NR. 55 - OKTOBER 2020
HOE BEREIKBAAR IS JE (THUIS)KANTOOR?
Mobiliteit is het nieuwe salaris Hoe ver woon jij VAN JE WERK? (PAGINA 13)
De digitale versnelling WAT JIJ KUNT LEREN VAN
Billie Eilish (PAGINA 39)
Volg ons op @mark_magazine of markmagazine.be
NA CORONA (PAGINA 6)
Drie gevaren
Zij lieten het ziekenhuis draaien
VAN TELEWERKEN
TIJDENS DE CORONAPIEK
(PAGINA 33)
(PAGINA 8)
De manier waarop we werk en mobiliteit organiseren, bevindt zich op een kantelpunt. Hét moment voor organisaties om de werknemer centraal te zetten in het nieuwe normaal en hybride werken daar een prominente plaats in te geven.
OOK JIJ KAN EEN BAANBREKENDE WERKGEVER WORDEN. ONDERTEKEN HET CHARTER OP BAANBREKENDEWERKGEVER.BE
EEN INITIATIEF VAN
INTRO
Inhoud 4
OVERWERK
6
DIGITALE VERSNELLING
7
DIGITALE VAKBEURZEN
8
ACHTER DE SCHERMEN VAN UZ LEUVEN
11
DO IT YOURSELF
De gemiddelde werknemer doet er ongeveer veertig minuten om op zijn of haar werk te geraken. Dat is natuurlijk een gemiddelde en dus altijd lastig. Om nog even in de vervoersfeer te blijven: als Bill Gates op de bus stapt, is elke passagier gemiddeld miljonair, zei mijn leraar economie vroeger altijd. Zowat een op de zeven van ons is bijvoorbeeld langer dan een uur onderweg naar zijn of haar werk.
DOSSIER: MOBILITEIT IS HET NIEUWE SALARIS
Voor sommigen is de afstand naar hun werk tegenwoordig de redelijk scherpe verplaatsing naar het thuiskantoor, de keukentafel of de zolder, want we telewerken nog altijd naar hartenlust en dat zal nog even zo blijven (pag. 5).
12
13 14 15 16 18 20 22 24 26 28 30 32
Over knappe collega’s en minder files Hoe Unilin (nog meer) inzet op digitaal Ook de landbouw gaat digitaal Zij lieten het ziekenhuis draaien tijdens de coronapiek
Birgit zorgt voor een watervriendelijke tuin
Vijf feiten over jouw woon-werkverkeer Charter Baanbrekende Werkgever Hoe regelt je baas je woon-werkverkeer? Sneller naar je schone job bij stad Antwerpen De Lijn: “Niet waar en wanneer je werkt telt” AgO: “Flexibel werken wint aan kracht” Smals: “Blijven inzetten op duurzame mobiliteit” Unilin: de toekomst wordt groener Slim naar Antwerpen MARS schakelt over naar groen wagenpark MIVB: “Openbaar vervoer is de toekomst” Aquafin: slimmere (en minder) mobiliteit
33
DRIE GEVAREN VAN TELEWERK
34
ARVESTA BRENGT MENTALE WEERBAARHEID IN KAART
Wie telewerk zegt, zegt ook well-being
Werk maken van veerkracht
36
39
Mobiliteit is het nieuwe salaris
TECHNOLOGIE EN ECOLOGIE VERZOENEN
De tien van Aquafin
VERGEET JE RUGZAKJE
Vijf carrièrelessen van Billie Eilish
“Iederepersoondieikken,isinmijnhoofd geassocieerdmeteenkleur,eenvormeneengetal, maardatvindiknormaal” BILLIE EILISH op pagina 39
Het geeft aan dat mobiliteit veel facetten kent en eigenlijk steeds bepalender wordt in je keuze voor een werkgever. Je wilt bijvoorbeeld een vlotte verplaatsing, maar misschien ook af en toe kunnen thuiswerken en dat (allemaal) zo veel mogelijk zelf beslissen. En je rekent misschien op een bedrijfsfiets en/of -wagen, het liefst een groene.
Als Bill Gates op de bus stapt, is elke passagier gemiddeld miljonair Vaak is het ook gewoon een kwestie van autonomie: zelf kunnen kiezen. Zo hebben sommigen net minder stress op weg naar hun werk, terwijl ze meer kilometers doen en langer onderweg zijn. In die zin is niet alleen mobiliteit, maar ook autonomie het nieuwe salaris. Welkom in MARK Magazine met mobiliteit als absolute eyecatcher. We zien de toekomst voorbijkomen met fietsen, elektrische wagens en openbaar vervoer. We geven cijfers over de beleving van je woon-werktraject (pag. 13) en lanceren het Charter Baanbrekende Werkgever (pag. 14). In dit nummer hebben we het ook over de gevaren van telewerk (pag. 33) en over de digitale versnelling na corona (pag. 6). We kijken wie het ziekenhuis liet draaien tijdens de coronapiek (pag. 8) en kloppen voor carrièrelessen aan bij de immer authentieke Billie Eilish (pag. 39). De volgende editie van MARK Magazine verschijnt op 31 oktober in De Standaard en op 2 november in Het Nieuwsblad. William Visterin, hoofdredacteur MARK Magazine @wvisterin ALLES VAN A TOT Z MARK Magazine is een realisatie van MH Brand Studio, dat als content marketing divisie van Mediahuis merken en bedrijven de kans geeft om hun ideeën en visie te delen met de community van De Standaard en Het Nieuwsblad. MH Brand Studio draagt de redactionele verantwoordelijkheid voor deze publicatie. Jouw mening?
@mark_magazine
3
OVERWERK
Is die nieuwe collega wel zo bekwaam? SLECHTS 16 PROCENT VAN DE NIEUW AANGEWORVEN MEDEWERKERS BESCHIKT OVER DE JUISTE VAARDIGHEDEN VOOR HUN (TOEKOMSTIGE) JOB.
Hire for attitude, train for skills, is een vaak gehoorde slogan als het gaat om het aantrekken van talent. Hoe dan ook, uit onderzoek van adviesbureau Gartner blijkt dat organisaties moeite hebben om talent aan te trekken. “Traditionele rekruteringsmethoden bieden vandaag niet langer een antwoord op de verschuivingen op de ar-
beidsmarkt”, vindt Lauren Smith, vicepresident HR bij Gartner. Zo moet de talent pool waarin wordt gerekruteerd breder en moeten organisaties ook hun waarden nog meer uitdragen. Slechts 16 procent van de medewerkers beschikt volgens Gartner over de vaardigheden die ze nodig hebben
Op het werk ben je beter niet te knap EEN KNAP UITERLIJK IS NIET ALTIJD EEN VOORDEEL. MINDER AANTREKKELIJKE COLLEGA’S WORDEN VAKER SERIEUS GENOMEN DAN UITGESPROKEN KNAPPE COLLEGA’S.
Maar liefst 62 procent van de werkende Nederlanders beoordeelt een nieuwe collega op zijn of haar uiterlijk. Vooral de hoogopgeleide vrouwen zouden hier het meest toe geneigd zijn. Dit alles blijkt uit onderzoek van Acties.nl onder 1.111 Nederlandse werknemers, uitgevoerd door Panelwizard. Voorts blijkt dat heel wat werknemers ontevreden zijn over de kledingkeuze van collega’s. 45 procent van de ondervraagden heeft zich
4
hierdoor tegenover opdrachtgevers weleens geschaamd voor een collega. Van alle ondervraagden is een vijfde
Brad Pitt en Leonardo DiCaprio.
voor hun huidige en toekomstige rol bij hun werkgever. Om talent aan te trekken, moeten leiders het geweer van schouder veranderen, vindt Smith. Ze moeten hun strategie verschuiven van het vervangen van medewerkers naar het vormen van het personeel.
62%
beoordeelt nieuwe collega op uiterlijk (en bij de mannen nog meer) eerder bereid om van een ‘knappe’ collega werkzaamheden over te nemen, dan van een minder aantrekkelijke collega. In die zin helpt je uiterlijk je dan weer wel. Natuurlijk blijft aantrekkelijkheid een subjectief gegeven.
Tot midden 2021 staan we minder in de file SEPTEMBER IS KLASSIEK EEN FILEMAAND OP ONZE WEGEN, MAAR NIET DIT JAAR. BELGISCHE MEDEWERKERS TELEWERKEN NOG ALTIJD EEN AANZIENLIJK DEEL VAN HUN WERKTIJD. DEZE TREND ZAL NOG MINSTENS TOT IN 2021 AANHOUDEN.
Dat blijkt uit cijfers van HR- en well-being-specialist Attentia. Sinds de uitbraak van COVID-19 is tele-
werken in veel bedrijven ingeburgerd geraakt, met een hoogtepunt in april, toen bedienden maar liefst 40 pro-
cent van hun uren via telewerk presteerden. Bij directie- en kaderleden was dit zelfs 61 procent. De piek in telewerk is intussen achter de rug, maar de trend is zeker niet verdwenen. De verkeersdrukte en files op onze wegen zijn volgens het Verkeerscentrum in augustus met 32 procent afgenomen tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dit cijfer ligt in lijn met data over telewerk die Attentia verzamelde na een steekproef bij 70.000 medewerkers uit bedrijven met minstens honderd medewerkers. Daaruit blijkt dat bedienden in augustus nog altijd 22 procent van hun uren op afstand presteerden, tegenover 40 procent bij kaderleden. Bij arbeiders is telewerk verwaarloosbaar, omdat zij in de meeste gevallen fysiek aanwezig dienen te zijn om hun werk uit te voeren. Lees ons dossier over mobiliteit vanaf pagina 12.
NV OVERWERK
5
D I G I TA A L
Hoe Unilin (nog meer) inzet op digitaal VOOR DE WIELRENNERS IS HET MOMENTEEL EEN TANDJE BIJSTEKEN IN EEN DRUK ‘NAJAARSSEIZOEN’. OOK UNILIN, PRODUCENT VAN ONDER ANDERE DE BEKENDE QUICK-STEP-VLOEREN EN SPONSOR VAN DE GELIJKNAMIGE WIELERPLOEG, ZET EEN VERSNELLING IN, WELISWAAR EEN DIGITALE.
Unilin heeft er enkele uitdagende maanden opzitten. Veel van hun retailers moesten tijdens de lockdown de deuren sluiten. “Het heeft iedereen doen stilstaan bij het toenemend belang van digitaal”, vertelt Jozefien De Baere, die als lead digital acceleration instaat voor de digitale versnelling bij Unilin. Dit zijn drie belangrijke lessen uit deze turbulente periode.
kader van de digitale acceleratie. “Ik coördineer de lopende digitale projecten. In het begin van de coronacrisis sprongen ook mensen uit totaal andere teams bij om deze projecten op te pikken. Die flexibiliteit waarop we konden rekenen bij de Unilincollega’s, heeft ons echt geholpen om grote stappen te zetten.”
2/
FIRST THINGS FIRST
1/
PAS JE (SNEL) AAN
De coronacrisis had een grote impact op de job van Jozefien. Ze kreeg het voorstel om een nieuwe taak in de organisatie op te nemen. Er werd een nieuwe structuur uitgetekend in het
Tijdens de crisis keek Unilin in de eerste plaats naar projecten met de grootste impact en waar de meeste nood aan was. Bijvoorbeeld eindklanten tijdens de lockdown te woord staan door de livechat op korte termijn sterk uit te bouwen. “In het begin liep dat erg pragmatisch. Vandaag kijken we welke digitale projecten prioriteit krijgen en hoe we die in heel de organisatie kunnen inpassen. Digitaal stond altijd hoog op de agenda, maar nu nemen we echt een sprong vooruit. Online en offline zijn evenwaardig. Of zoals we zeggen: er is gewoon geen line.”
3/
HOU REKENING MET JE PARTNERS
Jozefien De Baere: “Corona zorgde voor een digitale stroomversnelling.”
6
Cruciaal in de digitale versnelling bij Unilin is de houding tegenover part-
ners. Het bedrijf wil de retailers echt bij het verhaal betrekken. “Zo hebben we voor elke Belgische retailer een persoonlijke webshop gelanceerd om klanten te bedienen. Retailers beseffen vandaag meer dan ooit de noodzaak daarvan”, vertelt Jozefien. Er zijn ook plannen om het online B2Bplatform van Unilin naar een volgende fase te tillen. “We willen de juiste functionaliteiten toevoegen die de noden van de retailer nog beter opvangen en zo onze digitale samenwerking nog meer versnellen.” DE IMPACT VAN DIGITALE VERSNELLING VOOR …
Olivier Bulcke (eMPower consultant): “In het begin van de lockdown was nog veel onzeker. We waren eerst bezig met keeping the lights on. We stelden vast dat veel mensen onze producten online bestelden en dat we daar als bedrijf nog meer op moesten inzetten. Meer digitale projecten, dat gaf mij nieuwe uitdagingen in mijn job, die zich bevindt tussen luisteren naar de behoeften van de klant en oplossingen vinden binnen IT. De digitale versnelling krijgt intussen verder vorm en ik ben blij dat ik eraan kan meewerken.” Jolien Janssens (digital marketeer): “De online orders via de webshop stegen tijdens COVID-19 met maar liefst 200 procent. Terwijl onze retailers de deuren moesten sluiten, probeerden wij met het volledige team ondertussen onze eindklanten zo goed mogelijk te begeleiden, met als doel om extra verkoop voor onze retailers te genereren. Verschillende initiatieven werden hierdoor opgestart, waaronder de lancering van livechat in meer dan tien verschillende landen.”
D I G I TA A L
Ook de landbouw gaat digitaal
NET ALS VOOR ANDERE EVENEMENTEN GOOIDE COVID-19 BIJ DE LANDBOUWBEURZEN ROET IN HET ETEN. OOK DIE KONDEN DEZE ZOMER NIET PLAATSVINDEN. DAN ORGANISEREN WE DIE TOCH GEWOON ONLINE, DACHTEN ZE BIJ ARVESTA. “WE WAREN AANGENAAM VERRAST VAN DE MOOIE OPKOMST.”
Uiteindelijk organiseerde Arvesta, de full-servicepartner van boer en tuinder, twee digitale beurzen of platformen. Het ging enerzijds om de landbouwbeurs Libramont waarop de deelnemende merken op een interactieve manier vertegenwoordigd worden. Naast Libramont, stonden deze zomer de Openvelddagen op het programma. Elke twee jaar organiseren de Arvesta-merken AVEVE, Sanac, Walagri en Hermoo een openvelddag aan het proefstation in Neerhespen. Daar test Arvesta nieuwe rassen van granen, maïs en andere gewassen en worden veldproeven uitgevoerd. Hierbij worden de nieuwste bemestings- en gewasbeschermingsstrategieën getest vooraleer ze aan de klant-landbouwer worden aangeboden. “Bezoekers krijgen naar goede gewoonte een rondleiding op de proefvelden en uitleg bij de resultaten. Maar dit jaar ging alles dus virtueel”, aldus Simon Eyers, marketingmanager BU Agri-Horti bij Arvesta.
te weten komen over de gewassen, de proeven en de bevindingen van de experts van Arvesta in tal van video’s”, vertelt Eyers, die met zijn marketingteam op drie maanden tijd de twee digitale initiatieven op het getouw kon zetten. “Ik ben trots dat we dit gerealiseerd hebben. In het begin was het toch even zoeken naar een partner die zo’n digitaal platform snel, efficiënt en toegankelijk mee kon uitrollen.” Maar is de landbouwer gevolgd? “Dat viel erg goed mee”, zegt Simon
Eyers. “Van alle landbouwers die we hadden uitgenodigd, heeft de helft een van de twee platformen bezocht”, stelt hij. “De bezoeken aan de Openvelddagen lagen bijvoorbeeld ettelijke malen hoger dan bij een klassiek bezoek ter plaatse het geval was.” Al vindt hij dat ook niet zo verwonderlijk. “Landbouwers vormen een doorsnede van de bevolking. Zij gebruiken bijvoorbeeld ook een smartphone en doen dat ook voor hun job. Denk bijvoorbeeld aan de AgriExpert-app van Arvesta op hun smartphone.” TOEKOMST
Hoe ziet Eyers overigens de toekomst? “Ook al is het nog een beetje vroeg om dat nu te zeggen, toch denk ik dat we de komende jaren naar een gemengde opstelling gaan, waarbij fysieke en digitale events hand in hand gaan. Beide zijn aanvullend en zijn twee verschillende manieren om te connecteren met onze klanten.” Of je als team beide vormen kunt combineren? “Je kunt zo’n digitaal event ook wel wat op voorhand voorbereiden. Al moeten we onze planning dus nog maken.”
TROTS
De proefvelden werden nagebootst op een digitaal platform. “Bezoekers kunnen op de velden klikken en meer
Het marketingteam van Arvesta, dat op drie maanden de digitale initiatieven realiseerde.
7
VEERKRACHT
ACHTER DE SCHERMEN VAN UZ LEUVEN
Zij lieten het ziekenhuis draaien tijdens de coronapiek AN MOENS, SCHOONMAAKSTER OP DE DIENST SPOEDGEVALLEN DE CORONACRISIS BRACHT NIET ALLEEN KOMMER EN KWEL, MAAR OOK SOLIDARITEIT EN SAMENHORIGHEID MET ZICH MEE. IN UZ LEUVEN BIJVOORBEELD MELDDEN ENKELE HONDERDEN COLLEGA’S – ZORGVERLENERS UITERAARD, MAAR OOK LOGISTIEK, ADMINISTRATIEF ÉN SCHOONMAAKPERSONEEL – ZICH VRIJWILLIG AAN OM OP EEN COVIDAFDELING MEE TE DRAAIEN. HET LEVERDE VRIENDSCHAPPEN VOOR HET LEVEN OP. Tekst: Hermien Vanoost - Foto’s: Wim Feyaerts & Stijn Knapen
“Nooit was hygiëne belangrijker dan tijdens de coronapiek” “Eerst de lange handschoenen, dan de schort, het mondmasker, het haarkapje, de korte handschoenen, de bril en tot slot het gezichtsbeschermingsmasker. Ja, ik ken ze ondertussen wel, de aankleedprocedure die je moet volgen om op een veilige manier bij COVID-patiënten binnen te gaan. De eerste keren vond ik het ingewikkeld, maar al snel werd het een routine.” “Dat ik op de spoedafdeling ben blijven werken toen er COVID-patiënten binnenkwamen, was een bewuste keuze. Ik wou er mee voor helpen zorgen dat artsen en verpleegkundigen hier veilig konden werken. Nooit was hygiene belangrijker dan toen. We poetsten de ruimtes dan ook niet één, maar twee keer voor ze opnieuw gebruikt werden. De poetsdoeken gooiden we nadien altijd weg. Mentaal vond ik de coronapiek soms best lastig, vooral omdat het op den duur over niets anders meer ging. Overal waar ik kwam, was COVID hét gespreksonderwerp.”
STEVEN SCHREVENS, MEDEWERKER PATIËNTENVERVOER
“Dankbaarheid van patiënten was enorm”
“Na een lange tijd als buschauffeur te hebben gewerkt, koos ik vorig jaar voor een job in de zorg. Samen met mijn collega’s regel ik het vervoer van de patiënten in het ziekenhuis. Normaal is dat een zeer actieve job, maar door de uitbraak van het coronavirus en het uitstel van de onderzoeken viel het ritme ineens stil. Omdat stilzitten niets voor mij is, ging ik met plezier in op de oproep van de directie om als logistiek ondersteuner aan de slag te gaan. Samen met nog enkele andere collega’s legde ik alle materiaal klaar die verpleegkundigen in de rode zone nodig hadden.” “Op korte tijd heb ik een heel arsenaal aan medisch materiaal leren kennen. Het was echt een nieuwe wereld die zich voor
8
mij opende. Het moeilijkste aan de job was zonder twijfel de confrontatie met de patiënten. Ik herinner me een man die zeer moeilijk ademde en geïntubeerd moest worden. Met hem heb ik later, toen hij terug wakker was, kort enkele woorden kunnen wisselen. Zijn dankbaarheid voor wat we deden, was enorm. Aan dat moment moet ik vaak terugdenken.”
INGE VERJANS, PEDIATRISCH VERPLEEGKUNDIGE
“Het leek alsof we al jaren samenwerkten” “Sinds ik in 2000 als verpleegkundige begon, heb ik altijd tussen de kinderen gewerkt. Op onze afdeling komen kinderen van 0 tot 18 jaar die een operatie aan hart of nieren moeten ondergaan. Zware ingrepen, die altijd veel emoties opwekken. Voldoening ervaar ik dan ook vooral wanneer ik een patiëntje en zijn/haar ouders heb kunnen geruststellen
of troosten. Daarom heb ik me eind maart kandidaat gesteld om op een COVID-afdeling te helpen. Ik wou er zijn voor anderen.” “De beelden die ik als zorgverlener te verwerken kreeg, warenbijmomentenhard.Inplaatsvankindjeszagiknuvolwassen mannen en vrouwen hulpeloos en verward in bed liggen. Fysiek waren zij helemaal op. Sommige patiënten zijn van bij de opstart van onze afdeling tot de stopzetting eind mei bij ons gebleven. Al die tijd hebben zij geen familie of vrienden rondom zich gehad. Naarmate de weken vorderden, kregen wij gelukkig wel meer ruimte om een babbeltje te doen.” “Het meest hartverwarmende was het contact met de collega’s. Op voorhand kende ik maar een paar mensen en toch leek het alsof we al jaren samenwerkten. Het gevoel van samenhorigheid was enorm, niet alleen tussen de zorgverleners, maar ook met de collega’s die voor de logistiek en de schoonmaak instonden. Het was teamwork zoals ik het nog nooit had meegemaakt. Veel collega’s hebben ook al doorgegeven dat ze er opnieuw willen staan als het nodig is. Ikzelf trouwens ook.”
ANN BELIEN, ADMINISTRATIEF MEDEWERKSTER OP DE AFDELING OOGZIEKTES
“Schrik om zelf besmet te raken, heb ik nooit gehad” “Iets kunnen betekenen voor anderen, dat is waarom ik al 38 jaar in het ziekenhuis werk. Normaal vind je mij aan de infobalie van de afdeling oogziekten. Toen het ziekenhuis vrijwilligers voor de COVID-afdeling zocht, twijfelde ik eerst. Mijn moeder was niet zo lang geleden overleden, dus ik wist niet of ik het wel zou aankunnen. Het was mijn dochter die me over de streep trok: ‘Doen mama, je zult er anders je hele leven spijt van hebben.’ Ze had gelijk.” “De dag voor we op de afdeling begonnen, legden de leidinggevenden de manier van werken uit. Veel aandacht ging naar onze bescherming. De afdeling was in een groene, oranje en rode zone verdeeld, waarbij die laatste de meeste voorzorgsmaatregelen vroeg. Ikzelf ging als logistiek medewerker aan de slag. Ik vulde het materiaal voor de zorgverleners aan, sorteerde afval en zorgde ervoor dat schorten en maskers bij de sterilisatieafdeling belandden. Schrik om zelf besmet te raken, heb ik nooit gehad.” “Alles bij elkaar heb ik bijna twee maanden op de COVIDafdeling gewerkt. Ik heb er vrienden voor het leven gemaakt. Dat de afdeling van de ene op de andere dag stop-
te, viel me zwaar. Ik had het lastig om het gewone ritme terug te vinden. Het terugkommoment dat de directie voor ons team organiseerde, heeft me dan ook veel deugd gedaan. Het was zo fijn om elkaar terug te zien en te kunnen bedanken.”
9
VEERKRACHT
PAULINA SUCHARZEWSKA, MEDEWERKERS CENTRALE STERILISATIEAFDELING
“Nog meer respect gekregen voor wat zorgverleners dagelijks doen” “Eten tot bij de kamers van de patiënten brengen, telefoons van familie beantwoorden, boterhammen smeren, afvalzakken verzamelen ... Op de COVID-afdeling was er altijd wel iets waarmee je kon helpen. Ondanks de moeilijke omstandigheden, was er een sterk teamgevoel. Iedereen werkte samen, ongeacht zijn of haar functie. Mijn respect voor wat verpleegkundigen en artsen dagelijks doen, is sinds de coronacrisis alleen maar toegenomen. Hoe zij er elke keer weer voor gaan en hoe ze met de patiënten en hun familie omgaan, daar heb ik veel bewondering voor.”
steld om op de COVID-afdeling bij te springen, had vooral met nieuwsgierigheid te maken. Ik wou weten wat de ziekte precies deed.”
“Eventjes heb ik zelfs overwogen om zelf aan de opleiding verpleegkunde te beginnen, maar toen bedacht ik dat ik echt niet tegen bloed kan. Geen ideale match dus (lacht). Dat is ook niet erg, want ik doe mijn job op de centrale sterilisatieafdeling van de dienst tandheelkunde nog altijd heel graag. Net als op de COVID-afdeling werken we ook daar met een propere en een vuile zone en moeten we beide strikt gescheiden houden. Dat ik mij kandidaat heb geJANNES WYNANTS, OPERATIEVERPLEEGKUNDIGE
“Heel wat collega’s van andere afdelingen leren kennen” “Na mijn opleiding verpleegkunde ben ik meteen aan de slag gegaan in het operatiekwartier van UZ Leuven, nu een goed jaar geleden. Ik assisteer bij longoperaties, in-
grepen aan de slokdarm en traumagerelateerde operaties. De klemtoon in mijn werk ligt op het verpleegtechnische en minder op het verzorgende. Tijdens mijn stages heb ik ondervonden dat dat me het best ligt. Dat ik elke dag kan bijleren – momenteel zit ik nog in mijn opleidingstraject – bevalt me zeer.” “Tijdens de coronapiek heb ik zowel op de spoedafdeling als op de tijdelijk opgerichte intensieve afdeling meegedraaid. Op spoed stond ik mee in voor de triage van de patiënten. We namen tests af met een neus- of keelwisser, dienden medicatie toe en leidden de patiënt tot bij de juiste arts. Op de dienst intensieve bemande ik de ‘propere’ zone. Daar bereidden we de medicatie voor die de collega-verpleegkundigen uit de ‘besmette’ zone ons vroegen. Met de patiënten zelf had ik dus meestal geen rechtstreeks contact. Als het erg druk was, sprong ik soms wel bij om patiënten te wassen.” “Hoewel ik de job met veel plezier heb gedaan, ben ik blij dat alles intussen weer in zijn normale plooi is gevallen. Leuk is dat ik dankzij die ervaring heel wat collega’s uit andere afdelingen ken. Als ik nu een patiënt naar de ontwaakzaal breng, loop ik altijd enkele bekenden tegen het lijf.”
10
E AT YO U R O W N
Birgit zorgt voor een watervriendelijke tuin DRINKT DE MELKBOER ZIJN EIGEN MELK? PROEFT DE HONDENVOEDINGFABRIKANT OOK ZELF? IN DEZE RUBRIEK VERTELLEN MEDEWERKERS HOE ZE HUN EIGEN PRODUCTEN GEBRUIKEN. OF IN DIT GEVAL HUN EIGEN ADVIES TOEPASSEN OM REGENWATER SLIM TE GEBRUIKEN.
Birgit De Bock schreef als gebiedsingenieur bij Aquafin mee aan de site www.blauwgroenvlaanderen.be, die helpt om omgevingen watervriendelijk te maken en te wapenen tegen wateroverlast én -tekort. Slim gebruik van regenwater op publiek en privédomein hoort hierbij. Tips die zij en haar gezin bijna allemaal proberen toe te passen in hun eigen tuin in Oosteeklo. Een aantal van die maatregelen is verplicht, zoals regenwater opvangen. “Zelf hebben we twee regenputten,
goed voor 15.000 liter die we gebruiken om te poetsen, te wassen, voor de toiletten en als buitenkraantje”, vertelt Birgit. ZONDER MOEITE
Maar Birgit gaat (veel) verder dan dat. Ze plaatste een groendak dat water bijhoudt en beschikt over een groengevel. De overloop van haar regenputten gaat naar een infiltratiekom. Ze is een deel van haar oprit gaan ontharden, zodat hemelwater kan infiltreren. Het water aan haar
terras achteraan gaat naar het gazon, en dringt daar in de grond. Een hele inspanning, toch? “Zeker niet altijd”, stelt ze. “Vaak vergt het enige aandacht of moeite, soms zelfs helemaal niet. Zo is het vrij gemakkelijk om een boom te planten. Een boom is een ideale maatregel want die zorgt voor verkoeling, zuivert de lucht en draagt bij tot minder grondwateroverlast. Ook andere maatregelen, zoals een regenton die als alternatief voor een buitenkraantje kan dienen, vallen vrij eenvoudig te installeren.” ANDERE KIJK
Het is ook en vooral, zo vult ze aan, een kwestie van op een andere manier naar water te kijken. Hoe minder water naar de riolering loopt, hoe minder snel het naar de beken stroomt. En dus: hoe minder wateroverlast. Daar ziet Birgit de mentaliteit veranderen. “Vroeger wilden mensen het water zo snel mogelijk weg. Nu kijken ze er stilaan anders naar. Dat was in de poldergrond waar ik woon bijvoorbeeld zeker het geval. Het grondwater komt er ook vrij hoog en werd in het verleden gedraineerd om de grond droog te houden. Nu worden de grachten meer opgestuwd zodat het water toch de tijd heeft om te infiltreren. De droogteperiodes nemen alsmaar toe en dat doet de mensen inzien dat we slimmer moeten omgaan met hemelwater.” Vaak is het in een tuin een kwestie om juist niets te doen. “Voor de natuur is het net beter om bijvoorbeeld in de herfst je bladeren te laten liggen en je tuinafval dus niet te snel weg te doen. Of je gras wat langer te laten groeien.” En geef toe: niets doen in je tuin, daar kan toch niemand iets op tegen hebben? WAT KUN JIJ DOEN IN JE TUIN?
Birgit De Bock: “Vroeger wilden mensen het water zo snel mogelijk weg. Nu kijken ze er stilaan anders naar.”
Lees de tips op markmagazine.be
11
DOSSIER MOBILITEIT
HOE BEREIKBAAR IS JE (THUIS)KANTOOR?’
Mobiliteit is het nieuwe salaris Mobiliteit is een hot én breed topic. Het gaat niet alleen over de manier waarop je naar je werk gaat, maar ook hoe je dat ervaart. Tot waar en wanneer je gaat werken en of je dat zelf beslist. De coronapandemie, het vele telewerken en grote infrastructuurwerken doen velen hun oude routines aanpassen. In dit uitgebreide dossier van MARK Magazine bekijken we hoe mensen en organisaties dit aanpakken. Tekst: Wieland De Hoon, Nathalie Dirix, Matthias Van Milders en William Visterin
In dit dossier: 13 – VIJF FEITEN OVER JOUW WOON-WERKVERKEER 14 — CHARTER BAANBREKENDE WERKGEVER 15 — HOE REGELT JE BAAS JE WOON-WERKVERKEER? 16 — SNELLER NAAR JE SCHONE JOB BIJ STAD ANTWERPEN 18 — DE LIJN: “NIET WAAR EN WANNEER JE WERKT TELT” 20 — AGO: “FLEXIBEL WERKEN WINT AAN KRACHT” 22 — SMALS: “BLIJVEN INZETTEN OP DUURZAME MOBILITEIT” 24 — UNILIN: DE TOEKOMST WORDT GROENER 26 — SLIM NAAR ANTWERPEN 28 — MARS SCHAKELT OVER NAAR GROEN WAGENPARK 30 — MIVB: “OPENBAAR VERVOER IS DE TOEKOMST” 32 — AQUAFIN: SLIMMERE (EN MINDER) MOBILITEIT
12
Vijf feiten over jouw woon-werkverkeer
Jobat ondervroeg voor zijn Mobiliteitskompas ongeveer 9.500 Vlamingen over hun mobiliteit. Dat leverde enkele opvallende feiten op.
1/
DE AUTO IS (NOG ALTIJD) KONING
Meer dan zes op de tien werknemers in Vlaanderen gebruikt de auto om (een deel van) zijn of haar woon-werkverplaatsing af te leggen. Het openbaar vervoer wordt maar door een op de tien gebruikt. Het openbaar vervoer wordt vaker gebuikt door 18- tot 24-jarigen, ambtenaren en academische masters.
4/
RUIM 40 MINUTEN ONDERWEG
De gemiddelde werknemer legt 22,9 km af om van en naar het werk te geraken. Dat komt neer op een gemiddelde duurtijd van 41 minuten. Zowat een op de zeven is langer dan een uur onderweg. Arbeiders (18,7 km) wonen dichter bij hun werkplek dan bedienden (24,1 km). Hoe hoger je functieniveau en/ of diploma, hoe meer kilometers je aflegt.
5/
DRIE OP DE TIEN HEEFT STRESS
Die stress is sterk gecorreleerd met de files of storingsgevoeligheid van het traject dat men aflegt. Een op de drie heeft last van files. Het aandeel dat stress ervaart ligt het hoogst bij bedienden (32 procent), dan bij ambtenaren (28 procent). Hoewel het hoger management meer kilometers doet en langer onderweg is, hebben deze medewerkers minder stress. Mogelijk komt dit omdat ze meer zelfcontrole hebben over hun werktijd en -plek.
2/
EEN OP DE VIER KAN KIEZEN
Een op de vier kan onafhankelijk van leidinggevenden of collega’s beslissen waar en wanneer hij of zij werkt. Die autonomie ligt hoger bij mannen, academische masters, bedienden en hogere functieniveaus.
3/
EEN OP DE DRIE SPREEKT AF MET COLLEGA’S
Gemiddeld bespreekt 34 procent met collega’s hoe ze hun werk het best organiseren qua tijd en plaats in functie van hun persoonlijke situatie. Overleggen hoe het werk te organiseren, wordt vaker gedaan door hoger opgeleiden en minder vaak bij uitvoerend en ondersteunend personeel.
Bereken je eigen mobiliteitsscore op www.jobat.be/mobiliteitskompas
13
DOSSIER MOBILITEIT
Charter Baanbrekende Werkgever zet in op nieuwe mobiliteit MINDER ONDERWEG, MENSGERICHT HYBRIDE WERKEN, SLIMMER EN GROENER: DAT ZIJN DE DRIE PIJLERS VAN HET CHARTER BAANBREKENDE WERKGEVER, EEN INITIATIEF VAN JOBAT, DE LIJN EN AMS. ZES BEDRIJVEN ZETTEN ALS VOORTREKKERS HUN SCHOUDERS ONDER HET CHARTER. ZO WILLEN ZE ANDERE ORGANISATIES INSPIREREN BIJ HUN BELEID ROND HYBRIDE WERKEN EN NIEUWE MOBILITEIT.
Tijdens de coronacrisis doken nieuwe uitdagingen op zoals het hybride werken: de combinatie van werken op kantoor, thuis en op een derde locatie. In het charter krijgen die aspecten dan ook de nodige aandacht. We misten onder meer de connectie met collega’s. Kantoren worden nog meer de plek waar we elkaar ontmoeten. Ook innovatie werd moeilijker: ideeën ontstaan wel vaker aan de koffiemachine.
ren, bijvoorbeeld door flexibele ontmoetingsplekken te voorzien. Maar ook afspraken binnen een team kunnen het contact tussen collega’s stimuleren. Als iedereen hybride werkt, kan het team afspreken om een dag per week op dezelfde plek te werken. Klanten en andere bedrijfsteams spelen ook mee in die afspraken. Ook zij hebben nood aan connectie met een team (en omgekeerd).
De inrichting van de werkplek kan de connectie tussen collega’s verbete-
WORK-LIFE BALANCE
Marie van den Hove (Elia), Kris Legroe (Telenet), Joachim Decock (Novartis Belgium) en Peggy De Prins (AMS).
14
COVID-19 zorgt voor een versnelde cultuuromslag. Als medewerker gaan we een resultaatsverbintenis aan. Waar of wanneer we die resultaten behalen, dat is minder belangrijk. Per week twee dagen of meer thuiswerken, zal ook na COVID-19 niet meer zo vreemd zijn. Werkuren zelf plannen lijkt logischer in een kantoor- dan in een productieomgeving. Maar er zijn experimenten waarbij ploegarbeiders glijdende werkuren hebben. De richting waarin we evolueren is
duidelijk, maar de snelheid kan verschillen van bedrijf tot bedrijf en van sector tot sector. De omslag kan alleen succesvol zijn als de work-life balance goed zit. Hybride werken moet – net als nieuwe mobiliteit – het welzijn van werknemers verbeteren. MINDER, SLIMMER EN GROENER ONDERWEG
Hybride werken kan een positieve impact hebben op de mobiliteit omdat medewerkers minder kilometers maken. De werknemer staat centraal, niet de werkplek. Verplaatsingen zijn uiteraard niet volledig weg te denken. Groenere vervoersmodi kunnen een oplossing bieden voor slimmere verplaatsingen. Denk maar aan (elektrische) fietsen, openbaar vervoer, (e-)steps of combinaties ervan. Is de auto onvermijdelijk, dan kan een organisatie maximaal inzetten op milieuvriendelijke bedrijfswagens of deelauto’s. De situatie is voor elke organisatie en elk individu anders. Zo zijn de locatie van een bedrijf of de aard van een job bepalende factoren. Keuzevrijheid voor de individuele werknemer is dan ook cruciaal. Maar voor iedereen zijn er wel mogelijkheden om minder, slimmer en groener onderweg te zijn.
Dit artikel is een synthese van een rondetafelgesprek met experts van … … de zes voortrekkers: Aquafin, Elia, KPMG, Novartis Belgium, SD Worx en Telenet … de drie initiatiefnemers: AMS, De Lijn en Jobat
DOSSIER MOBILITEIT
Hoe regelt je baas je woon-werkverkeer?
MOBILITEITSBUDGET OF CAFETARIAPLAN
IN ONS LOONPAKKET IS DE AUTO OF FIETS EEN ALSMAAR BELANGRIJKERE FACTOR. MAAR VAL JE HIERVOOR TERUG OP EEN MOBILITEITSBUDGET? OF TOCH MAAR LIEVER OP DE AANPAK ROND FLEXIBEL VERLONEN, HET ZOGENAAMDE CAFETARIAPLAN? WAT ZIJN DE VOOR- EN NADELEN VAN BEIDE FORMULES? EN WAT WORDT DE IMPACT VAN TELEWERKEN?
1 MOBILITEITSBUDGET
Hierbij krijg je als medewerker een budget voor verschillende mobiliteitsopties, in ruil voor jouw (recht op een) salariswagen. Zo mogen medewerkers een meer milieuvriendelijke bedrijfswagen kiezen: een elektrische of gewoon kleinere auto die minder uitstoot. “Het budget komt overeen met de zogenaamde Total Cost of Ownership van de wagen, waardoor het vooralsnog in de praktijk vaak niet eenvoudig is om een elektrische auto te vinden in dezelfde prijscategorie als een gewone salariswagen”, stelt Yves Labeeu, legal consultant bij Attentia. Een andere optie is om je budget te gebruiken voor een ander vervoermiddel: een elektrische fiets, een bus- of treinabonnement en zelfs om de huur vaneenappartementdichtbijhetwerk te financieren. De medewerker hoeft hier dan noch RSZ-bijdragen noch belasting op te betalen. “Het geld dat overblijft, mag cash worden uitbetaald, waarbij het saldo slechts een persoonlijke RSZ-bijdrage van 38,07 procent ondergaat”, stelt Labeeu.
2 FLEXIBEL VERLONEN
Het mobiliteitsbudget is vandaag nog niet echt ingeburgerd bij zowel werkgevers als werknemers. Enerzijds komt dat omdat het systeem nog niet overal gekend is, anderzijds is het (voor werkgever én werknemer) gewoon veel interessanter om mobiliteit op te nemen in een plan flexibel verlonen, het zogenaamde cafetariaplan. Een van de belangrijkste nadelen van een mobiliteitsbudget is namelijk dat het momenteel alleen van toepassing is op medewerkers die nu al een bedrijfswagen hebben of die hiervoor in aanmerking komen. Ook moet het vrijgekomen budget aan wettelijk bepaalde mobiliteitsopties gespendeerd worden. Er gelden dus voorwaarden. Yves Labeeu van Attentia ziet in flexibel verlonen een interessanter alternatief in veel gevallen. “Een medewerker die geen interesse heeft in mobiliteit, heeft graag de keuze uit andere voordelen. Denk bijvoorbeeld aan een bonus, enkele extralegale vakantiedagen of een aanvullende hospitalisatieverzekering.”
3 TELEWERK
Sinds kort is er een nieuwe factor waarmee rekening moet gehouden worden: door de uitbraak van COVID-19 zijn we noodgedwongen op telewerken overgeschakeld. “Ook na corona zal telewerk dus wellicht een blijver zijn, al zullen we het werken van thuis en op kantoor combineren”, oppert Yves Labeeu. “Dat betekent ook dat het gewicht van mobiliteit alleen maar zal afnemen. We zien nu al dat werkgevers vragen om het vrijgekomen budget voor bijvoorbeeld de woon-werkvergoeding naar telewerkopties, zoals een extra beeldscherm of ergonomische bureaustoel, te kunnen overdragen”, stelt hij. “En dan klinkt de keuzevrijheid in een plan flexibel verlonen of cafetariaplan opnieuw erg aantrekkelijk. Daar vormen mobiliteitsopties slechts één onderdeel van een veel bredere waaier aan keuzemogelijkheden.”
15
DOSSIER MOBILITEIT
Sneller naar je schone job bij stad Antwerpen
’T STAD ZORGT VOOR ZIJN MEDEWERKERS EN DAAR PROFITEERT IEDEREEN VAN. VIJF STADSMEDEWERKERS VERTELLEN HOE HET (SCHONER) VOORUITGAAT IN ANTWERPEN. OP DIE MANIER HELPT DE STAD ALS WERKGEVER MEE OM HET FILELEED IN EN ROND ANTWERPEN TE VERLAGEN.
Alle mobiele stadsdiensten onder één dak spaart kilometers uit. “Op Luchtbal in Antwerpen-Noord vinden tegen 2026 onder andere onze groendienst, de stadsreiniging en de huisvuilophaling een nieuwe stek”, zegt projectleider stadsbeheer Andreas Dieryck. “Goed voor minstens zeshonderd stadsmedewerkers die er vervoer en materiaal zullen delen. De Technische Cluster Noord zit ook vlak bij een recyclagepark. Op de park & ride die er aangelegd wordt, kunnen meerdere stadsdiensten terecht. Carpoolen, gecombineerde transporten en een mobiele mix voor woon-werkverkeer maakt sowieso minder parkeerplaatsen nodig.” GROENE STADSVLOOT
“Minder uitstoot rijmt bij de dienstvoertuigen van stad Antwerpen op onze drie V’s”, zegt consulent duurzame mobiliteit Jana Feske. “Vermijden, verschuiven en verduurzamen. De duurzaamste verplaatsing maak je niet”, zegt Jana met de glimlach. “Met ‘verschuiven’ bedoelen we dat we dienstverplaatsingen bijvoorbeeld afleggen met de fiets. In 2019 is de stad gestart met fietsleasing voor haar medewerkers. Samen met rond
16
400 collega’s lease ik zelf ook een fiets. Voorts hebben we 940 fietsen en een 28 cargofietsen voor onze dienstverplaatsingen. Maar ook elektrische aanhangwagens voor gewone fietsen: die kunnen tot 100 kilogram laden en zijn behalve een duurzaam ook een coronaproof alternatief voor onze dienst stadsreiniging.” “Er loopt nu ook een proefproject met Velo Antwerpen. En met een app reserveer je binnenkort het vervoer dat je voor je dienstverplaatsing nodig hebt, duurzame opties voorop natuurlijk. Na de diensturen delen we twaalf – waarvan vier elektrische – auto’s uit onze vloot met Cambio. Ook voertuigen boven de 3,5 ton verduurzamen we waar mogelijk. Volgend jaar rijden hier twee huisvuilwagens op waterstof.” Jana vindt haar job fascinerend: “Ik verduurzaam mee de bedrijfsvloot van een grootstad met duizenden medewerkers. In een paar jaar is het stevig vooruitgegaan.” SUCCESVOLLE FIETSLEASING
Fietsleasing komt erop neer dat je (loon)voordelen inruilt voor een zelfgekozen fiets. Na een leasingperiode van drie jaar kies je of je hem
teruggeeft of overkoopt. “Mijn elektrische bakfiets ga ik houden”, zegt adjunct-districtssecretaris Olivia Alexander beslist. Haar elektrische bakfiets vindt Olivia het geknipte vervoermiddel. Ze fietst elke dag comfortabel naar het werk én combineert haar verplaatsingen met het vervoer van haar kroost. “Met twee kleine kinderen werd die gewone fietskar héél zwaar”, vertelt ze. “Toen het fietsleasingproject van de stad startte, was ik er als de kippen bij. Ik lease ook een fietszeil, een slot en een helm en ik heb een onderhoudscontract en een diefstal- en bijstandsverzekering.” In het administratief gebouw Den Bell is er bovendien een fantastische fietsenstalling. “Een echte eyeopener”, horen we van een collega. “Reuzegroot, gemakkelijk bereikbaar, goed voorzien voor elke maat van fiets, mét een fietshersteldienst en knappe ophangsystemen. De combinatie met een doorgedreven fietsbeleid dat auto’s ontmoedigt, werkt.” FLEX- EN AFSTANDSWERK
Flexwerk is ingeburgerd bij de stad Antwerpen, zegt Sanne Van Laerhoven, leidinggevende bij team tijdsbeheer van de stad Antwerpen. Tijdsonafhankelijk werken betekent dat je later begint op kantoor en ’s morgens al van thuis uit werkt, of net extra vroeg op kantoor verschijnt om de files voor te zijn. “Niet voor iedereen mogelijk”, zegt Sanne, die zelf naar haar werk fietst. “De huisvuilwagen
“Mijn elektrische bakfiets ga ik houden”, zegt de Antwerpse adjunct-districtssecretaris Olivia Alexander (links), naast parkeerwachter Charafdine Zerrad met zijn elektrische wagen.
moet vertrekken om 7 uur. Backoffice kan er natuurlijk meer.” Toch is flexwerk niet massaal doorgebroken. “Veel collega’s zien de voordelen, maar de meesten verkiezen de gewone kantooruren.” Sinds corona brak ook afstandswerk door. “Thuiswerk zal wel een deel van onze nieuwe werkroutine blijven”, oppert Sanne. “Tegelijk wordt onze werkplek Den Bell bereikbaarder dankzij de deelfietsen bij het gebouw. Daardoor raak je ook met een combinatie park & ride en een deelfiets vlotter op je werk.”
ELEKTRISCHE SCANAUTO’S
Foutparkeerders, spits jullie oren: Charafdine Zerrad plande zonet een ronde in voor een Antwerpse parkeerwachter en sinds die zijn ronde doet met een elektrische scanauto, hoor je hem niet meer komen. Als planner voor de dienst mobiliteit en parkeren van de stad Antwerpen stuurt Charafdine elke dag een vijftigtal parkeerwachters de straten op. Die gebruiken een brede waaier elektrische vervoermiddelen, waaronder e-scooters en e-fietsen. Charafdine zag het
aantal e-voertuigen voor het stadspersoneel van Den Bell flink groeien. “Van dienstvoertuigen was er nog geen sprake toen ik begon”, vertelt hij. “Nu is er een gemengde vloot van gewone en elektrische wagens. Ik rij zelf elektrisch op mijn controlerondes van verkeerssignalisatie en parkeerautomaten. Efficiënt en comfortabel, maar ook milieuvriendelijk.” Lees zeker ook het artikel met de bereikbaarheidsmanagers van stad Antwerpen op pagina 26.
17
DOSSIER MOBILITEIT
“Niet waar en wanneer je werkt telt, wel wat je doet”
doet. Zo krijg je ook een cultuur van vertrouwen. Dat vraagt een mentale omslag voor wie dat niet gewoon is. Ook leidinggevenden moesten zich aanpassen. Dat heeft tijd gevraagd, maar we kunnen vandaag zeker zeggen dat het gelukt is.” COHESIE BEWAREN
EEN BETERE MOBILITEIT MAAKT IEDEREEN GELUKKIG. DE LIJN WIL DAAR ELKE DAG AAN MEEBOUWEN. MET DUURZAAM VERVOER OVER HEEL VLAANDEREN. MAAR OOK MET EEN HEDENDAAGSE WERKORGANISATIE. ZO KRIJGEN BEDIENDEN BIJ DE LIJN HET VERTROUWEN OM HUN WERK ZELF TE PLANNEN, ZEGT HRDIRECTEUR FILIP CLAES.
Vorig jaar rondde De Lijn een interne reorganisatie af. De provinciale entiteiten integreerden in een centrale organisatie. Maar dat betekent niet dat alle bedienden ook naar de hoofdzetel in Mechelen verhuisden. “Collega’s moeten niet permanent fysiek samenzitten”, aldus Filip. “Je kunt perfect werken voor een centraal aangestuurde dienst vanop een werkplek dicht bij huis. Daarom hebben we flexplekken op zestien referentielocaties over heel Vlaanderen. Elke bediende kan werken vanop
zo’n locatie in de buurt. Daarnaast is ook occasioneel thuiswerk mogelijk. Dat laatste verder uitbreiden naar meer structureel thuiswerk is de volgende stap.”
“Ook door onze bedienden dicht bij huis te laten werken, bouwen we aan duurzame mobiliteit.” FILIP CLAES
HR-directeur bij De Lijn MENTALE OMSLAG
“Een minuut later of vroeger beginnen, daar gaat het niet om.”
18
Tegelijk met het plaatsonafhankelijk werken kwam er meer vrijheid op vlak van tijdsindeling. “De prikklok werd afgeschaft voor alle functieniveaus waarvoor we dat konden doen. In de toekomst hopen we het prikken nog verder te kunnen afbouwen. Maar we moeten natuurlijk rekening houden met het wettelijk kader op dat vlak. Een minuut later of vroeger beginnen, daar gaat het niet om. Zolang een medewerker maar resultaten haalt en betrokken is. Het is niet belangrijk waar en wanneer je werkt, wel wat je
De leden van een team werken vaak verspreid over heel Vlaanderen. In zo’n situatie is de cohesie bewaren een belangrijk aandachtspunt. “Daarom ontwikkelden we een teamcharter. Daarin spreken alle leden af hoe ze willen samenwerken. Je kunt bijvoorbeeld om de twee weken wél samen op dezelfde locatie werken. Af en toe moet je elkaar ook echt zien.” “Voor onze eigen verplaatsingen werken we al langer volgens het zogenaamde STOP-principe (eerst Stappen, dan Trappen (fietsen) en Openbaar vervoer en pas als laatste Personenwagens). Maar ook door onze bedienden dicht bij huis te laten werken, bouwen we aan duurzame mobiliteit. Op die manier halen we veel mensen uit het verkeer.” VAN DE KUST TOT HASSELT
Het plaats- en tijdsonafhankelijk werken heeft grote troeven op het vlak van rekrutering. “We kunnen talent aanspreken van de kust tot Hasselt. Of je nu aan de slag wilt in HR, marketing en sales of finance: je kunt het allemaal doen op een plek in jouw buurt.” WERKEN BIJ DE LIJN IS MEER DAN EEN GEWONE JOB
Samen maken we Vlaanderen leefbaar en bereikbaar. Want een betere mobiliteit is voor iedereen belangrijk. Zin om het verschil te maken? Solliciteer via www.delijn.be/jobs.
DOSSIER MOBILITEIT
“Weg met de stress om tijdig aan de schoolpoort te staan” WENDY SAMYN WERKT AL BIJNA TWAALF JAAR VOOR DE LIJN. ZE IS DUS GOED GEPLAATST OM DE OUDE EN NIEUWE MANIER VAN WERKEN TE VERGELIJKEN. OOK HAAR GEZIN GENIET VAN DE VERBETERDE WORK-LIFE BALANCE.
Als industrieel ingenieur textiel is Wendy verantwoordelijk voor kleding, textiel en persoonlijke beschermingsmiddelen. “Werk ik niet van thuis uit, dan ga ik naar de dichtstbijzijnde werkplek van De Lijn. Sinds vorig jaar moet ik ook niet meer prikken. Dat was even aanpassen, maar al gauw voelde ik meer rust dan voorheen. De stress om ’s namiddags tijdig aan de schoolpoort te geraken, is verdwenen. Later op de dag kan ik thuis de draad van het werk weer oppikken. Mijn work-life balance is dan ook een stuk beter.”
“Mijn work-life balance is een stuk beter.” WENDY SAMYN
Industrieel ingenieur textiel bij De Lijn ALLE TOOLS VOOR THUISWERK
Plaats- en tijdsonafhankelijk werken is een kwestie van vertrouwen en dat ligt Wendy wel. “Het is niet zo dat je er minder door gaat werken. Ook als ik thuis werk, doe ik dat met volle aandacht. Bij De Lijn hebben we daarvoor alle tools. Het thuiswerk tijdens de lockdown was niet altijd even gemakkelijk. Maar op het vlak van ICT verliep het wel erg vlot.”
19
DOSSIER MOBILITEIT
“Flexibele manier van werken heeft aan kracht gewonnen” ACTIVITY BASED WERKEN. OOK BIJ DE VLAAMSE OVERHEID IS DIE NIEUWE MANIER VAN WERKEN VOOR HEEL WAT ORGANISATIES EN FUNCTIES AL EEN HELE TIJD GEBRUIKELIJK. OF CORONA DIE TREND VERSTERKT? PETER RABAEY, DIE AAN HET HOOFD STAAT VAN HET AGENTSCHAP OVERHEIDSPERSONEEL (AGO) VAN DE VLAAMSE OVERHEID, SCHETST DE EVOLUTIE. Woon-werkverkeer is al een hele tijd een cruciale factor in de jobtevredenheid van werknemers. Hoe speelt de Vlaamse overheid daarop in?
“In de eerste plaats door maximaal in te zetten op vlotte bereikbaarheid. Onze grote kantoorgebouwen liggen in de onmiddellijke nabijheid van treinstations. Daarnaast vergoeden wij de vervoerskosten van het WAT CORONA ONS ZOAL GELEERD HEEFT:
•
Vergeet de klassieke werkpost.
•
Richt de kantoorruimte in op een manier die aansluit bij een specifieke activiteit.
•
Verplaats je alleen naar kantoor wanneer dit een meerwaarde biedt.
•
Maak tijd voor persoonlijk contact met je collega’s.
•
Investeer ook tijd in het ontwikkelen en onderhouden van een band met je organisatie.
20
duurzaam woon-werkverkeer van onze medewerkers. Kom je met het openbaar vervoer naar het werk, dan nemen wij de kosten van je abonnement voor de trein, tram, bus of metro volledig op ons. Kom je met de (elektrische) fiets, dan kan je een fietsvergoeding aanvragen. Ook zetten wij in op activity based werken. Bij ons was de combinatie van ‘op kantoor én thuis werken’ al voor corona gebruikelijk. Sinds de pandemie ligt het accent echter volledig op thuiswerk. Verplaatsingen naar kantoor worden momenteel alleen gedaan wanneer ze een meerwaarde bieden. Deze manier van werken zal nog meer ingang vinden bij onze organisatie.” Corona heeft de trend van meer thuiswerken in een ongeziene versnelling gebracht. Welke impact heeft dit op jullie HR-beleid?
“Het klassieke patroon waarbij je ’s ochtends aankomt op kantoor en er tot ’savondsblijft,isverledentijd.Hetisde aard van je activiteit die je locatie en de tijd dat je er verblijft, bepaalt. Dat kan thuis zijn, maar evengoed op kantoor. Met corona heeft die flexibele manier van werken alleen maar aan kracht ge-
wonnen. Bij ons ligt de focus op resultaten en autonomie. Dit brengt een welbepaalde manier van leidinggeven met zich mee. Op dat vlak voorzien wij dan ook een ondersteuningsaanbod voor onze leidinggevenden.” Voor welk soort werk worden de medewerkers nog op kantoor verwacht?
“Wij moedigen onze medewerkers aan om alleen naar kantoor te komen wanneer dat een toegevoegde waarde biedt. Voor bijvoorbeeld een brainstorming sessie of een coachinggesprek met je leidinggevende kan een verplaatsing nuttig zijn. Hoezeer thuiswerk ook in de lift zit, we mogen niet vergeten dat elkaar fysiek blijven zien essentieel is voor de cohesie van onze organisatie en de betrokkenheid van onze medewerkers.” Heel wat bedrijven richten hun werkplaatsen zodanig in dat naar kantoor komen een aangename ervaring wordt. Hoever staat de Vlaamse overheid op dat vlak?
“Bij de Vlaamse overheid zetten we daar ook op in. We richten onder meer onze kantoorruimtes in, afhankelijk van de verschillende activiteiten die er plaatsvinden. Zo vind je bij ons zones waar je in teamverband kunt samenwerken, stiltezones om geconcentreerd te werken en ruimtes met digitale interactieve schermen voor televergaderingen en cocreatieve werksessies.
Peter Rabaey (AgO): “Het klassieke patroon waarbij je ’s ochtends aankomt op kantoor en er tot ’s avonds blijft, is verleden tijd.”
De werkplek is niet langer alleen een kantoorruimte. In ons nieuwste kantoor in Brussel heb je naast werkplekken, vergaderlokalen en multifunctionele lokalen ook een fitnessruimte, een koffiebar en een binnenstraat met tafeltjeswaarjezowelkuntlunchenals een informele meeting kan houden.”
“Sinds corona ben ik meer gaan vergaderen via Microsoft Teams. Ik zie het als een plus. Vroeger besteedde ik heel wat tijd aan verplaatsingen naar vergaderingen. Op de meeste dagen bespaar ik vandaag drie uur,
omdat ik niet op kantoor hoef te zijn. Toegegeven, de videocalls vragen een hoge dosis concentratie. Maar de balans is voor mij duidelijk positief. Het is niet de kwantiteit van je tijd op kantoor die telt, wel de kwaliteit.”
WIL JE MEER WETEN OVER WERKEN BIJ DE VLAAMSE OVERHEID? Hoe is het met jouw woon-werkverkeer gesteld?
Kijk op www.vlaanderen.be/werken-voor-vlaanderen.
21
DOSSIER MOBILITEIT
“We blijven inzetten op duurzame mobiliteit”
DUURZAME MOBILITEIT: JE HOORT HET BEGRIP STEEDS VAKER. MAAR WAT HOUDT HET PRECIES IN? HOE KUNNEN WE ONS VANDAAG VERPLAATSEN, ZONDER MORGEN TE HYPOTHEKEREN? STEFAN VANHOOF LICHT TOE OP WELKE MANIER SMALS, DAT IT-DIENSTEN LEVERT AAN PUBLIEKE INSTELLINGEN, DUURZAME MOBILITEIT TOEPAST IN DE DAGELIJKSE REALITEIT. ‘ICT for society’ is jullie slagzin. Waarvoor staat die?
Stefan Vanhoof: “We ondersteunen en begeleiden overheidsinstellingen op het vlak van informatiebeheer en
e-government. Overheidsdiensten kunnen bij ons terecht voor IToplossingen, zodat zij hun opdracht op een eigentijdse en efficiënte manier kunnen invullen. In onze aanpak
hechten we veel belang aan maximalisatie van hergebruik en creatie van schaalvoordelen. We zijn heel actief in de gezondheids- en sociale sector. Onze applicaties leveren altijd op de een of andere manier een bijdrage aan onze samenleving.” Wat zijn de algemene principes van jullie mobiliteitsbeleid?
© Nancy Boodts
“Wij moedigen al onze medewerkers aan om het openbaar vervoer te gebruiken. Je abonnement om van en naar het werk te pendelen, wordt volledig terugbetaald. Daarnaast voorzien wij ook een fietsvergoeding. Die kun je benutten wanneer je geheel of gedeeltelijk met de fiets naar het werk komt. Belangrijk punt: onze kantoren in Brussel,GentenCharleroiliggenvlak bij een station. Zo is ons hoofdkantoor in de buurt van het zuidstation gevestigd. Het aantal autoparkings is weliswaar beperkt, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door een groot aantal fietsparkings. En niet te vergeten, door een doucheruimte voor onze fietsers.” Hoe is de respons van jullie medewerkers? Maken zij effectief gebruik van het openbaar vervoer?
Stefan Vanhoof, managing director klanten & resources bij Smals.
22
“Ongeveer 90 procent komt met de trein. Dat is een aanzienlijk aantal. Je kunt dus stellen dat ons beleid aanslaat. Mensen zijn zich wel degelijk bewust van de voordelen van duurzame mobiliteit. Ook de fiets is erg in trek.”
© Joëlle Ankaer
De kantoren van Smals in Brussel (foto vanuit het gebouw), Gent en Charleroi liggen vlak bij een station. Hoe verplaats je jezelf naar het werk?
“Voor corona was dat systematisch met de trein. Als m’n agenda het toeliet, kwam ik met de fiets. Dat is een rit van twintig kilometer, waarvan ik zeven kilometer door Brussel fiets. Gelukkig heb ik kunnen vaststellen dat de verkeerssituatie voor fietsers devoorbijejarenveiligerisgeworden. Maar veiligheid blijft een aandachtspunt. Fietsen in de hoofdstad vraagt een behoorlijke dosis concentratie.” En hoe verplaats je jezelf sinds corona in het land is?
“Vandaag werk ik ongeveer vier dagen per week van thuis uit. De dag dat ik naar kantoor kom, doe ik dat met de auto. Dat heeft te maken met de stijgende besmettingscijfers. Maximaal telewerk is ons antwoord op de pandemie. Ik zie het als een tijdelijke oplossing tot de situatie weer onder controle is.”
Geldt dat ook voor jullie medewerkers?
“Gelukkig kan 95 procent van onze werknemers zijn job thuis verrichten. De meesten werken dan ook de hele week thuis. In juni toen de cijfers aanzienlijk verbeterden, kwamen we wel een tot twee dagen per week terug naar kantoor. Je mag niet vergeten dat de cohesie van je organisatie dat nodig heeft. Maar de veiligheid van onze medewerkers blijft onze voornaamste prioriteit. Zolang het gevaar op besmetting groot is, blijft thuiswerk de norm. Onze kantoren blijven wel open. Wie de behoefte heeft om op kantoor te werken, kan dat in hygienische omstandigheden doen.”
corona de vraag naar onze dienstverlening aanzienlijk gestegen is. Met de coronamaatregelen moeten heel wat aanpassingen aan de informatiesystemen van de sociale zekerheid geautomatiseerd worden. Denk maar aan de administratieve regeling voor mensen die technisch werkloos zijn, de maatregelen ter ondersteuning van werkgevers of zelfstandigen of het contacttracingcenter. Dat alles maakt dat wij, nog meer dan vroeger, op zoek zijn naar medewerkers met een IT-profiel. ‘ICT for society’, onze slagzin, is ook in coronatijden een blijver.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
“We blijven zonder meer inzetten op duurzame mobiliteit, met nog meer aandacht voor de veiligheid van fietsers. Voorts stel ik vast dat sinds
WIL JE MEER WETEN OVER WERKEN BIJ SMALS?
www.smals.be/jobs
23
DOSSIER MOBILITEIT
De toekomst wordt groener
BIJ UNILIN, PRODUCENT VAN ONDER ANDERE DE BEKENDE QUICK-STEP-VLOEREN, PROBEERT EEN TESTGROEP VAN NEGEN COLLEGA’S EEN ELEKTRISCHE WAGEN UIT. WIJ VROEGEN WAT ZE ERVAN VINDEN EN POLSTEN NAAR DE AANPAK VAN HET BEDRIJF QUA MOBILITEIT. GROEN IS DUIDELIJK DE HOOFDKLEUR.
“In onze aanpak en ons beleid als bedrijf speelt vergroening een belangrijke rol”, aldus Lien Vandelanotte,
compensation & benefits manager bij Unilin. “Dat willen we ook met ons wagenpark nastreven. We heb-
ben daar vroeger ook al op ingezet. Erg zware en belastende wagens hebben we bijvoorbeeld altijd zo veel mogelijk vermeden. Maar nu zetten we grotere stappen”, stelt ze. Wesley Delneste is sinds een jaar fleetcoördinator bij Unilin. “We verminderen het maximale CO2-gehalte in ons wagenpark. Recent gingen we
Lien Vandelanotte van Unilin (links naast Wesley Delneste): “Vergroening speelt een belangrijke rol.”
24
van 140 naar 135 gram per kilometer”, illustreert hij. Al is dat wagenpark ook een afweging van diverse elementen: de duurzaamheid, het kostenaspect en de tevredenheid. “Bij de keuze van wagens moeten we bijvoorbeeld ook rekening houden met de gezinstoestand van onze collega’s”, stelt Vandelanotte. “Iedereen moet zich optimaal kunnen verplaatsen.” TESTPROJECT
Opmerkelijk is het testproject met elektrische wagens dat recent is gestart en loopt tot februari 2021. “Negen collega’s rijden 100 procent elektrisch. We gebruiken in dit kader geen hybride modellen”, vertelt Delneste. “Gedurende de test polsen weregelmatignaarhunbevindingen.” Opmerkelijk is dat Unilin deze testers ook haast allemaal een andere wagen kan aanbieden. Betekent dit dat er nu voldoende aanbod is op de markt? “Stilaan wel”, stelt hij. “In het begin was het niet zo eenvoudig. Je kon bijvoorbeeld alleen SUVmodellen en stadswagens aanbieden als elektrische wagen. De keuze was beperkt. Dat is nog altijd zo, al denk ik dat in de loop van volgend jaar het aanbod geleidelijk aan meer zal uitbreiden.” GROENER, GROENST
Een groen(er) wagenpark is natuurlijk maar één kant van het verhaal. “Duurzaamheid is meer dan dat”, oppert Lien Vandelanotte. “Zo is het bijvoorbeeld ook een kwestie om minder wagens op de weg te brengen en daar ook alternatieven voor aan te bieden. Onder meer via ons eigen fietsleaseplan bijvoorbeeld.” Het gaat dus veel verder dan wagens, ook al worden die alsmaar groener.
Drie stemmen uit het (groene) testpanel van Unilin 1
NICK LEENAERT, TALENT DIRECTOR
“Ik dacht dat alles anders zou zijn dan in een auto met een verbrandingsmotor, maar het is simpelweg beter. De wagen is erg intuïtief te bedienen. Het doet me plezier te weten dat het ecologische verder gaat dan de motor. Ook in de materialen van de stoelen en het dashboard zitten gerecycleerde stoffen. Rijden is erg stil, wat na een drukke dag aangenaam aanvoelt. Je moet wel de gewoonte maken om op te laden zodra je kunt, zodat je altijd een goed rijbereik hebt en kunt anticiperen op onverwachte ritten.”
2
TIAGO SIEUW, TECHNICAL MANAGER CENTRAL MAINTENANCE
“Unilin voorziet dat we onze wagen tijdens de werkuren kunnen opladen. Dat maakt elektrisch rijden extra aantrekkelijk: de wagen kan overdag opladen, ’s avonds vertrek ik huiswaarts met een ‘volgetankte’ wagen. Alleen tijdens het weekend, de vakantie of verre verplaatsingen moet ik aandachtig zijn en externe laadpunten gebruiken. Meewerken aan dit testproject is voor mij, als technical manager, extra interessant. Mijn afdeling zorgt immers voor de interne laadinfrastructuur.”
3
HADEWYCH DE MEULEMEESTER, PRODUCT MANAGER ACCESSORIES
“Ik vond het mijn verantwoordelijkheid om bij de wissel van wagen voor een elektrisch exemplaar te gaan, vanuit ecologisch standpunt. Mijn elektrisch avontuur is tot hiertoe overwegend positief: mijn auto rijdt echt wel snedig en comfortabel. Het is zeker geen lichtgewicht op de weg, de wagen heeft een goede wegligging. Ook qua comfort binnenin is alles aanwezig. Mijn wagen heeft een theoretisch rijbereik van 450 km, maar ik heb altijd het gevoel dat het in de praktijk veel sneller wegsmelt. Maar dat heeft nog nooit problemen veroorzaakt. Mijn volgende wagen wordt dus zeker weer een elektrische!”
25
DOSSIER MOBILITEIT
Superhelpdesk voor vlot woon-werkverkeer
OP HET NAAMKAARTJE VAN ANNEMIE LIBERT EN STEVEN WINDEY STAAT ‘BEREIKBAARHEIDSMANAGER’, MAAR DAT HAD NET ZO GOED ‘BEREIKBAARHEIDSCOACH’ KUNNEN ZIJN. VOOR WERKNEMERS VAN WERKGEVERS IN EN ROND ANTWERPEN VINDEN DEZE STADSMEDEWERKERS DE VLOTSTE EN WAAR MOGELIJK AUTOVRIJE TRANSPORTMIX OP HUN MAAT. 56.000 WERKNEMERS GEBRUIKEN SLIM NAAR ANTWERPEN AL.
SLIM NAAR ANTWERPEN
Nieuwe fietspaden aanleggen is één manier om de verkeersstroom te helpen indijken, maar de voorbije jaren heeft de stad Antwerpen ook ingezet op ‘zachte’ maatregelen, zoals campagnes in het straatbeeld en de routeplanner Slim naar Antwerpen. “Omdat een derde van alle files te
Bereikbaarheidsmanagers Slim naar Antwerpen Steven Windey en Annemie Libert proberen de helft van alle verplaatsingen autovrij te maken.
26
wijten is aan woon-werkverkeer, vinden we het belangrijk om werkgevers te informeren en te begeleiden. Zo kunnen ze hun werknemers stimuleren om slim, actief en duurzaam van en naar het werk te reizen”, zegt Annemie Libert. “We proberen de helft van alle verplaatsingen autovrij te maken. Sinds 2016 hebben we in de wijde regio Antwerpen al 118 werkgevers met 56.000 werknemers die zich daar dagelijks toe willen engageren. We zijn goed op weg naar ons doel: na de eerste effectmeting bij de aangesloten werkgevers stelden we een vermindering van het autogebruik van 62 naar 43 procent en een stijging van het fietsgebruik van 18 naar 31 procent vast. De nieuwe resultaten komen er dit jaar nog aan en we hopen dat we die lijn kunnen doortrekken.” LAST MILE
De werkgeversaanpak van Slim naar Antwerpen is een viertrapsraket en wil informeren, enthousiasmeren, faciliteren en stimuleren. “Informeren doen we via de multimodale routeplanner die voor je woon-werkverkeer in real time combinaties van vervoermiddelen voorstelt, online via de website of met de app”, zegt collega Steven Windey. “Vooral een oplossing vinden voor de last mile is vaak een uitdaging. Handig is dat de routeplanner je bijvoorbeeld leidt naar een combinatie met een deelfiets. We zorgen er ook voor dat col-
lega’s elkaar enthousiasmeren. Ten derde wijzen we werkgevers op het belang van goede faciliteiten, zoals fietsenstallingen met oplaadpunten voor elektrische fietsen, kleedkamers en lockers. Last but not least bieden we stimulansen rond bijvoorbeeld de fiscaal interessante fietsvergoeding en een aangepast tele- en thuiswerkbeleid.” SUPPORT VOOR WERKGEVERS
“Een werkgever die intekent, krijgt een nulmeting via een mobiliteitsscan van alle medewerkers en een flexwerkscan op het niveau van de organisatie”, zegt Steven Windey. “Maar het blijft niet bij mooie theorieën. Je krijgt gericht advies en je kunt je medewerkers laten kiezen uit de Mobilotheek, een proefaanbod met andere vervoermiddelen. Werkgevers geven hun werknemers zo de kans om vier weken lang gratis een alternatief te gebruiken voor hun woon-werkverkeer. Je kunt kiezen uit fietsen, e-bikes en openbaar vervoer, waaronder ook DeWaterbus. Vanaf 2021 maken ook elektrische steps en speedpedelecs deel uit van ons aanbod. We streven ernaar dat werknemers na die proefmaand blij-
ven doorgaan met het nieuwe transportmiddel, natuurlijk. Dat lukt bij bijna een op de drie. We bieden ook een regeling voor een fietskorting aan, een financieel zetje dat werknemers over de streep kan trekken om hun auto te laten staan.” NETWERKEN, INSPIREREN EN LEREN
Annemie Libert vult aan: “Ook bij een verhuizing of een andere bijzondere situatie begeleiden we werkgevers. Tijdens corona hebben we de zorgsector extra ondersteund, onder meer door fietsen ter beschikking te stellen. Slim naar Antwerpen evolueert mee met zijn tijd. Nu meer bedrijven merken dat thuiswerken wel kan, begeleiden we hen ook daarin, bijvoorbeeld rond leidinggeven op afstand. We brengen werkgevers samen in een online lerend netwerk, waarbij ze ook elkaar kunnen inspireren met creatieve oplossingen. Via ons kun je ook in contact komen met de aanbieders van mobiliteitsoplossingen, zoals deelmobiliteit. Jaarlijks organiseren we ook een CEO-bijeenkomst, dit jaar op 16 november. Netwerken en goede praktijken delen, zijn pijlers van Slim naar Antwerpen.”
BENIEUWD NAAR SLIMME MOBILITEITSOPLOSSINGEN IN ANTWERPEN?
Surf naar www.slimnaarantwerpen.be/werkgevers of mail naar bereikbaarheidsmanagers@slimnaarantwerpen.be
27
DOSSIER MOBILITEIT
Op groene kracht vooruit
WAAROM MARS BELGIUM OVERSCHAKELT NAAR GROEN WAGENPARK
MARS BELGIUM WIL EEN VOORTREKKERSROL BLIJVEN SPELEN QUA MOBILITEIT EN DUURZAAMHEID. ENERZIJDS DOOR MINDER DE AUTO TE GEBRUIKEN VIA DE FLEXIBELE AANPAK VAN THUISWERK DIE ZE AL JARENLANG HANTEREN. ANDERZIJDS DOOR HET AUTOGEBRUIK ANDERS AAN TE PAKKEN EN VERSNELD OM TE SCHAKELEN NAAR EEN ‘GROEN’ WAGENPARK. “HET IS OOK GEWOON DE TOEKOMST”, KLINKT HET BIJ DE MARS-MEDEWERKERS.
MARS Inc draagt op globaal vlak bewust bij tot de realisatie van het klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs gesloten werd om de globale opwarming tot maximaal 2 °C te beperken. De ambitie van MARS wereldwijd is om de CO2-emissies uit de eigen operaties met 100 procent te elimineren tegen 2040. In België draaien zowel de commerciële afdeling in Sint-StevensWoluwe als de Uncle Ben’s-fabriek in Olen al jaren volledig op groene, hernieuwbare elektriciteit.
Ook het wagenpark speelt in dit plan een cruciale rol. Na een testproject met elektrische wagens twee jaar geleden is de nieuwe ‘groene vloot’ vandaag een realiteit. Het doel dat was vastgelegd in 2018 zal dit jaar worden gehaald: tegen eind van dit jaar zal net geen 25 procent van het wagenpark zijn omgeschakeld. Tegen eind 2023 zal dit minstens de helft zijn. DALING CO 2-UITSTOOT
De eerste golf van medewerkers die overstapten naar een PHEV (plug-inhybride) of EV (elektrische wagen), zorgt meteen voor een fikse daling van net geen 40 procent in de CO2-uitstoot van het totale wagenpark. Kijken we alleen naar de wagens die specifiek in 2020 worden vervangen, dan stijgt de daling zelfs tot 78 procent. “We willen een voortrekkersrol spelen in de omschakeling naar (gedeeltelijk) elektrische wagens. Elke lokale beslissing wordt sowieso genomen met het oog op het verminderen van onze ecologische voetafdruk”, vertelt Pierre Camé, general manager bij MARS Belgium. “Er is bovendien
28
een zeer groot enthousiasme bij de MARS-medewerkers om bij te dragen aan deze visie. Duurzaamheid op lange termijn maakt niet alleen deel uit van onze bedrijfsstrategie, het is een ambitie waar elk van onze werknemers voluit voor wil gaan.” INCLUSIEF INFRASTRUCTUUR
Een van de grote pijnpunten die kwam bovendrijven bij het testproject in 2018, was het gebrek aan ondersteunende infrastructuur. Dat maakte dat het laden van de wagens soms heel wat voeten in de aarde had. Om hieraan tegemoet te komen, biedt MARS zijn medewerkers onder meer twintig nieuw geïnstalleerde laadpalen op de bedrijfsparking. Bestuurders van een PHEV krijgen ook de gelegenheid om te kiezen voor ‘gesplitst factureren’ als ze thuis willen opladen. Medewerkers met een EV krijgen de optie om thuis een laadpaal te laten installeren, aangeboden door MARS. DemedewerkersvanMARSBelgium hebben voortaan de keuze uit een verzameling leasingwagens met 65 procent PHEV- en EV-modellen. De overige 35 procent van het gamma bestaat uit modellen met zorgvuldig geselecteerde dieselmotoren. Het gamma wordt jaarlijks herbekeken in functie van de noden en uiteraard de gunstige groene impact.
CASES
Op naar een groene vloot: elektrisch of plug-inhybride? SAMANTHA CORBANESE
Customer service manager gaat elektrisch “Mijn keuze voor een elektrische wagen boven een dieselwagen had te maken met verschillende factoren. Het aantal kilometers per jaar en de ritten naar en van het werk zijn relatief klein, waardoor elektrisch de ideale keuze zou zijn. Daarnaast hebben we twee tienerdochters die heel begaan zijn met duurzaamheid, regelmatig een gespreksonderwerp bij ons. De keuze voor elektrisch werd dan ook enthousiast onthaald door de meiden. En laten we nu eerlijk zijn, het is ook gewoon de toekomst. Dit alles werd bovendien mogelijk binnen een mooi kostenplaatje en superorganisatie van MARS.” “In eerste instantie deed het rijbereik van zo’n wagen me nog twijfelen: hoe ver geraak je met een volgeladen batterij? Maar aangezien deze wagen vooral dient voor kortere afstanden, werd dit snel geen twijfelpunt meer. Waar ik wel langer heb over getwijfeld, is dat de elektrische wagen automatisch schakelt. Ik rij al 26 jaar met een handgeschakelde wagen en die overstap is vermoedelijk nog de grootste aanpassing van allemaal.”
OLIVIER VERHOEVEN
Category manager Petcare gaat hybride “Ik heb gekozen voor een plug-inhybride, omdat die het best beantwoordt aan mijn mobiliteitsnoden. Een plug-inhybride geeft mij de beste flexibiliteit op het vlak van mobiliteit. Naar kantoor kan ik 90 procent van de weg puur elektrisch rijden maar als ik langere afstanden moet doen, hoef ik mij geen zorgen te maken over het laden. Zoals bij elke keuze van een auto overweeg je meerdere aspecten, zoals je mobiliteitseisen, het gebruiksgemak, de fiscaliteit en natuurlijk het aantal optiepakketten. De auto rijdt heel soepel en is uitermate stil. De aandrijflijn schakelt probleemloos over tussen elektrisch rijden en benzine.”
29
DOSSIER MOBILITEIT
“Openbaar vervoer is de toekomst”
ACHTTIEN JAAR GELEDEN BEGON VINCENT VERSET ZIJN LOOPBAAN BIJ DE BRUSSELSE VERVOERSMAATSCHAPPIJ MIVB. VANDAAG COÖRDINEERT HIJ ALS SENIOR PROGRAM MANAGER EEN AMBITIEUS PROJECT WAARMEE DE MIVB HET OPENBAAR VERVOER IN ONZE HOOFDSTAD VERDER WIL MODERNISEREN. “EEN SYNERGIE TUSSEN VERSCHILLENDE TEAMS TOT STAND BRENGEN, DAT IS DE ESSENTIE VAN M’N JOB.”
Bij de MIVB beweegt er wat. Dat merk je aan de vele projecten die in de steigers staan om het aanbod van openbaar vervoer te verbeteren. Het programma Metro 3 is een mooi voorbeeld. Het wil de premetro (ondergrondse tram) transformeren tot een metro tussen het station Albert en het Noordstation. “De verbouwing van het station Albert past binnen het plan om onze Noord-Zuidas verder uit te bouwen. Nu is Albert een station voor alleen trams, maar na de transformatie wordt het een multimodaal knooppunt dat ook voor metrostellen toegankelijk wordt. Die aanpassing is noodzakelijk om ons ultieme doel te realiseren. Dat is enerzijds onze capaciteit uitbreiden, zodat we op piekmomenten nog meer passagiers kunnen vervoeren. Anderzijds de reistijd inkorten, zodat je in de toekomst nog sneller met de metro van de ene naar de andere kant van de stad geraakt”, zegt Vincent Verset. Hij moet de technische aspecten van het hele project in goede banen leiden. “Om zo’n project tot een goed einde te brengen, moet je allerlei synergieën tot stand brengen. Je wilt er
30
ook op toezien dat er een coherente aanpak is en dat het budget op een nauwkeurige manier beheerd wordt. Ik werk samen met een brede waaier van profielen. Zowel ingenieurs, elektromechaniekers, IT’ers, projectmanagers, juristen als communicatiespecialisten zetten hun schouders onder zo’n project. Hun acties op elkaar afstemmen, zodat we onze eindbestemming op tijd bereiken: dat is mijn verantwoordelijkheid. Daar komt heel wat bij kijken, maar de voldoening is dan ook groot wanneer je met zo’n project kunt landen en wanneer je kunt zeggen: mission accomplished.” SAMEN VOOR DE MOBILITEIT VAN MORGEN
Vincent blikt vandaag terug op een boeiende carrière bij de MIVB. Toen hij hier achttien jaar geleden met z’n diploma als ingenieur aankwam, ontdekte hij snel dat de theorie en de praktijk twee verschillende werelden zijn. “Wil je zaken realiseren, dan moet je diverse competenties van mensen samenbrengen. Dat geldt in vele domeinen, maar zeker bij ons. Technische inzichten zijn uiteraard
belangrijk, maar aandacht voor het menselijke aspect is dat evenzeer. Door al onze talenten te bundelen, raken we pas echt vooruit.” Bij de MIVB wordt dan ook niet alleen geïnvesteerd in de uitbouw van het moderne metronetwerk, maar ook in de ontwikkeling van het talent van de medewerkers. “Je kunt hier zowel horizontale als verticale loopbaanstappen zetten.” “Ik leer hier in elk geval elke dag nieuwe dingen bij. Dat motiveert me. Net zoals de gedachte dat wij met ons werk bijdragen tot de mobiliteit van morgen. De MIVB is een bedrijf in beweging. Denk maar aan ons netwerk dat in volle ontwikkeling is. De plannen om de dienstverlening voor onze reizigers te optimaliseren, staan niet stil. Toen ik hier begon, waren er tweehonderd miljoen ritten per jaar. Vandaag is dat cijfer meer dan verdubbeld. Openbaar vervoer is de toekomst. Voor de samenleving, maar ook voor meer dan 9.500 mensen die hier werken.” Of hij in z’n lange carrière bij de MIVB al een topmoment heeft beleefd? “Telkens als we erin slagen om, als team, een project op de rails te krijgen, besef ik wat voor een mooi bedrijf dit is om voor te werken. Samen zorgen wij voor de mobiliteit van morgen. Daar staan wij voor en daar wil ik graag nog een hele tijd voor gaan.”
Vincent Verset, senior program manager bij MIVB: “Door al onze talenten te bundelen, raken we pas echt vooruit.�
31
DOSSIER MOBILITEIT
Slimmere mobiliteit = minder mobiliteit
BIJ WATERZUIVERAAR AQUAFIN RIJDEN OPERATOREN 500 KILOMETER MINDER NAAR HUN WERK
OM DE OPERATOREN BIJ AQUAFIN MINDER KILOMETERS VAN EN NAAR HUN WERK TE DOEN RIJDEN, DOKTERDEN TECHNEUT PIETER LOOTENS EN OPERATIONEEL VERANTWOORDELIJKE BRUNO VANDER LINDEN EEN WISKUNDIG MODEL UIT. HIERDOOR ZULLEN HUN COLLEGA’S DAGELIJKS 500 KILOMETER MINDER MOETEN RONDRIJDEN VOOR HUN JOB.
Driehonderdwaterzuiveringsstations heeft Aquafin over heel Vlaanderen. “Negentig daarvan komen in aanmerking om ook bemand te worden”, vertelt Pieter Lootens, manager asset data netwerk bij Aquafin. “Vanuit zo’n bemande installatie beheren en onderhouden onze operatoren pompstationsenwaterzuiveringsinstallaties in hun regio.” Pieter pakte de indeling en bezetting van deze installaties aan. “We bekeken dat vanuit de ligging en de verwachte werklast per installatie. In functie daarvan berekenden we hoe de teams konden worden afgebakend en welke installaties het meest geschikt waren om de totale reistijd te minimaliseren”, vertelt hij.
het plan ook regelmatig af bij de managers die meerdere operationele teams onder hun bevoegdheid hebben. Kwestie van de theorie met de praktijk te vergelijken. “We hebben de oefening 27 keer gedaan! Want iets wat op papier misschien logisch lijkt, blijkt dat in de praktijk soms helemaal niet”, weet Pieter. HALVE TANK PER DAG
In januari 2021 treedt het model in werking. “Het plan maakt deel uit van de groeistrategie van Aquafin. We gaan van 42 operationele teams
naar 34. Maar de teams worden wat groter en we zullen extra investeren in ondersteunende diensten”, vertelt Bruno Vander Linden, die als operationeel verantwoordelijke drie teams in de Denderstreek aanstuurt. “Onze operatoren moeten heel wat tijd in de wagen doorbrengen om van pompstation naar waterzuiveringsinstallatie te rijden. Als je die tijd kunt verminderen, win je veel aan efficientie”, benadrukt Bruno. “Het plan heeft een impact op ongeveer driehonderd operatoren, verdeeld over heel Vlaanderen. Die zullen dus gemiddeld minder lang onderweg zijn van en naar hun werk”, vertelt hij. “Op basis van onze oefening zullen deze collega’s in totaal dagelijks ruim 500 kilometer minder woon-werkverkeer afleggen.” Dat is dus ongeveer een halve diesel- of volle benzinetank die elke dag wordt uitgespaard.
Van de negentigtal beschikbare en bemande waterzuiveringsstations werden er 65 uitgekozen. “Op basis van die nieuwe basislocaties werden ook de teams met operatoren hertekend. De bedoeling was dat ze sneller naar dat basisstation konden geraken. Dat is de plaats waar ze ’s ochtends samenkomen, waarna hun ronde begint. Ze gaan er ’s middags ook vaak lunchen.” Het model van Pieter werd geregeld bijgesteld. “We gebruikten hiervoor een interface in Google.” Hij toetste
32
Pieter Lootens (links) en Bruno Vander Linden van Aquafin.
TELEWERK
Wie telewerk zegt, zegt ook well-being
wen en output, extra uitdagingen met zich mee voor leidinggevenden. “Ook de connectie met de collega’s en het bedrijf is moeilijker vanop afstand.”
3/
FYSIEKE FACTOREN
TELEWERKEN GAAT EEN NIEUWE FASE IN. WAT EERST AD HOC LIEP, WORDT NU STRUCTUREEL INGEBED. AANDACHT VOOR DE WETTELIJKE ASPECTEN VAN TELEWERK IS ER AL. “MAAR WIE THUISWERK STRUCTUREEL WIL INVOEREN, MOET OOK AAN HET WELZIJN EN DE MOTIVATIE VAN MEDEWERKERS DENKEN”, BENADRUKT MIRABEL HOYS, DIRECTEUR HR-CONSULTING BIJ ATTENTIA.
Uit cijfers van Attentia blijkt dat vóór de coronacrisis het aantal geregistreerde telewerkprestaties bij bedienden en kaderleden 3 tot 5 procent van alle gepresteerde uren bedroeg. Wel was telewerk in bedrijven niet altijd structureel geregeld en werd het dus niet overal correct geregistreerd. COVID-19 heeft telewerk voor veel bedrijven in een stroomversnelling
gebracht. “De recente ervaringen en de vrees voor een nieuwe quarantaine stimuleren bedrijven om in te zetten op een meer doordacht en gedragen thuis- of telewerkbeleid”, stelt Mirabel Hoys van Attentia vast. Toch mogen we, zo benadrukt zij, niet blind zijn voor de menselijke uitdagingen die telewerk met zich meebrengt. Ze soms enkele aandachtspunten op.
1/
STRESS
De plotse overschakeling naar thuiswerk heeft bij veel medewerkers een extra psychosociale belasting veroorzaakt. Een gebrek aan steun van collega’s, het vervagen van rollen en verantwoordelijkheden, een tekort aan feedback en erkenning … “Sommige medewerkers hebben zelfs de neiging om thuis langer te werken, omdat ze willen tonen dat ze effectief een meerwaarde hebben geleverd. Dit alles veroorzaakt onnodig veel extra stress.”
2/
LEIDERSCHAP
Bovendien brengt remote leadership, het aansturen van medewerkers op afstand en dus op basis van vertrou-
Ook lichamelijke factoren spelen een rol. Denk maar aan een werkplek thuis die ergonomisch niet voldoet en op termijn tot ernstige problemen zoals rugklachten kan leiden. “Thuis ontbreekt vaak ook de beweging die medewerkers meer hebben wanneer ze naar kantoor komen. Stilzitten kan eveneens grote gevolgen hebben voor de gezondheid”, stelt zij. “Wie thuiswerk structureel wil invoeren, moet daarom niet alleen aan de wettelijke verplichtingen denken, maar ook aan andere factoren die een invloed hebben op het welzijn en de motivatie van medewerkers.” HOE ERVAAR JIJ TELEWERK? DOE MEE AAN DIT MARKTONDERZOEK
Telewerken is eigenlijk al niet meer weg te denken. We gaan er volop in mee, maar toch is het cruciaal om eens stil te staan bij onze huidige en toekomstige manier van werken. Maakt telewerken ons productiever? Voelen we ons hierdoor gelukkiger? Zijn we nog voldoende geconnecteerd met ons bedrijf? Om antwoorden te krijgen op deze vragen, lanceerden Synergics en Attentia een marktonderzoek over telewerken. Heb je zin om ook jouw waardevolle input te geven? Het duurt maar zeven minuten. Respondenten ontvangen als eerste inzicht in de resultaten. Beantwoord snel de vragenlijst op www.attentia.be/onderzoektelewerk
33
WEERBAARHEID
Werk maken van veerkracht
ARVESTA BRENGT MENTALE WEERBAARHEID VAN WERKNEMERS IN KAART
HET CORONAVIRUS STELT ONZE MENTALE WEERBAARHEID ZWAAR OP DE PROEF. OM TE WETEN WAT DE IMPACT BIJ WERKNEMERS IS, DOKTERDE LANDBOUWEXPERT ARVESTA – HET BEDRIJF ACHTER WINKELKETEN AVEVE – EEN SYSTEEM VAN CONTINUOUS LISTENING UIT. MICK STALLAERT, TALENT & PEOPLE ANALYTICS LEAD, ANALYSEERDE DE EERSTE RESULTATEN.
LUISTEREN EN BEGRIJPEN
Tekst: Hermien Vanoost
Psychiater Dirk De Wachter waarschuwde er al eerder voor: na de piek van het coronavirus volgt de piek van de psychologische problemen. Voor
ten, dan moeten we erover waken dat de 1.900 werknemers zich zowel fysiek als mentaal veilig voelen. Alleen zo zullen ze boven zichzelf blijven uitstijgen.”
arbeidspsycholoog Mick Stallaert is het welzijn van medewerkers dan ook een strategische prioriteit. “Willen we ons mooie groeiverhaal voortzet-
Om te weten hoe het de werknemers vergaat, ontwikkelde het people analytics team van Arvesta een strategie voor continuous listening. Op geregelde tijdstippen nodigt het de werknemers uit om een korte survey in te vullen, over engagement en welbevinden, maar ook over actuele en voor de business cruciale onderwerpen, zoals telewerk en COVID-19. “Het doel is aandachtig luisteren”, zegt Mick. “Door doelbewust en frequent te meten, zijn we in staat om evoluties te detecteren en snel gepaste acties te nemen. De surveys vullen de kwalitatieve gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers aan.” THUISSITUATIE
Mick Stallaert (Arvesta): “Laten we kennis en ervaringen rond welzijn delen.”
34
De eerste resultaten laten zien dat werknemers de coronacrisis op een verschillende manier ervaren. Enerzijds zijn er de winkelmedewerkers en arbeiders die met veel trots, in soms moeilijke omstandigheden, zijn blijven werken. Anderzijds zijn er de thuiswerkers die zich soms vlot en soms moeizaam aan de nieuwe manier van werken aanpasten. “Veel hing natuurlijk van de thuissituatie af”, zegt Mick. “Wanneer ze moes-
ten werken terwijl er kinderen in huis rondliepen, kwam dat de productiviteit en het welzijn van de werknemers niet altijd ten goede. Er waren ook collega’s die aangaven dat ze de andere collega’s misten.” 24/7 PSYCHOLOGISCHE STEUN
Om aan alle verschillende noden van werknemers tegemoet te komen, werkte een cross-functioneel team een waaier aan maatregelen uit. Zo kwam er voor de leidinggevenden een traject rond coachen-vanopafstand. Daarin leren de leidinggevenden om explicieter te communiceren, intensiever te luisteren, te inspireren en te sturen op basis van resultaten in plaats van werktijden. Voor de medewerkers introduceerde de Arvesta Academy dan weer verschillende opleidingen rond thema’s zoals veerkracht, assertiviteit en efficiënt thuiswerken. Via het Employee Assistance-programma kunnen ze telefonisch en helemaal anoniem 24/7 psychologische ondersteuning vragen. VERBONDENHEID EN ERKENNING
Daarnaast nam Arvesta een hele reeks initiatieven om de verbondenheid tussen de werknemers aan te wakkeren, wat ook een belangrijk aspect is voor het psychologisch welzijn. Zo stuurde CEO Eric Lauwers regelmatig een boodschap van hoop en dank naar de werknemers uit. Het Fit@Arvesta-programma kreeg een digitaal verlengstuk, waarbij medewerkers vanop afstand werden uitgedaagd om samen een sportieve prestatie neer te zetten. “Dat is goed voor de conditie én het groepsgevoel”, zegt Mick, die afrondt met een oproep naar andere organisaties. “Laten we kennis en ervaringen rond welzijn delen en zo bijdragen aan een duurzamere werkomgeving, met gelukkige en geëngageerde werknemers.”
WENDBAARHEID IN CORONATIJDEN
Lien en Dieter vielen in bij de Arvesta-collega’s ZOWEL LIEN VANDECASTEELE ALS DIETER CEUPPENS STELDE ZICH TIJDENS DE CORONALOCKDOWN TER BESCHIKKING VOOR HUN COLLEGA’S LOGISTIEK BIJ ARVESTA. “ERG VERRIJKEND.”
“Normaal doe ik voor mijn job vooral klantenbezoeken. Maar tijdens de lockdown viel dat weg tot minder dan de helft van mijn tijd. Alleen dringende bezoeken vonden plaats, zoals het checken op zwangerschappen van zeugen”, vertelt Lien Vandecasteele, commercieel medewerker bij AVEVE varkensvoeding, een merk van Arvesta. Lien ging tijdelijk aan de slag bij de productiesite in Aalter. Ze hielp met de noodzakelijke administratie voor de verzendingen voor het transport van veevoer. “Ik deed het een maand deeltijds en vond het leuk om doen. Het was eens iets nieuws. En anderzijds goed om te weten hoe alles loopt. Het was een andere job, maar het ging toch nog altijd om veevoeding.” Ook op collega Dieter Ceuppens konden de collega’s rekenen. Hij heeft net als Lien een commerciële functie, maar dan voor rundsvoer, en ook zijn job werd anders ingevuld. “Ik stond stand-by voor transport van dierenvoeding, eigenlijk de levering aan landbouwers die mijn klanten zouden kunnen zijn. Logistiek was en is een cruciale schakel voor ons. Als er daar iemand wegviel die instond voor de verzending, kon ik invallen”, vertelt hij. “We hebben er in die periode alles aan gedaan om onze klanten te blijven bedienen.” Dieter volgde een opleiding, maar moest uiteindelijk niet opdraven bij logistiek. Al vond hij het erg verrijkend. “Het zou een goed idee zijn om elke starter in mijn functie zo’n opleiding te laten volgen. Zo leer je ook de andere kant van je job kennen.”
Lien Vandecasteele, commercieel medewerker bij AVEVE varkensvoeding, ging tijdelijk aan de slag bij de productiesite in Aalter.
35
1/
2/
De tien van AquaямБn
3/
4/
DIGITAL4WATER: ZO HELDER KLINKT DE DOELSTELLING VAN DE IT-AFDELING BIJ WATERZUIVERAAR AQUAFIN. WELKE CONCRETE VORM KRIJGT ZE IN DE PRAKTIJK? TIEN AQUAFIN-MEDEWERKERS GETUIGEN. EEN TEAM DAT ERIN SLAAGT OM TECHNOLOGIE EN ECOLOGIE MET ELKAAR TE VERZOENEN. Tekst: Nathalie Dirix
5/
6/
7/
8/
9/
10/
36
1/Johan Doms ANALIST PROGRAMMEUR
“Onze applicaties helpen de mensen op het terrein” “Het is mijn job om webapplicaties te ontwikkelen. Dat doe ik graag. Vooral omdat mijn werk ertoe bijdraagt dat Aquafin zijn taak als waterzuiveraar nog efficiënter kan uitvoeren. Vroeger heb ik als zelfstandig Java-consultant gewerkt. De stap naar analist programmeur bij Aquafin was een bewuste keuze. Hier kan ik meewerken aan het verduurzamen van onze leefomgeving. Dat doe ik aan de hand van applicaties die onze mensen op het terrein helpen hun job zo goed mogelijk uit te voeren. Aquafin gaat volop voor digitalisering. Met slimme IT-toepassingen en innovatieve technologieën kunnen we het waterzuiveringsproces efficienter maken. Onze digital-afdeling onderhoudt nauwe contacten met de andere afdelingen. Sinds corona verlopen die contacten nu wel hoofdzakelijk vanop afstand. Ja, ik mis de babbels met mijn collega’s op kantoor. Maar dat is een kwestie van nog even wachten. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij elkaar binnen afzienbare tijd weer meer zullen zien.”
2/Steven Vispoel ENTERPRISE & DATA ARCHITECT
“Innoveren maakt deel uit van het DNA van Aquafin” “De ambitie om te innoveren, maakt deel uit van het DNA van Aquafin. Maar ook van wie ik ben. Ik hou ervan om zaken in beweging te brengen. Mijn taak s om gefundeerde adviezen aan het management te verlenen, zodat we samen het digitale verhaal van onze organisatie kunnen vormgeven. Dat doe je trouwens niet alleen met technologie. Je hebt er ook empathie voor nodig, want IT-oplossingen werken pas echt als je er een solide draagvlak voor gecreëerd hebt. Wat me ook motiveert, is de toekomstvisie van Aquafin. Wij werken met z’n allen aan een blauwgroen
Vlaanderen. Zeg maar, aan een duurzame leefomgeving voor onze generatie, maar ook voor de generaties die na ons komen. Ik vind het boeiend dat Aquafin inzet op projecten om de droogte tegen te gaan. Dat doen we onder meer door regenwater te bufferen. Je merkt het: onze ambitie om te vernieuwen blijft een constante.”
3/Lutgart Messens BUSINESS PROCESS ANALIST
“Ik heb veel voeling met de doelstelling van Aquafin” “Het implementatieproces van een softwareproject begeleiden: zo kun je m’n job samenvatten. Daar komt heel wat bij kijken: businessanalyse, planning, testing, projectleiding enzovoort. Ik werk vooral rond Maximo, een softwarepakket dat de assets van Aquafin in kaart brengt en beheert. In totaal gaat dat over maar liefst 150.000 toestellen die deel uitmaken van onze waterzuiveringsinstallaties. Ik zie erop toe dat dit programma effectief beantwoordt aan de noden van onze medewerkers en dat zij de gepaste opleiding krijgen. Tijdens de coronaperiode verliepen die trainingen via Webex. Dat werkte prima. Je zou kunnen zeggen dat het een van positieve effecten van de coronacrisis was. Het moeilijkste aspect aan mijn job? Het veelvuldig schakelen van macro- naar microniveau. Maar je leert daarmee omgaan.Ik ben blij dat ik voeling heb met de doelstellingen van onze onderneming. En dat ik dankzij mijn job kan bijdragen aan de waterkwaliteit in Vlaanderen.”
4/Pieter Vranckx PROJECTLEIDER OT SOLUTIONS
“Wat telt, zijn je skills en competenties” “Ik werk nu twee jaar als projectleider operational technology solutions. Met onze geautomatiseerde oplossingen optimaliseren wij de werking van de elektromechanische installaties zodat de operatoren van waterzuiveringsinstallaties, pompstations
en bergbezinkingsbekkens hun job nog efficiënter kunnen uitvoeren. Eigenlijk schakelen wij technologie in om het operationele te perfectioneren. Samen werken we aan één doel: het water in onze waterlopen zo zuiver mogelijk houden. Ik ben afgestudeerd als elektromechanicus en ben altijd op zoek gegaannaaruitdagingenwaarmeeikm’n grenzen kan verleggen. Dat ik niet meteen het klassieke profiel heb voor mijn functie, is geen issue bij Aquafin. Wat telt, zijn je skills en competenties. Ik heb vroeger nog voor andere organisaties gewerkt. Voor mij is het duidelijk dat dit de werkgever is waar ik mijn loopbaan verder wil uitbouwen. Niet alleen de bedrijfswaarden liggen me. Ook de mogelijkheid om tijds- en plaatsonafhankelijk te werken bevalt me. Het helpt me om een gezond evenwicht tussen werk en privé te behouden.”
5/Peggy Kesteloot SYSTEM ADMINISTRATOR
“Je krijgt het vertrouwen om zelfstandig te werken” “Mijn loopbaan bij Aquafin begon 23 jaar geleden. Ik startte toen als CADtekenaar. Na vijf jaar stapte ik over naar IT. Eerst als helpdeskmedewerker, en nu al meer dan twaalf jaar als system administrator. In beide jobs ligt het accent op oplossingen zoeken, zodat onze medewerkers vlot verder kunnen. Ik probeer me zo veel mogelijk in te leven in de wereld van onze gebruikers. Empathie én technologie, voor mij zijn ze aan elkaar gelinkt. Hoe beter je je gebruiker begrijpt, hoe doelgerichter je hem of haar kunt helpen. Ik ben ook verantwoordelijk voor een aantal projecten. ‘Security awareness’ is er een van. Het project wil een grote bewustwording rond cybercriminaliteit creëren. Wat ik erg waardeer, is het vertrouwen dat ik krijg om projecten op een zelfstandige manier te coördineren. Ik hou van die manier van werken. Het maakt de ondernemer in me wakker.”
37
DE TIEN VAN AQUAFIN
6/Bart Geluykens TECHNISCH ARCHITECT
“Aquafin is een bedrijf met een menselijke dimensie” “Drie jaar geleden besloot ik aan de slag te gaan bij Aquafin. Ik had toen twintig jaar ervaring als ITconsultant opgebouwd en was klaar voor een nieuwe start. Bij mijn eerste kennismaking met Aquafin voelde ik meteen een klik. Dit is een bedrijf met ambitie, maar ook met een menselijke dimensie. De projecten waaraan we met andere afdelingen samenwerken, zijn zonder meer boeiend. Zoals bijvoorbeeld het project waarbij we alle sensordata die in het afvalwater aanwezig zijn, analyseren om zo het zuiveringsproces te optimaliseren.De technologie die we ontwikkelen, moet breed gedragen worden. Dat is mijn uitgangspunt. Hoe ouder ik word, hoe belangrijker ik de interactie met onze medewerkers vind. Met corona zijn de face-to-face-contacten weggevallen, maar gelukkig zijn er nog andere manieren om voeling te blijven houden met de eindgebruiker.”
7/Benni Dillen SYSTEEMARCHITECT
“Ik zie heel wat empathie binnen onze organisatie” “Wij vormen een team van zeven medewerkers die Aquafins ITinfrastructuur achter de schermen draaiende houden. Het is een job met veel afwisseling. Vorig jaar lanceerde Aquafin #digital4us. Dat project wil de digitalisering van onze organisatie in een hogere versnelling brengen en onze gebruikers daarbij centraal stellen. Binnen ons bedrijf denken steeds meer mensen na over hoe we IT-tools kunnen inschakelen om nog resultaatgerichter te werken. De samenwerking met de collega’s zit snor. Er is heel wat wisselwerking, ook met de ingenieurs en operatoren.
38
Dat zorgt voor een positieve sfeer. Mensen worden hier trouwens niet als ‘human resources’ beschouwd. Je wordt als mens benaderd. Ik zie heel wat empathie binnen onze organisatie, ook bij de leidinggevenden. Die menselijkheid, samen met Aquafins engagement voor een milieuvriendelijke toekomst, is de belangrijkste reden waarom ik me hier echt in m’n sas voel.”
8/Erik Deklerck SYSTEEMINGENIEUR
“Je voelt je hier gewaardeerd” “Aquafins hard- en software beheren en optimaliseren, is mijn voornaamste verantwoordelijkheid. Daar komt heel wat bij kijken, maar het is net dat brede takenpakket dat m’n job zo interessant maakt. Sinds maart 2020 werk ik bij Aquafin. Voordien deed ik een gelijkaardige functie bij een andere organisatie. Ik was op zoek naar een bedrijf met een missie waar ik kon achterstaan. Aquafins ecologische doelstellingen trokken me meteen aan. Natuurlijk vraagt zo’n carrièreswitch een aanpassing. Maar die neem ik er graag bij. Ik krijg er veel voor terug, zoals een werkomgeving waarin je je gewaardeerd voelt en uitgenodigd wordt om mee na te denken. Het valt me op hoe m’n collega’s initiatieven nemen om processen te verbeteren. Elk idee, hoe groot of klein ook, is hier welkom. Die entrepreneurial spirit vind ik verfrissend. Ook de vele innovatieve projecten rond digitalisering en automatisering die er zitten aan te komen, doen me zeggen dat er me nog boeiende tijden te wachten staan.”
9/Laura Overlaet MANAGER DIGITAL PRODUCTS
“Water en data zijn het nieuwe goud” “Waarom ik zes maand geleden een loopbaan van tien jaar in de bankensector inruilde voor een nieuwe start bij Aquafin? Het was vooral de digita-
le ambitie van dit bedrijf die me aansprak. Binnen onze afdeling beweegt er heel wat. Samen met de business kijken we hoe we technologie kunnen inzetten om onze organisatie nog performanter te maken. Ik geloof in de kracht van agile. Wendbaar werken betekent voor mij ook de veranderende noden van de gebruiker centraal stellen en hem betrekken bij je digitaliseringsprojecten. Digitale transformatie gaat in de eerste plaats over mensen. Ik ben dan ook blij dat Aquafin menselijkheid hoog in het vaandel draagt. Hoe ik naar de toekomst kijk? Water en data zijn het nieuwe goud. Wij hebben iets heel kostbaars in handen. Aan ons om ze in te zetten op een manier dat onze samenleving er beter van wordt.”
10/ Ann De Swaef BUSINESS INFORMATION ANALYST
“Wij werken nauw samen met de business” “Onze doelstelling bij de digital-afdeling? Samen met de business een moderne, datagedreven organisatie vormen. Aquafin beschikt over heel wat interessante data. Hoe kunnen we al die informatie vlot beschikbaar maken, zodat ze onze organisatie nog beter kan dienen? Wij doen dat vooral door nauw samen te werken met de business. Ik zie onze samenwerking als een partnerschap. Als business information analyst heb je een brugfunctie. Daardoor leer je meerdere standpunten begrijpen. Als je tot een digitale oplossing komt waarin alle betrokkenen zich kunnen vinden of je ondersteuning leidt tot een waardevol rapport, dan is de voldoening groot. Vooral omdat je op zo’n momenten vaststelt hoe wij vanuit de digital-afdeling de business echt kunnen vooruithelpen. Ik werk ondertussen al meer dan twintig jaar bij Aquafin. Wat me drijft? Vooral de milieuvriendelijke missie van Aquafin die aansluit bij wie ik ben.”
HET MERK IK
Vijf carrièrelessen van Billie Eilish
terende uitstraling die haar tot een inspirerend rolmodel maakt met thema’s die de jongere generatie beroeren, zoals het klimaat en haar struggle als tiener. 4. KIES JE KANALEN
Billie Eilish is zonder twijfel het invloedrijkste stijlicoon jonger dan twintig. Ze is een popfenomeen en tegelijk een volwaardig modemerk. Allemaal goed en wel, maar wat kun jij leren van Billie Eilish?
meerijdt, is volgens haar moeder erg belangrijk voor haar mentale gezondheid. Eilish ervaart ook synesthesie, waardoor ze zintuigen vermengt. “Iedere persoon die ik ken, is in mijn hoofd geassocieerd met een kleur, een vorm en een getal, maar dat vind ik normaal”, vertelde ze daarover aan het muziekblad Rolling Stone.
1. AGE IS JUST A NUMBER
“Een van de beste optredens aller tijden”, zo titelde De Volkskrant in de zomer van vorig jaar over de toen 17-jarigeBillieEilishophetLowlands Festival. Enkele dagen ervoor moest Eilish op Pukkelpop van de Dance Hall naar de Main Stage verhuizen omdat de vraag zo groot was. Het gaat dus hard voor Eilish, die begin dit jaar No Time to Die uitbracht, het titelnummer van de gelijknamige James Bondfilm. Meteen de jongste artiest ooit die een themalied van James Bond schrijft en opneemt.
3. WEES AUTHENTIEK
Billie Eilish is in zowat alle opzichten het tegenbeeld van de naar schoonheid strevende celebrities of typische bubblegum-pop die je van een tienersterretje verwacht. Miljoenen tieners imiteren haar fluohaar en ruime kledij. Ze is innemend, gevoelig en toch mysterieus en heeft een eigen elektronische sound. Haar debuutalbum was eerder donker, met zware teksten. Tegelijk heeft ze een revol-
TikTok en Instagram zijn Eilish’ favorieten. Met bijna 68 miljoen volgers op Instagram – meer nog dan Justin Timberlake en Dua Lipa – behoort ze er tot de veertig populairste accounts en bovendien een van de snelst groeiende. 5. KIES PARTNERS (EN DOELGROEP)
Partners genoeg. Gitaarbouwer Fender ging met haar een samenwerking aan om een ukelele op de markt te brengen. Maar bovenal is Eilish een modemerk. De Zweedse modeketen H&M bracht een kledinglijn rond haar uit. En ze ging al in zee met Freak City, Bershka en Urban Outfitters. Via een aparte kledinglijn wil ze ook de doelgroep aanspreken van kinderen onder de tien. Ze brengt intussen ook haar eigen poppen uit. Niet slecht allemaal voor een tiener met een rugzakje. Tekst: William Visterin
2. VERGEET JE RUGZAKJE
Dat allemaal voor iemand die op jonge leeftijd de diagnose van het syndroom van Gilles de la Tourette kreeg, wat zich soms nog uit in bepaalde bewegingstics. Tijdens haar jeugd kampte ze met depressies. Haar friends-bus met beste vrienden, die tijdens haar tournees vaak COLOFON MARK Magazine is een uitgave van Mediahuis, MH Brand Studio / Verantwoordelijke Uitgever Hans De Loore, Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen Algemeen Directeur Mark Maldeghem / Marketing & Advertentie Kim Vergaelen, Maikel Van Geert / Hoofdredacteur William Visterin / Redactie Wieland De Hoon, Nathalie Dirix, Hermien Vanoost, Matthias Van Milders / Eindredactie Robin Van den Bogaert / Fotografie Koen Bauters, Frederik Beyens, Bart Dewaele, Carlo Verfaille Vormgeving Nadruk.be / Contact markmagazine@mediahuis.be - tel: 02/467 48 32
39
N I L I N U e Join th duate a r G g n u o Y Journey
Start your career with a smile. At UNILIN, we love to support young talent. Every year, we welcome an enthusiastic group of young graduates across several of our departments. Are you ready to kickstart your career and develop your talents? Get in touch and start your Young Graduate Journey today.
Apply now at younggraduates.unilin.com Already experienced? Find more jobs at jobs.unilin.com