PC 302 HORECA
o K TO B E R 2 012
Nationaal Secretaris aan het woord Het is bijna zover, op 1 januari van volgend jaar start het aanvullend pensioenfonds voor de Horeca. Dit is voor ons als vakbond een belangrijke verwezenlijking. Het aanvullend pensioen op het einde van uw loopbaan is een beloning voor uw trouw aan de sector, op een moment dat een extra premie bovenop het wettelijk pensioen zeker welkom zal zijn. In dit nummer kan u in grote lijnen de nodige informatie vinden over dit nieuwe pensioenplan voor de Horeca, bij vragen aarzel zeker niet contact op te nemen met onze secretariaten. Tot slot nog uw aandacht voor de eindejaarspremie in de Horeca. Indien u uw rekeningnummer nog niet doorgaf aan het Sociaal Fonds gelieve dit dringend te doen, op blz 2 kan u meer uitleg vinden. Wij willen ook onze waardering uitdrukken voor alle werknemers in de Horecasector en u tevens danken voor uw trouw lidmaatschap. Samen staan we sterk! Bij problemen op het werk in de Horeca, aarzel niet op onze diensten beroep te doen! Frans Dirix
Alles over de 2de pensioenpijler
INHOUD EINDEJAARSPREMIE: OPGELET! GEEN REKENINGNUMMER, GEEN PREMIE !
Je premie wordt voortaan nog enkel uitbetaald door storting op je bankrekening. > zie blz. 2 2de pensioenpijler In deze Nieuwsflash leest u meer over de 2de pensioenpijler: - wat is een aanvullend pensioen? - wie heeft hier recht op?
Bij de laatste sectorale onderhandelingsronde 2011-2012 zijn de sociale partners tot een akkoord gekomen over de oprichting van een sectoraal pensioenfonds waardoor de werknemers van de horecasector, bovenop het wettelijk pensioen, recht hebben op een bijkomend pensioen op het einde van hun beroepsloopbaan. Na de ondertekening van dit akkoord volgden nog verschillende maanden discussies binnen het Paritair comité om te beslissen hoe dit aanvullend pensioenstelsel moest worden ingevuld. Uiteindelijk hebben de sociale partners in juni 2012 meerdere collectieve arbeidsovereenkomsten ondertekend waarin de praktisch modaliteiten en de toepassingsvoorwaarden worden vastgelegd.
Aanvullend pensioen ? In België ontvangt elke werknemer die de geldende pensioenleeftijd bereikt een minimum maandinkomen berekend in functie van de beroepsloopbaan, het verdiende loon en de familiale situatie van de betrokkene. Jammer genoeg is dit inkomen vaak onvoldoende om gepensioneerden toe te laten waardig te leven. Daarom hebben de sociale partners het systeem ingevoerd van het zogenaamde aanvullend pensioen. Dat betekent dat de werknemers van de horecasector op het einde van hun loopbaan bovenop hun wettelijk pensioen een bijkomend inkomen zullen ontvangen. Dit pensioen wordt volledig gefinancierd door de werkgever. De werknemers betalen niets. > vervolg op pagina 2
- wat zijn de voorwaarden? - bent u aangesloten bij een sectoraal of bij een bedrijfspensioenplan? - welke sociale en fiscale lasten? - wat als ik overlijd? - enz.
Andere vragen? Neem contact op met één van onze afdelingen (zie. adressen op p.4).
Vanaf 1 januari 2013 moeten de werkgevers een bijdrage van 0,5% van het maandloon van hun werknemers betalen aan het pensioenfonds van de horecasector. Vanaf 1 januari 2015 wordt dat bedrag verhoogd tot 1%. Deze bijdragen zullen voor elke werknemer op een individuele rekening gestort worden. De bijeen gespaarde bedragen zullen intrest opbrengen tot op het moment dat de werknemer zijn aanvullend pensioen ontvangt. Wie heeft recht op dit aanvullend pensioen? Alle werknemers uit de Horecasector hebben recht op dit pensioen, behalve : • De leerlingen, de studenten en de gelegenheidswerknemers (extra’s). • De interims (in plaats van het aanvullend pensioen ontvangen ze een loontoeslag, de zogenaamde pensioenpremie). • De werknemers wiens werkgever ervoor gekozen heeft om uit het sectorale pensioenplan te stappen en zijn eigen bedrijfspensioenplan op te richten (dat evenwaardig of beter moet zijn dan het sectorale pensioenplan !).
Zijn er voorwaarden om recht te hebben op dit pensioen? Om recht te hebben op dit pensioen, moeten de werknemers voldoen aan 2 voorwaarden : • 23 jaar oud zijn: de bijdragen worden pas gestort op de pensioenrekening van de werknemer vanaf de 1e dag van het trimester volgend op het trimester waarin de werknemer 23 jaar wordt. • Ten minste 220 dagen gewerkt hebben in de sector. Deze arbeidsdagen moeten niet opeenvolgend zijn. Ze kunnen gespreid zijn over een periode van maximum 12 trimesters (3 jaar!). Bij welk pensioenplan ben ik aangesloten: het sectoraal pensioenplan of een bedrijfspensioenplan? Als je onderneming geen pensioenplan heeft, ben je automatisch aangesloten bij het sectoraal pensioenplan. Als je onderneming echter al een pensioenplan had voor een deel van haar werknemers voor de oprichting van het sectoraal pensioenplan, had ze de keuze tussen 2 mogelijkheden:
• Ofwel al haar werknemers laten toetreden tot het sectoraal pensioenplan en bijdragen volgens de sectorale voorwaarden (0,5% vanaf 01/01/2013 en 1% vanaf 01/01/2015). De onderneming kan dan toch tegelijkertijd het bedrijfspensioenplan verder zetten dat reeds bestond (bijvoorbeeld voor bepaalde categorieën van werknemers). In ieder geval moet de werkgever ofwel al zijn werknemers laten toetreden tot het sectoraal pensioenplan, ofwel geen enkele. Hij heeft geen keuze ! • Ofwel buiten het sectoraal pensioenplan blijven en enkel het bedrijfspensioenplan toepassen. Om dat de kunnen doen, moet de onderneming een bedrijfspensioenplan hebben dat van toepassing is voor alle werknemers dat minimaal voldoet aan de sectorale voorwaarden (0,5% vanaf 01/01/2013 en 1% vanaf 01/01/2015). De werkgevers die ervoor kiezen om buiten het sectorale systeem te blijven, hebben de tijd tot 1 november om zich in orde te stellen en de documenten op te sturen die bewijzen dat hun pensioenplan minstens evenwaardig is aan het sectoraal pensioenplan.
Eindejaarspremie: opgelet ! Geen rekeningnummer, geen eindejaarspremie !
Het Sociaal en Waarborgfonds Horeca is belast met de betaling van de eindejaarspremies aan de werknemers van de horecasector. Vanaf de volgende premie wordt een belangrijke wijziging doorgevoerd. We stellen vast dat de betaling per cheque meerdere problemen schept : verzending naar een verkeerd adres, verlies van de cheque, periode van drie maand voor de cheque opnieuw aangemaakt kan worden, fraude, … Daarom zal de premie voortaan nog enkel uitbetaald worden door storting op je bankrekening. Dit zal de betaling van alle premies veel vlotter laten verlopen. Als je premie tot nu toe werd betaald met een cheque, zal je een brief van het Fonds ontvangen. Er zal je een document worden opgestuurd waarop je je rekeningnummer moet vermelden en dat je moet ondertekenen. In principe werd dit formulier opgestuurd in de maand augustus. Dit formulier moet worden bevestigd door je bank
en zo snel mogelijk teruggestuurd worden naar het Fonds. De verzending is gratis, want er werd een voorgefrankeerde enveloppe bij het formulier gevoegd. Als het Fonds niet beschikt over je bankrekeningnummer blijft je premie ter beschikking bij het Fonds. Zodra we je bankrekeningnummer kennen, wordt je premie natuurlijk gestort. Belangrijke opmerking: de wet bepaalt dat iedereen, zonder uitzondering, het recht heeft om een bankrekening te openen. Je bank kan je dat niet weigeren. Daarom nodigen wij je uit om je rekeningnummer zo snel mogelijk door te geven aan het Sociaal en garantiefonds horeca. Als je meer informatie wenst, aarzel niet om langs te gaan in een van onze dienstencentra of om contact op te nemen met je delegee of met je vakbondssecretaris. Je kan bellen naar het Sociaal fonds op het nummer 02/513.61.21. Je kan ook gebruik maken van het contactformulier dat je vindt op de website van het Fonds (horecanet.be).
