NEGEN SPEERPUNTEN VAN BELEID 17 & 18 SEPTEMBER 2015
WAAROM HET ANDERS MOET. EN HOE. BUREAU JEUGDZORG NOORD-BRABANT MAAKT ER WERK VAN.
2
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
WAAROM HET ANDERS MOET. EN HOE. BUREAU JEUGDZORG NOORD-BRABANT MAAKT ER WERK VAN.
4
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
HET VERHAAL
VAN ROBIN Robin heeft zich verstopt achter de rode bank in de woonkamer. Er ligt een hoop stof en hij voelt iets kriebelen in zijn neus, maar het lukt hem om heel stil te blijven. “Die mevrouw van jeugdzorg komt eraan”, heeft mama gezegd. “Gauw, achter de bank! En nu je kop houden, anders krijg je straf van Harry.” Mama is boos, dat kan hij wel zien. Robin heeft buikpijn. Harry is mama’s vriend. Gisteren was mama ook boos en toen deed Harry een heel strak touw om Robins ellebogen. Met dat touw werd hij in de gordijnen gehangen. Voor straf. Robin huilde van de pijn, maar niemand deed iets. Mama en Harry hingen op de bank en keken tv. Was hij nog maar bij papa. Maar papa is weg. Die heeft hem vorige week zomaar op de stoep gezet bij mama. Waar is papa gebleven? Nu maar beter stil zijn. Als de mevrouw van jeugdzorg binnenkomt, maakt Robin zich heel klein. Die mevrouw weet niet eens dat hij hier woont. Ze kent alleen Kelsey en Shelley, Robins halfzussen. Robin hoort mama praten met die mevrouw. Ze gaan samen aan de grote tafel zitten. Mama doet heel vrolijk, maar Robin is bang. Als mama naar de keuken gaat om koffie te halen, moet hij heel zachtjes niezen. Hij kan er niets aan doen. Even blijft het stil, maar dan hoort hij een stoel schuiven. Hij hoort een kuchje en kijkt omhoog, recht in de ogen van die mevrouw. Ze glimlacht en geeft hem een knipoog. “Hoe heet jij?”, vraagt ze zacht. Het verhaal van Robin is echt gebeurd. Robins moeder was alleenstaand. Ze kreeg een nieuwe vriend
met wie ze drugs gebruikte en buitensporig veel dronk. De kinderen kwamen ondertoezicht van jeugdzorg. De jeugdzorgwerker die het gezin begeleidde, wist niet beter dan dat er alleen twee dochters van moeder in huis woonden. Door haar oplettende houding ontdekte ze het jongetje achter de bank. Robin bleek sinds een week in huis te wonen, zonder dat de buitenwereld het wist. Zijn vader was onverwacht naar het buitenland vertrokken en had hem bij moeder ‘gedropt’. Omdat moeder niet nog meer bemoeienis van jeugdzorg wilde, moest Robin zichzelf onzichtbaar maken. Robin staat symbool voor heel veel kinderen in de jeugdzorg. Elke dag weer zijn er honderden kinderen in Brabant die zichzelf onzichtbaar maken om niemand tot last te zijn. Kinderen die het gevoel hebben dat niemand hen ziet. Die zich verlaten en bang voelen. Die niet weten waar dat verdrietige gevoel vandaan komt. Die onzeker zijn over zichzelf en zichzelf raar en overbodig vinden. Niet geborgen. Onveilig. Alleen. Wij zijn er voor deze kinderen: wij willen dat ze kunnen vertrouwen op onze alertheid, zorg en aandacht. Voor kinderen zoals Robin kunnen we het verschil maken. Normen en regels die opdrachtgevers en inspecties ons opleggen zijn van belang. We begrijpen dat die regels gemaakt zijn om ons houvast te bieden. Maar wat ons werkelijk drijft zijn kinderen zoals Robin. En voor Robin kan het niet vroeg genoeg zijn om hem te steunen en veiligheid te bieden.
6
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
VOORAF 2016 wordt een belangrijk jaar voor Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Opnieuw zullen kinderen en jeugdigen aan onze zorg worden toevertrouwd. Vragen mensen die met huiselijk geweld te maken hebben onze hulp. De samenleving vraagt andermaal een deel van haar zorgen over te nemen. In de vorm van de uitvoering van justitiële maatregelen, door ouders en kinderen te helpen als opvoeden en opgroeien niet vanzelf gaat. Door aandacht te hebben voor omstandigheden die bedreigend zijn, voor kinderen, voor volwassenen. En door in te grijpen als het nodig is. 2016 is het tweede jaar waarin de jeugdzorg in Nederland aan gemeenten is toevertrouwd. De nieuwe Jeugdwet kent vijf belangrijke uitgangspunten. Meer dan in het verleden gaan we uit van de eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen, ouders en hun sociale netwerk. De wet beoogt ook het opvoedkundig klimaat te versterken, te zorgen voor snellere hulp, met de juiste maat en dichtbij de gezinnen. Hulp wordt verleend op basis van één gezin, één plan, één regisseur. En de regeldruk moet verminderd worden om de professional meer ruimte te geven in zijn werk. Gemeenten hebben in 2014 en deels ook nog in dit jaar alle zeilen moeten bijzetten om hun beleid op touw te zetten en de uitvoering ter hand te nemen. Dat heeft geleid tot een flink aantal oplossingen en arrangementen, die zowel overeenkomsten als verschillen vertonen. Aanbieders van jeugdzorg verhouden zich met die lokale oplossingen, zien zich genoodzaakt hun huishoudboekje
aan te passen aan de teruglopende middelen. Bureau Jeugdzorg is een van de partners in dat veld. Wij willen en zullen ons werk en onze werkwijze aanpassen aan de lokale ontwikkelingen. Zorgen dat we een betekenisvolle partner zijn voor gemeenten en netwerkpartners. Betrouwbaar, aanspreekbaar en gedegen, dat moeten wij zijn. In 2015 hebben wij veel aandacht besteed aan het oplossen van interne problemen. Noodzakelijk. Maar dat is niet waarvoor we op de wereld zijn. Wij moeten ons vol kunnen concentreren op ons werk voor jeugdigen en ouders, voor mensen van wie de veiligheid wordt bedreigd en die hulp en begeleiding nodig hebben. Wij moeten onze aandacht kunnen geven aan het werken met en binnen de netwerken die lokaal zijn ontstaan. Wij willen 2016 ingaan als een samenwerkingsorganisatie met vooral inhoudelijke ambities en niet met de pretentie dat wij weten hoe het moet en het zelf wel kunnen. Met dat oogmerk presenteren wij ons in het najaar van 2015 in regionale conferenties en op een provinciale bijeenkomst. Ter voorbereiding hebben wij op 17 en 18 september een tweedaagse bijeenkomst gehouden waarin wij ons door de buitenwereld hebben laten spiegelen. En op basis daarvan hebben wij negen speerpunten benoemd. In dit magazine ziet u terug wat we gedaan hebben. En vooral wat we gehoord hebben en welke conclusies wij daar uit trekken.
8
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
BIJEENKOMST STRATEGISCH BELEID 17&18 SEPTEMBER
INHOUD p. 10
Opening door Durk Kooistra
p. 12
Wetenschap Paul Frissen
p. 20
De gemeente als opdrachtgever Ferry van den Br没le
p. 24
Zorgaanbieder Lian Smits
p. 32
Strategische bijeenkomst 18 september
p. 42
Colofon
10
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
OPENING
WIE WILLEN WIJ ZIJN? Durk Kooistra (bestuurder BJZ)
“De buitenwereld binnen halen. En daar mogen we ons best wel wat ongemakkelijk bij voelen.” Met dat motto begint Durk Kooistra, bestuurder a.i. van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, de strategische bijeenkomst. “We kunnen alleen maar van betekenis zijn voor onze cliënten en opdrachtgevers als we weten wie we zelf zijn en wat we willen en kunnen betekenen. We moeten van buiten naar binnen kijken. Er gebeurt veel in die buitenwereld. De decentralisatie van de jeugdzorg gaat gepaard met een nieuwe werkelijkheid. Waarin ook gemeenten nog zoekend zijn. En we moeten ook in de spiegel kijken om er achter te komen waar we nog tekort schieten, ons kunnen verbeteren.” Een drietal excellente inleiders zorgt voor het beloofde ongemak. Maar veel meer nog voor inspiratie en enthousiasme.
12
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
+ Paul Frissen (1955) is decaan en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), nu opgegaan in de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RV&S). Tevens is hij zelfstandig bestuurskundig adviseur. Daarnaast is hij als voorzitter of lid actief in een aantal toezichthoudende organen.
WETENSCHAP
“STRATEGIE BEPALEN BETEKENT UITZOEKEN WAT JE WILT EN WAT JE KUNT.” Paul Frissen
Paul Frissen bijt het spits af. Frissen is medeauteur van een belangrijk rapport uit 2013 van de RMO: Terugtreden is Vooruitzien. In dat rapport stelt de RMO dat de beweging van een terugtredende overheid alleen slaagt wanneer maatschappelijke initiatieven ruimte krijgen om publieke voorzieningen naar eigen waarden en inzicht te organiseren. Dat vereist een fundamentele verandering van de verhouding tussen overheid en samenleving op het gebied van zeggenschap, financiering en rechtsstatelijke waarborgen. Ook vraagt het van overheden, politici én samenleving dat zij accepteren dat er meer verschil ontstaat in identiteit, omvang, keuzeaanbod en kwaliteit van voorzieningen als zorg, onderwijs en welzijn. Paul Frissen betoogt dat we ons er mee moeten verzoenen dat zaken
niet altijd goed gaan. Wij zijn daar als samenleving en zeker als politiek heel slecht in. Wij ontlenen valse zekerheid aan regels en protocollen. Maar echte rampen laten zich niet leiden door protocollen. Wat we er wel mee bereiken is dat we de regelvrije ruimte beperken waar we die net moeten uitbreiden. En professionals terugdringen in een woud van niet waar te maken verwachtingen. De taal die daarbij hoort bevat termen als integraal, product, preventie, inkoop ... Taal die niet thuishoort in de leefwereld van mensen, maar voortkomt uit het abstracte en te vaak nietszeggende jargon van politici en ambtenaren. Volgens Frissen geven wij ons geen rekenschap van het ‘tragische’. Terwijl rampen, noodlot en leed onvermijdelijk zijn. Hij pleit ervoor het tragische te aanvaarden en ons daarmee te verzoenen. De politiek zal zich
14
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
“WE HEBBEN DE DIEPE OVERTUIGING DAT ALS IETS OPGESCHREVEN IS, HET DAN WAAR IS. DAT IS ONZIN. BUREAU JEUGDZORG MOET INCIDENTGERICHT ZIJN.” Paul Frissen
rekenschap moeten geven van de moeilijkheden, de onvolkomenheid van het menselijke en politieke leven. Vertaald naar de jeugdzorg betekent dat ook accepteren dat er Savannah’s zullen blijven bestaan. De risicoregelreflex waar we met zijn allen zo’n last van hebben, licht Frissen toe aan het Nederlandse antwoord op de slachtoffers die vielen bij een Belgisch popfestival door een extreme storm. Sindsdien moeten Nederlandse festivals meteorologische expertise inhuren. Hij legt uit hoe de decentralisatie van jeugdzorg kan uitpakken: “Stel de overheid treedt inderdaad terug en laat een aantal zaken uit het sociale domein in handen van de samenleving, dan zijn er vier mogelijke uitkomsten. De eerste mogelijkheid: de overheid treedt terug en de samenleving neemt het niet over. Dan de Haagse droom: de overheid treedt
terug en de samenleving neemt het over. Een derde mogelijkheid: de overheid treedt terug en de samenleving doet het anders: gevarieerder en met meer diversiteit. Dan wordt de overheid al zenuwachtig. En tenslotte een eveneens reële optie: de overheid treedt terug en de samenleving doet het verkeerd, althans in overheidsogen. Zeker is dat er verschillen ontstaan. En na een tijdje gaat verschil ongelijkheid heten. Dan gaan we vervolgens weer centraliseren. Door protocollen en regels op te stellen, regels af te kondigen. Prestatie-indicatoren uit te vaardigen. Belangrijke vraag is hoe een gesubsidieerde organisatie daar mee om gaat. Paul Frissen vindt het bijzonder om te zien dat organisaties zich met verplichtingen laten opzadelen waarvan ze weten dat ze die niet kunnen waarmaken. Hij gaat een pittige vergelijking niet uit de weg: “Het sociale domein is volstrekt subsidieverslaafd
Een aantal quotes van Paul Frissen geeft stof tot verder nadenken. “We hebben de diepe overtuiging dat als iets opgeschreven is, het dan waar is. Dat is onzin. U moet incidentgericht zijn.” “Het is te bizar voor woorden dat accountants prestatie-indicatoren voor de jeugdzorg opstellen”. “U hebt een sterke positie, ze gaan u echt niet sluiten.” “Strategie bepalen betekent uitzoeken wat je wilt en wat je kunt.” “Beperk je tot waar je voor bent: beschermen van kinderen en gezinnen. Laat je niet opzadelen met een ‘integraal’ probleem. Het is al heel wat als je dat lukt.” “Het is van de zotte dat je kinderen die problemen hebben hetzelfde behandelt als kinderen die problemen maken.”
16
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
+ Gerlinde Paas is regiodirecteur bij Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, regio Oost.
“HET IDEE IS DAT JE GEWOON JE WERK DOET EN DAT KUNT UITLEGGEN AAN ANDEREN. DAARNAAST MOET JE VANUIT JE PROFESSI ONALITEIT KUNNEN RAPPORTEREN WAAR MOGELIJK.” Gerlinde Paas
geraakt. De relatie tussen overheid en maatschappelijk veld lijkt op die van een drugsdealer en een verslaafde.” Frissen pleit ervoor om je bewust te zijn van je professionele waarde. “Als professionele organisatie moet je enorm op je hoede zijn en je eigen professionele standaarden bepalen. Dat moet niet door iemand van buiten worden bepaald. Wij denken dat door papier en protocollen de wereld beheerst kan worden. Een echte professional weet wanneer hij van het protocol moet afstappen.” In de levendige discussie met Paul Frissen komen belangrijke thema’s aan bod. Veel herkenning over de nadruk op protocollen en vooral over de vraag of ze wel worden toegepast: “Er wordt door de inspectie nu vooral gecheckt of men zich aan de protocollen houdt, maar de protocollen
zelf en hun nut worden niet onder de loep genomen. Daar moeten we meer aandacht voor vragen.” Er is weer reden voor professionele trots: “Wij moeten veel meer laten zien wat we kunnen. Lijkt wel alsof we twijfelen aan de inhoud van ons werk.” En: “Het idee is gewoon je werk doen en dat kunnen uitleggen. Maar je moet wel vanuit je professionaliteit kunnen rapporteren als dat wel mogelijk is.” Durk Kooistra sluit af: “Ik ben ontzettend blij met zo’n spiegeling. En die trots, daar is ook echt alle aanleiding toe. De tragiek van ons bestaan mogen we het best noemen: de bereidheid om onder deze tragiek te blijven werken.”
18
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
HOE ZIE JE DE TOEKOMST VAN BJZ?
“IK HOOP DAT WE EEN GEZAMENLIJKE FOCUS KRIJGEN.” Joris Hoogelander
+ Joris Hoogelander (beleidsadviseur BJZ) “Dit is een dag van halen, het brengen komt morgen. Ik hoop op nieuwe inspiratie en inzichten. Het is soms nodig om even losgeweekt te worden van het spoor waarop we vastgeroest zijn, ik ook. Ik ben vooral benieuwd naar het verhaal van Paul Frissen, die groots is aangekondigd. Ik hoop dat we iets bereiken en een gezamenlijke focus krijgen; een stipje op de horizon. Dat stipje zal ongetwijfeld wel weer gaan verplaatsen, maar ik denk dat het verstandig is dat we met z’n allen op een lijn komen, want nu laten we ons meeslepen in de hectiek.”
+ Janneke van Happen (kwaliteitsfunctionaris) “Wij zijn druk bezig met het maken van een ingrijpende kwaliteitsslag. Daar plukken nu al onze cliënten en onze medewerkers de vruchten van. Met deze bijeenkomst en de uitkomsten daarvan gaan we verder met zaaien. We hopen verder te oogsten als de buitenwereld ons gaat zien als de experts op het gebied van veiligheid en ontwikkeling.”
20
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
DE GEMEENTE ALS OPDRACHTGEVER
“LAAT DUIZEND BLOEMEN BLOEIEN; GA, ALS GEMEENTE, UIT VAN WAT ER LOKAAL ONTWIKKELD IS EN SCHRIJF NIKS VOOR.” Ferry van den Brûle
+ Ferry van den Brûle
is strategisch adviseur sociaal domein / jeugd en onderwijs Gemeente Eindhoven.
Ferry van den Br端le is (extern) strategisch adviseur jeugdzorg van de gemeente Eindhoven. In het verleden was Ferry onder meer regiomanager van Tender, aanbieder van jeugdzorg in West-Brabant en directeur-bestuurder van Bureau Jeugdzorg Zeeland. In Eindhoven is Ferry onder meer betrokken bij de ontwikkeling van WIJeindhoven. De gemeente Eindhoven is enkele jaren bezig met de herinrichting van het sociale domein. Al in 2011 boog een groep experts zich in opdracht van de gemeente over de koers en inrichting daarvan en publiceerde gerichte aanbevelingen aan de gemeente. De belangrijkste conclusie: het huidige sociale systeem moet anders en daar zijn fundamentele innovaties voor nodig. De belangrijkste: meer zelfhulpnetwerken, informele zorgcircuits en betere specialistische hulp. De vorm die daarvoor is gekozen is, net als in veel andere gemeenten, die van wijkteams. Daarin zijn deskundigen actief
22
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
“OP HET MOMENT DAT JE ELKAAR VINDT OP DE INHOUD KAN ER VERTROUWEN ONTSTAAN.” Ferry van den Brûle
ding van BJZ. Het heeft niet veel gescheeld of de gemeente was op zoek gegaan naar andere aanbieders voor jeugdbescherming. Hij stelt vast dat dat wantrouwen nu, anderhalf jaar later, vrijwel is verdwenen. De bestuurlijke ingrepen en de wijze waarop het certificeringstraject is aangepakt heeft daar veel mee te maken. vanuit verschillende specialismen: hulpverlening, zorg en sociale dienst. Naar buiten toe zijn zij generalist. Ze zoeken samen met burgers naar oplossingen voor hun problemen die zo goed mogelijk passen bij hun behoeften en leefwereld. In eerste instantie ligt de vindplaats in de sociale basisvoorzieningen en het informele netwerk van de cliënt. Als toch een beroep moet worden gedaan op specialistische hulp, blijft de contactpersoon van WIJeindhoven het traject en de interventie volgen. WIJeindhoven is het voertuig waarlangs in de stad de transformatie van het sociale domein gaat verlopen. Dat heeft betekenis voor alle zorgorganisaties in de stad. Ook BJZ zal zich daarmee moeten verhouden. Ferry staat stil bij de onderhandelingen in 2014 tussen de gemeente Eindhoven en Bureau Jeugdzorg. Op uitvoerend niveau was er veel vertrouwen in de werkers van BJZ. Maar bestuurlijk was er sprake van een diepgeworteld wantrouwen in de lei-
De inrichting van de jeugdhulp is ook voor gemeenten een voortdurend zoekproces. Ambtelijk was er aanvankelijk nog maar weinig kennis van jeugdzorg of jeugdbescherming. Daarbij moet ook in het oog worden gehouden dat gemeenten ook een eigen bestuurlijke werkelijkheid kennen, waaraan voldaan moet worden. Ferry constateert dat ambtenaren en bestuurders zich eerst de betekenis van de decentralisaties in termen van verantwoordelijkheden en taken eigen hebben gemaakt. Hij ziet nu de inhoudelijke kennis en belangstelling snel toenemen. De ontwikkeltafels waarin gemeenten en instellingen met elkaar spreken, gaan gelukkig al lang over meer dan contracten en tarieven. Vanuit zijn oude vak begrijpt Ferry dat het voor een provinciaal werkende organisatie als BJZ heel complex is als er zo veel uiteenlopende opvattingen bij de 66 Brabantse gemeenten bestaan. Het gesprek daarover is niet gemakkelijk, de grote Brabantse gemeenten zetten zich er wel voor in wat meer uniformiteit te bewerkstelligen. Ook
het punt van de toenemende eisen aan verantwoording baart hem zorgen, zeker als elke gemeente daar zijn eigen systemen voor gaat hanteren. Ferry geeft aan dat SAVE BJZ behulpzaam kan zijn bij de verdere ontwikkeling van de aansluiting bij de lokale generalistenteams: “Verbinden op de inhoud werkt goed. Sluit echter wel goed aan bij hetgeen er op gebied van veiligheid al regionaal of stedelijk is ontwikkeld. Doe je dit niet, dan kan dat een afbreukrisico met zich meebrengen.” De opgaven voor BJZ zijn helder: zorg dat je een uitstekende JB- enJR-organisatie bent en een betrokken samenwerkingspartner. Hij ziet ook een rol voor BJZ in het debat over de toenemende regels. “Gemeenten beseffen ook wel dat het belangrijker is dat kinderen goed beschermd worden dan dat het protocol wordt gevolgd. Je kunt het herstelde bestuurlijk vertrouwen daar inmiddels heus wel op inzetten.”
24
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
ZORGAANBIEDER
“WE GAAN IN DE TOEKOMST ANDERE VORMEN VAN HULP NODIG HEBBEN DIE WE NU NOG NIET KENNEN.” Lian Smits
+ Lian Smits is bestuurder van zorgaanbieder Stichting Kompaan en De Bocht
Lian Smits is bestuur van Kompaan en De Bocht, een organisatie voor jeugdhulp en vrouwenopvang in Midden-Brabant. De kerncompetenties van de organisatie richten zich op veiligheid en ontwikkeling. In het verleden was zij onder meer regiodirecteur van de Raad voor de Kinderbescherming. Kompaan en De Bocht streeft ernaar professionele en effectieve hulp te leveren en dat op een respectvolle wijze te doen. Het kernwoord daarbij is zelfredzaamheid. De hulpvraag is leidend en niet de grenzen van de organisatie. Het leveren van hulp gebeurt actief en wordt in allerlei verbanden geboden. Kompaan en De Bocht wil samen met haar maatschappelijke partners investeren in functionele samenwerking en verantwoordelijkheid in het belang van cliënten. De organisatie gelooft daarbij sterk in teams op maat van de problematiek en in geïntegreerde samenwerking en aansturing. Dat is ook de kern van de presentatie van Lian. Zij maakt zich grote zorgen over de wijze waarop in een aantal regio’s de invulling van de gedecentraliseerde jeugdzorg vorm krijgt. Lian heeft een duidelijke opvatting over de wijze waarop een optimale aanpak van problemen rondom veiligheid en ontwikkeling voor kinderen, vrouwen en gezinnen vorm moet krijgen. Daarin past een uitgesproken inhoudelijke ambitie, een organisatievorm die dat mogelijk maakt en een arrangement dat gemeenten ontzorgt. Lian poneert de stelling dat er nauwelijks ouders zijn die het niet goed willen doen voor hun kinderen. “Maar ze doen het soms wel erg stom”. Lian gelooft in het fenomeen wijkteams, maar dan wel wijkteams die kunnen beschikken over de juiste expertise. Die kennis moet betrekking hebben op alle vraagstukken die ‘aan de voorkant’ kunnen spelen. En we weten al heel veel. Gemeentelijke monitors, wetenschappelijke kennis, bekend-
26
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
“WE HEBBEN NOG EEN WERELD TE WINNEN: EEN OPTIMALE AANPAK VAN PROBLEMEN RONDOM VEILIGHEID EN ONTWIKKELING (HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING) VOOR JEUGD, VROUWEN EN GEZINNEN.” Lian Smits
heid bij hulpverlening en politie hebben al lang het inzicht gegeven dat je snel gespecialiseerde kennis moet inzetten. En dat is in gedwongen kader niet anders dan in vrijwillig kader. Lian is er een sterk voorstander van om specialisten van haar eigen organisatie, van BJZ, van de GGZ en de LVG aan de voorkant in te zetten. Maar dan niet als specialisten uit de tweedelijn, maar als teamleden van het voorkantteam, dat gezamenlijk werkt aan nieuwe kennisontwikkeling aan de voorkant. Dat is effectiever en uiteindelijk ook efficiënter dan het escalatiemodel waarbij een generalist eerst aan de slag gaat om uiteindelijk later, met grotere problemen, bij de specialist terecht te moeten komen. En natuurlijk passen daar de uitgangspunten van eigen kracht en verantwoordelijkheid uitstekend bij. Zij spreekt beeldend over ‘een mandje’ waar je de snel de benodigde kennis uit kunt halen. Zij ziet het wijkteam meer als een ‘anderhalfde lijn’. Maar de praktijk is nog volop in ontwikke-
ling. Zij pleit voor transorganisatorische teams, waarin de kennis vanuit verschillende organisaties in één team worden gebundeld. Op maat van de bekende problematiek en met verantwoordelijkheid voor de wijk, de school etcetera waar dat team werkt. Veilig Thuis wordt vanaf 2016 een zelfstandige stichting. Het voornemen is dat er sprake is van een personele unie van bestuur en Raad van Toezicht met Kompaan en de Bocht. Lian heeft er alle vertrouwen in dat de huidige samenwerking met BJZ voor VT in een ‘joint venture’ een evenwichtige basis is voor de volgende fase naar een zelfstandige stichting. Lian ziet in de jeugdbescherming een sterke en noodzakelijke partner. Verbinden van vrijwillig en gedwongen kader kan heel effectief werken. Bovendien past de kennis en attitude van jeugdbeschermers goed bij de doortastende werkwijze die zij voor ogen heeft.
Om over na te denken: quotes van Lian Smits: “Waarom zijn wij er? Wij doen alles om de kans op een veilig en zelfstandig leven te vergroten.” “We hebben nog een wereld te winnen: een optimale aanpak van problemen rondom veiligheid en ontwikkeling (huiselijk geweld en kindermishandeling) voor jeugd, vrouwen en gezinnen.” “Ik heb nog geen ouders gezien die het niet goed willen doen. Ze doen het soms wel heel stom, maar dat is wat anders dan dat ze het niet goed willen doen.” “Aan de voorkant moet je mensen hebben die signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld herkennen. Daar moet je onderscheidend in zijn.” “Je moet wijkteams organiseren op maat van de bekende problematiek.” “Maak werkplannen per wijk en per school en zet daar harde parameters in.” “Hulp moet erop gericht zijn om kinderen op hun eigen huiselijke locatie te laten blijven. Je maakt de problematiek erger door ze uit huis te plaatsen. Een vader (als hij de dreiging veroorzaakt) kan soms ook weg.” “We gaan in de toekomst andere vormen van hulp nodig hebben die we nu nog niet kennen.” “Als je echt droomt over samenwerken in de wijken, de krachten bundelen, laat je dan niet beperken door organisatorische dingen.” “Instellingen moeten zich fundamenteel herschikken naar de opdracht die er ligt, daar ben ik echt van overtuigd.” “Ik vind het wel spannend dat je elke dag problemen tegenkomt in de praktijk die je best wel op kan lossen, maar die kaders daaromheen zijn veel starder dan de werkers in het veld. Je moet de flexibiliteit, dekking en commitment hebben. Rugdekking is essentieel.”
28
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
WAT HEB JE UIT DEZE DAG GEHAALD?
“WE MOETEN GOED STILSTAAN BIJ DE EIGEN KERNWAARDES EN DIE VOORAL DOORLEVEN.” Judith Kuijpers
+ Judith Kuijpers (teammanager Veilig Thuis Brabant zuidoost) “Ik verwacht dat er een heldere, scherpere visie wordt ontwikkeld voor Bureau Jeugdzorg en vooral Veilig Thuis. Ik heb inspiratie opgedaan en me soms verbaasd. Out of the box-denken en je dienstverlenend opstellen, dat zat nog niet in deze organisaties ingebakken. Het wordt wel echt tijd voor die stappen. Verder moeten we goed stilstaan bij de eigen kernwaardes en die vooral doorleven. Als je dat diepgeworteld hebt zitten dan kun je naar buiten laten zien waar je voor staat en wie je bent. Ik merk dat medewerkers daar ook behoefte aan hebben en er aan toe zijn. Wij moeten met onze expertise op een goede manier aansluiten op de lokale teams op het moment dat het noodzakelijk is.
30
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
+ Durk Kooistra (bestuurder BJZ) “Naast de hectiek van alledag, die hevig is in onze organisatie, wilde ik even rust en ruimte om na te denken over wie we zijn, en wie we willen zijn. Ik vind dat we geweldige sprekers hebben gehad. Een Paul Frissen die ons echt wakker geschud heeft over de valkuilen die er zijn tussen onze instellingen en de lokale overheid. Dat we daar vooral zelfbewust als professionals vorm aan moeten geven, vond ik prachtig. Ik was ook erg blij met de presentatie van Ferry, omdat hij er blijk van gaf dat de positionering van Bureau Jeugdzorg in de afgelopen periode ten goede is gekeerd. Dat we weer als gesprekspartner volop in beeld zijn. De derde spreker vond ik ontzettend inspirerend vanuit het belang van de klant; het vergt moed om de bereidheid te tonen jezelf en je organisatie overbodig te maken. Kortom, een rijke oogst! De vervolgstappen zijn dat we op grond van vandaag keuzes moeten maken over wie we willen zijn en wat we willen uitdragen. We moeten concrete vormen zoeken, stappen zetten en afspraken maken dat we onomkeerbaar de goede richting ingaan. We maken geen strategie voor de bureaula, maar een strategie voor het echte leven.�
“WE MAKEN GEEN STRATEGIE VOOR DE BUREAULA, MAAR VOOR HET ECHTE LEVEN.” Durk Kooistra
32
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
STRA
DIT WE
Negen speer
ATEGISCHE BIJEENKOMST 18 SEPTEMBER
T IS WAAR WIJ IN 2016 ERK VAN MAKEN.
rpunten
Veiligheid, daar gaat het ons om. Wij bieden Jeugdbescherming (JB) en Jeugdreclassering (JR) van een excellente kwaliteit. Daar hebben onze cliënten recht op. Naast onze vertrouwde activiteiten als JB en JR ontwikkelen wij Veilig Thuis (VT). Dat doen we in een deel van de provincie onder de vleugels van onze eigen organisatie en in een ander deel in samenwerking met collega-instellingen. Er nu al zijn voor de cliënten terwijl wij nog bouwen aan de organisatie en een daarin passende manier van werken, dat is de opgave waarvoor wij staan. Daarom willen wij, zo snel als verantwoord, afscheid nemen van het verscherpt toezicht door de inspectie. Wij willen via het voorlopige naar het definitieve certificaat van het Keurmerkinstituut. Omdat er anderen zijn die daarover beslissen kunnen wij in onze actielijst nog geen datum noemen. Aan het einde van dit jaar willen wij daarin helderheid verschaffen. Wij zullen extra deskundigheid en capaciteit inzetten om ervoor te zorgen dat Veilig Thuis per 1 januari
aanstaande staat als een huis. Samen met wijkteams Medewerkers van onze organisatie werken op dit moment al samen met de teams in de dorpen en de steden. De komende maanden willen wij ons nader beraden hoe wij onze expertise over veiligheid beschikbaar kunnen stellen aan deze teams. Onze huidige activiteiten hebben wat ongemakkelijke benamingen, zoals ‘drang’ of ‘het preventief justitieel kader’; termen die schaduwen vooruit werpen van mogelijk onaangename maatregelen. Wij kiezen voor een andere benaming. Wij willen onze expertise over veiligheid en huiselijk geweld, en van kinderen en jeugdigen, hun ouders of verzorgers, beschikbaar stellen aan teams in dorpen en in steden. De komende maanden gaan wij met gemeenten en wijkteams in gesprek om van hen te horen wat hun vragen en wensen zijn. Om na te gaan hoe zij gebruik willen maken van onze expertise van veiligheid. In de komende weken zullen wij in een vijftal miniconferenties een eerste verkenning
34
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
doen. Een goed gesprek vraagt tijd en die willen wij daarvoor nemen, maar wij realiseren ons ook de actualiteit en urgentie van deze samenwerking. Aan het einde van het jaar willen wij minimaal vijf pilots hebben benoemd, in elk gemeentelijk samenwerkingsgebied één. De komende weken werken wij aan een document op welke verschillende manieren wij onze expertise van veiligheid beschikbaar kunnen stellen aan de wijkteams. Een praatpapier voor partners. SAVE als basis van ons werk De samenwerking met de wijkteams vraagt een andere manier van werken. Wij hebben daarvoor SAVE geadopteerd. Deze benadering is ontwikkeld en in de praktijk gebracht bij enkele collega’s in het land. Het woord SAVE geldt voorlopig als werktitel, totdat er een meer eigen woord voor gevonden is. Het mooie van SAVE is dat het niet de eerdere methodische ontwikkelingen bij Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant neersabelt, maar er eerder op voortbouwt. SAVE als een paraplu voor reeds bestaande en nader te ontwikkelen methoden. SAVE een opgelegd pandoer? Natuurlijk niet, het is onze inzet voor de dialoog met gemeenten, wijkteams en ketenpartners. Omdat SAVE een andere manier van werken is, ook voor JB, JR en VT, zullen wij in november een programmaplan presenteren hoe wij SAVE implementeren. Wij nemen hierbij de opbrengst van de miniconferenties mee. De implementatie is niet het omdraaien van een knop. Het is een traject van wat langere adem, omdat het een andere manier van werken vraagt en een daarop afgestemde cultuur. Wij zullen daarbij royaal putten uit grote kennis van de geestelijk vader van
dit gedachtegoed, Adviesbureau Van Montfoort, en ook van de ervaringen van collega’s in den lande met SAVE. Het is onze bedoeling in een provinciale conferentie in november dit programma te presenteren. De speciaal daarvoor aangetrokken programmamanager wordt toegevoegd aan de directieraad van onze organisatie om zo optimale condities te kunnen creëren voor een succesvolle implementatie. Bereikbaarheid Wij zijn voor onze cliënten en samenwerkingspartners altijd bereikbaar via een bereikbaarheidsdienst. Dat kan op een effectievere manier dan de bestaande. Wij zijn in die dienst bereikbaar voor meldingen van een onveilige situatie, adviesvragen en crisismeldingen. Bij een crisis maken wij een inschatting over de veiligheid. Als het nodig is zijn wij binnen twee uur op de crisisplek. Daar gaan wij in gesprek en beoordelen wat nodig is voor de cliënt. Dat kan bijvoorbeeld zijn het stoppen van het geweld of het inschakelen van de juiste zorg. Deze bereikbaarheidsdienst voor alle cliënten in Oost-Brabant gaan wij binnen Veilig Thuis vormgeven. De organisatie zal de komende maanden nader vorm krijgen, met 1 januari als streefdatum. In de komende maanden zal de organisatorische inbedding van de bereikbaarheidsdienst in West-Brabant ook nader worden vormgegeven. Zelfbewuste professionals Onze professionals maken het verschil. Goed opgeleide, gemotiveerde mensen die zich op basis van hun deskundigheid inzetten om de eigen kracht van mensen vitaal te maken. Die hun
36
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
verantwoordelijkheid in grote mate autonoom waarmaken. De organisatie is de uitvalsbasis voor de professionals, biedt hen opleidingen, adequate methoden van werken, inspiratie en ook rugdekking als dat nodig is. Wij zullen de bestaande competentieprofielen de komende maanden evalueren – in dialoog tussen medewerkers en leidinggevenden. Nieuwe manieren van werken vragen ook andere competenties. Om inzicht te krijgen in de nieuwe gevraagde competenties zullen wij in de komende maanden te rade gaan bij collega’s die ervaring hebben in het werken met SAVE. Ook gaan we in gesprek met mensen uit wijkteams waarmee wij nu al samenwerken. Bovendien zullen wij ons oor te luisteren leggen bij cliënten en hen bevragen wat zij van onze medewerkers verwachten. In het eerste kwartaal 2016 zullen de nieuwe competentieprofielen vorm kunnen krijgen. Aan het einde van het jaar organiseren wij een inspiratiebijeenkomst voor alle medewerkers. Om terug te blikken op een turbulent jaar, kennis te nemen van SAVE als nieuwe werkwijze en verbinding aan te gaan op de gezamenlijke ambitie. Financieel gezond Tot vorig jaar ontvingen wij subsidie van de provincie en dat leverde een vrij stabiele financiële situatie op. Voor de jaren 2015 en 2016 zijn afspraken met de gemeenten gemaakt over een vast bedrag. Halverwege 2016 zullen nieuwe afspraken gemaakt worden voor het jaar 2017. Zeker is dat dan uitgegaan wordt van het zogenoemde PxQ-beginsel. De gemeente stelt dan het bedrag voor Bureau Jeugdzorg NoordBrabant beschikbaar op basis van een vastgestelde prijs per activiteit
maal het aantal cliënten dat van deze activiteit gebruik maakt. Onze organisatie heeft daarbij te maken met twee problemen. Al in dit jaar komen er veel minder cliënten dan wij hebben begroot. Voor dit jaar zal dat ongeveer 12 procent zijn en de verwachting is, gelet op landelijke ervaringen, dat die daling ook volgend jaar doorzet. Daar komt nog bij dat onze kostprijs te hoog is gelet op de landelijke normen. In bedrijfseconomische taal: onze productie daalt en de personele capaciteit moet daarmee in evenwicht worden gebracht. Bovendien zijn wij te duur. Wij komen nog deze maand met een voorstel om de personele capaciteit in lijn te brengen met de productie. Daarbij zullen wij ook onze overhead kritisch bezien. Ook zullen wij nog deze maand subsidie aanvragen bij de Transitie Autoriteit Jeugdzorg waarmee wij bijvoorbeeld onze hoge huisvestingslasten kunnen bestrijden en daarmee onze kostprijs verlagen. In de begroting 2016 zullen wij flexibiliteit moeten inbouwen om de te verwachten daling van onze productie te kunnen opvangen. Nieuwe, toekomstbestendige organisatievormen In het afgelopen jaar is duidelijkheid ontstaan over de organisatie van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. De gemeenten hebben ermee ingestemd dat onze gecertificeerde instelling één organisatie blijft voor de gehele provincie. Dat is van toepassing op de vertrouwde activiteiten JB en JR. Het samenwerken met de wijkteams in de gemeenten vraagt nieuwe organisatievormen. Het belang van samenhangende zorg voor onze cliënten prevaleert daarbij boven het instellingsbelang. Samenwerken met partners over de grenzen
van instellingen heen, betekent verlies van eerdere autonomie. Een zoektocht die wij met een open mind aanvangen. De teams van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant gaan gebiedsgericht werken, zoals in de werkwijze SAVE wordt bedoeld. De eerste stap zal zijn dat per 1 oktober aanstaande ieder lokaal wijkteam een contactpersoon heeft bij onze organisatie. Begin 2016 starten wij vijf pilots, in ieder gebied van samenwerkende gemeenten ĂŠĂŠn, waarbij wij ervaring opdoen met de wijkteams. Onze inzet is in de begroting 2017 uit te gaan van gebiedsgerichte budgetten.
Verantwoording op basis van waarden en cijfers Met onze opdrachtgevers maken wij afspraken over de prestaties die wij zullen leveren tegen welke prijs. Wij verantwoorden ons vanzelfsprekend over de prestaties die in de praktijk daadwerkelijk geleverd worden. Kwaliteit en kwantiteit. Wij maken de resultaten op de afgesproken prestatie-indicatoren zichtbaar. Wij willen ons niet beperken tot deze systeemgerichte harde prestatieindicatoren. Eenzijdige nadruk op de systeemwereld van onze organisatie ontneemt het zicht op de bedoeling
38
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
“WIJ ZIJN ER VOOR VEILIGHEID EN ONTWIKKELING EN DAAR GAAT HET OM.” Brigitte Koene (teammanager Roosendaal.
van ons werk. Wij willen ook met elkaar in gesprek over gezamenlijk gedragen waarden. Een dialoog over deze waarden brengt ons dichter bij de leefwereld van onze cliënten en wat zij echt nodig hebben om verder te kunnen. In de komende maanden zullen wij in dialoog gaan over de waarden van ons werk en de concretisering daarvan met elkaar, leden van wijkteams en gemeentelijke opdrachtgevers. In de offerte voor het jaar 2017 zullen wij de waarden in ons werk expliciteren en afspraken maken over hoe wij ons daarover bij de kwartaalrapportages zullen verantwoorden. Een nieuwe reputatie: minder pretentie, meer ambitie De crisis waarin onze organisatie dit jaar is beland heeft ook kansen geboden. Wij hebben ervan geleerd en door gezamenlijke inspanning zijn wij er beter van geworden. Wat wij ervan geleerd hebben en op welke manier wij beter zijn geworden willen wij de komende maanden uitdragen. Daarmee beginnen wij bij de miniconferenties in september en daarna in de provinciale conferentie eind 2015. Wij staan voor onze kernwaarden: wij zijn duidelijk, respectvol, open en professioneel. Wij willen professioneel zelfvertrouwen tonen en weer trots
zijn op onze organisatie. Wij spelen op innovatieve wijze in op de vraag van onze opdrachtgevers. Dat doen wij samen met onze netwerkpartners. Wij kijken wat onze medewerkers daarbij nodig hebben. Zo werken wij aan de veiligheid en ontwikkeling van onze cliënten, zoals Robin, aansluitend op hun behoeften en mogelijkheden.
MINDER PRETENTIE, MEER AMBITIE. EEN NIEUWE REPUTATIE DIENSTBAAR AAN DE VEILIGHEID VAN DE CLIËNT
40
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
“HET GAAT NIET OM DE MAATREGEL, MAAR OVER HET OPLOSSEN VAN DE PROBLEMEN.” Kees Swaanen (regiodirecteur Midden / West)
+ Kees Swaanen (regiodirecteur Midden / West) “Ik verwacht een stukje inspiratie op te doen vandaag, maar ook een stukje te ontspannen en naar de mogelijkheden te kijken. We hebben een geijkt pad en denken in dezelfde kaders en perspectieven. We hebben prikkels nodig, niets menselijks is ons vreemd. Paul Frissen vind ik erg inspirerend; hij legt de vinger op de zere plek en geeft duidelijk aan wat niet werkt. Frissen is kritisch in zijn observaties en ziet alles in maatschappelijke context. De grote vraag is: hoe komt het dat we het tij niet kunnen keren tot nu toe? Vandaag is een fijne mogelijkheid om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken. Ik merk dat de mensen hier op andere inzichten worden gebracht. De breedte van de sprekers, uit de wetenschap, gemeente en het werkveld, is te prijzen. Het geeft richting, nog los van de invulling. Morgen willen we weten wat we willen zijn, hoe we dat uitdragen en hoe we laten zien dat we dat waard zijn. Dat gaat lukken, daar zijn we zelf bij, wij zijn het instrument. Het blijft een heel bijzonder werkveld.”
+ Simon Smeulders (OR BJZ) “Hopelijk maakt deze organisatie een nieuw begin aan het opnieuw opbouwen van het fundament. We zijn afgedwaald. Er ligt veel kennis en er zijn veel mogelijkheden, maar waar begin je met bouwen? Het fundament is deels overwoekerd. Ik denk dat we een nieuwe visie moeten opstellen, waaraan we alle stukken die we als OR moet beoordelen kunnen toetsen. In de sprekers vandaag zit een mooie opbouw: Frissen is cynisch en kritisch, Van der Brûle gaf aan dat er weer kans is en Lian Smits wist haar droom mooi uit te leggen, waarbij ze ook goed wist te verwoorden dat het een droom is. Als OR hebben we behoefte aan een visie. Zonder visie kun je geen competentiemodel schrijven, niet goed opleiden en dus ook niet het werk dusdanig goed doen als je zou willen. Als er een basis is voor de visie, is aan ons de uitdaging om daar consequent aan vast te houden en deze te ontwikkelen.”
42
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
BIJEENKOMST STRATEGISCH BELEID 17 / 18 SEPTEMBER
COLOFON Met dank aan: Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Oude Vlijmenseweg 112 5223GS Den Bosch w: www.jeugdzorg-nb.nl Ton Horn (extern adviseur) Intern BJZ: Durk Kooistra (bestuurder) Gerlinde Paas (regiodirecteur Oost) Kees Swaanen (regiodirecteur Midden / West) Jos van Tilburg (manager HR) Edwin Vissers (teammanager JB/JR Noordoost) Mabel Bross (teammanager SEZ Zuidoost) Judith Kuijpers (teammanager VT Zuidoost) Brigitte van Bragt (teammanager Midden) Brigitte Koene (teammanager West) Mathi Schipper (teammanager West) Tomas van den Boom (bestuurssecretaris a.i.) Janneke van Happen (kwaliteitsbeleid) Kris van Weegberg (beleidsadviseur) Ingrid van Gool (beleidsadviseur) Liesbeth Hendriks (beleidsadviseur) Joris Hoogelander (beleidsadviseur) Paul Megens (beleidsadviseur) Theo Dhuyvetter (programmamanager SAVE) Monika Kooij (communicatieadviseur) Marina Perry (OR) Simon Smulders (OR) Kloosterhotel ZIN Vught (lokatie) Tineke Meirink, illustratie omslag & pagina 3