7 minute read
Managementnieuws
Rabobank: vleesmarkt blijft sterk, maar verandering op komst
ECONOMIE – De wereldwijde rundvleesmarkt bevindt zich nog altijd op een hoog niveau. De meeste prijzen voor rundvlees stegen in het tweede kwartaal of bleven stabiel en liggen tussen de 5 en 11 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2021. Dat blijkt uit het rundvleesrapport van Rabobank over het tweede kwartaal van 2022. Toch waarschuwt de bank dat het afnemende vertrouwen van consumenten – als gevolg van de oplopende inflatie en de vertraagde economische ontwikkeling – ervoor zal zorgen dat consumenten minder geld besteden aan luxe vlees. ‘We zien een beweging dat ze de voorkeur geven aan goedkopere opties, zoals rundergehakt en snelle restaurants, boven de duurdere stukken’, stelt Angus Gidley-Baird, senior analist dierlijk eiwit bij Rabobank. Het krappe aanbod van rundvlees en de sterke vraag van de consument zorgden ervoor dat de internationale vleesprijzen het afgelopen jaar piekten op recordhoogte. Rabobank verwacht dat de rundvleesproductie van de belangrijkste producerende en exporterende landen naar verwachting zal stijgen in het derde en vierde kwartaal van 2022.
Advertisement
DGZ ziet leptospirose vaker als abortusverwekker
GEZONDHEID – Leptospirose veroorzaakte in Vlaanderen in de periode oktober 2021 tot half juli 2022 meer dan een vijfde van de abortussen met milde geelzucht. Die conclusie trekt DGZ. De Vlaamse diergezondheidsorganisatie startte in het najaar van 2021 een onderzoek naar leptospirose als abortusverwekker na een stijging van het aantal abortussen met geelzucht, zowel in Wallonië als in Vlaanderen. DGZ ontving in deze ruim negen maanden 32 foetussen die geelverkleuring van de slijmvliezen, het vetweefsel en/of de lever vertoonden. Zeven daarvan (22 procent) testten positief op Leptospira, de bacterie die leptospirose veroorzaakt. De provincie West-Vlaanderen was met 16 gevallen van abortus, waarvan er vier positief testten op Leptospira, het sterkst vertegenwoordigd. Ook in een Veepeiler-onderzoek in 2018 naar de aanwezigheid van antistoffen voor leptospirose in tankmelk kwam WestVlaanderen naar voren als de provincie waar leptospirose het meest circuleert. Bij 11,9 procent van de West-Vlaamse bedrijven werden destijds antistoffen gevonden, tegen maximaal 6 procent in andere Vlaamse provincies. DGZ heeft geen verklaring voor het relatief vaak voorkomen van leptospirose in WestVlaanderen. Het zwaartepunt van de abortussen met geelzucht lag met 22 stuks duidelijk in het najaar. DGZ detecteerde ook alleen in die laatste maanden van 2021 Leptospira. In Nederland constateert GD sinds 2020 ook een duidelijke toename van besmettingen met Leptospira. Import van buitenlandse runderen is daarvan vaak de oorzaak. In Nederland is de status leptospirose-vrij verplicht voor melkveebedrijven.
MAATSCHAPPIJ – De provincie Gelderland heeft de oppervlakte stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebied Rijntakken verkleind met 622 hectare. Het gaat om agrarisch gebruikte grond die in het rekenprogramma Aerius als stikstofgevoelig was aangemerkt. Uit onderzoek ter plaatse is echter gebleken
MAATSCHAPPIJ – Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft tussen 2010 en 2017 gemiddeld 15 hectare landbouwgrond per dag een ander gebruiksdoel gekregen. In totaal is daarmee 91.000 hectare grond aan de landbouw onttrokken, vooral in de Randstad en Noord-Brabant. dat deze percelen dat zeker niet zijn. De geschrapte hectares tellen nu niet meer mee in de beoordeling van de stikstofdepositie bij het verlenen van natuurvergunningen. Hiermee geeft het besluit van de provincie wat extra ruimte voor nabijgelegen bedrijven. In juni 2021 haalde Gelderland al ongeveer
Het areaal bebouwd terrein nam in heel Nederland met bijna 46.000 hectare toe, waarvan 26.000 hectare naar woongebied en 17.000 hectare naar bedrijventerrein is gegaan. Toch was meer dan de helft van het bodemgebruik in 2017 nog agrarisch. Met 53,7 pro2000 hectare van de kaart op basis van bureauonderzoek. Op nog eens 1500 hectare, met name in gebruik als soortenrijk grasland, zal de provincie de komende maanden nog veldonderzoek uitvoeren om te bepalen of het daadwerkelijk om stikstofgevoelige natuur gaat.
cent werd toen de meeste grond ingezet voor agrarische activiteiten, blijkt uit de statistieken van het CBS. Uit een bericht van CBS eerder dit jaar blijkt dat de onttrekking van landbouwgrond na 2017 niet stilstond. Zo had in 2020 nog 49 procent van het oppervlak van Nederland een agrarische bestemming.
In 2010-2017 91.000 hectare aan landbouw onttrokken
LTO Noord luidt de noodklok voor dierenleed door wolf
MAATSCHAPPIJ – De afgelopen weken zijn steeds meer kalveren, schapen en andere dieren doodgebeten door wolven. Belangenbehartiger LTO Noord roept op om werk te maken van faunabeheer. Op dit moment is vooral in Overijssel, Drenthe en Friesland te zien dat wolven landbouwdieren aanvallen. ‘Het is ontzettend pijnlijk om te zien. Als er een wolf komt die je schaap of kalf bebloed achterlaat, is dat een vreselijk beeld. We willen dat daar wat aan gebeurt’, aldus Dirk Bruins, voorzitter van LTO Noord. Volgens LTO Noord is de oorzaak dat er in deze gebieden weinig wild is en daarmee te
GRASTEELT – Onder goede omstandigheden kan met doorzaaien het aandeel Engels raaigras in een zode worden verhoogd. Maar dit levert niet direct een meetbaar hogere opbrengst of voederwaarde op. Dit blijkt uit meerjarig veldonderzoek van Wageningen Livestock Research naar de effecten van doorzaaien met Engels raaigras. Het onderzoek gebeurde op verschillende percelen kleigrond met een goede, matige en slechte botanische samenstelling. Doorzaaien vond plaats in het najaar en ruwbeemd was na Engels raai de meest voorkomende grassoort. Het resultaat van doorzaaien bleek sterk afhankelijk van de omstandigheden. Zo was het vochtgehalte in de toplaag doorslaggevend voor het aantal kiemplanten. Zowel na een droog als na een nat najaar werden weinig extra kiemplanten gevonden. Extra rollen van de doorgezaaide proefveldjes had een positief effect. Doordat de zaaisneden na deze behandeling volledig waren gesloten, was de vochtvoorziening optimaal en kiemden er veel zaden. Een muizenplaag in de winter van 2019-’20 verstoorde het onderzoek, maar het effect van een geslaagde doorzaai was ook in latere jaren nog zichtbaar in een hoger percentage Engels raaigras in de zode. Doorzaaien had in geen van de proefjaren effect op de grasopbrengst en voederwaarde. De onderzoekers vonden in enkele jaren wel een effect van voorbehandelingen die voor doorzaaien werden uitgevoerd om ongewenste soorten te verwijderen en de openheid van de zode te vergroten, onder meer met kort afmaaien en wiedeggen. De onderweinig natuurlijk voedsel van de wolf. Hierdoor springen de wolven over rasters heen om de landbouwdieren aan te vallen. Als het aan LTO Noord ligt, worden er specifieke gebieden voor wolven aangewezen. In gebieden waar de wolf niet goed kan leven, zou deze niet meer welkom moeten zijn. Onderdeel van de oproep is ook om het beheren van wolven toe te staan. Daarbij hoort het verjagen van wolven in gebieden waar ze veel leed veroorzaken, wat op dit moment niet is toegestaan. Boeren nemen ook zelf preventieve maatregelen, maar deze zijn niet genoeg om de dieren te beschermen.
zoekers denken dat het positieve effect te maken heeft met muizenschade. Behandelde veldjes boden muizen minder beschutting. Op onbehandelde veldjes nam bij drie van de vijf proefpercelen over de eerste drie jaar het aandeel Engels raaigras toe. Hieruit blijkt dat het aandeel Engels raaigras ook kan worden verhoogd door het type beheer, in dit geval alleen bemesten met kunstmest, alleen maaien, en zwaar maaien van de eerste snede. Het volledige rapport is te downloaden van de website van Wageningen UR.
Doorzaaien heeft geen effect op opbrengst en voederwaarde
Verschil in eiwit tussen mais
MAISTEELT – Door verschillen in stikstofbenutting bestaan er tussen maisrassen verschillen in eiwitopbrengst van meer dan 200 kg ruw eiwit per hectare. Dit concluderen onderzoekers van Wageningen Livestock Research op basis van een analyse van gegevens van rassenproeven. Al deze proeven waren uitgevoerd bij een gelijke stikstofbemesting van 140 kg per hectare uit drijfmest en kunstmest. De onderzoekers vonden verschillen in eiwitopbrengsten tussen rassen die, vertaald naar opbrengsten in de praktijk, oplopen tot meer dan 200 kg ruw eiwit per hectare. Dat is volgens hen vergelijkbaar met de ruweiwitopbrengst van een halve snede gras (2,5 ton droge stof met 17 procent ruw eiwit). De verschillen in eiwitopbrengst zijn toe te schrijven aan verschillen in drogestofopbrengst, maar er zijn ook rasverschillen in eiwitgehalte. Deze bedroegen gemiddeld 15 gram per kilogram droge stof. De gewasonderzoekers gaan nu samen met rantsoenspecialisten kijken wat dit betekent voor de praktijk. Omdat de rassenproeven zijn uitgevoerd bij dezelfde bemesting, betekenen de gevonden verschillen in eiwitopbrengst dat het ene maisras stikstof efficiënter benut dan het andere. Vertaald naar de praktijk is het verschil in stikstofopname tussen het beste en het minste ras ongeveer 30 kg per hectare. Dat is volgens de onderzoekers vergelijkbaar met de stikstofopname van een geslaagd vanggewas. Hierbij moet worden bedacht dat de teelt van een vanggewas niet altijd slaagt. De stikstof die het ene ras meer opneemt dan het andere, kan zeker niet uitspoelen en blijft daarmee in de kringloop. Het is dus zeker interessant om bij de rassenkeuze in de toekomst meer rekening te gaan houden met verschillen in stikstofopname en eiwitopbrengst tussen maisrassen.