12 minute read

Hittestress speelt de rundveehouderij steeds meer parten

Next Article
Agenda

Agenda

Hittestress speelt de rundveehouderij steeds vaker parten

Advertisement

Hittestress speelt de rundveehouderij steeds vaker parten

Op warme en op koude dagen hebben runderen meer moeite om hun lichaamstemperatuur te reguleren. Door de opwarming van de aarde staan koeien en kalveren inmiddels drie maanden per jaar bloot aan het risico op hittestress. De ernst van de omstandigheden wordt nog wel eens onderschat, menen deskundigen.

TEKST TIJMEN VAN ZESSEN

De zomer van 2022 verlaat langzaam ons land. Een zomer die warm was en lang. Voor runderen vormen warme dagen een uitdaging. De optimale omgevingstemperatuur voor volwassen runderen ligt tussen de –5 en 18 graden Celsius. Vanaf 22 graden Celsius kan rundvee al hinder ondervinden van hittestress. Dat gebeurt dan met name bij een hoge luchtvochtigheid (figuur 1). Onder deze omstandigheden hebben koeien steeds meer moeite om hun eigen lichaamstemperatuur te regelen. ‘Koeien creëren veel warmteproductie met hun pens. Die kun je beschouwen als een inwendige kachel. Daarom kan een koe ook relatief goed tegen koude. Maar bij hitte wil een koe die warmteproductie beperken. Ze gaat daarom veel meer drinken en zal minder eten’, legt Geert Hoflack, dierenarts bij farmaceut MSD, uit.

Los water neerzetten

Extra drinken, dat ligt voor de hand zou je zeggen. Toch is dat niet het eerste waar veehouders aan denken als ze verkoeling willen organiseren voor hun dieren. ‘Ventilatoren en het vernevelen van water zijn geschikte middelen om dieren te koelen, maar zorg eerst voor voldoende vers en smakelijk drinkwater. Kuddedieren drinken graag tegelijk, mijn advies is om los water neer te zetten – bijvoorbeeld in een grote bak. Tien centimeter drinkbaklengte per volwassen rund is het streven. Zeker in de groepshokken van meststieren is beschikbaarheid van water een probleem. Vooreerst zijn de debieten bij individuele drinkbakken dikwijls te gering, verder is de kans reëel dat een dominant dier bij hittestress het drinkpunt monopoliseert. Heb je een groep van tien stieren die één sneldrinker delen, dan zal de dominante stier voldoende water drinken om zijn lichaamstemperatuur te reguleren, maar de andere negen niet. Dat kan zeker bij dieren in de afmestfase snel fout gaan’, weet Hoflack. Hij refereert aan de meldingen van dode stieren en kalveren die hij dikwijls binnenkrijgt tijdens periodes van hittestress. Als dieren hun temperatuur niet meer kunnen reguleren, ‘denatureren’ de eiwitten in het lichaam. In veel gevallen was dit te vermijden geweest door voldoende koel (niet koud) water in grote bakken te verstrekken. Volgens Hoflack is dit een sterk onderschat probleem, zeker in de vleesveehouderij, waar het gebruik van grote vlotterdrinkbakken minder ingeburgerd is dan in de melkveehouderij.

Rantsoen aanpassen

Minder ruwvoeder eten is die andere knop waar runderen aan draaien als ze hun lichaamstemperatuur reguleren. Dit doen ze omdat bij de vertering van ruwe celstof

Figuur 1 – Temperature humidity index (THI) voor vleesvee (bron: UNL Beef)

temperatuur (graden Celsius) 38 37 35 34 33 32 3 1 30 29 28 27 25 24 <75 normaal 75-78 alert 79-83 gevaar >84 nood

84 83 81 80 79 78 76 75 74 73 72 70 69 85 84 82 81 80 79 77 76 75 73 72 71 70 86 85 83 82 81 79 78 77 75 74 73 71 70 87 86 85 83 82 80 79 78 76 75 73 72 71 88 87 86 84 83 81 80 78 77 75 74 73 71 90 88 87 85 84 82 81 79 78 76 75 73 72 91 89 88 86 85 83 81 80 78 77 75 74 72 92 90 89 87 85 84 82 81 79 77 76 74 73 93 91 90 88 86 85 83 81 80 78 76 75 73 94 93 91 89 87 86 84 82 80 79 77 76 74 95 94 92 90 88 86 85 83 81 79 78 76 74 97 95 93 91 89 87 86 84 82 80 78 78 75

30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 luchtvochtigheid (%)

De werking van leaky gut

Normaal functionerende darmwand

Indringers zoals virussen, schimmels of bacteriën krijgen geen kans om de bloedbaan binnen te dringen. Darmwand verstoord door leaky gut

Door (hitte)stress beschadigt de beschermlaag langs de darmwand en treden virussen, schimmels en bacteriën binnen.

in de pens veel warmte vrijkomt. Runderen proberen door minder ruwvoer te eten hun warmteproductie te beperken. Dat doen ze omdat ze niet kunnen zweten, waardoor ze hitteproductie zo veel als mogelijk moeten voorkomen. Het is tegelijk een riskante knop, want er is energie nodig voor groei (ook in de baarmoeder) en bij zogende dieren ook voor melkproductie. Tegelijkertijd is er energie nodig voor het immuunsysteem, met name voor jongvee essentieel. Dieren die op stal staan, zijn volgens Hoflack het best te corrigeren door de energiedichtheid van het rantsoen te verhogen. Dat betekent meer krachtvoer en eventueel mineralen voeren, met inderdaad het risico op verzuring van de pens. Doordat koeien minder herkauwen en daarmee minder bufferend speeksel produceren was er al een verhoogd risico op pensverzuring. ‘Daarom is het van belang om het vee op de koelste momenten meermaals op een dag te voeren, eventueel broeiremmers aan het rantsoen toe te voegen, en een buffer voor de pens.’ Voor vleesvee zijn gisten of ‘fysische’ buffers beter geschikt dan natriumbicarbonaat, dat bij melkvee regelmatig wordt ingezet. Bij stieren geeft natriumbicarbonaat namelijk een verhoogd risico op niersteenvorming. Hoflack geeft de voorkeur aan levende gisten, maar die werken alleen als de pH van de pens voldoende hoog is. Bij een sterk verzuurde pens sterven de levende gisten af. Beter is het dan om dode gisten te gebruiken.

Schaduw mag niet ontbreken

Voor dieren die buiten op de wei verblijven, zijn twee zaken essentieel bij het vermijden van hittestress. Opnieuw is dat de beschikbaarheid van fris en voldoende drinkwater. Voor zoogkoeien zijn grote bakken waaruit meerdere koeien tegelijk kunnen drinken, optimaal. Het tweede element dat niet mag ontbreken is schaduw. Dat kan simpelweg door weiland aan te bieden met bomen of struiken die schaduw bieden, maar het kan ook met behulp van schaduwdoeken. Uit onderzoek door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) blijkt dat schaduw een significant gunstig effect heeft op het thermisch comfort. De studie vond plaats gedurende drie opeenvolgende zomers (2011, 2012 en 2013) bij melkkoeien, Belgisch witblauwe zoogkoeien en hun kalveren. Bij gebruik van schaduw kwamen er minder sterk verhoogde ademhalingsfrequenties voor en daalde het aandeel koeien dat hijgend probeerde af te koelen. Naarmate de hitte sterker werd, nam het schaduwgebruik toe. Marleen van Yperen was als deskundige voor ILVO betrokken bij de studie. ‘Het effect op de groei hebben we niet onderzocht, maar ik durf de stelling wel aan dat schaduw groeiverlies voorkomt’, zegt ze. ‘De energie die ze niet nodig hebben om zichzelf te koelen, kunnen ze bewaren voor groei en voor andere functies.’ Beschutting is volgens Van Yperen niet alleen zinvol in de zomer, maar ook tijdens koude en gure dagen met neerslag. Vooral wilgen zijn geschikt, omdat die relatief lang groen blijven.

Ook effect op ongeboren vrucht

Van Yperen adviseert veehouders om bij hoge temperaturen kalveren niet langer dan drie dagen in de eenlingbox te houden. Door kalveren sneller in groepen te plaatsen hebben ze meer ruimte en raken ze de warmte beter kwijt. Voldoende stro strooien is wel van belang, omdat de kans op ziekten dan beperkt blijft door betere hygiëne. Ook het vermijden van tocht is essentieel. Wel is het belangrijk – zeker op warme dagen – om voldoende luchtcirculatie te organiseren. Dat verkleint de kans op ziektekiemen. ‘In de zomer zet je de iglo’s het best met de opening naar het zuidoosten, dan ventileert het hokje beter. Andere jaargetijden kun je het hokje iets draaien, zodat de wind er niet vol in komt.’ Uit onderzoek aan de universiteit van Florida blijkt dat hitte niet alleen effect heeft op de dieren zelf, maar ook op hun ongeboren vrucht. Kalveren hebben een minder goed immuunsysteem als hun moeder aan het eind van de dracht last had van hittestress. De kalveren werden lichter geboren en de opname van biest was minder effectief. Verder blijft de ontwikkeling van organen achter.

Door verdringing van energie ook bij koudestress een verminderde afweer

Was hittestress de afgelopen maanden een uitdaging, nu de winter voor de deur staat, zal kou eerder grip krijgen op het vee, met name op het jongvee. Bestaat er ook zoiets als koudestress? Jazeker, stelt Koen De Bleecker van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). ‘Kalveren tot een leeftijd van drie maanden hebben een thermische comfortzone tussen de 10 en 20 graden Celsius. Afhankelijk van hoe lang hun omgevingstemperatuur dagelijks onder die 10 graden komt, ervaren ze een zekere mate van koudestress.’ Net als tijdens hittestress komt het immuunsysteem van jonge kalveren bij koudestress onder druk te staan doordat niet alle energie die ze via de voeding opnemen, beschikbaar is voor hun afweer. Voor een belangrijk deel komt dat doordat ze een deel van de energie gebruiken voor warmteproductie: het op peil houden van hun lichaamstemperatuur. Kalveren met koudestress zijn te herkennen aan een opgetrokken rug en buik, rechtopstaande haren, rillen en apathisch gedrag. Veehouders die koudestress willen voorkomen, doen er volgens De Bleecker verstandig aan om jonge kalveren te beschermen tegen te lage temperaturen. Kalverjasjes kunnen daarbij al een goed middel zijn, naast voldoende aandacht voor de huisvesting en omgeving van de kalveren: goed geïsoleerde kalverstallen, vermijden van tocht op de dieren (werken met tochtgeleidingsplaten), goed instrooien en droog houden van de kalveren. Verder is het belangrijk om de voeding te concentreren en te verhogen om extra energiebehoefte voor warmteproductie te compenseren. De temperatuur van de aangemaakte (kunst)melk is ook een aandachtspunt. De Bleecker wijst erop dat veehouders over het algemeen de zorg om koudestress te voorkomen beter onder de knie hebben dan de bescherming tegen hittestress. ‘De hitte zijn we minder gewend, maar gaat in de toekomst steeds meer een rol spelen. In onze omgeving heeft hitte in combinatie met een hogere luchtvochtigheid een grotere impact dan in landklimaten zoals in het Spaanse binnenland bijvoorbeeld. Door de verandering van het klimaat kun je stellen dat runderen in onze contreien inmiddels al gemiddeld drie maanden per jaar hinder ondervinden van hittestress.’

Vermoedelijk is het lagere geboortegewicht een gevolg van een verstoorde functie van de placenta en een kortere draagtijd. Door een kleinere milt en thymus functioneert het immuunsysteem minder goed, met als gevolg een grotere kans op ziekte en sterfte. Daarnaast is de verminderde weerstand een gevolg van afgestorven darmcellen. Jonge kalveren namen hierdoor minder efficiënt antistoffen op uit biest.

‘Leaky gut’

Voor dierenarts Pieter Passchyn zijn de resultaten geen verrassing. Hij legt uit dat stress ook bij koeien zorgt voor het loskomen van de eiwitten die darmcellen met elkaar verbinden. Wetenschappers duiden dit ook wel met de term ‘leaky gut’. Normaal gesproken is het maagdarmkanaal een barrière die de koe beschermt tegen indringers, zoals bacteriën, virussen, schimmels en toxines (zie kader op pagina 10). Maar bij koeien met stress beschadigt die beschermlaag en moeten koeien meer glucose verbruiken voor het immuunsysteem. Met als resultaat dat die glucose niet beschikbaar is voor de aanzet van vlees of de productie van melk. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat hierdoor een verschil ontstaat van tien liter melk per koe per dag ‘Zeventig procent van het immuunsysteem van de koe begeeft zich in het maagdarmstelsel. Zou je dat helemaal uitvouwen, dan heeft het de grootte van een tennisveld’, beschrijft Passchyn de enorme verdediginglinie van de koe. Veehouders die hun koeien willen behoeden voor de gevolgen van leaky gut, doen er dus goed aan om te zorgen voor schaduw in de wei en ventilatie en isolatie in de stal. Voor schoon, smakelijk en beschikbaar drinkwater, en voor een aangepast rantsoen. Passchyn adviseert net als Hoflack de voeding te concentreren. ‘Door de lagere voeropname stijgt de energiebehoefte met 22 procent. Dat kun je corrigeren met extra krachtvoer en door de vertering te verplaatsen van de pens naar de darm. Meer bestendig zetmeel of eventueel bestendig vet geeft koeien energie op darmniveau. De pens heeft voor deze energie geen warmte hoeven produceren, dat helpt dus de koe haar lichaamstemperatuur te reguleren. Er komt relatief minder structuur in de pens.’ Zonder risico is deze strategie niet, het is een balanceeract. Want het risico op pensverzuring neemt hiermee wel toe en tijdens stress zijn koeien al ‘at risc’, zoals Passchyn het verwoordt. Hij adviseert daarom alert te zijn op het voer dat koeien uiteindelijk verteren. Want dat is niet altijd hetzelfde als berekend, als klaargemaakt en als gevreten door de koe. Bij elke stap liggen afwijkingen op de loer. ‘Houd rekening met de inkuilduur van de mais. Mais wordt minder bestendig naarmate het langer in de kuil zit. Controleer ook het drogestofgehalte van het ruwvoer. Ben je gewend altijd 5000 kilo mais in de voerwagen te gooien, bedenk dan dat het aantal kilo’s droge stof kan afwijken na verloop van tijd. Kalibreer krachtvoerstations en pas voercurves aan. En corrigeer ook de mineralendosering op de afgenomen voeropname bij hitte.’ Belangrijk en relatief simpel is de maatregel van vaker voeren en regelmatiger voer aanschuiven. Daardoor blijft het voer verser en smakelijker en zullen koeien minder selecteren.

Luchtvochtigheid en temperatuur

Passchyn is merendeels actief voor de melkveehouderij, maar benadrukt dat leaky gut zeker ook bij vleesvee een rol speelt. Het belangrijkste verschil is de lagere drogestofopname bij vleesvee, waardoor hittestress optreedt bij iets hogere temperaturen. Als gezegd: de beleving van hittestress is een combinatie van de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid. Bij een hoge luchtvochtigheid ervaren dieren al hittestress bij relatief lage temperaturen. Figuur 1 geeft hiervan een indicatie voor vleesvee. Door temperatuur en luchtvochtigheid te combineren ontstaat de THI: temperature humidity index. ‘Bij melkvee ligt de drempelwaarde voor hittestress op 68, voor vleesvee is dat 75. Bij melkvee ziet men vanaf 68 THI een daling van de melkproductie, dus ik veronderstel dat dit bij vleesvee vanaf 75 THI zal leiden tot een daling van de vleesaanzet .’ l

This article is from: