4 minute read

Hotelier in De Meelfabriek: Corina Waaijer

HOTELIER CORINA WAAIJER LANDT IN LEIDEN MET HOTEL DE MEELFABRIEK:

‘DIT WORDT HÉT ontmoetingspunt

Warme elegantie, een plek met een ziel, een landingsplek in de stad; Corina heeft iets met hotels, al toen ze kind was. En nu werkt ze hard aan haar grootste project tot nu toe: De Meelfabriek in Leiden. Nog een paar jaartjes geduld en dan kun je eten en slapen met uitzicht over de hele stad.

VAN DE STAD.’

Het 125 luxe kamers tellende Hotel de Meelfabriek opent media 2024 de deuren.

‘IN M’N ACHTERHOOFD GROEIDE HET IDEE; OOIT HEB IK M’N EIGEN HOTEL’

Het is meer dan een hotel. Straks is er ook een rooftop restaurant met 200 zitplaatsen, een dynamische begane grond, een spa & wellness, verkoop van am- bachtelijke producten en veel ruimte voor kunst en cultuur. Kortom alles voor lijf en geest. De oude Meelfabriek in Leiden transformeert zo gestaag naar een multifunctioneel knooppunt voor bewoners en bezoekers. Corine Waaijer (Utrecht 1975) gaat de exploitatie op zich nemen van het 125 kamers tellende hotel inclusief de rooftop en begane grond. Niet haar eerste maar wel haar grootste project tot nu toe: ‘Dit is ons vijfde hotel, parallel hieraan loopt een vergelijkbaar iconisch project in Den Haag en de ambitie is om er straks een zevende aan toe te voegen.

Bediening

‘Ik ben een hotelmeisje, als kind liep ik met m’n vader en moeder langs een hotel en dan wilde ik hoe dan ook naar binnen. Hotels hadden een magische aantrekkingskracht op me, ik werd er letterlijk naar binnengezogen. We waren met z’n vijven thuis en hadden helemaal geen geld voor dure hotels. De dag dat ik vijftien werd, belde ik een van m’n lievelingsrestaurants op in Utrecht om er te mogen komen werken. Korte tijd daarna begon ik in een hotel in Driebergen en kon ik daar terecht in de bediening. In m’n achterhoofd groeide het idee; ooit heb ik m’n eigen hotel. Ik heb peentjes moeten zweten, gebikkeld, veel vlieguren gemaakt en uiteindelijk bedrijfskunde in Rotterdam gedaan met als scriptie corporate finance.

Investeerder

‘Als je een ultieme droom hebt, dan is dat iets onvoorwaardelijks, dan richt je daar al je energie op. Na m’n studie ben ik een tijdje het bedrijfsleven in gegaan en op een gegeven moment kom je op dat punt in je leven dat je denkt nú moet het gebeuren. Ik heb ontslag genomen en contacten gelegd. En het rare is dat dan alles in beweging komt. Mensen zien dat je serieus bent. Het is niet altijd geluk hebben, soms zit de kans in hele kleine dingetjes. Het eerste hotel dat ik in het vizier kreeg was Stadsvilla Mozaic in Den Haag. Ik kwam in contact met een investeerder die me het vertrouwen gaf, het hotel kwam van de grond en diezelfde investeerder is tot op de dag van vandaag mijn compagnon. Mozaic werd m’n kindje, met 25 kamers.

Proces

‘In eerste instantie was m’n droom werkelijkheid geworden maar na verloop van tijd gaat de rek er een beetje uit. Het voelde op een gegeven moment repetitief. Delft en Schiedam kwamen op m’n pad. Ik zag kansen. Schiedam werd een bouwproces van vier jaar, daarna kwam Delft, dat ging snel. Als je een rijksmonument verbouwt moet je nederig zijn, je bent ondergeschikt. Zo’n pand heeft een structuur en karakteristieken, daar ga je mee aan de slag en wil je tot bloei laten komen, ook economisch. Het is omgekeerd denken, je moet je schikken. Daarom hebben we totaal verschillende hotels in onze portefeuille. Dat maakt ons juist uniek. Bij ons weet je voor twintig procent wat je kunt verwachten: het is goed, super warm, hartelijk, mooi verzorgd en comfortabel. De andere tachtig procent is een verrassing, dat is waar wij voor staan. Je moet nieuwsgierig worden naar het andere hotel als je een keer bij ons bent geweest.’

Visie

Architect Bart Akkerhuis, de huisarchitect van Van der Wiel Bouw bij de ontwikkeling van De Meelfabriek, tekent voor het interieur van het hotel. In samenwerking met Corina en Ab wordt het concept bepaald: ‘Ab van der Wiel is een ander soort huurbaas dan de gemiddelde huurbaas. Een vastgoedeigenaar kijkt heel pragmatisch naar een gebouw, naar de verhuurcapaciteit en redementspotentieel. Voor Ab is dat een resultante. Hij is al zo lang met dit project bezig. Geïnspireerd door het hergebruik van industrieel erfgoed in het Meatpacking-district in New York in de jaren tachtig is hij hier aan begonnen. Hij heeft duidelijke visie voor ogen. De samenwerking met Bart en Ab is dan ook heel belangrijk en voor ons is dat heel fijn.

De dag door

Straks krijgt het restaurant op het dak een eigen identiteit, gekenmerkt door het geweldige uitzicht. Je komt hier om te ontbijten, te lunchen en te dineren, te feesten en te borrelen. Beneden komt een grote lounge, waar je op traiteursniveau kleine gerechtjes uit het restaurant kunt proeven. Ook meubeltjes die je in de kamers terugvindt, zijn in diezelfde stijl te koop beneden. Daarbij komt een aanbod van cultureel entertainment. Allemaal om die beleving te versterken. Als hotelgast voel je je echt onderdeel van die hele dynamiek. Ook de zakelijke bezoeker wordt hierin verweven. Het wordt een bijzondere mix voor jong en oud, leisure en business. We zorgen voor laagdrempeligheid op een hoogwaardig niveau waarvoor je telkens terug blijft komen.’

This article is from: