9 minute read
Stille wateren
Wildzwemmen in Stille wateren de Zuid-Franse natuur
De Britse fotograaf Rebecca Marshall woont sinds vijftien jaar in het achterland van de Côte d’Azur. Ze tipt ons haar favoriete ‘geheime’ zwemplekken.
Advertisement
TEKST & FOTO’S REBECCA MARSHALL VERTALING FABIAN TAKX
LE LAC DES ADUS
1,5 uur rijden vanuit Nice + 1,5 uur lopen
Soms moet je behoorlijk veel moeite doen om wild te zwemmen. Bij het Lac des Adus, een Alpenmeer in het mooie Nationaal Park Mercantour, kom je niet zo snel en makkelijk. Ik was er op een van de warmste dagen van het jaar en toen ik eenmaal had geparkeerd op de dichtstbijzijnde plek, leek het steile pad dat door het bos omhoog leidde echt eindeloos. Maar na anderhalf uur liep ik het bos uit en stond ik op de top. Op die hoogte (2300 meter) was de hittegolf aan de Franse Rivièra een heiige herinnering geworden. Ik zoog mijn longen vol frisse berglucht terwijl ik naar het blauwe juweel voor me keek. Om me heen schoten bloemen op in een rebelse kleurenrijkdom, wilde bosbessen beloofden een zoete versnapering aan de oevers van het meer en een paar gemzen waren de enige toeschouwers toen ik me uitkleedde en in het koele water gleed. Soms is een beetje inspanning zeer de moeite waard.
Hoe kom je er?
Ga richting Saint-Martin-Vésubie. Volg de D89 naar Le Boréon en neem de eerste weg links na het meer. Vijf minuten nadat je de gîte d’étape gepasseerd bent, stop je op de parkeerplaats aan de linkerkant. De rood-witte strepen zijn voor de GR52-wandelroute, maar volg in plaats daarvan het pad met de gele strepen, gemarkeerd ‘Lac des Adus’.
RAVIN DE REDEBRAUS
30 min rijden vanuit Nice + kwartier lopen
De man nam de tijd. Terwijl hij hoog op de rotspunt stond, staarde hij een paar minuten in de diepe poel aan zijn voeten. Toen sprong hij naar beneden en brak met een grote plons het heldergroene wateroppervlak. Hij had gelijk voorzichtig te zijn, want zijn lichaam raakte in zittende positie lichtjes het zand op de bodem. Toch ging hij nog een keer naar boven om het opnieuw te doen. “Ik kom hier als ik vrij ben”, vertelde hij me. “Ik woon in Nice, maar daar is het altijd druk. Bij de rivier is het een totaal andere wereld.” De koele, schaduwrijke ‘zwembaden’ van het Ravin de Redebraus zijn er niet alleen voor de roekelozen. Families uit de buurt komen er ook picknicken en baden op lange, warme zomerdagen. Maar deze kleine parel is goed genoeg verstopt om nooit druk te zijn. Mijn vrienden en ik liepen een stuk langs de rivierbedding om verschillende zwemplekken te inspecteren, voordat we onze handdoeken spreidden op de schaduwrijke, met mos overdekte rotsen… Met een fles rosé, een verse baguette, kaas en een watermeloen.
Hoe kom je er?
Rijd naar Touët-de-l'Escarène, 35 minuten ten noorden van Nice, en parkeer op de weg die het dorp uitgaat. Een klein, niet gemarkeerd grindpad daalt af naar rechts en na 5 minuten kom je bij de rivier. Als je het pad 10 minuten stroomopwaarts volgt zie je de zwembassins beneden liggen. ›
CÔTE D’AZUR
LES GORGES DU LOUP & LA CASCADE DE COURMES
45 min rijden vanuit Nice
In de steile vallei van de Gorges du Loup bevinden zich talloze kleine watervallen en rivierbassins. Maar de grootste schat vind je niet beneden in de rivier, maar halverwege de steile rots daarboven: de magische Cascade de Courmes. Toen ik de waterval voor het eerst zag, vond ik hem adembenemend. Na een korte klauterpartij op de rotsmuur langs de weg omhoog stond ik aan de rand van een levendige groene plas, onder een spectaculaire waterval die recht naar beneden stortte van een hoogte van twintig meter. Ik heb gehoord dat de negatieve zuurstofionen een krachtig positief effect hebben op onze gezondheid en energie. Betoverd door een regenboog die de waterstroom doorkruiste en een zwerm vlinders die voor de met mos bedekte rots danste, kreeg ik het gevoel dat dat best eens waar zou kunnen zijn. Ik genoot in elk geval van een verkwikkende ‘douche’ na een dag wandelen in de bergen.
Hoe kom je er?
Vanaf La Colle-sur-Loup neem je de D6 in de richting van Gréolières. Een bergweg naar het gehucht Pont du Loup komt na 3 kilometer door een tunnel. De waterval zit daar net achter, onzichtbaar vanaf de weg, als je aan de rechterkant naar boven gaat. Er is geen parkeerplaats, maar verderop zijn er een paar plekken langs de weg waar je kunt parkeren.
LES GORGES DE CHÂTEAUDOUBLE
35 min rijden vanuit Fréjus + 15 min lopen
Les Gorges du Verdon zijn net zo populair als spectaculair, dus je zult niet de enige zijn die ze bezoekt. Maar de nabijgelegen Gorges de Châteaudouble zijn een ander verhaal. De hoofdweg langs de kloof stortte een paar jaar geleden in een ravijn en is nooit hersteld, waardoor de toegankelijkheid van de toch al wilde zwemplekken nog meer afnam. Ik moest een behoorlijke omweg maken om stroomafwaarts te komen in het slaperige gehucht Rebouillon, om ze vanaf de andere kant te bereiken. Overschaduwd door dramatische rotspartijen perst het heldere, koele water van de rivier de Nartuby zich door een keten van bassins. Volmaakt voor een luie dag tussen de libellen en kurkeiken langs de oevers. Het middeleeuwse dorp Châteaudouble, hoog genesteld op de rotsen, is de moeite waard om aan het eind van de dag neer te strijken voor een drankje of eten. De Cercle St. Martin (opgericht in 1839) serveert ambachtelijk bier op het terras, met een zonsondergang die me de adem benam.
Hoe kom je er?
Neem de D995 in noordelijke richting vanuit Draguignan tot Rebouillon. Houd links aan als je vanaf de weg het dorp inrijdt, dan zie je de parking aan de linkerkant. Ga te voet verder het gehucht in. Een smalle weg aan de linkerkant, net voor de kapel, gaat steil de hoogte in. Dit ongemarkeerde wandelpad komt uit bij een splitsing bij een houten kruis. Neem het pad naar links en wandel 15 minuten langs het beekje boven de rivier, totdat je bij het begin van de bassins komt. ›
LA PLAGE DE LA BASTIDE BLANCHE
15 min rijden vanuit Saint-Tropez + 40 min lopen
De stranden van Zuid-Frankrijk zijn in de zomer al gauw een lappendeken van handdoeken en parasols, zodat het onmogelijk kan lijken om ver van de massa van de Middellandse Zee te genieten. Maar als je bereid bent om van de weg af te wijken, zijn er nog altijd een paar wilde, rustige stranden. La Plage de la Bastide Blanche (ook bekend als ‘Plage de la Briande’) is zo’n zeldzaamheid. Het lieflijke wandelpad langs de kust om er te komen is een genot, en niet alleen mensen komen hier om van de rust te genieten. Zeldzame vogelsoorten als roze flamingo’s worden af en toe gespot op de nabijgelegen Cap Taillat. Wijngaarden lopen af naar de kust en het enige teken van civilisatie is het witte huis waar het strand naar vernoemd is (met een paar bijgebouwen). Toen ik er was, op een vroege morgen in juni, was het lange, gebogen strand helemaal leeg. Die dag kwamen er nog een paar andere mensen bij, maar we hadden allemaal hele lappen wit poederzand voor onszelf.
Hoe kom je er?
Parkeer 5 kilometer ten zuidoosten van Ramatuelle in L’Escalet (de parking aan het eind van Boulevard de la Praya is de dichtstbijzijnde) en neem het wandelpad langs de kust in westelijke richting. Wandel 40 minuten tot je Cap Taillat bereikt. La Plage de la Bastide Blanche ligt daar net achter.
LE PONT DE LA CERISÉ
70 min rijden vanuit Nice + 25 min lopen
De Pont de la Cerisé heeft een legendarische reputatie. Sinds ik vijftien jaar geleden naar Zuid-Frankrijk verhuisde, hoorde ik de naam fluisteren, maar de locals willen de rust van deze relatief onbekende plek koste wat kost beschermen. Toen ik eindelijk de eerste glimp van de middeleeuwse brug opving, begreep ik meteen waarom mensen dit geheim wilden bewaren: het water dat zich door de kalkstenen kloof in de diepte perste was van een adembenemend turkoois, een canyoning-droom. Nadat ik stroomopwaarts was gelopen vanaf de stroomversnellingen (die alleen worden aanbevolen voor de sterkste zwemmers), legde ik mijn handdoek op de zonovergoten rotsen naast de ondiepe poeltjes en deed wat vrienden me hadden aangeraden: een natuurlijke huidbehandeling. Ik schepte klei uit de rivierbedding en bedekte mijn gezicht en hals ermee, daarna ging ik in de zon liggen tot de modder was opgedroogd en begon te scheuren. Ik voelde me een tikkeltje dwaas, maar toen ik het had afgespoeld voelde mijn huid buitengewoon zacht aan!
Hoe kom je er?
Neem vanaf Gilette de D17 naar Roquesteron. Na 4 kilometer gaat een wandelpad door het bos naar beneden, met een houten slagboom die auto’s tegenhoudt (goed opletten, moeilijk te vinden). Een bordje geeft aan dat het pad naar de Pont de la Cerisé gaat. Parkeer langs de weg en wandel 25 minuten over het pad om bij de brug te komen. ›
LE LAC DE SAINT-CASSIEN
40 min rijden vanuit Cannes + half uur lopen
Als je houdt van zoet water en rust en ruimte voor je zwempartij, dan is het Lac de Saint-Cassien jouw plek. Je komt er gemakkelijk vanaf de snelweg en er zijn barretjes en stranden aan de oostoever. Maar het meer is zeven kilometer lang en als je van de gebaande paden afgaat, vind je op de beboste oevers volop mogelijkheden om wild te zwemmen. Je kunt het meer ook verkennen vanaf het water – een van de beste roeiverenigingen van Frankrijk traint hier – maar ik ging gewoon te voet. Ik begon in het natuurreservaat bij de Chemin de Fondurane, waar wilde schildpadden en 175 soorten vogels te vinden zijn, en volgde het pad boven de zuidelijke oever van het meer tot een klein pad me naar beneden naar het water voerde. Er was geen strand, maar een open plek in de schaduw van de bomen was de perfecte plek om mijn badlaken uit te spreiden. Het water was verrassend warm en toen ik ging zwemmen was het enige geluid dat ik hoorde het sporadische gespetter van een opspringende vis.
Hoe kom je er?
Neem afslag 39 vanaf de A8 en de D37 naar Montauroux. De weg gaat in een bocht om het meer heen. Neem na de brug de tweede weg naar links (Chemin du Gabinet) en sla even verderop linksaf naar de Chemin de Fondurane, die naar het gelijknamige natuurreservaat leidt. Parkeer daar en ga te voet verder, tot je de rood-witte strepen kunt volgen van de GR49, die links aanhoudt en het bospad volgt boven de zuidoever van het meer. Na zo’n 30-40 minuten leiden paden naar beneden naar het water.