9 minute read

● Sportbelijning

Sportbelijning: minuscule foutenmarges, immense financiële risico’s

Schilders bestaan in alle soorten en maten. Sommige schilders doen alle werken, terwijl anderen zich specialiseren in één tak van het vak. En dan heb je de specialisten die zich helemaal toeleggen op één niche. Zo iemand is John Wevers van WIRA Sportbelijning. Hij is gespecialiseerd in alle soorten belijning. Een kleine, maar fascinerende tak van het schildersvak.

De naam WIRA Sportbelijning is eigenlijk misleidend. John Wevers neemt namelijk niet alleen opdrachten voor sportvloeren aan, ook voor het schilderen van parkeerplaatsen in parkeergarages, het decoreren van de vloeren in (binnen-) speeltuinen, cafetaria’s of andere horecagelegenheden draait hij zijn hand niet om. De hoofdmoot van het werk blijft evenwel de sportbelijning. Wij namen een kijkje toen John, samen met collega Co de belijning aanbracht in de sporthal van Oostkamp.

“Belijning is een vak op zich,” steekt John Wevers van wal. “Eigenlijk heeft ons werk niets te maken met de klassieke vormen van schilderwerk. Soms zijn er zelfs meer overeenkomsten met het werk van een landmeter dan met dat van een huisschilder.

Intussen ben ik een ervaren rot in dit vak geworden. Ik doe de belijning voor heel veel sporthallen, van gemeentes, scholen, zorginstellingen,… maar ook voor veel sportclubs. Ik denk dat ik van alle zaalsporten de belijning al gedaan heb voor de teams uit de eerste klasse: basketbal, volleybal, zaalvoetbal, badminton,… Ook voor het recente wereldkampioenschap 3X3 basketbal, heb ik alle terreinen geschilderd.”

Geen achtergrond als schilder

“Ik ben er zo’n 9 jaar geleden toevallig ingerold,” vervolgt John. “Ik werkte toen in een fabriek waar we na een periode van zware ploegenshiften telkens 7 dagen vrijaf kregen. In die vrije dagen werkte ik wat voor een vriend van mij, die allerlei klussen opknapte. Op een gegeven moment werd hij gevraagd om de belijning aan te brengen in een sporthal. Zo leerde ik dit vak kennen. Gaandeweg kwam ik er ook achter dat er veel vraag is naar dit belijningen en heb ik er mijn hoofdberoep van gemaakt.”

Precisiewerk

Het schilderen op de sportvloeren is eigenlijk maar een klein deel van Johns job. Het grootste deel van de tijd gaat uit naar het uitzetten van de lijnen en de voorbereiding op de schilderwerken.

“Op een gemiddelde dag van 8 uur zijn we doorgaans 6 uur bezig met het uitmeten en afplakken en slechts 2 uur met het schilderen zelf,” legt John uit. “En dat uitmeten is een echt precisiewerk. De sportfederaties staan maar heel minieme marges toe, dus de minste fout kan ons tienduizenden euro’s kosten. Dat uitmeten is dus een zeer secure klus met erg kleine toleranties.

Net omdat de afwijkingen zo klein moeten zijn – de meeste federaties staan een afwijking van 1 centimeter op 100 meter toe – meten wij alles uit met de hand en nooit met de lasermeter! Wanneer je een laser zou gebruiken, dan zit je in een sporthal van 40 meter al gauw met een afwijking van 3 à 4 mm, en dat is gewoonweg te veel in dit soort werk. Het lichtpunt van de laserstraal wordt over dergelijke afstanden immers een stuk groter, en dan vergroot automatisch ook je foutenmarge. Wij maken dus gebruik van een oerdegelijke lintmeter, die we wel ieder jaar opnieuw laten ijken. Met een smetlijn tekenen we vervolgens de contouren van het veld af en dat plakken we daarna af met tape, zodat we enkel nog de ruimte binnen de twee stukken tape moeten inkleuren.

Gelukkig moeten we niet altijd alles uitmeten, vaak worden we ook gevraagd om een bestaande zaal te herbelijnen, zoals ook hier in Oostkamp. In dat geval kunnen we gewoon de bestaande lijnen overschilderen, want die zijn reeds goedgekeurd door de verschillende sportbonden.

Wanneer we wel helemaal van nul moeten beginnen, dan is dat een enorm complexe karwei. Sommige sporten gebruiken enkel rechte lijnen, zoals bijvoorbeeld een tennis- of badmintonterrein, en dan gaat het uitmeten en uittekenen van de belijning nog redelijk vlot. Maar bij andere sporten heb je ook ronde vormen, zoals de middencirkel van een voetbalveld, en dat maakt het meteen een stuk complexer. Het allermoeilijkste zijn basketbalterreinen, want daar heb je niet alleen een middencirkel, maar ook een gebogen driepuntlijn, de bucket (raket) onder de ring,… een bijkomende moeilijkheid is dat de ring exact in het midden van het terrein moet komen, en vaak hangt die ring er niet eens wanneer wij de belijning aanbrengen!

Bovendien zijn er ook nog andere factoren waar je rekening mee moet houden. In overdekte sporthallen schilderen we op eenzelfde

Superefficiënt: één persoon brengt de verf aan met de kwast, de andere rolt ze uit met een rol.

John Wevers met zijn collega Co.

sportterrein vaak de belijning voor vijf, zes, zeven of meer verschillende sporten. Hier in de zaal in Oostkamp liggen bijvoorbeeld 12 badmintonterreinen, 8 volleybalvelden, 3 basketbalterreinen, 1 terrein voor handbal of zaalvoetbal en 2 minivoetbalterreinen. Dat zijn een hoop lijnen bovenop elkaar! Je kan je dus voorstellen dat je op voorhand alles grondig moet plannen en uittekenen.

De volgorde waarin we de verschillende belijningen aanbrengen is trouwens niet toevallig. De opdrachtgever kan die volgorde zelf bepalen. Doorgaans ligt de populairste sport bovenaan, zodat de lijnen nergens overlapt worden door de lijnen van andere sportvelden; de minst populaire sport komt dan onderaan. De kleuren liggen wel vast. Voor het basketbalveld gebruikt men normaal gezien oranje of rood, volleybal is geel, tennis wit, voetbal zwart, enzovoort.”

Geen klassieke verven

Voor de opdrachtgevers (vaak steden en gemeenten die de sporthal uitbaten) is het doorgaans erg belangrijk dat de werken zo weinig mogelijk tijd in beslag nemen. Sporthallen en outdoor-sportterreinen halen immers hun inkomsten uit de verhuur van de terreinen. Daarom willen ze zo weinig mogelijk tijd uittrekken voor de werken en zijn de deadlines erg belangrijk.

Wanneer de tijdsdruk zo hoog is en er vijf of meer verschillende belijningen bovenop elkaar moeten aangebracht worden, dan is het begrijpelijk dat de droogtijd een doorslaggevend element is bij de keuze van een verf.

WIRA Sportbelijning maakt daarom gebruik van sneldrogende 2-componenten PU-verven. Bij ons mogen die nog solventen bevatten, maar in Nederland, waar WIRA Sportbelijning ook vaak werkt, zijn enkel nog watergedragen verven toegelaten. De verft die WIRA Sportbelijning gebruikt, droogt heel erg snel. Als de belijners aan de ene zijde van de zaal beginnen verven, is het schilderwerk alweer beloopbaar wanneer ze de andere kant van de zaal bereiken. Zo kunnen ze op één dag makkelijk verschillende belijningen bovenop elkaar aanbrengen.

Om snel te kunnen werken, worden eerst alle lijnen afgetaped op de grond. Daarvoor gebruiken ze de Gold Tape van Deltec, een tape gemaakt uit speciaal rijstpapier die volgens John Wevers de scherpste belijning oplevert. Vervolgens brengt één persoon een dikke laag verf aan met de kwast, terwijl de andere volgt met de rol om de verf open te strijken. Het duo is perfect op elkaar ingespeeld en ze werken als een geoliede machine. Dankzij hun ervaring en efficiëntie verlopen de werken razendsnel. Enkele minuten nadat de verf is aangebracht mag de tape al weg en kunnen ze beginnen aan de volgende laag.

Sportbelijning wordt aangebracht

De verf aanrollen...

op heel uiteenlopende ondergronden. Er zijn de klassieke sportzaken met een massieve parketvloer, maar ook sportzalen met betonnen vloeren en de modernere linoleumvloeren.

Financieel risico

Als je ziet hoe snel en efficiënt het duo werkt, is het verwonderlijk dat niet meer mensen kiezen voor deze job. Maar daar zijn volgens John Wevers enkele goede redenen voor.

John Wevers: “Eerst en vooral is het bijzonder complex om al die belijningen uit te tekenen. Ik daag je uit om het zelf eens te proberen, en je zal zien hoe ingewikkeld het is. Probeer maar eens die gebogen lijnen van een basketveld correct uit te tekenen! Vaak komen we in een gemeentelijke sporthal waar de gemeentearbeiders de vorige schilderbeurt voor hun rekening genomen hebben. De mensen trekken dan grote ogen wanneer ze zien dat wij die klus op één dag tijd kunnen klaren, terwijl de gemeentearbeiders er een hele week voor nodig hadden! Dat soort verhalen hebben we al heel vaak gehoord.

Het is dus bijzonder complex werk, maar er zit ook een groot financieel risico aan vast. En daar hebben al veel mensen hun broek aan gescheurd. Ik heb al veel gezichten zien passeren die ook hun brood wilden verdienen in deze branche, maar die na een grote misser failliet zijn gegaan. Er is namelijk geen ruimte voor fouten. Als je op een houten vloer een fout maakt, dan kan je de vloer nog opnieuw laten schuren – op kosten van de belijner uiteraard! Maar op een linoleumvloer krijg je de verf er nooit meer af. Als je daar een fout maakt, moet je meteen een nieuwe vloer laten gieten. En dan spreek je al gauw over 70.000 à 80.000 euro!

Een kleine meetfout, een onoplettendheid of een vergissing kan je handenvol geld kosten. En een foutje is snel gemaakt! Bij de ene sport maakt de lijn (doorgaans vijf centimeter breed) deel uit van het speelveld, bij de andere sport net niet en moet de lijn buiten het speelveld getrokken worden. Het zijn allemaal zaken die je moet weten. Een kleine vergissing kan catastrofale gevolgen hebben.

En de opdrachtgevers laten ons vaak dikke contracten ondertekenen, met hopen clausules, waarin bepaald staat dat wij opdraaien voor de kosten in geval van fouten. Er hangen dus enorme financiële risico’s vast aan ons werk. Dat wordt vaak onderschat. Het eerste jaar dat ik dit werk deed, had ik de reglementen van alle sporten steeds op papier naast mij liggen, om toch maar geen fouten te maken. Maar intussen ken ik alle afmetingen van de sportvelden uit het hoofd. Om zeker te zijn dat alles foutloos verloopt, doe ik het uitmeten steeds helemaal zelf. Dat vertrouw ik aan niemand anders toe!”

.... en enkele minuten later is de verf droog en kan de tape al weg.

Fysiek labeur

Een andere reden waarom de job van belijner niet voor iedereen is weggelegd, is het feit dat het fysiek behoorlijk zwaar werk is.

John Wevers: “In deze sporthal hebben we 7,5 kilometer tape aangebracht. Wanneer je rekening houdt dat we elke lijn moeten uitmeten, vervolgens de tape aanbrengen, dan aanrollen, verven en daarna weer de tape moet weghalen, dan besef je dat we op een dag heel wat kilometers afleggen. Ik denk dat we elke lijn zo’n 6 à 7 keer afstappen. Reken dus zelf maar uit hoeveel kilometers wij doen op een dag. Ik ben 55 jaar, en mijn kompaan Co is er zelfs al 63, maar veel twintigers zouden ons moordende ritme niet aanhouden. Voor ons is dit echter dagelijkse kost

Wij kunnen ook nooit vakantie nemen tijdens het bouwverlof, want veel scholen -die in die periode gesloten zijn – willen dan hun sportzaal onder handen laten nemen, ook veel openbare sporthallen maken graag gebruik van die periode, omdat het dan erg rustig is. De zomer is voor ons altijd razend druk!”

Meer weten? www.sportbelijning.be

This article is from: