Nieuwsflash Bewaking februari 2014

Page 1

PC 317 BEWAKING

F E B 2 014

Algemeen Secretaris aan het woord In deze uitgebreide nieuwsflash bewaking vind je het resultaat van de sectoronderhandelingen, de nieuwe bedragen die gelden voor de vervoerskosten, informatie over fraudemaatregelen in de sector en de voornaamste wijzigingen naar aanleiding van het nieuwe statuut … Veel leesplezier! Philippe Yerna

INHOUD Sectorakkoord 2013-2014 1+8 Fraudeurs in het vizier

2-3

Contacteer ons

Sectorakkoord 2013-2014

4

Vervoerskosten vanaf 1 februari 2014

4-5

Nieuw statuut

6-8

Om de twee jaar onderhandelen vakbonden en werkgevers over betere arbeidsvoorwaarden voor de werknemers uit de bewaking. De onderhandelingen 2013-2014 zijn zeer moeizaam verlopen om twee redenen. De werkgevers wilden het resultaat van de onderhandelingen over het eenheidsstatuut afwachten (zie verder in deze nieuwsflash). En de regering heeft een loonbevriezing opgelegd. Desondanks hebben we positieve elementen kunnen bereiken. Volg ons op Facebook

Het akkoord in een notendop:

Of neem een kijkje op: www.acv-voeding-diensten.be

• sectoraal pensioen: de bijdrage stijgt van 0,25% naar 0,50% van de loonmassa • indexering van de premies: de CIT-, stand-bypremie en de hondenpremie zullen geïndexeerd worden • anciënniteitsdag: toekenning van een extra verlofdag aan arbeiders met meer dan 25 jaar anciënniteit • stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag: de bestaande stelsels worden behouden • tijdskrediet: mogelijkheid tot 1/5-arbeidsduurvermindering vanaf 50 jaar na een loopbaan van 28 jaar Meer info op p. 8.

IN ONZE VOLGENDE NIEUWSFLASHS

• •

de nieuwigheden in de wet-Tobback het resultaat van de besprekingen over de annualisering van de arbeidstijd de economische werkloosheid


Fraudeurs in het vizier! Zoals je wellicht uit de pers vernomen hebt, gaat de regering prioritair fraudeurs aanpakken. De bewakingssector is een fraudegevoelige sector. Dus een sector waarvan men vermoedt dat

Lijst van de criteria:

√√ De bewakingsagent loopt geen financieel

√√

er heel wat gefraudeerd wordt. Fraude moet aangepakt worden om volgende redenen. Eerst en vooral is het van belang oneerlijke concurrentie te voorkomen. Een onderneming die niet betaalt wat ze moet betalen, of dit nu aan de Staat is of aan haar medewerkers, is uiteraard goedkoper dan een onderneming die haar verplichtingen nakomt. Een ander belangrijk punt is vermijden dat de overheidsfinanciën afnemen. Als een onderneming haar sociale bijdragen of belastingen niet betaalt, komt er even weinig geld in het laadje van de overheid (gezondheidszorg, sociale bescherming, onderwijs, cultuur, infrastructuur,…). Ten slotte moet elke werknemer over een degelijk statuut beschikken en datgene ontvangen waar hij recht op heeft.

√√ √√ √√

Er bestaat een waaier van maatregelen in de bewakingssector:

√√

STRIJD TEGEN SCHIJNZELFSTANDIGEN Sommige bewakingsondernemingen stellen werknemers met een zelfstandigenstatuut te werk. Zo beschikken ze over heel goedkoop personeel. Ze betalen immers geen bijdragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid noch aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. Ze hebben geen verzekeringskosten voor werkongevallen, geen vormingskosten,… Verder moeten ondernemingen die zelfstandigen in huis halen de arbeidsovereenkomsten van de sector niet naleven (dwz, de minimumregels voor lonen, premies, vergoedingen,…).

√√

√√

Als je de situatie van dichterbij bekijkt, kan je vaststellen dat deze werknemers enkel op papier zelfstandig zijn. Ze kunnen hun arbeidsvoorwaarden, werkuren, prijzen immers niet vrij bepalen. Ook werken ze zeer vaak voor één "klant". Daarom speken we van schijnzelfstandigen. Ze bevinden zich in een band van ondergeschiktheid met hun werkgever. Met andere woorden, ze staan onder het gezag van hun werkgever. De wet werd bijgevolg aangepast. Zijn bepaalde criteria vervuld (zie kader hiernaast), dan zal de bewakingsagent automatisch beschouwd worden als loontrekkende werknemer. Indien men ‘ja’ kan antwoorden op vijf van deze criteria, wordt de werknemer als loontrekkende beschouwd. Concreet, vermoedt men dat een bewakingsagent een schijnzelfstandige is, dan kan een aanvraag ingediend worden bij de administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelatie (FOD Sociale Zekerheid) via een standaardformulier. De commissie zal vervolgens het dossier onderzoeken en een beslissing nemen.

-2-

√√

of economisch risico (geen substantiële investering in de onderneming en geen deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming); De bewakingsagent heeft geen verantwoordelijkheid noch beslissingsmacht over de financiële middelen van de onderneming; De bewakingsagent heeft geen beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming; De bewakingsagent heeft recht op een vaste vergoeding ongeacht de bedrijfsresultaten of de omvang van zijn prestaties; De bewakingsagent is zelf geen werkgever van persoonlijk of vrij aangeworven personeel of heeft de mogelijkheid niet om personeel aan te werven of zich te laten vervangen zonder toestemming voor de uitvoering van de overeengekomen arbeid; De bewakingsagent doet zich niet voor als een onderneming ten aanzien van andere personen of werkt niet hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één medecontractant; De bewakingsagent heeft geen beslissingsmacht over het prijzenbeleid van de onderneming; hij zoekt ook geen potentiële klanten op en onderhandelt geen commerciële bewakingsopdrachten; De bewakingsagent heeft geen resultaatsverbintenis betreffende de overeengekomen arbeid. Hij heeft ook geen rechtstreekse toegang tot informatie over de te bewaken site van de klant. Hij mag geen eigen planning opmaken en zijn arbeid niet zelf organiseren. Hij mag zijn plaats van tewerkstelling niet bepalen of is onderworpen aan een systeem van tijdsregistratie of aan controle door hiërarchische meerderen; De bewakingsagent werkt met materiaal dat te beschikking gesteld, gefinancierd of gewaarborgd wordt door de medecontractant of werkt met communicatiemiddelen waarvan hij geen eigenaar of huurder is of werkt met een uniform met bedrijfslogo van de medecontractant of werkt met een identificatiekaart FOD Binnenlandse Zaken waarop de naam van de medecontractant vermeld is.


HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID

sociale of fiscale schulden heeft, kan die klant of onderneming de hoofdelijke aansprakelijkheid vermijden door een bepaald bedrag aan de RSZ of de fiscus te storten (35% van het bedrag van de factuur in geval van sociale schulden en 15% van het bedrag van de factuur in geval van fiscale schulden). Telkens er bewakingsopdrachten uitgevoerd moeten worden, kan de klant of de bewakingsonderneming die een beroep doet op een onderaannemer de website van de Sociale Zekerheid en van Financiën raadplegen en nagaan of er schulden zijn en of er af te houden bedragen zijn die doorgestort moeten worden.

In de bewakingssector gebeurt het nogal vaak dat ondernemingen of onderaannemers sociale en fiscale fraude plegen en hiervoor niet bestraft worden omdat ze zeer snel van naam veranderen of gewoonweg verdwijnen. Tot nu toe stond de aansprakelijkheid van de ‘opdrachtgevers’ (dit zijn de personen die een beroep doen op deze ondernemingen of onderaannemers) niet ter discussie. Sinds 1 september 2013 is dit niet meer het geval. Voortaan kunnen de opdrachtgevers beschouwd worden als “medeaansprakelijk” voor de schulden van de onderaannemer. Dit heet dan de hoofdelijke aansprakelijkheid.

Met het oog op een efficiënte controle moet elke bewakingswerf vanaf 1 september 2013 aangegeven worden bij de RSZ. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

De hoofdelijke aansprakelijkheid is van toepassing op de verloning. Als een klant een beroep doet op een bewakingsonderneming die haar werknemers niet het loon uitbetaalt waarop deze recht hebben, kan de betrokken werknemer of de inspectie zich tegen de klant keren om de uitbetaling van het verschuldigde loon te eisen.

Op sectorniveau zijn we een samenwerkingsovereenkomst aan het heronderhandelen met alle overheidsdiensten die actief zijn in de strijd tegen fraude: de federale overheidsdiensten Werk, Binnenlandse Zaken en Sociale Zekerheid, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de RVA,… Doel is de acties van de verschillende inspectiediensten te coördineren en informatie uit te wisselen over vaststellingen op het terrein, nieuwe praktijken, geplande controles maar ook op basis van geïntegreerde databanken te werken.

Dit principe geldt ook voor een bewakingsonderneming die een beroep doet op een onderaannemer. Leeft deze onderaannemer zijn verplichtingen mbt de verloning niet na, dan kan de betrokken werknemer of de inspectie zich tot de bewakingsonderneming richten om de verschuldigde sommen te recupereren. De hoofdelijke aansprakelijkheid is ook van toepassing op de sociale en fiscale schulden, dwz de schulden ten aanzien van de RSZ, het sociaal fonds of de fiscale administratie. Indien een klant of een bewakingsonderneming een beroep doet op een andere onderneming of een onderaannemer die

!

Heet van de naald: annualisering van de arbeidstijd

De sociale partners hadden in oktober 2011 een akkoord bereikt over de arbeidsduur (zie nieuwsflash van november 2011). Naast een beperking van het maximumaantal te presteren uren per week en per maand voorzag het akkoord ook in besprekingen over de annualisering van de arbeidstijd van operationele bedienden. Bedoeling was te onderhandelen over compensaties met het oog op een harmonisering van de arbeidstijd voor de arbeiders en de operationele bedienden en dit vóór 31 december 2012. De onderhandelingen hebben echter nooit plaatsgevonden… Aansluitend op de sectoronderhandelingen 2013-2014 hebben we -op vraag van de werkgevers- vergaderingen belegd om ter zake tot een akkoord te komen. De eerste voorstellen van de werkgevers zijn totaal onaanvaardbaar: aanzienlijke verhoging van de flexibiliteit voor de operationele bedienden én voor de arbeiders, geen compensatie,… De onderhandelingen zijn niet afgesprongen. Wel zullen de werkgevers hun voorstel grondig moeten herzien willen ze met ons verder onderhandelen! Wordt vervolgd.

-3-


CONTACTEER ONS AALST Hopmarkt, 45 053/73.45.38 ANTWERPEN Aalmoezenierstraat 14-16 03/222.70.70 BRUGGE Oude Burg, 17 050/44.41.61 BRUSSEL Kartuizersstraat 70B 02/500.28.80 GENT Poel, 7 09/265.43.41 IEPER St.-Jacobsstraat, 34 059/34.26.36 KORTRIJK P. Kennedypark, 16D 056/23.55.55 LEUVEN Martelarenlaan 8 3010 Kessel-Lo 016/21.94.60 HASSELT Mgr. Broekxplein, 6 011/29.09.52 MECHELEN Onder den Toren, 5 015/71.85.50 OOSTENDE Dr. L. Colensstraat, 7 059/55.25.57 ROESELARE H. Horriestraat, 31 051/26.55.22 ST.-NIKLAAS H. Heymanplein, 7 03/765.23.50 TURNHOUT Korte Begijnenstraat, 20 014/44.61.45

Vervoerskosten vanaf 1 februari 2014 VOOR DE ARBEIDERS

VOOR DE BEDIENDEN

Ze hebben recht op de terugbetaling door de werkgever van de verplaatsingskosten van hun woonplaats naar hun werkplaats, ongeacht het gebruikte vervoermiddel (fiets, auto, tram, trein, bus, enz.) en ongeacht het aantal kilometers, op volgende basis:

Ze hebben recht op de terugbetaling door de werkgever van hun verplaatsingskosten tussen hun woon- en werkplaats, ongeacht het aantal kilometers, en dit op volgende basis:

1) werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer hebben recht op de volledige terugbetaling van de kosten voor de aankoop van een treinkaart en/of andere abonnementen voor het openbaar vervoer, ongeacht hun uurrooster; 2) werknemers die gebruik maken van hun eigen vervoermiddel hebben per prestatie recht op de terugbetaling van 1/5 van een wekelijkse treinkaart aan 120% in functie van de afgelegde kilometers enkele reis, met een maximum van 7/5. Bij onderbroken diensten zal er 1/5 van de treinkaart aan 120% betaald worden per prestatie zonder beperking tot 7/5; 3) voor dringende oproepen, d.w.z. oproepen buiten de planning met tussenkomst binnen de 12 uur, zal de werknemer eerst gebruik maken van de mogelijkheden van het openbaar vervoer. Als dat onmogelijk is, zal een terugbetaling van 0,25 euro per km toegekend worden voor het gebruik van het privévoertuig; 4) bijkomende verplaatsingskosten die het gevolg zijn van speciale opdrachten op vraag van de werkgever en die het gebruik van een privévoertuig vereisen, worden terugbetaald aan 0,25 euro per km. Dat zal ook het geval zijn voor opeenvolgende opdrachten (retail, parking); 5) in het havengebied van Antwerpen krijgen de werknemers een vergoeding van 0,25 euro/km (heen en terug) voor het gebruik van hun privévoertuig als ze geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer en/of het vervoer georganiseerd door de onderneming of door de klant; 6) een vergoeding van 0,22 euro per km (bedrag geldig sinds 1 januari 2013) wordt uitbetaald voor reële verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de werkplaats (heen en terug).

-4-

1) volledige terugbetaling van kosten voor de aankoop van een trein- kaart en/of andere abonnementen voor het openbaar vervoer; 2) de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken, hebben per prestatie recht op de terugbetaling van 1/5 van de wekelijkse treinkaart aan 120%, in functie van het afgelegde aantal kilometers enkele reis; 3) in geval van dringende oproepen (buiten de planning met tussenkomst binnen de 12 uur) en/of speciale opdrachten op vraag van de werkgever die het gebruik van een privévoertuig vereisen, ontvangt de bediende 0,25 euro/km heen en terug; 4) een vergoeding van 0,22 euro per km (bedrag geldig sinds 1 januari 2013) wordt uitbetaald voor reële verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de werkplaats (heen en terug). OP MILITAIRE BASIS 1) als ze een eigen vervoermiddel gebruiken, hebben ze per prestatie recht op de terugbetaling van 1/5 van de wekelijkse treinkaart aan 120% in functie van het afgelegde aantal kilometers enkele reis; 2) de bijkomende verplaatsingskosten die het gevolg zijn van speciale taken in opdracht van de werkgever en die het gebruik van een privévoertuig vereisen, worden terugbetaald aan 0,25 euro per km; 3) in geval van wederoproeping wordt een forfaitaire verplaatsingsvergoeding van 6,82 euro per wederoproeping toegekend; 4) een vergoeding van 0,22 euro per km (bedrag geldig sinds 1 januari 2013) wordt uitbetaald voor reële verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de werkplaats (heen en terug).


BEDRAGEN VAN TOEPASSING VANAF 1 FEBRUARI 2014

PER DAG

PER DAG AAN 120%

PER WEEK

PER WEEK AAN 120%

KM

Tussenkomst

Tussenkomst

Tussenkomst = Prijs

Tussenkomst

1

2,00

2,40

10,00

2

2,00

2,40

10,00

3

2,00

2,40

4

2,18

5

PER DAG PER DAG AAN 120%

PER WEEK

PER WEEK AAN 120%

KM

Tussenkomst

Tussenkomst

Tussenkomst = Prijs

Tussenkomst

12,00

30

6,10

7,32

30,50

36,60

12,00

31-33

6,30

7,56

31,50

37,80

10,00

12,00

34-36

6,70

8,04

33,50

40,20

2,62

10,90

13,08

37-39

7,10

8,52

35,50

42,60

2,34

2,81

11,70

14,04

40-42

7,40

8,88

37,00

44,40

6

2,50

3,00

12,50

15,00

43-45

7,80

9,36

39,00

46,80

7

2,64

3,17

13,20

15,84

46-48

8,20

9,84

41,00

49,20

8

2,80

3,36

14,00

16,80

49-51

8,60

10,32

43,00

51,60

9

2,94

3,53

14,70

17,64

52-54

8,80

10,56

44,00

52,80

10

3,10

3,72

15,50

18,60

55-57

9,10

10,92

45,50

54,60

11

3,24

3,89

16,20

19,44

58-60

9,30

11,16

46,50

55,80

12

3,40

4,08

17,00

20,40

61-65

9,70

11,64

48,50

58,20

13

3,54

4,25

17,70

21,24

66-70

10,20

12,24

51,00

61,20

14

3,70

4,44

18,50

22,20

71-75

10,60

12,72

53,00

63,60

15

3,84

4,61

19,20

23,04

76-80

11,00

13,20

55,00

66,00

16

4,00

4,80

20,00

24,00

81-85

11,40

13,68

57,00

68,40

17

4,14

4,97

20,70

24,84

86-90

11,80

14,16

59,00

70,80

18

4,30

5,16

21,50

25,80

91-95

12,40

14,88

62,00

74,40

19

4,44

5,33

22,20

26,64

96-100

12,80

15,36

64,00

76,80

20

4,60

5,52

23,00

27,60

101-105

13,20

15,84

66,00

79,20

21

4,74

5,69

23,70

28,44

106-110

13,60

16,32

68,00

81,60

22

4,90

5,88

24,50

29,40

111-115

14,00

16,80

70,00

84,00

23

5,00

6,00

25,00

30,00

116-120

14,40

17,28

72,00

86,40

24

5,20

6,24

26,00

31,20

121-125

15,00

18,00

75,00

90,00

25

5,30

6,36

26,50

31,80

126-130

15,40

18,48

77,00

92,40

26

5,50

6,60

27,50

33,00

131-135

15,80

18,96

79,00

94,80

27

5,60

6,72

28,00

33,60

136-140

16,20

19,44

81,00

97,20

28

5,80

6,96

29,00

34,80

141-145

16,60

19,92

83,00

99,60

29

5,90

7,08

29,50

35,40

146-150

17,20

20,64

86,00

103,20

-5-


Nieuw statuut De wet over het eenheidsstatuut is ingegaan op 1 januari 2014. Arbeiders en bedienden genieten voortaan dezelfde rechten op het vlak van de opzegtermijnen. Verder wordt de carenzdag geschrapt. Maar deze wet volstaat niet om het eenheidsstatuut in zijn geheel te realiseren. Naast de carenzdag en de opzegtermijnen moeten nog heel wat andere ongelijkheden weggewerkt worden: tijdelijke werkloosheid, vakantiegeld, gewaarborgd loon, uitbetaling van de lonen,… Het ACV is altijd voorstander geweest van de volledige wegwerking van alle verschillen. We hopen dat er op alle vlakken snel schot in de zaak komt! Wat betekent dit nu concreet voor de werknemers uit de bewaking?

AFSCHAFFING VAN DE CARENZDAG Was een arbeider minder dan 14 dagen ziek, dan werd zijn eerste dag ziekte niet uitbetaald. Dit is de carenzdag. Voor bedienden bestond dit niet. Vanaf 1 januari 2014 verdwijnt de carenzdag. Voor de bewaking was de carenzdag al in bepaalde gevallen afgeschaft. Toch was hij nog van toepassing op heel wat arbeiders. Het verdwijnen van de carenzdag is een stap vooruit voor de sector! NIEUWE REGELS VOOR DE OPZEGTERMIJNEN Vanaf 1 januari 2014 gelden dezelfde opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden, enkel op basis van anciënniteit. Dus zonder onderscheid in statuut, loon of leeftijd. Voor werknemers die in dienst waren voor 1 januari 2014 blijven de rechten behouden die op 31 december 2013 opgebouwd zijn op het vlak van de opzegtermijnen (meer uitleg hieronder).

ARBEIDSOVEREENKOMST DIE INGAAT VANAF 1 JANUARI 2014 Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst die ingaat vanaf 1 januari 2014 is de opzegtermijn zoals in onderstaande tabel, ongeacht hun statuut.

anciënniteit

opzeg door de werkgever (in weken)

opzeg door de werknemer (in weken)

1

9 < 10 jaar

30

13

2

10 < 11 jaar

33

13

6

3

11 < 12 jaar

36

13

9 < 12 maanden

7

3

12 < 13 jaar

39

13

12 < 15 maanden

8

4

13 < 14 jaar

42

13

15 < 18 maanden

9

4

14 < 15 jaar

45

13

18 < 21 maanden

10

5

15 < 16 jaar

48

13

21 < 24 maanden

11

5

16 < 17 jaar

51

13

2 jaar < 3 jaar

12

6

17 < 18 jaar

54

13

3 < 4 jaar

13

6

18 < 19 jaar

57

13

4 < 5 jaar

15

7

19 < 20 jaar

60

13

5 < 6 jaar

18

9

20 < 21 jaar

62

13

6 < 7 jaar

21

10

21 < 22 jaar

63

13

7 < 8 jaar

24

12

+ 1 week

13

8 < 9 jaar

27

13

per bijkomend begonnen jaar

opzeg door de werkgever (in weken)

opzeg door de werknemer (in weken)

0 maand < 3 maanden

2

3 < 6 maanden

4

6 < 9 maanden

anciënniteit

Voorbeeld Je arbeidsovereenkomst is ingegaan op 1 januari en je wordt ontslagen op 30 mei. Je hebt minder dan 6 maanden anciënniteit. Je hebt dus recht op 4 weken opzeg.

-6-


ARBEIDSOVEREENKOMST DIE INGEGAAN IS VÓÓR 1 JANUARI 2014 Voor de arbeiders:

Voor de bedienden:

Voor arbeiders met een arbeidsovereenkomst die ingegaan is vóór 1 januari 2014 wordt de opzegtermijn opgesplitst in twee stukken.

Voor bedienden met een arbeidsovereenkomst die ingegaan is vóór 1 januari 2014 wordt de opzegtermijn opgesplitst in twee stukken.

Het eerste stuk is de opzegtermijn die je zou hebben gekregen als je was ontslagen op 31 december 2013. Dit is de vastgeklikte opzegtermijn of de “rugzak”.

Het eerste stuk is de opzegtermijn die je zou hebben gekregen als je was ontslagen op 31 december 2013. Dit is de vastgeklikte opzegtermijn of de “rugzak”.

anciënniteit

opzeg

Minimum?

7 dagen

Jaarloon op 31/12/2013

Berekening?

0 < 6 maanden 6 maanden < 5 jaar

40 dagen

≤ 32.254 €

3 maanden / 5 jaar*

3 maanden

> 32.254 €

1 maand / jaar*

3 maanden

> 64.508 €

1 maand /jaar*

3 maanden

5 < 10 jaar

48 dagen

10 < 15 jaar

72 dagen

15 < 20 jaar

97 dagen

20 jaar en +

129 dagen

Opgelet, bij werkloosheid met bedrijfstoeslag (vroeger brugpensioen) worden de verkorte opzegtermijnen toegepast: 28 dagen indien je minder dan 20 jaar anciënniteit hebt en 56 dagen indien je meer dan 20 jaar anciënniteit hebt.

Het tweede stuk komt overeen met je anciënniteit vanaf 1 januari 2014 volgens de nieuwe tabel (zie p.6).

*jaar = per begonnen jaar of periode van 5 begonnen jaren

Het tweede stuk komt overeen met je anciënniteit vanaf 1 januari 2014 volgens de nieuwe tabel (zie p.6). Je telt het eerste en tweede stuk op. Dit is de opzegtermijn waarop je recht hebt.

Je telt het eerste en tweede stuk op. Dit is de opzegtermijn waarop je recht hebt.

Voorbeeld

Voorbeeld

Je bent arbeider en je arbeidsovereenkomst is ingegaan op 1 april 2002. Je wordt ontslagen op 1 juni 2014. Je opzegtermijn wordt als volgt berekend:

Je bent bediende en je arbeidsovereenkomst is ingegaan op 1 oktober 2005. Je wordt ontslagen in november 2016. • anciënniteit tot 31 december 2013: 8 jaar en 3 maanden => aangezien je jaarloon op 31 december 2013 hoger was dan 32 254 euro heb je recht op 9 maanden opzeg (1 maand per begonnen jaar) • anciënniteit vanaf 1 januari 2014: 2 jaar en 10 maanden => opzegtermijn van 12 weken

anciënniteit tot 31 december 2013 : 11 jaar en 9 maanden => opzegtermijn van 72 dagen anciënniteit vanaf 1 januari 2014: 5 maanden => opzegtermijn van 4 weken

Als je beide opzegtermijnen optelt, kom je op een totaal van 72 dagen + 4 weken.

Als je beide opzegtermijnen optelt, kom je op een totaal van 9 maanden + 12 weken.

-7-


COMPENSATIE VOOR DE ARBEIDERS >> vervolg p.7

Akkoord 2013-204 : vervolg p.1

Ofwel een compensatievergoeding: Zij wordt toegekend aan arbeiders met meer dan 20 jaar anciënniteit op 1 januari 2014. Zij zal de komende jaren geleidelijk uitgebreid worden naar andere categorieën arbeiders: arbeiders met meer dan 15 jaar anciënniteit vanaf 1 januari 2015, arbeiders met meer dan 10 jaar anciënniteit vanaf 1 januari 2016, voor alle arbeiders vanaf 1 januari 2017. De vergoeding wordt berekend op basis van het verschil tussen de opzeg die je in de nieuwe regeling zou gekregen hebben en de opzeg die je daadwerkelijk gekregen hebt, uitgedrukt in weken nettoloon. Ofwel een ontslaguitkering: Zij wordt toegekend aan alle arbeiders die de bovenvermelde compensatievergoeding niet kunnen genieten. Zij komt overeen met volgende bedragen: Arbeidsovereenkomst is ingegaan vóór 01/01/2012 Anciënniteit

Ontslaguitkering

Minder dan 6 maanden

Geen uitkering

Van 6 maanden tot 5 jaar

1250 €

Van 5 jaar tot 10 jaar

2500 €

Van 10 jaar tot 15 jaar

3750 €

Van 15 jaar tot 20 jaar

3750 €

Meer dan 20 jaar

3750 €

Arbeidsovereenkomst die ingegaan is na 31/12/11 Anciënniteit

Ontslaguitkering

Minder dan 6 maanden

Geen uitkering

Vanaf 6 maanden

1250 €

Beide vergoedingen (compensatievergoeding en ontslaguitkering) worden betaald door de RVA. Je kan je aanvraag indienen via een dienstencentrum van het ACV. AFSCHAFFING VAN DE PROEFPERIODE Via de proefperiode konden werkgever en werknemer nagaan of hun arbeidsbetrekking wel overeenstemde met hun verwachtingen en behoeften. De proefperiode verdwijnt nu vanaf 1 januari 2014. Er wordt wel een uitzondering voorzien voor studentenarbeid, tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.

SECTORAAL PENSIOEN Sinds 1 januari 2010 krijgen de werknemers uit de bewaking (arbeiders en bedienden, voltijds of deeltijds) een bijkomend pensioen bovenop het wettelijke pensioen. Dit sectoraal pensioen wordt gefinancierd door de werkgever, die een bijdrage van 0,25% van de gewone lonen stort. Sinds 1 januari 2014 bedraagt deze bijdrage 0,50% van de loonmassa. INDEXERING VAN DE PREMIES De meeste premies in de sector volgen het systeem van de indexering (met andere woorden, ze worden aangepast aan de evolutie van de levensduurte). Er waren nog steeds enkele uitzonderingen: • de stand-bypremie van 5,70 euro per 24 uur of 39,90 euro per kalenderweek; • de premie waardevervoer van 0,10 euro per gepresteerd uur; • de hondenpremie van 0,25 euro per gepresteerd uur met hond. Deze premies worden voortaan geïndexeerd samen met de lonen. Opgelet, pas bij de volgende loonindexering zullen deze premies stijgen. Omwille van de maatregelen van de regering om de berekeningswijze van de index aan te passen en de btw op elektriciteit te verlagen, zal de volgende indexering vermoedelijk niet voor 2015 plaatsvinden! ANCIËNNITEITSDAG De bedienden hebben vandaag recht op 1 verlofdag per 5 jaar anciënniteit (tot 30 jaar). De arbeiders hadden slechts recht op maximaal 3 dagen: 1 na 10 jaar; 2 na 15 jaar en 3 na 20 jaar. Met het oog op de harmonisering hebben we 1 extra dag na 25 jaar anciënniteit verkregen (een volledige harmonisering zou onbetaalbaar geweest zijn!). Deze maatregel geldt sinds 1 januari 2014. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (VROEGER BRUGPENSIOEN) Alle stelsels van brugpensioen (brugpensioen op 60 jaar, brugpensioen op 58 jaar, brugpensioen op 56 jaar na een loopbaan van 40 jaar, brugpensioen op 56 jaar na een loopbaan van 33 jaar en 20 jaar nachtarbeid) worden verlengd tot 30 juni 2015 (behalve brugpensioen op 58 jaar dat wettelijk enkel verlengd kon worden tot 31 december 2014). TIJDSKREDIET 50 JAAR EN LOOPBAAN VAN 28 JAAR Om budgettaire redenen heeft de regering in 2012 het recht op tijdskrediet ‘eindeloopbaan’ beperkt door de leeftijd te verschuiven van 50 naar 55 jaar. Om deze maatregel te verzachten, kunnen werknemers van 50 jaar na een loopbaan van 28 jaar recht 1/5-arbeidsduurvermindering vragen. Dit moet wel in een collectieve arbeidsovereenkomst in de sector voorzien zijn. Dit is het geval voor de bewakingssector maar enkel geldig tot 31 december 2014.

-8-

Verantwoordelijke uitgever: Philippe Yerna - Kartuizersstraat 70, 1000 Brussel

Arbeiders die in dienst zijn vóór 1 januari 2014 zullen systematisch een kortere opzegtermijn hebben dan bedienden met eenzelfde anciënniteit of arbeiders die in de nieuwe regeling zitten. Daarom heeft de overheid een compensatie voorzien. Deze compensatie kan 2 vormen aannemen:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.