Axxon exclusief maart 2018

Page 1

MAART 2018

Beroepsvereniging voor kinesitherapeuten

Exclusief

SPECIAL

Radiculaire- en lage rugpijn Het ledenmagazine voor en door kinesitherapeuten


INHOUD

EXXTRA

STEFAAN PEETERS LID VAN DE WERKGROEP SOCIALE ZAKEN, VOORMALIG VOORZITTER AXXON, KWALITEIT IN KINESITHERAPIE VZW

EXXTRA

02 04

Vakliteratuur Zijn uw website en Facebookpagina in orde ?

VAKLITERATUUR Titel: Compendium Geneeskunde Totaalpakket (4 delen) Door Romée Snijders, Veerle Smit

AXXON IN ACTIE

06

Een blik op het internationaal nieuws

EXXPERT

08

Enkele leessleutels inzake Low back pain / radicular pain pathway van het KCE

16

Zijn stabilisatieoefeningen doeltreffend bij chronische lage rugpijn en is er bewijs voor schadelijke neveneffecten?

AXXON EXCLUSIEF PUBLICATIE VAN AXXON VZW – MAART 2018 TWEEMAANDELIJKSE UITGAVE, JAARGANG 10, IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM AFGIFTEKANTOOR: BRUSSEL, ERKENNINGSNUMMER: P910666 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: PETER BRUYNOOGHE, IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM HOOFDREDACTIE: SÉBASTIEN KOSZULAP, REDACTIE@AXXON.BE ALGEMENE COÖRDINATIE: KAREN THIEBAUT COPYWRITING: KAREN THIEBAUT, SÉBASTIEN KOSZULAP VERTALING: EMILY VAN COOLPUT, ERIK VERTRIEST CONCEPT EN VORMGEVING: C3CREATIES DRUKWERK: SYMETA CORRESPONDENTIEADRES AXXON: IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM, TEL: 02 709 70 8, FAX: 02 749 96 89, WWW.AXXON.BE REKENINGNUMMER VOOR LIDMAATSCHAP: BE18 3631 0868 1365 U ontvangt dit tijdschrift op de naam en het adres die zijn opgenomen in ons adressenbestand. In uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke leefsfeer hebt u inzage- en correctierecht. De artikels/publiciteit verschijnen onder verantwoordelijkheid van de auteurs/ firma’s. Axxon houdt zich het recht voor om ingestuurde teksten en/of publiciteit die het beroep kunnen schaden te weigeren. © Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotocopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

02

MAART 2018

SPECIALE PRIJS VOOR AXXON-LEDEN

€ 123,45 incl. 6% BTW (Normale prijs € 129.95)

Als student moet je zó veel studiestof leren, dat je soms het overzicht kwijt raakt. Twee studenten hebben deze boekenreeks samengesteld in samenwerking met meer dan zestig studenten en meer dan veertig specialisten. Voor elke medische professional is de reeks ideaal om de verschillende disciplines nog eens op te frissen. Geneeskunde is meer dan droge theorie. Daarom werkt Compendium Geneeskunde met tabellen, afbeeldingen, illustraties, overzichtelijke schema’s en handige weetjes. De reeks bestaat uit 27 disciplines van cardiologie tot sociale geneeskunde. De boeken zijn voorzien van prachtige door studenten gemaakte

illustraties, die tevens erg handig zijn in de praktijk als voorbeeld voor de patiënt. Intussen is ook een eerste pocket-versie van het compendium verschenen én is zelfs een scheurkalender op de markt.

Interesse in een gratis exemplaar? Stuur dan snel een e-mail naar redactie@axxon.be met vermelding van de titel van het boek, uw naam, adres en lidnummer. Wij kiezen 1 gelukkige winnaar! Uitgeverij: Compendium Geneeskunde Publicatiedatum: 19 september 2017 ISBN: 9789082570953

VOORWOORD

Is al wat fout loopt dan toch de schuld van AXXON? Wat mij opvalt in de commentaren op de sociale media sinds het ondertekenen door AXXON van de M18, is de behoefte van collega’s om te kunnen ventileren en zich uit te laten over de frustraties over het beroep. Zeker niet netjes wat taalgebruik betreft, maar nog net boven het niveau van de dokwerker. Ik hoop dat ik hiermee de dokwerkers niet schoffeer want destijds heb ik als jobstudent deze hardwerkende mensen weten te appreciëren. Wat mij ook treft is de beperkte kennis van collega’s over de werking van raden en commissies (Technische Raad, Overeenkomstencommissie, Verzekeringscomité enz…), evenals de gebrekkige kennis van overeenkomsten en nomenclatuur zowel bij geconventioneerden als gedeconventioneerden. Een vaststelling die zowel bij de Nederlandstalige als Franstalige vleugel van Axxon bevestigd wordt. Al wat fout loopt is en blijft de schuld van AXXON! Een voorbeeld van schuldprojectie door sommigen die hiermee de oplossing aanreiken om de eigen desinteresse en braderiewetenschappen inzake beroepsverdediging te camoufleren. Blijkbaar een collectieve redenering, zo kort door de bocht dat we hier nog moeilijk van een bocht kunnen spreken. Alsof alle frustraties en beperkingen die ons beroep treffen geen deel zouden uitmaken van de eigen verzuchtingen van onze gemandateerden om tot oplossingen en verbeteringen te komen voor het beroep.

Je moet een dik vel hebben om je nek uit te steken in een beroepsvereniging. Het grote verschil met sociale media is dat wat geschreven of medegedeeld wordt te allen tijde correct moet zijn en van alle emotie ontdaan. AXXON heeft de plicht om de ‘standaard’ te zijn in zijn berichtgeving of we dit nu leuk vinden of niet. Je ziet uiteindelijk veel collega’s terugvallen op die vaste waarde toch zeker bij deze die de breed verspreide informatie geregeld lezen.

Het blijft een gegeven dat AXXON met kennis van zaken moet onderhandelen over een bepaald budget voor de kinesitherapie. Voor alle duidelijkheid het gaat hier over de besteding van ‘publiek geld’. Niet van één of andere dotatie of sponsoring van een publiek figuur à la Marc Coucke. Meer nog: het gaat over een onderhandelde overeenkomst. M.a.w. een overeenkomst tussen verschillende partijen, die elk

vanuit hun eigen bekommernissen het onderste uit de kan willen halen voor de groep die ze vertegenwoordigen (RIZIV, Mutualiteiten, Kinesitherapeuten). Geven en nemen, afdwingen en bluffen behoren tot het pokerspel. De grenzen waartussen het spel zich moet afspelen zijn echter vooraf al bepaald. Het op tafel slaan en zeggen hoever die grenzen moeten getrokken worden is een proces dat zich uitrolt over meerdere jaren en vooral politiek geïnspireerd is. De M18 is zulk een overeenkomst. De deconventieactie van vorig jaar is hiervoor cruciaal geweest. AXXON en de hele kinesitherapiepopulatie heeft toen aangegeven dat de grenzen om te onderhandelen te krap werden uitgezet. Het besef dat kinesitherapeuten veel meer in hun mars hebben dan 20 jaar geleden en hiervoor ook geconsulteerd worden, moest door onze mandatarissen duidelijk gesteld worden en onderbouwd worden tijdens de vergaderingen van de Taskforce. Een tweede oproep tot deconventie dit jaar zou de eigen positie ondermijnd hebben. Het vertrouwen in een gefaseerde uitrol en herwaardering van het beroep zou hierdoor in de weegschaal gelegen hebben. Wat niet wegneemt dat de individuele collega ook dit jaar het laatste woord heeft gehad om de keuze tussen geconventioneerd of gedeconventioneerd zijn, zelf te bepalen.

MAART 2018

03


EXXTRA

SÉBASTIEN KOSZULAP

Welke informatie moet zeker op de website van uw onderneming staan? 1 Naam:

dat is de naam van uw onderneming. Heeft u geen ondernemingsnaam, vermeld dan uw eigen naam.

2 Adres:

het adres waar uw onderneming gevestigd is.

3 Contactgegevens:

Zijn uw website en Facebook-pagina in orde ? Heeft uw praktijk een website of Facebookpagina? Dan moet u er volgende informatie op vermelden. Een onderneming/praktijk kan vandaag niet meer zonder zijn eigen website of Facebookpagina. Zo kan de consument, leverancier of overheid haar online vinden. Maar heel wat ondernemingen weten niet dat hun website een aantal verplichte zaken moet vermelden, ook al verkopen ze geen producten of diensten. In 2016 en 2017 controleerde de FOD Economie 2.500 websites van bedrijven en in meer dan de helft van de gevallen was de verplichte informatie onvolledig of niet aanwezig. Op 25 mei 2018 treedt de “General Data Protection Regulation” (GDPR) in werking. Vanaf die dag moet élke onderneming, groot en klein, ook de zorgverleners, de nieuwe Europese privacyregels respecteren. Dat betekent dat elke onderneming

04

MAART 2018

die gegevens bijhoudt van klanten, personeel, leveranciers, prospecten, ... de nodige privacy-maatregelen moet nemen om die gegevens te beschermen tegen mogelijk misbruik. Patiënten zijn klanten. Zelfstandige kinesitherapeuten hebben een ondernemingsnummer. Dus ook de zelfstandige kinesitherapeut gaat te maken krijgen met deze nieuwe privacyregels. Bij Axxon zijn we al een tijdje bezig met het dossier van de GDPR. Dit met het oog op de inwerkingtreding van deze materie in mei 2018. Wij volgen dit actief op via het zorgverstrekkersoverleg binnen de Federatie Vrije beroepen (FVB). Momenteel voert het FVB/Unizo, onder andere op ons verzoek, gesprekken met de overheid om

antwoorden te krijgen op onze bezorgdheid bij deze nieuwe regelgeving. Vanuit FVB/Unizo zijn er momenteel ook contacten met de CBPL (Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, voormalige privacycommissie) om zelf (een) suggestie(s) te doen rond clusters van sectoren en per cluster richtlijnen op te maken over de concrete implementatie van de GDPR. Dit zal een effectieve vereenvoudiging en meerwaarde zijn voor onze Axxon leden. FVB/ Unizo is in onderhandeling met een extern adviseur om deze oefening te maken. Eens dit achter de rug is kan er sectorspecifiek worden geïnformeerd. Men weet echter absoluut nog niet hoe ver de overheid wenst te gaan! Wij kinesitherapeuten behoren tot de cluster zorgverstrekkers, waar

contactgegevens waardoor snelle en effectieve communicatie met uw onderneming mogelijk is, bijvb. een telefoonnummer, e-mailadres.

4 Ondernemingsnummer:

allicht een specifieke regelgeving zal toegepast worden. Wij zijn nu eenmaal niet van een grootorde zoals andere commerciële ondernemers. De overheid bereidt een kaderwet voor en via een wetsvoorstel in de Kamer wordt de CBPL bevoegd vanaf 25 mei 2018, zonder daarom ook direct een heksenjacht te organiseren. Via de Axxon-nieuwsbrief en door extra duiding via onze gekende info-kanalen zal Axxon tijdig het kine-werkveld informeren met alle mogelijke scenario’s. Als lid wordt u rond deze materie zonder meer door ons correct geïnformeerd. Axxon rekent erop u een oplossing op maat te kunnen aanbieden!

dit is het unieke identificatienummer van uw onderneming, toegekend bij uw inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, het begint met 0 of 1, en dan negen cijfers. 5 Toezichthoudende autoriteit: als u voor uw handelsactiviteit een vergunning nodig hebt, vermeld dan de gegevens over de bevoegde toezichthoudende autoriteit. 6 Gereglementeerd beroep:

vermeld in dat geval de beroepsvereniging en de beroepstitel, en een verwijzing naar de beroepsregels.

7 BTW-nummer:

als uw activiteit onderworpen is aan BTW, dan moet u het BTWnummer (= BTW BE en dan het ondernemingsnummer) vermelden.

8 Gedragscode:

heeft uw onderneming een gedragscode ondertekend, dan moet u dat vermelden en erbij zetten waar ze te raadplegen is.

Belangrijk

Al deze informatie moet ook op de facebookpagina van uw onderneming staan. Deze verplichtingen gelden ook als u een vrij beroep beoefent.

MAART 2018

05


AXXON IN ACTIE

ROLAND CRAPS INTERNATIONALE RELATIES AXXON, 1ST VICE-CHAIR ER-WCPT

Een blik op het internationaal nieuws

WCPT

In dit artikel leest u het laatste nieuws in verband met de World Confederation for Physical Therapy en krijgt u vooral informatie over de ER-WCPT, de Europese afdeling van de WCPT.

Het recente WCPT Congres ging door in Kaapstad (Zuid-Afrika) van 2 tot en met 4 juli 2017. Er werden 2392 deelnemers geregistreerd uit maar liefst 101 landen.

Congres 2019 Genève

Meer gegevens kan je vinden op http://www.wcpt.org/wcpt2017/report.

ER-WCPT

Executive Committee Als lid van het uitvoerend comité had ik het privilege om in 2017 deel te nemen aan een drietal vergaderingen: Zagreb, Dublin en Athene. De eerstvolgende en de laatste van de cyclus van de 2-jarige werking ging eind februari door in Montreux. Tijdens deze vergadering werd gewerkt aan de voorbereiding van de General Meeting en werden alle resultaten van de werkzaamheden van de Working Groups opgelijst (EU Matters, Education, Professional Issues en Foundation WG).

General Meeting 2018 wordt op Internationaal niveau opnieuw een druk jaar. Traditioneel en om de 2 jaar wordt de General Meeting georganiseerd van de European Region of the World Confederation for Physical Therapy (ER-WCPT). Deze zal doorgaan in de Ierse hoofdstad Dublin van 26 tot en met 28 april.

Workshop Voorafgaand aan de General Meeting wordt een Workshop georganiseerd. Het thema van deze Workshop zal gaan over “Branding #physiotherapy, #MOs

06

MAART 2018

& #ERWCPT”. Het doel is om een plan te produceren en om te leren hoe een uniek en creatief verhaal te ontwerpen, dat de voordelen van de kinesitherapie en het beroep communiceert naar de samenleving toe. Dit zal ook de ledenorganisaties ondersteunen bij het bevorderen en ontwikkelen van het beroep. Het is de aanzet van een één- jaar durend project.

haar 5e «European Congress of the European Region of the WCPT – Education 2020». Dit wordt slechts om de 4 jaar georganiseerd, losstaand en gesynchroniseerd met het WCPT Congres. Het verheugt me om mede te delen dat Axxon, Physical Therapy in Belgium gastheer zal zijn en dat het zal doorgaan op de Universiteit van Leuven (KUL) op 11 en 12 september 2020.

Verkiezingen

Alle kinesitherapeuten kunnen deelnemen, maar inschrijven is momenteel nog niet mogelijk: de voorbereidingen worden getroffen en meer informatie kan je binnenkort verwachten.

Zoals gebruikelijk staan een aantal functies open voor verkiezingen. Dit keer staat de voorzittersstoel (Chairman) klaar voor kandidaten met een zeer sterke ambitie, alsook de functies van penningmeester (Treasurer) en de WCPT Regional Board Member. Deze laatste positie is eigenlijk een “dubbele leidende functie” omdat door verkiezing deze kandidaat deel zal uitmaken van zowel de Europese Executive Committee en gelijktijdig automatisch WCPT Board member wordt. Ook worden voor de volledigheid een tweetal plaatsvervangers verkozen.

Education Congress 2020 Het Executive Committee is momenteel druk bezig met de organisatie en de voorbereiding van

Het Europees Congres mocht in het verleden steeds rekenen op een bijzondere belangstelling, voornamelijk uit de academische wereld. Logisch ook, want nergens anders ter wereld wordt een specifiek opleidingscongres georganiseerd. Aan de editie van 2012 (Wenen, Oostenrijk) namen maar liefst 586 deelnemers deel, en aan het meest recente congres in Liverpool (VK, 11-12 november 2016) maar liefst 975, al dient gezegd dat dit congres een bredere scope had.

Het WCPT Congres wordt om de twee jaar georganiseerd en het eerstvolgende zal doorgaan van 10 tot en met 13 mei 2019 in Genève (Zwitserland). De oproep voor de focused symposia werd afgesloten op 23 februari 2018. De oproep stond open voor elk onderwerp dat relevant is voor het beroep, maar het Congress Programme Committee (CPC) was vooral geïnteresseerd in voorstellen die betrekking hebben op een van de volgende gebieden, geïdentificeerd door de WCPT: • bevorderen en definiëren van de reikwijdte van kinesitherapie, inclusief technologische en educatieve vooruitgang; • hoe kinesitherapie moet veranderen om aan de eisen van de vergrijzende bevolking te voldoen; • de unieke bijdrage van kinesitherapeuten aan de agenda voor lichamelijke activiteiten; • uitdagende percepties van pijnmanagement gedurende de levensloop en in alle terreinen van de praktijkvoering; • innovatieve benaderingen om financieringsproblemen van het gezondheidszorgsysteem aan te pakken.

deel te nemen aan een WCPT Congres. Deelnemen aan levendige discussies tijdens en na de sessies, gezellig diepgaand keuvelen over hoe je werkt met collega’s uit de meest onvoorstelbare uithoeken van de wereld zal je onvergetelijke herinneringen bezorgen. De kostprijs voor inschrijving en verblijf lijken je misschien duur, maar de opgedane ervaringen blijven onbetaalbaar. Vraag dat maar eens aan een collega die al heeft deelgenomen. Axxon leden kunnen trouwens genieten van een voordelig tarief.

General Meeting Voorafgaand aan het Congres zal ook de General Meeting doorgaan. Ook hier zullen verkiezingen een belangrijk thema zijn. Voorzitster Dr. Emma Stokes zal op dat ogenblik haar eerste mandaat van 4 jaar achter de kiezen hebben. Zij heeft samen met de Board Members gezorgd voor heel wat veranderingen. Zo staat bijvoorbeeld een volledige herziening van de statuten van het WCPT op de agenda. Sinds december 2017 werd hiervoor de “WCPT Governance Review Expert Working Group” (GR-EWG) samengesteld. Deelnemers zijn: Janet Bezner (VS), Nozomi Chiwaki (Japan), Jo Hampton (VK), Karen Langvad (Zweden), Jean Damascene (Rwanda), Roland Craps (België), Karim Alvis Gomez (Colombia) en Margaret Grant (consultant, AUS). De groep staat onder leiding van Marcus Dripps (AUS).

Meer info is te vinden op: http://www.wcpt.org/wcpt2019 Het is een buitengewone kans voor elke kinesitherapeut om minstens één keer in zijn professionele loopbaan

MAART 2018

07


EXXPERT

CHRISTOPHE DEMOULIN: MK - PHD – ULIÈGE – BELGIAN BACK SOCIETY MARTINE JEUNEHOMME: MK – MSP – ULB – GEMANDATEERD DOOR AXXON NATHALIE PAUWEN: MK – MSP – ISEK/ULB – GEMANDATEERD DOOR AXXON HET ARTIKEL WERD GEREVISEERD DOOR DR. PASCALE JONCKHEER: GENEESHEER-ONDERZOEKER - KCE ANJA DESOMER (KINESITHERAPEUT - ONDERZOEKER)

Lage rugpijn en radiculaire pijn: enkele leessleutels zorgpad van het KCE De meest recente klinische praktijkrichtlijn van het KCE over de behandeling van chronische lage rugpijn dateert al van meer dan tien jaar geleden (1). Vandaar dat het KCE eind 2015 de aanbevelingen in de richtlijn actualiseerde. In juni 2017 verscheen er een nieuwe klinische praktijkrichtlijn over lage rugpijn en radiculaire pijn (2). Aansluitend en op verzoek van de overheid werd er ook een optimaal zorgpad uitgestippeld voor gezondheidsprofessionals. Inleiding De klinische praktijkrichtlijn voor lage rugpijn en radiculaire pijn die het KCE in 2017 publiceerde (https://kce.fgov.be/nl/klinische-richtlijn-rond-lagerugpijn-en-radiculaire-pijn) is grotendeels gebaseerd op een richtlijn van het NICE uit 2016 (3). Een multidisciplinaire expertengroep van zorgverleners heeft deze richtlijn aangepast aan de Belgische context en een zorgpad ontwikkeld (http:// lombalgie.kce.be/). De groep bestond uit huisartsen, kinesitherapeuten, beoefenaars van manuele technieken (manueeltherapeuten, osteopaten en chiropractors), specialisten in fysische en revalidatiegeneeskunde, orthopedisch chirurgen, neurochirurgen, anesthesistenalgologen (pijnklinieken), psychologen, ergotherapeuten en ergonomen, bedrijfsartsen en adviserende artsen van ziekenfondsen.

08

MAART 2018

De Spine Society of Belgium (SSBe) speelde een sleutelrol in deze expertgroep, met een delegatie van 12 vertegenwoordigers (uit 3 disciplines: orthopedisch chirurgen, neurochirurgen en specialisten in fysische en revalidatiegeneeskunde), bijgestaan door 4 anesthesisten-algologen. Ook een aantal Belgische instellingen zoals het RIZIV, de Federale Overheidsdienst FOD-Volksgezondheid, de FOD-Werkgelegenheid en het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedris) maakten deel uit van de expertgroep.


EXXPERT

1

WELKE PATIËNT?

Stratificeren (risicofactoren) Evalueren van de Red Flags

Aanpassing van de behandeling

4

WAT TE DOEN?

Methodologie van het KCE om de State of the Art op te maken voor de behandeling van lage rugpijn/ radiculaire pijn In een eerste fase werd er een systematisch overzicht opgemaakt van de zorgpaden voor de behandeling van lage rugpijn in de wetenschappelijke literatuur. Vervolgens voerde de KUL-UZ Leuven een enquête uit bij verantwoordelijken van 11 zorgpaden in 7 verschillende landen (CA, USA, UK, GE, CH, NL, SW). Het KCE analyseerde ook de in België bestaande zorgpaden voor de behandeling van lage rugpijn/radiculaire pijn, met als hoofdbevinding dat de beschreven zorgpaden nog niet volledig zijn geïmplementeerd zijn en eerder lokale initiatieven zijn, voornamelijk ziekenhuis georiënteerd. Uitzondering is hier het traject dat door Defensie is uitgewerkt voor zijn werknemers. Gezien het gebrek aan gegevens over de evaluatie van de zorgpaden voor lage rugpijn/radiculaire pijn in België, organiseerden de onderzoekers van het KCE ook discussiegroepen, niet alleen met patiënten, maar ook met gezondheidsprofessionals, om een aantal schaduwzones uit te klaren: fasen en chronologie van de behandeling, problemen waarmee patiënten en professionals te maken krijgen, voorstellen voor oplossingen enz.

Resultaten De analyses brachten een aantal duidelijke trends aan het licht bij de buitenlandse en Belgische zorgpaden voor lage rugpijn/radiculaire pijn, maar ook een grote diversiteit bij de behandeling, een gebrek aan integratie van de verschillende behandelingsfasen, en een gebrek aan continuïteit tussen de verschillende zorgverleners. Deze elementen zouden een risico kunnen inhouden op een te late aangepaste behandeling van de patiënt

10

MAART 2018

2

BEHANDELINGSPROCES

(als de aandoening eenmaal chronisch is geworden) en bovendien kunnen leiden tot overconsumptie van geneesmiddelen en medische beeldvorming.

Het optimale zorgpad omschrijven voor de behandeling van lage rugpijn/radiculaire pijn in België Op basis van de verkregen resultaten en met medewerking van tal van experts werd er een zorgpad ontwikkeld, aangepast aan het specifieke behoefteprofiel voor België (4).

Keuze van de therapeut Zorgtraject Moment van het traject Patiëntenprofiel

3

WANNEER (OPNIEUW) OP CONSULT GAAN?

De criteria bepalen voor het vastleggen van de behandelingsfasen

BIJ WIE (OPNIEUW) OP CONSULT GAAN?

Dit zorgpad legt de nadruk op: Het belang van een aangepast discours tegenover de patiënt: de patiënt geruststellen door hem te informeren over de frequente – en spontane – positieve evolutie van lage rugpijn/radiculaire pijn. De noodzaak om het gebruik van medische beeldvorming en medicatie te beperken. Het belang van zelfzorg door de patiënt (selfmanagement), die de eerste voorgestelde therapeutische keuze vormt (zie onder). Evaluatie van de risico’s op chroniciteit, met behulp van gevalideerde tools voor lage rugpijn: de STarT Back Screening Tool en de Örebro Musculoskelettal Pain Screening Questionnaire (vragenlijst)-OMSPQ. Doel: de therapeut helpen om de behandeling voor te stellen die het best aangepast is aan het risicoprofiel (5)(6). Regelmatige follow-up van de patiënt, met een herevaluatie van de rode vlaggen en de risico’s op chroniciteit. Beperking van de arbeidsongeschiktheidsduur en nadruk op het belang van arbeidsgeneeskunde, de bedrijfsarts en de werkgever, om de kansen te verhogen dat de patiënt aan het werk kan blijven of sneller weer aan de slag kan.

In het bovenstaande schema stellen we een synthese voor van het behandelingsproces van lage rugpijn/radiculaire pijn, zoals beschreven in het zorgpad van het KCE.

Plaats van de kinesitherapeut in het zorgpad lage rugpijn/radiculaire pijn Dit zorgpad is in de eerste plaats gericht op het vermijden dat lage rugpijn chronisch wordt, door de risicofactoren op chroniciteit op te sporen en regelmatig te evalueren. Tijdens de eerste 2 à 3 weken van zijn lage rugpijn/ radiculaire pijn moet de patiënt aan zelfzorg (selfmanagement) doen, op advies van zijn behandelende arts. De eerstelijns kinesitherapeut mag de patiënt pas voor het eerst zien na die periode van zelfzorg, en alleen als hij een matig/ernstig risico loopt op chroniciteit (dit risico wordt door de behandelend arts geëvalueerd met de STarT Back Screening Tool).

belang van actief oefenprogramma, binnen een multimodale aanpak die aangepast is aan de patiënt en hem actor maakt van zijn gezondheid. In het kader van deze benadering zal er ook psychologische begeleiding worden voorgesteld (in de vorm van cognitieve gedragstherapie) indien bepaalde elementen dat rechtvaardigen. Tot slot moet dit zorgpad professionals in staat stellen om de evaluatie, de relevantie van de behandelingskeuzes, hun doeltreffendheid en hun concrete toepassing te verbeteren. Er is een interactieve tool van dit zorgpad (pathway) ontworpen voor alle betrokkenen. De tool is raadpleegbaar op: http://lagerugpijn.kce.be/.

De in dit zorgpad beschreven behandeling van lage rugpijn/radiculaire pijn legt ook de nadruk op het

MAART 2018

11


EXXPERT

Aansluitend op dit Ons discours herdenken zorgpad: enkele gedeelde Van bij het eerste contact met de reflecties over de rol van patiënt moet de kinesitherapeut de kinesitherapeut rekening houden met de Momenteel omvat ons beroep de behandeling van lage rugpijn/ radiculaire pijn als eerstelijnszorg, in het kader van M-codes (ambulante behandelingen), en sinds 2004 ook als tweedelijnszorg, in het kader van K-codes (in een revalidatiecentrum, onder leiding van de dienst fysische geneeskunde).

De competentie van de kinesitherapeut bij de behandeling van lage rugpijn/radiculaire pijn is onbetwistbaar. Zijn basisopleiding evolueert momenteel naar een versterking van zijn rol als autonome zorgverlener, met een opleiding die steeds meer toegespitst is op de functionele evaluatie van patiënten met lage rugpijn.

Rode vlaggen identificeren Ook al houdt het medisch voorschrijven van kinesitherapiesessies impliciet in dat de behandelend arts voordien al rode vlaggen heeft opgespoord, dat sluit niet uit dat de kinesitherapeut eveneens in staat is om ze te identificeren. In dat geval moet hij absoluut contact opnemen met de bevoegde arts.

12

MAART 2018

opvattingen/perceptie van de patiënt over zijn lage rugpijn (gele vlaggen), om schadelijke opvattingen te corrigeren en de patiënt gerust te stellen over het meestal gunstige verloop van zijn lage rugpijn. Daarnaast moet hij de patiënt aanmoedigen om zijn gewone activiteiten voort te zetten, lichamelijk actief te blijven en daarbij aangepaste fysieke activiteiten te beoefenen (AFA).

Gevalideerde tools gebruiken Een kinesitherapeutische diagnose op basis van onderzoeken met gevalideerde tools is een voorafgaande voorwaarde om de patiënt een aangepaste behandeling te kunnen bieden en de doeltreffendheid ervan te kunnen evalueren. Deze aspecten komen niet aan bod in de klinische richtlijn en ook niet in het zorgpad voor lage rugpijn en radiculaire pijn, maar er bestaan wel andere bronnen waarop we ons kunnen baseren.

Zo heeft het internationale consortium ICHOM als opdracht om voor diverse aandoeningen de beste, in de gezondheidszorg gevalideerde meettools te definiëren en te verspreiden. Deze tools moeten zowel een weergave vormen van wat essentieel is voor de patiënt (PROMs) als wat noodzakelijk is voor de arts (http://www.ichom.org/ medical-conditions/low-back-pain/). Eén van de tools die geanalyseerd werden door de experts van ICHOM, om lage rugpijn/radiculaire pijn te evalueren in al hun dimensies, zijn vragenlijsten om de functionele incapaciteit te beoordelen (Oswestry Disability Index-ODI), de pijnintensiteit (via een numerieke schaal), de levenskwaliteit (EQ-5D3L), de beroepssituatie (de Orebro Musculoskelettal Pain Screening Questionnaire-OMSPQ) en het gebruik van pijnstillers (7). Daarnaast kunnen er ook vragenlijsten overwogen worden die de kinesiofobie (bewegingsangst) (Tampa Scale-TSK) of de denkbeelden van de patiënt (BriefIllness Perception Questionnaire-IPQ) evalueren. Als aanvulling op die vragenlijsten is het essentieel om de

risico’s op chroniciteit te kennen, die vooraf geëvalueerd worden door de behandelend arts (via de STarT Back Screening Tool).

Self-management en empowerment van de patiënt stimuleren Self-management (zelfzorg) is een concept dat nauw samenhangt met chronische ziekten. Het wordt door NICE gedefinieerd als “het vermogen van een individu om de symptomen, de behandeling, de lichamelijke en psychische gevolgen en de veranderingen van levensstijl te beheren die inherent zijn aan de last om dag in dag uit met een chronische aandoening te moeten leven” (3). In het geval van lage rugpijn/radiculaire pijn gaat het om het vermogen van de patiënt om positieve aanpassingsstrategieën (coping) te ontwikkelen en niet in de vicieuze cirkel te belanden van fysieke deconditionering, depressie, angst en het opgeven van de dagelijkse activiteiten. Het komt er dus op aan de patiënt aan te sporen om “de dagelijkse behandeling van zijn lage rugpijn in eigen handen te nemen”.

Empowerment (zelfredzaamheid) van de patiënt is een cruciaal element bij de behandeling van lage rugpijn/radiculaire pijn. Het zit impliciet vervat in de notie zelfbeheer en is erop gericht zijn zelfvertrouwen te versterken, hem relevante en gevalideerde informatie te geven, en hem aan te sporen om zijn behoeften en verwachtingen te verwoorden, actief deel te nemen aan het beslissingsproces en aan de voorgeschreven behandeling, en uiteindelijk om zijn lot in eigen handen te nemen.

ACTIEVE oefeningen voorschrijven Wanneer de patiënt kinesessies krijgt in het kader van een multimodale aanpak, vereist de behandeling actieve oefeningen die begeleid worden door de kinesitherapeut en aangepast zijn aan de patiënt (tailored). De notie “oefenprogramma” omvat een uitgebreid gamma oefeningen die gebaseerd zijn op verschillende theoretische modellen en kunnen worden uitgevoerd in diverse omgevingen.

Het KCE heeft vooralsnog geen evidentie gevonden om de inhoud van het oefenprogramma te kunnen bepalen. We kunnen wel preciseren dat de meta-analyse van Searle (2015) de doeltreffendheid voor chronische lage rugpijn (8) heeft aangetoond van versterkings- en weerstandsoefeningen, proprioceptie/coördinatieoefeningen en oefeningen die beide methoden combineren. De literatuurreview die werd uitgevoerd in het kader van de NICE-guideline (2016) ondersteunt een actief oefenprogramma voor subacute of chronische lage rugpijn, met actieve biomechanische en/ of cardiorespiratoire en/of type mind-body-oefeningen, en/of een combinatie van deze verschillende technieken (3). De patiëntgerichte aanpak omvat de integratie van al die soorten oefeningen, door ze telkens aan te passen aan het profiel en de behoeften van de patiënt.

MAART 2018

13


EXXPERT

VERKLARENDE WOORDENLIJST AFA: Aangepaste Fysieke Activiteit EBM: Evidence Based Medicine De patiënt stimuleren om actief te oefenen, betekent ook: bijdragen tot zijn empowerment, door hem tools aan te reiken om zijn lage rugpijn zelf te leren beheersen zon-der daarvoor afhankelijk te zijn van zorgverleners. Manuele technieken (massages, mobilisaties, manipulaties) kunnen soms gecombi-neerd worden met actieve oefeningen, maar moeten wel een reële meerwaarde bieden aan de actieve behandeling, afhankelijk van het vastgestelde risico op chroniciteit. Manipulaties van de wervelkolom (type “thrust”) in combinatie met actieve oefeningen worden alleen overwogen in bepaalde specifieke situaties. Ze zijn niet aan te raden bij radiculaire pijn en mogen alleen uitgevoerd worden door therapeuten die officieel erkend zijn door ons zorgsysteem (manueeltherapeuten, osteopaten).

De patiënt stimuleren om aan het werk te blijven of terug aan het werk te gaan De kinesitherapeut speelt een strategische rol om patiënten met lage rugpijn/radiculaire pijn te stimuleren om aan het werk te blijven of terug aan het werk te gaan. Het is mogelijk om samen met de patiënt verschillende soorten eenvoudige oefeningen te bespreken die hij tijdens de werkuren of de pauzes kan uitvoeren op een vloermatje (voorbeelden aangeboden door de NHS: https://www.nhs.uk/Livewell/Backpain/Pages/lowback-pain-exercises.aspx), of zittend op zijn bureaustoel (voorbeelden aangeboden door de NHS: https:// www.nhs.uk/Conditions/nhs-fitness-studio/Pages/ chair-based-pilates-exercise-video.aspx). Voor patiënten die geen advies kunnen krijgen van een ergonoom op het werk, kan de kinesitherapeut ook samen met hen nadenken over eenvoudige aanpassingen van hun werkruimte of werkmethode. Patiënten die binnen een structuur werken die over een dienst arbeidsgeneeskunde beschikt, kunnen op die dienst een beroep doen voor aanpassingen van hun werkplek. Er bestaan verschillende initiatieven om lage rugpijn te voorkomen. Zo reikt de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg preventietools aan voor

14

MAART 2018

specifieke pro-fessionele domeinen, die ter beschikking gesteld worden van de zorgverleners (https://www. preventievanmsa.be/nl). Voor patiënten die behandeld worden op de dienst fysische geneeskunde biedt Fedris ook een project aan voor secundaire preventie, met begeleiding door een ergonoom en hulp bij werkhervatting. Daarbij wordt gestreefd naar een nauwe samenwerking tussen de actoren binnen de verschillende sectoren (preventief, curatief en werk) (https://www.fedris.be/ nl/professional/beroepsziekten-privesector/preventie/ preventieprogramma-voor-lage-rugpijn).

Slotreflectie: “Vereist de evolutie van onze praktijk niet dat we nieuwe uitdagingen aangaan?” De wetenschappelijke literatuur heeft duidelijk aangetoond dat sommige gezondheids-professionals er opvattingen en methoden op nahouden die misvattingen veroorzaken of versterken, en bepaalde vormen van vermijdingsgedrag uitlokken bij de patiënt. Vandaar dat ieder van ons zich de volgende vragen moet stellen: Wat zijn mijn opvattingen over lage rugpijn en de behandeling ervan? Wat zijn mijn praktijken als het gaat om lage rugpijn en de behandeling ervan? Beantwoorden ze aan EBM-EBP? Stemmen ze overeen met de praktijken die worden aanbevolen in deze richtlijn? Aan ons dus om na te gaan of onze opvattingen en praktijken overeenstemmen met de recentste literatuurgegevens over de behandeling van lage rugpijn/radiculaire pijn. We raden u dan ook aan om de rapporten van het KCE te raadplegen, en de andere in dit artikel vermelde referenties. We hopen binnenkort onze ervaringen, onze competenties en al onze visies te kunnen delen, om onze patiënten optimaal te laten profiteren van al onze inzichten.

EPA: European Pathway Association: definieert een zorgpad als een complexe interventie, gericht op een gedeelde besluitvorming en op de organisatie van klinische proces-sen voor een specifieke groep patiënten gedurende een specifieke periode. BIOMECHANISCHE oefeningen (volgens NICE): Alle oefeningen die als doel hebben de wervelstructuur te verstevigen. Ze omvatten versterkende oefeningen, stretchoefeningen, amplitudeoefeningen, coördinatie -/proprioceptieoefeningen en Pilates, oefeningen die speciaal ontworpen zijn voor specifieke bewegingsbeperkingen (McKenzie-techniek en Feldenkrais-methode). MIND-BODY-oefeningen (volgens NICE): Alle technieken die lichaamsoefeningen combineren met een mentale en spirituele dimensie, vaak gebaseerd op een onderliggende filosofie. Deze oefeningen omvatten verschillende soorten yoga en tai chi.

FLAGS (7) Red Flags – rode vlaggen: Tekens die wijzen op een specifieke aandoening (Neurologisch spoedgeval, traumatische breuk, vaatprobleem, pathologische breuk, infectie, tumor, ontstekingsziekte) Yellow flags – gele vlaggen: Opvattingen, attitudes, gedragingen Orange flags – oranje vlaggen: Psychiatrische symptomen Blue flags – blauwe vlaggen: Percepties over de relaties tussen werk en gezondheid Black flags – zwarte vlaggen: Contextuele of systeemgebonden obstakels ICHOM: International Consortium Health Outcomes Measurement NICE: National Institute for Health and Care Excellence PROM: Patient Reported Outcome Measurement

BIBLIOGRAFISCHE REFERENTIES 1 Nielens H, Van Zundert J MP. Chronic Low Back Pain. Vol. 32, KCE Report 48C. 2006. 2 Van Wambeke P, Desomer A AL. KCE report 287B : Low back pain and radicular pain: assessment and management. 2017. 3 NICE GUIDELINE. Low back pain and sciatica in o ow back pain and sciatica in ov ver 16s: er 16s: assessment and management assessment and management NICE guideline. 2016;(November). Disponible sur: https://www.nice.org.uk/guidance/ng59/resources/low-back-pain-and-sciatica-in-over-16s-assessmentand-management-pdf-1837521693637 4 Report-295 K. ITINÉRAIRE DE SOINS POUR LES LOMBALGIES ET DOULEURS RADICULAIRES : MÉMENTO. 2017. 5 Bruyère O, Demoulin M, Brereton C, Humblet F, Flynn D, Hill JC, et al. Translation validation of a new back pain screening questionnaire (the STarT Back Screening Tool) in French. Arch Public Heal [Internet]. 2012;70(1):12. Disponible sur: http://archpublichealth.biomedcentral.com/ articles/10.1186/0778-7367-70-12 6 Hilfiker R, Knutti IA, Raval-Roland B, Rivier G, Crombez G, Opsommer E. Validity and responsiveness of the French version of the Örebro Musculoskeletal Pain Screening Questionnaire in chronic low back pain. Eur Spine J. 2016;25(9):2741‑9. 7 Clement RC, Welander A, Stowell C, Cha TD, Chen JL, Davies M, et al. A proposed set of metrics for standardized outcome reporting in the management of low back pain. Acta Or-thop. 2015;86(5):523‑33. 8 Searle A, Spink M, Ho A, Chuter V. Exercise interventions for the treatment of chronic low back pain: A systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. Clin Re-habil. 2015;29(12):1155‑67.

MAART 2018

15


EXXPERT

TRUDY BEKKERING (1) EMANUEL SIMONS (2) MARTINE GOOSSENS (1)

Zijn stabilisatieoefeningen doeltreffend bij chronische lage rugpijn en is er bewijs voor schadelijke neveneffecten? Recent zijn hierover nieuwe studies verschenen, en om die reden is deze systematische review geschreven.

Oefentherapie is matig effectief voor chronische lage rugpijn, maar volgens de huidig gangbare evidentie is geen enkele vorm van oefentherapie beter is dan een andere.

Resultaten

De meest gebruikte oefeningen zijn stabilisatieoefeningen (“motor control exercise”). Deze oefeningen richten zich op de activatie van de diepe musculatuur van de romp en beogen het herstel van coördinatie van deze spieren.

De effecten van stabilisatieoefeningen bleken niet beter dan dat van andere oefeningen, op uitkomsten pijn en functioneren. Het niveau van bewijs was laag voor uitkomsten op de korte termijn (< 3 maand) en hoog voor die op de middellange (3-12 maand) en lange termijn (> 12 maand).

De review includeerde studies die de behandeling voor chronische lage rugpijn omschreef als ‘motor control exercise’ of stabilisatieoefeningen, of als de oefeningen specifiek gericht waren op de diepe spieren van de wervelkolom zoals de m. multifidus en m. transversus abdominalis. Studies naar stabilisatieoefeningen voor het hele lichaam werden uitgesloten evenals studies naar de Pilates methode. Het effect van stabilisatieoefeningen werd vergeleken met dat van andere oefeningen, manuele therapie, een minimale interventie (bestaande uit placebo kinesitherapie, informatie en advies en geen behandeling) en een combinatie van oefentherapie met elektrofysische behandelingen.

16

MAART 2018

De review omvat 29 RCT’s met 2431 patiënten met chronische lage rugpijn. Driekwart van de studies had een laag risico op bias.

Stabilisatieoefeningen waren, vergeleken met een minimale interventie, effectiever om pijn te verminderen op alle follow-up momenten. De effectgrootte was matig. Het verschil na 1 jaar was -13 op schaal van 0 tot 100 (95% BI -18.5 tot -7.4). Ook voor de uitkomstmaten functioneren en globaal oordeel over herstel was er een klinisch belangrijk verschil in het voordeel van de stabilisatieoefeningen (lage tot matige kwaliteit). Er werd geen klinisch relevant verschil gevonden tussen stabilisatieoefeningen en manuele therapie voor alle uitkomsten (bewijs voor korte termijn follow-up matig

en voor lange termijn follow-up hoog). Tot slot, leken stabilisatieoefeningen effectiever dan oefeningen gecombineerd met elektrofysische therapie op pijn, functioneren en globaal oordeel over herstel (zeer lage tot lage kwaliteit). In de trials werden slechts mineure of geen nevenwerkingen gerapporteerd.

Implicatie voor de praktijk

Opmerkingen

Bekijk de volledige tekst van deze review via de Cebam Digital Library for Health (www.cebam.be/nl/cdlh).

De bewijskwaliteit varieerde van laag tot hoog. Verschillende factoren (risico op bias in de studies, risico op publicatiebias, imprecisie, inconsistentie en indirect bewijs) speelden een rol bij het verlagen van het vertrouwen in de resultaten, maar er was geen reden die overheerste tussen de studies.

Conclusie Stabilisatieoefeningen bij chronische lage rugpijn lijken even effectief als andere oefeningen of manuele therapie. Stabilisatieoefeningen kunnen effectiever zijn dan een minimale interventie of dan de combinatie van oefeningen en elektrofysische behandelingen. Er werden weinig neveneffecten gerapporteerd.

Er is geen bewijs dat bepaalde oefeningen beter zijn dan andere. Daarom wordt de keuze voor een bepaalde oefentherapie gemaakt op basis van de voorkeuren van de patiënt of therapeut, de opleiding van de therapeut, kosten en veiligheid.

Referenties Saragiotto BT, Maher CG, Yamato TP, Costa LOP, Menezes Costa LC, Ostelo RWJG, Macedo LG. Motor control exercise for chronic non-specific low-back pain. Cochrane Database of Systematic Reviews 2016, Issue 1. Art. No.: CD012004. DOI: 10.1002/14651858. CD012004. 1. Belgian Centre (Cebam) 2. UVC-Brugmann

for

Evidence-Based

Medicine

MAART 2018

17


EXXPERT

GREGORY HENIN SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS

De nieuwe pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) Tot nu toe konden zelfstandigen zonder vennootschap maar beperkt een aanvullend pensioen opbouwen. Vanaf 2018 komt hier verandering in en wordt de nieuwe pensioenovereenkomst voor zelfstandigen of de POZ een feit. Dan kan een zelfstandige zonder vennootschap net zoals een zelfstandige bedrijfsleider ook een aanvullend pensioen opbouwen. Deze laatste kan namelijk een aanvullend pensioen opbouwen via een groeps- of IPT-verzekering, iets wat niet mogelijk is als zelfstandige bedrijfsleider zonder vennootschap. De nieuwe POZ is een aanvulling op het bestaande systeem van het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) en bestaat dus zowel voor zelfstandigen zonder vennootschap als voor bedrijfsleiders.

Wie kan een VAPZ afsluiten? Niet alleen zelfstandigen zonder vennootschap in hoofdberoep, maar ook zelfstandigen in bijberoep kunnen een VAPZ afsluiten indien ze voldoende hoge inkomsten hebben. Daarnaast kunnen meewerkende echtgenoten onder het zogenaamde maxistatuut en zelfstandige bedrijfsleiders van een vennootschap een VAPZ afsluiten.

18

MAART 2018

Wat is het voordeel van een VAPZ?

Wie kan de nieuwe POZ afsluiten?

Een VAPZ is populair en heeft meerdere voordelen. Om te beginnen bouwt de zelfstandige een aanvullend pensioen op met VAPZ-premies. Die premies zijn fiscaal aftrekbaar tot een bepaald maximumbedrag waardoor het netto beroepsinkomen van de zelfstandige lager is. Dit resulteert dan weer in een besparing van zowel de sociale zekerheidsbijdragen als de personenbelasting. Deze fiscale besparing kan oplopen tot 50% van de gestorte premie. Tot slot is de zelfstandige belastbaar op zogenaamde fictieve omzettingsrenten bij de uitkering van het eindkapitaal.

Zowel zelfstandigen zonder vennootschap als meewerkende echtgenoten kunnen de nieuwe POZ afsluiten. Met andere woorden, dezelfde personen die de VAPZ kunnen afsluiten met uitzondering van de zelfstandige bedrijfsleiders. De uitsluiting van de bedrijfsleiders is logisch aangezien zij al via hun vennootschap een aanvullend pensioen kunnen opbouwen via een groeps- of een IPT-verzekering.

Bepaalde medische beroepen (zoals artsen en kinesitherapeuten) kunnen naast een klassiek VAPZcontract, eventueel ook een RIZIVovereenkomst afsluiten. De fiscale voordelen en de eindtaxatie van zo’n RIZIV-contract zijn gelijkaardig aan die van een VAPZ-contract.

Wat is het voordeel van een POZ? Een zelfstandige bouwt een aanvullend pensioen op met POZpremies. Die premies geven recht op een belastingvermindering van 30% in de mate dat de zogenaamde 80%-grens niet is bereikt. Een POZpremie geeft dus m.a.w. recht op een belastingvermindering in de mate dat daarmee geen pensioenkapitaal wordt gevormd dat 80% van het wettelijk rustpensioen en het reeds opgebouwd aanvullend pensioen

(meestal in het kader van een VAPZ) overschrijdt. In tegenstelling tot de VAPZ is er een premietaks van 4,4% verschuldigd op de POZ-premies. Bij de uitkering van het eindkapitaal is een voordelige eindbelasting van 10% (+ gemeentebelasting) verschuldigd. Tot slot zal er ook een RIZIV-bijdrage van 3,55% en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2% worden ingehouden.

Kiezen voor een POZ? Een VAPZ is in de regel interessanter maar indien de zelfstandige de maximale VAPZ-premie aftrekt en er eventueel nog ruimte is voor de storting van een POZ-premie die recht geeft op een effectieve belastingvermindering, dan kan het nuttig zijn om een POZ te sluiten als een aanvulling op een VAPZ ‌ Let wel, er bestaan nog andere interessante aanvullende pensioenvormen. Zo kan een zelfstandige bijvoorbeeld een aanvullend pensioenkapitaal opbouwen via een klassieke individuele levensverzekering. Die laatste vorm is fiscaal vaak ook interessanter dan een POZ.

Vanaf wanneer kan een POZ worden afgesloten? Het wetsontwerp dient eerst nog door het parlement te worden goedgekeurd. Daarna zal de wet gepubliceerd worden in het staatsblad. Drie maanden na deze publicatie zal de wet effectief in werking treden. Vanaf dan zal het dus mogelijk zijn een POZ-contract af te sluiten. Wij houden u verder op de hoogte.

MAART 2018

19


EXXPERT

Veranderen van sociaal verzekeringsfonds:

5 veelgestelde vragen

Overstappen van energieleverancier, verzekeringsmaatschappij of internetprovider: we doen het steeds vaker. Maar ook switchen naar een ander sociaal verzekeringsfonds kan een slok op de borrel schelen. De vijf meest gestelde vragen over overstappen op een rij: 1. Kan ik ĂŠcht besparen door te switchen? Die kans bestaat zeker! Bij een sociaal verzekeringsfonds betaal je werkingskosten. Die worden uitgedrukt in een percentage op je sociale bijdragen. Dat varieert tussen 3,05% en 4,3%. Bij Xerius, bijvoorbeeld, betaal je met 3,05% de laagste kosten van de sector. Een lagere administratiekost kan op termijn een stevig verschil maken, zeker voor ondernemingen die een aanzienlijke omzet draaien.

2. Wat zal de overstap mij kosten? Veranderen van sociaal verzekeringsfonds is helemaal gratis. Wel moet je ervoor zorgen dat je geen openstaande schulden meer hebt bij je huidige fonds. Lees: al je sociale bijdragen moeten betaald zijn.

3. Kan ik op elk moment overstappen? Heb je beslist om de overstap te maken, dan regel je dat best vóór 1 juli. Zo ben je vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar gelanceerd bij je nieuwe fonds. Dien je je aanvraag later in, dan gaat die de koelkast in tot het jaar daarna.

4. Kan iedereen overstappen? Elke zelfstandige of onderneming kan naar een nieuw fonds overstappen, op voorwaarde dat je al voldoende lang bij je huidige fonds aangesloten bent. Voor zelfstandigen is dat minstens 4 kalenderjaren, voor vennootschappen 3 kalenderjaren. Je kan ook niet meer overstappen in het jaar dat je met pensioen gaat of al een vervroegd pensioen krijgt.

20

MAART 2018

5. Wat met de administratieve rompslomp? Geen zorgen, op administratief vlak is veranderen van sociaal verzekeringsfonds vrij eenvoudig. Bij je huidige fonds hoef je geen actie te ondernemen. Je vult een overstapformulier in bij je nieuwe fonds. Dat regelt voor jou de overstap. Eenvoudig toch?

Overstappen naar Xerius? Vier extra redenen, naast de laagste werkingskosten:

1. Je dossier wordt toevertrouwd aan een vast team van specialisten in je buurt.

2. Op ons onlineplatform kan je allerhande attesten en vervaldagberichten opvragen, je betalingen controleren of je sociale bijdragen verhogen of verlagen.

3. Je kan bij onze adviseurs terecht voor je persoonlijke pensioenraming.

4. Met onze blog helpen we je om beter te ondernemen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.