16 minute read
Het Parijs van Adriaan van Dis
ADRIAAN VAN DIS
Advertisement
Als jongeman verloor Adriaan van Dis zijn hart aan Parijs. Als schrijver keerde hij terug en woonde er zeven jaar. Zijn geliefde metropool bood volop stof voor het schrijven en de herinneringen buitelen dan ook over elkaar heen zodra Van Dis terugdenkt aan die tijd. “De stad wilde dat ik veel over haar schreef. Ze heeft me vier boeken geschonken.”
TEKST & FOTO’S VIVIAN DE GIER & MARC BRESTER/A QUATTRO MANI
Het was er toen al onbetaalbaar, en je moest met weinig genoegen nemen. Maar dat had Adriaan van Dis (74) er graag voor over. Van 2003 tot 2010 woonde hij in Parijs, in een appartementje van 31 vierkante meter in het zesde arrondissement. Daar beleefde hij de wonderlijkste avonturen. Virtueel neemt hij ons mee door ‘zijn’ stad. Want de liefde voor Parijs is altijd gebleven.
Liefde op het eerste gezicht
“Al op mijn achttiende droomde ik ervan in Parijs te wonen. In die tijd kon je op twee manieren liften naar Parijs: met vlees- of visvrachtwagens vanuit Amsterdam of met de grote Citroën CX van ‘De Telegraaf’, die de krant ging brengen, bestemd voor Nederlanders in Frankrijk. De eerste keer ging ik met een visauto, een haringvracht of zo. Ik reisde alleen, want dan raak je makkelijker in gesprek met mensen en kijk je beter om je heen.Het was midden jaren zestig. In Parijs gebeurde van alles op het gebied van kunst en literatuur, en ik vond het allemaal even mooi en spannend. Ik droomde ervan schrijver te worden en had op school geleerd dat schrijvers als Cees Nooteboom, Simon Vinkenoog en Remco Campert er een tijd hadden gewoond. Parijs was in mijn ogen de grote wereld. Die eerste keer sliep ik in een hotel voor toen nog drie gulden vijftig, met z’n zessen op een kamer. Op de spannende vlooienmarkt Marché aux Puces in Saint-Ouen kocht ik een leren jack. Met de blauwe Michelingids in de hand liep ik door de stad alle wandelingen na en zag ik alles wat je moet zien als je voor het eerst in Parijs bent, zoals de beroemde begraafplaats Père-Lachaise. Ik dwaalde wel een uur rond de Place de la Bastille. Waar stond die gevangenis in hemelsnaam? Tot een Parijzenaar me uit de droom hielp: had ik dan niet geleerd dat dat vervloekte gebouw tijdens de revolutie was afgebroken? Gelukkig kon hij me de contouren aanwijzen die met metalen noppen in het plaveisel zijn aangegeven.”
Het zesde
“Ik had al eens voor kortere tijd een appartementje gehuurd in het elfde arrondissement. Maar toen ik besloot ›
voor langere tijd in Parijs te gaan wonen, wilde ik liever een appartement in een wijk waar terrassen waren en waar ik mezelf kon uitlaten in een park. Zo kwam ik in het zesde terecht, bij de Jardin du Luxembourg, in een piepklein studiootje van 31 vierkante meter op de Rue du Cherche-Midi, met restaurants, terrassen en tientallen bioscopen om de hoek. Overdag zat ik in mijn appartementje te schrijven en ’s avonds ging ik naar de bios – ik heb nog een doos vol met oude kaartjes. Het zesde is het Parijs zoals de toerist het zich voorstelt. Waar Nederlanders graag een chocolat chaud gaan drinken voor twaalf euro vijftig, terwijl de Fransen denken: ils sont fous, ze betalen drie keer te veel! Omdat het eten er zo duur was, ging ik vaak eten in andere buurten. Toch was het zesde heel inspirerend. Als je maar op 31 vierkante meter woont, moet je veel naar buiten, anders word je gek. Er was veel vertier en alles was er mooi en schoon. Ook hield ik van de oude, grote eethuizen zoals Café de Flore en Brasserie Lipp, waar beroemde schrijvers en filmsterren kwamen. Daar hing ik graag rond. Toeristen werden naast de toiletten geparkeerd. Maar het hielp als je meteen een glas champagne bestelde – dan dachten ze dat je wat te besteden had. Ik nam altijd de tweede shift, om half tien ’s avonds. En daar zat ik dan vervolgens tot middernacht te kijken naar het théâtre de Paris, met een notitieblokje in de hand. Dolgelukkig was ik.”
Stijl, koste wat het kost
“Wat me het meeste opviel in Parijs was dat iedereen flirt, zelfs oude dames en heren. Iedereen keek naar elkaar. Daarom ging ik me ook beter kleden. En ben ik ook veel afgevallen, omdat ik meer op mijn figuur ging letten. Ik was vijftig en dan gaat het sowieso bergafwaarts met je vlees. Parijs deed me beseffen dat je ijdeler moet worden naarmate je ouder wordt. Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren. Bij onze cultuur hoort dat je niet te veel moet opvallen, dus iedereen loopt in dezelfde grauwe plunje. Maar in Parijs ga je niet in een fladderende joggingbroek met het kruis op de knieën naar buiten. Nee, scheren, naar de kapper, mee-eters uitdrukken, en je goed kleden. En die buik eraf. Parijs is stijlvol, maar het is vooral een decor voor de rijken. Je hebt er de mooiste winkels. Ik woonde bijvoorbeeld gevaarlijk dicht in de buurt van de Le Bon Marché, de duurste winkel van Parijs. Daar heb je dus een fantastische groentewinkel waar je voor zeven euro vijftig drie bloemkooltjes koopt. Ze zijn niet groter dan een piepklein espressokopje, maar zien er wel héél mooi uit. Boven de groente hangt een eeuwige mist zodat alles vers blijft. Uit eten gaan is goedkoper, maar wát een feest om daar op zaterdag de dames in bontjassen te zien die elkaar nog net niet doodmeppen voor een mandje oesters. Alles is er even luxe. En onbetaalbaar.”
Fietsen in Parijs
“Elke avond maakte ik voor het slapengaan dezelfde wandeling, als een ritueel. Van Rue du Cherche-Midi liep ik langs de westkant van Le Jardin du Luxembourg en dan kwam ik bij de École des Mines, de mijnschool, waar ik de inslagen van de granaatscherven aaide. Daarna liep ik naar het standbeeld van maarschalk Michel Ney bij Montparnasse, waar op een plaquette allerlei veldslagen vermeld stonden. Die probeerde ik dan uit mijn hoofd te leren. Ik vervolgde mijn weg via Boulevard du Montparnasse, waar ik na een paar maanden al een paar obers kende en bij de restaurants keek naar de geknevelde kreeften in de aquaria. En dan via Rue de Rennes weer terug naar Cherche-Midi. Na verloop van tijd begon alles wat ik zag een verhaal te worden. Zo wist ik dat de uitgespuwde kauwgumpjes bij Boulevard du Montparnasse van secretaresses waren die in hun pauze een kauwgom kochten. En ik ontmoette Le Chinois, een Chinese dakloze man over wie ik schreef in ‘De wandelaar’. Hij maakte kunstwerken van zijn kartonnen dozen en beweerde dat hij werd achtervolgd. Als Nederlander ging ik de eerste tijd nog op de fiets. Toen ik mijn uitgever Gallimard bezocht, kwam de halve redactie kijken naar mijn rijwiel. Ze vonden het maar raar. Zonder helm en tricot! In de stad stonden overal busjes met politiemannen, want elke zaterdag was er wel een manif of optocht van verontwaardigde mensen – in Frankrijk komen mensen bijeen omwille van de meest wonderbaarlijke thema’s, altijd met veel lawaai en gedoe. Parijs was altijd al een stad voor politieke heethoofden. Links, rechts – de extremen vinden elkaar op straat. Maar die politie hield ook fietsers zoals ik in de gaten. Door rood licht rijden leerde ik al héél snel af. Aan de lopende band werd ik aangehouden, en ik heb zelfs een keer een hele middag op het bureau gezeten. Ik moest naar rechts en er was niemand, dus ik sloeg rechtsaf. Nou, toen wilde de politie toch wel heel graag weten wat ik eigenlijk in Parijs uitspookte, en waarom ik me niet aan de verkeersregels hield. Na drie jaar gaf ik het op en ben ik maar gaan lopen.”
Nachtbraken
“Ik heb in verschillende steden op de wereld gewoond, maar nergens speelde het leven zich tot zo laat af als in Parijs. Als ik werd uitgenodigd bij mijn overburen om te komen eten, werd ik verwacht omstreeks half tien. Dan dronken we eerst een glaasje en gingen we rond tien uur aan tafel, en dan zaten we zomaar tot twee uur ’s nachts te souperen. Of je ging eerst naar een theatervoorstelling en daarna nog met elkaar eten. Nooit ben ik zo laat naar bed gegaan als in de jaren dat ik daar woonde. Vaak ging ik pas rond half drie naar huis. Meestal te voet of soms met een taxi, want metro’s reden er dan niet meer. Hoe mensen dat deden met hun werk, ik heb geen idee – ik moest de volgende dag dan in elk geval wel ’s middags even een dutje doen. Die taxi’s waren een belevenis ›
In De Parijsboeken van Adriaan van Dis zijn de roman ‘De wandelaar’ (2007), de bundel ‘Stadsliefde. Scènes in Parijs’ (2011) en enkele losse verhalen over Parijs bijeengebracht. Verschenen bij AtlasContact, € 17,50. ‘De wandelaar’ is ook uitgekozen als geschenkboek voor de CPNB-campagne Nederland Leest. In november krijgen bezoekers van de LEVEN IN FRANKRIJKbibliotheek dit boek cadeau. 65
op zich. De auto’s waren vaak behoorlijk gammel, maar de chauffeurs machtig interessant. Dan bleek ik ineens in de auto te zitten bij een Baskische vrijheidsstrijder met zo’n scheve pet op z’n kop. Of werd ik naar huis gebracht door de secretaris van de schrijversvereniging uit Kameroen, en zaten we nog een half uur op de parkeerplaats bij mijn huis met elkaar te praten.”
De stad één groot park
“Parijs is een grote stad waar de uitersten samenkomen: stinkrijk en straatarm. Maar waarom is het zo’n mooie stad? Omdat het geld de stad nooit heeft verlaten. Bij ons verdwijnt het naar Wassenaar, Heemstede of andere buitenplaatsen. Maar in Parijs is het geld altijd geïnvesteerd in de stad. Dat zie je ook terug in de tuinen, zoals mijn geliefde uitlaatplek Le Jardin du Luxembourg; de tuin van de Senaat, die dichtgaat als het stormt, want er zou weleens een tak op je hoofd kunnen vallen. En als het sneeuwt, want je zou kunnen uitglijden. Waar een geweldige kwekerij is en de peren, appels en pruimen zodra ze beginnen te groeien in papieren zakjes worden gestopt zodat de bijen er niet van eten. En waar zo’n zestig tuinmannen vast in dienst zijn, die de hele tijd bezig zijn bolle perkjes te maken. Het zijn de tuinen voor de gezeten burgerij; clochards worden geweerd. Op warme dagen zag je deftige dames vechten om een stoel. Ik heb zelfs nog meegemaakt dat je een bonnetje moest kopen om een stoel te huren. Ik kwam er elke dag. Om vijf uur streken mijn vriendin en ik neer op een van de stoeltjes, met een fles wijn, toastjes en allerlei smeersels. Dat mag helemaal niet, maar als we het maar een beetje wegmoffelden in een mooie tas konden we toch lekker borrelen.”
Gesmolten ijsbeer
“De meest extravagante winkel van Parijs is Deyrolle in de Rue du Bac, waar je opgezette dieren kan kopen. Bokken, geiten, ezels, met een broek aan en een schort voor, of met mes en vork in de poten. Ze verkopen er opgezette vlinders en pauwen, slangen en torren. Maar ook giraffes, en zelfs een ijsbeer! Die kostte ‘maar’ zestigduizend euro – ik wilde ’m graag hebben voor aan het voeteneind van mijn bed, om mijn sokken, ondergoed en overhemd voor de volgende dag op te leggen. Naast opgezette dieren verkopen ze ook allerlei andere bijzondere spullen, zoals linkshandige snoeischaren. Ik heb er eens een koperen gietertje gekocht, zo mooi dat je er in plaats van water liever champagne in zou doen. Op een dag ging die prachtige winkel in de fik. De hele buurt liep uit. Iedereen kwam helpen en doneerde geld voor de wederopbouw. Alles werd in oude glorie hersteld. Die ijsbeer was verbrand, maar kennelijk liep er nog eentje rond in Spitsbergen. Bij de heropening stond er gewoon weer een nieuwe.”
Open Monumentendagen
“De leukste dagen van het jaar vond ik de Journées du Patrimoine, de Open Monumentendagen. Dan werd het nationaal erfgoed opengesteld en kon je allerlei gebouwen bezoeken waar je normaal niet in mocht. Zo bezocht ik het kantoor van de Communistische Partij – een nog springlevend relikwie in Frankrijk. Het is een prachtig gebouw ontworpen door de Braziliaanse architect Oscar Niemeyer. Ook kon je de kassen van de Jardin du Luxembourg bezichtigen of de Rubensschilderijen in de Senaat. Die dagen voelde je echt dat dat erfgoed ook van jou is. Maar niet alles wilde ik me eigen maken, merkte ik toen ik eens de kookschool bij mij om de hoek bezocht. Naast koks werden daar obers opgeleid, want dat is nog echt een trots vak in Frankrijk. Op zo'n dag stond er altijd een kilometer lange rij; je kreeg niet alleen een rondleiding maar ook een gratis maaltijd. Ik erheen, en wat denk je dat we kregen: andouillette! Er is één ding dat ik echt niet naar binnen krijg en dat is die naar poep stinkende worst. Gratis of niet, dat gerecht heb ik laten passeren.”
Le Havre-Etretat Uw bestemming in Normandië! Le Havre: een havenstad, jong, modern, gewaagd en open-minded, om te ontdekken en herontdekken. CHARLES LACOSTE, LA MAIN D’OMBRE, 1896, HUILE SUR TOILE, PARIS, MUSÉE D’ORSAY, © RMN-GRAND PALAIS (MUSÉE D’ORSAY) - HERVÉ LEWANDOWSKI © JULIEN_RAHMANI Le Havre Een ideale tussenstop voor zee en cultuur
Een grote variatie aan landschappen, een rijke geschiedenis, een bijzonder erfgoed en meer dan vijftien festivals met allerlei thema’s.
Die thema’s zijn: van de ‘roman policier’ tot dans en van de operettes van Offenbach tot Dixieland-jazz, van wereldmuziek tot klassiek en van het circus tot natuur en tuinen. Ze vinden allemaal plaats tegen een indrukwekkend decor: rotsen, een oude vesting, een kasteelpark of een abdij. Kortom, genoeg te beleven in onze regio.
Zo laat de tentoonstelling ‘Nuits électriques’ in het MuMa (Musée d’Art Moderne André Malraux) zien hoe impressionisten als Monet, Pissarro, Bonnard, Toulouse-Lautrec, Steinlen, Vallotton en Vuillard kunstlicht vertaalden naar hun schilderijen. Vanaf juni kun je ‘Un été au Havre’ beleven, een erg originele manier om de stad met zijn verbazingwekkende en unieke architectuur (Werelderfgoed van de UNESCO) te ontdekken aan de hand van hedendaagse installaties in het hart van de stad. Las een tussenstop in om het appartement van stadsarchitect Auguste Perret te zien, met het design van de jaren vijftig van de vorige eeuw. En drink iets bij café-restaurants als Le Grand Quai of Au Bout du Monde, magische hotspots met zicht op zee. Of kom genieten van de frisse buitenlucht op de rotsen van Etretat, probeer watersporten als paddle, kayak en catamaran of proef het goede van de boerderij: kaas, room, cider, calvados. Ontdek de land-art in de tuinen van Etretat, voordat je een bezoek brengt aan het huis van gentleman-inbreker Arsène Lupin.
©Philippe De Gobert ©Adagp, Paris 2021]
Le Havre: een havenstad, jong, modern, gewaagd en open-minded, om te ontdekken en herontdekken. CHARLES LACOSTE, LA MAIN D’OMBRE, 1896, HUILE SUR TOILE, PARIS, MUSÉE D’ORSAY, © RMN-GRAND PALAIS (MUSÉE D’ORSAY) - HERVÉ LEWANDOWSKI © JULIEN_RAHMANILES JARDINS D‘ÉTRETAT © VINCENT RUSTUEL Le Havre: een havenstad, jong, modern, gewaagd en open-minded, om te ontdekken en herontdekken ©Fabrice Moley © Yanna.Emma.Gela APPARTEMENT TÉMOIN PERRET PLAGE LE HAVRE UP#3 LANG ET © ALEXANDRE RETY - LHENT BAUMANNBARBARASTEPHAN LES JARDINS D‘ÉTRETAT © VINCENT RUSTUEL © BAUMANNBARBARASTEPHAN PLAGE LE HAVRE UP#3 LANG ET BAUMANNBARBARASTEPHAN
Een grote variatie aan landschappen, impressionisten als Monet, Pissarro, Wist je dat dat Le Havre méér is dan een badplaats? Je vraagt je Of kom genieten van de frisse buiteneen rijke geschiedenis, een bijzonder Bonnard, Toulouse-Lautrec, Steinlen, misschien af waar het beton zijn adellijke uitstraling vandaan haalt? lucht op de rotsen van Etretat, probeer droom’) herinnert aan de grote erfgoed en meer dan vijftien festivals met allerlei thema’s. Die thema’s zijn: van de ‘roman poliVallotton en Vuillard kunstlicht vertaalden naar hun schilderijen. Vanaf juni kun je ‘Un été au Havre’ beleven, een erg originele manier om de stad met watersporten als paddle, kayak en catamaran of proef het goede van de boerderij: kaas, room, cider, calvados. Ontdek de land-art in de tuinen van www.lehavretourisme.com/nlEn door welk wonder een vulkaan en een theater samengaan? Misschien wil je meer weten over Claude Monet of hoe de mensen leefden in de jaren vijftig? En waarom deze stad een band heeft ontdekkingsreizen aan het begin van de 19de eeuw, door oude collecties te combineren met hedendaagse creaties. cier’ tot dans en van de operettes van Offenbach tot Dixieland-jazz, van zijn verbazingwekkende en unieke architectuur (Werelderfgoed van de met Australië? Le Havre zal zijn geheimen onthullen! Etretat, voordat je een bezoek brengt aan het huis van gentleman-inbreker Kom onze verjaardagen meevieren! Het is zeventig jaar geleden dat de wereldmuziek tot klassiek en van het LF2020_2_LeHavre.indd 1 UNESCO) te ontdekken aan de hand Arsène Lupin.eerste steen werd gelegd van de kerk 11-02-2020 14:11:49 circus tot natuur en tuinen. Ze vinden allemaal plaats tegen een indrukwekkend decor: rotsen, een oude vesting, De hedendaagsekunstwerken van de openluchttentoonstelling ‘Un Été Au Havre’ zijn overal te van hedendaagse installaties in het hart van de stad. Las een tussenstop in om het appartement van stadsarchitect staal, in de foto’s van de Belgische kunstenaar Philippe de Gobert. Dat levert een heel ander Le Havre op dat je dacht Saint-Joseph, het meesterwerk van Auguste Perret, maar we vieren ook het zestigjarig jubileum van het een kasteelpark of een abdij. Kortom, zien. In het hart van de stad gaan ze de Auguste Perret te zien, met het design te kennen. Je zult verrast worden! MuMa en het Maison de la Culture, genoeg te beleven in onze regio. dialoog aan met architectuur die tot van de jaren vijftig van de vorige eeuw. dat Volcan werd. het Werelderfgoed van Unesco wordt En drink iets bij café-restaurants als Le Havre is een havenstad die verbonden Mis deze kans niet, volg je nieuws-
Zo laat de tentoonstelling ‘Nuits gerekend. Het architecturale DNA van Le Grand Quai of Au Bout du Monde, is met de hele wereld. De expositie gierigheid. Le Havre is een unieke électriques’ in het MuMa (Musée d’Art deze stad zie je terug op de gevels van magische hotspots met zicht op zee. ‘L’Australie au-delà du rêve’ (‘Het tussenstop voor je verdergaat om
Moderne André Malraux) zien hoe het MuMa, het museum van glas en Australië aan de andere kant van de Normandië te ontdekken.