3 minute read

Mini- en maxispelen

Next Article
De spelen

De spelen

MAXISPELPLEZIER met mini-inspanning

Is je inspiratie voor een Chironamiddag soms ver zoek? Probeer dan eens enkele spelletjes uit in mini-maxiformaat. Origineel én keitof! De Dubbelpuntredactie bedacht alvast enkele voorbeeldjes ter inspiratie. Door Amina en Bart stefan ceulemans

Advertisement

PACMAN, MAAR DAN IN ‘T ECHT!

Materiaal • Touw of kleine kegeltjes om een veld af te bakenen • Heel veel ballen: tennisballen, pingpongballen, voetballen, enz. • Vier grote kegels • Tape Hoe speel je ‘t? Baken een doolhof af met touw of kegeltjes zoals het Pacman-veld in het computerspel. Duid vier spoken aan en bind de benen van die spelers met tape aan elkaar. Ze kunnen dus enkel bewegen door te springen. Op het spelterrein liggen balletjes verspreid. Benoem iemand uit de groep tot Pacman. Pacman gaat het veld in en raapt zoveel mogelijk balletjes op zonder onderschept te worden door de spoken. Kan een spook Pacman tikken? Dan stopt de beurt van die speler. Op het veld staan vier grote kegels. Als Pacman een kegel opraapt, heeft die speler zeven seconden de tijd om zelf de spoken te tikken. Als de spoken getikt worden, moeten ze tien seconden aan de kant gaan staan. Iedereen is om beurten een keer Pacman. Zorg ervoor dat de spoken ook wisselen van rol. Wie de meeste balletjes kan oprapen, wint.

MAXI JUNGLE SPEED

Materiaal • Grote stukken dun karton • Gekleurde stiften • Een grote kegel • Eventueel de echte Jungle Speed als voorbeeld Hoe speel je ‘t? Dit spel is ideaal voor de oudste afdelingen en is een combinatie van een creatieve activiteit en het spel zelf. Je kan je leden namelijk zelf de verantwoordelijkheid geven om het spel te knutselen. Heel simpel: maak met stiften en karton de kaarten van het spel na in het groot. Daarna speel je het spel door in een grote cirkel op de grond te zitten. Dat mag vrij ver uiteen, maar zorg wel dat je ieders kaarten nog kan zien. In het midden staat een kegel die je net zoals bij het gezelschapsspel moet grijpen als er twee kaarten liggen met dezelfde tekening. Alleen zal je nu moeten rechtstaan en er naartoe lopen. Wie het eerst met de kegel terug op zijn of haar plaats zit, wint. Je kan er dus gerust een beetje om ‘vechten’. Nadenken én actief bezig zijn, dus.

MINIBLAASVOETBAL Materiaal • Rietjes (verschillende kleuren om de teams aan te duiden) • Een tafel • Krijt • Pingpongballetje Hoe speel je ‘t? Verdeel je groep in ploegen van drie à vier spelers. Er spelen telkens twee teams tegen elkaar. Een match duurt vijf minuten. Teken op de tafel met krijt een voetbalveld na. Tip: als dat niet lukt, kan je papier op de tafel kleven en daarop tekenen. De spelers gaan rond de tafel zitten en krijgen elk een rietje in de kleur van hun team. De spelers spelen nu ‘voetbal’ door met hun rietje de pingpongbal in het doel van de tegenstanders te blazen. Je mag het balletje niet aanraken, ook niet met je rietje! Tip: als je de tafel afbakent met hogere randen vermijd je dat het balletje altijd op de grond rolt.

TIPS OM ZELF MINI- OF MAXISPELLETJES TE VERZINNEN • Hoe vorm je je terrein om? Een spelbord kan een bos, veld of zaaltje worden. Omgekeerd kan een bos of een veld een tafel of een stuk karton worden. • Wat doe je met je materiaal? Speel op een veel kleiner of veel groter terrein. Bij blaasvoetbal werd de bal een pingpongbal. Je zou ook op een gewoon terrein kunnen voetballen, maar dan met een gigantische skippybal. • Tot slot kun je door toevoeging of aanpassing van een aantal regels ieder spel afstemmen op de leeftijd van de groep waar je leiding aan geeft. Wil je Jungle Speed spelen met de speelclub? Maak wat minder verschillende kaartjes of zet je wat dichter bij elkaar en klaar. De leiding kan uiteraard ook stiekem een handje helpen bij wie het wat moeilijker heeft. ;)

This article is from: