DECEMBER 2023
Beroepsvereniging voor kinesitherapeuten
Exclusief
SPECIAL
Oncologie
Het ledenmagazine voor en door kinesitherapeuten
INHOUD
EXXTRA
EXXTRA
02 17
Oncology, lymphology and beyond
Rentree: Terug op de arbeidsmarkt na kanker
The clinical and scientific knowledge about oncological rehabilitation, chronic edema and scar management has significantly increased in recent years. Unfortunately, physiotherapeutic approaches have not evolved at the same rate, and a gap remains between the scientific evidence and clinical practice.
Een kostenmodel voor een billijk honorarium
GEBRUERS Doen we deNICK juiste dingen en doen we de dingen juist? Dr. Nick Gebruers is a physical therapist, Professor of Rehabilitation Sciences and Physiotherapy (REVAKI-MOVANT) at the University of Antwerp, cofounder of oedema.be and a scientific collaborator at the multidisciplinary edema clinic of the Antwerp University Hospital. Nick’s field of research is edema treatment, with over fifty publications on the topic. His teaching activities focus on research sciences and vascular rehabilitation.
HANNE VERBELEN Dr. Hanne Verbelen is a physical therapist, an educational expert in Rehabilitation Sciences and Physiotherapy (REVAKI-MOVANT) at the University of Antwerp and a researcher active in the field of breast cancer-related morbidity, including lymphedema and breast edema. Hanne’s teaching activities focus on the domain of oncological rehabilitation and lymphology, with a strong focus on blended learning.
EXXPERT
ONCOLOGY, LYMPHOLOGY AND BEYOND
Oncology, lymphology and beyond bridges this gap: it provides a physiotherapeutic point of view on a patient-centred care model by integrating both scientific and clinical evidence. In comprehensible terms, it offers both evidence-based methodology and scientific background information, which are highly relevant to all health-care professionals involved in the care for patients with cancer, (cancer-related) chronic edema and surgical scars. Practical take-home messages will help physiotherapists and other health-care workers enhance the quality of their patient care.
Patient-centered care from a physiotherapeutic point of view NICK GEBRUERS & HANNE VERBELEN
AXXON IN ACTIE
04 05
VAKLITERATUUR
Vakliteratuur
NICK GEBRUERS & HANNE VERBELEN
ONCOLOGY, LYMPHOLOGY AND BEYOND PATIENTCENTRED CARE FROM A PHYSIOTHERAPEUTIC POINT OF VIEW
08 10 14 18
Prehabilitatie bij niet-kleincellige longkanker? Aanhoudende pijn na borstkanker Updates in de lymfologie Hoeveel vennootschapsbijdrage betaal je?
AXXON EXCLUSIEF PUBLICATIE VAN AXXON VZW DECEMBER 2023 DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE – JAARGANG 14 – NR. 60 – IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM AFGIFTEKANTOOR: BRUSSEL X ERKENNINGSNUMMER: P910666 – VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: PETER BRUYNOOGHE – IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM REDACTIE & COPYWRITING: SÉBASTIEN KOSZULAP & HELENA D.MILONAS – REDACTIE@AXXON.BE CONCEPT EN VORMGEVING: C3CREATIES DRUKWERK: SYMETA-HYBRID CORRESPONDENTIEADRES AXXON: IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM – TEL: 02 709 70 80 – FAX: 02 749 96 89 – WWW. AXXON.BE REKENINGNUMMER VOOR LIDMAATSCHAP: BE18 3631 0868 1365
U ontvangt dit tijdschrift op de naam en het adres die zijn opgenomen in ons adressenbestand. In uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke leefsfeer hebt u inzage- en correctierecht. De artikels/publiciteit verschijnen onder verantwoordelijkheid van de auteurs/ firma’s. AXXON houdt zich het recht voor om ingestuurde teksten en/of publiciteit die het beroep kunnen schaden te weigeren. © Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
02
DECEMBER 2023
+ DIGITAL STUDY MATERIAL
De klinische en wetenschappelijke kennis over oncologische revalidatie, chronisch oedeem en littekenbeheer is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Helaas zijn de kinesitherapeutische benaderingen niet met dezelfde snelheid geëvolueerd. Dit boek overbrugt deze kloof: het biedt een kinesitherapeutisch standpunt over een patiëntgericht zorgmodel door zowel wetenschappelijk als klinisch bewijs te integreren. In begrijpelijke termen biedt het zowel evidence-based methodologie als wetenschappelijke achtergrondinformatie, die zeer relevant zijn voor alle zorgprofessionals die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met kanker.
Oncology, lymphology and beyond Uitgeverij: Acco Uitvoering: Paperback Publicatiedatum: 3 september 2021 ISBN: 9789464144352
UITZONDERLIJKE KORTING VAN 50% ALS LID VAN AXXON
ONLINE TE BESTELLEN OP WWW.ACCO.BE MET ACTIECODE AXXON5LB. DEZE KORTING IS GELDIG TOT EN MET 31/12/2023.
DIRK VERLEYEN VOORZITTER AXXON, KWALITEIT IN KINESITHERAPIE
VOORWOORD
Kinesitherapie, een modern zorgberoep Ik heb jullie al vaker geïnformeerd over een toekomstig veranderend gezondheidszorgbeleid. Zowel de federale als de Vlaamse overheid staan voor enorme uitdagingen. Beperkte budgettaire middelen; een tekort aan zorgpersoneel; de toenemende vergrijzing waardoor het zorgsysteem zich moet aanpassen aan de groei van de chronische zorg; toegankelijke zorg voor iedereen voorzien; een gezonde work-life balans bewaren; blijven inzetten op verantwoorde en kwalitatieve zorg; enz. Wat wordt dan de plaats van de kinesitherapie in dit veranderend “politiek” aangestuurd gezondheidszorgbeleid, zeker wanneer er volgend jaar verkiezingen aankomen? Op de kringbesturendag van 21 oktober gaf Jan Bertels, kabinetschef van minister Frank Vandenbroucke, een beleidsvisie hoe de kinesitherapie kan evolueren naar een modern zorgberoep; een zeer geanimeerde discussie met de aanwezige kringbestuurders zorgde voor veel “take home messages” aan het adres van de minister. Wat wij onthouden uit deze visie is een shift naar kinesitherapeutische zorg in de vorm van zorgpaden en geïntegreerde zorg. Het silodenken en handelen van de huidige beroepsorganisaties en
syndicaten moeten plaats maken voor een community-zorg en een evenwichtige multidisciplinaire aanpak. Een groot luik preventie kan ingevuld worden door de kinesitherapie, al dan niet door te investeren in innovatie. Een gelaagd financieringsmodel met ruimte voor praktijkfinanciering en een “bundled payment system”, waarbij de piste van de prestatiefinanciering blijft bestaan. Een digitaal patiëntendossier waarbij kinesitherapeuten toegang hebben tot gegevensdeling en de samenwerking tussen alle
met de huidige competenties en opleiding. Natuurlijk hebben we vanuit de beroepsorganisatie onze eigen standpunten. Het memorandum van de Vlaamse vleugel van AXXON geeft aanbevelingen voor een duurzaam Vlaams kinesitherapie gezondheidsbeleid waarbij we het o.a. hebben over de rol van de kinesitherapeut binnen de preventie, de reorganisatie van de eerstelijn, een veilige leef- en werkomgeving die efficiënte huisbezoeken mogelijk maakt, kwaliteitsvolle ouderenzorg, een doordacht universitair opleidingsaanbod, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de kinesitherapie voor het kind in het Buitengewoon Onderwijs. Samen met het memorandum van de federale koepel geven we hiermee aandacht aan de noden en signalen van het werkveld. Met ieders inzet kunnen we de kinesitherapie als een echt referentiepunt in de gezondheidszorg optimaliseren, daarom ook: versterk de kine-community door uw lidmaatschap te hernieuwen.
zorgberoepen geoptimaliseerd wordt. De kinesitherapieopleidingen moeten oog hebben voor de aanbevelingen van de planningscommissie. Een nieuwe nomenclatuur die de autonomie van de kinesitherapeut in balans brengt
Alvast een prettige kerst en onze beste wensen voor een gezond en voorspoedig 2024. Namens het ganse team van AXXON, Kwaliteit in Kinesitherapie.
DECEMBER 2023
03
AXXON IN ACTIE
HICT – HEALTHCARE CONSULTANCY
Een kostenmodel voor een billijk honorarium voor kinesitherapie Om op een correcte manier eerlijke honoraria voor kinesitherapie te kunnen bepalen, is het noodzakelijk om een duidelijk inzicht te hebben in de reële kosten die verbonden zijn aan het zelfstandig uitoefenen van het beroep kinesitherapeut. AXXON vroeg aan het bureau Hict om deze analyse te begeleiden. Voor deze berekening werd onder meer vertrokken van eerder uitgevoerde studies, waarop meerdere methodologische verbeteringen werden doorgevoerd. Om te komen tot een kostenmodel met een brede gedragenheid, werd de input van experten van verschillende mutualiteiten en van experten uit het werkveld verzameld. De input van deze betrokkenen heeft gezorgd dat de weerhouden methodologie en de daaruit voortvloeiende resultaten de realiteit van het werkveld beter weergeven dan vorige iteraties. De finale resultaten van deze oefening werden begin september overgemaakt aan het bestuur van AXXON en dienen ter ondersteuning in de onderhandelingen over de honoraria.
De finaliteit van het kostenmodel is een gemiddelde kost per uur voor de zelfstandige uitoefening van het beroep kinesitherapeut. Om tot dit getal te komen werd zowel een gemiddelde jaarkost als het aantal factureerbare uren per jaar berekend. Het model maakt een fundamenteel onderscheid tussen de solopraktijk en groepspraktijk, aangezien beide een andere kostenstructuur en kostenverdeling omhelzen. Bijkomend werd hiervan een gewogen gemiddelde berekend voor de “generieke kinesitherapeut”. Alle weerhouden kosten werden samengebracht om een gemiddelde totale kost per jaar te berekenen. Hierbij werden een aantal leidende principes gehanteerd die de billijkheid van de aanpak weerspiegelen en die maximaal met alle betrokken partijen werden afgestemd. De totale jaarkost werd berekend voor de zelfstandige therapeut in de solopraktijk (€123.951,87), en de zelfstandige therapeut in de groepspraktijk (€113.596,99). De totale gewogen kost per therapeut per jaar bedraagt aldus €118.477,30. Het aantal beschikbare factureerbare uren per jaar werd berekend op 1421,2 uren per jaar, rekening houdend met meerdere factoren zoals registratie en verplaatsing. Op basis van deze elementen resulteerde de berekening in een gewogen kost per uur van €83,36 wat het uitgangspunt is voor verdere onderhandelingen. De uitgebreide toetsing van de methodologische onderbouw van het model zorgt dat het een verdere inhoudelijke discussie met de onderhandelingspartners kan faciliteren.
04
DECEMBER 2023
HELENA D.MILONAS
AXXON IN ACTIE
“Doen we de juiste dingen en doen we de dingen juist?” In juni dit jaar vroegen we aan u, het werkveld, naar uw bevindingen rond de werking van AXXON. Via een online enquête werden alle meningen en verwachtingen verzameld en gebundeld in het kader van ons beleidsplan van de komende jaren. Zo ging het in zijn werk. De goede werking van een zijn daarbij een leuk meegenomen beroepsvereniging kan enkel extraatje, maar niet dé reden om gegarandeerd worden als het lid te worden of te blijven. Het werkveld gehoord wordt. Daarom lidmaatschap en de bijkomende werd er een peiling gelanceerd, ledenvoordelen zullen herzien waarin 8 domeinen afgebakend worden, zodat er bovenop een werden. Die kwamen tot stand goed beleid ook voldoende met de hulp van een externe praktische voordelen bij AXXON te consultant BSC Vlaanderen, het vinden zijn. marktonderzoeksbureau Bilendi en via de organisatie van een Zowel de kringen als de focusgroep met enkele AXXON- deeldomeinen (ABSG/ABCIG) leden. krijgen positieve feedback. We blijven werken aan verdere Uit de resultaten bleek al meteen ondersteuning en een grotere dat er rond het imago heel wat bekendheid van deze instanties. onduidelijkheid heerst. Het is niet voor iedereen in één oogopslag Een belangrijke groep die momenteel duidelijk waar AXXON voor staat. de AXXON-trein nog vaak mist, is de Een eerste werkpunt dus: een jongere generatie. AXXON zal nog herkenbare identiteit uitstralen. We meer inzetten op de ondersteuning streven ernaar om onze standpunten van startende kinesitherapeuten helder uit te dragen. door specifieke nieuwsbrieven en infosessies. De banden met De meeste deelnemers hechten de studentenverenigingen en het grootste belang aan een universiteiten worden hierbij een daadkrachtig beleid. De voordelen sterke speler. en diensten van het lidmaatschap
Wat ook sterk naar voren kwam is de onbekendheid van AXXON’s standpunten bij de respondenten in dienstverband. De werkgroep rond instellingskine zal dus nog verder aangesterkt worden om dit werkpuntje aan te pakken. Er komt meer aandacht op bottom-upcommunicatie bij deze doelgroep. Over de communicatie en informatieverstrekking vanuit AXXON is de meerderheid tevreden. Uiteraard zijn er wel dingen die verbeterd kunnen worden, zowel op vlak van inhoud als de kanalen. Er wordt gemikt op een goede balans tussen snelle to-the-point updates als diepere inhoud over beleid, politiek en zorg. Nog meer communiceren over preventie is ook iets dat we meenemen, net als het uitbreiden van het opleidingsaanbod.
DECEMBER 2023
05
AXXON IN ACTIE
HELENA D.MILONAS
AXXON’s 12 punten voor de toekomst Het memorandum van AXXON balt de belangrijkste actiepunten samen waar op beleidsmatig niveau verandering in moet komen tijdens de volgende legislatuur. Al onze voorstellen werden voorgelegd aan onze stakeholders en de politieke partijen. In de aanloop van de verkiezingen binnen enkele maanden, blijft AXXON werk leveren om zo veel mogelijk van deze punten te zien opgenomen in hun programma’s en nadien in het regeerakkoord!
06
DECEMBER 2023
1
2
3
Elke patiënt moet gelijk terugbetaald worden voor zijn kinesitherapeutische zorg, ongeacht de conventiestatus van de zorgverlener. De afschaffing van de maatregel waarbij patiënten van gedeconventioneerde kine’s minder krijgen terugbetaald staat opnieuw bovenaan. Bijna alle Parlementsleden van de commissie Gezondheid en Gelijke Kansen waren het tijdens onze hoorzitting eens dat dit gewijzigd moet worden, zoals voorzien in de Kwaliteitswet. Het kan in een democratie niet mogelijk zijn dat diezelfde Parlementsleden genegeerd worden door hun regering, die weigert de wijzigingen door te voeren. Een billijk ereloon voor zelfstandige kinesitherapeuten dringt zich op. Uit een recente studie van AXXON, uitgevoerd door Hict, blijkt dat er op dit moment een kloof van €13 per behandeling bestaat tussen wat kinesitherapeuten mogen vragen en zouden moeten vragen om uit de kosten te komen. Het besef lijkt binnen te dringen dat de huidige tarieven van de conventie onvoldoende zijn, wat aanleiding kan geven tot verdere deconventies. De loonschaal van loontrekkende kinesitherapeuten moet hun competenties volgen. De organisatie binnen het ziekenhuis, het takenpakket en de IFIC-verloning moeten volgens AXXON herzien worden.
4
5
6
7
De wet moet de actuele praktijkvoering en huidige realiteit weerspiegelen. AXXON vraagt een aanpassing van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 (art. 43 en 44) over de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Sinds de erkenning als afzonderlijk zorgberoep heeft de kinesitherapie een grote evolutie doorgemaakt, maar dit is niet terug te zien in de huidige wet. Nieuwe beroepscompetenties en technieken, die wereldwijd worden onderwezen en toegepast, moeten erbij worden ingeschreven om de realiteit van de actuele praktijkvoering te weerspiegelen. Deze aanpassing is van groot belang voor de patiëntveiligheid. De patiënt heeft er alle belang bij dat de wetgeving de sector niet achterna holt en dat het strookt met de werkelijkheid. De oprichting van een tuchtorgaan per zorgberoep om problemen snel en gericht aan te pakken. Elke patiënt moet snel bij de juiste instantie terecht kunnen met eventuele klachten. De kwaliteit en veiligheid van de zorg staat immers altijd voorop. Hiervoor vraagt AXXON de oprichting van een tuchtkamer onder peers per zorgberoep en per taal, die klachten kan onderzoeken en sancties kan opleggen indien nodig. De preventieve kracht van kinesitherapie: enkel maar voordelen voor de volksgezondheid. Er is een shift nodig van curatieve naar preventieve gezondheidszorg. De kinesitherapeut is de aangewezen expert op vlak van beweging en levensstijl om de volksgezondheid te verbeteren. De wet dient te worden aangepast aan de realiteit, zodat nieuwe technieken die hun nut bewezen hebben op vlak van (primaire) preventie een wettelijk kader krijgen. Directe toegang tot de kinesitherapie: vrij consultatief kine-onderzoek met mogelijkheid tot behandeling. Huisartsen zijn vaak overbevraagd en retroactieve voorschriften duiken vaker op. Dit jaar werd een projectvoorstel ingediend, waarin studies aantonen dat directe toegang tot kinesitherapie – zonder voorschrift – in vele gevallen voordelen kan bieden. Besparingen voor de gezondheidszorg én voor de patiënt.
8
9
Digitalisering: toegang tot het elektronisch medisch dossier en tele-revalidatie. Een papiervrije omgeving waar alle zorgverleners mee aan de slag kunnen zorgt ervoor dat de administratieve overlast vervalt, terwijl de patiënt kan genieten van een snellere en grondigere zorg. Daarnaast is zorg op afstand met video en telemonitoring de afgelopen jaren een belangrijke speler geworden. Uitbreiding van de Beroepsbekwaamheden: garantie op doelgerichte zorg. Naast een betere opvolging van de erkenningen van de huidige 6 BBK’s, zouden ook sportkinesitherapie, kinesitherapie in de geestelijke gezondheidszorg en kinesitherapie bij oudere personen een wettelijk kader moeten krijgen. Patiënten kunnen meteen aan het juiste adres aankloppen met hun specifieke zorgvraag.
10 Een eigen identiteit voor de
ziekenhuiskinesitherapeuten. AXXON pleit voor een aparte plaats voor het beroep kinesitherapie in het organigram. De ziekenhuiskinesitherapeut heeft een erkende rol binnen het multidisciplinaire team en deze wordt gewaarborgd als volwaardige partner in de ziekenhuiswetgeving.
11 Aanpassingen aan het huidige
RIZIV-overlegmodel. De vraag naar kinesitherapie stijgt, maar het budget volgt niet mee. Het wordt elke keer moeilijker om een overeenkomst af te sluiten. Budgetten moeten beter ingezet en geherinvesteerd worden. De vertegenwoordigers van de kinesitherapie moeten ook nauwer betrokken worden bij alle beslissingen die rechtstreeks invloed hebben op de invulling van het beroep.
12 Het sociaal statuut harmoniseren
voor alle zorgverleners. Geen verschillen meer met andere zorgberoepen enerzijds, maar ook binnen de kine-sector anderzijds. De berekening van de activiteitsdrempel moet worden uitgebreid (naar K- en R-prestaties) en verlaagd voor startende collega’s.
Lees ons volledig memorandum op de AXXON-website onder Publicaties.
DECEMBER 2023
07
EXXPERT
WILLIAM PONCIN KINESITHERAPEUT, PHD
Kan prehabilitatie worden aangeboden met een verhoogde sessiefrequentie gedurende een verkorte periode bij patiënten met niet-kleincellige longkanker?
Een gerandomiseerde gecontroleerde studie. Longkanker blijft de meest voorkomende oorzaak van kankersterfte. In het geval van niet-kleincellige longkanker (NSCLC) bestaat de curatieve behandeling uit vroege longresectie. Echter, de cumulatie van kwetsbaarheidsfactoren (comorbiditeiten, ouderdom, slechte inspanningstolerantie, enz.) verhoogt aanzienlijk de perioperatieve risico’s. Het beoordelen van deze risico’s vereist de meting van de maximale zuurstofopname (V̇O2piek). Hoe lager de V̇O2piek, des te groter de perioperatieve risico’s zijn.1 De preoperatieve fysieke voorbereiding, genaamd “prehabilitatie,” heeft tot doel de V̇O2piek van patiënten vóór de operatie te verbeteren om de perioperatieve risico’s te verminderen. Aanvankelijk was prehabilitatie alleen gericht op inoperabele patiënten (dat wil zeggen, patiënten met een zeer hoog risico op postoperatieve complicaties als gevolg van een slechte cardiorespiratoire toestand). Tegenwoordig richt prehabilitatie zich ook op patiënten met matige postoperatieve risico’s. Voor effectieve prehabilitatie is echter een voldoende trainingsbelasting nodig om fysiologische voordelen te behalen. Aan de andere kant is er sprake van tijdsdruk, gezien de noodzaak van een snelle chirurgische ingreep.
08
DECEMBER 2023
Er is aangetoond dat patiënten die 15 of meer prehabilitatiesessies ondergingen, meer cardiorespiratoire voordelen behaalden dan patiënten die minder dan 15 sessies volgden.2 Maar 15 sessies kunnen lang zijn, te lang... Daarom stelde een onderzoeksteam zich de vraag of het samenvoegen van 15 prehabilitatiesessies tot een programma van 3 weken (dat wil zeggen, 5 sessies per week) in vergelijking met een programma van 5 weken (3 sessies per week) equivalent was en geen gevaar opleverde voor de patiënten.3
Methoden Om hun onderzoeksvraag te beantwoorden, voerden de auteurs een gerandomiseerde gecontroleerde studie met een intentie-tot-behandelingsanalyse uit. Individuen met niet-kleincellige longkanker (CPNPC) en een matig tot hoog risico op postoperatieve complicaties werden opgenomen. Deze individuen kregen allemaal vijftien prehabilitatiesessies onder supervisie van een kinesitherapeut. De experimentele groep kreeg een “dicht” programma van vijf sessies per week gedurende drie weken, terwijl de controlegroep een “niet-dicht” programma kreeg van drie sessies per week gedurende vijf weken.
De prehabilitatiesessies duurden 90 minuten en werden georganiseerd in groepen van 6 patiënten (behalve de eerste sessie, die individueel was). De sessies omvatten aërobe training, perifeer spierversterking en versterking van de ademhalingsspieren. Bovendien omvatte de eerste sessie ondersteuning bij stoppen met roken en therapeutische educatie over slijmafvoertechnieken, diep ademen, gerichte en beschermde hoest, en postoperatieve mobilisatie. Deze elementen werden herhaald tijdens de 14 daaropvolgende groepssessies.
0 liggen (geen verschil tussen de groepen) tot waarden boven de klinisch relevante drempel van 1,75 ml/kg/min in het voordeel van het dichte trainingsprogramma, wat wijst op vergelijkbare of betere voordelen met het dichte trainingsregime in vergelijking met het controlegroepregime (niet-dicht).
Het primaire eindpunt was de verandering in cardiorespiratoire conditie gemeten door de V̇O2piek in ml/kg/min. Dit eindpunt werd blind geëvalueerd. Secundaire eindpunten omvatten veranderingen in andere gemeten variabelen tijdens cardiopulmonaire inspanningstests, niet-invasieve nutritionele markers, maximale isometrische quadricepscontracties, maximale inspiratoire druk, kwaliteit van leven, naleving en postoperatieve complicaties.
b. Nalevingspercentages en ongewenste effecten
Resultaten In totaal werden 36 patiënten gerekruteerd.
a. Preoperatieve resultaten (vergelijking voor en na het prehabilitatieprogramma, voor de operatie) Primaire uitkomstmaat: Het gemiddelde verschil tussen de groepen in de verandering van V̇O2piek was 1,2 ml/kg/min (95% betrouwbaarheidsinterval [95% BI] van -0,1 tot 2,6, dat wil zeggen, dicht bij de significantiedrempel van 0,05%). De beide uitersten van het 95% BI (-0,1 tot 2,6) omvatten waarden die dicht bij
Secundaire uitkomstmaten: Er was geen significant verschil tussen de twee groepen, wat aangeeft dat de dichte groep minstens gelijkwaardig was aan de niet-dichte groep voor alle gemeten secundaire uitkomstmaten.
Het gemiddelde nalevingspercentage voor het volgen van de geplande sessies was respectievelijk 86% en 87% voor het dichte en niet-dichte programma, zonder significant verschil tussen de groepen. Geen enkele patiënt hoefde een van de twee programma’s te stoppen vanwege onverdraagzaamheid.
het intensieve trainingsprogramma mogelijk een afname in hun kwaliteit van leven zouden ervaren en/ of moeite zouden hebben om de voorgeschreven sessies bij te wonen, maar deze waarschijnlijkheid werd door hun resultaten ontkracht. In conclusie, bij patiënten met niet-kleincellige longkanker kan een prehabilitatieprogramma worden aangeboden met een verhoogde frequentie in een korter behandelingsregime, met vergelijkbare of zelfs betere effectiviteit. Dit zou kunnen resulteren in een groter aantal patiënten met een postoperatief risico dat naar prehabilitatie kan worden verwezen, zelfs bij korte preoperatieve perioden.
Referenties 1.
Brunelli A, Kim AW, Berger KI, Addrizzo-Harris DJ. Physiologic evaluation of the patient with lung cancer being considered for resectional surgery: Diagnosis and management of lung cancer, 3rd ed: American College of Chest Physicians evidence-based clinical practice guidelines. Chest. May 2013;143(5 Suppl):e166S-e190S. doi:10.1378/chest.12-2395
2.
Gravier FE, Bonnevie T, Boujibar F, et al. Effect of prehabilitation on ventilatory efficiency in non-small cell lung cancer patients: A cohort study. J Thorac Cardiovasc Surg. Jun 2019;157(6):2504-2512.e1. doi:10.1016/j.jtcvs.2019.02.016
3.
Gravier FE, Smondack P, Boujibar F, et al. Prehabilitation sessions can be provided more frequently in a shortened regimen with similar or better efficacy in people with non-small cell lung cancer: a randomised trial. J Physiother. Jan 2022;68(1):43-50. doi:10.1016/j. jphys.2021.12.010
c. Postoperatieve resultaten In totaal werden 26 patiënten geopereerd. De redenen voor nietoperatie bij 10 patiënten hadden geen verband met de programma’s. Er was geen significant verschil in postoperatieve complicaties tussen de twee groepen.
Discussie en conclusie Deze studie biedt een voldoende nauwkeurige schatting om te ondersteunen dat het gebruik van een intensief prehabilitatieprogramma gedurende 3 weken ten minste vergelijkbare voordelen oplevert als een minder intensief maar langer programma (van 5 weken). De belangrijkste zorg van de auteurs van dit werk was dat deelnemers aan
DECEMBER 2023
09
EXXPERT
AN DE GROEF KINESITHERAPEUT, PHD
Behandeling van aanhoudende pijn na borstkanker: lacunes in de praktijk en toekomstperspectieven Management van chronische niet-kanker-gerelateerde pijn heeft al enige tijd de primaire farmacologische aanpak verlaten. Het staat in verschillende richtlijnen dat een multidisciplinaire biopsychosociale aanpak vereist is1-4. Dergelijke duidelijke richtlijnen zijn er op dit moment niet voor personen met blijvende pijn na (borst)kanker. Daarom hebben verschillende internationale en multidisciplinaire onderzoeksgroepen in het gebied van pijnwetenschappelijke educatie, (kanker) pijn en oncologische revalidatie hebben hun expertise gebundeld en een samenwerking opgestart: Pain Education after CANcer-team.
10
PECAN bouwt voort op de kennis en ervaringen uit de revalidatie van chronische niet-kanker pijn. Bij de kankerpopulaties moeten echter enkele unieke overwegingen in rekening gebracht worden. De eerste publicatie van het PECAN-team bespreekt het groeiende probleem van aanhoudende pijn na een succesvolle behandeling van borstkanker en presenteert aanbevelingen voor het verbeteren van pijn-gerelateerd functioneren voor deze groep. Het artikel kan hier worden geraadpleegd5.
succesvol behandeld, hier gedefinieerd als 5 jaar na de diagnose nog in leven zijn, maar 19,5-21,8% van hen ervaart aanhoudende matige tot ernstige pijn6. De behandeling van aanhoudende pijnproblemen bij niet-kankerpatiënten gaat verder dan een aanpak op basis van medicatie. Pijnwetenschappelijke educatie, actieve en psychologische therapieën en zelfmanagementvaardigheden worden nu beschouwd en aanbevolen als eerstelijnsinterventies en worden als zodanig onderschreven in klinische richtlijnen1-4.
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker onder vrouwen. Drieënzeventig procent van de mensen bij wie borstkanker is vastgesteld, wordt
Op basis van deze richtlijnen in de behandeling van aanhoudende niet-kanker gerelateerde pijn, beschrijft het PECAN-team in de paper de potentieel krachtige
DECEMBER 2023
rol die pijnwetenschappelijke educatie kan spelen bij de aanpak van pijn na een succesvolle behandeling van borstkanker. Hiervoor is het echter cruciaal om de inhoud van de pijnwetenschappelijke educatie aan te passen aan de context na borstkanker. Uit een recent mixed-method onderzoek bij mensen die in een revalidatietraject waren voor chronische niet-kanker pijn, kwamen drie sleutelconcepten naar voren die volgens hen het meest waardevol zijn voor pijnwetenschappelijke educatie (3). Het eerste concept ‘Pijn betekent niet dat mijn lichaam beschadigd is’ vat het belang samen van het loslaten van reeds bestaande ideeën dat pijn duidt op weefselschade. Het tweede
concept, ‘Gedachten, emoties en ervaringen beïnvloeden pijn’, geeft de waarde weer van het herkennen van multifactoriële (biopsychosociale) invloeden op pijn. En ten derde, ‘Ik kan mijn overbeschermende pijnsysteem hertrainen’ geeft het belang weer van het conceptualiseren van aanhoudende pijn als een aanhoudende verhoogde beschermende reactie die kan worden veranderd. Hoewel deze sleutelconcepten ook hun waarde hebben in de post-borstkanker populatie, beperken de complexiteit en unieke kenmerken van post-borstkanker pijn de eenvoudige transfer van deze sleutelconcepten naar de kankerpopulatie.
DECEMBER 2023
11
EXXPERT
Daarom is het essentieel om extra kanker-specifieke concepten toe te voegen aan de pijnwetenschappelijke educatie, net zoals niet-kanker specifieke concepten (bijv. ‘een tussenwervelschijf kan niet
verschuiven’) weggelaten kunnen worden. Bij het afstemmen van pijnwetenschappelijke educatie op de kankerpopulatie zal rekening gehouden moeten worden met andere co-morbiditeiten (waarover veel biomedische informatie wordt
gegeven in folders, boeken en op internet), unieke biopsychosociale factoren (figuur 1), de mogelijke specifieke gevolgen van kankerbehandelingen en de toch al lange en vaak intensieve follow-up en nazorg.
ZORGTEAM
PIJN NA BORSTKANKER
SOCIAAL
FAM ILIE
NG GEVI M O K WER AU IVE N E I R CAT UU U T D L E CU
ES ITI N G CO E RD TEE A EL IES ER G NIT G S G CO IN DE R E EG ATE W BE REL E G NPIJ EN DHED G R O BEZ ITEIT ZELF-EFFECTIV
KA NK ER -GE RE LAT EER DE
SOC IOECO NO MIS CHE STA TUS VRIE NDEN INTIEME RELAT IES
BIO
CO GN ITIE S
GESLACHT TIE MMA INFLA D TAN OES TIE ELT EP EFS CIC WE NO
GE END NE OCR TIC INE A FAC TOR EN PERIFER E NEUR OPATHI E
PSYCHO
VERWACHT INGEN GEZO NDHE IDSG KAN ELETT K ERDH E RLIC EID EN HA P I JNAM GEL SB ETT EEL ERH D EID
Figuur 1: De biopsychosociale factoren die bijdragen aan pijn na de behandeling van borstkanker1. De ervaring van pijn wordt niet alleen bepaald door de prikkeling van weefsels zoals spieren of zenuwen (biologisch niveau), maar ook door hoe iemand zich voelt en over de pijn denkt (psychologisch niveau) en door iemands persoonlijke omgeving en hoe iemand zich daarin gesteund voelt (sociaal niveau).
12
DECEMBER 2023
Kanker-specifieke concepten die geïntegreerd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: 1) ‘Oncomfortabele sensaties gerelateerd aan littekens’. De mechanismen die betrokken zijn bij de vorming van littekenweefsel, de daarmee samenhangende sensaties, de psychologische impact en hoe littekens kunnen worden behandeld en verzacht, moeten worden uitgelegd aan patiënten. Leerdoelen kunnen zijn: het introduceren van het idee dat het veilig (en heilzaam) is om te bewegen en elk litteken te zien als een verhaal van kracht en overleving. 2) ‘Beschadigde zenuwen sturen valse gevarenboodschappen’. De mechanismen achter neuropathische pijn (en verwante ongewone sensaties) moeten worden uitgelegd. Dit concept is relevant in de context van (pijnlijke en nietpijnlijke) neuropathieën die verband houden met chirurgie, radiotherapie en chemotherapie. De leerdoelen kunnen bestaan uit het begrijpen van de mechanismen van neuropathische pijn en het stellen van de juiste verwachtingen voor hersteltijd en implicaties voor (zelf)management. 3) ‘Leven met pijn-gerelateerde onzekerheid’. Het interpreteren van alledaagse pijn als een teken van terugkeer van de kanker zal de dreigingswaarde van pijn aanzienlijk verhogen. Doelen binnen dit concept kunnen zijn: bewust worden van het overmatig controleren van dagelijkse pijn en andere sensaties en het aanleren van vaardigheden en strategieën om met deze onzekerheden om te gaan. Het PECAN-team heeft een pijnwetenschappelijk educatie-programma uitgewerkt met deze generieke én kanker-specifieke concepten. Een eerste piloot- en haalbaarheidsstudie toonde veelbelovende resultaten7. Deze interventie zal getest worden aan de Universiteit Antwerpen, Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Gent aan de hand van een grote pragmatische gecontroleerde, gerandomiseerde studie. Voor meer info: www.caredon.org
Referenties 1.
de Campos TF. Low back pain and sciatica in over 16s: assessment and management NICE Guideline [NG59]. J Physiother 2017; 63(2): 120.
2.
Carville S, Constanti M, Kosky N, Stannard C, Wilkinson C. Chronic pain (primary and secondary) in over 16s: summary of NICE guidance. BMJ (Clinical research ed) 2021; 373: n895.
3.
Arden NK, Perry TA, Bannuru RR, et al. Nonsurgical management of knee osteoarthritis: comparison of ESCEO and OARSI 2019 guidelines. Nature reviews Rheumatology 2021; 17(1): 59-66.
4.
Foster NE, Anema JR, Cherkin D, et al. Prevention and treatment of low back pain: evidence, challenges, and promising directions. Lancet 2018; 391(10137): 2368-83.
5.
De Groef A, Meeus M, Heathcote LC, et al. Treating persistent pain after breast cancer: practice gaps and future directions. Journal of cancer survivorship : research and practice 2022: 1-10.
6.
Haenen V, Evenepoel M, De Baerdemaecker T, et al. Pain prevalence and characteristics in survivors of solid cancers: a systematic review and metaanalysis. Supportive care in cancer : official journal of the Multinational Association of Supportive Care in Cancer 2022; 31(1): 85.
7.
De Groef A, Evenepoel M, Van Dijck S, et al. Feasibility and pilot testing of a personalized eHealth intervention for pain science education and self-management for breast cancer survivors with persistent pain: a mixed-method study. Supportive care in cancer : official journal of the Multinational Association of Supportive Care in Cancer 2023; 31(2): 119.
Wil je graag deel uitmaken van deze studie en educatiesessies geven aan studiedeelnemers? Neem contact op met pecanehealth@gmail.com
DECEMBER 2023
13
EXXPERT
NELE ADRIAENSSENS KINESITHERAPEUT, PHD
Updates in de lymfologie De rol van de kinesitherapie in de conservatieve behandeling van patiënten met lymfoedeem volgens de internationale consensus 2023-2025.
Van 11 tot en met 15 september vond het 29ste Wereldcongres voor Lymfologie ‘The Modern Lymphology: Bridging the gap’ plaats in Genua, Italië. Dit internationale evenement bracht lymfologen, onderzoekers, chirurgen, kinesitherapeuten en andere zorgverstrekkers van over de hele wereld samen om kennis en vaardigheden te delen over de nieuwste ontwikkelingen binnen de zorg voor patiënten met lymfatische stoornissen. Het programma van het congres, dat te vinden is op de website https:// www.isl2023lymphology.com/, bood een breed scala aan parallelle lezingen en workshops over innovatieve onderwerpen. Een overvol programma met een massale opkomst, waaruit het belang van en de interesse voor de lymfepathologie nog maar eens gebleken is. Het congres wordt 2-jaarlijks georganiseerd door de International Society of Lymphology (ISL), met als subdivisie de European Society of Lymphology (ESL, https://www. eurolymphology.org/) en zijn subdivisies, o.a. de Belgian Society of Lymphology (https://besl.be/). In dit artikel kan je enkele hoogtepunten en conclusies terugvinden van het congres, die in het bijzonder relevant zijn voor kinesitherapeuten. Het congres werd feestelijk geopend door vader Corradino Campisi (ISL voorzitter in 1999) en zoon Corrado Campisi (congres voorzitter), twee gerenommeerde Italiaanse lymfechirurgen, gevolgd door 3 overkoepelende keynote lezingen. De Gaspare Aselli’s medaille (een prestigieuze
14
DECEMBER 2023
ISL erkenning) werd uitgereikt aan David Jackson (Verenigd Koninkrijk) voor zijn vooraanstaand onderzoek binnen ‘Human immunology LYVE-1’, waarover hij dinsdag een uiteenzetting gaf.1 De tweede dag startte met een sessie over ‘Anatomie en pathologie, fysiologie en pathofysiologie van de lymfecirculatie voor de klinische praktijk’. Een opsteker voor de kinesitherapeuten kwam van de lymfe-anatomie expert Hiroo (of was het nu hero ) Suami (Australië), die uit zijn onderzoeken concludeerde dat wanneer een IndoCyanine Groen onderzoek (fluorescentie techniek om de functionele lymfevaten en -stroom in real time in beeld te brengen voor o.a. lymfe mapping) voorafgegaan wordt door manuele lymfedrainage, de accuraatheid van de meting (aflijning van het beeld) veel beter was.2 Deze sessie werd gevolgd door een keynote van de Poolse expert Andrzej Szuba die herhaalde dat 5 à 8 liter vocht per dag door ons lymfestelsel stroomt en dat de revisie van het Starling principe3 ons erop wijst dat (re)absorptie vanuit het interstitium (bijna) exclusief via het lymfestelsel verloopt (en dus niet via de veneuze stroom zoals eerder gedacht). Dit maakt de rol van manuele lymfedrainage extra belangrijk, aangezien deze techniek het extracellulair vocht van het interstitium kan laten opnemen, via de lymfecapillairen, in het lymfesysteem, zoals geïllustreerd in figuur 1.
The composition of the prenodal lymph is different from that of the interstitial fluid.
Emptying Phase (Fig. 3.2C) As long as the tissue pressure is higher than the lymph capillary pressure, the interstitial fluid flows into the lymph capillaries, which lowers the tension in the interstitium. Flap valve
Anchor filament
Skin Inlet valve
Pi
PL
Pi �PL Precollector
Interstitium
Pi
Lumen
Pi = PL
PL
B
Precollector
Pi
A
Break (junction)
Collagenous fibers
Skin
PL
Pi �PL
C Fig. 3.2, cont’d
B, Filling phase. The fluid content of the interstitium is increased; the tissue
pressure (P ) increases and becomes higher than the lymph pressure in the lymph capillaries Fig. 3.2 A, Schematic drawing of an initial lymphatic vessel at rest. The inner covering of the (P ). The interstitium expands. Because the anchor filaments are fastened to the fibrous scaffolding of the interstitium and to the flap valves of the lymph capillary endothelial cells, the wall consists of a layer of endothelial cells with a roof-tile type of overlapping. The anchor filaments flaps are pulled up, the “inlet valves” are opened, and the lymph capillaries are now closed in the direction of the precollector. The interstitial fluid flows into the lymph capillaries. [Source: 7.] are attached to the fibrous scaffolding of the interstitium. The pressure (Pi ) isin equal Figuur 1: Het schema links is een afbeelding vaninterstitial een lymfecapillair rust.to De wand bestaat endotheelcellen C, Emptying phase. The fluid contentuit of the interstitium decreases; the tissue pressure (P ) becomes less than that of the lymph pressure (P ). The elastic tissue springs back. The inlet the lymphatic pressure (PL ). [Source: 4.] Continued valves are closed. The lymph reaches the precollector. One part of the lymphatic fluid is ultrai
L
i
die dakpangewijs over elkaar liggen. De filamenten (van Casley-Smith) zijn verbonden aan de endotheelcellen en de huid. De interstitiële druk (Pi) is gelijk aan de druk in het lumen (PL). In 29schema B, rechts bovenaan, is er een toename van de Pi door opstapeling van extracellulair vocht in het interstitium (oedeem). Hierdoor komen de filamenten op rek en trekken ze de endotheelcellen open, waardoor vocht en proteïnen kunnen instromen in het lymfestelsel. Wanneer de druk in het lumen opbouwt (schema C, rechts onderaan) wordt het geabsorbeerde vocht verder gestuwd naar de precollectoren en de rest van het lymfestelsel.4 L
filtered from the lymph capillaries into the interstitium: the lymph becomes more concentrated than the interstitial fluid. [Source: 7.]
De voormiddag werd afgesloten met een overkoepelende sessie ‘The state of complete decongestive therapy (CDT of Complex Physical Therapy, CPT)’, waarbij de meest innovatieve resultaten kwamen van de Italiaan Alberto Macciò. In zijn studie ‘DOT-IPC mechanical lymphdrainage: new combined technique’ combineerde hij intermittente pneumatische compressie (IPC) (waar hij de maximum druk van 40 mmHg benadrukte) over een korte rek bandage en een onderlaag met reliëf (‘dots’) met manuele lymfedrainage. Hij behaalde significant betere resultaten dan zonder deze ‘dot-IPC’. Zo waren er o.a. 35% minder behandelsessies noodzakelijk, een belangrijk socio-economisch voordeel, en was er een betere therapietrouw. Er wordt geadviseerd om altijd compressiekledij te dragen tijdens de IPC. Dinsdagnamiddag werd vooral gewijd aan de medische beeldvorming van het lymfestelsel en lymfoedeem met o.a. een joint working group ESL-ISL over lymfoscintigrafie (LySc), voorgezeten door onze landgenoot en expert Prof dr Pierre Bourgeois. Zijn (het Belgisch) protocol is nog steeds wereldwijd de gouden standaard voor LySc. Dinsdagavond werden er twee sessies georganiseerd en voorgezeten door landgenote en ABCIG Oncologie mede oprichter en -voorzitter professor Nele Adriaenssens, m.n. ‘Current state of lymphedema care in the world’ en ‘Recent updates in complex physical
therapy: MLD, compression and exercise’. In de eerste sessie presenteerde de voorzitter de preliminaire resultaten van een internationale survey bij 48 landen gespreid over 5 continenten over de aanwezigheid en toegankelijkheid van zorg voor patiënten met lymfoedeem. Hieruit blijkt dat (de behandeling van) lymfoedeem nog steeds een wereldwijd probleem is en dat er meer noord-zuid samenwerkingen, zowel klinisch als in onderzoek en onderwijs, zouden moeten aangegaan worden om know how en bronnen te delen. Daarna werd er ingezoomd op de situaties in Colombia, DR Congo en Rusland. In de tweede sessie werd de PeriKit voorgesteld door landgenoot dr Joseph Harfouche, een nieuw (digitaal) gebruiksvriendelijk en gevalideerd meetinstrument voor perimetrie van de arm én hand.5 De significant positieve effecten van (aquatische) oefentherapie voor patiënten met lymfoedeem werden gepresenteerd door collega’s van Australië6 en Griekenland. Professor Rockson (VSA) pakte uit met een studie waarbij een mobiel IPC-toestel succesvol werd ontwikkeld en uitgetest. In de toekomst zullen patiënten dus al wandelend hun IPC kunnen krijgen, een grote stap vooruit in het zelfmanagement en het verhogen van de therapietrouw.7
DECEMBER 2023
15
EXXPERT
De sessies werden voorafgegaan door een toelichting van W Repicci, president en CEO van LE&RN, over het ‘Lymphatic Education & Research Network’. Zeker de moeite waard om een bezoek te brengen aan de website https://lymphaticnetwork. org/about/mission/ van dit mooie initiatief, waar nu ook meer en meer Europese instellingen voor intekenen en waar we dus ook nog meer over zullen horen. Naar het einde van de week, werd er veel aandacht besteed aan de chirurgische behandeling
van lymfoedeem die ook een grote evolutie kent, o.a. dankzij de robotchirurgie. De rol van de CPT wordt echter steeds benadrukt in de perioperatieve fasen. Het belang van het interprofessioneel samenwerken en multidisciplinaire centra groeit en dat kunnen we alleen maar toejuichen. De kinesitherapeut blijft ‘first-in-line’ voor het gros van de oedeempatiënten en zoals de consensus het voorschrijft, worden de patiënten eerst 6 maanden tot een jaar behandeld met CPT, alvorens door te verwijzen voor verder onderzoek en mogelijke
chirurgie. De consensus8 werd traditiegetrouw aan het einde van het congres herbekeken en voor de kinesitherapie verandert er weinig. CPT (manuele lymfedrainage, compressietherapie, oefentherapie en wondzorg) blijven de gouden standaard in de behandeling van perifere lymfoedemen, dus conclusie: doe zo voort! Volgend jaar wordt het ESL congres georganiseerd van 6 tot 8 juni 2024 in Istanboel en we hopen jullie talrijk te mogen begroeten. Tot dan.
Referenties 1
Johnson LA, Jackson DG. Hyaluronan and Its Receptors: Key Mediators of Immune Cell Entry and Trafficking in the Lymphatic System. Cells. 2021 Aug 12;10(8):2061. doi: 10.3390/ cells10082061. PMID: 34440831; PMCID: PMC8393520.
2
Suami H, Thompson B, Mackie H, Blackwell R, Heydon-White A, Blake FT, Boyages J, Koelmeyer L. A new indocyanine green fluorescence lymphography protocol for diagnostic assessment of lower limb lymphoedema. J Plast Reconstr Aesthet Surg. 2022 Nov;75(11):3946-3955. doi: 10.1016/j.bjps.2022.08.017. Epub 2022 Aug 24. PMID: 36192315.
3
16
Levick JR, Michel CC. Microvascular fluid exchange and the revised Starling principle. Cardiovasc Res. 2010 Jul 15;87(2):198-210. doi: 10.1093/cvr/cvq062. Epub 2010 Mar 3. PMID: 20200043.
4
https://www.foeldicollege.com/en/about-us/
5
Louys M, Mathieu M, Harnie S, Adriaenssens N. How to quantify limb volume: a new overview of measurement methods. EJLRP. 2023; 34(83): 11-18.
DECEMBER 2023
6
Hayes SC, Singh B, Reul-Hirche H, Bloomquist K, Johansson K, Jönsson C, Plinsinga ML. The Effect of Exercise for the Prevention and Treatment of Cancer-Related Lymphedema: A Systematic Review with Meta-analysis. Med Sci Sports Exerc. 2022 Aug 1;54(8):1389-1399. doi: 10.1249/ MSS.0000000000002918. Epub 2022 Mar 22. PMID: 35320145.
7
Rockson SG, Karaca-Mandic P, Skoracki R, Hock K, Nguyen M, Shadduck K, Gingerich P, Campione E, Leifer A, Armer J. Clinical Evaluation of a Novel Wearable Compression Technology in the Treatment of Lymphedema, an Open-Label Controlled Study. Lymphat Res Biol. 2022 Apr;20(2):125-132. doi: 10.1089/ lrb.2020.0126. Epub 2021 Jul 2. PMID: 34227842; PMCID: PMC9081034.
8
Executive Committee of the International Society of Lymphology. The diagnosis and treatment of peripheral lymphedema: 2020 Consensus Document of the International Society of Lymphology. Lymphology. 2020;53(1):3-19. PMID: 32521126.
AXELLE UYTTERHAEGEN - RENTREE
EXXTRA
Rentree zorgt voor een plekje op de arbeidsmarkt voor iedereen Werken tijdens/na kanker is geen evidentie. In Rentree zoek je met een coach naar antwoorden op je vragen. Rentree is een gratis dienstverlening voor mensen met een kankerdiagnose die opnieuw het werk willen hervatten. Tijdens het traject worden diverse vragen behandeld, deze kunnen zeer specifiek of algemeen zijn. Rentree biedt individuele coaching om samen naar antwoorden te zoeken op deze vragen. Coaches kunnen ook bijstaan in het mee helpen organiseren van de administratie, er wordt gemikt op een volledige ontzorging van de cliënt. Het uitgangspunt van Rentree richt zich ook voornamelijk op het empoweren van het individu omdat we merken dat het zelfvertrouwen vaak zoek is na het ziekteproces. Het programma richt zich op werknemers, maar werkzoekenden kunnen via VDAB ook bij Rentree terechtkomen. Om de meerwaarde van Rentree te onderstrepen verwijzen we graag naar een praktijkvoorbeeld van Stijn, een cliënt van Rentree. Dit traject toont hoe Rentree een positieve impact heeft gehad op zijn werkhervatting na de diagnose. Stijn, een Business Banker bij Belfius, begon anderhalve maand voor zijn geplande werkhervatting met Rentree. Voor de diagnose werkte Stijn graag en ijverig, vaak meer dan de voorgeschreven 38 uur per week. Na de diagnose stopte hij tijdelijk met werken, maar hij wilde zo snel mogelijk weer aan de slag. Hij begon Rentree te overwegen anderhalve maand voor zijn geplande herstart, hoewel hij aanvankelijk dacht dat hij zonder hulp fulltime opnieuw kon starten. Zijn
motivatie was sterk, maar toch hielp coach Annelies hem om andere realistische doelen te stellen. Ze maakten samen een gedetailleerd re-integratieplan waarbij rekening werd gehouden met de nieuwe cognitieve en fysieke uitdagingen. Dit werd nadien grondig met de werkgever besproken, de betrokkenheid en begrip van de werkgever speelde dan ook een cruciale rol in dit proces. Stijn merkte op dat Rentree’s kracht ligt in de professionele en persoonlijke aanpak, met individuele begeleiding en praktische tips die hij zelf niet had kunnen bedenken. Het resultaat van het traject was dat Stijn zijn oude functie kon hervatten, zij het met een ander werkritme en enkele aanpassingen. Hij bereikte zijn doelen en voelde een goed evenwicht tussen zijn ambities en de realiteit van zijn gezondheid. Rentree is er om de werkhervatting voor alle partijen zo vlot mogelijk te laten verlopen met oog voor de impact van de diagnose, behandeling, etc. De sterkte van een Rentreetraject ligt dan ook in het kennisniveau van de coaches zowel rond het werk gerelateerde thema alsook rond kanker. Meer info kan je vinden op: www.rentree.eu rentree@dewerkplekarchitecten.be
DECEMBER 2023
17
EXXPERT
SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS
Hoeveel vennootschapsbijdrage betaal je in 2023?
Jaarlijkse kost voor jouw vennootschap: het betalen van de vennootschapsbijdrage. Wat houdt die precies in? Hoeveel bedraagt de bijdrage? En zijn er uitzonderingen mogelijk? Op die én andere vragen geven we het antwoord. Sociale bijdragen versus jaarlijkse vennootschapsbijdrage Als zelfstandige met een vennootschap betaal je elk kwartaal sociale bijdragen, al kan je die ook ten laste leggen van je vennootschap. Met die bijdragen bouw je als zelfstandige in hoofdberoep sociale rechten op: een pensioen, de terugbetaling van ziektekosten en een vergoeding bij ziekte of een faillissement. Ook je vennootschap telt een bijdrage neer. Dat bedrag is eigenlijk een solidariteitsbijdrage waarmee de overheid allerlei initiatieven voor álle zelfstandigen financiert. Enkele voorbeelden: het optrekken van de kinderbijslag en hogere minimumpensioenen.
Voor wie is de jaarlijkse vennootschapsbijdrage verplicht? Elke Belgische vennootschap met rechtspersoonlijkheid die onderworpen is aan de Belgische vennootschapsbelasting moet de jaarlijkse bijdrage ophoesten. En ook buitenlandse bedrijven die gevestigd zijn in ons land en onderworpen zijn aan de belasting van de niet-verblijfhouders betalen elk jaar een bedrag. In de praktijk is zowat elke vennootschap in België onderworpen aan de jaarlijkse vennootschapsbijdrage. Zodra je aan die beschrijving voldoet, moet je je onderneming aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en de jaarlijkse bijdrage betalen, telkens voor 31 december. Die uiterste betaaldatum staat vast voor alle bestaande vennootschappen en nieuwe vennootschappen opgericht vóór 1 oktober. Maar wat als jij jouw vennootschap opricht na 30 september? In dat geval betaal jij je vennootschapsbijdrage voor de eerste maal uiterlijk de laatste dag van de derde maand die volgt op de oprichting van je vennootschap. Is de
18
DECEMBER 2023
startdatum bijvoorbeeld 1 oktober, dan is de deadline voor de vennootschapsbijdrage uiterlijk 31 januari. Een belangrijke nuance: als mandataris of werkend vennoot van een vennootschap ben je mee verantwoordelijk voor de betaling van de bijdrage. Als de vennootschap het bedrag niet betaalt, kan je sociaal verzekeringsfonds je hiervoor persoonlijk aanspreken.
Hoeveel bedraagt de vennootschapsbijdrage? Dat wordt bepaald aan de hand van de jaarrekening van het voorlaatste afgesloten boekjaar. Voor het bijdragejaar 2023 is dit dus het boekjaar 2021. Dat houdt geen extra werk in: je sociaal verzekeringsfonds baseert zich op de jaarrekening die je neerlegt bij de Nationale Bank van België (NBB). Lag je balanstotaal in 2021 lager dan 825.750,09 euro dan betaal je in 2023 een vennootschapsbijdrage van 384,44 euro. Bedraagt het balanstotaal 825.750,09 euro of meer, dan rekent je sociaal verzekeringsfonds 960,26 euro aan. Als recent gestarte vennootschap heb je uiteraard nog geen jaarrekening van het voorlaatste boekjaar. Daarom betaal je de eerste 2 jaar de lage bijdrage van 384,44 euro. Tip! Betaal de bijdrage altijd op tijd. Want per maand vertraging verhoogt de overheid jouw vennootschapsbijdrage met 1%.
Vrijstelling? Enkel in beperkte gevallen
2.
Op elke regel bestaat er een uitzondering. Zo kan een startende vennootschap onder strikte voorwaarden voor de eerste drie jaren een vrijstelling krijgen, net als ‘slapende’ vennootschappen.
Jouw vennootschap is “slapend” als zij geen burgerlijke noch handelsactiviteiten uitoefent. Wanneer de belastingdienst bevestigt dat jouw vennootschap gedurende een bepaald kalenderjaar geen enkele activiteit voerde, kan je voor dat kalenderjaar een vrijstelling bekomen. Let wel, dergelijk attest kan je ten vroegste na dat jaar ontvangen.
1.
Vrijstelling als startende vennootschap
Gedurende de eerste drie jaar vanaf de oprichting is jouw startende vennootschap geen bijdrage verschuldigd: wanneer jouw vennootschap een personenvennootschap is (bv. een BV of een CV) die ingeschreven staat in de KBO en indien jij zelf, de andere zaakvoerders én de meerderheid van de werkende vennoten die geen zaakvoerder zijn maximaal drie jaar zelfstandige waren in de tien jaar voorafgaand aan de oprichting van jouw vennootschap.
Vrijstelling als slapende vennootschap
Ook vennootschappen die failliet worden verklaard, een gerechtelijke reorganisatie ondergaan of een vereffening doorstaan, kunnen voor dat jaar worden ontheven van de betaling van de vennootschapsbijdrage. Je boekhouder vertelt of je al dan niet in aanmerking komt voor een vrijstelling.
DECEMBER 2023
19
Wat mag ik wel eten en wat niet? WAT MOET IK DOEN NU ER UITZAAIINGEN ZIJN VASTGESTELD? Wat betekent het om chemotherapie te volgen?
Is het normaal dat ik me de hele tijd kwaad voel? IS KANKER ERFELIJK? Onze specialisten bieden een luisterend oor.