekker warm is en kruipt zo dicht mogelijk tegen je medeleiding aan. Met je trui is het toch wat frisjes. Je dekentje lag klaar om in te pakken, maar je hebt het toch C. vergeten. Je vraagt dan maar aan je beste vriend(in) of jullie een deken kunnen delen. Met twee is gezelliger! Je bent volledig voorzien: je hebt een deken mee en een waterkruik, en als er een stekker over is, kan je je elektrische verwarming nog naast je zetten. De koude is geen waardige tegenstander voor jou.
Je hebt een geweldig kamp gehad. Nadat het thuisfront je heeft uitgehoord over je avonturen word je verwacht je valies meteen op te ruimen. Bij het uitpakken besef je: A.
B.
C. dat je je lievelingsknuffel op het terrein vergeten bent. Je bent er het hart van in en kan drie weken lang niet slapen. dat jouw tandenborstel nog ergens tussen de koeien ligt. Je koopt meteen een nieuwe of gebruikt stiekem eerst even die van een van je huisgenoten. Wat niet weet, niet deert, toch? dat je wel een paar dagen nodig zal hebben om alles op te ruimen, aangezien je echt alles mee had.
RESULTATEN
Meestal A
Jij vergeet echt alles. Je gooit gewoon dingen in je valies en vergeet soms zelfs je veldbed/matras/matje mee te nemen. Jammer genoeg kan je die dingen van niemand lenen en ben je het kneusje van de groep. Tip: volgende keer misschien toch iemand inschakelen om te helpen bij het inpakken.
Meestal B
Je stelt het inpakken uit tot de laatste dag en bent daardoor een beetje vergeetachtig. Gelukkig vergeet je enkel dingen die je van anderen kan lenen. Leden omkopen om een haarborstel of shampoo te mogen gebruiken, is jou niet vreemd. Tip: zorg tijdens het jaar dat je met iedereen beste vrienden wordt zodat ze je niets kunnen weigeren.
Meestal C
Jij pakt je valies vijf dagen op voorhand in met een geplastificeerd lijstje en een uitwisbare stift (dat kan je volgend jaar gewoon opnieuw gebruiken). Je hebt alle tijd om dingen te gaan kopen die je niet meer hebt. Elk jaar koop je nieuwe shampoo, want die van vorig jaar is toch niet meer goed. Je bent ook degene die regelmatig dingen moet uitlenen aan anderen. Tip: vraag een prestatie terug voor elk uitgeleend ding.
S.O.S. KAMPTHEMA’S: NOOIT MEER SAAIE VERHALEN
Geen inspiratie voor je kampthema? Of weet je niet goed hoe je dat moet aanpakken? Een goed kampthema schrijven is niet zo moeilijk als je dit stappenplan gebruikt. Door Emilie
ZELFVERZONNEN OF GEBASEERD OP BESTAAND VERHAAL
Eerst moet je beslissen of je je verhaal helemaal zelf gaat schrijven of dat je je wilt baseren op bestaande verhalen. Als je een creatieve ploeg hebt, kan je een volledig zelfverzonnen verhaal schrijven. Dan begin je door te brainstormen over wat het grote thema zal zijn. Wordt het een liefdesdrama met driehoeksrelaties tussen aliens en ruimtevaarders? Keren jullie terug in de tijd om het verhaal te vertellen van de laatst overlevende dinosaurus?
Misschien heeft jullie groep een houvast nodig bij het schrijven van het verhaal en baseren jullie je liever op een bestaand verhaal. Bedenk eens een kampthema over Kulderzipken of F.C. De Kampioenen. Herwerk Romeo en Julia tot een cowboys-en-indianenverhaal (*) of herschrijf je favoriete Bijbelverhaal in Star Warsthema.
Tip
(*) Blijf weg van clichés en kwetsende stereotypen. Ga je voor cowboys en indianen? Kies er dan niet voor om van de Indianen een bende casinogangers of scalperende wilden te maken. Je verwijst daarmee immers naar een gevoelig stukje geschiedenis dat niet zo fraai is, en dat sterk gekleurd is door de westerse blik.
Er bestaan al genoeg verhalen over wanhopige prinsesjes die gered moeten worden door sterke prinsen. Heb je geen inspiratie? De Dienst Artistieke Activiteiten heeft heel wat workshops die je helpen met creatieve expressie. Aarzel niet om hen te contacteren!
BEDENK JE PERSONAGES
In de tweede stap ontwikkel je alle personages die zullen meespelen in je verhaal. Bedenk welke mensen je nodig hebt om je verhaal te vertellen en hoe je personages elkaar kennen. Bedenk voor elk personage een korte biografie.
■ Hoe zien ze eruit? ■ Welke kleren hebben ze aan? ■ Hebben ze bepaalde karakteristieke kenmerken? ■ Wat is hun leeftijd? ■ Hoe zit hun karakter in elkaar? ■ Zijn ze behulpzaam, egoïstisch? ■ Gebruiken ze bepaalde stopwoordjes? ■ Wat is hun relatie tegenover elkaar? ■ Zijn ze broer en zus, oude vrienden, klasgenootjes? ■ Wie kent elkaar en wie leert elkaar in het toneel kunnen? Bedenk de achtergrond van je personages. Je kan daar heel creatief mee omspringen. Zijn er misschien Bekende Vlamingen die hun opwachting maken in jullie toneel? Of zijn er binnen jouw Chirogroep legendarische personages van de afgelopen jaren die je nog eens kan terughalen? Dorpsfiguren werken ook altijd. Als je inspiratie tekortkomt, kan je ook eerst rondvragen wie van de leiding graag meespeelt in het toneel, en voor hen rolletjes bedenken.
Tip
Het is makkelijk om terug te vallen op archetypes. De wijze oude man, het onnozele dom blondje of de sluwe oplichter zijn zo een paar voorbeelden. Stereotypen passeren graag de revue, maar probeer ze toch eens te vermijden. Het eerste Chirotoneel zonder verwijfde man moet misschien nog wel geschreven worden en heus niet elk Aziatisch personage moet de intellectueel van de groep zijn.
BEDENK EEN VERHAALLIJN
Als je een algemeen thema hebt en weet welke personages er meespelen, bedenk je een verhaallijn. Waar speelt het verhaal zich af? In welke tijdsperiode? Wat zullen je personages meemaken en hoe loopt het verhaal af? Denk
daarbij aan de spanningsboog: in het begin gaat alles goed en verloopt alles vreedzaam. Daarna stelt zich een probleem waar je personages mee moeten omgaan: een mysterie dat ze moeten oplossen of een andere uitdaging die ze aangaan. In het begin lukt dat vlot, maar plots gaat het toch slechter: je personages komen in de problemen terecht, er zijn misverstanden, en even ziet het eruit alsof ze niet in hun missie zullen slagen. Uiteindelijk raken ze uit de neerwaartse spiraal en kunnen ze toch zegevieren. Eind goed, al goed!
Tip
Moeite om zo’n spanningsboog te bedenken? Denk aan F.C. De Kampioenen! Het verhaal begint normaal, er loopt van alles mis, er zijn heel veel misverstanden, maar uiteindelijk is er een goede afloop.
VERDEEL HET VERHAAL
Ga na hoeveel toneeltjes er zullen plaatsvinden. Is er bij jouw Chirogroep ‘s ochtends én ‘s avonds toneel? En wat met tweedaagses of de dag van de trektocht? Verdeel je verhaallijn in evenveel stukken als er toneeltjes zullen zijn, zodat je per toneelstukje in enkele zinnen kan vertellen wat er zal gebeuren.
WERK ELK TONEELTJE UIT
Schrijf per toneel een volledig uitgewerkt script. Beschrijf hoe het decor eruitziet. Maak een lijst van alle personages die meedoen in de scène. Maak een lijst met alle attributen die nodig zijn, bijvoorbeeld een gsm als het personage in die scène iemand moet opbellen. Werk vervolgens de dialogen uit. Bedenk per personage wat ze gaan zeggen en hoe ze reageren op elkaar.
jan van bostraeten
EXTRAATJES
Bij een leuk kampthema hoort een leuk aandenken, dat je op het einde van het kamp aan je leden kan geven. Een opnaaier bijvoorbeeld. Maak zelf een ontwerp, waarschijnlijk is er wel iemand in je ploeg die handig genoeg is met Photoshop of Canva om een badge te ontwerpen in thema. Vermeld op het aandenken ook het jaartal en de kamplocatie, zo vergeten je leden nooit meer een kampthema.
Eindig je verhaal met een groot feest waar alle personages op uitgenodigd zijn. Als er een koppeltje in je verhaal meespeelt, kunnen zij bijvoorbeeld trouwen en eindig je met een trouwfeest. Op het einde van dat laatste toneeltje (bij voorkeur op de laatste volledige kampdag) kan je de zogenaamde ‘vierde muur’ doorbreken en het publiek, je leden, inschakelen bij het feest. Zo ga je van het laatste toneeltje over in de laatste kampavond en kan je de kampvuuravond, de maaltijd ervoor en alle feestelijkheden op de laatste avond inkleden in je kampthema.
Wil je graag je hele ploeg inschakelen bij het schrijven van het thema? Schrijf eens een doorgeefverhaal! Iemand schrijft enkele zinnen als begin van het verhaal en geeft dat door aan een willekeurige andere. Die persoon vult aan en geeft het verhaal opnieuw door. Zo ga je door tot iedereen van je ploeg een stukje geschreven heeft. Je kan dat makkelijk doen via een document op Google Drive. Via Whatsapp kan je voice-berichten sturen. Als je dan een groepsgesprek hebt met iedereen van de leiding kan je om beurten een voice-bericht inspreken met jouw stukje verhaal. Ideaal voor leiding die niet snel achter een computer te vinden is. Dan moeten alle audiofragmenten gewoon nog uitgetypt worden.