31 minute read

LOFLIED OP DE LENTE

Next Article
SHOPPING

SHOPPING

Het is lente!

Gooi de ramen open Laat de wereld binnen De winter geeft zich over De lente kan beginnen

Advertisement

Stef Bos, zanger en acteur

Linkerpagina: tulpen in de Keukenhof, Lisse. Boven: de Zaanse Schans.

Boven: schapen op Texel. Rechterpagina: molen bij Kinderdijk.

Te loopen in het jonge lentelicht, dat nu elken dag langer openbloeit, naar de steilte te heffen het gezicht, daarheen waar hoog, eenzaam een vogel roeit,

of maar naar den top van den populier, waarin de merel zijn avondlied zingt, lied, waar al het geluksverlange’ in klinkt, dat nu rumoert door mensch en dier, -

zoo te loopen, vaak vol bekommering over de wereld, het duistre gebeur

in haar; kleine, nietige enkeling vol zwakheid en vol twijfel en getreur,

en dan op eens, vol moed weer en vol drang te helpe’ en ook nog soms, vol lentezang.

Henriette Roland Holst, dichteres (1869-1952)

Uit liefde voor de kunst

De directeuren van vier particuliere musea aan het woord

Helene Kröller-Müller, Henri van Abbe, Frans Boijmans en Daniël George van Beuningen: je zou haast vergeten dat veel (grote) musea hun bestaan te danken hebben aan particuliere verzamelaars. Deze vier musea zijn nog niet zo lang geleden voortgekomen uit de verzamelwoede van gedreven kunstliefhebbers: MORE, LAM, Voorlinden en No Hero.

Tekst Fabian Takx

Museum MORE Een geschenk aan de Achterhoek

Museum MORE in Gorssel en Kasteel Ruurlo (in Ruurlo) zijn een cadeau van miljonair Hans Melchers aan de Achterhoek, zijn geliefde woonstreek. Artistiek directeur Ype Koopmans verklaart het succes van het museum.

Toen Museum MORE in Gorssel in 2015 openging, zullen weinigen hebben vermoed dat het zo’n publieksmagneet zou worden. Sinds in 2017 ook nevenlocatie Kasteel Ruurlo de deuren opende, trekken beide locaties samen zo’n 240.000 bezoekers per jaar (MORE 150.000 en Ruurlo 90.000). “Alleen al het kasteel trekt net zoveel bezoekers als het Van Abbemuseum”, stelt artistiek directeur Ype Koopmans (65) tevreden vast. De bezoekers komen maar voor ruim een kwart uit Gelderland, want liefhebbers uit heel Nederland maken er graag een cultureel dagje uit van. Dat komt mede door de groeiende belangstelling voor het Modern Realisme, zoals Koopmans de focus van de collectie en de tijdelijke exposities omschrijft. “Maar de naam MORE staat natuurlijk ook voor ‘meer’ in het Engels. Magisch Realisme is te beperkt, we hebben ook veel werken uit de Nieuwe Zakelijkheid en verzamelen ook hedendaags realisme.” De nadruk ligt in MORE tot dusver wel op figuratieve schilderkunst uit de eerste helft van de 20ste eeuw, met bekende namen als Pyke Koch, Raoul Hynckes, Charley Toorop, Dick Ket, Wim Schuhmacher en Carel Willink. Het museum bezit ook de grootste collectie van het werk van Jan Mankes. De tweede locatie, het 14de-eeuwse Kasteel Ruurlo, is bijna uitsluitend gereserveerd voor Carel Willink, van wie MORE ook de grootste verzameling van Nederland heeft. Het faillissement van de DSB Bank bleek in 2008 het fundament

© Eva Broekema

voor dit geschenk van Melchers. Dirk Scheringa had onder de vlag van DSB een grote bedrijfscollectie opgebouwd die Melchers, voormalig directeur van chemisch concern Melchemie, kon overnemen in 2012. Koopmans: “Andere musea wilden alleen aan cherry picking doen, dus een paar topstukken overnemen. Toen dacht de Deutsche Bank, die inmiddels door de schuldeisers was ingeschakeld, eraan de collectie te laten veilen. Hans Melchers heeft zich toen bereid verklaard het Nederlandse deel van de collectie, zo’n 1300 werken, over te nemen.” Daarna speurde de nieuwe eigenaar naar een geschikte locatie, en vond die in het vroegere gemeentehuis van Gorssel, >

Museumdirecteur Ype Koopmans; luchtfoto van Kasteel Ruurlo. 'Stilleven met appel' door Pyke Koch, ca. 1945, collectie MORE.

dat stamt uit 1914. De aanbouw uit de jaren tachtig werd gesloopt en door Hans van Heeswijk Architecten vervangen door lichte moderne museumzalen die volgens Koopmans zeer in de smaak vallen. “Overigens dacht Melchers eerst aan Kasteel Ruurlo, want dat kende hij al uit zijn jeugd”, vertelt Koopmans. “Hij wilde het kasteel al heel lang hebben en het stond ook al heel lang leeg, maar dat was niet groot genoeg voor de hele collectie.” Architect Van Heeswijk heeft later ook aan het door Verlaan & Bouwstra gerestaureerde kasteel een glazen entree en een loopbrug toegevoegd. Dat het nu is gewijd aan het werk van Carel Willink, is geen toeval. “De heer Melchers had al een aantal werken van hem, hij kende hem zelfs, dus die affiniteit is er al lang.” Beschouwt Koopmans Willink zelf als een groot kunstenaar? De museumdirecteur omzeilt een direct antwoord diplomatiek. “In de jaren zestig en zeventig zag men Willink een beetje als de personificatie van de kitsch, maar in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw waren mensen als Willink en Pyke Koch dé kunstenaars. Toen kon je een Mondriaan kopen voor 200 gulden, terwijl voor Willink soms wel 10.000 gulden werd betaald. En nu zijn er ook veel jonge kunstenaars door hem geïnspireerd, en het realisme is ook helemaal terug. Het werk van bijvoorbeeld Erwin Olaf is ondenkbaar zonder de kunst van de jaren twintig en dertig.” Koopmans stelde eerder bij Museum Arnhem als curator al realistische kunst uit het interbellum tentoon. MORE blijft altijd op zoek naar nieuwe aanwinsten, zegt hij. “De collectie geeft nog altijd niet een beeld van het hele modern realisme, er zijn nog steeds grote hiaten.” En is de stichter van het museum daar ook bij betrokken? “Als we een werk op het oog hebben, overleggen we altijd eerst met Hans Melchers, want het is zijn verzameling. Soms gaat het om een prijzig topstuk, maar laatst hebben we ook voor 300 euro een schilderij van Jan Ouwersloot gekocht op Catawiki.” Naast de vaste collectie willen MORE en Kasteel Ruurlo steeds iets nieuws bieden. Zoals ‘Nieuwe Kaders’, een expositie over schilderkunst, fotografie en film uit de jaren 1920-1940, en natuurlijk de veelbesproken expositie van Bob Ross. “Die is bij toeval ontstaan. Iemand had een hele zolder vol met werk van zijn oom en noemde dat ‘Bob Ross’, om aan te geven dat hij het niks vond. Maar een heel grote groep mensen ziet dat niet zo, of ze bekijken het tongue in cheek. Wij hebben Bob Ross Incorporated in Virginia benaderd en een veertigtal werken in bruikleen gekregen. Die stellen we op schildersezels tentoon, met uiteraard filmpjes van zijn lessen erbij, en als je bij een ezel staat krijg je een ‘geluidsdouche’. Dan hoor je het zalvende stemgeluid van Ross of het borstelen van een kwast.” �

• Museum MORE, Hoofdstraat 28, Gorssel. museummore.nl • Kasteel Ruurlo, Vordenseweg 2, Ruurlo. museummore-kasteelruurlo.nl

'Gemberpot met dopheide', Jan Mankes, 1916, collectie MORE.

Tentoonstelling ‘Nieuwe Kaders’.

Zaal in Museum MORE in Gorssel.

© Eva Broekema

© Eva Broekema

LAM Kunst om op te eten

Het LAM (Lisser Art Museum) is geheel gewijd aan de kunst van het eten en alles wat daarbij komt kijken. Niet onlogisch voor een particulier museum dat is opgericht door leden van een bekende supermarktfamilie. Directeur Sietske van Zanten geeft een virtuele rondleiding.

Jan van den Broek leidde tot 2015 de supermarktketen die is vernoemd naar zijn vader Dirk, maar daarnaast is hij een groot liefhebber van kunst en cultuur. Samen met zijn zonen richtte hij de VandenBroek Foundation op, waaruit onder meer het op ‘food’ gerichte museum op het landgoed van Kasteel Keukenhof in Lisse voortkwam. In de lente van 2019 ging het open. In een passende omgeving, want eens lagen hier de landerijen vanwaar de keuken van Jacoba van Beieren voorzien werd van hout en culinaire lekkernijen. Oprichter Van den Broek schuwt de publiciteit, dus neemt Sietske van Zanten de honneurs waar. De 44-jarige kunsthistorica is al vanaf 2012 bij het museum betrokken. In overleg met het stichtingsbestuur bepaalt zij met haar team het aankoop- en tentoonstellingsbeleid. In het museum draait alles om het ervaren van food art, kunstwerken die iets te maken hebben met voedsel en consumptie. Voor sluikreclame hoef je niet bang te zijn. “Er zijn wel een paar werken die te maken hebben met supermarkten, maar je hebt niet het gevoel dat je in een Dirk loopt. Toch was er in eerste instantie wel een knipoog naar de inrichting van een supermarkt, want we begonnen met groente en fruit en eindigden met zoete guilty pleasures. Maar die associatie was alleen voor de geoefende kijker duidelijk. Nu hebben we telkens wisselende presentaties. Dat zorgt ervoor dat we ook onze eigen verbeelding continu blijven prikkelen.” De collectie beslaat nu zo’n vier- à vijfhonderd kunstwerken en is heel breed en divers, van werk van internationale topkunstenaars tot net afgestudeerd talent. “Voor elk wat wils, waarbij we ons vooral tot de niet-geoefende kijker van alle leeftijden richten >

© Bibi Veth

Directeur Sietske van Zanten van het LAM.

“Er was een knipoog naar de inrichting van een supermarkt, want we begonnen met groente en fruit en eindigden met zoetigheid”

of tot de fervente museumbezoeker die zin heeft in iets nieuws.” De bloemenexpositie van De Keukenhof ligt ook op het 230 hectare grote landgoed, tegenover het museum. Maar al trekt die in normale tijden een miljoen bezoekers uit de hele wereld, hij is maar zes weken per jaar te zien. De meeste bezoekers combineren een wandeling door de romantische landschapstuin en een blik op het 17de-eeuwse kasteel De Keukenhof met een stop in restaurant de Hofboerderij, de kinderboerderij of de speeltuin. Architect Arie Korbee van KVDK Architecten heeft een even markant als eigentijds bakstenen museumgebouw ‘in herfstbladerenpalet’ neergezet dat opgaat in het landschap. Achter de glazen gevel op de begane grond ben je je altijd bewust van het groen om je heen. Ervoor ook, want hij spiegelt de omgeving. Het vele hout vergroot het idee dat je in de natuur bent. Het LAM is ook vanwege de manier van exposeren uniek. Zo zul je op de drie verdiepingen geen verklarende tekstbordjes aantreffen met informatie over de maker en het kunstwerk. In de zalen bevinden zich geen suppoosten maar ‘kijkcoaches’, die in gesprek gaan met de bezoekers. Van Zanten: “Ze onderzoeken samen met het publiek de verhalen achter ieder werk. Ze zeggen: ga gewoon kijken en vertel me wat je ziet. Dat werkt heel verfrissend en inspirerend, want je kijkt zo veel intensiever. Taco Dibbits van het Rijksmuseum zei: ‘Ik heb nog nooit zo naar kunst gekeken.’ Onze coaches hebben meestal geen kunsthistorische achtergrond, er is een middelbare scholier van zestien bij, maar ook een vrouw van zestig. Voor hen is het ook een ontdekkingstocht. Iedereen vindt dat leuk, ook kinderen genieten er erg van.” En als iemand toch achtergrondinformatie wil kan hij terecht op een website die alleen in het museum te bezoeken is. Dan kan hij zich verdiepen in het ruige schilderij ‘Life never Sweet like a Chocolate Vanilla’ van Raquel van Haver of ‘A Glass of Fruit’, een bewegend onderwaterstilleven van Alejandro Almanza Pereda. De grootste trekker is het ‘Food Chain Project’ van Itamar Gilboa, een Nederlands-Israëlische kunstenaar die bij wijze van bewustwordingsproject een jaar lang een culinair dagboek bijhield. Alles wat hij at en dronk zette hij om in 7000 beeldjes van wit porselein. De opbrengst van het werk ging deels naar de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Omdat er in deze tijd geen bezoek binnen mag, is het LAM de ‘kijktelefoon’ gestart. “Dat is een een-op-een telefoongesprek van 15 à 20 minuten met een kijkcoach over een of twee kunstwerken. Je krijgt ze dus niet te zien. Voor beide partijen is dat een ontzettend leuke energieboost. Mensen bellen in van over de hele wereld, dus we blijven het ook na corona doen.” De nu 75-jarige Jan van den Broek wil niet in de openbaarheid, maar is des te meer betrokken bij het museum. “Er gaat geen dag voorbij dat hij niet aan de kunst en groeimogelijkheden voor het museum denkt.” �

• LAM, Keukenhof 14, Lisse. lamlisse.nl, Instagram: @lam_museum

© Ronald Tilleman

© Bibi Veth

© Bibi Veth

“Kijkcoaches onderzoeken samen met het publiek de verhalen achter ieder werk. Ze zeggen: ga gewoon kijken en vertel me wat je ziet”

Boven: bezoekers bij werk van Renzo Martens in het LAM; links daarvan: 'Life never Sweet like a Chocolate Vanilla' van Raquel van Haver.

Museum Voorlinden

“Ieder werk is ons even lief”

Suzanne Swarts is directeur van Museum Voorlinden in Wassenaar, dat ontstond uit de passie voor kunst van ondernemer Joop van Caldenborgh. In de vijf jaar van zijn bestaan is het particuliere museum uitgegroeid tot een publiekslieveling.

Hoeveel kunstwerken de collectie Voorlinden inmiddels telt weet Suzanne Swarts (42) niet precies. Duizenden in elk geval. Joop van Caldenborgh, voormalig eigenaar van chemisch bedrijf Caldic, verzamelt al zestig jaar en blijft hongerig naar nieuwe ontdekkingen. Hoeveel bezoekers het museum in normale tijden ontvangt, vertelt ze niet. Een particulier museum is ook niet verplicht daar openheid over te verschaffen. Wat is het geheim van het succes? Wie het museum op landgoed Voorlinden bezoekt, wordt blij verrast. De eerste keer door de omvang en de kwaliteit van de verzameling, die spectaculaire werken biedt van kunstenaars van naam én van relatief onbekende kunstenaars. Zoals het reusachtige stalen labyrint van Richard Serra waar je doorheen kunt lopen of het zwembad zonder water waar je in kunt afdalen van de Argentijn Leandro Erlich. En er is altijd wat nieuws te zien, want Swarts en haar team zorgen voor wisselende tentoonstellingen met prikkelende titels, zoals ‘Full Moon’ of ‘Rendez-Vous’. Het is ‘belevingskunst’ die je bijblijft en van Voorlinden ‘het meest Instagrammable museum van Nederland’ maakt. Het strakke, open gebouw van Kraaijvanger Architecten biedt bovendien maximaal uitzicht op het landgoed en de steeds veranderende landschapstuin van Piet Oudolf, zodat je een ‘totaalbeleving’ van kunst, natuur en architectuur ondergaat. Ondanks de pittige entreeprijs komen veel bezoekers er meerdere keren per jaar naartoe. Swarts studeerde aan de kunstacademie en deed ook een studie kunstgeschiedenis. Daarna kwam ze een catalogus tegen van een tentoonstelling in Boijmans Van Beuningen van kunst uit de Caldic Collectie. “Daar hingen al mijn grote helden: Damien Hirst, Jan Schoonhoven, Piero Manzoni, Lucio Fontana, noem maar op. Werk dat je zelden of nooit in andere musea in Nederland te zien kreeg.” Na een open sollicitatie werd ze aangenomen. Daarna reisde ze >

Bezoekers worden blij verrast, bijvoorbeeld door het reusachtige stalen labyrint of het zwembad zonder water

Links: 'Swimming-Pool' van Leandro Erlich; Linkerpagina: Museum Voorlinden; boven: Suzanne Swarts.

de wereld over om de vestigingen van Caldic te voorzien van kunst uit de collectie en nieuw werk aan te werven. Al dan niet in samenspraak met Van Caldenborgh, die nog altijd nauw betrokken is bij het museum. Rond 2012 zag ze het idee van een particulier museum bij hem rijpen. “In het begin zei hij nog: een eigen museum, ik moet er niet aan denken! Maar toen hij was teruggetreden uit zijn bedrijf en meer tijd had voor zijn passie, zei hij op een dag: wat moet er nu met mijn kunst gebeuren als ik er niet meer ben? Hij kon het schenken aan een museum, met als risico dat het ergens in een depot zou verdwijnen. Het zou ook kunnen worden geveild, waardoor de hele verzameling uit elkaar zou vallen. En als hij het aan zijn kinderen zou schenken, wat zouden zij er dan mee doen? Toen besloot hij dat er een apart gebouw voor moest komen, waar iedereen van zijn verzameling zou kunnen genieten. En als je dan twee ambitieuze types als hij en ik bij elkaar zet, moet er ook van alles bij, een winkel, een restauratieatelier, een bibliotheek...” Wat uitmondde in de aankoop van een landgoed van veertig hectare waar eens de directeur van Shell woonde. Diens landhuis herbergt nu het museumrestaurant en de kantoren. Iedereen kan dwalen door de romantische tuinen met waterpartijen die zijn aangelegd door beroemde tuinarchitecten als Zocher en Springer of een wandeling maken door het bos of de duinen. Weliswaar opereren Van Caldenborgh en Swarts onafhankelijk van elkaar, ze overleggen ook iedere maand over hun nieuwe aankopen. “We hebben een gedeelde smaak. Een goed kunstwerk ontdekken is als liefde op het eerste gezicht, we voelen meteen dat het goed zit. En ieder werk is ons even lief. Laatst waren we op atelierbezoek bij Robert Zandvliet en kozen unaniem dezelfde schilderijen uit, terwijl alles waanzinnig goed was. Het gaat ons om de intrinsieke visuele kracht van een werk. Het moet je verleiden. We willen dat iedereen ervan kan genieten, ook zonder het verhaal erachter te kennen. Het kan een schilderij van de Haagse School zijn of een hedendaagse installatie, als het je maar raakt.” Vandaar ook de titel ‘Listen to your Eyes’, de expositie ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Van Caldenborgh. Hij kreeg een bijna onmogelijke opgave van Swarts: kies je favorieten. “Op een gegeven moment zei hij: Suzanne, ik heb mijn selectie gemaakt! Dat bleken vierhonderd werken te zijn, terwijl we er maar veertig konden laten zien.” Onder de titel ‘Kunst in het kort’ vertelt Swarts in korte filmpjes op de website van het museum telkens over een kunstwerk. “Zo kunnen we onze vaste volgers toch nog wat bieden, maar we hopen natuurlijk wel dat we snel weer helemaal open kunnen. We hebben de inkomsten als particulier museum natuurlijk hard nodig, maar we missen vooral de bezoekers.” �

• Museum Voorlinden, Buurtweg 90, Wassenaar. voorlinden.nl

'Skyspace' van James Turrell.

'Open Ended' van Richard Serra.

© Antoine van Kaam

© Antoine van Kaam

Museum No Hero

“Wij willen mensen laten genieten van kunst”

Geert Steinmeijer (66) is oprichter van Museum No Hero in het Twentse Delden. Met ‘Vijf eeuwen kunst uit vijf werelddelen’, want Steinmeijer verzamelt zowel oude als hedendaagse kunst. Een verzamelwoede die de basis vormt van verrassende tentoonstellingen.

Steinmeijer is onder meer directeur-eigenaar van Hartman, een merk tuinmeubilair dat je over de hele wereld tegenkomt. “Ja, ik werk nog volop. Een jaar of tien geleden heb ik geprobeerd te stoppen, maar dat is me heel slecht bevallen. Wakker worden zonder idee van wat je die dag moet gaan doen, dat is niks voor mij.” Sterker nog, na die periode van nietsdoen kreeg hij een hartaanval. Maar dat was niet de wake-upcall om zelf een museum te beginnen. “Ik organiseerde al exposities van mijn kunst met Rijksmuseum Twenthe, maar die samenwerking werd in 2012 niet voortgezet. Een jaar of twee later dacht ik: ik wil toch iets doen met onze collectie. Toen zijn we eens gaan rondkijken en vonden dit charmante gebouw, dat al een paar jaar leegstond.” Steinmeijer spreekt regelmatig over ‘wij’ en ‘onze’, omdat hij ‘ik’ te aanmatigend vindt klinken. Het museum opende in april 2018 de deuren van de vroegere rentmeesterij van het nabijgelegen kasteel Twickel. Een monument uit 1725 dat van binnen grondig is gerenoveerd door Jan des Bouvrie. Ook het museumrestaurant, met uitzicht op een fraaie beeldentuin in Franse stijl, is door de vorig jaar >

© Carlo ter Ellen DTCT

Geert Steinmeijer in Museum No Hero.

Het museum is gevestigd in de vroegere rentmeesterij van kasteel Twickel en van binnen grondig gerenoveerd door Jan des Bouvrie

overleden interieurontwerper met verve onder handen genomen. Sterrenchef Lars van Galen uit Hengelo heeft geadviseerd bij de samenstelling van de menukaart. Steinmeijer is niet “met kunst boven het bed geboren”, vertelt hij. Hij heeft veel opgestoken van Des Bouvrie en Frans Molenaar, die hij als financieel adviseur bijstond. Met Molenaar heeft hij ook veel gereisd, onder meer naar Japan. De couturier en de designer hebben hem “een ander ijsje laten eten”: zij hebben hem smaak bijgebracht, het gevoel voor de betekenis van mooie dingen. Kunst kan de geest verruimen en je een geluksgevoel geven, heeft Steinmeijer ervaren. De missie van Museum No Hero is dan ook ‘geluk faciliteren’. Waarom heet het museum eigenlijk niet het Geert Steinmeijer Museum? “Nee, dat zou niks voor ons zijn. Ik heb in 2007 de No Hero Foundation opgericht. In die tijd werd er in interviews door veel verzamelaars nogal prat gegaan op hun verdiensten, maar wij willen alleen maar mensen laten genieten van kunst. Dus op een avond dacht ik, met een glaasje wijn erbij: geen heldendom, No Hero.” Is het museum dan niet bedoeld om zijn naam te laten voortbestaan? “Nee, ik heb twee prachtige dochters, die zorgen daar wel voor.” Hoewel hij zich in de loop der jaren tot kenner heeft ontwikkeld en zich ook regelmatig laat adviseren door experts, blijft kunst verzamelen voor hem vooral een gevoelskwestie. “Ik heb het nooit als investering gezien. Het gaat erom dat ik het mooi vind en er met heel mijn ziel en zaligheid achter sta. Maar ik ben daar wel wispelturig in. Ik ben niet zo iemand die al dertig jaar alleen maar Karel Appel koopt. Ineens kan ik gegrepen worden door kunst uit een andere periode of stroming. Voor 2002 kocht ik vooral Hollandse kunst, maar daarna had ik genoeg van Jan Sluijters en Leo Gestel, ik vond het ineens te veel plaatjes, en toen richtte ik me vooral op Amerikaanse abstracte kunst. Maar ik kreeg ook belangstelling voor Hollandse en Vlaamse meesters uit de late Middeleeuwen en hedendaagse Chinese kunst. Zo is het steeds weer wat anders.” Zijn ‘boetiekmuseum’ is maar kleinschalig, haast hij zich te zeggen. Het telt negen zalen, waarin ongeveer twintig procent van zijn collectie te zien is, in steeds wisselende samenstelling. Daarbij werkt No Hero – toch weer – samen met Rijksmuseum Twenthe, maar het museum maakt ook gebruik van bruiklenen van anderen. Dat levert thematische exposities op, van de eerste over de schilders van de Duitse Nieuwe Wilden (‘Ich bin ein Berliner’) tot een expositie over couturier Yves St. Laurent of ‘Twentse helden’ als Jan Cremer (“een onderschatte kunstenaar, hij heeft met name in de jaren vijftig en zestig prachtig werk gemaakt”). Op het moment van spreken loopt ‘Damien Hirst, George Michael & Friends’, werk uit de collectie van George Michael. De zanger was een groot liefhebber van Britse jonge kunst vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw. Steinmeijer heeft een deel van diens verzameling overgenomen. Maar de expositie is momenteel niet te zien en de lockdown blijft maar duren. Voor zichzelf vindt de stichter van het museum dat minder een ramp dan voor zijn medewerkers. “Hobby’s kosten nu eenmaal geld”, merkt hij laconiek op. “Maar als er helemaal niemand naar binnen mag of maar dertig mensen per dag, dat werkt niet. In de goede tijd, dus voor de crisis, hadden we zo’n 600 bezoekers per week. Ik vind het vooral heel erg voor de vrijwilligers. Onvoorstelbaar, hoeveel die mensen bereid zijn voor het museum te doen. Zij hebben me ervan overtuigd om na de coronacrisis met volle kracht door te gaan.” �

© Marieke Dijkhof

• Museum No Hero, Hengelosestraat 2/4, Delden. museumnohero.nl

Vooraanzicht van No Hero: Linkerpagina: de hal van het museum; onder: ‘Gitana' van Leo Gestel; 'Ins and outs' van Michael Raedecker.

“Wij willen alleen maar mensen laten genieten van kunst. Dus op een avond dacht ik, met een glaasje wijn erbij, geen heldendom, No Hero”

De gevelstenen van AMSTERDAM

In de Middeleeuwen vervingen van steen gemaakte reliëfs de toen gebruikelijke uithangborden aan de façades van Amsterdamse huizen. De zogenaamde gevelstenen namen in de nauwe steegjes simpelweg minder ruimte in beslag. Met behulp van een plattegrond kun je een wandeling maken langs de mooiste exemplaren. Een aangename ontdekkingstocht.

Tekst Onno Boers foto’s Pancras van der Vlist

DE MEEREMIN

Een op traditionele wijze afgebeelde meermin: met spiegel en kam wordt het fabelwezen vaak gebruikt als symbool voor ijdelheid. • Singel 421, achterkant Handboogstraat

DE BOER

De datering van gevelstenen is in de meeste gevallen niet eenvoudig. Wel kun je aan de afbeeldingen goed zien dat het landleven in de stad van toen een belangrijke rol speelde. Op een van de grootste gevelstenen van Amsterdam (110 x 75 cm) is dan ook een boer te zien. De spreuk ‘Alle zeegen komt van booven’ getuigt van godsvertrouwen. • Nieuwendijk 20, hoek Smaksteeg

DE TVRFVVLSTER

Op de nabijgelegen Turf- markt vulden vrouwen manden met turf, die daarna verkocht werden. • Turfdragerspad

INDE VERKEERDE POT, ANNO 1707

Er zijn ook wel morele verzoeken op gevelstenen te vinden. De subtiele waarschuwing het geld niet in de ‘verkeerde pot’ te bewaren is wellicht ook een oproep tot spaarzaamheid. • Rokin 17, hoek Nadorsteeg >

HET PACHVYS VAN DE GOVWE WAGEN

Het grote, brede pakhuis stond in 1656 direct aan het open water van de haven. Het is niet bekend waar de afbeelding van ‘Het Pachvys van de Govwe Wagen’ precies op doelt. • Korte Prinsengracht 16

GEVELSTEEN MET MELKMEISJE

Melkmeisjes, zoals er hier een te zien is, vulden vroeger dagelijks hun kannen op de melkmarkt, om vervolgens met hun verse waar langs de huizen te trekken. • Zeedijk 19, hoek Oudezijds Kolk

TWYNWIEL

Een ‘twijnwiel’ is geen spinnewiel. Met een spinnewiel wordt van wol een draad gesponnen, terwijl het twijnwiel meerdere draden tot garen weeft. • Madelievenstraat 5

INT VLYGENDE KALF

Hoewel duidelijk een vliegend paard te zien is, wordt hier over een ‘vliegend kalf’ gesproken. Het is niet duidelijk waarom. Wel kun je leren bundels zien, die staan of liggen. • Spuistraat 53

DE LINDT WINCKEL

Het interieur van een winkel voor stoffen en fournituren midden 17de eeuw. Opvallend is dat er een man achter de balie staat. • Rozenstraat 13-15

D VLUGHT VAN EGIPTEN

Naast de scheepvaart zijn ook bijbelse onderwerpen populair. ‘De vlucht uit Egypte’ verwijst in dit geval naar de vlucht van de protestanten voor de katholieke Spanjaarden, die 1585 de zuidelijke Nederlanden veroverden. • Nieuwezijds Voorburgwal 29

NOOYT VOLMAAKT 1759

Meubelmaker Andries Tenck verwijst met de woorden ‘Nooyt volmaakt’ waarschijnlijk met gevoel voor humor naar het feit dat hij nooit aan de wensen van zijn klanten kan voldoen. Het zou ook een teken van bescheidenheid kunnen zijn. • Brouwersgracht 52

D STAT WESEL

In de buurt van het hoofdkwartier van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) vond je vroeger nogal wat herbergen voor matrozen. Veel van die onderkomens droegen de namen van de steden waar de matrozen vandaan kwamen. Een groot aantal was toen afkomstig uit Duitsland – en blijkbaar ook uit het stadje Wesel. • Monnikenstraat 19

GEVELSTEEN MET STAANDE VISSER

Een beroepsgroep die je vaker tegenkomt op gevelstenen: vissers. Hier staand met vis en haak. De glazen roemer (wijnglas) verwijst naar een kroeg waar vissers zeer welkom waren. • Kloveniersburgwal 62

T SCHIP CHINA

Deze afbeelding is gebaseerd op een gravure uit de 17de eeuw en laat zien hoe nauw de banden tussen stad en scheepvaart waren. De China werd in 1676 in Amsterdam in opdracht van de VOC gebouwd en ondernam tal van expedities naar de koloniën in ‘De Oost’. • Buiten Brouwersstraat 20

GEVELSTEEN MET SCHRIJVENDE HAND

Een typische verwijzing naar een beroep wederom. In de 17de en 18de eeuw namen schrijvers het schrijfwerk van eenvoudige onopgeleide mensen over. De kroon op de ganzenveer wijst erop dat het hier om een meester in het vak gaat. • Egelantiersstraat 52

DE SWARTE MVELE

Ook figuratieve toespelingen op de eigennaam kwamen veel voor. In 1609 liet Cornelis Meulen deze gevelsteen met de afbeelding van een zwarte korenmolen aanbrengen. De houten bovenbouw kon naar de gunstigste windrichting worden gedraaid. • Waterlooplein 3-11 Onno Boers is secretaris van de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen. Op de website vind je een uitgebreid register met de Amsterdamse gevelstenen. • gevelstenenvanamsterdam.nl.

PUZ ZEL & WIN

© Studio Steenhuis, steenhuispuzzels.nl

WAT MOET U DOEN? Vul de puzzel in. Breng daarna de letters uit de gekleurde vakjes over naar de balk onder het diagram. Als u de letters in de juiste volgorde zet (eerst de horizontale lettercombinaties, dan de verticale), leest u een typisch Nederlandse uitdrukking. OPLOSSING VORIGE PUZZEL: Verandering van spys doet eten.

HORIZONTAAL

1. + 7. Dierenattractie in Arnhem 9. Geloofsrichting 11. Zweedse hitmachine 14. Huidplooi 15. Talkshow 17. Zachte kaas 19. Eerder dan verwacht 21. Mannetjesinsect 22. Lokkertje 23. Hard schot 25. Dierenattractie in Harderwijk 29. Kweekplaats 31. Boerenterrein 32. __1, talkshow 33. Metaal 34. Amerikaanse competitie 35. Moerassig naaldwoud 36. Stopkleur 38. Persoonlijkheid 39. IJshut 41. Zwart goedje 42. Tussen jan en mrt 44. Discipline 46. Dorp bij Breugel 47. __ you! 49. Schuiver 50. Goedkeuren 53. + 54. Dierenattractie in Scheveningen 56. Door Monique van de Ven gespeelde dokter 57. Duwtje 59. Medicijn 60. Binnenschip 61. Commissie 62. Uit slapen 64. Amoureuze aandacht 66. Spaanse uitroep 68. In oprichting 69. Provincie 71. Modieus 72. Stroomt door Amersfoort 73. Dorp in de Noordoostpolder 75. Vlaams televisieblad 77. Nelissen of Van de Velde 79. 130 __/u 80. Jessica __, actrice 83. Droogvloer 84. Meer dan wenselijk 85. Dierenattractie in Amsterdam 86. Herder van Piet Prins of boef in Pipo de Clown 88. + 89. Dierenattractie in Hilvarenbeek 90. Jenever

Maak kans op set theedoeken ‘De Zaanse Schans’ t.w.v. E20

Trash & Treasures, gevestigd op de Zaanse Schans, kwam met het idee om textielontwerpster Mariëtte Wolbert te vragen een theedoek te ontwerpen met het thema ‘De Zaanse Schans’. Zij ontwierp deze set theedoeken met Zaanse iconen: je herkent houtzaagmolen de Poelenburg, de strepen zijn de planken van de houten huizen en een rijtje typerende panden van de Zaanse Schans is verwerkt in de kleurige rand van de theedoek. De theedoek combineert zo oud-Hollandse motieven met een modern dessin en is een fraaie ode aan het Zaanse landschap. Formaat theedoeken 65 x 65 cm. Voor meer info: www.mariettewolbert.nl

KANS MAKEN OP EEN VAN DE DRIE THEEDOEKENSETS?

Vul dan de oplossing en uw gegevens in bij mail & win op

www.hollandsgloriemagazine.nl.

Deze actie loopt tot 30 april 2021. Na afloop krijgt de winnaar bericht. Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.

VERTICAAL

1. Dierenattractie in Rotterdam 2. Tranentrekker 3. Braziliaanse munt 4. Provinciaal bestuur 5. Rubidium 6. Vierdeursauto 7. Wilde plant 8. Versloeg McCain 9. Bordspel 10. www.nairobi.__ 11. Wordt veel gerookt in Volendam 12. Ontplooiing 13. Dierenattractie in Alphen 16. Halmtop 18. Egyptische god 20. In vorm 24. Hevig 26. Grootje 27. Franse badplaats 28. Duitse onderzeeër 30. Omslagdoek 37. Lichaamsholtes 38. Het dak gaat __ 39. Inval 40. Beulswerk 42. IJzer 43. Hemelverschijnsel 45. Cowboyshow 46. Knevel 48. Niet alleen 51. Testinstituut 52. Dierenattractie in Apeldoorn 53. Toon 54. Computernetwerk 55. Dierenattractie op Texel 58. Franse kathedraalstad 59. Gebied in India en Pakistan 60. Beelden __ Zee, Schevenings museum 63. Pinda 65. Talkshow 67. Gebruik van andermans spullen 70. www.plopsaland.__ 74. Hit van 11 horizontaal 76. Sportorganisatie 78. __ de Jong, Nederlandse regisseur 79. Vrouwtjesolifant 81. Liter 82. __ Brother 85. Zeldzame bloedgroep 87. Landelijk evenement

Straatmanieren

Reinildis van Ditzhuyzen

is historica, publiciste en etiquettedeskundige. Ze herschreef Amy Groskamp-ten Haves standaardwerk ‘Hoe hoort het eigenlijk?’ waarvan onlangs de 42ste druk verscheen. Het nieuwste straatvuil is het mondkapje. Ik zie het her en der liggen, op de stoep, in een park, op de weg. Hoe kan dat? Men verliest zijn mondkapje toch niet zomaar? Toch hoort het kapje inmiddels tot ons gebruikelijke zwerfvuil, naast bijvoorbeeld boterhamzakjes, lege blikjes of wat dan ook. Men gooit het floep! op de stoep, op straat, in bos of park. Lekker makkelijk. Vaak genoeg staat vlakbij weliswaar een prullenbak, maar daar moet ik weer extra naar toe lopen, denkt de gooier kennelijk. De vuilnisdienst ruimt het wel op. Ik erger me aan dit zelfzuchtige gedrag en spreek die gooiers er soms op aan. Een van de smoezen is dan dat de prullenbak vol is – terwijl enkele tientallen meters verder een andere prullenbak staat. Ook ergerlijk is het gedrag van mensen die waar het verplicht is weigeren een mondkapje op te doen. ‘Dat maak ik zelf wel uit’, vinden zij. En als iemand er iets van zegt, de conducteur van een trein bijvoorbeeld, dan hebben ze meteen een grote mond. Ja, enkele weigeraars gingen zelfs op de vuist met een buschauffeur of een winkelbediende. Er is meer eigenwijs gedrag in openbare ruimtes. Zo zie ik geregeld jongeren chillen in een park of een plantsoen met naast zich een flinke versterker waaruit keiharde muziek komt. Ze denken niet aan de overlast die ze met hun boem-boem-muziek veroorzaken. Terwijl – ik herhaal het maar weer eens – regel één van de etiquette luidt: Houd rekening met elkaar. In de trein zie ik vaak hoe reizigers hun voeten op de bank ertegenover leggen. Meestal zeg ik er iets van, niet bestraffend – want dat komt agressief over, en dan schiet ik mogelijk mijn doel voorbij – maar oplossingsgericht. Ik geef ze dan een krant en zeg dat ze die onder hun voeten kunnen leggen, zodat de bank niet vies wordt. Meestal kijken zij mij totaal verbluft aan, maar ze doen het wél – vaak met een schaapachtig gezicht. Dan is er het parkeren van mijn fiets bij een winkel, bedrijf of iets dergelijks. Daarvoor hebben wij de o zo handige ‘fietsnietjes’ oftewel fietsleunhekken of fietsaanleunbeugels bedacht. U kent ze vast en zeker. Ik heb geen auto, fiets dus altijd en overal en maak er graag gebruik van. Maar helaas zijn vaak alle in gebruik – en wel door onnadenkend parkeren. Veel mensen zetten hun fiets namelijk precies in het midden van twee nietjes op de standaard. Aangezien hun fiets-opstandaard kennelijk geen nietje nodig heeft, nemen zij zo geheel onnodig tegelijk twee fietsparkeerplaatsen in beslag. Helaas kan ik mijn fiets niet op de standaard zetten, want hij is te zwaar en valt dan om. Dus ik moet vrijwel elke dag meermaals een dubbel geparkeerde fiets opzij zetten om mijn fiets te kunnen stallen. Beste fietsers, denk eens na als u uw fiets wil parkeren! Ten slotte: het valt mij op dat steeds meer mensen die ik niet ken – bijvoorbeeld personeel van winkels, bedrijven, officiële instanties en zakelijke relaties – mij zowel mondeling als schriftelijk ongevraagd

tutoyeren. Zo krijg ik geregeld mails met vragen over (vooral) koningshuizen en etiquette, die onbekommerd met ‘Beste’ of ‘Hallo Reinildis’ beginnen, en verder in de jij-vorm gaan. Ik reageer steevast met u, want ik ken die vragenstellers niet. Ik ben benieuwd wat u, lezer, vindt van het sterk toegenomen ‘je’ en ‘jij’ zeggen? �

Luìs Monteiro, Iris Apfel (2016) ©Luìs Monteiro Photography

This article is from: