FRATERS CMM 4/15
| Jaar van Barmhartigheid | De schat in de akker | In het spoor van Bernadette | ‘Kinderdorp’ in Brazilië | Conferentie over het godgewijde leven in Afrika | Een inspirerende ontmoetingsdag | Fraters ontmoeten geassocieerden
Inhoud
Gesprek met de algemene overste
4
Rond frater Andreas
5
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, Nathalie Bastiaansen, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl). Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: Fraters CMM Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) e-mail: magazine@cmmbrothers.nl website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A
Foto omslag voor: Paneel in de bibliotheek van het fraterhuis in Belo Horizonte (Brazilië) met een soort ‘spirituele stamboom’ van de congregatie. De stichter, Joannes Zwijsen, vormt het middelpunt. Zie ook ‘Bestuurshuizen in beeld’ op pagina 6-7. Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Planten overleven nachtvorst in de tuin van communiteit De Vuurhaard, Udenhout (foto: frater Ad de Kok).
Bestuurshuizen in beeld
6
Jaar van barmhartigheid
8
De schat in de akker
9
In het spoor van Bernadette
11
Van de redactie Paus Franciscus heeft op 8 december in Rome het ‘Jaar van Barmhartigheid’ geopend. De start van het jaar valt samen met de vijftigste verjaardag van de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie. Deze belangrijke kerkvergadering stond sterk in het teken van barmhartigheid. In de bul Misericordiae vultus, Het gelaat van barmhartigheid, waarmee de paus dit bijzondere jaar in de katholieke kerk afkondigde, noemt hij barmhartigheid “de fundamentele wet die woont in het hart van iedere persoon, wanneer hij met oprechte ogen kijkt naar de broeder en zuster die hij ontmoet op zijn levensweg”. Dit is de Fraters CMM uit het hart gegrepen. ‘Barmhartigheid’ behoort immers tot de core business van de congregatie. De start van het Jaar van Barmhartigheid is voor dit blad aanleiding een nieuwe rubriek te beginnen die hierop inhaakt. Oud-algemeen overste frater Harrie van Geene zal de inhoud van dit onderdeel verzorgen. In deze editie van Fraters CMM start nog een tweede nieuwe rubriek: ‘Apostolaat in beeld’. De eerste aflevering neemt de lezers aan de hand van foto’s mee naar het ‘Kinderdorp’ in de Braziliaanse stad Coronel Fabriciano. Dit nummer presenteert tevens de laatste aflevering van de reeks ‘Bestuurshuizen in beeld’. Te zien zijn eveneens Braziliaanse beelden, want het CMMregionalaat in Belo Horizonte komt in beeld. Deze en tal van andere foto’s behorend bij de artikelen over de congregatie geven de lezer een boeiende inkijk in de wereld van de Fraters CMM. Een Zalig Kerstmis en een gezegend Nieuwjaar toegewenst! En vooral ook een ‘Jaar van Barmhartigheid’
Apostolaat in beeld
Godgewijd leven in Afrika
13
16
Gastvrijheid en Gods schepping
15
Een inspirerende ontmoetingsdag
Fraters ontmoeten
17
Symbolen
19
geassocieerden
20
Kort nieuws
21
‘Dichtbij is zijn genade’
23 3
gesprek
met de algemene overste
Deze zomer verscheen de encycliek ‘Laudato si’ ‘ van paus Franciscus. Het beroemde Zonnelied van Franciscus van Assisi was hierbij een inspiratiebron voor de paus. Hij roept in zijn encycliek dan ook op tot bescherming van ‘zuster aarde’. Bescherming van het klimaat beschouwt de paus als een heilige opdracht voor de christenen. Hij roept mensen overal op aarde op zich bewust te zijn van de urgentie van de dreigingen waaraan het klimaat wereldwijd blootstaat.
“Een bijzondere dankbaarheid verdienen allen die krachtig ervoor strijden om de dramatische gevolgen van het bederf van het milieu in het leven van de armsten in de wereld op te lossen” (Laudato si’, 13). Bij dit citaat uit de encycliek wil ik opmerken dat onze congregatie er vanouds naar streeft die armsten in de wereld in het middelpunt van de aandacht te plaatsen. Wij zien dat als een blijvende opdracht. Tijdens mijn reizen zie ik vaak sporen van de groeiende klimaatproblematiek. Bijvoorbeeld toen ik dit najaar in Manilla arriveerde, ging die enorme stad schuil onder de zwarte rook. Ook op Oost-Timor waren er onmiskenbare tekenen van vervuiling. Deze verschijnselen maken niet zelden deel uit van de realiteit van het dagelijks leven. Ook in de gebieden waar fraters leven en werken. Het grootschalige karakter van deze problemen kan ons een verlammend gevoel van onmacht geven. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat de oplossingen voor een belangrijk deel dichtbij beginnen.
We moeten er als fraters naar streven het goede voorbeeld te geven. Ook wij zijn medeverantwoordelijk voor Gods schepping. Dat begint heel eenvoudig en heel dichtbij. Dragen we zorg voor de omgeving van onze communiteiten en scholen? Wordt de rommel opgeruimd? Planten we bijvoorbeeld bomen bij onze scholen? Die scholen moeten een ‘goed huis’ zijn! Wij fraters willen in ons leven en werk dicht bij de mensen staan. We moeten de handen en de ogen zijn van de mensen die we begeleiden, onze leerlingen en studenten. En fraters moeten rolmodellen durven zijn. In je eigen kleine leven ligt de mogelijkheid en de opdracht van een goed begin. De nieuwe encycliek van paus Franciscus wijst ons met nadruk op één van de vitale gebieden waar de inzet van vele kleine mensen kan leiden tot grote verbeteringen. Bij ontmoetingen met de fraters tijdens visitaties vraag ik aandacht voor dit punt. De boodschap van het evangelie en onze eigen spiritualiteit van barmhartigheid en zorg voor de kwetsbaren kunnen ons hierbij voortdurend inspireren. frater Lawrence Obiko geïnterviewd door Rien Vissers
4
rond frater andreas
Een gezonde wandeling Waar kon je frater Andreas vinden als je hem nodig had? In zijn leslokaal of de studiezaal van Ruwenberg: daar zocht je het eerst. Maar hij was ook vaak te vinden in de tuin of de bossen rond de kostschool. Frater Andreas was namelijk een fervent wandelaar.
Als boerenzoon hield hij van buiten-zijn. In het strak gestructureerde internaatsbestaan waren er tal van momenten waarop je naar buiten kon. Als het weer niet te slecht was, maakten de schoolklassen twee keer per week een wandeling onder begeleiding van een van de leraren. Het was ook gebruikelijk dat de fraters een paar keer per week tijdens de recreatie gingen wandelen. Frater Andreas liet deze kansen nooit onbenut. Ook waren er de dagelijkse geestelijke praktijken die buiten plaatsvonden. Veel fraters gingen ‘s ochtends even naar de Lourdesgrot of deden hun geestelijke lezing langzaam wandelend over een van de tuinpaden. Zicht op voorgevel Ruwenberg. De leefregel van de fraters moedigde het buiten-zijn aan: “De oversten zullen zorgen dat de fraters die uit hoofde van hun betrekking … weinig in de open lucht komen, dikwijls, bijvoorbeeld tijdens de uren der uitspanning, en wanneer het weer zulks toelaat, in de open lucht wandelen.” Dit was een bepaling die frater Andreas gaarne opvolgde. Niet alleen omdat wandelen gezond was, voor leraren die veel binnen zaten helemaal. Het was ook een moment van broederschap en gemeenschapsleven. Het was makkelijker om een goed gesprek te voeren tijdens een wandeling dan zittend in een kring. Het samen oplopen was betekenisvol, bood afleiding en bracht niet zelden een leuk of inspirerend moment. Het is niet toevallig dat veel fraters en leerlingen een herinnering hebben aan frater Andreas tijdens een wandeling: dan was hij op zijn best. “Ik kon op wandeling goed met hem aan het praten blijven”, schreef bijvoorbeeld frater Modestus Spierings.
Op zaterdag 21 juli 1917 maakte frater Andreas, samen met de fraters Modestus en Melchior, zijn laatste wandeling. Het was anderhalf uur lopen naar zijn broer, die op een boerderij in Berkel woonde. De familie wilde niet dat de bejaarde fraters nog terug zouden lopen en bracht ze met de koets thuis. Maar de tocht had kennelijk toch te veel van zijn krachten gevergd, want frater Andreas begon erna lelijk te hoesten en bleek een zware longontsteking te hebben. Hij herstelde niet meer en overleed twee weken later. Frater Andreas wandelde zo graag, dat hij zijn krachten overschatte. Dat een wandeling té lang kon zijn, kon de 75-jarige frater zich niet voorstellen.
Charles van Leeuwen
5
Bestuurshuizen in beeld
Bestuurshuis regio Brazilië De volgende twee pagina’s bevatten foto’s van het fraterhuis in Belo Horizonte, van waaruit de CMM-regio Brazilië wordt bestuurd. Het is de zesde en tevens laatste aflevering van de in 2013 gestarte rubriek die congregationele bestuurshuizen belicht in de verschillende landen waar de fraters actief zijn.
Ingang complex van het bestuurshuis aan de Rua Anchieta.
Ingang complex van het bestuurshuis aan de Rua Itororó.
Tuin.
Kapel en bibliotheek (links), gezien vanuit de tuin.
6
Kapel.
Bibliotheek.
Bibliotheek.
Refter.
Huiskamer.
7
Jaar van Barmhartigheid
Concilie van barmhartigheid ‘Barmhartigheid’ is een kernbegrip in de spiritualiteit van de congregatie van de Fraters CMM. Het ‘Jaar van Barmhartigheid’ dat paus Franciscus heeft afgekondigd, biedt bij uitstek gelegenheid om hier aandacht voor te vragen. Oud-algemeen overste frater Harrie van Geene zal tijdens dit bijzondere jaar in de komende edities van ’Fraters CMM’ deze taak op zich nemen. Zijn eerste bijdrage gaat over het Tweede Vaticaans Concilie. De opening van het barmhartigheidsjaar vond namelijk plaats op 8 december 2015, de vijftigste verjaardag van de afsluiting van deze belangrijke kerkvergadering. Ik was student theologie in Nijmegen toen het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) begon. Maar liefst vier professoren van mij waren door de concilievaders als periti, als deskundigen, mee naar het concilie genomen. Wij als studenten pikten uit onze contacten met die professoren natuurlijk gretig ons graantje mee: een eerste geheim concept, een discussiepunt, iets nieuws, een anekdote, een vertrouwelijke mededeling. Het was een boeiende tijd. Er werd veel gediscussieerd, ook bij de morgenkoffie door het groepje van vier fraterstudenten aan de Graafseweg in Nijmegen. Frater Novatus Vinckx, de toenmalige algemene overste, betrok ons studenten graag bij allerlei Nieuwe zaken. Bijvoorbeeld bij ‘De Nieuwe Vespers’ en ‘Een nieuwe Leefregel’.
Het was kerkelijk gezien een boeiende tijd voor ons. De zestien conciliedocumenten (Constituties, Decreten, Verklaringen) werden gelezen, vaak besproken en soms zelfs gedetailleerd bestudeerd. Heel veel verschillende onderwerpen passeerden de revue. Men zal zich veel uit die tijd herinneren: de vernieuwing van de liturgie, de inspiratie van de bijbel, de uitdaging van de moderne wereld, de oecumene, de inbreng van de leken, de godsdienstvrijheid, de tekenen van de tijd, de hiërarchie van waarheden, het verantwoord ouderschap, enzovoorts.
Logo van het Jaar van Barmhartigheid. De vertaling van de Latijnse tekst luidt: ‘Barmhartig als de Vader’.
frater Harrie van Geene
8
Nu, vijftig jaar later, wordt veel hernomen. Heel veel komt me als zeer bekend voor. Veel blijft ook weerklinken in citaten, terminologie en gedachten in onze eigen Constituties van 1990, nu 25 jaar geleden. Eén ding is bij de wereldwijde herlezing van het concilie echter werkelijk nieuw voor mij. Dat had ik nooit eerder zo duidelijk gezien. Misschien kun je na vijftig jaar sommige dingen helderder zien. De Italiaanse theoloog Fabio Ciardi geeft het kernachtig weer: “De parabel van de Barmhartige Samaritaan, dat is het paradigma van de spiritualiteit van Vaticanum II.” Barmhartigheid is niet slechts een thema, een onderwerp, een aandachtspunt van het concilie. Barmhartigheid is het algemene spirituele kader, dat het concilie vijftig jaar geleden aan de kerk van Jezus presenteerde. Die gedachte van barmhartigheid als het paradigma, barmhartigheid als de spirituele dragende ondergrond, kwam ik steeds weer opnieuw tegen de laatste jaren. Barmhartigheid dat is de inspiratie voor alles in de kerk. Barmhartigheid dat is het richtbeeld voor heel het leven. Dat heeft me als frater van een congregatie die barmhartigheid van oudsher als het hart van het leven ziet getroffen.
Nederland
Frater Harrie van Geene (links) spreekt de jubilarissen toe, rechts voor, v.l.n.r.: Wout van den Hout, Mart Kroezen, Sjaak Maas.
De schat in de akker Op 28 augustus vierden in het Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen drie fraters hun kloosterjubilea. Die dag zeventig jaar geleden trad frater Sjaak Maas in. De fraters Wout van den Hout en Mart Kroezen sloten zich tien jaar later aan bij de congregatie. Oud-algemeen overste Harrie van Geene sprak het jubilerende drietal toe tijdens de vesperviering op deze feestdag. Hij stond bezinnend stil bij vers 44 uit hoofdstuk 13 van het Matteüsevangelie: “Het gaat met het koninkrijk der hemelen als met een schat, in de akker verborgen. Toen iemand hem vond, verborg hij hem, en van blijdschap ging hij alles verkopen wat hij bezat en kocht hij die akker.” Hieronder de tekst van zijn overweging. In 2013 voltooide de Amerikaanse theologe Sandra Schneiders haar indrukwekkende studie over het religieuze leven. Het resultaat: drie kloeke boeken in het Engels: in totaal maar liefst 1684 pagina’s. Ik veronderstel geen moment Sjaak, Wout en Mart vandaag een plezier te doen bij hun jubilea van 70 en 60 jaar religieus leven deze trilogie cadeau te geven. Toch zou ik voor iets heel eenvoudigs uit al die geleerdheid de aandacht willen vragen. De titels namelijk van die drie boeken. Die luiden heel poëtisch: ‘Het vinden van de schat’, ‘Alles verkopen wat je bezit’, ‘Het kopen van de akker’. Het zijn precies de woorden van de parabel van Jezus van ‘de Schat in de Akker’, die we zojuist in de lezing uit de heilige Schrift hebben beluisterd. Het zijn precies de drie krachtlijnen van het religieuze leven die hier genoemd worden. Op die kern van de zaak willen wij bij het begin van deze jubileumviering even de schijnwerper richten. Want of je nog novice bent, of als frater in het volle leven staat, of je als frater tot de oudere leeftijdsgroep behoort, het blijft steeds
opnieuw te gaan in het fraterleven om deze drie dingen: het ontdekken van de schat, het los moeten laten van steeds meer uit eigen keuze of gedwongen door de situatie en tenslotte vooral het steeds opnieuw delen van je echte rijkdom.
Geheim van het leven Het eerste punt: het zoeken en vinden van de schat. Het gaat in het religieuze leven, in een leven als frater, allereerst om een kostbare, verborgen schat. Dat beeld van een schat of een parel, tref je in vele heilige geschriften van de wereldgodsdiensten aan. Eigenlijk een heel toepasselijk beeld, zo’n edelsteen, op een diamant of briljant jubileum. Die kostbare schat staat natuurlijk voor het geheim van het leven. Wat geeft zin, kwaliteit, samenhang en perspectief aan mijn leven? Waar zoek je dat? Wat heb je al ontdekt? Laten we wat concreter zijn over de kostbare schatten in het leven van onze jubilarissen. Kostbare schatten in ons leven blijven vaak 9
Nederland verborgen. Jubilea zijn goede gelegenheden om enkele schatten eens op te delven. Onze jubilarissen zijn bevoorrecht. Natuurlijk was niet alles rozengeur en maneschijn. Maar allen mogen terugzien op harmonische jeugdjaren, thuis. Ze hebben hun jonge jaren kansen gehad een aantal talenten te ontplooien. En dan een lang arbeidzaam en vruchtbaar leven in de sfeer van de congregatie, in Nederland, Kenia en Namibië, altijd met oog voor hen die tekort komen. En daarna, bij alle drie tot op vandaag een vitale aanwezigheid in de broederschap, een opvallend grote interesse voor wat je te denken, te genieten en te doen kan geven. Ook al houden wij mensen een mateloos verlangen naar meer, beter, langer en hoger, het is goed dat wij ons toch ook bewust blijven hoe bevoorrecht wij allen feitelijk zijn. Je zou kunnen zeggen: het lot is onze jubilarissen goedgezind geweest. Voor ons als gelovigen hebben die voorrechten een afzender. We voelen ons niet alleen bevoorrecht, maar ook dankbaar. We kunnen van harte “Goddank” zeggen. Wij blijven als frater allen ook uniek. Voor ieder zal die schat daarom ook eigen kleuren hebben. En dat is rijkdom. Veel fraters van vroeger en nu echter zullen vooral in ‘barmhartige liefde en broederschap’ hun kostbare parels blijven zien. Dat was hun eerste liefde. Dat is nog hun schat; daar ligt hun hart. Daar gaat hun verlangen naar uit, naar barmhartige liefde en broederschap.
bij leerlingen, bij bejaarden. Dat waren niet alleen de domeinen voor arbeidzaamheid en vakbekwaamheid, het waren ook domeinen voor menselijkheid, voor barmhartigheid en broederschap. Daar kon concreet aan naasten het goede gegund worden in dienstbaarheid of gastvrijheid, de ruimte gegund worden en - als het zo moest zijn nieuwe kansen gegund worden. Daar kon in de geest van Jezus een beetje meer menselijkheid gebracht worden. Tot op vandaag hebben onze jubilarissen hun akkertjes. Want ook al brengt de leeftijd zijn beperkingen mee, je aandacht kan blijven uitgaan naar de schatten van goedheid, schoonheid, van kennis, van heiligheid en authenticiteit, mogelijkheden in jezelf en in anderen.
Geloften
De jubilarissen aan de feestdis.
Het tweede punt: alles verkopen wat je bezit. De keerzijde van die positieve ontdekking van die parel zijn enkele stevige ‘nee’s’. Ja, er moet in het religieuze leven het nodige verkocht worden. We komen dan op het terrein van de geloften. Geen exclusieve levenspartner. Geen privé-bezit. Geen planning van eigen loopbaan of woonplaats. Het zijn de consequenties van een speciale keuze voor barmhartige liefde en broederschap. De relativeringen van macht, seksualiteit en materieel bezit in ons fraterleven blijven uitdagingen. De gehechtheid aan een schat in het leven vraagt ook bij ons om ont-hechting. Het moeten loslaten van steeds meer uit eigen keuze of gedwongen door de situatie dient zich steeds opnieuw aan. Trouw blijkt een levensopgave.
Meer menselijkheid Tenslotte het derde punt: het kopen van de akker. De jubilarissen hebben zakelijk gesproken alle drie een zeer respectabele staat van dienst. Ze mochten tijdens vele jaren - zo zouden we met een beeld kunnen zeggen - op allerlei akkertjes bezig zijn. Een klaslokaal, een drukkerij, een biologielab, een zwarte woonwijk, een receptie van een KBO, koren, op vele wandelpaden in Nederland en Kenia, bij buitenlanders, bij welpen, 10
Dankbaarheid De parabel van de Schat in de Akker biedt ons op deze jubileumviering een eenvoudig verhaal over ons leven als frater. De schat die we ontdekt hebben en die ons toevertrouwd is, mag ons speciaal op deze dag, tot DANKBAARHEID stemmen. We mogen voorts ook FIER zijn op wat we op al die gekochte akkertjes al vele jaren lang hebben mogen bijdragen aan recht, barmhartigheid en trouw. Een reflectie op ons leven bij gelegenheid van een jubileum zal ons tenslotte ook het gevoel van BESCHEIDENHEID geven. Want met Paulus hebben ook wij allen de ervaring: “We dragen onze schat in aarden potten” (2 Kor. 4,7). Onze Constituties blijven ons bemoedigen met de woorden: “Het ideaal (die schat in ons leven) waartoe wij ons geroepen weten, kunnen wij maar stap voor stap, in beperktheid en gebrokenheid benaderen. De aanwezigheid van de Heer in wiens Naam wij bijeen zijn, schenkt ons echter het vertrouwen, dit leven van dienstbaarheid (van barmhartigheid en broederschap) vreugdevol te kunnen verwezenlijken” (Constituties I, 74-75). frater Harrie van Geene
Nederland
In het spoor van Bernadette Van 11 tot en met 16 september vond een pelgrimage naar Lourdes plaats, georganiseerd door de Nederlandse Lourdesbedevaart voor Zieken (NLZ). Daaraan werd ook deelgenomen door de fraters Harrie van Geene, Rob Swinkels en Ben Maijvis, broeder Vincent Simonis (lid van de Congregatie Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten en verbonden met de CMM-communiteit in Vught) en geassocieerd CMM-lid Christianne van de Wal. Deze laatste bericht over een bijzondere ontdekkingstocht in het wereldberoemde Franse bedevaartsoord.
Het was een boeiende en afwisselende reis, vol hoogtepunten en verwondering. Eén van de activiteiten op een vrij moment tussen alle vieringen door was de wandeling in Lourdes, in het spoor van Bernadette Soubirous. Dit wilden met name frater Rob Swinkels en ondergetekende graag doen, omdat we er al vele maanden (op zondagochtenden) over lazen en de foto’s van Bernadettes leven bekeken. Maar in de boeken waren de foto’s met bijbehorende tekst met name voor Rob soms heel verwarrend. Dit was vooral het geval bij de ouderlijke woning van Bernadette. Dit zag er steeds anders uit. Daarom hoopten we meer duidelijkheid
De fraters Rob Swinkels (links) en Harrie van Geene in Lourdes.
Op pad in Lourdes. te krijgen in Lourdes zelf. Met frater Ben Maijvis en broeder Vincent Simonis erbij volgden we bij een stralend zonnetje de blauwe lijn die over de stoepen van Lourdes loopt en afgewisseld wordt met een geschilderde bloem met zes blaadjes, voor de zes etappes uit het leven van Bernadette. Op die etappes werden we uitgenodigd om eerst de plek te ontdekken, daarna het gebeuren waarvan de plek getuigt en tenslotte de boodschap die er wordt gegeven.
Ingetogen Frater Ben Maijvis (links) en broeder Vincent Simonis bekijken de etalage van een souvenirwinkel.
Op het Bernadette-museum na (waarvoor we die middag te weinig tijd hadden) hebben we halt gehouden bij elk belangrijk levensmoment van 11
Nederland
Kaarsenstandaard. het veertienjarige meisje dat op 11 februari 1858 de eerste van achttien verschijningen van Maria ontving in de grot van Massabielle in Lourdes. Maar, de eerste pleisterplaats, de Boly-molen, vonden we aanvankelijk niet! Straatje in en uit … we dwaalden wat af. Na vele keren vragen kwamen we tenslotte niet bij de molen terecht maar wel bij het Cachot, waar Bernadette
De Boly-molen.
een poos heeft gewoond, in elk geval ten tijde van de verschijningen. We wilden in dit indrukwekkende maar armoedige huisje wat langer blijven om het verhaal van vroeger te lezen, maar door de bezoekersstroom werden we vriendelijk verzocht door te lopen. Toen liepen we naar de parochiekerk. Daar is Bernadette nooit geweest, omdat die pas na haar dood is gebouwd. Maar in die kerk staat wel de doopvont waarin zij is gedoopt (en we zagen een mooi beeld van Vincentius bij de ingang van de kerk!). Een eindje verderop in de straat staat de vroegere pastorie waar Bernadette kwam om aan pastoor Peyramale over de verschijningen te vertellen. We zijn er niet in geweest, maar bewonderden wel een sprekend bronzen beeld van Bernadette, en in de gevel van het huis er tegenover zijn in steen de portretten van Bernadette en haar ouders te ontdekken. Daarna liepen we naar het Hospice, waar Bernadette bij de Zusters van Liefde verbleef vóór haar vertrek naar Nevers. Dit hospice is door zijn eenvoud ingetogen en mooi om te zien.
Familie Soubirous En toen , na een aantal uurtjes wandelen, zijn we toch maar weer op zoek gegaan naar de Bolymolen! We klampten daarvoor verschillende NLZbedevaartgangers aan en met hun hulp kwamen we eindelijk, tot zeer grote blijdschap van Rob, bij de molen aan! Hier is Bernadette geboren en heeft zij de eerste, blije, jaren van haar leven doorgebracht. De inrichting van de molen gaf een goed beeld van de levenswijze van de familie Soubirous in de negentiende eeuw. Nu klopte niet alleen de route in Lourdes, maar ook hebben we door dit bezoek gelukkig de verwarrende foto’s van vóór de reis een plek kunnen geven!
Frater Rob Swinkels drinkt een welverdiend glas bier na afloop van de ontdekkingstocht. 12
Christianne van de Wal
Apostolaat in beeld
‘Kinderdorp’ in Brazilië De congregatie wordt wereldwijd geconfronteerd met allerlei vormen van materiële en geestelijke noden. In hun apostolaat proberen fraters deze samen met anderen te verlichten. De eerste aflevering van deze nieuwe rubriek brengt ‘Cidade dos Meninos’ (‘Kinderdorp’) in beeld. Vanaf 1993 wordt dit project in de Braziliaanse stad Coronel Fabriciano ondersteund door de Fraters CMM. De afgelopen tien jaar zijn er de voorzieningen dankzij hulpacties in Nederland sterk verbeterd en kon de begeleiding worden geprofessionaliseerd.
Toegangspoort van Kinderdorp met Tia Geralda, een vrijwilligster, en frater Theo Adams, regionaal CMM-overste van Brazilië.
Frater Domingos Tjeunfin, directeur van het Kinderdorp.
Kinderen in de eetzaal. Frater Pedro Guterres kijkt op de achtergrond toe.
13
Apostolaat in beeld
Houtvuuroven in de oude keuken. De kokkin vult de borden voor het middagmaal.
Frater Theo Adams bezoekt het secretariaat waar hij twintig jaar werkzaam was.
Speelruimte in kinderdagverblijf.
Slaapzaal voor kinderen vanaf drie maanden tot twee jaar.
Een kijkje in de keuken.
EĂŠn van de opvangtehuizen voor maximaal tien kinderen en adolescenten die hier door de kinderbescherming worden geplaatst.
14
Jaar van het Godgewijde Leven
Gastvrijheid en Gods schepping In augustus en oktober verschenen aflevering vier en vijf van de reeks ‘Vreugde!’ voor het Jaar van het Godgewijde Leven met bezinningsmateriaal voor fraters en geassocieerde leden van de congregatie. ‘De vreugde van onze gastvrijheid’ en ‘Vreugde in Gods schepping’ luiden respectievelijk de titels van deze edities. De samenstellers van de reeks viel een bijzondere eer te beurt.
In de traditie van de congregatie van de Fraters CMM heeft het verlenen van gastvrijheid altijd grote betekenis gehad. De vierde editie van Vreugde! haakt hierop in. De omgang met Gods schepping staat centraal in de vijfde aflevering. Speciale aandacht is er voor de encycliek Laudato si’ waarin paus Franciscus de mondiale ecologische crisis belicht en een totaalaanpak bepleit om deze te bestrijden. Een citaat hieruit: “Een bijzondere dankbaarheid verdienen allen die krachtig ervoor strijden om de dramatische gevolgen van het bederf van het milieu in het leven van de armsten in de wereld op te lossen” (Laudato si’ 13). Daarbij werden de volgende vragen aan de lezers gesteld: “Wat betekent dit citaat voor jou persoonlijk? Op welke manier ben jij medeverantwoordelijk voor Gods schepping? Hoe deel je die verantwoordelijkheid met je medebroeders, medezusters en vrienden?”
Uitstapje De serie Vreugde! wordt samengesteld door een werkgroep met de welluidende naam ‘The Happy Brother’, bestaande uit frater Edward Gresnigt, frater Niek Hanckmann, generaal bestuurslid van de congregatie, en Charles van Leeuwen, CMM-studiesecretaris spiritualiteit en geschiedenis. Hun inspanningen voor het religieuzenjaar werden gewaardeerd door de koepelorganisatie Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). Deze riep in maart dit jaar religieuzen op om door te geven wat het Jaar van het Godgewijde Leven zoal aan creativiteit en inspirerende initiatieven losmaakt. De drie meest bijzondere inzendingen zouden een ‘dagje uit’ in Den Bosch aangeboden krijgen, in gezelschap
Het KNR-uitje in Den Bosch. V.l.n.r.: Gerard Moorman, frater Edward Gresnigt en Charles van Leeuwen.
van een KNR-medewerkende naar keuze. Het materiaal van Vreugde! viel in goede aarde en werd beloond met een uitstapje op 30 september. Frater Niek Hanckmann was wegens drukke werkzaamheden verhinderd. Het vond plaats in het bijzijn van KNR-medewerker Gerard Moorman. Hij belicht bij de KNR missionair relevante thema’s en organiseert activiteiten die voornamelijk gericht zijn op de achterban van religieuzen in Nederland. De uitgaven van Vreugde! verschijnen in het Nederlands, Engels, Indonesisch en Portugees en zijn te vinden op www.cmmbrothers.org. Peter van Zoest
15
Jaar van het Godgewijde Leven
Conferentie over het godgewijde leven in Afrika Van 22 tot en met 26 september vond in de Keniaanse hoofdstad Nairobi een grote conferentie plaats over het godgewijde leven in Afrika. Het Vaticaan was vertegenwoordigd door kardinaal João Braz de Aviz, prefect van de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en Gemeenschappen van Apostolisch Leven. Onder de meer dan duizend deelnemers die vijf dagen lang bijeenkwamen in het Paus Paulus VI Studiecentrum van de Katholieke Universiteit van Oost-Afrika, bevonden zich de fraters Martin Mwau, Elija Osena Agilo, Zaccheaus Odongo Atieno, Augustine Monari Nyansimora en Nicodemus Orang’i Otundo. Deze laatste brengt verslag uit.
werd ook de noodzaak van inculturatie, waarbij de grondwaarden van het evangelie worden afgestemd op de Afrikaanse cultuur. De stijl van religieuze vorming, het charisma zelf, het gebed en de liturgie, de normen en waarden van het geestelijk leven, de structuur van het bestuur, de vormen van apostolaat en de stijl van leven moeten eveneens geïncultureerd zijn, zo klonk het concluderend.
Herdenking Beeld van de conferentie, met links vooraan kardinaal João Braz de Aviz. Het thema van het godgewijde leven in Afrika werd uitgewerkt op basis van de apostolische brief die paus Franciscus aan alle religieuzen schreef ter gelegenheid van het Jaar van het Godgewijde Leven. Daarin nodigt hij hen uit om in dit jaar met dankbaarheid te kijken naar het verleden, met passie het heden te beleven en de toekomst met hoop te omarmen. We moeten met andere woorden weten wie onze stichters zijn om het essentiële van ons charisma te behouden, aandacht besteden aan de huidige cultuur en ons met hernieuwde kracht op de toekomst te richten.
De laatste dag van de conferentie begon met een gebedsdienst ter herdenking van de godgewijden die in de kerk van Kenia als ‘heiligen’ en ‘martelaren’ worden beschouwd, gevolgd door de afsluitende eucharistieviering, gecelebreerd door kardinaal João Braz de Aviz. Het is verheugend te weten dat er in Kenia mannelijke en vrouwelijke religieuzen zijn geweest die hun hele leven volledig aan de liefde van Christus en de dienst aan de kerk hebben gegeven. Het heeft alle deelnemers er nog eens extra van doordrongen dat de kerk niet compleet is zonder het religieuze leven. frater Nicodemus Orang’i Otundo
Inculturatie Het religieuze leven vraagt niet alleen een persoonlijke getuigenis, maar ook dat van de evangeliserende gemeenschap. De verkondiging van Jezus Christus als redder van alle volkeren, een keuze voor de armen en voor het bevorderen van gerechtigheid zijn eisen die het evangelie aan religieuzen stelt. Sterk naar voren kwam dat dialoog belangrijk is, zowel binnen de kerk als met andere christenen en andere religies. Benadrukt
16
Frater Nicodemus Orang’i Otundo.
Jaar van het Godgewijde Leven
Een inspirerende ontmoetingsdag Het bisdom ’s-Hertogenbosch organiseerde op 1 oktober voor leden van ordes en congregaties, seculiere instituten en nieuwe bewegingen een diocesane ontmoetingsdag in het kader van het Jaar van het Godgewijde Leven. De dag begon in de ochtend met een eucharistieviering in de kathedrale basiliek van Sint Jan in Den Bosch en werd ’s middags voortgezet in het nabijgelegen Sint-Janscentrum, de priester- en diakenopleiding van het bisdom, waar vroeger een fraterhuis was gevestigd. Onder de 160 aanwezigen bevonden zich zeven fraters. Oudalgemeen overste frater Broer Huitema verzorgde één van de inleidingen tijdens de dag.
Antoon Hurkmans, bisschop van Den Bosch en hoofdcelebrant van de eucharistieviering, was blij met het samenzijn van zoveel verschillende charisma’s in verbondenheid met de wereldkerk. Op het feest van de heilige Theresia van Lisieux dat die dag werd gevierd schetste hij in zijn homilie heel persoonlijk hoe hij, in alle eenvoud in navolging van Theresia, dagelijks diepgang ervaart in zijn meditatief rozenkransgebed. Bij elk tientje staat hij even stil bij een heilsgeheim en doorleeft dat dan met de realiteit van zijn eigen leven. Die realiteit ziet hij in het beeld van een tuin met prachtige bloemen, maar waar ook onkruid gewied moet worden.
Getuigenissen De deelnemers stelden het zeer op prijs dat bisschop Hurkmans tijdens de lunch in het Sint-Janscentrum aan iedereen met een persoonlijk woordje aandacht schonk. Hulpbisschop Rob Mutsaerts was gedurende het hele dagprogramma aanwezig. Na de lunch vertelden vijf inleiders over hun eigen leven. Ze deelden daarmee het charisma van hun instituut en inspireerden en bemoedigden met hun getuigenissen de aanwezigen. De dag werd aan het einde van de middag afgesloten met een informeel samenzijn.
Frater Broer Huitema voert het woord.
Enthousiasme Marieke van den Berg van de Focolarebeweging vertelde aan de hand van enkele gebeurtenissen uit het leven van Maria hoe Jezus in Maria gestalte heeft gekregen en hoe Maria een voorbeeld kan zijn om Christus tot leven te laten komen in de werkelijkheid van elke dag. Recentelijk heeft de beweging in de Focolare-gemeenschap van Nieuwkuijk korte tijd honderd vluchtelingen uit Syrië en Eritrea opgenomen. Ze waren tussen de 15 en 18 jaar. Marieke bracht naar voren dat ook de Heilige Familie eens vluchteling was. Mathilde, een jonge zuster van de Missiezusters van het Kostbaar Bloed, verwoordde met veel enthousias me hoe zij tijdens de vele dagelijkse activiteiten religieus in het leven staat. Ze verwees daarbij naar paus Franciscus die bij de start van het Jaar van het Godgewijde Leven dat momenteel wordt gevierd de religieuzen heeft opgeroepen om met dankbaarheid naar het verleden te kijken, de huidige tijd met passie te beleven, en de toekomst hoopvol te omarmen. Het charisma van de zusters herinnert aan de passie, de verlossende liefde van Christus die voor ons zijn Bloed vergoot. De vreugde hierover willen de missiezusters graag doorgeven.
17
Jaar van het Godgewijde Leven
Icoonschilderes zuster Delian de Brouwer tijdens haar inleiding.
Godsmysterie De norbertijn Frank van Roermund besprak de verbinding tussen wetenschap (sterrenkunde) en geloof. Hij is verwonderd over Gods werk in de kosmos en in mensen. Als religieus wil hij graag een bijdrage leveren aan zingeving in het leven van mensen en daarmee in zijn eigen leven. Aan de hand van twee iconen vertelde icoonschilderes zuster Delian de Brouwer SCMM hoe zij na een werkzaam leven inspiratie vond in de rijkdom van Russische
Algemeen overste frater Lawrence Obiko in gesprek met enkele zusters. Op de achtergrond rechts is hulpbisschop Rob Mutsaerts te zien.
18
iconen. Daarin en in het geven van icoonschildercursussen, zelfs aan kinderen, ziet zij wegwijzers voor een verdieping van haar eigen geestelijk leven. In het schilderen van iconen en in haar lessen weet zij iets van de sluier van het Godsmysterie visueel op te lichten en daarmee ook haar cursisten te inspireren.
Spannend proces Het verhaal van frater Broer Huitema stond in het thema van ‘transitie’, van loslaten en opnieuw verbinden. Na de leeftijd van 65 te hebben bereikt, en nu dat hij 48 jaar religieus is, waarvan 24 jaar als lid van het generaal bestuur en 12 jaar als algemene overste van de Fraters CMM, heeft hij een sabbatperiode in zijn leven ingelast. Terugkijkend komen gevoelens van dankbaarheid, mildheid en vertrouwen naar boven: vrede met hoe het was. En vooruitkijkend komt er een onbestemd gevoel van niet-weten, een vacuüm naar boven. Het hervinden van een nieuwe balans in zijn leven tussen de zaken die essentieel zijn in het religieuze leven en de uitdagingen die op hem afkomen ervaart hij als een spannend proces. Bewust ouder worden vindt hij een opdracht die hij tegemoet treedt met een houding van ‘laat je liefde uitgaan naar al wat leeft!’. frater Edward Gresnigt
Symbolen
Zij die leven van hoop Tijdens het generaal kapittel van 2014 werd alle kapittelleden gevraagd om een symbool te presenteren dat staat voor hun visie op de toekomst van de congregatie, hun missie, of hun persoonlijke religieuze leven. Dit leverde een aantal boeiende verhalen op, waarvan in ‘Fraters CMM’ een selectie wordt opgenomen. In deze editie: het symbool van frater Edward Gresnigt, destijds generaal CMMbestuurslid.
Op een bijeenkomst over ‘nieuwe missionarissen’ in Nederland, opende zuster Mary Ringnalda van de Congregatie van de Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart het samenzijn met een gebed. In het licht van het aanstaande generaal kapittel van 2014 raakte dit gebed me diep. Want voor de 350 missionarissen die de afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen is de toekomst in zekere zin zo onzeker als het was toen ik zo’n 50 jaar geleden uitgezonden werd naar Californië. De toekomst blijft echter voor alle mensen onzeker. En toch, voor hen die vol vertrouwen de weg van barmhartigheid en broederschap gaan is er hoop. Als godgewijde leden van de congregatie van de Fraters CMM kunnen we hoop putten uit wat onze leefregel zegt: “Het uitzicht dat Hij geeft op de toekomst, moet steeds meer ook ons perspectief worden.” En dat uitzicht, zoals we dit speciaal tijdens deze Paastijd vieren, is er gelukkig een van hoop, omdat we immers door ons geloof in de verrijzenis van de Heer weten dat door mislukking en lijden heen uiteindelijk alleen het goede toekomst heeft. Dit gebed stemt tot nadenken. Het stelt gerust, maar het is ook een uitdaging. Ik vind er het ‘mansuete et fortiter’ van onze stichter bisschop Joannes Zwijsen in terug. Aan de ene kant is het een uitdaging om vol overgave in Hem te geloven. Aan de andere kant is er ook moed voor nodig om bedachtzaam met de Geest van Jezus een nieuwe levenshouding aan te nemen, zowel met het oog op het verleden en de toekomst, als ten opzichte van anderen en mijzelf.
In deze tijd, zo dicht bij Pinksteren, hoop en bid ik dat zoals paus Franciscus zei, we “open moeten staan om geraakt te worden door de impuls van de genade die in het zaad van het woord ligt, dat in ons moet groeien en in de concrete dienstverlening aan onze naaste tot bloei mag komen”. Graag geef ik iedereen een kopie van dit bezinnend gebed in zijn eigen taal. frater Edward Gresnigt
19
Internationaal
Fraters ontmoeten geassocieerden De congregatie telt momenteel in Nederland negen ‘geassocieerde leden’. Deze leken - mannen en vrouwen leven vanuit dezelfde inspiratie als de fraters. Het generaal kapittel van 2014 sprak de wens uit te onderzoeken of ook in andere landen het geassocieerd lidmaatschap kan worden vormgegeven. In Brazilië en Kenia zijn er al leken(groepen) die met de congregatie meeleven en meewerken. Op 21 juni vond in het CMM-generalaat in Tilburg een ontmoeting plaats van vijf Nederlandse geassocieerden en zes fraters uit Indonesië en vier uit Kenia die in Nederland waren voor een vormingsprogramma. Geassocieerd CMM-lid Christianne van de Wal bericht.
Frater Paul Damen, coördinator van de ontmoeting, opende de bijeenkomst met een hartelijk welkomstwoord en nodigde iedereen uit om aan elkaar te vertellen hoe hij of zij het ervaart om lid van de congregatie te zijn, als frater of als geassocieerde, en wat het betekent om bij de CMM-familie te horen.
“Wij zijn bereid wegen te zoeken die het sommigen mogelijk maken met ons mee te leven en mee te werken als geassocieerd lid of anderszins, zonder in alles onze levenswijze te delen” (Constituties I,365).
Gezicht We begonnen met een korte kennismakingsronde, zodat we een indruk kregen van elkaars naam, stem en bezigheden binnen de congregatie. Verpleger, secretaris, onderwijzer, landbouwer, student … allerlei taken kwamen voorbij. Eén van de fraters gaf aan dat hij dankbaar was om de geassocieerden te ontmoeten, omdat hij ze voorheen enkel van naam kende uit de congregationele kalender. De namen kregen nu een gezicht. Na de eerste kennismaking gingen de aanwezigen in drie kleinere groepen uiteen en kon het gesprek worden voortgezet en verder worden verdiept. Het was bijzonder om te horen hoe fraters en geassocieerden geraakt worden door broederschap en vooral de spiritualiteit van de congregatie van de Fraters CMM. Ieder had daar wel een persoonlijke ervaring mee. Dat geldt ook voor de wijze waarop barmhartigheid in ons leven een rol speelt. De fraters uit Kenia en Indonesië waren oprecht
20
geïnteresseerd in de wijze waarop geassocieerden deel uitmaken van de CMM-provincie Nederland. Zij hopen dat er ook in hun provincie een dergelijke vorm van verbondenheid kan ontstaan en ze juichten toe dat de congregatie zich daarvoor in wil zetten.
Herhaling De algemene overste, frater Lawrence Obiko, sloot de samenkomst met een woord van dank aan de organisatie voor dit welkome initiatief. Hij merkte op dat het niet eerder voorgekomen was dat een ontmoeting als deze plaatsvond. Hij liet weten erg gelukkig te zijn met deze mogelijkheid en hoopt dat het jaarlijks kan worden herhaald, wanneer (jonge) fraters vanuit het buitenland in Nederland zijn. Ook de geassocieerden hopen op een herhaling van dit inspirerend samenzijn. Christianne van de Wal, geassocieerd lid CMM
Geassocieerden en fraters bijeen in de kapittelzaal van het CMM-generalaat in Tilburg.
Kort nieuws
Fraters CMM in ‘Vincentiaanse Encyclopedie’ Zoals Fraters CMM in de vorige editie berichtte heeft het bestuur van de Vincentiaanse Familie (Vincentian Family Executive Committee) besloten tot uitbreiding van bestuurszetels met vertegenwoordigers van drie takken van de familie, waaronder de Fraters CMM. De congregatie is sinds 2009 actief betrokken bij de leiderschap- en vormingsprogramma’s van de Vincentiaanse Familie. De algemene CMM-overste Lawrence Obiko neemt zitting in het bestuur, daarbij geassisteerd door de vorige algemene overste, frater Broer Huitema. Als nieuwste lid presenteerde frater Lawrence Obiko aan het bestuur een artikel over de wijze waarop de congregatie van de Fraters CMM, als één van de kleinere takken van de Vincentiaanse Familie, is geïnspireerd door de Vincentiaanse spiritualiteit. Het werd onlangs gepubliceerd in de ‘Vincentiaanse Encyclopedie’ op de website van de Vincentiaanse Familie. De bijdrage geeft in kort bestek een goed beeld van de congregatie. Geschetst wordt het ontstaan en de ontwikkeling tot een wereldwijde organisatie. Ga naar http://famvin.org/wiki/Brothers_CMM om het te lezen.
Leerzame ervaring van een novice in Kenia Frater Licious Katjire heeft als novice uit Namibië praktijkervaring opgedaan in Nairobi, Kenia. Hij werkte er vanuit het CMM-provincialaat op een school voor weeskinderen Frater en in een sloppenwijk. “Ik Licious Katjire. heb hier veel geleerd”, zo schrijft hij in een kort bericht voor Fraters CMM: ”De volgende passage uit onze Constituties (I,77) is me nu meer dan ooit dierbaar geworden: ‘Ons evangelisch leven, onze dienst aan de kerk, onze bijdrage tot het geluk van de grote mensengemeenschap, ze hebben de communiteit waarin wij leven, als centrum en uitgangspunt.’ Ik raak vooral geïnspireerd door onze manier van leven als broeders, met name door onze gemeenschappelijkheid die we ervaren in eenvoudige gebeden. Ik voel me als novice bevoorrecht dit mee te mogen maken. Onze spiritualiteit als CMM-familie inspireert me niet alleen om de broeders te dienen met wie ik samenleef, maar opent ook mijn hart om iederéén te dienen. Ik ben blij dat ik nu in praktijk kon brengen wat ik heb meegekregen in de vorming. Geestelijk ben ik er rijper door geworden, waardoor ik beter in staat zal zijn een apostolaatstaak op me te nemen. Daarbij moet ik steeds voor ogen houden dat het voor ons religieuzen heel belangrijk is om een goed evenwicht te vinden. We moeten er voor oppassen zo gehecht te raken aan een bepaalde bezigheid, dat we daardoor allerlei andere verplichtingen verwaarlozen. Ik ben dankbaar dat ik als novice ertoe wordt uitgedaagd om als volgeling van Jezus los te komen van beperkende aardse beslommeringen en me geheel te richten op wat de Heer van mij wil.”
21
In Memoriam
Wereldjongerendagen 2016 In 2016 organiseren de Fraters CMM een reis naar de katholieke Wereldjongerendagen in Krakau voor tachtig jongeren uit zeven verschillende landen. De organisatie is in handen van de ‘Worldwide Brotherhood’ (‘Wereldwijde broederschap’, afgekort: WWB), de internationale jongerenbeweging rond de Fraters CMM. Jongeren die hierbij zijn aangesloten, ‘WWBambasadeurs’, zetten zich vanuit hun eigen cultuur in voor barmhartigheid en broeder- en zusterschap. De WWB bestaat sinds de Wereldjongerendagen Sydney in 2008. Daarna hebben WWB-ambassadeurs ook deelgenomen aan de manifestaties in Madrid (2011) en Rio de Janeiro (2013). Inmiddels bestaat de WWB uit zo’n driehonderd jongeren in Brazilië, Indonesië, Kenia, Namibië, Nederland, Oost-Timor en Tanzania. Voorafgaand aan de reis naar Krakau krijgen de deelnemende jongeren in hun eigen landen geestelijke bagage aangereikt tijdens zes bijeenkomsten, verzorgd door de Fraters CMM en ambassadeurs die al langer bij de beweging en in hun land actief zijn. In juli 2016 ontmoeten de deelnemende jongeren elkaar in Tilburg tijdens een intensieve week met bijbelmeditaties, gebedsvieringen en culturele activiteiten. Na deze week gaat de groep op weg naar de Wereldjongerendagen. Deze reis is voor de ambassadeurs geen einddoel maar een middel om een wereldwijde beweging tot stand te brengen en verder uit te bouwen. Meer informatie: www.worldwidebrotherhood.com.
WWB-ambassadeurs tijdens de Wereldjongerendagen in Rio de Janeiro.
22
Frater
Arie (A.J.) van Dijk Hij werd geboren te Poeldijk op 1 februari 1918 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 19 maart 1936. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1940. Hij overleed op 23 september 2015 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed Steenwijk in Vught. Arie werd geboren als zesde kind in een tuindersfamilie in Poeldijk. Op zeventienjarige leeftijd trad hij in bij de fraters, waar hij een leven vond van eenvoud en dienstbaarheid, gebed en broederschap. De meeste van die jaren heeft hij medebroeders en gasten gediend in de huishouding en als portier van diverse huizen. Lange tijd was hij in het fraterhuis van het blindeninstituut in Grave en Nijmegen en in het fraterhuis Petrus Donders in Tilburg. De laatste zestien jaar woonde hij in de communiteit Joannes Zwijsen waar hij, ook al had hij er geen formele functie meer, nog altijd hand- en spandiensten bewees. Zijn familie was belangrijk voor hem. Graag verbleef hij in zijn vakanties met hen en ook op hoge leeftijd vroeg hij soms een medebroeder om hem naar het Westland te rijden om familie te bezoeken. Gebed en geestelijk leven speelden een grote rol in zijn leven. Zijn religieuze uitstraling was vooral zichtbaar in zijn opgewektheid en hartelijkheid, zijn trouw en dienstbaarheid en een groot vertrouwen in het leven. Dat leven heeft hem niet teleurgesteld. Op 22 september was het voor hem nog een heel gewone dag. Hij bezocht nog de pedicure en de kapper. De volgende ochtend vroeg is hij in zijn slaap overleden.
‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)
‘Dichtbij is Zijn genade’ “Wanneer we door omstandigheden niet meer kunnen werken, zullen wij proberen deze levensopdracht te aanvaarden. … Zo zal in ons midden de overtuiging levend blijven dat het leven meer is dan het werk.”
Deze passage (239 en 241) uit onze Constituties in het hoofdstuk ‘De mensen dienen’ heeft me steeds getroffen. Op het eind van dit hoofdstuk over werk in al zijn facetten, over onze zending, staat er dan ineens: besef wel dat leven meer is dan het werk. Werk speelt in ons leven een wezenlijke rol. Daarvoor is onze congregatie toch opgericht.
Dit geldt niet alleen voor fraters. Wat als je werkeloos wordt; hoe dan je eigenwaarde houden? Wat als je ziek wordt en afgekeurd of oud en gebrekkig wordt? Wat als je je te zeer vereenzelvigd hebt met je functie; hoe dan verder als je die rol niet meer hebt? En de klacht van moeders soms dat ze zich nutteloos voelen wanneer de kinderen de deur uit zijn.
Onze leefregel beseft daarom heel goed, dat het een opgave is om zin aan je leven te geven als je niet meer kunt werken. Want dat is het; een opdracht om op een andere wijze zin aan je leven te geven, aan je zending als frater. Er wordt niet voor niets gesproken over ‘proberen’.
Besef dat het leven meer is dan het werk. Voor wie volop bezig is in het arbeidsproces kan het geen kwaad om dit voor ogen te houden. Dat geldt zeker ook voor onze jonge medebroeders. frater Wim Verschuren
23
Het is goed dat ons gevoelsleven groeit in diepte en rijkdom. Wij kunnen dan echt met het hart bij onze naaste staan. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid