6 minute read

●Temperatuurvoorwaarden

De invloed van het weer op schilderwerken

De zomer van 2022 was ongemeen heet. Overal in Europa sneuvelden de hitterecords bij bosjes en mogelijk krijgen we na de recordzomer ook nog een hete herfst. Daarom herinneren we graag nog eens aan de voorschriften uit de TV 249 met betrekking tot temperaturen.

Warmte en koude kunnen allebei een nefast effect hebben op schilderwerken. De droging van verven is immers sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid. Een hoge temperatuur en lage luchtvochtigheid doen de verf sneller drogen, een lage temperatuur en hoge luchtvochtigheid vertragen dan weer de droging. Dit effect is veel meer uitgesproken bij watergedragen verven dan bij solventgedragen verven, maar ook bij deze laatste is het aangewezen om niet te schilderen bij te hoge of te lage temperaturen.

Wat kan er mis gaan?

Te hoge temperaturen, hoger dan 25° C, doen de verf te snel drogen. Dat kan aanleiding geven tot strepen en lasvorming (duidelijk zichtbare overlappingen door het rollen van de verf). Wanneer de verf reeds aangebracht is, maar de ondergrond daarna opwarmt, door bijvoorbeeld rechtstreekse zonnestraling op vers geschilderd oppervlak, dan kunnen ook blaasjes ontstaan. Het is dus altijd een goed idee om rekening te houden met de beweging van de zon en steeds te schilderen op delen waar de zon al voorbij is getrokken.

Ideale temperaturen?

In de technische voorlichting 249 “Leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken” van het WTCB is een aparte paragraaf gewijd aan de temperatuur- en vochtigheidsvoorwaarden voor de applicatie van verfsystemen.

Indien de temperatuur te laag is, kunnen de bindmiddeldeeltjes van verven in waterige dispersie niet correct fusioneren. Het gevolg is dat de filmvorming in het gedrang komt, wat ten koste gaat van de hechting en de levensduur van de verf. Daarom valt het af te raden om verven in dispersie aan te brengen bij temperaturen lager dan 10°C.

Maar ook te hoge temperaturen kunnen nadelige gevolgen hebben. De ideale temperatuur om watergedragen verven aan te brengen, ligt tussen 10 en 25°C. Bij oplosmiddelgedragen verven is er iets meer speelruimte, die zijn namelijk iets minder gevoelig voor lage temperaturen. Wie graag op veilig speelt, hanteert echter ook voor solventgedragen verven best dezelfde temperatuurgrenzen. De TV 249 raadt bovendien aan om ongeacht het type verf, steeds de technische fiche van het product te raadplegen en de instructies van de fabrikant na te leven.

Hoe zit het met bewaring?

Om de kwaliteiten van de verf te behouden, raden alle verffabrikanten aan om verf op een koele plaats te bewaren, met stabiele temperaturen. Te warme omstandigheden zijn niet aan te raden, maar vriestemperaturen zijn al helemaal uit den boze. Vooral watergedragen verven zijn erg gevoelig voor vorst. Wanneer de verf opnieuw ontdooit, zal ze een belangrijk deel van haar kwaliteiten kwijt zijn. Zo zal het bindmiddel bijvoorbeeld niet meer werken zoals het hoort en kan er vocht in de verf terechtkomen. Hierdoor kan de verf gaan rotten en een kwalijke geur verspreiden. Verf die bevroren is geweest, is helaas niet meer bruikbaar.

Wat met afdichtingsproducten en kitten?

Wanneer afdichtingsproducten en kitten bewaard worden bij een hogere temperatuur, dan zal dat vooral een invloed hebben op de houdbaarheidstermijn, die daardoor zal verkorten.

Zijn de producten gestockeerd in een ruimte waar de temperaturen oplopen tot boven 45°C, dan kunnen er zelfs ernstigere problemen ontstaan, zoals bijvoorbeeld een te hoge druk in polyurethaan-schuimbussen. Van neutrale siliconenkit kan het reactiemechanisme worden aangetast.

Bij lagere temperaturen tussen +5°C en ongeveer -5°C zijn niet direct problemen te verwachten. Onder -5°C kunnen dispersieproducten gaan bevriezen. Veel van deze producten kan je echter gewoon laten ontdooien, waarna ze weer normaal werken.

De invloed van het weer op schilderwerken

Bij azijnzuurhoudende siliconenkitten kan kristallisatie van crosslinker optreden bij temperaturen onder de -5°C. Maar ook hier kan je dit probleem verhelpen door de kit tot boven +5°C te verwarmen.

Verwerking

Welke invloed hebben extreme temperaturen dan op de producten zelf? Over het algemeen zullen de materialen bij hogere temperaturen dunner zijn en bij lagere temperaturen dikker, waardoor de benodigde druk tijdens verwerking afhankelijk is van de temperatuur.

Een uitzondering hierop vormen de op siliconen gebaseerde producten, die vrijwel niet temperatuurgevoelig zijn. Wanneer producten dunner zijn door de hitte, dan levert dit over het algemeen geen problemen op bij de verwerking. Bij lage temperaturen kunnen sommige producten echter moeilijker verspuitbaar worden, bijv. 1-component hybridekit of PU-kit. Het is daarom ook aan te bevelen om deze producten, indien mogelijk, op een verwarmde plaats te bewaren.

Snelle verwarming op de bouw in warm/heet water is niet aan te raden, omdat de verpakking snel erg heet kan worden (50-60°C) terwijl de kit nog koud en stug is. Vooral bij toepassing van luchtdruk kan een probleem ontstaan, doordat de warmere koker vervormd kan worden en lucht tussen zuiger en wand doorlaat. Deze lucht komt dan gelijktijdig met de kit uit de koker.

Invloed tijdens applicatie

Bij temperaturen boven +5°C zijn kitten doorgaans perfect te gebruiken. Bij lagere temperaturen bestaat de kans op condens- of ijsvorming op of in de ondergrond. Dit zou de hechting van de kit teniet kunnen doen. In principe is het onder gecontroleerde omstandigheden met bepaalde producten mogelijk ook onder +5°C te werken, maar dat zal echter van geval tot geval beoordeeld moeten worden.

Hogere temperaturen tot +30°C à +40°C geven over het algemeen geen directe problemen. Wel moet de gebruiker zich realiseren dat tijdens warme perioden alle bouwmaterialen en constructies hun hoogste temperaturen hebben en het sterkst zijn uitgezet. De voegen tussen deze materialen zijn dan op hun smalst, zodat de kit voeg later alleen nog maar breder kan worden en de kit dus constant onder spanning komt te staan, waardoor de kans op onthechting sterker aanwezig is.

Daarom is het aangewezen om sterk werkende voegen niet tijdens zeer warme perioden af te dichten, en vooral niet in de volle zon. Ook met oplosmiddelenhoudende kitten is het aan te bevelen niet in de volle zon te werken, omdat dit tot blaasvorming in de kit voeg kan leiden.

Invloed na applicatie

Ook na het aanbrengen, kunnen temperaturen nog een invloed hebben op bepaalde producten. Zolang de kit nog niet is uitgehard (bij 1-comp. vocht uithardende producten kan dit, afhankelijk van de aangebrachte laagdikte en het type kit, enkele dagen tot enkele weken duren) blijft de kit gevoelig voor te sterke werking van de voeg.

Vooral in perioden met sterke temperatuurschommelingen kan door uitzetten en krimpen van bouwmaterialen de voeg vrij sterk op beweging worden belast. Is in dit geval de kit nog in de uithardingsfase, dan kan in extreme gevallen teveel vervorming plaatsvinden waardoor scheurtjes in de huid van de kit ontstaan met een harmonica-achtig uitstraling.

Is de kit eenmaal uitgehard dan is deze volledig belastbaar. Hogere temperaturen zullen dan weinig problemen veroorzaken. Bij lagere temperaturen b.v. - 10°C zijn veel kitten echter stugger geworden, terwijl de voegen door het krimpen van de bouwmaterialen op hun breedst zijn. Op dit moment ontstaat dus de grootste belasting op de voeg. Een uitzondering in dit verband vormen weer de op siliconen gebaseerde producten, die temperatuurongevoelig zijn en dus bij -10°C nog even elastisch zijn als bij +20°C.

Om deze reden vinden vooral neutrale siliconenkitten met een lage modules toepassing als afdichtingsmateriaal in dilatatievoegen in gevels. Producten gebaseerd op hybride technologie gedragen zich bij deze lage temperaturen nog goed elastisch.

This article is from: