Nieuwsflash Voedingshandel januari-februari 2014

Page 1

PC 119 VOEDINGSHANDEL

JA N - F E B 2 014

De Voorzitter aan het woord 2013 was een belangrijk jaar voor de arbeiders. Op bevel van het Grondwettelijk Hof werden eindelijk belangrijke stappen gezet in de richting van een gelijke behandeling tussen arbeiders en bedienden. Zo zijn sinds 1 januari 2014 de carensdag en de proefperiode afgeschaft en zijn er nieuwe opzeggingstermijnen van toepassing. Toch zijn we er nog lang niet. De komende jaren zullen ook de andere discriminaties nog weggewerkt moeten worden. Net voor het einde van vorig jaar konden wij na moeizame onderhandelingen ook nog een sectorakkoord afsluiten. Over dit en nog meer lees je in deze nieuwsflash. Pia Stalpaert

INHOUD Indexering lonen

2

Wij hebben een sectorakkoord 2-5 Eenheidsstatuut 5-7 Werken in de koude

8

Minimumlonen 9-11 Vervoerkosten 12

Wat wijzigt er? Wat is nieuw? VANAF 1 JANUARI 2014 • Indexering van de lonen met 1,02 % (zie p. 2) • Verhoging van premies en vergoedingen (zie p. 2) • Eindeloopbaandagen (zie p. 4) • Landingsbaan 50+ (1/5) (zie p. 4) • Afschaffing van de proefperiode (zie p. 5) • Afschaffing van de carensdag (zie p. 5) • Nieuwe opzeggingstermijnen (zie p. 6-7) VANAF 1 FEBRUARI 2014 • Vervoerkosten (zie p.12)

Volg ons op Facebook http://www.facebook.com/ acvvoedingendiensten

Of neem een kijkje op: www.acv-voeding-diensten.be

CONTACTEER ONS

We blijven tot uw beschikking om uw vragen te beantwoorden. Aarzel niet ons te contacteren in uw regio. > zie adressen op p. 8


Indexering lonen met 1,02% (vanaf 1/1/2014) Eén keer per jaar, in januari, worden de lonen in de sector geïndexeerd. De index dit jaar bedraagt 1,02%. Concreet betekent dit dat zowel de minimumlonen als de reële lonen (= lonen boven de sectorale minimumlonen) stijgen met 1,02% (= oude lonen x 1,0102). Op p. 9-11 vind je de nieuwe sectorale minimumuurlonen in de 38 urenweek.

Opgelet! Sinds mei 2012 bestaan er in de sector 2 minimumlonen: 1 voor ondernemingen die het voordeel van de ecocheque hebben omgezet in een loonsverhoging (zie barema I) en 1 voor ondernemingen die het voordeel van de ecocheque hebben omgezet in een ander voordeel (zie barema II)

Wij hebben een sectorakkoord! Omdat er lang onduidelijkheid was over de kostprijs van het eenheidsstatuut werden de onderhandelingen voor een sectorakkoord 2013-2014 pas midden september en dus veel later dan gewoonlijk opgestart. Omdat de regering besliste om de lonen te bevriezen (= loonnorm 0) konden wij deze keer geen looneisen stellen. Ons eisenbundel bevatte dan ook voornamelijk eisen om de werksituatie van de arbeiders te verbeteren, de zogenaamde kwalitatieve eisen.

ONZE ACV-DOSSIERS Om tot een sectorakkoord te kunnen komen waren voor ACV Voeding en Diensten volgende elementen belangrijk: 1. Indexering van premies, vergoedingen en kosten 2. Werken in de koude 3. Eindeloopbaan 4. Vorming voor arbeiders 5. Vertegenwoordiging van de arbeiders in de ondernemingen EEN AKKOORD! Op 4 december 2013 werd een voorakkoord voor de sector bereikt. Op 19 december werd het akkoord door de sociale partners getekend. INHOUD AKKOORD? Maar wat betekent dit akkoord nu allemaal? Wij zetten hieronder de belangrijkste punten op een rijtje. Verhoging van vergoedingen en premies (vanaf 1/1/2014) In de sector van de Voedingshandel zijn de vergoedingen en premies niet automatisch gekoppeld aan de index. Voor het behoud van de koopkracht is het nochtans van belang dat ze worden geïndexeerd. Het sectorakkoord voorziet een aanpassing aan de index.

VERLOOP ONDERHANDELINGEN De onderhandelingen verliepen bijzonder moeizaam. Tijdens de eerste 2 vergaderingen kregen wij van de werkgevers een “njet” op nagenoeg al onze eisen. Wij vroegen ons dan ook af of de werkgevers echt wel een sectorakkoord wilden afsluiten. Het is pas op de laatste vergaderingen dat zij zich een stuk constructiever zijn gaan opstellen. ACV Voeding en Diensten heeft er alles aan gedaan om tot een sectorakkoord te komen. Een sectorakkoord garandeert immers een vooruitgang voor iedereen in de sector (= +/41.000 arbeiders) ongeacht of je nu in een kleine of grote onderneming werkt.

NIE De nieuwe bedragen zijn: UW • Ploegenpremie: 0,23 €/u • Namiddagpremie: 0,23 €/u • Werkkledij (aankoop en onderhoud): 3,61 €/week • Jaarlijkse premie (december): 112,20 € • Jaarlijkse premie (januari): 78,54 € • Jaarlijkse premie (januari): 165,42 € • Premie collectief ontslag: 3,80 €/dag • Premie langdurige ziekte: 3,80 €/dag • Premie overmacht: 3,80 €/dag • Premie tijdelijke werkloosheid: 3,80 €/dag

!

Opgelet: de bedragen die hier worden vermeld zijn sectorale minimumvergoedingen en premies. Het is mogelijk dat er in jouw onderneming hogere bedragen voorzien zijn.

-2-


Vervoerkosten openbaar vervoer De werkgever dient tussen te komen in de kostprijs van het woon-werkverkeer. Het bedrag van de tussenkomst hangt af van het gebruikte vervoermiddel en –uiteraard ook- van de afstand tussen de woonplaats en het werk. Jaarlijks, in februari, wordt de prijs voor het openbaar vervoer verhoogd. Toch betekende een dergelijke prijsstijging voor arbeiders die met het openbaar vervoer naar het werk komen niet dat zij meer van hun werkgever terug kregen. Omdat sinds 2009 de tussenkomst van de werkgever niet meer aangepast werd vonden wij het hoog tijd om een verhoging van de tussenkomst in ons eisenbundel op te nemen. Wij slaagden erin om de tussenkomst van de werkgever bij gebruik van het openbaar te verhogen.

betaalt 80% van de prijs van het abonnement rechtstreeks aan de NMBS of MIVB. De overige 20% wordt betaald door de overheid. Misschien vraagt je je af waarom er voor De Lijn (= openbaar vervoer Vlaanderen), of TEC (= openbaar vervoer Wallonië) geen derdebetalersregeling kon worden overeengekomen. Dit komt omdat De Lijn of TEC dit systeem niet aanbiedt. Van zodra zij ook een derdebetalersregeling aanbieden zullen wij dit ook vragen. In de tabel op p. 12 vind je de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten vanaf 1/2/2014. Eindeloopbaan • SWT (= nieuwe benaming voor brugpensioen)

NIEUW ! Vanaf 1/2/2014 ziet de tussenkomst er als volgt uit: • Voor De Lijn en TEC: verhoging van de tussenkomst van gemiddeld 75% naar 80%. • Voor de NMBS en MIVB: een gratis abonnement (= derdebetalersregeling) Wat moet je doen om een gratis abonnement te krijgen? Als werknemer moet je zelf niets ondernemen. Het is de werkgever die een overeenkomst moet afsluiten (= derdebetalersovereenkomst) met de NMBS of de MIVB. Hierin bepaalt hij of je een gratis week-, maand-, driemaandelijks of jaarabonnement zal krijgen. Als werknemer laat je telkens je abonnement verlengen wanneer de duurtijd verloopt. Je betaalt voor je abonnement voortaan dus niets meer. De werkgever

In de sector bestaan er 3 systemen van SWT. De bestaande systemen konden maximaal, binnen de wettelijke mogelijkheden, worden verlengd:

NIEUW ! -- S WT 56 jaar, 40 jaar loopbaan: tot 31/12/2015 -- SWT 56 jaar, 33 jaar loopbaan, 20 jaar nacht: tot 31/12/2014 -- SWT 58 jaar, 38 jaar loopbaan: tot 31/12/2014 Op aandringen van ACV Voeding en Diensten kwam het dossier SWT op 56 jaar voor wie 20 jaar in diepvriezers heeft gewerkt op de onderhandelingstafel. Wij willen namelijk in de sector van de Voedingshandel een nieuwe vorm van SWT invoeren voor wie lange tijd (20 jaar) gewerkt heeft in diepvriezers. Om

-3-


dit systeem in de sector te kunnen invoeren moet hierover eerst in het kader van het volgende interprofessioneel akkoord (IPA) een akkoord worden gesloten. De werkgevers van de sector hebben zich alvast akkoord verklaard om samen met de vakbonden hiervoor de nodige stappen te zetten bij de bevoegde minister. Het ACV zal deze eis opnemen in het memorandum dat de komende maanden aan de politieke partijen zal worden overhandigd. ACV Voeding en Diensten blijft dit dossier verder opvolgen. Op onze vraag om SWT ook in te voeren voor zware beroepen (*) wilden de werkgevers niet ingaan. Zij hadden hiervoor geen mandaat gekregen van hun achterban. Omdat het systeem van “SWT zware beroepen” ook via een collectieve arbeidsovereenkomst in een onderneming kan ingevoerd worden, zal dit in een aantal ondernemingen aan bod komen bij het ondernemingsoverleg.

Het sectorakkoord voorziet een nieuwe vorm van landingsbaan op 50 jaar voor werknemers met een beroepsloopbaan van minstens 28 jaar Aan welke voorwaarden moet je nu voldoen om hierop recht te hebben? 1/ bij het begin van de landingsbaan minstens 50 jaar zijn 2/ een beroepsloopbaan hebben van minstens 28 jaar 3/ 24 maanden voorafgaand aan je aanvraag voltijds of 4/5 (in het kader van tijdskrediet) gewerkt hebben. 4/ een anciënniteit van minstens 5 jaar in de onderneming hebben 5/ akkoord van de werkgever. Deze voorwaarde geldt enkel voor kleine ondernemingen (= onderneming met minder dan 50 werknemers en maximum 10 arbeiders) (*) zwaar beroep = werken in wisselende ploegen of nachtwerk of onderbroken diensten

(*) zware beroepen = wisselende ploegen of nachtprestaties of onderbroken diensten

NIEUW ! • Eindeloopbaandagen Wie voldoet aan de voorwaarden om in SWT te gaan maar blijft doorwerken heeft voortaan recht op eindeloopbaandagen. Voldoe je aan de voorwaarden om op SWT te gaan op 56 jaar dan heb je recht op 2 dagen per jaar, SWT op 58 jaar geeft je recht op 3 dagen per jaar, SWT op 60 jaar op 4 dagen per jaar. Voor wie deeltijds werkt worden de dagen pro rata toegekend. De eindeloopbaandagen worden door de werkgever betaald en vastgelegd in onderling akkoord.

• Onderzoek over “langer werken”, peter-meterschap en overstap van zwaar naar lichter werk Iedereen is zich ervan bewust dat er langer zal moeten worden gewerkt. De vraag die zich dan stelt is: hoe? De sociale partners van de sector zijn zich ervan bewust dat het antwoord op deze vraag niet eenvoudig is. Daarom werd er beslist dat het Sociaal Fonds een onderzoek zal wijden aan deze problematiek. Daarnaast zullen de werkgevers peter-meterschap door oudere werknemers aanmoedigen bij de ondernemingen. Ten slotte zal er vanuit de sector een aanbeveling komen om de bekendheid van de overstappremie die de RVA voorziet bij een overstap van zwaar naar licht werk bij de werkgevers te verbeteren. • Opleiding voor oudere werknemers

Het recht op eindeloopbaandagen is een bijkomend recht. Heb je bijvoorbeeld al recht op anciënniteitsdagen dan komen de eindeloopbanen er extra bij. Hoe worden de dagen concreet toegekend? Op 1 januari van elk jaar zal men nagaan of je voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde (56, 58 of 60 jaar), recht hebt op SWT en je niet in opzegging bent. Voldoe je aan deze 3 voorwaarden dan heb je voor dat jaar recht op je eindeloopbaandagen. • Landingsbaan op 50 jaar (1/5) met 28 jaar beroepsloopbaan De regering Di Rupo I herzag het systeem van de landingsbanen grondig. Zo werd de aanvangsleeftijd van 50 naar 55 jaar en de loopbaanvoorwaarde van 20 naar 25 jaar gebracht. Een landingsbaan op 50 jaar kan nog slechts in heel uitzonderlijke gevallen: -- 5 0 jaar (1/2): alleen voor werknemers die in een zwaar beroep (*) werken dat eveneens een knelpuntberoep is of bij herstructureringen -- 50 jaar (1/5): alleen voor werknemers die in een zwaar beroep (*) werken of bij herstructureringen -- 50 jaar (1/5), 28 jaar beroepsloopbaan NIEUW !

Het Sociaal Fonds maakt vanaf 2014 een budget vrij dat specifiek zal worden aangewend voor de opleiding van oudere werknemers.

De opleidingen die in dit kader zullen worden aangeboden zullen op de website van het Sociaal Fonds geplaatst worden (www.sfonds119.be).

-4-


Werken in de koude

werd.

Bij werken in gekoelde ruimtes voorziet de sector in een premie Wel wordt er een werkgroep opgericht die de bestaande die naargelang de temperatuur waarin je werkt 2, 5 of 10% van regeling zal opvolgen. Daarnaast worden de werkgevers via het uurloon bedraagt. een sectorale aanbeveling op hun wettelijke verplichtingen gewezen, met name dat zij bij werk in de koude de nodige Omdat er op het terrein vaak discussies zijn over het feit of een maatregelen moeten nemen en indien noodzakelijk persoonlijke arbeider al dan niet recht heeft op de koudepremie hebben wij beschermingsmiddelen (bv. handschoenen, vesten, thermisch tijdens de sectoronderhandelingen getracht om de bestaande ondergoed, … ) moeten geven. regeling te verduidelijken. Daarnaast wilden wij ook een premie voor wie niet in koelkamers werkt maar toch in de koude (bv. in Omdat vorming voor arbeiders die in de kou werken noodzakelijk magazijnen of buiten). en belangrijk is zal het Sociaal Fonds de opleidingen die hierover bestaan oplijsten en op de website publiceren. Na urenlange discussies zijn we er hier niet in geslaagd. De (www.sfonds119.be) werkgevers bleken niet bereid om iets aan de bestaande regeling te veranderen. Elke verandering betekende volgens Meer over “werken in de koude” vind je verder in deze hen een loonsverhoging, hetgeen door de regering verboden nieuwsflash.

Eenheidsstatuut

We zetten ze hierna kort op een rijtje. AFSCHAFFING VAN DE PROEFPERIODE

NIEUW !

Vanaf 1/1/2014 moet de werkgever voor iedereen de eerste dag ziekte betalen. Uiteraard dien je wel de werkgever op de hoogte te brengen van je ziekte en het medisch attest tijdig over te maken. Doe je dat niet dan kan de werkgever weigeren om je gewaarborgd loon (= loon tijdens een ziekteperiode) te betalen.

De proefperiode wordt afgeschaft. Alleen in arbeidsovereenkomsten voor studenten of interims mag nog een proefbeding opgenomen worden . Heb je een arbeidsovereenkomst die vóór 1/1/2014 gestart is en werd hierin een proefbeding opgenomen dan blijft dit beding wel geldig. AFSCHAFFING VAN DE CARENSDAG

NIEUW !

De carensdag is de eerste dag ziekte wanneer een arbeider minder dan 14 dagen ziek is. De wet voorzag dat de carensdag door de werkgever niet betaald moest worden. In de sector konden wij in 2005 overeen komen dat voor arbeiders met een anciënniteit van minstens 5 jaar de eerste 2 carensdagen door de werkgever dienden betaald te worden.

ZVEORSECKHILDLEEN

7

De grootste verschillen vind je echter in hun statuut. Nochtans is het onderscheid

-5-

tussen arbeiders en bedienden echt niet meer van deze tijd. Daarom wil het ACV

1 beter, gemeenschappelijk statuut voor alle werknemers. Met 1 regeling voor de proeftijd, jaarlijkse vakantie, loon bij ziekte, opzegtermijn, enz.

V.U.: Dominique Leyon - Haachtsesteenweg 579 - 1030 Brussel - www.acv-online.be

Met het oog op de toenadering tussen de statuten van arbeiders en bedienden zijn er sinds 1/1/2014 een aantal nieuwe regels van toepassing.


NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN

NIEUW !

Sinds begin dit jaar zijn er voor iedereen, dit is voor de werkgever maar ook voor de werknemer (!), nieuwe opzeggingstermijnen van toepassing. Hoe bereken je voortaan de opzeggingstermijn in de sector? Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: (1) contracten die vanaf 1/1/2014 zijn aangevangen en (2) contracten die vóór 1/1/2014 zijn aangevangen 1. DE CONTRACTEN DIE VANAF 1/1/2014 ZIJN AANGEVANGEN Voor deze contracten zijn de volgende opzeggingstermijnen van toepassing: Opzeggingstermijnen voor de werkgever TABEL A anciënniteit

opzeggingstermijn

anciënniteit

opzeggingstermijn

anciënniteit

opzeggingstermijn

0 maand < 3 maanden

2 weken

5 < 6 jaar

18 weken

16 < 17 jaar

51 weken

3 < 6 maanden

4 weken

6 < 7 jaar

21 weken

17 < 18 jaar

54 weken

6 < 9 maanden

6 weken

7 < 8 jaar

24 weken

18 < 19 jaar

57 weken

9 < 12 maanden

7 weken

8 < 9 jaar

27 weken

19 < 20 jaar

60 weken

12 < 15 maanden

8 weken

9 < 10 jaar

30 weken

20 < 21 jaar

62 weken

15 < 18 maanden

9 weken

10 < 11 jaar

33 weken

21 < 22 jaar

63 weken

18 < 21 maanden

10 weken

11 < 12 jaar

36 weken

:

21 < 24 maanden

11 weken

12 < 13 jaar

39 weken

2 jaar < 3 jaar

12 weken

13 < 14 jaar

42 weken

3 < 4 jaar

13 weken

14 < 15 jaar

45 weken

4 < 5 jaar

15 weken

15 < 16 jaar

48 weken

anciënniteit

opzeggingstermijn

anciënniteit

opzeggingstermijn

5 weken

6 < 7 jaar

10 weken

+ 1 week per bijkomend jaar anciënniteit

Opzeggingstermijnen voor de arbeider TABEL B anciënniteit

opzeggingstermijn

0 maand < 3 maanden

1 week

18 < 24 maanden

3 < 6 maanden

2 weken

2 < 6 jaar

6 weken

7 < 8 jaar

12 weken

6 < 12 maanden

3 weken

4 < 5 jaar

7 weken

8 jaar en +

13 weken

12 < 18 maanden

4 weken

5 < 6 jaar

9 weken

8 jaar en +

13 weken

Enkele voorbeelden verduidelijken:

om

de

nieuwe

regeling

te

1. Hilde trad op 1/1/2014 bij de werkgever in dienst. Op 15/7/2014 wordt zij door de werkgever ontslagen. Opzeggingstermijn? 6 weken Hilde heeft een contract dat aangevangen is op 1/1/2014 waardoor bij opzegging door de werkgever tabel A moet worden toegepast. Hilde heeft op het ogenblik van haar ontslag een anciënniteit van 6,5 maanden waardoor ze recht heeft op een opzeggingstermijn van 6 weken.

-6-

2. Bruno trad op 1/1/2014 bij de werkgever in dienst. Op 15/7/2014 neemt hij zelf ontslag. Opzeggingstermijn? 3 weken Bruno heeft een contract dat aangevangen is op 1/1/2014 waardoor bij opzegging door de werknemer tabel B moet worden toegepast. Bruno heeft op het ogenblik van zijn ontslag een anciënniteit van 6,5 maanden waardoor hij een opzeggingstermijn van 3 weken moet geven.


2. CONTRACTEN DIE VÓÓR 1/1/2014 ZIJN AANGEVANGEN

Enkele voorbeelden de nieuwe regeling verduidelijken:

Voor deze contracten bestaat de opzeggingstermijn uit 2 delen: Deel 1 = opzeggingstermijn in functie van de anciënniteit op 31.12.13

+

tabel C of D

Deel 2 = opzeggingstermijn in functie van de anciënniteit vanaf 01.01.14

=

volledige opzeggingstermijn

tabel A of B

Opzeggingstermijnen voor de werkgever TABEL C anciënniteit

opzeggingstermijn

0 maand < 6 maanden

35 dagen

6 maanden < 5 jaar

42 dagen

5 < 10 jaar

56 dagen

10 < 15 jaar

77 dagen

15 < 20 jaar

105 dagen

20 < 25 jaar

140 dagen

25 jaar of +

175 dagen

SWT (ongeacht anciënniteit)

28 dagen

Opzeggingstermijnen voor de arbeider TABEL D anciënniteit

opzeggingstermijn

< 20 jaar

14 dagen

20 jaar of +

28 dagen

Voor de arbeider kan de totale opzeggingstermijn nooit meer dan 13 weken bedragen. Belangrijke compensatie voor arbeiders! Omdat pas vanaf 1/1/2014 de opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden dezelfde zijn maar men voor het verleden de oude opzeggingstermijn blijft toepassen werd op aandringen van het ACV een systeem van financiële compensatie voorzien voor de ontslagen arbeiders die vóór 1/1/2014 bij hun werkgever in dienst waren. Zij krijgen van de RVA in functie van hun anciënniteit ofwel een ontslagcompensatievergoeding of een ontslaguitkering. De vergoeding bedraagt minstens 1.250 € netto maar kan in sommige gevallen tot duizend(en) euro(’s) oplopen. Laat deze vergoeding niet liggen. Zet hiervoor de nodige stappen. Contacteer hiervoor je ACV dienstencentrum of 1 van onze afdelingen. Belangrijk hierbij is nog dat je hier ook recht op hebt als je onmiddellijk een andere job vindt en dus nooit werkloos bent geweest. SOLLICITATIEVERLOF, NIEUWE REGELING OUTPLACEMENT, CONTRACTEN VOOR BEPAALDE DUUR, … Naast de hogervermelde veranderingen werden er nog een aantal wijzigingen doorgevoerd. Wij gaan hier in deze nieuwsflash niet verder op in. Meer informatie hierover vind je op de ACV-website www.hetnieuwestatuut.be

-7-

om te

1. Jamal trad op 1/1/2013 bij de werkgever in dienst. Op 15/7/2014 stelt de werkgever een einde aan de arbeidsovereenkomst. Opzeggingstermijn? 12 weken Jamal heeft een contract dat vóór 1/1/2014 aangevangen is. Zijn opzeggingstermijn bestaat uit 2 delen. Deel 1: tabel C met een anciënniteit van 1 jaar op 31/12/2013 = 42 kalenderdagen of 6 weken. Deel 2: tabel A met een anciënniteit van 6,5 maanden = 6 weken. De totale opzeggingstermijn = 12 weken (6 + 6 weken) 2. Joyce trad op 1/1/2013 bij de werkgever in dienst. Op 15/7/2014 stelt zij zelf een einde aan de arbeidsovereenkomst. Opzeggingstermijn? 5 weken Joyce heeft een contract dat vóór 1/1/2014 aangevangen is. De opzeggingstermijn bestaat uit 2 delen. Deel 1: tabel D met een anciënniteit van 1 jaar op 31/12/2013 = 14 kalenderdagen of 2 weken. Deel 2: tabel B met een anciënniteit van 6,5 maanden = 3 weken. De totale opzeggingstermijn = 5 weken (= 2 + 3 weken). 3. André trad op 1/12/1992 in dienst bij zijn werkgever. De werkgever stelt op 1/3/2014 een einde aan de arbeidsovereenkomst om hem in SWT te laten gaan. Opzeggingstermijn? 6 weken André heeft een contract dat vóór 1/1/2014 aangevangen is. De opzeggingstermijn bestaat uit 2 delen: Deel 1: tabel C opzeggingstermijn bij SWT = 28 kalenderdagen. Deel 2: tabel A met een anciënniteit van 2 maanden = 2 weken. De totale opzeggingstermijn is 6 weken (= 4 + 2 weken).


> CONTACTEER ONS

AALST Hopmarkt, 45 053/73.45.38 ANTWERPEN Aalmoezenierstraat 14-16 03/222.70.70 BRUGGE Oude Burg, 17 050/44.41.61 BRUSSEL Kartuizersstraat 70B 02/500.28.80 GENT Poel, 7 09/265.43.41 IEPER St.-Jacobsstraat, 34 059/34.26.36 KORTRIJK P. Kennedypark, 16D 056/23.55.55 LEUVEN Martelarenlaan 8 3010 Kessel-Lo 016/21.94.60 HASSELT Mgr. Broekxplein, 6 011/29.09.52 MECHELEN Onder den Toren, 5 015/71.85.50 OOSTENDE Dr. L. Colensstraat, 7 059/55.25.57 ROESELARE H. Horriestraat, 31 051/26.55.22 ST.-NIKLAAS H. Heymanplein, 7 03/765.23.50 TURNHOUT Korte Begijnenstraat, 20 014/44.61.45

Werken in de koude Heftruckchauffeur, beenhouwer, magazijnier, inpakker, … het zijn beroepen waarvoor je beter geen koukleum bent. Je moet namelijk kunnen werken in koude temperaturen: in diepvrieskamers (van -20 tot -40°C), in gekoelde ruimten (minder dan 8°C), in magazijnen, in tocht of buiten. Uit een bevraging bij onze leden blijkt dat 72% elke dag en 57% zelfs continu in de koude werken. Werken in de koude houdt risico’s in voor je gezondheid. Wat vaak voorkomt zijn klachten aan handen en voeten, gewrichtsziekten, hartklachten en infecties van de luchtwegen. Uit onze bevraging is eveneens gebleken dat werkgevers onvoldoende inspanningen leveren om gezondheidsrisico’s te voorkomen of te beperken. Recent organiseerde ACV Voeding en diensten infodagen voor zijn militanten. Doel was om hen te informeren over de wetgeving, de gezondheidsrisico’s en preventiemaatregelen (zoals kledij) zodat zij met kennis van zaken in debat kunnen gaan met de werkgevers. In december werd het startschot gegeven van onze ACV Campagne “Jouw werk laat ons niet koud”. Doel van de campagne is om de problematiek beter bekend te maken en werknemers er bewust van te maken dat er risico’s verbonden zijn aan dit werk. Daarnaast willen wij de werkgevers ook wijzen op hun wettelijke verplichtingen. Wat moet je zeker weten over werken in de koude? 1. Ondernemingen moeten vooraf een plan van maatregelen opstellen om werknemers tegen de koude te beschermen. Zij mogen hiervoor niet wachten op de eerste koudegolf. Het

Comité voor Preventie en Bescherming op het werk geeft over de voorgestelde maatregelen haar advies. 2. Tussen 1 november en 31 maart moeten in open werklokalen of arbeidsplaatsen in open lucht verwarmingstoestellen worden voorzien. De verwarmingstoestellen mogen ook op een andere plaats opgesteld worden als het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk of de syndicale afvaardiging hiermee akkoord gaat. 3. Om je beter tegen koude te beschermen draag je best je kledij in lagen (bv. ondergoed, een dunne pull, een fleece in plaats van ondergoed en een heel dikke trui) 4. De eerste laag (ondergoed) is de belangrijkste laag. Zit de onderste laag fout dan helpt een dure 2e of 3e laag eigenlijk nog nauwelijks. 5. Draag geen katoenen ondergoed. Bij zweten koelt je lichaam dan zeer snel af. Draag bij voorkeur thermisch ondergoed of ondergoed waarin wol zit. 6. Werknemers moeten informatie en opleiding krijgen over werken in de koude. 7. Werknemers die gewoonlijk in temperaturen werken die lager zijn dan 8°C moeten jaarlijks op medisch onderzoek. Hiermee kunnen eventuele problemen vroegtijdig opgespoord worden. 8. Er is een sectorale premie voorzien voor wie werkt in koelkamers (< 8°C) of diepvriezers. Ontvang je deze premie niet, neem dan contact op met 1 van onze afdelingen.

Bij welke minimumtemperaturen moet de werkgever maatregelen nemen?

Fysieke werkbelasting

Minimumtemperatuur (worden gemeten met een gewone thermometer)

Zeer licht werk (bv. zitten of staan)

18°C

Licht werk (bv. secretariaatswerk, traag stappen, …)

16°C

Halfzwaar werk (bv. met handen en armen werken, besturen van voertuigen, …)

14°C

Zwaar werk (bv. intense arbeid met handen en romp, …)

12°C

Zeer zwaar werk (bv. spitten en delven, …)

10°C

-8-


Minimumlonen vanaf 1 januari 2014 HANDEL IN VOEDINGSWAREN (GROOT, HALFGROOT EN KLEINHANDEL) 1. Ondernemingen met minder dan 10 werknemers BAREMA I omzetting ecocheques

BAREMA II geen omzetting ecocheques

categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,71

11,83

11,95

12,07

1

11,62

11,74

11,85

11,97

2

11,81

11,93

12,05

12,17

2

11,72

11,84

11,95

12,07

3

12,16

12,28

12,40

12,52

3

12,07

12,19

12,31

12,43

4

12,55

12,68

12,81

12,94

4

12,46

12,58

12,71

12,83

5

13,03

13,16

13,29

13,42

5

12,94

13,07

13,20

13,33

2. Ondernemingen met 10 tot 49 werknemers BAREMA I omzetting ecocheques

BAREMA II geen omzetting ecocheques

categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,73

11,85

11,97

12,09

1

11,64

11,76

11,87

11,99

2

11,85

11,97

12,09

12,21

2

11,76

11,88

12,00

12,11

3

12,23

12,35

12,47

12,59

3

12,14

12,26

12,38

12,50

4

12,63

12,76

12,89

13,02

4

12,55

12,68

12,80

12,93

5

13,06

13,19

13,32

13,45

5

12,97

13,10

13,23

13,36

3. Ondernemingen met 50 en meer werknemers BAREMA I omzetting ecocheques

BAREMA II geen omzetting ecocheques

categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

12,09

12,21

12,33

12,45

1

12,00

12,12

12,24

12,36

2

12,18

12,30

12,42

12,54

2

12,09

12,21

12,33

12,45

3

12,56

12,69

12,82

12,95

3

12,47

12,59

12,72

12,84

4

12,96

13,09

13,22

13,35

4

12,87

13,00

13,13

13,26

5

13,44

13,57

13,71

13,85

5

13,34

13,47

13,61

13,74

Categorie 1 – bijvoorbeeld schoonmaak, inpakken en uitpakken van goederen, opslaan van goederen en/of aanvullen van afdelingen, toezicht op installaties, ... Categorie 2 – bijvoorbeeld laden en lossen van wagens, schoonmaak en onderhoud in open lucht, aanvullen van afdelingen waarbij iets moet worden ingevuld of aangestipt op fiches, in- of uitpakken van (zware) goederen die met omzichtigheid moeten behandeld worden, wassen van flessen en ordenen van leeggoed, bijeenhalen van goederen voor verzending, … Categorie 3 – bijvoorbeeld begeleiden van goederenvervoer, besturen van eenvoudige motorheftuigen of motortrektuigen, hulp- of reserve-heftruckgeleider, ... Categorie 4 – bijvoorbeeld verzamelen van orders, besturen van een heftruck, receptie van goederen en het controleren van de hoeveelheid en de kwaliteit, controle van de bestellingen, besturen van voertuigen met een nuttig laadvermogen van minder dan 8 ton. Categorie 5 – bijvoorbeeld besturen van voertuigen met een nuttig laadvermogen van minstens 8 ton, besturen van voertuigen en bijkomstig belast met sommige lichte werkzaamheden van onderhoud en herstelling van voertuigen, koffiebranden, personeel verantwoordelijk voor bottel- of wasmachines, ...

-9-


GROOT- EN KLEINHANDEL IN BIEREN EN DRINKWATERS 1. Ondernemingen met minder dan 10 werknemers BAREMA I omzetting ecocheques categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,47

11,58

11,70

11,82

2

11,91

12,03

12,15

12,27

3

12,27

12,39

12,51

12,64

4

12,73

12,86

12,99

13,12

Categorie 1 – ongeschoolden: bijvoorbeeld gewoon magazijnwerk, pakketten maken, etiketteren, …

BAREMA II geen omzetting ecocheques categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,37

11,48

11,60

11,71

2

11,82

11,94

12,06

12,17

3

12,18

12,30

12,42

12,55

4

12,64

12,77

12,89

13,02

Categorie 2 - eenvoudig gespecialiseerden: bijvoorbeeld verdelers‑collimakers, inpakkers, begeleiders, bezorgers, dragers van zware lasten, inpakkers‑verzenders, arbeiders voor zware arbeid, klaarmaken van bestellingen, ... Categorie 3 - volledig gespecialiseerden: bijvoorbeeld begeleiders‑incasseerders, chauffeurs niet-mecaniciens die voertuigen besturen met minder dan 8 ton laadvermogen, … Categorie 4 - geschoolden: bijvoorbeeld chauffeurs die herstellingen van een zekere complexiteit verrichten, chauffeurs‑incasseerders, chauffeurs niet‑mecaniciens die voertuigen besturen met 8 ton laadvermogen en meer, ...

2. Ondernemingen met 10 tot 49 werknemers BAREMA I omzetting ecocheques categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,52

11,64

11,75

11,87

2

11,96

12,08

12,20

12,32

3

12,30

12,42

12,55

12,67

4

12,77

12,90

13,03

13,15

BAREMA II geen omzetting ecocheques categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,43

11,54

11,66

11,77

2

11,87

11,99

12,11

12,23

3

12,21

12,33

12,45

12,58

4

12,68

12,81

12,93

13,06

3. Ondernemingen met 50 en meer werknemers BAREMA I omzetting ecocheques categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,84

11,96

12,08

12,20

2

12,30

12,42

12,54

12,67

3

12,67

12,80

12,93

13,06

4

13,07

13,20

13,33

13,46

BAREMA II geen omzetting ecocheques categorie

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

1

11,75

11,87

11,99

12,10

2

12,21

12,33

12,45

12,58

3

12,58

12,71

12,83

12,96

4

12,99

13,12

13,25

13,38

- 10 -


BEENHOUWERIJEN – SPEKSLAGERIJEN 1. Ondernemingen met minder dan 10 werknemers BAREMA I omzetting ecocheques

BAREMA II geen omzetting ecocheques

ervaring

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

ervaring

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

0 jaar

11,58

11,70

11,82

11,94

0 jaar

11,49

11,60

11,72

11,83

1 jaar

11,95

12,07

12,19

12,31

1 jaar

11,86

11,98

12,10

12,22

2 jaar

12,24

12,36

12,48

12,60

2 jaar

12,15

12,27

12,39

12,51

3 jaar

12,55

12,68

12,81

12,94

3 jaar

12,46

12,58

12,71

12,83

4 jaar

12,88

13,01

13,14

13,27

4 jaar

12,79

12,92

13,05

13,17

5 jaar

13,17

13,30

13,43

13,56

5 jaar

13,08

13,21

13,34

13,47

2. Ondernemingen met 10 tot 49 werknemers BAREMA I omzetting ecocheques

BAREMA II geen omzetting ecocheques

ervaring

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

ervaring

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

0 jaar

11,69

11,81

11,92

12,04

0 jaar

11,60

11,72

11,83

11,95

1 jaar

12,05

12,17

12,29

12,41

1 jaar

11,96

12,08

12,20

12,32

2 jaar

12,33

12,45

12,58

12,70

2 jaar

12,24

12,36

12,48

12,61

3 jaar

12,68

12,81

12,93

13,06

3 jaar

12,59

12,72

12,84

12,97

4 jaar

12,95

13,08

13,21

13,34

4 jaar

12,86

12,99

13,12

13,25

5 jaar

13,28

13,41

13,55

13,68

5 jaar

13,19

13,32

13,45

13,59

3. Ondernemingen met 50 en meer werknemers BAREMA I omzetting ecocheques

BAREMA II geen omzetting ecocheques

ervaring

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

ervaring

21 jaar

na 4 jaar

na 8 jaar

na 12 jaar

0 jaar

11,94

12,06

12,18

12,30

0 jaar

11,85

11,97

12,09

12,21

1 jaar

12,33

12,45

12,58

12,70

1 jaar

12,24

12,36

12,48

12,61

2 jaar

12,59

12,72

12,84

12,97

2 jaar

12,50

12,63

12,75

12,88

3 jaar

12,93

13,06

13,19

13,32

3 jaar

12,84

12,97

13,10

13,23

4 jaar

13,25

13,38

13,52

13,65

4 jaar

13,16

13,29

13,42

13,55

5 jaar

13,54

13,68

13,81

13,95

5 jaar

13,45

13,58

13,72

13,85

- 11 -


Vervoerkosten vanaf 1 februari 2014 TUSSENKOMST PER TYPE VAN VERVOER

De tussenkomst van de werkgever bedraagt 80% van de kostprijs van het vervoersbewijs.

OPENBAAR VERVOER: NMBS en MIVB VERPLAATSINGEN PER FIETS Gratis abonnement via een derdebetalersregeling. De werkgever sluit een overeenkomst af met NMBS of MIVB. De werknemer die zijn abonnement laat verlengen betaalt vanaf nu niets meer. De werkgever betaalt rechtstreeks aan de NMBS of MIVB.

0,20 EUR per kilometer, vanaf de eerste kilometer (enkele afstand) per effectief gewerkte dag voor de werknemers die zich met de fiets naar het werk begeven. ANDERE PERSOONLIJKE VERVOERMIDDELEN

ANDER OPENBAAR VERVOER: DE LIJN (Vlaanderen), TEC (Wallonië) of COMBINATIE VAN VERSCHILLENDE OPENBARE VERVOERMIDDELEN Er is slechts een werkgeverstussenkomst wanneer de verplaatsing minstens 2 km bedraagt, te rekenen vanaf de vertrekhalte.

De bijdrage van de werkgever gebeurt op basis van de onderstaande tabel (kolom “eigen vervoer”), op voorwaarde echter dat de afstand volgens de kortste weg minstens 2 km bedraagt.

BEDRAG VAN DE TUSSENKOMST VAN DE WERKGEVER PER WEEK

OPENBAAR VERVOER

EIGEN VERVOER

PER MAAND

KM

PER WEEK

PER MAAND

1

/

/

30

20,71

69,25

2

6,65

21,94

31-33

21,52

72,40

3

6,65

21,94

34-36

23,13

77,33

4

7,18

23,72

37-39

24,74

82,24

5

7,76

25,88

40-42

25,90

86,80

6

8,30

27,56

43-45

27,62

92,07

7

8,67

28,88

46-48

29,23

96,97

8

9,20

30,56

49-51

30,85

102,60

9

9,67

32,24

52-54

31,44

105,03

10

10,21

34,25

55-57

32,92

109,25

11

10,79

35,95

58-60

33,71

113,10

12

11,32

37,96

61-65

35,23

116,95

13

11,79

39,31

66-70

37,31

123,64

14

12,33

41,32

71-75

38,49

127,82

15

12,80

42,67

76-80

40,40

134,43

16

13,44

45,04

81-85

41,59

139,36

17

13,91

46,38

86-90

43,30

145,32

18

14,45

48,39

91-95

45,75

151,28

19

14,97

49,89

96-100

46,93

155,47

20

15,50

51,90

101-105

48,65

162,16

21

15,97

53,25

106-110

50,36

168,12

22

16,51

55,26

111-115

52,08

174,08

23

16,95

56,96

116-120

53,79

180,79

24

17,62

58,97

121-125

55,71

184,97

25

17,91

60,16

126-130

57,43

190,93

26

18,62

62,28

131-135

59,14

196,89

27

18,97

63,67

136-140

60,32

201,82

28

19,66

65,74

141-145

62,57

209,57

29

20,02

67,18

146-150

64,87

217,24

NMBS of MIVB: gratis abonnement DE LIJN/TEC of gecombineerd openbaar vervoer: 80% kostprijs vervoersbewijs

- 12 -

OPENBAAR VERVOER

NMBS of MIVB: gratis abonnement DE LIJN/TEC of gecombineerd openbaar vervoer: 80% kostprijs vervoersbewijs

Verantwoordelijke uitgever: Pia Stalpaert - Kartuizersstraat 70, 1000 Brussel

EIGEN VERVOER KM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.