2 minute read
Nieuwe TV binnenbepleisteringen
Eind 2022 publiceerde Buildwise (het vroegere WTCB) een nieuwe technische voorlichting over binnenbepleisteringen. De nieuwe TV 284 vervangt de oude TV’s 199 en 201.
De oude TV’s 199 en 201 over binnenbepleisteringen dateerden uit 1996 en konden dus wel een opfrissing gebruiken. In de voorbije kwarteeuw is er immers heel wat veranderd. Niet alleen op het vlak van de materialen die gebruikt worden voor binnenbepleisteringen, maar ook op de manier van aanbrengen, denk maar aan de introductie van spuitmachines voor spuitgipsen. De industriële gipspleisters hebben bovendien definitief de plaats ingenomen van de vezelversterkte bastaardmortel afgewerkt met een witte kalkbepleistering.
Door de toegenomen aandacht voor duurzaamheid worden er tegenwoordig veel meer ‘traditionele’ producten gebruikt dan 25 jaar geleden, zoals bijvoorbeeld klei- of leempleisters. Daarom is het hoofdstuk over deze traditionele producten in de nieuwe TV veel uitgebreider dan in de oude versie. Door dieper in te gaan op deze onderwerpen, sluit de nieuwe TV dus beter aan op de realiteit op de werven anno 2023.
Ook is de rol van de binnenbepleistering veranderd. In het verleden was de rol van een binnenbepleistering vooral om de ruwbouw te egaliseren en te zorgen voor een esthetische afwerking of om een verdere afwerking op aan te brengen. Nu kan deze echter een groot aantal functies krijgen die verband houden met specifieke eigenschappen (lucht- of waterdichtheid, hygrothermische en akoestische prestaties ...).
Basis ongewijzigd
De manier waarop een stukadoor de pleister aanbrengt en afwerkt, en de ondergronden waarop hij werkt, zijn in de voorbije decennia nauwelijks veranderd. De hoofdstukken van de TV die deze onderwerpen behandelen, zullen voor ervaren vakmensen dus weinig nieuws bevatten. Het gaat voornamelijk om een opfrissing en actualisering van de vorige versies.
Wel nieuw is dat de kwaliteitsniveaus voor gladde afwerkingen (Q1 tot Q4), die in de praktijk al veel langer gebruikt werden, nu ook opgenomen zijn in de TV. Dit is een belangrijke toevoeging, het maakt nu voor iedereen duidelijk
Kwaliteitsniveaus van gladde afwerkingen volgens de norm NBN EN 13914-2
Niveau (³) Gladde uitvoering
Q1 Geen vereisten
Q2 Ondergrond voor structuurbehang, structuurwandbekleding of structuurverf
Q3 Ondergrond voor matte verf (5), glad behang of gladde wandbekleding
Q4 Ondergrond voor halfglanzende (satijn-) verf en/of scheerlicht (6)
Toelaatbare gebreken aan het oppervlak (1) (visuele controle (2))
Onregelmatigheden (4) Golvingen
1) Het oppervlak mag geen plaatselijke putten of krassen vertonen van dieper dan 1 mm, noch andere systematische oppervlaktegebreken of krimpscheuren die te wijten zijn aan de droging van de bepleistering. Netvormige haarscheurtjes zijn wel aanvaardbaar.
(2) Het kwaliteitsniveau wordt nagegaan door het fictief verschuiven van een vierkant met zijden van 2 m.
(3) Geen kwalitatief onderscheid tussen Q1, Q2 en Q3. Tenzij anders vermeld, wordt ervan uitgegaan dat Q1 van toepassing is. Gladde bepleisteringen (kwaliteitsniveaus Q1 tot Q4) vereisen systematisch voorbereidende werken voor bepaalde afwerkingen (niet door de stukadoor) voor schilderwerken).
(4) Onregelmatigheden: plaatselijk onregelmatig gepolijste zones van maximaal 0,5 dm², spaanstrepen of zandkorrels.
(5) Sommige matte verven vereisen kwaliteitsniveau Q4. Dit moet door de opdrachtgever gemeld worden aan de stukadoor.
(6) Voor de toepassing van glanzende verven kunnen aanvullende eisen gesteld worden aan welke afwerkingsgraad het pleisterwerk moet voldoen en welke visuele gebreken wel of niet toelaatbaar zijn. De kwaliteitsniveaus bepalen bovendien ook de toegestane geometrische afwijkingen, die eveneens in de TV beschreven staan. In bovenstaande tabel vind je de belangrijkste karakteristieken.
Paragraaf ‘schilderklaar’
Opvallend is dat de TV nu een aparte paragraaf bevat over het begrip ‘schilderklaar’. Je vindt er geen precisering van wat het veelgebruikte begrip schilderklaar nu precies inhoudt, maar net het tegenovergestelde. Er wordt namelijk uitgelegd dat dit begrip geen eenduidige definitie is van de afwerking van een bepleistering en dus best niet gebruikt wordt. Deze term geeft immers geen enkele informatie over de uitvoeringsgraad van de latere afwerking.
Tot slot is de TV ook aangepast aan de nieuwe manieren van bouwen, denk bijvoorbeeld aan de steeds belangrijker wordende luchtdichtheid. Verschillende soorten aansluitingen staan gedetailleerd beschreven in een apart hoofdstuk: aansluitingen ter hoogte van de muurvoet, het plafond, met het schrijnwerk, met ondergronden van verschillende aard, met structurele elementen uit metaal, ter hoogte van voegen in de ondergrond,….
Aannemers kunnen de nieuwe TV gratis downloaden via de Buildwise-website (rubriek ‘Publicaties’).