1 minute read

De algemeen overste die niets toegaf

Kun je aan het portret van Pater Barnabas Verhoeven, algemeen overste tussen 1912 en 1916, zien dat hij een moeilijke bestuursperiode had? Ik denk het wel. Als je goed kijkt, zie je de trots in zijn ogen en iets nukkigs en verbetens in zijn houding. Verhoeven was een begaafd man, maar samenwerken lag hem niet.

Verhoeven kende de problemen en stond te popelen om ze aan te pakken. Maar als jong bestuurder maakte hij de ene beginnersfout na de andere. Zo werd de situatie alleen maar erger.

Advertisement

Hij pakte te veel zaken tegelijk aan. Verhoeven was ambitieus en maakte met zijn bestuur plannen voor grootschalige reorganisaties. Maar onervaren als ze waren, zouden ze er bijna niets van realiseren. Verhoeven stelde zich in conflicten compromisloos op, waardoor de zaken snel escaleerden. Hij kreeg een negatief advies van een opleidingscommissie en besloot die commissie op te heffen. De communiteit van de kweekschool uitte kritiek op zijn beleid en zijn reactie was om die communiteit te sluiten. Fraters die het met hem oneens waren werden overgeplaatst, zodat ze niets meer konden inbrengen.

Het was in 1912 al duidelijk dat het bestuur waar pater Barnabas Verhoeven (1868-1938) de leiding van kreeg, het zwaar zou krijgen. Er waren grote problemen in het onderwijs, het niveau liet te wensen over en veel schoolgebouwen moesten dringend worden opgeknapt. Maar dat kon niet, omdat er ook financiële problemen waren. De religieuze vorming moest dringend gemoderniseerd worden. De broedergeest was niet goed, de spiritualiteit verslapte en er broeiden spanningen tussen allerlei groepen. De priesters voelden zich niet op hun gemak, de frater-onderwijzers waren ontevreden en fraters met een ambacht of huishoudelijke taak voelden zich niet gezien. De oorzaken lagen in een ver verleden, en hadden al veel eerder moeten worden aangepakt. In 1912 werd de situatie kritiek.

De ernstigste fout die Verhoeven maakte, was dat hij steeds meer alleen ging doen. Hij informeerde zijn medebestuursleden nauwelijks over wat hij besprak met de bisschop en de bemiddelaar uit Rome. Zo kon het niet anders dan dat de bom zou barsten. In het najaar van 1916 greep Rome in, werd de congregatie opgesplitst en moesten de paters vertrekken. De consequenties daarvan waren ernstig, want veel van de meest ervaren bestuurders verlieten de congregatie en ze kregen een hoge financiële vergoeding mee. De congregatie ging bijna failliet en andere problemen werden daardoor nog nijpender.

Na zijn vertrek uit de congregatie leidde Verhoeven korte tijd een Tilburgs zusterklooster. Al snel werd hij door de bisschop overgeplaatst naar een kleine parochie in de provincie. Daar is hij, verbitterd en vergeten, op 70-jarige leeftijd overleden. Als bestuurder had hij gefaald, maar ook dat heeft hij niet kunnen toegeven.

Charles van Leeuwen

This article is from: