3 minute read

Verhaaltje v/h slapengaan

Next Article
Woordzoeker

Woordzoeker

Egel op ontdekking

Rosalie Hazeleger & Myriam Berenschot

Egel wil de hele wereld zien. Hij wil sterk en stoer zijn en zélf nieuwe dingen ontdekken. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want wat doe je als je erachter komt dat de wereld meer dan 190 landen kent? Gelukkig helpen Uil, Beer, mevrouw Zwijn en de andere dierenvrienden Egel graag.

Grappige en ontroerende dierenverhalen om voor te lezen of zelf te lezen, over vriendschap en ontdekken.

Een wereldreis tot onder de boom

‘Uil, ben je daar?’ Egel kijkt naar het huisje dat hoog in de boom tussen de bladeren verstopt zit. ‘Uil, ik moet je iets heel spannends vertellen!’

Er komt geen geluid uit de houten woning, terwijl Egel zeker weet dat Uil thuis is.

‘Uil!’ roept hij nog een keer. ‘Ik ga op wereldreis. Ik ga de wereld ontdekken!’

Nu hoort Egel een krant die in elkaar wordt gevouwen en een stoel die wordt verschoven. Dan ziet hij de kop van Uil verschijnen.

‘Wat zeg je nou toch, Egel? Een wereldreis?’ ‘Ja, dat heb je goed gehoord.’ Zonder verder iets te zeggen, stapt Uil op de tak. Hij spreidt zijn vleugels en komt met een zachte landing naast Egel in het hoge gras zitten. ‘Ik snap er niks van. Laatst vertelde je nog hoe blij je bent om in het bos te wonen met al je vrienden. Nu wil je opeens op wereldreis. Hoe zie je dat voor je?’ ‘Precies zoals het woord zegt. Ik ga een reis maken langs alle landen om

te ontdekken hoe de wereld eruitziet,’ zegt Egel, terwijl hij zijn snuit hoog in de lucht steekt. ‘Hoelang denk je dan weg te blijven? Je weet toch dat de wereld heel erg groot is?’ De bruine ogen van Uil worden vochtig. Zijn schouders zakken naar beneden. ‘Je hoeft niet verdrietig te worden, hoor,’ zegt Egel. ‘We zien elkaar heel snel weer. Ik ga de wereld in hoog tempo ontdekken. Binnen twee weken wil ik weer thuis zijn. Anders ga ik jullie allemaal te veel missen.’ Uil kijkt alsof hij diep nadenkt. ‘Ik heb een idee, Egel. Wacht jij hier, dan pak ik mijn wereldkaart.’ Voor Egel nog iets kan zeggen, vliegt Uil alweer hoog in zijn boom. Kort daarna ziet Egel hem weer uit zijn huisje komen, met de wereldkaart in zijn snavel. Samen rollen ze hem uit in het gras. Aan beide kanten plaatsen ze een steen, zodat de kaart niet wegwaait door de wind. Egel buigt zich er meteen overheen. ‘Kijk! De wereld is helemaal niet zo groot. Dat moet makkelijk lukken in twee weken. En wat hebben de landen allemaal mooie kleuren!’

Nu begint Uil te lachen.

‘Maar de landen zijn in het echt veel groter dan op deze kaart. Veel groter dan jij je kunt voorstellen.’

Egel wordt stil van wat Uil hem vertelt. Hij kijkt naar de grond en beweegt zijn tenen heen en weer.

‘Er zijn op de hele wereld wel meer dan 190 landen,’ legt Uil uit. ‘190 landen in twee weken bezoeken gaat je helaas niet lukken.’

Egel voelt een vreemd gevoel in zijn buik. Hij wordt er verdrietig van.

‘Wat moet ik dan, Uil? Kan mijn reis helemaal niet doorgaan?’

‘Misschien kan ik je eerst meer leren over de wereld,’ stelt Uil voor. ‘Wie weet kun je hem daarna alsnog in het echt gaan ontdekken. Of in ieder geval een stukje van de wereld.’

Egel ziet twinkelingetjes in de ogen van Uil verschijnen en merkt dat het donkere gevoel in zijn buik alweer een beetje verdwijnt.

‘Dat lijkt mij een goed plan,’ zegt hij met een lach.

This article is from: