PC118 voedingsnijverheid VOEDINGSINDUSTRIE
n ov 2 013
Woordje van de Nationaal Secretaris Eindelijk is het zover: we hebben een sectorakkoord voor de voedingsnijverheid voor 2013 en 2014. Lange tijd leek het een mission impossible, maar na lang onderhandelen konden we toch een akkoord bereiken met de werkgevers. Wat betekent dit voor jou? Je leest het in deze nieuwsflash. Bart Vannetelbosch
inhoud Moeilijke onderhandelingen 2 Het sectorakkoord in detail
2-4
Eenheidsstatuut arbeiders-bedienen 5 Tussenkomst woon-werkverkeer 6-7
Sectorakkoord voedingsnijverheid 2013-2014 Een sectorakkoord wordt onderhandeld tussen werkgevers en vakbonden van een sector. Het bepaalt de loon- en arbeidsvoorwaarden voor alle 60 000 arbeiders uit de sector. Een belangrijk akkoord dus. Dit sectorakkoord is opgebouwd rond koopkracht, vorming, werkbaarheid, eindeloopbaan en uitzendarbeid. Wat staat er zoal in het nieuwe akkoord? • De premies en vergoedingen worden geïndexeerd om de koopkracht te behouden. • Het aanvullend pensioen wordt verhoogd met 0,22 % en de solidariteit wordt uitgebreid. • De stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag worden verlengd. • Er zal meer geïnvesteerd worden in vorming.
• De regels omtrent uitzendarbeid worden verstrengd. • De functieclassificatie wordt verder verbeterd. • Om de werkbaarheid te verhogen wordt het recht op landingsbanen uitgebreid. Er wordt ook een systeem van eindeloopbaandagen ingevoerd: wie het recht op SWT niet opneemt, krijgt drie extra verlofdagen op 56 jaar en zes dagen op 58 jaar. Het recht op klein verlet bij huwelijk of overlijden van een naaste wordt uitgebreid. Via opleiding zal er meer aandacht besteed worden aan het stressbeleid en ergonomie. Maar wat betekent dit nu allemaal? We bespreken enkele belangrijke dossiers verder in deze nieuwsflash.
Ontving jij de syndicale premie? 8 Hoeveel aanvullend pensioen krijg jij?
8
Volg ons op Facebook http://www.facebook.com/ acvvoedingendiensten
Of neem een kijkje op: www.acv-voeding-diensten.be
Moeilijke onderhandelingen Toen we in april begonnen te onderhandelen, wisten we dat we voor moeilijke onderhandelingen stonden. De regering besliste namelijk voor de start van de onderhandelingen dat de lonen de komende jaren geblokkeerd worden. De loonkost mag niet meer stijgen dan de index. Dit kwam bovenop de strengere regels voor brugpensioen en tijdskrediet. Bovendien was er onduidelijkheid over het eenheidsstatuut. De werkgevers denken dat de nieuwe hogere opzegtermijnen voor arbeiders hen veel geld zullen kosten. Ze wilden daarom slechts over het absolute minimum onderhandelen: brugpensioen en opleiding. Voor de vakbonden was dit onaanvaardbaar. De kosten van het eenheidsstatuut worden door de werkgevers sterk overdreven. Bovendien is de voedingsnijverheid een gezonde sector. De export neemt toe, de productiviteit is gestegen en de tewerkstelling is al enkele jaren stabiel. We gingen dan
ook resoluut voor een goed sectorakkoord. We wilden de koopkracht behouden, meer werkbaar werk, het recht op brugpensioen behouden, de problemen met uitzendarbeid beperken, meer kansen op vorming en een beter aanvullend pensioen. Dus gaven we niet op. Want een sectorakkoord is te belangrijk voor onze leden. Na bijna een half jaar, na tientallen vergaderingen, en na een nacht lang onderhandelen, konden we eindelijk een akkoord sluiten met de werkgevers! Het akkoord hebben we ondertussen voorgelegd aan onze achterban. Zij keurden dit akkoord met een grote meerderheid goed. Ook de andere vakbonden en de werkgevers keurden het akkoord goed. In een volgende stap zullen we dit akkoord omzetten in collectieve arbeidsovereenkomsten. Dan zijn de afspraken geldig voor alle werkgevers en arbeiders uit de sector.
Het sectorakkoord in detail Opgelet: Het akkoord moet nog omgezet worden in collectieve arbeidsovereenkomsten. Dit zal de komende weken gebeuren. Pas dan zijn de afspraken effectief van toepassing. We proberen alle cao’s tegen januari af te werken. Koopkracht Door de loonblokkering kon er amper over koopkracht onderhandeld worden. Maar voor het behoud van de koopkracht is een indexering van de vaste premies en vergoedingen een noodzaak. De premies en vergoedingen zullen op 1 januari dan ook stijgen met 3,5 %. Verhoging van de premies en vergoedingen vanaf 1.1.2014 Ploegenpremies • Ochtend : • Namiddag: • Nachtpremie : Tijdelijke werkloosheid • Eerste 5 dagen : • Na 5 dagen : Bestaanszekerheid na ontslag Bestaanszekerheid na beëindiging arbeidsovereenkomst wegens overmacht Vergoeding langdurige ziekte Kledij • Ter beschikking : • Onderhoud:
nu € 0,45 € 0,51 € 1,80
naar naar naar
vanaf 01/01/2014 € 0,47 € 0,53 € 1,86
€ 6,96 € 9,92 € 5,59 € 10
naar naar naar naar
€ 7,20 € 10,27 € 5,79 € 10,35
€ 6,65
naar
€ 6,88
€ 3,48 € 4,11
naar naar
€ 3,60 € 4,25
Verder zullen vanaf januari de afspraken over de eindejaarspremie gelijkgeschakeld worden voor de verschillende subsectoren. Voor de bakkerijsector en de groentenindustrie waren er immers nog afwijkende regelingen. De details moeten nog uitgewerkt worden in een cao. Maar over het algemeen zullen de voorwaarden verbeteren. Zo wordt de minimumanciënniteit om een premie te krijgen verminderd naar één maand. Vooral voor de groentenijverheid is dit een vooruitgang.
-2-
Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) De discussie omtrent SWT, het voormalige brugpensioen, was een harde noot om te kraken. De regering hervormde het stelsel van brugpensioen naar een werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT). De voorwaarde om SWT op te nemen werden verstrengd. Zo moeten werknemers de komende jaren langer werken. In het sectorakkoord werd bepaald dat de huidige cao’s zo lang mogelijk verlengd worden, binnen de wettelijke mogelijkheden. Zo blijven de huidige voorwaarden in de sector nog even gelden. • SWT op 58 jaar wordt verlengd tot 31 december 2014 • SWT op 58 jaar voor zware beroepen wordt verlengd tot 31 december 2015 • SWT op 56 jaar na een loopbaan van 40 jaar wordt verlengd tot 31 december 2015 • SWT op 56 jaar na 33 jaar loopbaan met 20 jaar nachtarbeid wordt verlengd tot 31 december 2014
Klein verlet Klein verlet betekent dat een werknemer het recht heeft, om met behoud van het loon, van het werk afwezig te blijven omwille van bepaalde omstandigheden. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij familiale gebeurtenissen, zoals een huwelijk of een overlijden. In het sectorakkoord wordt dit recht voor de arbeiders van de voedingsnijverheid uitgebreid. Indien je trouwt, dan heb je momenteel recht op twee dagen klein verlet. Dit wordt opgetrokken naar drie dagen. Verder wordt het rouwverlof uitgebreid voor een overlijden van een familielid van de eerste graad. Bij het overlijden van de echtgenoot of echtgenote, een kind van de werknemer of echtgeno(o)t(e), de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder, heeft de werknemers binnenkort recht op vijf dagen rouwverlof (in plaats van drie dagen nu), op te nemen binnen de zes maanden na het overlijden.
De voorwaarden waaronder het sociaal fonds in plaats van de werkgever de toeslag betaalt, werden verstrengd. Dit verandert echter niets aan de rechten op het vlak van brugpensioen. Voor de bakkerijen verandert er op dit vlak niets. Vorming Een recente studie toont aan dat de werkgevers uit de voedingsnijverheid onvoldoende investeren in vorming. Daarom zal de sector nu meer investeren in vorming. Bovendien worden er maatregelen genomen om het overleg over vorming te verbeteren. In ondernemingen vanaf 20 werknemers moet er voortaan een opleidingsplan opgesteld worden. Bovendien hebben alle werknemers binnenkort recht op een gesprek over hun opleidingsmogelijkheden. Voor kleine ondernemingen wordt er een beter aanbod uitgewerkt in het IPV, het opleidingsfonds van de sector. Werknemers zullen bovendien allemaal een opleidingsfiche krijgen, met een overzicht van alle vormingen die ze al gevormd hebben. Zo kunnen ze aantonen wat ze al geleerd hebben. Werkbaarheid Recent onderzoek, op basis van een enquête onder de werknemers van de voedingsnijverheid, toont aan dat de werkbaarheid in de sector nog steeds te laag ligt. Oorzaken hiervan zijn onder andere de moeilijke combinatie arbeid-gezin, te weinig leermogelijkheden en een hoge werkstress. Bovendien zijn er in de sector heel wat jobs die fysiek zwaar zijn. Het akkoord voorziet enkele maatregelen die de werkbaarheid moeten verbeteren.
Eindeloopbaandagen Werknemers die reeds een lange loopbaan hebben, vragen extra rustdagen om het langer werken houdbaar te maken. Daarom zal er een systeem van eindeloopbaandagen ingevoerd worden. Wie recht heeft om werkloosheid met bedrijfstoeslag op te nemen, maar toch verder werkt, heeft voortaan recht op extra vrije dagen. Op 56 jaar zijn dit drie eindeloopbaandagen. Op 58 jaar worden dit zes eindeloopbaandagen. Voor ondernemingen waar de arbeiders reeds extra verlofdagen hebben, moet er onderhandeld worden over een gelijkwaardig voordeel. Dit systeem konden we jammer genoeg nog niet invoeren voor de bakkerijen.
-3-
Vorming stress en ergonomie Stress en fysieke klachten zijn een belangrijk aandachtspunt in de voedingsnijverheid. Het is echter niet eenvoudig om hierover maatregelen te nemen op niveau van de sector. Daarom is er beslist dat het opleidingsfonds van de sector (IPV) een geschikt opleidingsaanbod zal uitwerken rond stressbeleid en ergonomie. Op die manier kan het overleg in de ondernemingen hierover opgevoerd worden. Verder werd er besloten om meer bekendheid te geven aan de overstappremie die de RVA onder voorwaarden toekent aan werknemers die overstappen van zwaar naar licht werk. Meer informatie hierover volgt in de volgende nieuwsflash. Landingsbanen Sinds 1 januari 2012 is het systeem van tijdskrediet (inclusief de landingsbanen) grondig hervormd. De sectoren hebben de mogelijkheid om het systeem van landingsbanen uit te breiden. Momenteel hebben werknemers vanaf 55 jaar het recht om een landingsbaan te nemen. In de voedingsnijverheid worden de mogelijkheden om een landingsbaan op 50 jaar op te nemen voortaan uitgebreid. In de sector zullen werknemers een 1/5 landingsbaan kunnen opnemen vanaf 50 jaar , als je een loopbaan van 28 jaar kan bewijzen. Verder zullen we nog proberen een landingsbaan (1/2 of 1/5) te voorzien voor arbeiders die een zwaar beroep uitoefenen, dat tevens een knelpuntberoep is. Een zwaar beroep is een beroep in wisselende ploegen, in onderbroken diensten of met nachtwerk. Een knelpuntberoep is een beroep waarvoor er een tekort aan arbeidskrachten is. De beroepen moeten eerst erkend worden door de minister, eer ze in aanmerking komen voor een landingsbaan. Vakbonden en werkgevers kunnen advies aan de minister geven over welke jobs uit de voedingsnijverheid erkend moeten worden als knelpuntberoep. Dit zullen we dan ook doen. Aanvullend pensioen Het aanvullend pensioen wordt vanaf 1 januari 2014 verhoogd met 0,22 % van de brutolonen. Vanaf dan zal de werkgever dus 1,65 % van je brutoloon sparen voor je aanvullend pensioen. Dit gebeurt allemaal automatisch via de RSZ en via het Fonds Tweede Pijler. Het gespaarde bedrag kan je dan opnemen wanneer je op pensioen gaat. Zo krijg je een aardig extraatje bovenop je wettelijk pensioen. Opgelet: sommige ondernemingen vallen niet onder het sectoraal plan omdat ze een eigen plan hebben. In deze bedrijven kan deze verhoging op een andere manier ingevuld worden. Maar ook deze ondernemingen moeten minstens 1,65 % van het brutoloon in een aanvullend pensioen investeren. Het
sectoraal
pensioenplan
bevat
ook
solidariteitsluik. In bepaalde omstandigheden zal je toch nog sparen voor je aanvullend pensioen, ook als je niet kan werken. Deze solidariteit wordt nu uitgebreid (vanaf 1/1/2014): • Overlijden: eenmalig bijdrage van 2.000 euro (i.p.v. 1250 nu) • Arbeidsongeschiktheid van meer dan 200 dagen: eenmalig bijdrage van 200 euro (i.p.v. 150 nu) • Economische werkloosheid: € 0,75/per dag (i.p.v. 0,7 nu) Uitzendarbeid De voedingsnijverheid is een sector die zeer veel gebruik maakt van uitzendarbeid. We krijgen hierover regelmatig klachten. Betere afspraken zijn dus nodig. Er zal een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst getekend worden over uitzendarbeid. Bij oneigenlijk gebruik van uitzendarbeid moet de uitzendkracht in de toekomst een contract van onbepaalde duur aangeboden krijgen. Onder oneigenlijk gebruik verstaan we langdurig gebruik, onnodig gebruik van dagcontracten of een buitensporige verhouding tussen uitzendarbeid en vaste contracten. Bovendien krijgen vakbondsafgevaardigden meer mogelijkheden om dit dossier op te volgen. Dagcontracten voor uitzendkrachten kunnen voortaan alleen na akkoord van de vakbondsafvaardiging. Flexibiliteit De wetgeving voorziet sinds kort de mogelijkheid om de flexibiliteit in de bedrijven uit te breiden. Er kunnen meer overuren opgebouwd en uitbetaald worden. In het sectorakkoord werd afgesproken dat wijzigingen in de flexibiliteit besproken moeten worden in de ondernemingen. Meer flexibiliteit kan enkel ingevoerd worden via een collectieve arbeidsovereenkomst in de onderneming. Zo kan men rekening houden met de realiteit van het bedrijf en met de mening van het personeel. Functieclassificatie De functieclassificatie in de sector is verouderd. Hierdoor is het in veel subsectoren moeilijk om het juiste minimumloon te bepalen waarop iemand recht heeft. De voorbije jaren werd er reeds een nieuwe classificatie opgemaakt voor de groentenijverheid en de aardappelverwerking. Momenteel wordt de nieuwe classificatie voor de koffiebranderijen afgewerkt. De werkgevers en vakbonden zijn akkoord om dit werk verder te zetten in enkele andere subsectoren. We denken hierbij aan de chocoladeverwerking en de koekjesfabrieken.
een
-4-
Eenheidsstatuut arbeiders-bedienden De kogel is eindelijk door de kerk: er komt een eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden. Dit wordt echter nog een proces van lange adem. Vanaf 1 januari 2014 verdwijnen geleidelijk de belangrijkste verschillen tussen arbeiders en bedienden, namelijk de verschillen in de carenzdag en de opzegtermijnen. Was een arbeider minder dan 14 dagen ziek, dan werd de eerste dag ziekte niet uitbetaald. Dit is de carenzdag. Voor de bedienden bestond dit niet, zij werden steeds vanaf de eerste dag ziekte betaald. In het kader van de harmonisering verdwijnt de carenzdag vanaf 1 januari 2014. Voor onze sector betekent dit weinig verschil, want de carenzdag was al grotendeels afgeschaft. Enkel voor arbeiders met minder dan 6 maanden dienst bestaat hij nog, maar dus niet lang meer! De opzegtermijnen verschillen sterk volgens het statuut van de werknemer. De arbeiders worden momenteel sterk benadeeld ten opzichte van bedienden. Vanaf 1 januari 2014 wordt de ontslagregeling geharmoniseerd. Voor de arbeiders zullen de opzegtermijnen worden opgetrokken, terwijl er voor sommige bedienden een lagere opzegperiode komt. Er komt echter eerst een overgangsregeling. Op 31 december 2013 worden alle huidige opzegtermijnen vastgeklikt. Je behoudt dus de opzegperiode die je nu reeds hebt op basis van je anciĂŤnniteit. Vanaf 1 januari zal dan de opzegperiode verder aangroeien volgens het nieuwe schema. Betekent dit dan dat er vanaf 1 januari 2014 geen arbeiders en bedienden meer bestaan? Nee, voorlopig blijven de statuten bestaan omdat er nog steeds andere verschillen zijn. Op aandringen van het ACV wordt er binnenkort een timing afgesproken om al deze verschillen weg te werken. Voorlopig kunnen we dus nog spreken over arbeiders en bedienden, maar dan met kleinere verschillen.
ZORSECKHILDLEEN
7
V.U.: Dominique Leyon - Haachtsesteenweg 579 - 1030 Brussel - www.acv-online.be
Dit zijn slechts de krijtlijnen van het nieuwe statuut. We wachten echter nog op wetteksten voor meer informatie. We houden je verder op de hoogte!
-5-
anciĂŤnniteit
0 3m 6m 9m 1j 1j3m 1j6m 1j9m 2j 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 ‌
Nieuwe opzeg in weken (vanaf 1 januari 2014) 2w 4w 6w 7w 8w 9 10 11 12 13 15 18 21 24 27 30 33 36 39 42 45 48 51 54 57 60 62
Tussenkomst woon-werkverkeer De werkgever is verplicht om een deel van de kosten voor het woon-werkverkeer terug te betalen. De bedragen verschillen afhankelijk van het vervoersmiddel dat je gebruikt. Deze tussenkomsten van de werkgevers in de vervoerskosten worden in de voedingsnijverheid jaarlijks op 1 februari aangepast. De tussenkomsten zijn gebaseerd op de prijs van de treinkaarten van de NMBS. Hieronder vind je de actuele tabel voor de tussenkomst in de vervoerskosten.
BEDRAG VAN DE PATRONALE TUSSENKOMST KM EIGEN VERVOER OPENBAAR VERVOER PER WEEK PER MAAND PER WEEK PER MAAND 1 4,56 15,00 5,78 19,25 2 5,07 16,72 6,48 21,48 3 5,47 18,44 7,09 23,71 4 5,98 20,16 7,70 25,84 5 6,48 21,58 8,21 27,36 6 6,89 23,00 8,92 29,38 7 7,30 24,42 9,42 31,41 8 7,70 25,84 9,83 32,93 9 8,21 27,36 10,44 34,96 10 8,61 28,37 11,04 36,48 11 9,02 30,40 11,65 39,01 12 9,52 31,41 12,26 40,53 13 9,93 33,44 12,77 42,55 14 10,33 34,45 13,17 44,07 15 10,84 36,48 13,78 46,10 16 11,25 37,49 14,39 47,62 17 11,65 38,50 15,00 49,65 18 12,16 40,53 15,60 51,67 19 12,56 41,54 16,01 52,69 20 12,97 43,57 16,72 55,73 21 13,48 44,58 17,12 56,74 22 13,88 46,61 17,63 58,77 23 14,39 47,62 18,34 60,79 24 14,89 49,14 18,85 61,81 25 15,20 50,66 19,45 64,84 26 15,81 51,67 20,06 65,86 27 16,11 53,70 20,57 68,90 28 16,72 54,71 21,28 69,91 29 17,02 56,74 21,48 71,94 30 17,33 57,75 21,99 73,96 31-33 18,24 60,79 23,20 77,00 34-36 19,45 64,84 24,42 82,07 37-39 20,87 69,91 25,84 86,12 40-42 22,19 73,96 27,86 92,20
-6-
Opgelet: Dit zijn minimumbedragen voor de sector. In jouw onderneming kunnen er betere voorwaarden zijn afgesproken.
BEDRAG VAN DE PATRONALE TUSSENKOMST KM EIGEN VERVOER OPENBAAR VERVOER PER WEEK PER MAAND PER WEEK PER MAAND 43-45 23,40 78,02 28,88 96,25 46-48 24,82 82,07 30,40 101,32 49-51 25,84 87,14 31,92 106,39 52-54 26,85 90,17 32,93 109,43 55-57 27,86 93,21 33,94 113,48 58-60 28,88 96,25 34,96 117,53 61-65 29,89 99,29 36,48 121,58 66-70 31,41 104,36 38,00 126,65 71-75 32,93 109,43 40,02 132,73 76-80 34,45 114,49 42,05 138,81 81-85 35,97 119,56 43,57 143,87 86-90 37,49 123,61 45,09 149,95 91-95 38,50 128,68 47,11 156,03 96-100 40,02 133,74 48,13 161,10 101-105 41,54 138,81 50,15 168,19 106-110 43,06 143,87 51,67 173,26 111-115 45,09 148,94 54,71 180,35 116-120 46,61 154,01 55,73 186,43 121-125 47,62 159,07 57,75 191,49 126-130 49,14 164,14 58,77 197,57 131-135 50,66 169,20 60,79 202,64 136-140 51,67 173,26 62,82 208,72 141-145 52,69 178,32 63,83 213,79 146-150 55,73 184,40 66,87 222,90 151-155 56,74 187,44 67,88 225,94 156-160 57,75 192,51 69,91 232,02 161-165 58,77 197,57 70,92 237,09 166-170 60,79 201,63 72,95 243,17 171-175 61,81 206,69 73,96 248,23 176-180 62,82 210,75 75,99 254,31 181-185 64,84 215,81 78,02 259,38 186-190 66,87 219,86 80,04 266,47 191-195 67,88 224,93 82,07 271,54 196-200 68,90 230,00 84,10 277,62
-7-
AALST Hopmarkt, 45 053/73.45.38 ANTWERPEN Aalmoezenierstraat 14-16 03/222.70.70 BRUGGE Oude Burg, 17 050/44.41.61
Begin november wordt de syndicale premie voedingsnijverheid 2013 automatisch uitbetaald. De ACV-leden die vorig jaar een syndicale premie ontvangen hebben, die in orde zijn met hun ledenbijdrage en die dit jaar opnieuw recht hebben op een volledige premie, moesten geen formulieren meer indienen. Zij krijgen het bedrag rechtsreeks op hun rekening gestort. De leden die niet aan deze voorwaarden voldoen, kunnen hun syndicale premie bij het ACV opvragen. De premie bedraagt maximaal 135 euro. Arbeiders uit de bakkerijen krijgen hun syndicale premie in april. De eindejaarspremie zal in december betaald worden.
BRUSSEL Kartuizersstraat 70B 02/500.28.80 GENT Poel, 7 09/265.43.41 IEPER St.-Jacobsstraat, 34 059/34.26.36 KORTRIJK P. Kennedypark, 16D 056/23.55.55 LEUVEN Martelarenlaan 8 3010 Kessel-Lo 016/21.94.60 HASSELT Mgr. Broekxplein, 6 011/29.09.52 MECHELEN Onder den Toren, 5 015/71.85.50 OOSTENDE Dr. L. Colensstraat, 7 059/55.25.57 ROESELARE H. Horriestraat, 31 051/26.55.22 ST.-NIKLAAS H. Heymanplein, 7 03/765.23.50 TURNHOUT Korte Begijnenstraat, 20 014/44.61.45
Hoeveel aanvullend pensioen krijg jij? In november krijgen de arbeiders van de voedingsnijverheid die onder het sectoraal pensioenplan vallen, hun pensioenfiche in de bus. Hierop kan je zien hoeveel je momenteel al op je pensioenrekening hebt staan. Dit pensioen waarborgt een aanvullend inkomen bovenop het wettelijk pensioen. Je werkgever stort regelmatig bijdragen in het pensioenfonds. Dit geld wordt belegd en brengt zo een extra rendement op. Op de pensioenfiche kan je informatie vinden over je pensioenrekening. Je kan er op lezen hoeveel kapitaal er al voor jou gespaard is, en hoeveel aanvullend pensioen je zal krijgen wanneer je op pensioen gaat. Deze informatie is uiteraard belangrijk als je bijna op (brug)pensioen gaat. Maar ook voor mensen die van job veranderen en de voedingsnijverheid verlaten, is dit belangrijke informatie. De fiche wordt verstuurd door AG Insurance. Meer info kan je vinden op : www.viafonds.be. Opgelet: Sommige ondernemingen hebben een eigen aanvullend pensioenplan. Deze arbeiders zullen een pensioenfiche krijgen van hun firma. Deze kan echter op een ander moment verstuurd worden.
NATIONAAL SECRETARIAAT (BRUSSEL) Kartuizersstraat, 70 02/500.28.11
-8-
Verantwoordelijke uitgever: Bart Vannetelbosch - Kartuizersstraat 70, 1000 Brussel
Contacteer ons
Ontving jij de syndicale premie?