1 minute read
LANDSCHAP
Een mooie voorzomerdag bij een aanlegsteigertje aan de rand van De Wieden. Je ligt plat op je buik met je ogen zo dicht mogelijk bij het kalme, zwarte water. Vanuit dit perspectief rijzen de elzen aan de overkant op als woudreuzen. Uit het water steken stelen met daarop de meest bizarre bloemen – de gele blaasjeskruiden zijn een soort lantaarntjes en de sierlijke waterviolieren een soort minisparren met bloemen in plaats van naalden. De glimmende bladen van pijlkruid en krabbenscheer liggen als wonderlijke sculpturen op het water, van de leliebladeren fladderen gracieuze juffertjes op, af en toe achterna gezeten door de veel grotere libellen. Het lijkt een vreemde, subtropische planeet. Plotseling begint het water te trillen en bederft een zware schaduw het exotische tafereel. Je kijkt op om te zien welk natuurgeweld de jungle-idylle komt verstoren… Een koe. Nieuwsgierig komt ze even kijken wat er aan de hand is. In een flits ben je met beide benen weer terug in Nederland.
Nergens is de natuur zo exotisch en tegelijkertijd zo Nederlands als in de laagveenmoerassen van het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Stap op een vroege ochtend in een kano en je kunt het oerwoudachtige doolhof van vaarten en stroompjes doorkruisen als ware je op een bootje op de Amazone. De schitterende waterplanten met hun grote bloemen en vette, groene bladeren, het zwaar over het water hangende moerasbos, de sonische muur van vogelzang en de ringslangen in het water dragen hier allemaal aan bij. Tegelijkertijd is dit net zozeer het land van platte landschappen, eindeloze horizonnen, molens, koeien, kaas en grutto’s.
Advertisement
Door internationale ogen bekeken is het laagveen, na de Wadden en estuaria, het landschap dat Nederland het meest typeert. Pas ver in Oost Duitsland vind je natuur die enigszins vergelijkbaar is – enigszins, omdat het Atlantische klimaat en de unieke ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse laagveen, dit gebied een geheel eigen karakter geven. Veel soorten planten en dieren komen ofwel uitsluitend in laagvenen voor, of zijn hier duidelijk in veel grotere aantallen te vinden – Purperreiger, zwarte stern, sprinkhaanzanger, grote vuurvlinder, zilveren maan, slangenwortel – het zijn slechts enkele voorbeelden. Een baaierd aan libellensoorten hebben het zwaartepunt van hun voorkomen in het laagveen.
Nederland heeft een flink aantal schitterende laagveengebieden, waarvan het aangesloten complex van De Weerribben, De Wieden, Rottige Meente, Lindevallei, Easterskar en Oldematen verreweg de grootste is. Kortom, hoog tijd om dit gebied van dichtbij te bekijken.
Boven-Slinge in de Bekendelle (route 25)
Onder: ochtendstemming in De Wieden.
Rechts: overzichtskaart van het gebied. In groen het Nationaal Park Weerribben-Wieden.