2 minute read

gesprek met de algemene overste

Next Article
Van de redactie

Van de redactie

"Wij

Wanneer en hoe wist je dat je frater wilde worden?

Advertisement

Als kind had ik niet de ambitie om het klooster in te gaan. Wat misschien een zaadje heeft geplant, is het zien van een gehandicapte man die catechismus gaf. Ik herinner me dat hij eerst niet kon lopen en dus kruipend door het leven ging, maar toen regelde de pastoor een operatie waardoor hij kon lopen, op krukken weliswaar, en ik dacht: als deze man dit kan, dan kan ik later misschien ook iets voor de Kerk doen.

Na de lagere school ging ik naar Cardinal Otunga High School . Op de rapportdag stapte ik het kantoor van het schoolhoofd fr. Innocent de Kok binnen. Hij noemde me bij naam en maakte een praatje met me. Dit was een andere ontmoeting dan ik had verwacht. De fraters op school inspireerden me. Ik zag hun toewijding en hun oprechte belangstelling voor het welzijn van de leerlingen. Ik bezocht ook af en toe de communiteit van de fraters. Ik werd aangetrokken door de houding van de fraters en hun aandacht voor de armen en behoeftigen. In die tijd begon ik het verlangen te voelen om frater te worden.

Hoe reageerde je familie? Thuis, toen ik samen met mijn moeder thee aan het plukken was, vertelde ik haar over mijn verlangen. Ze gaf geen antwoord maar begon te zingen. Had ze me wel gehoord? Ik herhaalde het nog maar eens. Ze lachte en zei: "Ik wilde zuster worden toen ik jong was." Toen ik mijn vader vertelde dat ik graag een frater wilde worden, zweeg hij.

Misschien had hij andere verwachtingen. Toen ik mijn eerste professie deed, nodigde ik mijn familie uit, hoewel ik de mening van mijn vader nog steeds niet kende. Tot mijn verbazing kwam hij, en hij zei me: “Als je echt frater wilt worden, wees dan een goede.” frater Lawrence Obiko in gesprek met Nathalie Bastiaansen

Werd je geconfronteerd met twijfels of uitdagingen? Als postulant werd ik voor een paar maanden naar een trappistenklooster gestuurd om te leren over de melkveehouderij, waar ik erg van hield. Ze vroegen me of ik geïnteresseerd was om bij hen te blijven, maar ik wist heel zeker dat ik terug wilde. Een andere keer liet mijn postulantenmeester me weten dat hij een interessant studieprogramma had gevonden waaraan ik kon deelnemen, in plaats van frater te worden. Er waren dus wel andere opties, maar ik bleef bij mijn keuze.

Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een verkeerde keuze had gemaakt. Het geeft voldoening te weten dat mijn leven voor iedereen beschikbaar is, vooral voor mensen in nood. Als frater ben ik natuurlijk ook maar een mens, en kan ik verlangens hebben die niet passen in het leven van een frater. Maar menselijke verlangens komen en gaan, en door mijn geloften voel ik me vrij om te doen wat ik het belangrijkst vind.

This article is from: