God Heeft de Wereld Gemaakt
In het begin maakte God alles vanuit het niets. Hij liet de duisternis verdwijnen door het licht. Hij maakte de hemel en de aarde, het water en het land. Planten en bomen groeiden op uit de aarde, terwijl grote en kleine dieren over de aarde liepen. Hij maakte de vissen in de zee en de vogels in de lucht. Toen schiep God Adam en Eva en die vond Hij het mooist van alles wat Hij geschapen had. Na zes dagen was Zijn schepping klaar en God rustte op de zevende dag. Door Zijn kracht is alles ontstaan.
De Ark van Noach
“Omdat God het zegt, zal ik het doen”, dacht Noach toen God hem vroeg een ark te bouwen. Noach’s familie en alle dieren gingen in de ark. Daar waren ze veilig terwijl het 40 dagen en nachten regende. Nadat het gestopt was met regenen en de aarde weer droog werd, ging iedereen weer uit de ark. God keek naar de aarde en zei: “Nooit meer zal Ik de aarde laten overstromen.” En als teken van die belofte plaatste Hij een mooie regenboog in de lucht.
Gods Belofte aan Abraham
God vroeg Abraham om Zijn land te verlaten en naar het land te gaan dat God hem zou wijzen. “Ik zal je daarvoor zegenen”, zei God. “Probeer maar eens de sterren aan de hemel te tellen. Jou kinderen zullen net zoveel kinderen krijgen. En jij krijgt je eigen zoon, dat beloof Ik. Ik zal een groot volk van jou maken en alle volken zullen door jou gezegend worden.”
De Droom van Farao
“Kun jij uitleggen wat mijn droom betekent?” vroeg de Farao aan Jozef. Jozef antwoorde: “Dat kan ik niet, maar ik kan dat wel aan God vragen. Uw droom betekent dat er na zeven jaren van overvloed, zeven jaren van droogte zullen komen. U moet daarom heel veel graan bewaren, anders zullen de mensen honger lijden.” Farao was erg blij dat hij nu wist wat hij moest doen. En omdat Jozef zo wijs had geantwoord, mocht hij voortaan zeggen wat er in het land moest gebeuren.
Mozes en de Prinses
“Wie is dit?� vroeg de prinses uit Egypte. De prinses was erg verwonderd toen ze de kleine baby zag. Mirjam, de zus van deze baby, had zich achter de struiken verstopt en zag wat er gebeurde. Haar moeder dacht dat dit de enige manier was om haar zoon te redden. Doordat de prinses Mozes uit het water had gered, kon hij jaren later het volk van God uit Egypte redden.
Het Wonder bij de Rode Zee God gebruikte Mozes om Zijn volk uit Egypte te bevrijden van de slavernij. Nu waren ze onderweg naar het beloofde land. Maar toen werden de IsraĂŤlieten bang. Voor hen lag de Rode Zee en achter hen kwam het leger van de Farao. Ze konden geen kant meer op. Toen deed God een wonder. Terwijl Mozes zijn staf in het water deed, scheidde God het water en kwam er een pad door de zee. God beschermde de IsraĂŤlieten en zo konden ze veilig naar de overkant, op reis naar het beloofde land.
David en Goliath
Goliath moest hard lachen toen hij zag wie koning Saul had gestuurd om tegen hem te vechten. “Ha, ha, ha! Wie denk jij wel dat je bent, dat je mij kunt verslaan?” David zei, “Ik kom in de naam van de God van Israël!” David pakte zijn slinger en de steen raakte Goliath precies op zijn voorhoofd. En met een harde smak viel de reus op de grond.
Esther de Dappere
Koning Ahasveros had Esther uitgekozen als zijn nieuwe vrouw. Maar hij wist niet dat zij Joods was. De slechte Haman had tegen de koning gezegd dat alle Joden gedood moesten worden.
In die tijd mocht niemand bij de koning komen, behalve als je door hem geroepen werd. Maar Esther vertrouwde op God en ging zonder uitnodiging naar de koning. En de koning luisterde naar haar. Ze vroeg de koning om de Joden niet te doden. En zo werden de Joden gered, omdat Esther, de mooie koningin zo dapper was.
Daniel in de Leeuwenkuil
Daniël was een goed mens, maar sommige mensen hadden een hekel aan hem. Daarom vroegen zijn vijanden aan de koning om een nieuwe wet te maken: “Iedereen die niet tot de koning bidt, moet in de leeuwenkuil worden gegooid.” Maar Daniël bleef tot God bidden. Toen ze dat zagen, gingen ze naar de koning en dus moest Daniël in de leeuwenkuil. Nu had de koning spijt. Hij was zo bezorgd, hij kon er niet van slapen.
Zodra het ochtend was, haastte de koning zich naar de leeuwenkuil en hij riep: “Daniël, leef je nog?” En Daniël antwoordde: “God heeft een engel gestuurd om mij te beschermen. De leeuwen hebben mij niet aangeraakt.”
Jona en de Walvis
“Ga naar Nineve.” zei God tegen Jona. Maar Jona wilde niet en daarom ging hij met een schip naar Tarsis. Toen stuurde God een hevige storm, waardoor het schip bijna zonk. Iedereen aan boord was in paniek en ze wisten niet wat ze moesten doen, behalve Jona. Hij wist wel wat hij moest doen. “Gooi mij maar overboord en let op wat er dan gebeurt.” Dus dat deden ze en toen ging de storm liggen. Jona dacht dat hij zou verdrinken, maar hij werd opgeslokt door een grote walvis. “Ik had God moeten gehoorzamen en naar Nineve moeten gaan”, zei Jona terwijl hij in de vis zat. Na drie dagen spuugde de walvis hem uit op het strand en Jona ging naar Nineve.
Jezus is Geboren
Er was geen plaats voor Jozef en Maria toen ze naar Bethlehem gingen. Terwijl de herders buiten in het veld de wacht hielden over hun schapen, verschenen de engelen die zeiden: “De redder is geboren in de stad van David.� Zodra de engelen waren verdwenen, gingen de herders op zoek naar de redder. Ze vonden Jozef en Maria en het kindje Jezus —Gods eigen zoon die de mensen redt van zonde.
De Bruiloft in Kana
Tijdens de bruiloft raakte de wijn op. Jezus was er, Zijn leerlingen en Zijn moeder, Maria. Zijn moeder zei: “Jezus, de wijn is op. Dat is een groot probleem voor het bruidspaar.” Jezus ging naar de bedienden en zag daar hele grote kruiken staan. “Vul deze kruiken tot de rand toe met water” zei Jezus.
Dit was het eerste wonder dat Jezus deed. Hij veranderde het water in de kruiken in wijn. De gastheer wist niet wat er was gebeurd, maar toen hij de wijn proefde, ging hij verbaasd naar de bruidegom en zei: “Wat raar. Meestal wordt de beste wijn het eerst gedronken, maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard.�
Een Gat in het Dak Bijna iedereen wilde Jezus horen en zien wat voor geweldige dingen Hij deed. Toen Jezus in een huis in KapernaĂźm was, waren er zoveel mensen dat er niemand meer bij kon. Zo volgepropt was het huis. Maar dat weerhield vier mannen er niet van om hun verlamde vriend bij Jezus te brengen. Ze maakten een gat in het dak en lieten hun vriend naar beneden zakken. Jezus zag hoeveel geloof ze hadden en maakte hem beter, zodat hij weer kon lopen.
Vijf Broden en Twee Vissen De mensen wilden graag bij Jezus blijven, omdat ze de wonderen zagen die Hij deed. Jezus dacht dat de mensen wel honger moesten hebben en vroeg aan Zijn leerlingen: “Waar kunnen we eten kopen om deze mensen te eten te geven?” Er was één jongen die vijf broodjes en twee visjes bij zich had en gaf dat aan Jezus. Jezus dankte Zijn Vader, brak het brood en de vis en deelde het uit. Vijf duizend mensen kregen toen te eten en er bleven zelfs nog twaalf manden met eten over.
Jezus Stilt de Storm
“We verdrinken!” riepen de leerlingen. Grote golven overspoelden de boot, terwijl de wind raasde. “Meester, red ons!” Jezus stond op en sprak tegen de wind: “Wees stil!” Vanaf dat moment ging de storm liggen en werd de zee weer rustig.
Jezus en de Kinderen
“Laat deze kinderen Jezus niet lastig vallen” zeiden Zijn leerlingen tegen de ouders. Maar Jezus dacht daar anders over. Hij zei: “Houdt deze kinderen niet tegen en laat ze bij Mij komen. Het koninkrijk van God is juist voor diegenen die net als deze kinderen zijn.” Jezus zegende hen en liet zien hoeveel Hij van hen hield.
Meisje Wordt Wakker
Jairus haastte zich naar Jezus om Hem te vragen of Hij zijn zieke dochtertje beter wilde maken. Maar toen ze bij zijn huis aankwamen, was het meisje al overleden. “Wees niet bang, heb geloof!” zei Jezus. Hij ging naar het meisje toe, pakte haar hand en sprak tot haar: “Meisje, wordt wakker!” Op dat moment opende ze haar ogen en stond weer op.
De Kleine Man in de Boom
Zacheüs was een kleine man en hij wilde Jezus zien. Daarom klom hij in een boom. Toen Jezus er aan kwam, keek Hij omhoog en zei: “Kom naar beneden Zacheüs, want Ik wil vandaag bij jouw thuis eten.” Zacheüs dacht: “Waarom heeft Hij mij uitgekozen? Ik ben een slecht mens, ik steel geld van mensen.” Maar die dag veranderde alles. Zacheüs beloofde om geen slechte dingen meer te doen. Jezus’ liefde is voor iedereen —rijk of arm, klein of groot.
Jezus Sterft aan het Kruis
Sommige mensen hadden een hekel aan Jezus. Ze zeiden dat Hij slechte dingen had gedaan, ook al was dat niet echt zo. De soldaten sloegen Hem en ze bespotten Hem. Hij werd aan een kruis gehangen op de plek die Golgotha heet. Terwijl Hij daar hing, dacht Hij aan mensen zoals jij en ik. Hij bad zelfs: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.� Dit moest gebeuren met Jezus, de Zoon van God, omdat God de wereld wilde redden.
Jezus Leeft
De aarde schudde en de grond trilde toen er een engel verscheen die de steen voor het graf wegrolde. Jezus bleef niet dood. Na drie dagen werd Hij weer levend. “Vertel het aan iedereen, dichtbij en ver weg!” zei Jezus tegen Zijn leerlingen en Zijn vrienden. “Ik ben bij jullie als jullie dit doen, tot aan het eind. Dat beloof ik.”