Magazine Fraters CMM 2015/2

Page 1

FRATERS CMM 2/15

| Vincent de Paul hier en nu || Werkbezoek aan IndonesiĂŤ ||Achter de schermen | Kerkelijke Oost-West-dialoog | Nieuwe laatste rustplaats


Inhoud

Gesprek met de algemene overste

4

Rond frater Andreas

5

Mission statement

Colofon

Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.

Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193

Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.

Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, Nathalie Bastiaansen, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl). Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54, 5041 DT Tilburg, tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) fax: 013 5441405 e-mail: magazine@cmmbrothers.nl website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A

Foto omslag voor: De algemene overste met postulanten in Manado. Zie pagina 8-10. Verloren zoon, Rembrandt Foto omslag achter: Gebouw Nationale Nederlanden Rotterdam (foto: frater Ad de Kok). 2


Vincent de Paul hier en nu

6

Werkbezoek aan Indonesië

8

Van de redactie Veel aandacht voor de CMM-provincie Indonesië in deze zomereditie van Fraters CMM. Het voltallige generaal bestuur bracht van 22 maart tot en met 12 april een werkbezoek aan de provincie met het meeste aantal fraters in de congregatie. Op 1 januari 2015 waren er 133 fraters in het land. De provincies Kenia en Nederland telden op die peildatum respectievelijk 52 en 38 fraters. Voor de regio’s Oost-Timor, Brazilië en Namibië zijn de aantallen respectievelijk 15, 13 en 10. Met de 18 fraters die tot de twee communiteiten van het generaal bestuur horen, waren er op 1 januari in totaal 279 fraters. De algemene overste, frater Lawrence Obiko, blikt in gesprek met Rien Vissers terug op het werkbezoek aan Indonesië en er is een drie pagina’s tellend beeldverslag in dit nummer aan gewijd. In 1923 vertrokken de eerste fraters vanuit Nederland naar Indonesië. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw bestond het grootste gedeelte van de fraters uit Nederlanders. Tegenwoordig zijn er bijna alle fraters van Indonesische origine. De betrokkenheid van fraters uit Nederland bij het werk van de congregatie in Indonesië werd op een bijzondere wijze herdacht bij de herbegrafenis in Balige van de stoffelijke resten van vijf van hen. Frater Franciscus Linus doet er verslag van. Dat hun werk nog steeds vruchten voortbrengt, blijkt wel uit korte berichten over de eerste tijdelijke geloften van elf Indonesische fraters in Pematang Siantar op Noord-Sumatra en de festiviteiten van scholen in Tarakan rond de feestdag van Don Bosco, de schutspatroon van de fraters in Indonesië.

Achter de schermen

11

Terugkijken

14

Symbolen

15

Kerkelijke OostWest-dialoog

16

Nieuwe laatste rustplaats

18

Kort nieuws

20

IN MEMORIAM

22

‘Dichtbij is zijn genade’

23 3


gesprek

met de algemene overste

Van 22 maart tot en met 12 april bracht het voltallig generaal bestuur een werkbezoek aan de CMM-provincie Indonesië. Hoogtepunten waren in mijn beleving de gesprekken die we hadden met de individuele fraters en met het provinciaal bestuur. De bijeenkomst van het provinciaal bestuur en het complete generaal bestuur was een primeur. Niet eerder vond zoiets plaats in de congregatie. Terugkijkend zeg ik: het werkbezoek was een bijzondere en bemoedigende ervaring!

In 2009, tijdens de vorige bestuursperiode, nam ik deel aan een bijeenkomst in Brazilië van het generaal bestuur en de provinciale en regionale besturen. We hebben daar het thema ‘dienend leiderschap’ besproken en uitgediept. Daarbij stond de vraag centraal hoe je een dienend leider kunt worden. Hoe dien je de fraters in de stijl van Jezus Christus? Het proces dat toen werd geïnitieerd begint vruchten af te werpen. De weg waarlangs je dienend leiderschap concreet beleeft, moet wel verder geïmplementeerd worden. Daaraan willen we als hoofdbestuur nadrukkelijk onze bijdrage leveren. In de gesprekken heb ik geprobeerd bij te dragen aan een sfeer waarin fraters zich vrij konden uitspreken. Alles begint met de individuele persoon, met de vraag hoe elke frater concreet in het leven staat. Een steeds terugkerend onderwerp van gesprek was hoe we onze dienst aan de armen kunnen intensiveren en tegelijkertijd onze inkomsten optimaliseren. De dienst aan de armen moet immers betaald kunnen worden. Het gaat om een goede balans tussen deze dingen. En dat speelt niet alleen op het niveau van generaal en provinciaal bestuur, maar ook in de communiteiten en voor fraters persoonlijk is die balans belangrijk.

4

De plenaire ontmoeting tussen provinciaal bestuur en hoofdbestuur was voor alle deelnemers een mooie gelegenheid tot het delen van idealen, doelstellingen, missie en taken in de congregatie. Zoals ik al zei: alles begint bij de individuele frater. Dienend leiderschap is gericht op het vergroten van de concrete mogelijkheden van fraters en communiteiten. We moeten er steeds aan werken om in de praktijk van elke dag waar mogelijk vorderingen te maken. Als generaal bestuur willen we als een team opereren. Dat is ook een deel van de zending die het generaal kapittel ons meegaf. Om geloofwaardig te zijn is het nodig dat we in de eerste plaats zelf vorm geven aan dienend leiderschap. Daarbij promoten we het graag zo concreet mogelijk in onze contacten binnen de congregatie en op een bijzondere manier tijdens onze werkbezoeken. Ons leiderschap staat in dienst van de verdieping van de spiritualiteit en de optimalisering van onze dienst aan de armen. Daarbij is het goed te beseffen dat de fraters hun idealen in de eerste plaats beleven in de gemeenschap. Hun communiteiten moeten ‘scholen van barmhartigheid’ zijn. frater Lawrence Obiko geïnterviewd door Rien Vissers


rond frater andreas

De boer van de fraters Op het terrein van Huize Ruwenberg stond een grote boerderij. Die had altijd bij het kasteel gehoord, maar bewees ook goede diensten aan het internaat van de fraters. In het allereerste begin diende ze als woonhuis voor de communiteit, toen het kasteel nog werd verbouwd. Al snel werd de boerderij een heus bedrijf ter ondersteuning van de kostschool.

De boerderij van Ruwenberg. Er waren twaalf koeien, zodat er voor de leerlingen altijd verse melk was. Er waren kippen, zodat er verse eieren waren. Er stonden paarden op stal voor de koetsen van de school en het bewerken van het land. En in een van de bijgebouwen begonnen de fraters een bakkerij. Ruwenberg stond bekend om zijn heerlijke brood. Bijna een halve eeuw zou de boerderij van Ruwenberg onder leiding staan van frater Judocus van den Hurk (1831-1906), een sterke en trotse boerenzoon. Zijn zus Longina was bij de Zusters van Liefde ingetreden, maar Judocus was vastbesloten haar niet te volgen. “Mij zullen ze niet kleppen”, zei hij dikwijls. Het werd toch een roeping, maar wel een late. Op zijn 32ste jaar begon Judocus zijn noviciaat en niet lang daarna zat hij elke ochtend en avond onder de fraterkoeien. De boerderij was één van die elementen die het internaat een eigen sfeer gaf. In de zomer loerden de jongens op de appelbomen: ze deden hun best om een paar appels te plukken zonder dat frater-boer het zag. In de winter was de boerderij nog interessanter. Als het begon te vriezen, liet frater Judocus

een weitje onder water lopen. Zodra het ijs veilig was, mochten de schoolkinderen erop schaatsen. Elke middag schuifelde ook frater Judocus zelf op schaatsen rond om de kleinsten te leren schaatsen. Frater Judocus was gevat en kon scherp redeneren. Hij had altijd vrolijke discussies met de frater-onderwijzers. Volgens sommigen legde Ruwenberg geld toe op de boerderij, maar volgens frater Judocus was het andersom. Ze moesten blij zijn dat ze een boerderij hadden die de tekorten van de school aanvulde! Bijna vijftig jaar werkten de fraters Andreas en Judocus samen op Ruwenberg. Ze konden het goed met elkaar vinden. Ze waren beiden boerenzoon en deelden hun wonderlijk scherpe gevoel voor tijd. In het in memoriam van frater Judocus stond geschreven: “Er groeide uit hem een voorbeeldig religieus, werkzaam, bezorgd, verstandig, stipt, streng in levensopvatting.” Zes jaar later klonken diezelfde woorden ter nagedachtenis van frater Andreas.

Charles van Leeuwen

5


Internationaal

Vincent de Paul hier en nu Fraters leven volgens het model dat Vincent de Paul (1581-1660) heeft uitgedragen. De stichter van de congregatie, Joannes Zwijsen (1794-1877), was geïnspireerd door wat deze Franse heilige, beter bekend als ‘Vincentius’, propageerde en voorleefde: opkomen voor de armen en gemarginaliseerden. CMM-communiteiten staan jaarlijks op 27 september, zijn sterfdag, stil bij de Vincentiaanse opdracht om hier elke dag opnieuw invulling aan te geven, zoals blijkt uit het volgende overzicht van herdenkingsvieringen in 2014.

Frater Jan Koppens, provinciaal CMM-overste van Nederland, hield tijdens een eucharistieviering in de kapel van de fraters van de communiteit Joannes Zwijsen in Tilburg een overweging. Een fragment hieruit: “Over de tijd waarin Vincent de Paul leefde, de 17de eeuw, wordt in de Lage Landen gesproken als de Gouden Eeuw. Maar zowel in Frankrijk als hier was het niet allemaal goud dat er blonk. De adel, de aristocratie, de grote handelaren en landheren mochten dan genieten van een leven in luxe, anders was het met de ‘kleine lieden’: simpele boeren, armzalige werklui, vluchtelingen en mensen getroffen door een of andere kwaadaardige ziekte. Zij allen hadden weinig of niets om van te genieten, hun leven was zwaar, zonder enige levensgarantie. De armen rond het plaatsje Folleville, hun materiële en geestelijke armoede, brachten Vincent bij zijn persoonlijke roeping. Hij zag de noodzaak in van evangelisatie en caritas. Wat was er een grote armoede op beide terreinen. Vincent organiseerde volksmissies, richtte broeder- en zusterschappen op voor de armen, zieken en noodlijdenden. Het is opvallend dat zo’n tweehonderd jaar na Vincent diverse stichters van actieve congregaties zich lieten inspireren door zijn voorbeeld, onder wie Joannes Zwijsen in Tilburg. En nu, anno 2014, zien we dat fraters zich nog steeds laten inspireren door Vincent de Paul. Het zien - bewogen worden - in beweging komen- dat zeer Vincentiaans is, zie je terug in onze communiteiten maar ook in de inzet van fraters en geassocieerden in kerk en samenleving. Als je goed kijkt, zie je vele prachtige voorbeelden. Juist, onze zending is nog niet voorbij!”

6

Actie De oud-algemene CMM-overste frater Broer Huitema was afgelopen jaar in Chicago. Hij bezocht daar op 27 september een bijeenkomst van vertegenwoordigers van de Vincentiaanse famile: Vincentians (lazaristen), Daughters of Charity, Sisters of Charity, Vincentiusvereniging, Vincentian Lay Missionaries en vertegenwoordigers van de DePaul Universiteit. Hij noteert: “Vooral interessant was wat twee medewerkers van de DePaul Universiteit vertelden: zij spraken over ‘homeless students’ van de universiteit; studenten die letterlijk op straat zijn komen staan. Je staat er niet bij stil dat dit kan gebeuren. Het gaat toch om tientallen studenten! Er is geen structuur om die studenten op te vangen en men wil daar iets aan gaan doen. Wat interessant was: ter plekke werden vrijwilligers gecharterd om bepaalde taken te gaan doen. Ter plekke werd dus actie ondernomen.”

Voorzienigheid De fraters van woonzorgcentrum Het Dorpvelt in Zonhoven, België, hielden de herdenking samen met de zusters van het nabijgelegen woonzorgcentrum H. Catharina. Het thema van die dag was: ‘De Voorzienigheid’. In zijn brieven en in de ‘gemeenzame gesprekken’ met de Dochters der Liefde verwijst Vincent regelmatig naar dit begrip. Hij benadrukt dat dit woord niet betekent dat je zomaar alles aan God moet overlaten en zelf niets hoeft te doen. Integendeel: Vincent de Paul geeft aan dat de door God gegeven talenten moeten worden gebruikt om de armen te helpen.


Glaswerken in het St. Vincent de Paul Center van de Daughters of Charity in Chicago van Vincent de Paul en Louise de Marillac, die samen met hem de sociëteit van apostolisch leven van de Dochters der Liefde stichtte.

Een soortgelijke gedachte over de ‘Voorzienigheid’ was te lezen in een bericht op de Facebookpagina van de ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’, de CMM-jongerenbeweging, in Kenia. Ambassadeur David Mungai citeert op de sterfdag van Vincentius Moeder Teresa: “Als een arme sterft van de honger, dan is dat niet omdat God niet naar hem of haar omzag. Het gebeurde omdat jij en ik deze persoon niet gegeven hebben wat hij of zij nodig had.”

Nederigheid In de CMM-communiteit van Lembata, Indonesië, wordt in de overweging van 27 september de nadruk gelegd op Vincents nederigheid. “Door zijn nederigheid kon God hem gebruiken als een pennetje, om het woord ‘barmhartigheid’ neer te schrijven in de wereld en het te verspreiden onder de armen. En hierdoor werd Vincent opgeheven door God, en werd hij een heilige.” De fraters in Lembata hopen dat de spiritualiteit en de houding van Vincentius vooral vele jonge mensen zal inspireren, en dat zij Gods genade zullen doorgeven aan de mensen om hen heen.

Jongeren In Indonesië werd Vincentius herdacht met allerlei culturele activiteiten, waaronder dans, toneel en koorzang. De novicen in Noord-Sulawesi organiseerden een

sporttoernooi, dat gehouden werd van 23 tot 26 september met als doel broederschap te stimuleren tussen fraters, novicen, postulanten, en seminaristen. Ook in Kenia werden jongeren betrokken bij de herdenking. Op diverse fraterscholen werden presentaties gehouden over Vincent de Paul. Frater Leo van de Weijer deed dat in basisschool Vincent de Paul in Mosocho, en frater Vincent Odhiambo vertelde de leerlingen van de Vincent de Paul middelbare school in Oyugis over het leven en werk van Vincent. Daarbij kwamen vragen aan de orde als: Wie was die Vincent eigenlijk, en wat deed hij zoal? Wat betekent hij voor ons, en wat kunnen we van hem leren? Wat kun jíj doen?

Vandaag De Keniaanse frater Nicodemus Orang’i Otundo plaatste op 27 september een inspirerend bericht op Facebook waarin hij de spiritualiteit van Vincentius vergelijkt met een vijfpuntige ster, bestaande uit nederigheid, eenvoud, vriendelijkheid, zelfopoffering en geestdrift. Vervolgens schreef hij: “De vraag die we ons vandaag de dag moeten stellen is of bovenstaande deugden nog steeds aanwezig zijn in onze samenleving. Bestaan er ook vandaag nog ‘Vincents’?” Nathalie Bastiaansen

7


Indonesië

De communiteit van het provincialaat in Yogyakarta met het generaal bestuur.

Werkbezoek generaal bestuur aan Indonesië Van 22 maart tot en met 12 april was het voltallige generaal bestuur in Indonesië voor een werkbezoek. De sfeer tijdens het werkbezoek kan volgens het generaal bestuur in één woord worden samengevat: ‘broederschap’. Voor frater Niek Hanckmann en de algemene overste frater Lawrence Obiko, de niet-Indonesische leden van het generaal bestuur, was het tevens een goede gelegenheid om het leven en het werk van de Indonesische fraters beter te leren kennen. Een fotoreportage brengt het bezoek in beeld.

Frater Niek Hanckmann en frater Rofinus Banunaek bezochten communiteiten en scholen in Ambon, Langgur, SoE, en Lembata. Er waren persoonlijke gesprekken met fraters afzonderlijk. Ook hadden zij een ontmoeting met een groep van de CMMjongerenbeweging ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ in Kupang. Frater Lawrence Obiko en frater Benyamin Tunggu brachten een bezoek aan de communiteit en het postulaat in Manado en aan de communiteit en het noviciaat in Tomohon. Ook bezochten ze de Don Bosco-school en de uitgeverij en printshop Andreas in Manado. In Tomohon bezochten zij de Don Bosco-school

8

Bijzondere gebeurtenis In de laatste week kwamen de vier generaal bestuursleden samen in Yogyakarta, waar zij een bijeenkomst hadden met het provinciaal bestuur van de Fraters CMM in Indonesië. Een bijzondere gebeurtenis omdat dit voor het eerst een samenkomst was van het voltallige generaal bestuur en het provinciaal bestuur. In Yogyakarta vond ook een ontmoeting plaats met ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’. Nathalie Bastiaansen


Het voltallige generaal bestuur en het provinciaal bestuur vergadert in Yogyakarta.

Het fraterhuis in Lembata.

Bezoek aan de Don Bosco-school in Lembata.

Don Bosco-school in Tomohon. 9


IndonesiĂŤ

Tuin van de communiteit in Tomohon.

Novicen met begeleiders en leden van het generaal bestuur in de tuin van het noviciaat in Tomohon.

Postulaat in Manado.

Tuin postulaat in Manado.

De algemene overste met postulanten in Manado.

Ontmoeting met ‘Ambassadeurs’ in Yogyakarta.

Uitstapje. 10


Nederland

De ‘Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis’ telde veel vaklieden.

Achter de schermen van een onderwijscongregatie Joannes Zwijsen stichtte in 1844 de Fraters CMM om het onderwijs in Tilburgse achterstandswijken te verbeteren. Maar hij begon de congregatie met een schoenmaker, een koperslager en een brouwersknecht als fraters. Op het moment van stichting moest het dagelijkse religieuze leven nog van de grond komen. Daarvoor was een onderkomen nodig waar de fraters konden leren bidden, mediteren, boete doen en de kloostertucht respecteren. Er moest een hoop praktisch werk verzet worden voordat de religieuzen aan lesgeven toekwamen. Wat zou Zwijsen met drie onderwijzers als beginnelingen hebben moeten aanvangen?

Zwijsen vertrouwde zijn eerstelingen toe aan de trappisten die op dat moment het aloude kapucijnenklooster van Meerseldreef (België) bewoonden. In 1846 verhuisden de monniken naar de Achelse Kluis. De kandidaat-frater die van beroep brouwer was, zal zich bij de trappisten wel thuis gevoeld hebben, want die hadden een brouwerij en hoogstwaarschijnlijk kregen de bewoners elke middag een glas bier aan tafel. De twee andere nieuwelingen hebben natuurlijk geen bezwaar gehad tegen dat glaasje bier. Althans, toen zij in 1845 naar Tilburg terugkeerden, brachten zij dat gebruik mee naar de nieuwe stichting. Daar heeft die gewoonte zich zonder onderbreking doorgezet tot aan de Tweede Wereldoorlog. De Belgische afdeling van de fraters heeft de biertraditie echter gehandhaafd.

Vaklieden De congregatie van de Fraters CMM heeft zich in de negentiende eeuw geleidelijk uitgebreid en er kwamen frateronderwijzers. Ook clerici traden toe tot de nieuwe stichting. Daarnaast waren er fraters die zich niet elke dag naar school moesten haasten en bij thuiskomst nog talloze papieren en schriften hadden te corrigeren, of dienden te studeren voor meer bekwaamheden in de onderwijssector, godgeleerdheid en wijsbegeerte. In het zich uitbreidende huishouden van de congregatie waren mensen nodig die de dagelijkse gang van zaken in huis verzorgden, die erop toezagen dat de tafel op tijd gedekt was, dat het eten werd bereid, die grotere of kleinere reparaties konden verrichten.

11


Nederland

De timmerwinkel. Kortom: de ‘technisch’ bekwame mannen hielden het instituut op de been. En hun werk breidde zich uit. De ‘Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis’ telde veel vaklieden die prima drukwerk afleverden. Bij het moederhuis aan de Gasthuisstraat ontstonden in de loop der jaren allerlei bedrijven, voor het grootste deel gelegen langs de zogenaamde Industriestraat. Er was een goed geoutilleerde timmerwinkel. Wie zich de oude neogotische kapel van het moederhuis herinnert (afgebroken in 1971-1972), kent ook de prachtige kerkbanken die in de timmerwinkel, onder leiding van frater Theodulfus Verdonk, gemaakt werden. De togen voor de fraters werden in de kleermakerij gefabriceerd en gerepareerd. Ook waren er bekwame schoenmakers, bakkers, schilders, elektriciens. Om deze bedrijven in stand te houden, werd in het jaar 1919, naast de sinds 1850 bestaande kweekschool voor onderwijzers, een afzonderlijk juvenaat opgezet voor jongens die zich bekwaamden in technische vaardigheden. De eerste leider was frater Richarius Venmans. Daarom werd dit juvenaat in de volksmond dan ook wel ‘Richariaat’ genoemd. Na hem kwamen andere leiders en surveillanten, zoals frater Ignatius Smeulders, die later directeur werd van de drukkerij, frater Eucharius van Keulen, hoofd van de bakkerij. Als groepsleiders fungeerden onder anderen frater Severianus van de Laak en frater Faustus Verhoeven. Deze instelling heeft bestaan tot 1929. In dat jaar gingen de juvenisten met vakopleiding over naar de kweekschool, waar ze opgroeiden met de aanstaande onderwijzers.

Toneeldecors Nadat in 1926 frater Tharcisio Horsten tot superior generaal gekozen werd, ontstond op het moederhuis het instituut van de ‘Verenigde Vijverwerkers’ (VVW), die in de namiddagen naar Sparrenhof trokken, om een vijver te graven. Dit werk is ongeveer tien jaar doorgegaan. De VVW had echte statuten. Penningmeester was frater Maximinus Streng, de koster van het moederhuis. Veel technici waren lid van de harmonie, die bij alle feesten en plechtigheden optrad. Een van de meest bekende dirigenten van deze club was frater Auxilius Brokken, die voor de repetities en de uitvoeringen overkwam uit Den Bosch. Later was frater Godefridus Melis de leidende figuur. De muziek stond in het moederhuis op zeer hoog peil.

Kerkbanken uit de oude kapel van het moederhuis. 12


Het fraterskoor werd geleid en begeleid door bekwame muzikanten en gaf, vooral tijdens plechtige eucharistievieringen en het lof in de namiddag, prachtige uitvoeringen. Ook hier waren veel leden bij van de groep technici. Wat ook niet vergeten mag worden is dat er heel wat technici aan te pas kwamen bij het vieren van feesten en het bouwen van toneeldecors. Op een bepaald moment was er een vaste groep die bijna een volle dagtaak had aan het opbouwen en onderhouden van het toneel. Er zijn schitterende stukken opgevoerd. Wat op het moederhuis in Tilburg in het groot gebeurde, vond op kleiner schaal elders in Nederland en daarbuiten plaats. Overal werden bedrijven opgericht. Met de afbrokkeling van de Nederlandse tak van de congregatie als onderwijsinstituut, verdween ook het skelet dat het instituut steunde: de technische afdeling. Wat overblijft is een religieuze instelling die met hulp van veel krachten van buiten nog kan doorgaan en de oude bezieling, ondanks alles, in stand weet te houden.

De togen voor de fraters werden op de kleermakerij gefabriceerd en gerepareerd.

frater Godfried Kanen (eerder verschenen in Fraters CMM, 1/2006)

De bakkerij.

13


Jaar van het Godgewijde Leven

Terugkijken In april verscheen de tweede aflevering van de reeks ‘Vreugde!’ voor het Jaar van het Godgewijde Leven met bezinningsmateriaal voor fraters en geassocieerde leden van de congregatie. ‘Terugkijken: de vreugde van onze roeping’ luidt de titel van deze editie. Ingehaakt wordt op de eerste doelstelling van het jaar: ‘de dankbare herinnering aan het recente verleden’. De andere twee doelen luiden: ‘de toekomst met hoop omarmen’ en ‘het heden met passie beleven’. de Vincentiaanse teksten worden enkele ‘vragen voor meditatie en uitwisseling’ gesteld: “Vincentius herinnert zijn religieuzen eraan hoe vreugdevol en vurig hun roeping in het allereerste begin was: dat gaf hun de kracht om zich radicaal te geven. Denk terug aan de begintijd van je eigen roeping: wat gaf jou toen een gevoel van vreugde? Vincentius is realistisch genoeg om er rekening mee te houden dat het enthousiasme van een roeping kan afzwakken. Hoe zit dat bij jou? Wat kun je tegen dat afkoelen doen? Hoe houd je het vuur goed brandend?” In het hart van de uitgave staan teksten uit een rondzendbrief van de Vaticaanse Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Sociëteiten van Apostolisch Leven voor religieuzen met het oog op het Jaar van het Godgewijde Leven. De titel luidt: Verheugt u. Het schrijven is gebaseerd op woorden van paus Franciscus, ontleend aan zijn toespraken en geschriften. Hierbij wordt gevraagd: “Benoem een aantal vreugdevolle momenten op de weg van je roeping.” De april-uitgave van Vreugde! opent net als de eerste met enkele citaten. “Door je te roepen zegt God tot je: ‘Je bent belangrijk voor me, ik houd van je, ik reken op je’” (paus Franciscus). “Niet jullie hebben Mij uitgekozen; nee, Ik heb jullie uitgekozen” (Joh. 15,16). “Wij geloven dat ons hele leven gedragen wordt door God. Ons bestaan met al zijn zorgen en vreugden ontvangen wij uit zijn hand” (Constituties CMM I, 248-249).

Vincentiaanse teksten Opgenomen zijn ook enkele uitspraken van Vincent de Paul, die een belangrijke inspiratiebron is voor de congregatie van de Fraters CMM. Hij zei ooit tegen zijn religieuzen: “Wat hebben jullie een geluk, zusters, tot een levensstaat geroepen te zijn die voor God zo aangenaam is. … Hoeveel overwinningen zul je verliezen wanneer je je roeping verliest, want daarmee kun je de duivel, de wereld en het vlees aan en tegelijkertijd je ziel verrijken met christelijke volmaaktheid.” Bij 14

In de wereldwijde katholieke kerk wordt van 29 november 2014 tot en met 2 februari 2016 het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’ gevierd. Paus Franciscus kondigde dit speciale jaar op 29 november 2013 aan tijdens een ontmoeting met religieuzen in Rome. Hij roept ordes en congregaties op zich in dit jaar te bezinnen op hun betekenis voor kerk en samenleving. Ook de fraters CMM staan in dit jaar stil bij hun roeping en zending.

De uitgaven van Vreugde! verschijnen in het Nederlands, Engels, Indonesisch en Portugees en zijn te vinden op www.cmmbrothers.org. Peter van Zoest


Symbolen

Een aanwezige leegte Tijdens het generaal kapittel van 2014 werd alle kapittelleden gevraagd om een symbool te presenteren dat staat voor hun visie op de toekomst van de congregatie, hun missie, of hun persoonlijke religieuze leven. Dit leverde een aantal boeiende verhalen op, waarvan in ‘Fraters CMM’ een selectie wordt opgenomen. In deze editie: het symbool van geassocieerd lid Henk van de Wal.

Mijn symbool is erg traditioneel, maar ook erg basaal, fundamenteel in de goede zin van het woord. Het is het kruisje dat ik sinds een paar jaar draag. Ik draag dit kruisje omdat ik wil laten zien waar ik voor sta. Ik weet dat een leven van broederschap en barmhartigheid niet afhankelijk is van het dragen van een kruisje, maar het is wel een middel om te laten zien wat mijn bron is. Mensen zien dat kruisje en beginnen er een gesprek over. Het is zo ook een vorm van public relations.

Daarom vind ik dit kruisje zo bijzonder. Ik heb het gekocht in Israël, waar miljoenen kruisjes te koop zijn. Ik heb echter maar één kruisje gezien zoals dit: waar Jezus niet meer aanwezig is, waar Hij verrezen is, maar waar hij duidelijk aanwezig wás. Daar heeft hij plaats gemaakt voor ons. Hij laat ons een ruimte achter, een ruimte die wij zelf mogen invullen, op onze eigen manier, met onze eigen mogelijkheden, met onze eigen talenten.

Het kruis is een verschrikkelijk teken. Het herinnert ons eraan hoe wreed en vernietigend wij mensen kunnen zijn. Maar wij weten ook dat het kruis een teken van hoop en leven is. Het is het kruis waarop Jezus stierf en waarop hij zijn armen uitstrekte om de wereld te omvatten. Het kruis mogen we zien als een verbindingsteken: verticaal verbindt het de hemel en de aarde en horizontaal de mensen met elkaar. En de kruising is het punt waar het allemaal samenkomt, daar waar Jezus werd gedood, dat is de plaats waar ze Hem van het kruis haalden, daar waar wij zijn plaats mogen innemen.

Zo blijft het kruis een teken van geloof, hoop en liefde. Het is een richtingwijzer, een kompas, en een uitnodiging om Jezus te volgen op de weg van barmhartigheid, zodat we mensen kunnen worden naar zijn voorbeeld en zijn geest, mensen zoals die bedoeld zijn door onze Schepper. Henk van de Wal

15


Nederland

Zicht op de oostvleugel van het generalaat waar de stichting Communicantes is gehuisvest.

Kerkelijke Oost-West-dialoog in het generalaat Vanaf medio januari 2014 huurt de stichting Communicantes een deel van de oostvleugel van het CMMgeneralaat aan de Gasthuisring in Tilburg. De instelling maakt zich sterk voor uitwisseling tussen de RoomsKatholieke Kerk in Nederland en de kerken en kerkgemeenschappen van Midden- en Oost-Europa. Op 4 april organiseerde Communicantes in het generalaat het symposium ‘De kerken en de oorlog in Oekraïne. Wat dragen kerken bij tot vrede en verzoening?’.

Communicantes is opgericht door de Nijmeegse pater Jan Bakker SSS (1914-1982). Begin jaren zestig raakte de sacramentijn betrokken bij de door het communisme vervolgde kerk in Oost-Europa. Meer dan twintig jaar heeft pater Bakker zich ingezet om twee, nog altijd actuele doelstellingen van Communicantes te realiseren: katholieken met elkaar in contact en gesprek brengen die om welke reden dan ook daar (nog) niet toe in staat zijn, en het verspreiden van de verworvenheden van het Tweede Vaticaans concilie.

Oekraïne De oorlog in Oekraïne, die nu al meer dan een jaar aanhoudt, heeft de kerken verdeeld, maar ook dichter bij elkaar gebracht. Daarom leek het de stichting Communicantes goed om te kijken wat de bijdrage van de belangrijkste kerken tot vrede en verzoening kan zijn. Enerzijds wilden we onderzoeken wat Nederland voor Oekraïne kan betekenen, bijvoorbeeld vanuit de 16

vredesorganisatie PAX. Aan de andere kant wilden we zicht krijgen op het verzoenings­ potentieel van de Oekraïense kerken zelf en dan met name van twee antagonisten: de Russisch-Orthodoxe Kerk, waarvan een substantieel deel van de parochies zich in Oekraïne bevindt, en de Oekraïense GrieksKatholieke Kerk, die ondanks haar orthodoxe traditie het oppergezag van de paus in Rome erkent. Hiertoe waren sprekers uit Oekraïne uitgenodigd. Het was een goede en leerzame bijeenkomst die nog eens de aandacht heeft gevestigd op een ernstig en ogenschijnlijk onoplosbaar conflict aan de rand van het Europese continent. Ga naar www.communicantes.nl voor meer informatie. Frans Hoppenbrouwers, staflid stichting Communicantes


Deelnemers aan het symposium in de kapittelzaal van het generalaat, waar de bijeenkomst plaatsvond.

Moderne Oekraïense iconen bezichtigen in de kapel van het generalaat tijdens de pauze van het symposium.

Prof.dr. Heleen Zorgdrager, hoogleraar Systematische Theologie van de Protestante Theologische Universiteit Amsterdam en al vele jaren gastdocent aan de Oekraïense Katholieke Universiteit in Lviv besprak het verzoeningspotentieel van de Oekraïense Grieks-Katholieke kerk.

Dr. Lidiya Lozova uit Kiev (Oekraïens-Orthodoxe Kerk van het patriarchaat van Moskou) sprak over kleinschalige Oekraïens-orthodoxe vredesinitiatieven. 17


Indonesië

Nieuwe laatste rustplaats voor vijf fraters in Balige Op 9 april zijn in Medan en naaste omgeving de stoffelijke resten van vijf fraters opgegraven om te worden bijgezet op het fraterskerkhof in Balige. Medan is de hoofdstad van de Indonesische provincie Noord-Sumatra, waar de fraters sinds 1927 zijn gevestigd. In 1950 stichtten de fraters een communiteit in de iets zuidelijker gelegen plaats Balige. De fraters die hier een nieuwe laatste rustplaats vonden zijn: Gonzaga Schoenmakers († 24 december 1953), Avitus de Rooij († 17 juni 1979), Geroldus Smulders († 2 mei 1980), David Fleerakkers († 16 april 1987) en Mario van Breemen († 25 oktober 1987). Ze waren allen in Medan overleden.

Foto’s van de fraters Gonzaga Schoenmakers, Avitus de Rooij, Geroldus Smulders, David Fleerakkers en Mario van Breemen bij de bijzettingsceremonie.

Officiële overdracht van de kisten.

18


De opgravingen op de drie begraafplaatsen werden telkens voorafgegaan door een korte gebedsdienst, geleid door pater Gabriel Main OFM. Op twee plaatsen werden de graven van de fraters geopend door frater Paskalis Wangga, de overste van het fraterhuis in Medan. Geholpen door leden van de katholieke gemeenschap werden de stoffelijke resten in kleinere kisten gedaan en overgebracht naar de St. Diegokerk, een statiekerk van de parochie Pasar Merah in Medan. Daar werd een requiemmis opgedragen, geleid door pater Gabriel. Hierbij waren zusters SCMM en FSE aanwezig en leden van de statiegemeenschap, die ook voor een gezamenlijke maaltijd hadden gezorgd voor de fraters en hun gasten. Om vijf uur in de namiddag werden de kisten met de stoffelijke resten ingeladen in de ambulance van de polikliniek van de fraters van Aek Tolang om naar Balige te vertrekken. Na een tocht van een uur of zes kwam het gezelschap om 11.00 uur ’s-avonds aan en werden de vijf kisten neergezet in de kapel van het fraterhuis Balige. Daar werd een wake gehouden van een dag en twee nachten.

Pater Arie van Diemen bewierookt de kisten.

Bijzetting Op 11 april, om 10.30 uur, begon de bijzettingsceremonie. Aanwezig waren de fraters van Noord-Sumatra, pastoors, zusters, leerkrachten, leerlingen, oud-leerkrachten en oud-leerlingen van de katholieke scholen in Balige, leden van de katholieke gemeenschap in Balige en vertegenwoordigers van de plaatselijke overheid. De plechtigheid begon met het officieel overdragen van de vijf kisten door frater Paskalis Wangga aan frater Amator Hems, die de communiteit van Balige vertegenwoordigde. Na de ontvangst van de kisten ging de ceremonie verder met een requiemmis, geleid door pater Arie van Diemen en Pater Gabriel Main. Vervolgens werden de vijf kisten geplaatst in de ‘tugu’, het grafhuis in Batakstijl op het terrein van de fraters. Na de bijzetting werd er een gezamenlijk middagmaal gebruikt. De plechtigheid werd afgesloten met een dankwoord van frater Franciscus Linus, de overste van Balige, die tevens het provinciaal bestuur vertegenwoordigde, dat niet aanwezig kon zijn vanwege vergaderingen met het generaal bestuur in Yogyakarta.

Requiemmis in de kapel van het fraterhuis van Balige.

De kisten worden in processie naar hun laatste rustplaats gebracht.

frater Franciscus Linus

Bijzetting van de vijf kisten in de ‘tugu’. 19


Kort nieuws

Ambassadeurs in Namibië organiseren ‘Walk with Christ 2015’ Elk jaar in de vastenperiode organiseren de Namibische leden van de CMM-jongerenbeweging ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ een pelgrimage onder de titel ‘Walk with Christ’. Dit jaar werd deze tocht gehouden op 14 maart, met als thema: ‘Wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen’ (2 Korintiërs 5,7). De pelgrims startten in Windhoek. Van daaruit liepen ze naar het klooster van de Arme Clarissen in Brakwater. Bij aankomst, rond 10.00 uur, was er een eucharistieviering geleid door aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek. Velen, jong en oud, gaven gehoor aan de oproep van de om mee te lopen ‘met Christus’.

Nieuwe postulator zaligverklaringsproces frater Andreas Om het proces van de zaligverklaring van frater Andreas van den Boer nieuw leven in te blazen heeft de voormalige algemene overste frater Broer Huitema tijdens zijn sabbatperiode in de Verenigde Staten (24 juli tot 10 december 2014) contact gezocht met de algemene overste van de Congregatie der Missie (lazaristen), Gregory Gay. Als lid van de Vincentiaanse Familie en vanwege het feit dat de congregatie van de Fraters CMM dezelfde Vincentiaanse spiritualiteit heeft, is besloten voor het zaligverklaringsproces van frater Andreas de lazarist Shijo Kanjirathamkunnel (39) als belangenbehartiger te vragen. Hij is afkomstig uit India en werkt in Rome als postulator-generaal van de Congregatie der Missie en de Dochters der Liefde van Vincentius a Paulo. Momenteel werkt hij aan 21 zalig- en heiligverklaringszaken. Hij was zeer bereid het proces van frater Andreas aan te nemen. Op 17 februari 2015, na in Rome de goedkeuring van de Congregatie voor Zalig- en Heiligverklaringen te hebben ontvangen, en met instemming van het generaal bestuur, heeft de algemene overste frater Lawrence Obiko pater Shijo Kanjirathamkunnel benoemd als postulator-generaal voor het zaligverklaringsproces van de ‘Eerbiedwaardige Dienaar Gods’ Andreas van

20

Pater Shijo Kanjirathamkunnel tijdens een ontmoeting met paus Franciscus.

den Boer. Hij is de opvolger van mgr. Jan Heeffer, die het proces tot 2014 begeleidde. Vervolgens benoemde pater Kanjirathamkunnel op 1 maart 2015 pater Willem Spann OSFS als vice-postulator van het proces. Pater Spann is sinds 2003 coördinator van het ‘Frater Andreasbureau’ dat zich beijvert voor de zaligverklaring van frater Andreas.


Kort nieuws

Don Bosco-viering in Tarakan

‘Werkgroep Toegewijd leven’

De Fraters CMM in Indonesië kozen de Italiaanse heilige Giovanni Bosco, beter bekend als ‘Don Bosco’, als schutspatroon van hun apostolaat, waar werk in het onderwijs een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Om zijn sterfdag, 31 januari, te gedenken organiseerden alle scholen van de Don Bosco Stichting Tarakan tussen 10 en 31 januari diverse activiteiten. Deze waren erop gericht docenten, studenten en degenen die werken voor de Don Bosco Stichting bijeen te brengen in de geest van broederschap en barmhartigheid. Zo werd op 10 januari een seminar gehouden in de hal van de Frater Don Bosco Senior High School in Tarakan. Spreker was Fidelis Elisati Waruwu.

Op 21 februari kwam voor het eerst de ‘Werkgroep Toegewijd Leven’ van de Nederlandse CMMprovincie bijeen. De groep bestaat uit vier leden: generaal bestuurslid frater Niek Hanckmann, frater Paul Damen, geassocieerd lid Christianne van de Wal en pastoraal werkster Trees Versteegen. De werkgroep onderzoekt hoe de begeleiding gestalte moet krijgen van degenen die frater of geassocieerd lid willen worden of op een andere manier verbonden willen zijn met de congregatie. Daarnaast buigt de werkgroep zich over de tekst voor een nieuw gebed om roepingen, bedoeld voor de Nederlandse provincie.

Schoolkinderen zingen een lied tijdens de Don Bosco-viering in Tarakan. Dit seminar had als thema: ‘Ontwikkeling van Holistische Intelligentie, Integriteit en Voorbeeldfunctie’. De ondertitel luidde: ‘Zelfbewustzijn van de Menselijke Identiteit (Spiritualiteit, Moraal, Relatie, Intelligentie en Affectie)’. Op 24 januari participeerden de scholen van de Don Bosco Stichting in Tarakan in een ‘Lange Mars’. De ceremonie werd geopend met een gebed onder leiding van de voorzitter van de Don Bosco Stichting, frater Rikardus Rumangun. Het thema voor deze activiteit was: ‘Trouw zijn in dienstbaarheid is het bewijs van mijn liefde aan de Don Bosco Stichting’. Van 26 tot en met 29 januari vonden er allerlei activiteiten plaats om de vaardigheden van de leerlingen op het vlak van de kunst en sport te vergroten en studenten en docenten meer milieubesef bij te brengen. Op 31 januari vierde de Don Bosco Stichting in Tarakan samen met haar scholen de gedenkdag van de patroonheilige in een afsluitende ceremonie van alle activiteiten die in januari plaatsvonden. Voorganger in de eucharistieviering die bij deze gelegenheid werd gehouden was Yustinus Harjosusanto MSF, aartsbisschop van Samarinda, Oost-Kalimantan. In zijn preek vroeg hij de docenten, studenten en medewerkers van de Don Bosco Stichting om Don Bosco als voorbeeld te nemen.

Don Bosco.

21


In Memoriam

Eerste tijdelijke geloften in Pematang Siantar Op 25 april legden elf novicen voor het eerst hun eerste tijdelijke geloften af. De tijdelijke geloften worden van jaar tot jaar vernieuwd. De plechtigheid vond plaats in het noviciaat van de fraters in Pematang Siantar op Noord-Sumatra, Indonesië, waar de tweedejaars novicen worden opgeleid. Aanwezig waren de CMM-provinciaal van Indonesië en de andere leden van het provinciaal bestuur, de fraters van Noord-Sumatra, priesters, zusters en leden van de katholieke gemeenschap. Van de elf geprofeste fraters zijn er zes afkomstig uit Oost-Timor: de fraters Dominggos da Costa, Francisco Maia, Terca Januario Soares, Tomme Fatimah, Pascoal Soares Madeira, en Carlito Alves. Uit West-Timor komen Kornelis Seran, Charles Neno Beti, Liberius N. Meko en Adrianus May. Van Sumatra is frater Aron Dongoran Sihombing afkomstig. De professieviering werd geleid door pater Moaldus Banjarnahor OFM Cap, geassisteerd door de pastores Laurentius Brindisi en Gregorius Main OFM. De professies werden namens de congregatie aanvaard door CMM-provinciaal frater Martinus Max Mangundap. De preek werd gehouden door frater Lambertus Kato’o, de novicenmeester van het tweedejaars noviciaat. Hij benadrukte dat van de fraters wordt verwacht dat zij trouw zijn met en aan de medebroeders van de communiteit en trouw deelnemen aan de activiteiten van de communiteit. Na de eucharistieviering werd het programma vervolgd in de tuin van het noviciaat.

De fraters leggen hun geloften af.

22

Frater

Albertus (A.B.) Fau Hij werd geboren te Bawömataluo, Indonesië, op 4 april 1940 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid in 1964. Hij overleed op 16 april 2015 in de communiteit van de fraters te Aek Tolang (Sumatra, Indonesië) en werd begraven op het fraterskerkhof in Balige. Beli, zoals hij genoemd werd, groeide op binnen de hechte gemeenschap van het dorp Bawömataluo op het eiland Nias in een katholiek klimaat. Hij liet al snel blijken dat hij goed kon leren en vertrok naar Balige (Sumatra) om daar middelbaar onderwijs te volgen op een school geleid door fraters. Zo kwam hij met hen in contact en hij voelde zich geroepen hun leven te delen. In 1964 trad hij in en werd frater Albertus genoemd. Na zijn eerste geloften volgde hij de kweekschool in Balige, ook door fraters geleid. Na het behalen van zijn diploma ging hij naar Gunung Sitoli (Nias) waar de fraters een nieuwe stichting startten. Frater Albertus mag gezien worden als de Indonesische pionier in de toenmalige regio Sumatra. In 1971 vertrok hij naar de communiteit in Medan. Hij behaalde een bevoegdheid om les te geven in het middelbaar onderwijs en ontwikkelde zich tot een kundig leraar. Hij zette zich waar nodig in als overste of plaatsvervangend overste. Door zijn religieuze bewogenheid had hij grote invloed op de jongere leden van de congregatie. Toen zijn gezondheid hem in de steek liet, bleef hij zo veel mogelijk deelnemen aan het gemeenschapsleven. De gehele congregatie mag trots zijn zo’n medebroeder in haar midden te hebben gehad. Wij vertrouwen frater Albertus nu toe aan de Barmhartige, die hem zeker heeft opgenomen in Zijn Liefde, die geen einde kent.


‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)

De zwakste schakel ‘De kwaliteit van de samenleving kun je aflezen aan de mate van aandacht voor de zwakste schakel’. Zo luidt de tekst van een poster van de Beweging van Barmhartigheid. Hij is zozeer aangeslagen,dat we hem twee keer hebben laten herdrukken. Heel wat leidinggevenden hebben deze poster in hun kamer hangen.

Je kunt het algemeen houden, ver van je bed. Maar als je het concreet maakt, wordt dat anders. De kwaliteit van mijn gezin, van mijn afdeling op het bedrijf, van mijn school, kun je afmeten aan de mate van aandacht voor wie kwetsbaar zijn. En het wordt nog duidelijker als je beseft, dat jij ook die meest kwetsbare schakel kunt zijn.

van onbarmhartigheid in geniepige en monsterachtige vormen lijkt het te winnen. Jezus ervoer dat aan den lijve en toch zei hij: “De wereld waarin ook de zwakste schakel tot zijn recht komt, zal er komen.” En kijk om je heen, dan zie je dat het al gebeurt. Hij vraagt Hem te volgen op zijn weg. En een eindeloze rij van schijnbaar gewone mensen doet dat. Zij dragen de wereld.

Deze tekst heeft alles met barmhartigheid te maken. Het gaat erom bij voorkeur je liefde te geven aan de mens of groep mensen, die onderliggen: één van je kinderen die het moeilijk heeft, een medebroeder die ziek is, een ontslagen collega, de vluchteling in je wijk. Oh, de reeks werken van barmhartigheid is schier eindeloos. En dan gaat het steeds weer om de drieslag: zien - bewogen worden – in beweging komen.

Na haar grote teleurstelling over de teloorgang van haar socialistische idealen dichtte Henriëtte Roland Holst (1869-1952):

Johan Huizinga (1872-1945), de grote Nederlandse cultuurfilosoof, schreef al in het begin van de twintigste eeuw: “Een cultuur kan hoog heten, al brengt zij geen techniek of geen beeldhouwkunst voort, maar niet als zij de barmhartigheid mist.” Er hangt dus veel van af. De toekomst van onze wereld mag je zeggen. Dat is de kernboodschap van het evangelie: zonder de barmhartige liefde kan de nieuwe wereld, een wereld van vrede niet gerealiseerd worden. In Jezus’ tijd al en evenzeer in de onze kunnen we pessimistisch worden. De stroom

De zachte krachten zullen zeker winnen in ’t eind - dit hoor ik als een innig fluistren in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren alle warmte zou verstarren van binnen. Onze leefregel zegt: Het besef van ontoereikendheid mag echter onze werkkracht niet verlammen. Wij zien het als onze opdracht samen met anderen moedig te werken aan een betere toekomst. frater Wim Verschuren

23


Waar wij ook werkzaam zijn, steeds zullen wij ons blijven verdiepen in de menselijke en evangelische zin van onze arbeid. (uit de leefregel van de Fraters CMM)

Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.