Magazine Fraters CMM 2023/1

Page 1

FRATERS CMM 1/23 magazine | Een andere kijk op Nederland | Tijd en Ruimte | St. Vincent De Paul School in Urambo | De Kerk als volk van God |

www.cmmbrothers.org

Inhoud

ONZE MISSIE

We zijn geroepen om barmhartige mensen te zijn en te doen wat Jezus heeft voorgeleefd: dienen en verlichten, een verlossend woord spreken, een helpende hand zijn.

Ons werk ligt vooral op het terrein van onderwijs, begeleiding van jongeren en pastoraat, in het bijzonder voor armen en behoeftigen. Door goed onderwijs en goede religieuze vorming willen we jonge mensen in hun kracht zetten en bijdragen aan de ontwikkeling van de samenleving. We dragen zorg voor zieken en kwetsbaren, maken werk van gastvrijheid en helpen mensen om zin en geluk te vinden in hun leven. Samen met anderen zetten wij ons in voor de opbouw van een menselijker wereld van gerechtigheid en vrede.

We zijn religieuzen en leven in gemeenschap, moedig en vreugdevol, open voor de wereld om ons heen.

Vertrouwen in God, eenvoud, broederschap en barmhartigheid kenmerken ons leven en ons werk.

We eren Maria als onze Moeder van Barmhartigheid, koesteren de herinnering aan onze stichter Joannes Zwijsen en volgen het voorbeeld van de heilige Vincentius: God dienen in de armen en behoeftigen. In ons hart dragen we het woord van Jezus: "Al wat gij gedaan hebt voor een van de minste van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan."

Colofon

Fraters CMM is het drie keer per jaar verschijnende contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid. Een abonnement is gratis. Een vrijwillige bijdrage is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 (BIC: INGBNL2A). ISSN 1574-9193

Redactie: Nathalie Bastiaansen (hoofd- en eindredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Benyamin T. Robiwala.

Met bijdragen van: fr. Lawrence Obiko, Nathalie Bastiaansen, Charles van Leeuwen, Pastor Vijayan Rajan Babu, pastor Antony Rosario, fr. Zachaeus Atieno, fr. Johannes Berchmans van Berkel, fr. Theo Adams †, Christianne van de Wal, fr. Januario Sani Quehi, fr. Ad de Kok.

Vertaling:

Nathalie Bastiaansen, fr. Benyamin T. Robiwala, fr. Damasus Dobat.

Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl)

Opmaak en druk: Thijsen (www.thijsen.nu)

Contact: Fraters CMM Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg

Tel.: 013 5432777 (Nathalie Bastiaansen)

E-mail: magazine@cmmbrothers.nl

Website: www.cmmbrothers.org

Foto omslag voor: Leerlingen van de St. Vincent De Paulschool in Urambo (Tanzania) in een talentenmodeshow.

Foto omslag achter: Detail van een almhut in de Dolomiten.

Foto: fr. Ad de Kok.

2
Neem
ook eens een kijkje op de website
Portrettengalerij
5
gesprek met de algemene overste 4

Van de redactie

Het gesprek met de algemene overste gaat deze keer terug in de tijd. Frater Lawrence vertelt over zijn roeping. De herinnering aan de reactie van zijn moeder hierop is een bijzonder teder beeld. In de Portrettengalerij lezen we over pater Barnabas Verhoeven. De arme man komt er helaas niet zo goed vanaf, maar ook dat is onderdeel van geschiedschrijving. Wat rest is dat we kunnen leren van fouten uit het verleden. Verder is er een interview met twee priesters uit India die een half jaar in het Generalaat woonden om de Nederlandse taal en cultuur te leren kennen. Voor de lezers uit Nederland biedt dit een andere kijk op het vanzelfsprekende, en lezers uit andere landen zullen misschien met een glimlach enkele ervaringen van de priesters herkennen. De rubriek ‘In de kijker’ zet de schijnwerper op het indrukwekkende werk van frater Albanus, die de begrippen ‘tijd’ en ‘ruimte’ inzichtelijk maakte. Voor ‘Apostolaat in beeld’ nemen we u mee naar de St. Vincent De Paulschool in Tanzania, een Katholieke school waar verrassend genoeg ook andere religies vertegenwoordigd zijn. In ‘Verhalen van vroeger’ deelt frater Johannes van Berkel een verhaal over zijn tijd in Suriname. Op pagina 16-17 vertelt frater Theo Adams over de invloed van Christelijke basisgemeenschappen in Brazilië op het leven van religieuzen. Het interview werd afgenomen kort voor zijn overlijden. In de rubriek ‘Zie mijn mensen’ vertelt frater Januario Sani Quehi over zijn verlangen om Gods liefde te delen met anderen. Laten we dat allemaal vooral doen.

Zie mijn mensen 19 In memoriam 18 11
8
Apostolaat in beeld In de kijker 6
14
Een andere kijk op Nederland
16
Verhalen van vroeger
3
De Kerk als volk van God

gesprek met de algemene overste

"Wij

Wanneer en hoe wist je dat je frater wilde worden?

Als kind had ik niet de ambitie om het klooster in te gaan. Wat misschien een zaadje heeft geplant, is het zien van een gehandicapte man die catechismus gaf. Ik herinner me dat hij eerst niet kon lopen en dus kruipend door het leven ging, maar toen regelde de pastoor een operatie waardoor hij kon lopen, op krukken weliswaar, en ik dacht: als deze man dit kan, dan kan ik later misschien ook iets voor de Kerk doen.

Na de lagere school ging ik naar Cardinal Otunga High School . Op de rapportdag stapte ik het kantoor van het schoolhoofd fr. Innocent de Kok binnen. Hij noemde me bij naam en maakte een praatje met me. Dit was een andere ontmoeting dan ik had verwacht. De fraters op school inspireerden me. Ik zag hun toewijding en hun oprechte belangstelling voor het welzijn van de leerlingen. Ik bezocht ook af en toe de communiteit van de fraters. Ik werd aangetrokken door de houding van de fraters en hun aandacht voor de armen en behoeftigen. In die tijd begon ik het verlangen te voelen om frater te worden.

Hoe reageerde je familie? Thuis, toen ik samen met mijn moeder thee aan het plukken was, vertelde ik haar over mijn verlangen. Ze gaf geen antwoord maar begon te zingen. Had ze me wel gehoord? Ik herhaalde het nog maar eens. Ze lachte en zei: "Ik wilde zuster worden toen ik jong was." Toen ik mijn vader vertelde dat ik graag een frater wilde worden, zweeg hij.

Misschien had hij andere verwachtingen. Toen ik mijn eerste professie deed, nodigde ik mijn familie uit, hoewel ik de mening van mijn vader nog steeds niet kende. Tot mijn verbazing kwam hij, en hij zei me: “Als je echt frater wilt worden, wees dan een goede.”

Werd je geconfronteerd met twijfels of uitdagingen? Als postulant werd ik voor een paar maanden naar een trappistenklooster gestuurd om te leren over de melkveehouderij, waar ik erg van hield. Ze vroegen me of ik geïnteresseerd was om bij hen te blijven, maar ik wist heel zeker dat ik terug wilde. Een andere keer liet mijn postulantenmeester me weten dat hij een interessant studieprogramma had gevonden waaraan ik kon deelnemen, in plaats van frater te worden. Er waren dus wel andere opties, maar ik bleef bij mijn keuze.

Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een verkeerde keuze had gemaakt. Het geeft voldoening te weten dat mijn leven voor iedereen beschikbaar is, vooral voor mensen in nood. Als frater ben ik natuurlijk ook maar een mens, en kan ik verlangens hebben die niet passen in het leven van een frater. Maar menselijke verlangens komen en gaan, en door mijn geloften voel ik me vrij om te doen wat ik het belangrijkst vind.

frater Lawrence Obiko

in gesprek met Nathalie Bastiaansen

zijn geroepen..."
4

De algemeen overste die niets toegaf

Kun je aan het portret van Pater Barnabas Verhoeven, algemeen overste tussen 1912 en 1916, zien dat hij een moeilijke bestuursperiode had? Ik denk het wel. Als je goed kijkt, zie je de trots in zijn ogen en iets nukkigs en verbetens in zijn houding. Verhoeven was een begaafd man, maar samenwerken lag hem niet.

Verhoeven kende de problemen en stond te popelen om ze aan te pakken. Maar als jong bestuurder maakte hij de ene beginnersfout na de andere. Zo werd de situatie alleen maar erger.

Hij pakte te veel zaken tegelijk aan. Verhoeven was ambitieus en maakte met zijn bestuur plannen voor grootschalige reorganisaties. Maar onervaren als ze waren, zouden ze er bijna niets van realiseren. Verhoeven stelde zich in conflicten compromisloos op, waardoor de zaken snel escaleerden. Hij kreeg een negatief advies van een opleidingscommissie en besloot die commissie op te heffen. De communiteit van de kweekschool uitte kritiek op zijn beleid en zijn reactie was om die communiteit te sluiten. Fraters die het met hem oneens waren werden overgeplaatst, zodat ze niets meer konden inbrengen.

Het was in 1912 al duidelijk dat het bestuur waar pater Barnabas Verhoeven (1868-1938) de leiding van kreeg, het zwaar zou krijgen. Er waren grote problemen in het onderwijs, het niveau liet te wensen over en veel schoolgebouwen moesten dringend worden opgeknapt. Maar dat kon niet, omdat er ook financiële problemen waren. De religieuze vorming moest dringend gemoderniseerd worden. De broedergeest was niet goed, de spiritualiteit verslapte en er broeiden spanningen tussen allerlei groepen. De priesters voelden zich niet op hun gemak, de frater-onderwijzers waren ontevreden en fraters met een ambacht of huishoudelijke taak voelden zich niet gezien. De oorzaken lagen in een ver verleden, en hadden al veel eerder moeten worden aangepakt. In 1912 werd de situatie kritiek.

De ernstigste fout die Verhoeven maakte, was dat hij steeds meer alleen ging doen. Hij informeerde zijn medebestuursleden nauwelijks over wat hij besprak met de bisschop en de bemiddelaar uit Rome. Zo kon het niet anders dan dat de bom zou barsten. In het najaar van 1916 greep Rome in, werd de congregatie opgesplitst en moesten de paters vertrekken. De consequenties daarvan waren ernstig, want veel van de meest ervaren bestuurders verlieten de congregatie en ze kregen een hoge financiële vergoeding mee. De congregatie ging bijna failliet en andere problemen werden daardoor nog nijpender.

Na zijn vertrek uit de congregatie leidde Verhoeven korte tijd een Tilburgs zusterklooster. Al snel werd hij door de bisschop overgeplaatst naar een kleine parochie in de provincie. Daar is hij, verbitterd en vergeten, op 70-jarige leeftijd overleden. Als bestuurder had hij gefaald, maar ook dat heeft hij niet kunnen toegeven.

PORTRETTENGALERIJ
Pater Barnabas Verhoeven.
5

Een andere kijk op Nederland

Pastor A. Vijayan Rajan Babu en pastor Antony Rosario zijn priesters van het bisdom Kottar, Tamilnadu, India. Met enkele jaren ervaring in hun bisdom zijn zij naar Nederland gekomen om hun diensten te verlenen in het bisdom 's-Hertogenbosch. Voordat ze aan een parochie worden toegewezen, woonden ze in het generalaat van de Fraters CMM om de Nederlandse taal en cultuur te leren. In een interview vertellen zij over hun ervaringen.

Pastor Babu vergelijkt het Generalaat van de Fraters CMM met een moederschoot, waar ze kunnen groeien en zich kunnen voorbereiden op hun zending in de wereld die ze gaan betreden. "Het is een geweldige kans voor mij om hier in het gezelschap van de fraters te zijn."

Voordat ze naar Nederland kwamen, hadden de twee priesters al het een en ander over Nederland gehoord. Antony is afkomstig uit de parochie Colachel in India. De mensen daar spreken nog altijd over de oorlog die er in Colachel was tussen de Nederlandse VOC en het Indiase koninkrijk Travancore, in 1741. "Dat was een oorlog om peper en de plaatselijke koning won de oorlog." Toen Antony het land Nederland op de wereldkaart zag, was hij zeer verbaasd dat mensen uit dit kleine landje helemaal naar zijn land waren gekomen om te vechten om peper. Ze hoorden ook dat Nederland een land van tulpen is en dat er meer fietsen zijn dan mensen. Babu vermeldt dat de

Nederlanders bekend staan om hun liefde voor kaas, en hij voegt eraan toe dat "er werd gezegd dat de gast geacht wordt slechts één koekje bij de koffie te nemen." Eenmaal in Nederland kwamen ze er al snel achter dat dit een beetje overdreven was, want ze kregen overal meer koekjes aangeboden.

De twee priesters zagen nog meer opmerkelijke dingen: "In de winter zetten de Nederlanders al hun klokken en horloges een uur achteruit om een langere dagtijd te hebben. En ze hebben kalenders op het toilet waarin ze de verjaardagen van hun naasten noteren." Volgens Babu komen Nederlanders nooit te vroeg of te laat en zijn afspraken erg belangrijk. "Je moet vooraf een afspraak maken voordat je iemand bezoekt, zelfs een dokter in het ziekenhuis of een overheidsdienst." Ze hebben ook ervaren dat Nederlanders erg direct en to the point zijn. Toch zijn ze ook meegaand, zegt Babu. "Ze verwelkomen met open armen iedereen uit een andere cultuur en een ander land."

GENERALAAT
Pastor A. Vijayan Rajan Babu.
6

Rijk of arm

Nederland is een van de rijkste landen ter wereld, en volgens Antony heeft deze rijkdom geleid tot een individualistisch leven. "Mensen verliezen hier langzaam de belangstelling voor het gemeenschapsleven, ook voor de Kerk, die een gemeenschap van gelovigen is. Volgens een onderzoek woont hier 1 op de 4 mensen alleen, en boven de 70 jaar is dat aantal nog hoger. Het is moeilijk voor te stellen voor een gewone Indiase burger om zonder gemeenschap en zonder religie te leven. Dat voelt armoedig." Babu voegt eraan toe dat in India "kerken gevuld zijn met mensen, in Nederland is de kerk gevuld met lege kerkbanken. In Nederland worden kerken verkocht of omgebouwd tot appartementen. Maar in India schieten elk jaar weer nieuwe kerken uit de grond."

Antony vindt Nederland rijk aan dienstverlening, van de infrastructuur tot de gezondheidszorg, en de verdeling van de rijkdom is beter dan in India. Babu merkt op dat "iedereen vanaf zijn geboorte tot zijn dood verzekerd is", en dat "de gelijkheid van personen ongeacht geslacht, taal, godsdienst en cultuur heel duidelijk is."

Missie

Babu ziet de Kerk als een plaats van samenkomen om intermenselijke relaties te verdiepen. "Of we nu in een heel groot huis of in een klein appartementje wonen, eenzaamheid is hetzelfde." Volgens hem kunnen "geloofsvormende activiteiten, op een creatieve manier gebracht, de mensen laten proeven van het spirituele en zinvolle leven. Dit kan wonderen doen."

Antony hoopt niet alleen de mensen binnen de kerk te bereiken, maar ook de mensen die ervoor gekozen hebben buiten de kerk te staan, en zelfs de mensen van andere geloofsovertuigingen. Hij hoopt ook een brug te zijn tussen Nederland, een land in geloofsarmoede, en India, een land met financiële armoede.

Babu voegt eraan toe dat er veel fundamentele verschillen kunnen zijn, maar toch, wie we ook zijn of waar we ook zijn, we kunnen allemaal de wereld een betere plaats maken om te leven. Gelukkig zijn niet degenen die van alles het beste hebben, maar mensen die van alles het beste maken.

Pastor Antony Rosario. In de tuin van het Generalaat.
7

Voorstelling van tijd en ruimte

Er zijn en waren nogal wat fraters met een zeker creatief talent. Ze maken schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken of ander bijzonder vakwerk. Het geeft een andere, soms onbekende kijk op de makers, of… op de wereld! Deze keer belichten we twee schilderingen door frater Albanus Verheijen (1841-1911). Momenteel bevinden die zich in de expositie in de kelder van het Generalaat.

met de geboorte van Jezus. Van daaruit geeft een strook naar links de geschiedenis van de eerste eeuw van het Christendom weer. Hieronder zien we het verloop van het mensenbestaan van wieg tot graf, met de daaraan verbonden sacramenten. Links omhooglopend wordt de Christelijke geschiedenis tot 1900 afgebeeld, waarboven het laatste oordeel.

In de cirkel zien we de 52 weken met het aantal dagen per jaar. Bij elke dag staat een heilige of bijbelse figuur vermeld. Ook zijn de maanden van het jaar en de jaargetijden afgebeeld, met in de buitenrand daarvan de Kerkelijke feesten. Voorst een cirkel met de 7 dagen van de week, een cirkel die een etmaal aanduidt en in het midden een bliksemschicht, die één seconde aanduidt.

Volledige voorstelling van de ruimte

Frater Albanus Verheijen werkte in Maaseik (België) met dove kinderen en wist uit eigen ervaring dat deze kinderen grote behoefte hebben aan visuele ondersteuning. Hij maakte daarom voorstellingen van de tijd en de ruimte. Hij schreef daarover: “…. op deze wijze konden fr. Hyacinthus en ik meermaals met voldoening op het gelaat der doofstommen de verbazing lezen, als hun verstand wezenlijk iets begon te vatten van het verre verleden, dat zij nooit vermoed hadden, …”. Beide voorstellingen vormen een tijdsdocument van het 19e-eeuwse wereldbeeld. Dit wereldbeeld is in de tweede helft van de twintigste eeuw sterk veranderd, maar de voorstellingen blijven indrukwekkend.

Volledige voorstelling der verdeling van de tijd

Midden boven zien we de Drie-eenheid. Linksboven de zes scheppingsdagen, en rechtsboven, naar beneden verlopend, figuren uit het Oude Testament, eindigend

De ruimte wordt ook hier weer beschouwd vanuit godsdienstig perspectief. Midden boven zien we de Drie-eenheid, in een alles beheersende driehoek. De onderste punt raakt een monstrans op een openluchtaltaar vóór een kerk in een ommuurde stad op aarde. De voorstelling toont ons de aarde, het luchtruim, de dampkring, het firmament en maar liefst drie hemelen.

Links op de aarde zien we een woestijn en palmbomen: de tropen. Rechts zien we rotsen, watervallen en sparren: het noorden. De molens, de bollenvelden, de weverij en het boerderijtje wijzen op de arbeidende mensen, het kasteel en de villa op welgestelden. Het onderscheid der standen is in deze voorstelling door God gewild. Stoomschepen, tram en trein geven aan dat de tijd van de techniek op komst was: de industriële revolutie. De kapel rechts duidt aan dat men moet zorgen dat men na zijn sterven (het kerkhof wijst daarop) niet in de hel, maar zoals de arme Lazarus in de schoot van Abraham terecht komt.

IN DE KIJKER
Frater Albanus Verheijen.
8

Volledige voorstelling der verdeeling van den tijd.

9

Volledige

IN DE KIJKER
10
voorstelling der verdeeling van de ruimte.

St. Vincent De Paul Secondary School in Urambo, Tanzania

De congregatie wordt wereldwijd geconfronteerd met allerlei vormen van materiële en geestelijke noden. In hun apostolaat proberen fraters deze samen met anderen te verlichten. In de vierentwintigste aflevering van deze rubriek gaan we op bezoek bij de St. Vincent De Paulschool in Urambo, Tanzania.

De St. Vincent De Paul Secondary School is een gemengde middelbare school. De school heeft een katholiek signatuur, maar staat open voor jongens en meisjes van verschillende geloofsachtergronden. Er is ook een internaat aan verbonden, voor leerlingen die van verder weg komen. De school werd in 2005 opgericht door de Fraters CMM.

De belangrijkste reden om in dit specifieke gebied een school te starten was omdat er behoefte was aan kwalitatief goed en holistisch onderwijs. De fraters beschouwen het als hun taak mee te werken aan de opbouw van een menselijker wereld, en zich in te zetten voor gerechtigheid en vrede. Het motto van de

school is: “Zoek datgene wat het leven ondersteunt en bevordert.” Onderwijs is een bron van kennis die, indien goed gebruikt, de menselijke waardigheid dient en ons bevrijdt van alle soorten onwetendheid en armoede.

De fraters, bijgestaan door lekenpersoneel, begeleiden de leerlingen op hun weg naar volwassenheid door het bieden van academische, culturele, sociale en religieuze kennis en vaardigheden. Zo worden de leerlingen klaargestoomd om hun bijdrage te leveren aan de sociaal economische ontwikkeling van het land in alle sectoren van de samenleving, in waardigheid en respect ongeacht hun geloof of geslacht.

Dit is de diploma-uitreiking van Muhewa Charles Kamando, leerling op de St. Vincent De Paul School van 2016 tot 2019. Hij vervolgde zijn opleiding aan een school van de overheid. In 2021 kwam hij naar voren als de derde beste student in heel Tanzania, en eerste mannelijke student in Tanzania. We zijn trots op hem, en ook op al die andere leerlingen die na school hun weg hebben weten te vinden in de maatschappij.

APOSTOLAAT IN BEELD
11
APOSTOLAAT IN BEELD
In de klas. De school is katholiek, maar staat open voor leerlingen met verschillende geloofsachtergronden. Leerlingen treden op voor genodigden tijdens de diploma-uitreiking.
12
Een atlas op de muur. Excursie.

Schoolkantine waar leerlingen ook basisbenodigdheden zoals schriften en potloden kunnen kopen.

In 2018 ontving de school een certificaat van aanbeveling van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Techniek, vanwege de kwaliteit van het onderwijs en de uitstekende resultaten.

Praktijkles in het laboratorium. Schoolbibliotheek. Pauze op het schoolplein.
13

Bouwen in Suriname

In 1902 kregen de Fraters CMM de leiding over een weeshuis in Paramaribo, Suriname. Om de oudere weesjongens nuttig bezig te houden werden in de loop van de tijd verschillende activiteiten gestart. Zo kwamen er een landbouwbedrijfje, een veeteeltbedrijf, een touwslagerij, een weverij, een sigarenfabriek, een timmerbedrijf en een drukkerij. Sommige van die ondernemingen liepen goed, andere waren minder succesvol.

In de jaren dertig ging het weeshuis langzaamaan over in een internaat, het R.K. Jongensinternaat St. Jozef. Er was een constant geldgebrek, en mede daarom werd het “Timmerbedrijf Internaat” (afgekort TIM-IN) opgericht. Naast de noodzaak om wat geld te verdienen, was het belangrijkste doel om de jongens op te leiden tot goede vaklieden.

Frater Johannes Berchmans van Berkel was van 1967 tot 2012 als missionaris in Suriname. Hij was in het bezit van een Aannemersdiploma. Van 1970 tot 1980 leidde hij TIM-IN, en in 1980 werd hij door het bisdom aangesteld als uitvoerder in de RK Bouwmissie binnenland Suriname. Ook hier trainde hij jonge Surinamers in de bouw.

APOSTOLAAT IN BEELD
De nieuwe kerk.
VERHALEN VAN VROEGER
14
De bouwploeg, met tweede van links frater Johannes van Berkel.

In 2006, frater Johannes was toen al met pensioen, vroeg het bisdom hem om de bouw van een kerk te begeleiden. Voor de bouw van de eenvoudige kerk op Donderskamp, een inheems dorp aan de Wayomborivier in Suriname, werkten 5 lokale krachten onder leiding van frater Johannes.

De bouw van de kerk, met 175 zitplaatsen en een 12 meter hoge toren, begon met zelf cementstenen te maken met savanne-zand. Vele dorpelingen hielpen een handje bij het transporteren van materialen vanaf de steiger naar de bijna 1 km verder gelegen bouwplaats. Alles was handkracht (kruiwagen), ook de zware metalen balken voor de staalconstructie. Op zondag 23 april 2006 werd de nieuwe kerk, toegewijd aan de H. Gerardus Majella, ingezegend door Mgr. De Bekker.

Over de opening verscheen op 7 mei 2006 een artikel in ‘Omhoog’, het Katholiek weekblad van het Bisdom Paramaribo. Een fragment daaruit: “Zondag 23 april was de grote dag. Wat dreigende en vallende regen, maar dat was de zegen die we nodig hadden. Bisschop en geestelijken en dorpelingen werden afgehaald en in een stoet werd naar de kerk getrokken, in een processie om de kerk heen als een vorm van inname van Jericho. Maar het gebouw bleef stevig op haar grondvesten staan. De openingsceremonie begon met een korte inleiding over de bouw van de kerk door frater Johannes van Berkel, waarna de lokale uitvoerder de sleutels overhandigde aan de bisschop, die de deuren opende.”

De staalconstructie werd in 3 dagen opgebouwd. Frater Johannes vertelt aan Mgr. Bekker hoe de kerk gebouwd werd. De processie bij de opening van de kerk. Dorpelingen helpen mee met grind sjouwen.
15

De Kerk als volk van God

In Fraterklanken nr. 166 (Berichten van de fratercommuniteit Joannes Zwijsen) verscheen in februari 2023, vlak voor zijn overlijden, een interview met frater Theo Adams. Hij vertelt daarin onder andere over de kerkelijke basisgemeenschappen (CEB’s ) in Brazilië. Deze CEB’s passen goed bij de manier waarop frater Theo zijn roeping vormgaf. We gaan er hier wat dieper op in.

In het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) werd opgeroepen tot een actievere rol van de katholieke leken in de kerk. In 1965 gaf frater Theo een jaar les aan de frater Andreasschool in Eindhoven en hij ervaarde dat als een goede opstap, met name omdat het een school voor arme kinderen was. Een jaar later vertrok hij naar Belo Horizonte in Brazilië, hij was toen 23 jaar. Samen met frater Jo Huiskamp startte hij activiteiten gericht op het bijstaan van de armen in de volkswijk Pindorama. Er werden er cursussen gegeven, en frater Theo startte er een crèche. Intussen werd hij ook als onderwijzer aangesteld in het Colegio Padre Eustáquio . Naast zijn werk als onderwijzer bleef Theo bezig met sociaal werk, zoals het opzetten van kindertehuizen voor weeskinderen in de buurt van het college. Van 1987 tot 1992 woonde en werkte hij samen met frater Leopoldo Remans in een arme wijk in Ibirité. Het speet hem heel erg dat dit project niet kon worden voortgezet.

Sociaal werk

In 1992 vertrok Theo voor een sabbatical naar Rio de Janeiro waar hij zich met andere jonge religieuzen verdiepte in de oorzaken van armoede in het land, en hoe daar iets aan te doen. De CEB’s speelden daarin een belangrijke rol. In januari 1993 vertrok frater Theo naar de nieuwe communiteit Coronel Fabriciano, waar hij zich inzette voor FUNCELFA, de stichting die het Kinderdorp Cidade do Menor begon. Twintig jaar zou hij daar wonen en werken, in verschillende functies, maar vooral het sociale werk voor de kinderen trok hem enorm aan. In die jaren was er onderwijs in een schooltje op het plein en vonden er sportactiviteiten plaats voor de kinderen die met een paar opvoeders (‘tantes’) in familieverband ondergebracht en begeleid werden in kleine woninkjes. Ook werd een groentetuin aangelegd en groeiden de kinderen met onderwijs en sociale activiteiten op tot ze werk vonden. Theo heeft

veel geschreven over het Kinderdorp en ander sociaal werk. In het interview voor Fraterklanken noemde hij vooral de lezing uit ‘Shirikisho Monographs’ , opgesteld door hem voor de Algemene Vergadering in Kenya in oktober 1988. Wat hij in Kenya zag inspireerde hem, en de tekst geeft zijn ideaalbeeld van het leven als frater goed weer.

BRAZILIË
16
Pamflet van CEBs de Minas Gerais uit 2019, met als thema: ‘Leven en waardigheid op het platteland en in de stad.’

Veranderingen in het religieuze leven

Hij schrijft in die tekst over de CEB’s en over het bewustwordingsproces in Latijns Amerika, bedoeld om een belangrijk bevolkingsdeel, de armen en de marginalen, voor te lichten over de onrechtvaardige maatschappij die hen structureel onderdrukte. Dit bewustwordingsproces veranderde echter niet alleen het leven van de armen. De evangelische optie van voorkeur voor de armen, en de bezinning en het engagement van veel religieuzen, veranderde ook het leven van die religieuzen zelf.

Veel religieuzen verplaatsten hun woon- en werkgebied van de ‘nette’ omgeving naar de sloppenwijken. Van een goed-ingericht klooster gingen ze naar een kleine woning met weinig comfort; van een eigen kapel naar gebed in de hal, of buiten op het werk. En in plaats van de auto reisden ze voortaan per bus of te voet. De kloosters gooiden de deuren open voor gasten, en religieuzen namen actiever deel aan activiteiten buiten het klooster, samen met de lokale bevolking. Van solidariteit met de heersende klasse neigden ze meer en meer naar solidariteit met de arbeider. De focus in liefdadigheidswerk kwam te liggen op het versterken van zelfredzaamheid, vrijheid en gelijkheid, in plaats van op geldelijke bijdragen.

Ook in geestelijk opzicht veranderde er veel. Het kloosterlijk breviergebed verdween weliswaar niet helemaal, maar werd aangevuld met deelname aan bijbelgroepen met volkse gebeden. Het kloosterlijk silentium maakte plaats voor een meer profetische gerichtheid op solidariteit met verdrukten die onrecht durft aan te klagen. De religieuzen lieten van zich horen.

De kerk als volk van God

In 2007 omarmden de bisschoppen op de Vijfde Bisschoppenconferentie van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (Raad van Aparecida) de basisgemeenschappen als een pastoraal model, met name voor sloppenwijken en arme agrarische gebieden. Kardinaal Jorge Mario Bergoglio (de latere paus Franciscus) speelde een belangrijke rol in die Vijfde Bisschoppenconferentie. De Raad van Aparecida herstelde ook de theologisch-pastorale methode “zien, oordelen, handelen”, en de “voorkeursoptie voor de armen”. In 2021 werden deze ideeën nieuw leven ingeblazen in de Eerste Kerkelijke Vergadering voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, gehouden in november 2021 in Mexico-Stad. Deze vergadering had een bijzondere oorsprong. Toen de Latijns Amerikaanse Bisschoppenraad (CELAM) paus Franciscus vroeg om een nieuwe Algemene Bisschoppenconferentie, stelde hij voor om een vergadering te houden met vertegenwoordigers van het hele Volk van God. De titel van deze Eerste Kerkelijke Vergadering was: ‘Naar een synodale kerk die zich in de periferie beweegt’. De Vergadering was gericht op de transformatie van kerkelijke en sociale structuren, vernieuwing van de missionaire impuls, en de nabijheid van de armsten en meest uitgeslotenen. Dit gedachtegoed was frater Theo op het lijf geschreven.

Met dank aan frater Theo Adams († 11-2-2023) en Christianne van de Wal, geassocieerd lid (Nederland)

Frater Theo Adams leest voor in Cidade do Menor (2008). Nathalie Bastiaansen
17

Frater Yvo (Y.C.H.S.) Nijsten

Yvo werd geboren in Houthalen (België) op 29 december 1940 en trad in de congregatie van de Fraters CMM te Tilburg op 29 augustus 1957. Hij overleed in woonzorgcentrum Het Dorpvelt te Zonhoven op 4 februari 2023. Op maandag 13 februari hebben we in een liturgische viering afscheid van hem genomen en is hij begraven te midden van zijn overleden medebroeders op de begraafplaats van Zonhoven-Centrum

Op 15 augustus 1963 legde hij zijn professie voor het leven af in Tilburg. Hij was toen al enkele jaren werkzaam als onderwijzer te Houthalen. Ook studeerde hij verder op het gebied van catechese en economie. Twee jaar, van 1973 tot 1975, werkte hij als leraar in Zaïre. Een tweede uitzending volgde, dit keer naar Curaçao, waar hij onderwijs gaf en een aantal jaren vice-directeur van de school was. Na twintig jaar op Curaçao volgde zijn derde uitzending: naar Brazilië, waar hij de congregatie diende door zijn werkzaamheden als econoom. Yvo was een bescheiden man, die niet graag op de voorgrond trad. Hij nam zijn roeping als frater zeer serieus, door zijn trouw aan het gemeenschappelijk gebed en door de grote punctualiteit waarmee hij zijn werkzaamheden verrichtte. De laatste jaren van zijn leven zijn niet gemakkelijk voor hem geweest. Het was hem al geruime tijd niet meer mogelijk om te spreken, en hij isoleerde zich meer en meer. Dankzij de goede verzorging heeft hij vele jaren in woonzorgcentrum Het Dorpvelt kunnen verblijven en is hij daar rustig ingeslapen. Hij mag zich nu geborgen weten bij God. Wij zijn hem dankbaar voor zijn broederschap en trouwe inzet voor de missie van de congregatie in de landen die hij in zijn hart droeg: België, Zaïre, Curaçao en Brazilië.

Frater Theo (T.J.) Adams

Theo werd geboren op 4 november 1943 in Reusel (Nederland) en trad in de congregatie van de Fraters CMM op 29 augustus 1961. Hij deed professie voor het leven in Brazilië op 15 augustus 1967. Hij overleed in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg op 11 februari 2023. Na de uitvaartdienst hebben we hem op 16 februari naar zijn laatste rustplaats gebracht bij zijn overleden medebroeders op het Landgoed Steenwijk te Vught.

Na enkele jaren als onderwijzer te hebben gewerkt op de frater Andreasschool te Eindhoven werd hij op 23-jarige leeftijd uitgezonden naar Brazilië. Het werd zijn thuis. Hij betekende veel voor mensen; hij was erg geliefd. Om zich verder te bekwamen studeerde hij administratie en pedagogiek op de Katholieke Universiteit in Belo Horizonte. Zijn solidariteit met de armen was kenmerkend voor heel zijn leven. Deze gerichtheid was nadrukkelijk bijbels gegrond, geïnspireerd door de bevrijdingstheologie. Hij zette zich in door het zoeken naar structurele oplossingen maar had ook persoonlijke aandacht voor jeugdigen. Die beide accenten kon hij goed kwijt in de 20 jaar dat hij werkzaam was in het kinderdorp ‘Cidade do Menor’ in Coronel Fabriciano. In die omgeving voelde hij zich thuis. Hij was een voorbeeld van een frater met een consequent sobere levensstijl, wars van alle luxe. De keuze om, met frater Leopoldo Remans, midden tussen de armen te gaan wonen in Ibirité, een arme volkswijk, getuigt van radicale keuzes gebaseerd op de evangelische optie voor de armen. Theo was ook verdienstelijk in bestuurlijke taken: als communiteitsoverste, als lid van het regionaal bestuur en als regionale overste. Na 56 jaar moest hij vanwege zijn gezondheid terugkeren naar Nederland. Hij heeft nauwelijks tijd gekregen om te wennen. We gunnen hem een plek in Gods Koninkrijk waar hij zich zijn hele leven voor heeft ingezet.

In Memoriam
18

Gods liefde is om te delen

Wie zijn die fraters eigenlijk? Wat houdt hen bezig? Wat zijn hun dromen, hun idealen? Hoe geven ze in het dagelijks leven gestalte aan ‘barmhartigheid’ en ‘broederschap’ - de twee kernbegrippen in het charisma van de Fraters CMM? Frater Januario Sani Quehi uit Oost-Timor vertelt hoe hij de liefde van God wil delen met anderen.

Na mijn eerste geloften in Pematangsiantar, Indonesië, keerde ik terug naar Oost-Timor. Ik werd econoom van de communiteit in Gleno en werk ook op de school in Gleno, waar ik de computers van het instituut beheer. Daarnaast heb ik ook pastorale taken in de plaatselijke parochie, zoals het brengen van de heilige communie aan de zieken thuis en het begeleiden van Bijbelstudies.

In het begin was ik wat onzeker, ik had niet veel werkervaring. Zouden mensen wel luisteren naar wat zo’n jonge frater te zeggen heeft? Maar de profeet Jeremia heeft mij geïnspireerd en gesterkt. Jeremia dacht ook dat hij te jong was, maar God zei tot hem: “Zeg niet: ‘Ik ben te jong.’ Richt je tot iedereen naar wie Ik je zend en zeg alles wat Ik je opdraag.” (Jeremia 1,7).

Dienen met liefde

Ik probeer mijn werk te doen met mededogen voor iedereen die ik ontmoet, ongeacht etniciteit, ras, arm of rijk. Echte liefde is vrij en zonder grenzen. Er is een liedtekst, geschreven door Rudy Loho en gezongen door Fanitta Posumah, een Indonesische zangeres, die mij inspireert:

Er is geen reden meer voor mij om Uw oproep om Uw getuige te zijn te weigeren, Ik kan Uw liefde voor mij niet terugbetalen, Uw offer deed mij verliefd worden, U bent het die ik liefheb, die ik waardeer, Uw offer gaat verder dan mijn leven, U bent het die ik bewonder, die ik prijs, die ik geloof. Zend mij op weg om Uw getuige te zijn.

De tekst van dit lied herinnert mij aan mijn roeping. Alle vormen van dienstbaarheid geven voor mij betekenis aan het vervullen van deze roeping. Deze ervaringen hebben ook mijn liefde voor Jezus doen groeien. Om Jezus beter te leren kennen is tijd nodig, tijd om Zijn Woord te lezen en te mediteren. Ik zoek Hem in innerlijke stilte en het is vanuit deze innerlijke stilte dat ik meer over mezelf te weten kom en hoor wat God van mij verlangt. Ik weet dat God mij niet heeft geroepen vanwege mijn grootsheid. God roept mij in de tekortkomingen die ik heb en omdat Hij van mij houdt. Met het volste vertrouwen in Zijn liefde kan ik uitgroeien tot een persoon die zelf liefde heeft. Ik hoop dat ik in mijn roeping als frater CMM Gods liefde met anderen kan delen.

19
‘Zie mijn mensen’
frater Januario Sani Quehi CMM (Oost-Timor) Frater Januario en jongeren uit de parochie tijdens Bijbelstudie.

Wij erkennen

dat wij in vele omstandigheden het meest efficiënt zullen werken door ons eenvoudig in te zetten in de structuren van anderen.

(uit de leefregel van de Fraters CMM)

Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.