-2-
Als een werkgever bijvoorbeeld slechts een pensioenplan had voor een deel van zijn werknemers (de bedienden), moet hij ook een pensioenplan oprichten voor zijn arbeiders dat moet voldoen aan de minimum vereisten van het sectoraal pensioenplan (0,5% vanaf 01/01/2013 en 1% vanaf 01/01/2015). Als een werkgever die buiten het sectoraal pensioenplan is gebleven, de minimum voorwaarden van het sectoraal pensioenplan niet meer naleeft, zal hij moeten toetreden tot het sectoraal pensioenplan. Bijvoorbeeld: een werkgever is in orde tot 01/01/2013 (bijdrage van 0,5%), maar niet meer op 01/01/2015 (bijdrage van 1%), hij zal moeten toetreden tot het sectoraal pensioenplan vanaf 01/01/2015. Waarom heeft men het over een « sociaal » sectoraal pensioenplan? Het woord “sociaal” houdt in dat aan het sectoraal pensioenplan ook bepaalde solidariteitstoezeggingen verbonden zijn. Die solidariteitstoezeggingen zijn extra voordelen. Vooraleer de werknemer op de solidariteitstoezeggingen aanspraak kan maken, dient hij gedurende minstens 220, niet noodzakelijk opeenvolgende, dagen over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen te hebben gewerkt. In het sectoraal pensioenplan zijn 3 solidariteitstoezeggingen opgenomen: 1. Indien de werknemer tijdens zijn beroepsloopbaan overlijdt, wordt een bedrag van € 1.250 aan de begunstigde(n) toegekend. Het bedrag van € 1.250 wordt toegekend ongeacht het arbeidsregime: ook als de werknemer op het ogenblik van zijn overlijden bijvoorbeeld slechts deeltijds werkte, wordt het bedrag van € 1.250 toegekend. Dit voordeel vervalt zodra de werknemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 2. Als de werkgever zijn pensioenbijdragen niet meer kan betalen en hij gaat failliet, zal de werknemer zijn pensioenbijdragen toch ontvangen, tot maximum 1 maand na de faillietverklaring. 3. Wanneer de werknemer het slachtoffer is van een arbeidsongeschikt-
heid van minstens 200 dagen, na een periode van gewaarborgd loon, over een periode van 5 opeenvolgende trimesters, ontvangt hij een bedrag van € 150 ongeachthet arbeidsregime. De werknemer kan slechts eenmaal in zijn loopbaan deze vergoeding ontvangen, en er wordt enkel rekening gehouden met periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen na 01/01/2013. Het solidariteitsluik wordt niet in rekening genomen om te bepalen of een bedrijfspensioenplan evenwaardig is aan het sectoraal pensioenplan. Wat gebeurt er als ik van werkgever verander? Als je van werkgever verandert, kunnen de volgende twee situaties zich voordoen. 1. Je nieuwe werkgever valt onder het Paritair Comité 302 (Horeca): -- Als je nieuwe werkgever ook tot het sectoraal pensioenstelsel toegetreden is, blijf je gewoon aangesloten bij het sectoraal pensioenstelsel. De bijdragen worden betaald door je nieuwe werkgever vanaf de dag dat je bij hem in dienst treedt. -- Als je nieuwe werkgever buiten het sectoraal pensioenstelsel is gebleven omdat er een bedrijfspensioenplan is voor al zijn werknemers betaalt hij geen bijdragen voor het sectoraal pensioenplan. Dan word je beschouwd als uittreder. Maar je werkgever zal wel bijdragen voor je betalen binnen het bedrijfspensioenplan. 2. Je nieuwe werkgever valt niet onder het Paritair Comité 302 (Horeca): In dit geval worden vanaf de dag van je uitdiensttreding geen bijdragen meer betaald voor het sectoraal pensioenstelsel. Je wordt dan als uittreder beschouwd. De uitgetreden werknemer heeft 3 mogelijkheden: 1. Hij kan het opgebouwde bedrag laten staan en het op de einddatum of bij overlijden ontvangen
-3-
2. Hij kan het overdragen naar de pensioeninstelling van zijn nieuwe werkgever indien hij daarbij aangesloten wordt 3. Hij kan het overdragen naar een andere pensioeninstelling. Als de werknemer geen uitdrukkelijke keuze maakt binnen de 30 dagen, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor de mogelijkheid zoals vermeld in het eerste streepje. Kan ik het bedrag van mijn aanvullend pensioen kennen tijdens mijn loopbaan? Ja, als je aangesloten bent bij het sectoraal pensioenstelsel. Elk jaar ontvang je een papieren pensioenfiche met de stand van je pensioenrekening. Je leest er welke bijdrage voor jou is betaald en welk bedrag op je pensioenrekening staat. Deze fiche geeft bovendien een schatting van je pensioenkapitaal op je 65e. Zo blijf je op de hoogte van de evolutie van je tegoeden. Verder is er nog de website www. F2P302.be waarop alle informatie met betrekking tot het sectoraal pensioenstelsel kan teruggevonden worden: de collectieve arbeidsovereenkomsten, het pensioenreglement, het solidariteitsreglement, een voorbeeld van de jaarlijkse pensioenfiche, … Als je onderneming buiten het sectoraal pensioenplan is gebleven en dus een eigen plan heeft, moet je je hierover informeren bij je werkgever. Vanaf wanneer kan ik de uitbetaling vragen van mijn aanvullend pensioen ? In principe is dat vanaf de 1e dag van de maand volgend op de maand waarin je de leeftijd van 65 jaar hebt bereikt. Onder bepaalde voorwaarden kan je echter reeds aan aanvraag indienen vanaf de leeftijd van 60 jaar. Meer informatie hierover kan je vragen aan je delegee of aan je vakbondssecretaris.
> vervolg op pagina 4
Contacteer ons AALST Hopmarkt, 45 053/73.45.38 ANTWERPEN Aalmoezenierstraat 14-16 03/222.70.70 BRUGGE Oude Burg, 17 050/44.41.61 BRUSSEL Kartuizersstraat 70B 02/500.28.80 DENDERMONDE Oude Vest, 146 03/765.23.52
IEPER St.-Jacobsstraat, 34 059/34.26.36 KORTRIJK P. Kennedypark, 16D 056/23.55.55 LEUVEN Martelarenlaan 8 3010 Kessel-Lo 016/21.94.60 HASSELT Mgr. Broekxplein, 6 011/29.09.52 MECHELEN Onder den Toren, 5 015/71.85.50 OOSTENDE Dr. L. Colensstraat, 7 059/55.25.57 ROESELARE H. Horriestraat, 31 051/26.55.22 ST.-NIKLAAS H. Heymanplein, 7 03/765.23.50 TURNHOUT Korte Begijnenstraat, 20 014/44.61.45 NATIONAAL SECRETARIAAT (BRUSSEL) Kartuizersstraat, 70 02/500.28.11
Wordt het bedrag van het aanvullend pensioen in 1 keer uitbetaald of kan ik het bedrag ook in meerdere keren ontvangen? In principe wordt het bedrag in 1 keer uitbetaald. Onder bepaalde voorwaarden kan je er echter voor kiezen het bedrag onder de vorm van een lijfrente te laten uitbetalen. In dat geval ontvang je tot je overlijden een bepaalde rente. De uitbetaling van deze rente gebeurt per maand of per kwartaal. De rente wordt berekend in functie van je opgebouwd kapitaal en je leeftijd. Welke sociale en fiscale lasten worden er ingehouden op mijn aanvullend pensioen? Op het aanvullend pensioen gebeuren diverse inhoudingen. Na deze inhoudingen houd je ongeveer 80% van het opgespaarde bedrag over. Indien je voor een lijfrente kiest, moet je elk jaar ook nog een klein bedrag aan personenbelasting betalen. De bijdrage van 0,5% (1% vanaf 01/01/15) moet worden verminderd met een speciale RSZ-bijdrage van 8,86% en de bijdrage voor de solidariteitstoezegging. In realiteit ontvang je dus 0,44% voor de opbouw van het aanvullend pensioen wordt gestort (0,88% vanaf 01/01/15). Wat als ik vóór mijn pensionering overlijd? Dan gaat het opgebouwde kapitaal naar de begunstigde(n). De begunstigde moet hiertoe een aanvraag indienen bij de inrichter (het pensioenfonds).
-4-
De volgorde van de begunstigde(n) is als volgt: A. Je echtgeno(o)t(e) B. De persoon met wie je wettelijk samenwoonde C. Je kinderen D. Je ouders Je kan deze volgorde wijzigen of zelf een begunstigde aanduiden, via een aangetekende brief aan de inrichter. Een voorbeeld: Als we het bruto uurloon nemen van een arbeider (€ 12) of het bruto maandloon van een bediende (€ 2.000), dan betaalt de werkgever een jaarlijkse bijdrage van ongeveer € 100. Naargelang de leeftijd waarop de werknemer is toegetreden tot het systeem, kan hij het volgend pensioenkapitaal verwachten: Leeftijd bij toetreding
Pensioenkapitaal op 65 jaar
op 60 jaar
25
€ 8.215
€ 6.533
35
€ 5.100
€ 3.878
45
€ 2.837
€ 1.950
55
€ 1.193
€ 549
Het pensioenkapitaal wordt berekend in de veronderstelling dat er geen enkel supplement wordt toegekend. Men baseert zich enkel op de gewaarborgde rentevoeten (momenteel 3,25%). Het pensioenkapitaal is een bruto bedrag, zonder rekening te houden met belastingen of sociale lasten.
Verantwoordelijke uitgever: Frans Dirix - Kartuizersstraat 70, 1000 Brussel
GENT Poel, 7 09/265.43.41