9 minute read

Dubbelinterview

Next Article
Voorpublicatie

Voorpublicatie

CHINOUK THIJSSEN HILD JANSSENS

Hild Janssens is bekend van haar meeslepende historische trilogie ‘De Kronieken van Goud & Bloed’. Chinouk Thijssen schrijft de ene bloedstollende youngadultthriller na de andere. Met twee uiteenlopende genres hebben deze schrijfsters niet veel gemeen, zou je denken. In dit interview ontdek je het tegendeel.

ZE LEEFDEN NOG LANG EN GELUKKIG. WIE GELOOFT DAAR NOG IN?

Chinouk: Wanneer ben je begonnen met schrijven, Hild? En wist je altijd al dat je schrijfster wilde worden? Hild: Ik las als kind heel veel en wilde ook wel een boek schrijven, maar dat bleef altijd bij een vaag idee. Tot ik in 2003 op vakantie was in Zuid-Frankrijk en geïnspireerd werd door de landschappen, de cultuur en de geschiedenis. Daarna ben ik thuisgekomen en ben ik meteen aan de computer gaan zitten. In vier uur tijd heb ik de verhaallijn getypt en twaalf jaar later was het af. Chinouk: Je trilogie is toen uitgegeven door Clavis. Nu komt er een vierde boek aan? Hild: Ja, dat wordt een spin-off van de trilogie. Het kan helemaal afzonderlijk gelezen worden. Daarna is de trilogie ook volledig afgesloten, maar dit verhaal moest er nog uit. (*lacht*) Dat gevoel ken je waarschijnlijk wel? Chinouk: Absoluut! Het is een beetje een dubbel gevoel: aan de ene kant heb ik een verhaal dat eruit moet en wil ik meteen beginnen en aan de andere kant ben ik het al weken aan het uitstellen. Hild: Zeer, zeer herkenbaar! Je hebt dan ideeën of personages of een gevoel in je hoofd en het is bijna onmogelijk om dat op een blad te krijgen. Chinouk: Ja, die drempel is hoog. Zolang het in je hoofd zit, is het nog mooi, maar hoe krijg je dat op papier? En dan denk ik: wat als het niet lukt? Ja, ik vind het begin altijd het moeilijkst aan een boek. Dat stel ik soms weken uit, soms maanden. Hild: Ik ben zo al maanden iets aan het uitstellen. Chinouk: Ik ook! (*lacht*) Dit is ons teken, Hild, we moeten eraan beginnen. Hild: Ja, eigenlijk wel, hè? Ik heb me de afgelopen tijd ook enorm schuldig gevoeld. Door de coronacrisis heb ik heel veel tijd gehad om te schrijven en toch doe ik het niet. En dan voel ik me slecht! Chinouk: Dat heb ik ook! Ik heb pas een week vakantie gehad en ik had kunnen kiezen om te gaan schrijven. In plaats daarvan heb ik alleen maar naar Netflix gekeken. (*lacht*) Hild: (*lacht*) Procrastinatie uit angst voor het begin, dat heb ik dus ook. Maar als je dan toch je moed bijeenraapt en aan het verhaal begint, hoe doe je dat dan? Schrijf je de verhaallijn eerst volledig uit? Chinouk: Ik ben een heel erge plotter. Ik verzin het begin, midden en eind en dan ga ik ook hoofdstuk per hoofdstuk kijken wat er moet gebeuren. Maar dat schema is meer een houvast. De hoofdstukken schuiven uiteindelijk heel erg omdat er toch weer scènes tussen moeten komen. Dat vind ik ook het leukste aan schrijven: het strakke schema een beetje loslaten en plaats maken voor spontane hoofdstukken. Hoe zit dat bij jou, Hild? Hild: Je hebt schrijvers die schrij-

ven zoals je dominostenen zet. Dus steentje per steentje en gaandeweg bekijken waar het verhaal naartoe gaat. Ik niet, ik heb het eerste en het laatste steentje staan en bouw meteen iets in het midden. Ik heb een idee waar het verhaal uit vertrekt en waar het naartoe moet, en daarna verzin ik het midden. Meestal wijk ik niet van dat pad af, behalve als ik iets onverwachts tegenkom. Dan zie ik bijvoorbeeld iets op televisie en dan zie ik het licht. (*lacht*) Dat is heel zeldzaam, het komt één of twee keer per jaar voor en dan denk ik: wow, dit moet erin!

IK HEB EEN HELE WERELD IN MIJN HOOFD

Chinouk: Heb je ook een voorbeeld van zo’n moment? Hild: Ja, ik zat in het midden van het tweede boek, ik wist waar ik ging eindigen en ineens dacht ik: o, dat personage moet dood. Chinouk: (*lacht*) Ja, dat komt heel bekend voor! Hild: O, ik vond dat zo erg voor dat personage. Chinouk: Heb je ook gehuild tijdens het schrijven van die scène? Hild: Ja, door het besef dat het personage nooit meer terug zou komen. En mijn lezers zeggen dan: ‘Waarom heb je dat personage laten sterven? Jij kunt dat als schrijver toch kiezen?’ En dan zeg ik: ‘Nee. Ik kan dat niet kiezen.’ Dat is de logica, of het gevoel, of de flow. Ik kan het niet kiezen, maar het personage moet dan dood. Chinouk: Dat had ik dus ook in de ‘Truth or Dance’-trilogie. Het was een van mijn favoriete personages en toen dacht ik: o jee, die moet dood. Ik heb de scène ook huilend geschreven. Tijdens de redactie heb ik gehuild, tijdens het herlezen heb ik gehuild, tijdens het herschrijven … Ja, ik vind het nog steeds erg. Ik heb er ook de meeste reacties op gehad van boze lezers. (*lacht*) Wat vind jij het minst leuke aan het schrijfproces? Hild: In een boek heb je altijd cruciale gebeurtenissen of dialogen en die vind ik heel leuk om te schrijven, maar je hebt ook de ‘tussenin-hoofdstukken’. De hoofdstukken die bruggen zijn: waar je het ene moet verlaten en het andere moet inwerken. En dan denk ik: blergh. Chinouk: Ja, die zitten bij mij altijd in het midden van het boek. Ik hou ook meer van de actiescènes en de moordscènes. Daar leef ik voor. Hild: Ja, de scènes waarin de emoties oplopen! Toch wel een heleboel gemeenschappelijk. (*lacht*) Ik ben momenteel bezig met een nieuw boek, dat zich voor het eerst niet in de geschiedenis, maar in deze tijd afspeelt, en ik loop tegen een heleboel dingen aan. Mag ik je daarover wat vragen? Chinouk: Natuurlijk! Hild: Ik was dus dat verhaal aan het schrijven en ineens kwam covid ertussen. En nu ben ik al een jaar aan het worstelen. Hoe breng ik corona in dit verhaal? Moeten mijn personages bijvoorbeeld mondmaskers dragen? Chinouk: Ik heb gehoord dat andere schrijvers hier ook mee worstelen. In het laatste verhaal dat ik schreef, heb ik het er bewust uit gelaten. Dat ging over een gijzeling, dus corona had niet echt een bijdrage. Hild: Ja, ik zit er echt gewrongen

HET MOOISTE AAN EEN BOEK IS VERWONDERD KUNNEN WORDEN

mee. Kan ik mijn personages laten reizen? Of naar een fuif laten gaan? Chinouk: Wel, mensen lezen ook om te ontsnappen en een andere wereld in te duiken. Dus als er geen covid in die wereld is, zie ik dat niet meteen als een probleem. Je moet er ook aan denken dat je boek over tien jaar nog gelezen kan worden. Hild: Dat is waar. Ik heb hetzelfde probleem met alle elektronica in mijn verhaal. Jongeren zitten altijd op hun smartphone en ze hebben toegang tot alle informatie. En dan denk ik: dat kan een verhaallijn helemaal verzieken. Hoe doe jij dat? Chinouk: Ik heb datzelfde probleem. Bij de ‘Truth or Dance’-trilogie las ik in een paar recensies: waarom bellen ze niet gewoon de politie? Dan denk ik: ja, dat is allemaal heel leuk, maar dan heb je dus geen trilogie. Als personages smartphones gaan gebruiken, heb je geen enkele thriller meer. Hild: Ja, inderdaad. Chinouk: Elektronica kun je uit het boek laten. Wat dan wel weer in een boek moet zitten bij mij, is een dader die je als lezer uiteindelijk begrijpt. Hij kan het ondenkbare hebben gedaan, maar uiteindelijk moet de lezer wel begrijpen waarom. Dat is onmisbaar bij mij. En bij jou, Hild? Wat moet absoluut in een boek zitten? Hild: Ik sluit me een beetje bij jou aan, ik vind dat een boek niet zwart-wit mag zijn. Er moeten eigenlijk vijftig tinten grijs in zitten. (*lacht*) Er mag gebeuren wat er wil, maar het moet logisch zijn. Die logica vind ik heel belangrijk en is toch wel onmisbaar in een boek. Een deus ex machina in de laatste twintig pagina’s vind ik bijvoorbeeld verschrikkelijk. Chinouk: Inderdaad, net zoals een dader die zomaar uit de lucht komt gevallen. Je hebt hem nooit eerder gezien in het boek en ineens blijkt dat de dader te zijn. Dat vind ik niet logisch én niet geloofwaardig. Hild: Ja, een boek moet logisch zijn. Er zijn ook lezers die zeggen: ‘Ik had toch graag gehad dat het boek goed was afgelopen.’ Dan denk ik: zo is het leven niet, hè. Alleen in Disneyfilms is het rozengeur en maneschijn. Doornroosje trouwt met de prins, maar dan stopt de film. Daarna krijgen ze drie kinderen en scheiden ze van de stress, want ze kunnen dat kasteel niet onderhouden. Chinouk: (*lacht*) Hild: Ja, zo denk ik dan. Personages moeten logisch zijn en denken. Wie weet gaat de prins vreemd met Sneeuwwitje, dát is de realiteit. Ze leefden nog lang en gelukkig is niet geloofwaardig. Chinouk: Heel veel lezers willen een happy end, maar dan moet je mijn boeken niet lezen. Ik heb bijna nooit een happy end, want ik geloof niet dat alles goed kan komen. Jij bent naast schrijfster ook leerkracht. Hoe combineer jij die twee? Hild: Schrijven doe ik altijd in gestolen uren. Na het verbeterwerk voor school bijvoorbeeld. Ik heb ook niet echt andere hobby’s, ik ga niet sporten of ik doe niet aan yoga. Dus alle vrije uren gaan naar het schrijven. Chinouk: Het is natuurlijk ook afhankelijk van wanneer je schrijft. ’s Ochtends ben ik bijvoorbeeld het meest creatief. Hild: Mijn beste momenten zijn ook in de ochtend of voormiddag. En weet je wanneer ik de beste invallen krijg? Wanneer ik in

de avonduren op mijn eentje over de autosnelweg rijd. Dan moet ik stoppen en zoek ik in mijn zijvak naar papiertjes van parkeertickets en schrijf ik daar alles op. Chinouk: Ik rij dus geen auto meer om die reden, ik ben te dromerig. (*lacht*) Wel, ik heb één ding geleerd: wij lijken heel erg op elkaar. Hild: Ja, we hebben zo te horen wel dezelfde aanpak! Chinouk: Even kijken, ik heb wel een mooie als laatste vraag: waar ben je het meest trots op als auteur? Hild: Op mijn trilogie natuurlijk. Ik ben eraan begonnen in 2003 en dat verhaal afmaken heeft eindeloos lang geduurd. Ik had twee kinderen, een fulltimebaan en tijd vinden was niet makkelijk. Toch heb ik het volgehouden en twaalf jaar later was het af. Ik vind het ferm van mezelf dat ik niet heb opgegeven. Ook als ik naar de boekenwinkel ga en ik mijn eigen boeken zie staan. Dat kan ik nog altijd niet bevatten, dat ze van mij zijn. Ik weet dat en toch … Het is te groots om van mij te zijn. Een lezer gaat nooit beseffen hoeveel tijd en moeite erin kruipen. Chinouk: Ik ben ook het meest trots op de ‘Truth or Dance’-trilogie. Ik heb er het langst aan gewerkt en het is het meest persoonlijk. Ik had het boek ook bijna in de virtuele prullenmand gegooid omdat ik dacht dat niemand het zou willen lezen. En ondertussen is het groter geworden dan mezelf. Daar ben ik dus wel heel trots op. Hild: Ja, er kruipt veel van jezelf in zo’n boek. Soms denk ik: je zou eens moeten weten hoeveel er van mij in die personages zit. Chinouk: Helemaal mee eens! Goed, dat was het interview. Ik stel voor dat we morgen onze angst voor het begin laten varen en gewoon beginnen met schrijven. Hild: (*lacht*) Doen we!

This article is from: