Dada Magazine #03

Page 1

ÖZNUR ÖZTÜRK DE MATEN DE KIJKHUT ADO HAMELRYCK PASSATA DI POMODORO

QUITNEN TORP DE ANDERE MARKT EUREGIONAAL ERFGOED IN KAART JOS COENEN PADDENSTOELEN IN GENK

HOMMAGE PERSIFLAGE PARODIE A2O WHISPERING SONS KRISTY BUJANIC KRC GENK

DE KRACHT VAN CREATIVITEIT EN CO-CREATIE IN EN ROND GENK

#03

JAARGANG 2 OKTOBER 2017


In Genk ontworpen door

HET LEVEN KAN SLECHTS ACHTERWAARTS BEGREPEN WORDEN, MAAR MOET VOORWAARTS BELEEFD WORDEN — Søren Kierkegaard


WOORD VOORAF

Soms willen we gewoon te veel, te snel Hoe ziet een gewone ochtend er anno 2017 uit in een doorsnee mensenleven? Steeds meer mensen beginnen de dag met het scherm van hun smartphone of laptop bij de hand. Bliepjes en fluitjes van kalendernotities, agenda­herinneringen en Facebook-meldingen componeren de soundtrack van een volgepakte dag. Men swipet langs schermen om zich over de gebeurtenissen in de rest van de wereld te vergewissen. Ik pleit schuldig. Ook een goede morgen!

H

et is beslist waar, zoals de filosofen zeggen, dat het leven terugblikkend moet worden begrepen. Maar vergeten zij dan niet die andere kwestie, dat het leven naar voren, met de blik op de toekomst, moet worden geleefd? Kierkegaard was bekommerd om het leven hier en nu, waarin de mens moet kiezen, ‘zich van zijn vrijheid bewust wordt’, angstig terugdeinst of vertwijfeld raakt.

IEDEREEN IS GEHAAST IEDEREEN IS ONGEDULDIG NIEMAND HEEFT TIJD NIEMAND IS PERFECT WEES NIEMAND

Zijn we ons nog bewust van onze vrijheid? Vergeet efficiëntie en snelheid in je vrije tijd. Door te swipen langs schermen hyperconnecteren we met de rest van de wereld. Eindeloze informatiestromen dringen via de digitale snelweg ons brein binnen. Het is de dagdagelijkse realiteit geworden. Maar maakt het onze vrije tijd niet net even jachtig als bijvoorbeeld onze ‘drukke’ baan? Hierdoor hebben we het ook vaak moeilijker om op een menselijke manier met elkaar te communiceren. ‘Hoe gaat het me je?’ is de mooiste vraag die je iemand kunt stellen. Maar die vijf woorden zijn volstrekt betekenisloos geworden. We vragen iemand hoe het met hem/haar gaat, maar zijn niet geïnteresseerd in hun antwoord. En als de vraag ons gesteld wordt, antwoorden we op automatische piloot. ‘Goed, goed’, zeggen we snel. Terwijl het misschien helemaal niet goed gaat. We moeten die vraag herwaarderen in plaats van ze verder te banaliseren. Daarom proberen we met Dada Magazine de rust te laten weerkeren in jouw leven, al is het maar voor heel even.

Dada Magazine wou het succes van het eerste magazine bevestigen tijdens de tweede editie en ik denk dat we daarin opnieuw geslaagd zijn. Voor deze derde editie hebben we voor onszelf de lat op inhoudelijk vlak opnieuw hoog gelegd, maar de vele extra inspanningen, om via de bedrijfswereld financiële ondersteuning te vinden voor het vele werk dat achter de schermen gebeurt, lijkt helaas een slag in de lucht. Tot op vandaag hebben er heel wat mensen op vrijwillige basis meegewerkt aan zowel woord en beeld, maar ‘voor niets gaat de zon op’, weerklinkt het spreekwoord. Hopelijk betekenen deze vruchteloze inspanningen dus niet het einde van Dada Magazine. De twijfel slaat toe. Winnen het internet en de social media dan toch van de geprinte media? Laten we stilaan het gevoel om met de vingers een pagina om te slaan en de geur van een vers gedrukt magazine voorgoed verloren gaan? Ik hoop alleszins van niet. Gun jezelf de vrijheid om dit magazine ter hand te nemen. Neem een pauze, oftewel een korte vakantie op je werkplek. Toen ik klein was bestonden er ook al social media. Alleen noemden wij het toen buiten spelen, de natuur in trekken! Met vrijheid als allerbelangrijkste troef.

Joël Neelen Dada Design

2

|

3


BLADWIJZER

8

12

16

26 22

18

38

42

34 FOTOGRAFIE 8\ ‘Jonge Turkse‘ op zoek naar haar identiteit Öznur Özturk is in België geboren, maar opgegroeid met de waarden van haar Turkse ouders. Als ze de ene identiteit aanneemt, heeft ze het gevoel dat de andere verloren gaat. 42\ Signs from the inside Jos Coenen gaat op zoek naar het onzichtbare voor de lens, beelden die ontstaan vanuit de binnenkant van de terril.

NATUUR 12\ De Maten, een van de oudste natuurgebieden In dit moerasgebied komen een

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

aantal prachtige vennen voor. De afwisseling van rietlanden, broekbosjes en heide resulteert in een mozaïek van begroeiing. 16\ De man die onze natuur levend houdt Natuurgids-bioloog-fotograaf Frank Resseler combineert binnen zijn productiehuis De Kijkhut twee passies: film en natuur.

CREATIEF 18\ De fietsende schilder of de schilderende fietser? Quinten Torp zoekt soms al fietsend inspiratie. Zowel de koersfiets als schilderkunst maken een belangrijk deel uit van zijn leven.

22\ Op de zwarte koffie bij Ado Hamelryck Men zou deze Genkse kunstenaar van zwartwerk kunnen verdenken, maar de gedrevenheid om het zwart uit te puren is nu net zijn levenshouding. 66\ Juweelontwerpster laat de toeschouwer patroon­doorbrekend kijken en beleven De Genkse Kristy Bujanic gebruikt haar Kroatische herinneringen als een concept voor haar hedendaagse juwelen.

MUZIEK 64\ Zwarter dan zwart De bakermat van Whispering Sons ligt in Limburg. Deze


48

54

56

61

66 64

70

postpunk band werd razendsnel populair. Hun muziek klinkt donker, onheilspellend, doch sfeervol en dansbaar.

ACTUEEL 26\ Vrachtauto’s vol tomaten In september hangt in Genk de zoete geur van in de kookpot pruttelende tomaten in de lucht. Heel wat gezinnen maken er hun eigen passata. 34\ De Andere Markt werkt aan de toekomst van werk in Genk Samen met de burgers en organisaties in Genk meer de nadruk leggen op vaardigheden van de mensen.

74

78

38\ Euregionaal mijnerfgoed staat op de kaart Erfgoedcel Mijn-Erfgoed lanceert website miningheritageeuregio.eu waar je weldra de euregionale kaart van het mijnerfgoed kan terugvinden.

VAKMANSCHAP

54\ Hommage Persiflage Parodie Tentoonstelling waar nieuwe beelden gecreëerd zijn op basis van een bestaand werk.

PROFIEL

56\ Nieuw campusmodel waar sociale omgang een onderdeel van de vorming is Regina Mundi, een architecturaal concept met een sociale identiteit.

61\ Zie het groots, zegt de maquettebouwer, op schaal Gie Bleukx is de perfectionis­ tische maatwerker bij a2o.

70\ Break a leg, of toch maar niet. Voetbal als theater Voetbal in Genk is openluchttheater voor een tot de nok gevuld stadion. 78\ Zuidwaarts van Winterslag naar Ciociaria Mady Tonin uit Winterslag brengt lokale, biologisch geteelde groenten tot bij bewuste gebruikers in Italië.

4

|

5


COLOFON DADA MAGAZINE is een zesmaandelijkse publicatie over het buurtleven, de kracht van crea­tiviteit, co-creatie, vakmanschap, vormgeving, muziek, fotografie, film en kunst in Genk en ver daarbuiten. De gedrukte versie is gratis verkrijgbaar op meer dan 60 plekken in Belgisch en Nederlands Limburg. EEN INITIATIEF VAN — Joël Neelen (Dada Design) EINDREDACTIE — Joël Neelen, Hilde Neven CONCEPT & VORMGEVING — Dada Design COVERBEELD — Liar 1, olieverf op paneel, 40 x 30 cm, 2010, in privébezit © Quinten Torp EEN UITGAVE VAN — Dada Design C-mine 115 3600 Genk www.dadadesign.be TYPOGRAFIE — Leyton een letter van Ian Moore — Sansa een letter van Fred Smeijers — Claudia Shouter een letter van Filippo Pellini — Square Slabserif 711 Bold een letter van Georg Trump — Emmascript MVB een letter van Kanna Aoki

MET SPECIALE DANK AAN — Francine Quanten, omdat zij zich engageert voor de makers en creatievelingen in Genk. — Stad Genk, voor hun bijdrage in het ondersteunen van het drukwerk. — Els Gielen, voor haar enthousiasme en expertise om op stap te gaan voor de meest boeiende foto’s. — Leen Roels, Chantal Leurs, Heidi Leën en Luc Luyten voor hun inzet om Dada Magazine mee te verspreiden. MET MEDEWERKING VAN EN/OF DANK AAN — Tom Abeloos,Tarik Bachiri, Danny Bierset, Lieve Blancquaert, Gie Bleukx, Willem Boogaerts, Kristy Bujanic, Elma Buntinx, Jan Castermans, Jos Coenen, Eveline Corstjens, Peter Croonen, Andreas Dewulf, Wim Dries, Stefaan Evers, Els Gielen, Leen Gos, Ado Hamelryck, Patricia Hoekx, Ilias Ilias, Patrick Janssens, Fenne Kuppens, Heidi Leën, Jaak Luys, Luc Luyten, Walid Mahjoubi, Jean Manca, Geert Mullens, Jozef Neelen, Hilde Neven, Marcello Nirta, Peppe Nirta, Salvo Nirta, Gianluca Nobile, Öznur Öztürk, Guy Paesen, Thomas Peters, Francine Quanten, Frank Resseler, Leen Roels, Bart Schepers, Sonja Schrijvers, Stef Selfslagh, Hanna Simons, Damien Thonnon, Mady Tonin, Ben Van Alboom, Ann Vanderheyden, Luc Vanmuysen, Lucia Virzi, Willem Vrancken en Caner Yimsel CONTACT — hallo@dadamagazine.be

DRUK EN AFWERKING — Drukkerij Paesen

DIGITAAL — www.dadamagazine.be

OPLAGE — 3.984 ex.

LEES ONLINE — issuu.com/dada_magazine

COLLECTIE LIMBURGENSIA — Het doet ons plezier te mogen meedelen dat Dada Magazine, “als een boeiende aanvulling”, is opgenomen in de Collectie Limburgensia. Het Historisch Informatiepunt Limburg verzamelt een weloverwogen keuze van publicaties met betrekking tot Limburg. Het is hun bedoeling deze publicaties voor volgende generaties in de beste omstandigheden te bewaren. ILLUSTRATIES & FOTOGRAFIE Het auteursrecht van de in dit magazine afgebeelde illustraties en foto’s behoort toe aan de oorspronkelijke ontwerpers en fotografen. Hieronder zijn de nodige credits per pagina opgesomd. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. — p. 5 (Whispering Sons) Tom Abeloos, p. 7 Lieve Blancquaert, p. 12-15 Joël Neelen, p. 16-17 Frank Resseler, p. 18-20 Els Gielen, p. 21 Quinten Torp, p. 22-24 Jan Castermans, p. 25 Willem Vrancken, p. 26-33 Joël Neelen, p. 34 Pablo Calderon, p. 35-37 Boumediene Belbachir, p. 38 Els Gielen, p. 39 Peter Willems, p. 40 Els Gielen, p. 41 Fabian de Kloe, p. 42-46 Jos Coenen, p. 47 Willem Vrancken, Anti.Anti., p. 48-53 Joël Neelen, p. 55 Els Gielen, p. 56-59 Stijn Bollaert, p. 60 a2o, p. 61-63 Els Gielen, p. 64 Xavier Marquis, p. 65 Damien Thonnon, p. 66-69 Els Gielen, p. 69 Eva Schepers (onder), p. 70 Els Gielen, Dada Design, p. 78-79 Joël Neelen, p. 81 Luca Moretti (links), Teresa D'Orazio (rechts), p. 83 Els Gielen

STEUN DADA MAGAZINE Een team van creatieve mensen werkt samen om nieuwe dingen in beweging te brengen. Dat vraagt een extra inspanning. Vandaar dat wij via deze weg een oproep doen naar creatieve bedrijven en/of organisaties.

Met de opbrengst kunnen wij vervolgens een freelancejournalist, of een eindredacteur, of een fotograaf, of een illustrator een onkostenvergoeding toekennen om mee te werken aan een sterk inhoudelijk, creatief én kwalitatief magazine.

Dada Magazine biedt uw bedrijf/organisatie de mogelijkheid om bij te dragen tot de kwaliteit van dit magazine. In ruil voor uw financiële ondersteuning, creëren wij een ADVERTORIAL voor uw bedrijf met mooie sfeerbeelden. Vraag naar onze tarieven via <HALLO@DADAMAGAZINE.BE>

STEUNEN KAN HEEL MAKKELIJK Stort uw vrije bijdrage op onze rekening met als mededeling “Ik steun Dada Magazine, «naam» en «adres»”.

DADAMAGAZINE

# 02 .2017

bpostrekening IBAN: BE94 0004 3941 1414 BIC: BPOTBEBE

Iedere bijdrager krijgt sowieso het volgende nummer van Dada Magazine per post toegestuurd. DADA MAGAZINE PER POST Wens je de volgende – of de vorige – editie van Dada Magazine per post te ontvangen, gelieve dan € 10 over te schrijven met mededeling: “DadaMagazine #04 – of #02 – of #01 – «naam» en «adres»”. Alvast zeer bedankt voor uw steun en posi­tieve bijdrage. Ondertussen gaan wij met volle moed aan de slag met de realisatie van het vierde magazine.


Een groot man, bescheiden ondanks zijn grote mond. Een journalist pur sang.

Zijn taalvirtuositeit leeft gelukkig voort. Zijn bloem­ lezing 'Niemands meester, niemands knecht: leve mij' "Sommigen zijn links­ met autobiografische teksten handig, anderen rechts­ ligt altijd op mijn nacht­ handig, ik onhandig", kastje. Geniet nog even mee schreef hij. Men noemde hem van dit stukje proza: weleens een 'enfant terrible', een term die hem zelf erg "Ik lees in mijn krant dat stoorde. Wijlen Johan Jacques Esterels winter­ Anthierens noemde 'erger­ jurken ook zonder beha nis' zijn 'eerste natuur' en zullen gedragen worden. het inspireerde hem tot veel Als ik schijnheilig was, van zijn opiniestukken en zou ik dit een tegen de meningen. In een barokke borst stotende mode noemen, stijl schopte hij genadeloos maar laat ik de hand in tegen allerlei heilige huisjes. eigen boezem steken en u op de vrouw af vragen: Anthierens was de eeuwige décolleté, met hoeveel rebel die bijna compromis­ uitsnij­dingen schrijf je loos leek en het daardoor, dat?" en ondanks zijn naam en faam, moei­lijk had in dit Omdat Anthierens vaak België, in dit Vlaanderen. autobiografische columns schreef, is dit boek tegelijk De man was het typevoor­ een biografisch document beeld van de journalist in en een overzicht van veertig hart en nieren, voorzien jaar Vlaamse (en een beetje van een gouden pen, een Nederlandse) pers. radde tong en een goed hart.

EEN MINNAAR BELT ZIJN LIEF OP EN VRAAGT OF DE KUS VRIJ IS ...

— JOHAN ANTHIERENS (1937-2000) VLAAMS SATIRICUS EN SCHRIJVER 6

|

7


FOTOGRAFIE

WINTERSLAG | CITÉ | LUCA TURKIJE | GENERATIEKLOOF

‘Jonge Turkse‘ op zoek naar haar identiteit Toen ik haar naam voor het eerst las op de website van Vonk, dacht ik dat Öznur Öztürk een man was. Tijdens onze eerste ontmoeting vertelt de ravissante Genkse Turkse dat het dan Özgur geweest zou zijn in plaats van Öznur. Tijdens een bezoek aan Atelier Zwiep in Genk werd haar interesse voor fotografie gewekt. Ondertussen studeerde Öznur af aan de Luca School of Arts, maar tijdens haar opleiding nam ze reeds deel aan de eerste editie van de tentoonstelling ‘Jonge Turken’ met een verbeelding van het Turkse Offerfeest. Door Dada Magazine – Beelden & foto’s Öznur Öztürk

G

enk is een lappendeken van nationaliteiten die vredevol samenleven. Aangezien ongeveer 65 procent van de Genkse inwoners allochtone roots heeft, is het multiculturele Genk een interessante plek om te kijken hoe jonge kunstenaars er hun weg vinden.

DE STRIJD TUSSEN MIJN OMGEVING EN MEZELF ZAL IK ALTIJD MEEDRAGEN. IK BEN GEBOREN IN BELGIË, MAAR OPGEVOED MET TURKSE WAARDEN EN NORMEN

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

De integratie is doorheen de jarenlange geschiedenis bijzonder goed verlopen. Sinds de tewerkstelling in de mijnen is de Italiaanse gemeenschap er goed ingeburgerd, net zoals de Turkse gemeenschap. Maar wie heeft er enig zicht op wat zij op artistiek vlak uitspoken? Öznur Öztürk zegt onomwonden: “Voor de Turkse gemeenschap is het toch wel moeilijk om zich als kunstenaar te profileren. Een duwtje in de goede richting lijkt welkom.” Öznur legt de vinger op de wond door aan te stippen dat de veroorzaakte spanning uit beide werelden stamt: “Tijdens mijn opleiding besefte ik dat ik in een cultuur ben opgegroeid die door weinig mensen getolereerd wordt. Als ik op bepaalde plaatsen kom, en mijn naam of familienaam uitspreek, hebben mensen onmid­ dellijk een vooroordeel over mij of mijn levensstijl.” De laatste jaren staat de Turkse gemeenschap wel opener tegenover jongeren die een richting in de kunsten volgen.

Jonge Turken Öznur Öztürk toont haar talent onder meer in de documentaire­ fotografie. Als jonge vrouw foto­ grafeerde zij het Turkse Offerfeest in Genk, een exclusieve mannenaangelegenheid. Met haar beelden stelde ze reeds tentoon op C-mine tijdens de expositie ‘Jonge Turken’ in 2011. Alle exposanten hadden een Turkse achtergrond. De tentoonstelling toonde de betekenis van kunst voor de artiest, ongeacht zijn of haar origine. Mannen en jongens die tussen de nadar in een lange rij met hun schaap stonden aan te schuiven. Sommigen maakten een grapje, anderen keken wat schuw in de lens van Öznur. Gestroopte karkassen, een geveld dier in een kruiwagen. Beelden die we in elk abattoir zullen tegenkomen, maar haar gevoel voor esthetiek en compositie is opvallend. De impact van het geloof en de traditie is, eenmaal geconfronteerd met de beelden, merkwaardig voor niet-gelovigen. Hans Op de Beeck Öznur liep stage bij multi-disciplinair beeldend kunstenaar en artistieke duizendpoot Hans Op de Beeck in Brussel. Hier leerde ze het gebruik van zeer uiteenlopende media en het bewust hanteren van ver uiteenlopende vormen van esthetiek, over hoe belangrijk presentatie is en het feit dat beelden ook individueel krachtig moeten zijn, niet enkel in een reeks. Maar ook het spelplezier en de zoektocht


8

|

9


FOTOGRAFIE

DADAMAGAZINE

WINTERSLAG | CITÉ | LUCA TURKIJE | GENERATIEKLOOF

# 03 .2017


bij de creatie en de realisatie, zijn even belangrijk. “De enige manier om echt te leren en stappen voor­ uit te zetten, is trouw te blijven aan je eigen aanvoelen over je werk. Als je dan een fout maakt, is het ten volle je eigen verantwoor­ delijkheid en daar leer je het meest uit”, vertelt Öznur. Lost In 2014 stelde Öznur het eerst solo tentoon met de fotoreeks ‘50 jaar Turkse immigratie in België’. Een jaar later won ze de Wanatoepublieksprijs met haar fotoreeks ‘Lost’. Öznur Öztürk legde de strijd met haar Turks-Belgische identiteit – die tegelijkertijd ook een ode was aan haar ouders – vast met behulp van familiearchiefbeelden en nieuwe beelden die gerelateerd waren aan de traditionele Turkse waarden. Ze overschilderde de ogen op de portretfoto’s met rode verf zodat iedereen er zich op een of andere manier mee kan identi-

ficeren. Het gaat om een minderheidsgroep die kwetsbaar is, die zich niet kan identificeren en zich uitgestoten voelt waardoor ze zich harder gaat vastklampen aan hun waarden en normen. “De strijd tussen mijn omgeving en mezelf zal ik altijd meedragen.

Het proces van migratie blijft erg belangrijk. Ik ben geboren in België, maar opge­voed met Turkse waar­ den en normen van het thuisfront. Jongeren als mij kampen met een grote onzeker­heid en worstelen met hun identiteit. Wie zijn ze nu echt en waar horen ze nu bij? Hierdoor leid ik vaak een dubbel­ leven, om zowel mijn ouders als de gemeenschap tevreden te stellen. Deze tweestrijd roept verschillende vragen op. Door de confrontatie met mezelf en mijn omgeving ben ik mij beginnen uiten via mijn artistiek werk”, legt Öznur uit. Als ze de ene identiteit aanneemt, heeft ze het gevoel dat de andere verloren gaat, maar naarmate ze ouder wordt vervaagt die identiteitsqueeste geleidelijk aan. Een bos is meer dan een groep bomen In haar reeks met Zwartbergse landschappen staat opnieuw het thema ‘dubbele identiteit’ centraal. Haar landschappen zijn een metafoor voor datgene wat je in je hoofd denkt en hetgeen je in werkelijkheid ziet. Met behulp van plexiglas tekent er zich een weerkaatsing af op een deel van het beeld waardoor je een dubbel beeld krijgt. “Dit is de realiteit, maar ook datgene wat ik denk als ik naar het landschap kijk. Hier is rust, maar er flitst tegelijkertijd zoveel infor­ matie binnen omdat ik beeldend denk”, aldus Öznur. Een andere serie bestaat uit een reeks bomen waarbij telkens één boom opvalt of er net niet bij- of thuishoort. Een den tussen een rij loofbomen. Of één boompje met oranje blaadjes tussen een groep groene bomen. “Hoe ben jij hier terechtgekomen? Gaan ze jou wel accepteren? Zijn die andere wortels niet te sterk? Gaan ze je wel laten drinken? Waarom ben jij kleiner

dan de andere bomen?”, vertelt Öznur met veel enthousiasme. La Vitrine Het onderzoek is nu afgelopen. Nu start ze met het échte, artistieke werk. De zoektocht naar haar identiteit was een onderzoeksproces. Dit jaar werd Öznur geselecteerd voor La Vitrine in Brussel. De Vitrine is een oude zeecontainer die omgebouwd werd tot een artistieke expositieruimte die zal rondreizen door Brussel en halt houdt op verschillende plaatsen. De jonge kunstenaars werken samen om een unieke creatie van verschillende genres en disciplines te realiseren die in het teken staat van het thema van deze eerste editie: het cultureel erfgoed. Wat hebben wij gekregen en wat laten wij achter voor de toekomstige generaties? De Vitrine zal de weerspiegeling zijn van een samenleving waar de individuen zich zowel vermengen door de overdracht van onze voorouders als door de uitwisselingen die ze zelf vormen. Fotografie als kunstvorm Öznur Öztürk wil zich graag vestigen als vrije kunstenaar. “Heb je aan een kunsthogeschool gestu­ deerd, maar maak en toon je ver­ volgens niets meer, dan ben je het niet”, glimlacht ze, “Op die manier voer ik niet het werk van anderen uit, maar neem ik ten volle het auteursschap op.”

Dada: www.oznurozturk.com www.la-vitrine.be www.hansopdebeeck.com

Je kan La Vitrine nog bezoeken van 15 september tot 7 oktober 2017 aan Station Brussel-Noord.

10

|

11


NATUUR

VIJVERS | DE MATEN | DE WIJERS MOERASSEN | HEIDE

De Maten, een van de oudste natuurgebieden in Vlaanderen In het verleden sprak De Maten tot de verbeelding van menig Genkenaar. En dat hoeft niet te verbazen, want tussen de vijvers en moerassen leefde volgens de overlevering menig spook. Geesten behoren volgens volksverhalen tot het kleurrijke verleden van dit natuurgebied. De achtertuin van mijn ouders grenst eveneens aan De Maten. Als kind was dit unieke natuurgebied veeleer ons speelterrein, maar spoken of geesten hebben we er nooit waargenomen. Wel reeën, groene kikkers, heidelibellen, reigers, witte zwanen, boomvalken, futen, rietzangers, hermelijnen, zoetwatermosselen, zonnedauw, dotterbloemen en de uiterst zeldzame roerdomp. Tekst & foto’s Joël Neelen

I

n het gebied dat nu reeds 61 jaren De Maten wordt genoemd, zat een laag turf van drie meter diep. De toenmalige buurtbewoners hadden elk hun eigen aandeel waar ze turf gingen halen. “Dat is mijn maat”, zeiden ze dan. Op die manier is de benaming ‘de Maten’ ontstaan. Een andere verklaring voor de naam zou afkomstig zijn van het Engelse woord ‘meadows’. Dat betekent namelijk ‘graslandhabitat in de nabijheid van een beek’. Meer bepaald een vochtig stuk

GE HAD MAAR NIET ZO AFGELEGEN MOETEN GAAN WONEN

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

grasland dat als hooiland gebruikt wordt oftewel een made, maat, mede, meet of (Fries) miede. Het is een aan een beek of ander water gelegen vochtig land dat minder geschikt is voor begrazing. Vroeger lag om deze graslanden soms een wal van plaggen. Beschermd landschap De oudste verwijzing naar vijvers in De Maten in gemeenteregisters zou reeds dateren van 1485. Door de afdamming van de Stiemerbeek, eeuwen geleden, ontstonden in de beekvalleien lange ketens van vijvers die werden gebruikt voor het kweken van vis voor consumptie. Vandaag is De Maten een 300 ha groot beschermd landschap en natuurreservaat met 35 aangelegde vijvers met een sluizensysteem, landduinen, natte en droge heide, moerasbos en weilanden. De zachte natuurlijke helling van de


Stiemerbeekvallei vormt de zijflank van de vijvers met hun reusachtige rietvelden. Een bijzondere plant in het natte gedeelte van dit gebied is de zonnedauw, een inheems vleesetend plantje. Kuifeenden, blauwe en zilverreigers en futen met hun speels baltsritueel zijn er het hele jaar door te zien. Eveneens als de schuwe en uiterst schaarse roerdomp, die door zijn perfecte bruine schutkleur amper opvalt in het rietland. Het gekwaak van duizenden groene kikkers kan ook een enorm en verreikend kabaal maken. Platte Pier Pieter ‘Platte Pier’ Lieben, vernoemd naar de dichtstbijzijnde vijver nabij zijn boerderij, de Platweyer, kocht in 1912 een stukje grond in De Maten voor zijn koeien en varkens. Verder was er niets. Geen stromend water, geen weg naar het dorp, zelfs geen bruggetje om de Stiemer over te steken. Over een gewone plank moesten ze de soms ruige rivier over. Hij had er nochtans om gevraagd bij de burgervader, maar

die had laconiek geantwoord: “Ge had maar niet zo afgelegen moeten gaan wonen”. Het leven viel zwaar. En de eenzaamheid. De winters waren ijzig koud. Er werd turf gestoken met een pijlvormige hark. De brandzoden smeulden. Er werd geen hout bij gestookt. In 1957 werd er een overeenkomst afgesloten om de vogels te beschermen. ‘Die van de natuurreservaten’ spanden overal draad rond en Pier voelde zich gevangen binnen de omheining van natuurreservaat De Maten. De hoeve werd later verkocht aan de vzw Belgische Natuurreservaten en veranderde sindsdien regelmatig van eigenaar. In de zomer van 2015 stond de laatste typische Kempense hoeve in onze provincie in lichterlaaie. Eind dit jaar zullen de restanten opgeruimd worden omdat volgens de huidige wetgeving de boerderij zonevreemd staat. Om de rijkdom van het natuurgebied in stand te houden, werd indertijd voor begrazing door schapen gekozen. Maar aan schapen is vrij veel werk en ze zijn kwetsbaar voor allerlei ziekten in een voch-

12

|

13


NATUUR

VIJVERS | DE MATEN | DE WIJERS MOERASSEN | HEIDE

tig gebied. Ze hebben vervolgens plaatsgemaakt voor begrazing met hoornloze, ruig behaarde gallowayrunderen. Galloways worden vaker in natuurgebieden ingezet als grote grazers. Ze hebben weinig zorg nodig en zijn niet agressief. Volksverhalen Volgens een sage lag een gestorven vrouw al drie dagen in haar doodskist in De Maten. Hoewel De Maten bij Diepenbeek hoorden, bracht een voorbijganger de kist op zijn kruiwagen naar Genk. Het bestuur van Genk heeft daarna De Maten ingepalmd. h Verzonken klok In De Maten is ooit een kerk verzonken. Op een dag vond een juffrouw bij de Stiemerbeek een wit draadje. Toen de jonge vrouw aan de draad begon te trekken, kwam er opeens een kerktoren boven water. De vrouw schrok zo erg dat ze de draad losliet, waardoor de kerktoren weer in het moeras zakte. Op kerstnacht hoorden de

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

mensen in de buurt de klokken van de verzonken kerk uiden. h Vuurman De vuurman of ‘sjoverik’ was een grote vlam die als een dolende man over de velden dwaalde. Anderen zegden dat sjoveriken blauwachtig beweeglijke vlammetjes zijn die vooral ’s nachts zichtbaar waren boven het moeras of stilstaand water. In werkelijkheid waren het moerasgassen die door aanraking met zuurstof vanzelf ontbrandden. Moerasgas bestaat uit 80% methaan – tevens het voornaamste bestanddeel van aardgas –, naast koolstofdioxide en stikstof. Het gas ontstaat door gisting van rottende planten op de bodem. Het stijgt soms naar het wateroppervlak en gaat, bij blootstelling aan zuurstofrijke lucht, tot zelfontbranding over. Het gebeurde wel eens dat een groep sjoveriken iemands gezicht verbrandden. Dit overkwam meestal mannen, voornamelijk stropers, die met hun rokende pijp voor de ontsteking zorgden.


h Spookvogel De roerdomp kreeg door zijn specifieke roep de bijnaam ‘misthoorn’ of voor sommige Genkenaars ‘rom­ meldoehs’. Toen in WOI de Duitsers op zoek gingen naar koeien die niet aangegeven waren, dachten zij een verstopt kalf te horen loeien in de beemden. Plichtsbewust trokken zij langs de vijvers en vennen op zoek naar het dier, om per slot van rekening beschaamd zonder buit terug te keren. h Verbannen geest Naar De Maten heeft men vroeger veel geesten verbannen. Onder begeleiding van een pater moest iemand de geest met een ketting naar het moeras leiden. Die persoon mocht onder geen beding achteromkijken. De pater bad dan voor die persoon tot ze op de Kneipp waren. Een jongeman die werd geplaagd door een spook, liet een pater komen. De pater sprak: “Hier is een touw waarmee je het spook moet vasthouden. We zullen het spook naar De Maten leiden. Loop jij maar voorop, maar kijk onder geen

beding achterom!” De jongeman kon zich echter niet bedwingen en keek toch achterom. Op dat ogenblik zag hij dat hij zijn gestorven vader naar het moeras leidde. Wandelen tussen het riet De Maten is een ideale plek om een wandeling te maken in de ongerepte natuur. Het authentiek natuurgebied bleef gespaard van industrialisering van de viskweek. Je ervaart er hoe de wijers (vijvers) er vroeger hebben uitgezien. In eender welk seizoen weerspiegelt De Maten zich als een landschap om in tot rust te komen.

Dada: www.natuurpunt.be/natuurgebied/ de-maten

14

|

15


NATUUR

VIJVERS | DE MATEN | DE WIJERS MOERASSEN | HEIDE

De man die onze natuur levend houdt De Limburgse natuurgids en wildenthousiaste bioloogfotograaf Frank Resseler combineert binnen DeKijkhut, zijn productiehuis van natuurfilm, twee passies: film en natuur. Als kind deed hij al niets liever dan mensen ervan te overtuigen hoe mooi onze beestjes wel zijn. Na zijn studies vond hij via film de ideale manier om zoveel mogelijk mensen te raken met onze inheemse natuur. Zo brengt hij natuur van bij ons helemaal tot bij jou in de zetel of bureaustoel. Door Joël Neelen & Frank Resseler – Foto’s Frank Resseler

daar gezet heeft voor mij, je kan het niet kopen, je hoeft het niet te kopen … het is exclusief voor jou. Om dit gevoel te delen met zoveel mogelijk mensen startte Frank 10 jaar geleden De Kijkhut op.

V

andaag creëert het drukke leven, eigen aan onze maatschappij, een serieuze barrière tussen de natuur en ons leven. We worden in Vlaanderen bijna enkel nog blootgesteld aan pracht door mensen gecreëerd. En dit terwijl onze natuurlijke omgeving, zeker in Limburg, nog zo veel te bieden heeft. “Het echte leven”, noemt Frank Resseler het. “De beste manier om de achter­ uitgang van onze natuur een halt toe te roepen is door mensen er weer mee in contact te brengen.” De puurheid van het zien van een zeldzaam of mooi dier in onze natuur is wat natuur zo boeiend maakt. Niemand die dat beestje

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Hij betrapt er zichzelf ook dikwijls op: “Als je op reis bent, denk je dat je de hemel op aarde gevonden hebt. Je staat ’s morgens bij zonsopgang bij een meer te genieten van de kleuren en geluiden die het moment je te beiden hebben … wauw! Dit is hier zoveel mooier dan thuis. Is dat wel zo?” De laatste jaren staat hij

dikwijls bij het krieken van de dag op de interessante plaatsen in Limburg te wachten om dit mooiste moment van de dag vast te leggen. Het woord ‘magisch’ is hier echt op zijn plaats. Een zonsopgang waarbij de zon de nevel wegbrandt doet hem steeds weer inzien hoe fraai sommige plaatsen wel zijn. Om de zonsopgang nog beter te tonen gebruikt hij technieken als time-lapsefotografie. Deze techniek geeft een versnelde weergave van de realiteit. Je ziet de nevel rustig oplossen en de zon van kleur veranderen terwijl ze aan kracht wint. Zo stond Frank vorig jaar vele uren in de Maten. Het natuurgebied vierde zijn 60 jarig bestaan en daarom vroegen ze hem om er een filmpje over te maken. De ochtenden die hij hier beleefde waren echt pure magie. De nevel danst er door de beekvallei terwijl de zon de vogels wekt. Een orkest van blauwborst, kleine karekiet, lijsters en die ene rare snuiter ‘de roerdomp’ met zijn typische roep. Het is moeilijk deze sferen


DE BESTE MANIER OM DE ACHTERUITGANG VAN ONZE NATUUR EEN HALT TOE TE ROEPEN IS DOOR MENSEN ER WEER MEE IN CONTACT TE BRENGEN onder woorden te brengen. Daarom heeft hij een filmpje gemaakt om te tonen hoe magisch het er is. Op de achtergrond hoor je de karakteristieke roep van de roerdomp die het geheel nog dat ietsje mystieker maakt. De roerdomp is een heel speciale verschijning met een heel eigen gedrag. Als je hem spot heeft hij jou al lang gezien, maar berust hij volledig op zijn camouflage. Het is best een grappig zicht een vogel van zo dichtbij te zien terwijl hij stokstijf zijn zogenaamde paalhouding aanneemt. Zijn verenkleed is perfect afgestemd op zijn leefgebied, tussen het riet zie je hem echt heel moeilijk staan. Als je hem eens wil bewonderen kan je altijd naar

het filmpje “60 jaar de Maten” kijken (gebruik QR-codes op de foto). Om de beekvallei volledig tot zijn recht te laten komen is, heeft Frank ook droneopnames gemaakt van het gebied. Dit vogelperspectief maakt het mogelijk de natuur op prachtige wijze in beeld te brengen. Hij heeft er wel een diploma en de toestemming van de terreineigenaar voor nodig natuurlijk. Als je het gebied beter leert kennen snap je waarom dat de kunstenaars uit de 19e eeuw zo graag afzakten naar Genk om er de heidelandschappen op doek te vereeuwigen. Als je deze magie zelf eens wilt ervaren raadt hij je aan om eens een zonsopgang te beleven vanop het ponchopad dat vanop de Dillikenswijer vertrekt. Je hebt er een prachtig zicht over de vijvers en met een beetje geluk zie je er de dans van de nevel. De uitgelezen plek om je tussen de heideplantjes op het pad neer te zetten en te luisteren naar de ontwakende natuur. De maten zijn een goed voorbeeld van de pracht en waarde van de verschillende natuurgebieden die

we in Limburg en Genk nog rijk zijn. Het is belangrijk dat we dit natuurlijk erfgoed koesteren en beschermen, want het zal onze grootste rijkdom worden. Ieder stukje is de moeite waard om voor te vechten. “Zelf kunnen we thuis ook ons steentje bijdragen,” vertelt Frank, “door inheemse planten aan te planten en hier en daar wat wildgroei toe te laten, evolueren onze tuinen tot een soort uitbrei­ ding van onze natuurgebieden. Vele dieren kunnen dan ook van het ene natuurgebied naar het andere migreren door even uit te rusten bij jou in de tuin.” Hij prijst zichzelf zeer gelukkig dat ‘simpele dingen’, zoals een mooie vlinder op de struik die hij vorig jaar zelf plantte, hem echt raken. Frank hoopt dat dit gevoel voor de meesten onder ons een evidentie zal zijn in de nabije toekomst. Hoe meer mensen geraakt worden door onze lokale natuurpracht, hoe beter dit ook is voor onze toekomst.

Dada: www.dekijkhut.be vimeo.com/user5596599

16

|

17


CREATIEF

KOERSFIETS | VERZET | GOYA SCHILDERKUNST | LANDSCHAP

De fietsende schilder of de schilderende fietser? Hoe sterk is de eenzame fietser die zich, krom gebogen over zijn stuur, door weer en wind een weg baant door het landschap? Met de veldezel op de rug fietst Quinten Torp met een van zijn retro koersfietsen door het Limburgse landschap op zoek naar inspi­ ratie voor een tafereel. Maar het moet niet altijd met de fiets, en het moet ook niet altijd een landschap zijn. Recent haalde hij nog inpiratie uit de ‘Zwarte Schilderijen’ die de Spaanse kunstschilder Francisco Goya aan het eind van zijn leven schilderde. Door Dada Magazine – Foto's Els Gielen

K

unstenaar Quinten Torp, alias Geert Mullens, uit Zolder heeft twee grote passies: fietsen en schilderen. En hij heeft een manier gevonden om de twee te combineren.

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Een alter ego of pseudoniem Quinten Torp is een tweede persoonlijkheid waarmee hij zich onderscheidt van zijn werkelijke identiteit. Quinten verwijst naar zijn moeder die overleed toen Geert elf jaar was en van wie hij het tekenen heeft meegekregen. Haar meisjes-

naam was Quintens. Torp is een afkorting van het woord ‘torpedo’, een zelfaangedreven doelzoekend wapen dat je niet ziet aankomen, maar een enorme impact heeft. Een beetje hetzelfde effect als wat Quinten Torp wil teweegbrengen met zijn schilderkunst: “iets wat onderhuids komt, iets wat je niet


had voelen aankomen, in de posi­ tieve zin welteverstaan.” Zijn motivatie werd ooit aangewakkerd bij het zien van een affiche waarop een Zwitserse pop-artkunstenaar stond afgebeeld die aan het fietsen was met een schildersezel op zijn rug. Sindsdien peddelt ook hij met zijn retro koersfiets en schildersezel op zijn rug door Limburg, op zoek naar boeiende en inspirerende, picturale locaties totdat hij iets vindt wat hij wil schilderen. In het veld werden zo de eerste aanzetten geboren van een reeks schilderijen die hij gebundeld heeft onder de noemer ‘Het klein verzet’.

In zijn schilderkunst vindt Quinten Torp een manier om de veelheid van beeldeninstroom van vandaag te verwerken. Zijn werken, meestal olieverf op doek of op paneel, zijn stille getuigen van dit proces en balanceren tussen communicatie en miscommunicatie, tussen figuratie en abstractie. Het zijn geen haarscherpe beelden maar vage penseelstreken en vegen die doen denken, die zoeken. De olieverf op het doek is niet enkel het middel, maar ook het doel; de verf gaat een eigen leven leiden op de doeken van Quinten Torp.

Ik fiets, dus ik ben! Veelfietser Geert Mullens is tevens een verzamelaar van retro koersfietsen, maar hij is daarin niet fanatiek. Voor zijn schilderkunst an sich is de fiets onbelangrijk, maar fietsen op zichzelf is voor hem wel

DE FIETS IS EEN VOERTUIG WAAR DE LAST OOK DE MOTOR IS

De beleving om van thuis uit te vertrekken is reeds het begin van een tafereel. Met zijn retrofiets, veldezel op de rug, fietst hij zo’n 10 à 20 km in de ronde. Onderweg staat Torp open voor de invloeden rondom hem. Door buiten te zijn dient hij het frame zelf te kiezen aangezien het gezichtsveld telkens een panorama van 360 graden beslaat. De oorsprong van een idee kan vervolgens een landschap zijn, of een industrieterrein, of het circuit van Zolder. “Ter plekke maak ik met acryl een eerste aanzet op doek”, aldus Torp. “In mijn ate­ lier vormt die acrylschets dan de basis voor een verdere uitwerking in olieverf.” Of hij het idee dan loslaat of verder laat doorkomen, wijst de verdere afwerking in zijn atelier uit. Er ontstaat een relevant schilderij, verwekt via observatie, geboren via toeval. De rode draad in zijn werk is het kantelpunt wanneer verf beeld wordt. De ene keer wordt het iets herkenbaar, de andere keer blijft het gewoon verf, maar gaat men er andere dingen in herkennen zonder te weten wat het oorspronkelijke idee was. Zo laat hij de ruimte voor de mensen om te ontdekken, om weg te mijmeren zoals bij muziek.

18

|

19


CREATIEF

KOERSFIETS | VERZET | GOYA SCHILDERKUNST | LANDSCHAP

heel belangrijk. Het werkt geestverruimend. Door actief te zijn ontstaan er allerlei chemische stofjes in je lijf die je gevoelens en gedachten bepalen. Een groep Italiaanse fietsende filosofen trok dezelfde conclusie in een boekje getiteld: ‘Pedalo dunque sono. Pensieri e filosofia su due ruote’. Ik fiets dus ik ben. Ook dat is zijn motto. “De fiets is een fantastische uitvin­ ding. De fiets is een voertuig waar de last ook de motor is”, vertelt Geert. “Ik beweeg me voort op

MET BEIDE VOETEN IN DE WERELD STAAN EN KIJKEN IN DE ÉCHTE WERELD

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

eigen kracht. Met fietsen kunnen we de problemen die ons omrin­ gen losmaken; als je trapt hoor je alleen het kloppen van je hart, je geniet van de weg, de wind, de vermoeidheid.” Les Goyanesques Les Goyanesques, een nieuwe

reeks schilderijen van Quinten Torp, zijn gebaseerd op details van de Pinturas negras (Zwarte Schilderijen) van Francisco Goya. Goya maakte deze schilderijen aan het eind van zijn leven in een periode waarin hij steeds meer last kreeg van depressies. De naam verwijst niet alleen naar de kleuren, of beter gezegd de kleurloos-


heid van de schilderijen die vooral gemaakt zijn in de kleuren zwart, grijs en bruin, maar ook naar de voorstellingen die te maken hebben met hekserij. Torp heeft Goya altijd een ‘sterke’ kunstenaar gevonden. Hij heeft er tijdens zijn studie vrije grafiek een eindwerk over gemaakt. Hij heeft etsen nagemaakt om te ontdekken hoe de kunstenaar tewerk ging, hoe hij zijn arcering legde. Ook als schilder vind Torp Goya een boeiende kunstenaar: het aspect dat hij enerzijds als loonschilder werkte voor het Spaanse koningshuis en anderzijds vrij werk schilderde. In 1819 kocht Goya een afgelegen landhuis in Frankrijk en op de muren daarvan heeft hij de ‘Zwarte schilderijen’ geschilderd. Omdat Goya niet van plan was deze schilderijen naderhand te verkopen, kon hij zichzelf grote vrijheden veroorloven, zowel ten opzichte van de ontstaanswijze, de schildertechniek als de voorstelling. Net zoals de fiets een middel is om op zoek te gaan naar een aanzet voor een schilderij, zijn de Zwarte Schilderijen dat ook. Torp kiest een frame uit een schilderij, een klein stukje dat hij sterk uitvergroot. Dat is de aanzet. Daarna neemt hij zich de vrijheid om te doen wat hij wil, niet met de bedoeling om te kopiëren. Quinten Torp gaat met zijn schilderijenreeks Les Goyanesques, in mei voor het eerst tentoongesteld in CIAP tijdens de Kunstennacht in Hasselt, terug naar de basis; met beide voeten in de wereld staan en kijken in de echte wereld. Niet de wereld die via televisie, magazines en internet op ons afkomt. Hij ziet dat als een vervormde realiteit, een wereld waartegen hij zich ‘verzet’. Met zijn schilderijen wil hij een authentieke toevoeging geven aan de wereld.

Goyanesque Quatre, olieverf op doek, 30 x 40 cm, 2017

Galerist Naast kunstenaar is Geert Mullens ook galeriehouder. Hij startte in 2006 met Galerie De Stijl, in de foyer van de gelijknamige drukkerij, aan de Mijnwerkerslaan op het industrieterrein van HeusdenZolder. Helaas ging de drukkerij in 2009 failliet. Daarna organiseerde hij tentoonstellingen in het Kerkje van Laak in Houthalen. De OnzeLieve-Vrouw-van-Zeven-Weeënkerk kreeg een nieuwe bestemming als museumkerk, speciaal voor tentoonstellingen en kamermuziek, “maar dat voelde geenszins aan als verkoopsruimte en bijgevolg ook niet als een kunstgalerie”, vertelt Geert. Met zijn kunstgalerie wil hij graag andere kunstenaars promoten, zowel uit binnen- als buitenland, jong of befaamd. Maar hierdoor geraakt hij soms in conflict met zichzelf: “Ben ik nu kunstenaar of galerist?” Met de tentoonstelling Hiding in a gallery bracht Quinten Torp de dualiteit kunstenaar/galerist naar boven die hij zelf ervoer toen hij beide probeerde te bewerkstelligen. Hij verstopte zichzelf als het ware in een andere kunstgalerij dan die van hemzelf.

Tijdens een andere tentoonstelling twee jaar geleden, Sorry I'm closed, bracht hij vervolgens een hommage aan de vele galeries die de laatste jaren niet genoeg middelen konden genereren om hun deuren open te houden. Zijn schilderijen waren werken zonder sleutel, de kijker moet zelf een opening zoeken. Zelf merkte hij ook dat het alsmaar moeilijker werd om zijn galerie draaiende te houden en hij was al heel content als een expositie quitte zou draaien. Deze break-even heeft ertoe geleid dat ook Mullens zijn kunstgalerie even on hold heeft gezet. Tentoonstelling Wie werk van Quinten Torp wil ontdekken zakt tussen zaterdag 7 en zondag 15 oktober best af naar Genk voor de groepstentoonstelling Hommage Persiflage Parodie in The Gallery, een leegstaand winkelpand in de Molenstraat (lees p. 54).

Dada: www.quintentorp.be

20

|

21


CREATIEF

ZWART | GRAFIET DOCENT | KUNSTENAAR

Op de zwarte koffie bij Ado Hamelryck Van lichtblauw over staalblauw tot koningsblauw. En heel veel schakeringen daartussenin. Aan woorden geen gebrek om de vele tinten blauw die we kennen te omschrijven. Wellicht zou blauw dan ook meer voor de hand hebben gelegen toen schilder Ado Hamelryck jaren geleden besloot om zich voortaan toe te leggen op één enkele kleur. Maar in plaats daarvan koos hij ervoor om alle facetten van … zwart te exploreren. Toch betekent dat niet per se dat hij door een zwarte bril naar de wereld kijkt. Het loutere gebruik van zwart in zijn werken is essentieel geworden voor zijn streven naar zuivere beelden, naar purificatie. En dus durven wij haast niet anders dan de melk te weigeren wanneer we op een warme zomerdag een kop koffie aangeboden krijgen in zijn woning in Waterschei. Door Hilde Neven – Foto’s Jan Castermans

E

ven voordien werden we hartelijk verwelkomd door Ado’s echtgenote. Aan de witte muren in de gang, in de woonkamer en, zoals later tijdens een rondleiding zal blijken, ook in alle andere kamers tot de zolder toe; overal word je omgeven door Ado’s werken. En hoewel dat even wennen is, voelt het niet bevreemdend, eerder rustgevend. Al blijken

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

de zwarte kunstwerken niet op iedereen die uitwerking te hebben. “Ik heb al meermaals gemerkt dat mijn werken tijdens tentoonstel­ lingen haast agressie uitlokken,” aldus de schilder. “Wat onbekend is, boezemt angst in. Zwart wordt in onze Westerse maatschappij vaak geassocieerd met erg nega­ tieve ervaringen. Met angst, het kwade, de dood … Maar hoe meer je je verdiept in het zwart, hoe

meer je ervaart, hoe meer je ziet. In die zin is zwart voor mij de meest boeiende kleur die er bestaat. En hoop ik dat de kijker dat ziet. Maar je moet de moeite willen nemen om te kijken. Weet je dat mensen vaak niet aan de verleiding kun­ nen weerstaan om mijn werken aan te raken? Dat leidt niet alleen tot zwarte vingers, aan een werk van me dat in het Provinciehuis te zien is, mag ik om de zoveel tijd herstellingswerken gaan uitvoeren (lacht). Mijn werken maken dus ook nieuwsgierig. Zwart is niet zo monsterlijk als vaak verondersteld.”


MIJN WERKEN MAKEN DUS OOK NIEUWSGIERIG. ZWART IS NIET ZO MONSTERLIJK ALS VAAK VERONDERSTELD

De drang om te creëren was er reeds lang voor de kleur zwart zijn oeuvre verder richting zou geven. “Al in mijn vroegste herinneringen, zie ik mezelf tekenend terug. Zo mocht ik als kleuter altijd het vogel­ tje op het bord gaan tekenen, nadat de juf de boom had getekend. Later ging ik als puber tekenles volgen in de avondschool. Ik kreeg er les van onder meer Jef Colruyt, telg van de bekende familie. Van hem heb ik veel geleerd. Later hebben we samen­gewerkt aan glaswerk voor de kapel in het Kasteel van Gaas­ beek. Nog later ging het richting de Koninklijke Academie van Brussel en het Hoger Instituut van Antwer­ pen. In 1967 zijn we vanuit Halle hier in Genk beland, waar ik aan de slag kon aan de toen net opgerich­ te Stedelijke Academie van Genk. Ik heb altijd graag lesgegeven, we zijn hier nooit meer weggegaan. Onze school had een sterke internatio­ nale reputatie, waardoor er een fijne, inspirerende sfeer heerste.” Colorist Het is in die eerste jaren in Genk dat de nood aan reductie groter en

groter wordt. En dat om tot zuivere beelding te komen. Eerst vallen de kleuren een voor een weg tot enkel nog het zwart rest, later zegt de schilder ook vormen vaarwel. Alle ballast moet weg. Die zwarte keuze heeft, voor alle duidelijkheid, niets te maken met de steenkool die je in onze Genkse bodem vindt. Al zou dat natuurlijk een mooie verklaring geweest zijn. “Wellicht vind je het moeilijk om je te kunnen voorstellen dat ik ooit veelkleurige schilderijen maakte, en toch is het zo. Zwart is voor mij de sterkste, en meest boeiende kleur die er bestaat. Zelfs al heb ik vandaag alle andere kleuren uit mijn werk gebannen, dan nog voel ik me een colorist. Zo heeft het lood in mijn grafiet­ stift bijvoorbeeld een metalliserend effect dat licht weerkaatst … Ook dat is kleur.” Het zinloze krijgt zin De overgang is er niet van vandaag op morgen gekomen, maar is eerder organisch gegroeid. Eens de keuze was gemaakt, was er echter geen weg meer terug en is hij het zwart nooit ontrouw geweest.

Het gebruik van zwart gaat in zijn werken tegelijkertijd vaak gepaard met dat van repetitieve, ritmische, meditatieve handelingen. Letters of tekens zonder betekenis vullen het vlak. Via een haast eindeloze reeks bewegingen ontstaat een zuiver beeld; het kunstwerk. Het zinloze krijgt zo zin. Als een monnik Het scheppen is een spirituele, maar arbeidsintensieve oefening. Ado werkt en leeft dan ook als een monnik binnen zijn eigen cocon. Bezig zijn met zijn werken, zorgt voor een bepaald stadium van rust, maar vergt ook inspanning en discipline. “Ik leef in een bepaald systeem. Ben niet per se mensen­ schuw, maar wil liever niet afgeleid worden door aardse dingen of materialiteit. Ook in ons interieur mag er zo weinig mogelijk ruis aanwezig zijn.” Maar is dat altijd zo evident geweest voor zijn echtgenote? Zijn keuze is misschien niet per se haar keuze geweest? “Ja, toch wel,” valt zij Ado bij. “Ik heb me daar altijd

22

|

23


CREATIEF

ZWART | GRAFIET DOCENT | KUNSTENAAR

heel erg goed in kunnen vinden, heb me daar nooit vragen bij gesteld. Misschien kan ik zelfs nog beter afstand nemen van de buitenwereld dan Ado. Zeker na het overlijden van onze dochter, enkele jaren geleden, is de nood om me terug te trekken nog groter geworden.” “Net zoals het een evidentie is geworden voor ons om zwarte kledij te dragen,” vult Ado nog aan.

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

“Kleur zou me afleiden. Je ziet me toch niet werken in een Hawaï­ hemdje? (lacht). Wat dat betreft is er in al die jaren nooit iets veran­ derd. Alleen mijn leeftijd noopt me vandaag om iets kleinschaliger te werken. Metersbrede kunstwer­ ken, zoals ik die vroeger maakte, zijn een te grote fysieke uitdaging geworden. Kom, laat ik jullie maar eens rondleiden, dan kunnen jullie het zelf ontdekken.”

Ado Hamelryck werd in 1941 geboren in Halle. Je vindt zijn werken bij de Stad Genk, het Limburgse Provinciehuis, CIAP, het MUHKA, Pasfoundation, het Vlaams Parlement en de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, kunstmuseum voor Belgische kunst Mu.Zee enz.


ACTUEEL

CITÉ | JEUGDWELZIJNSWERK SOUND | RINGTONE

The Sound of the Cités Anti.Anti. en GIGOS, de jeugdwelzijnswerkingen in Genk, slaan de handen in elkaar met om op zoek te gaan naar The Sound of the Cités, een specifieke ‘ringtone’ voor elke cité. Door Joël Neelen – Foto’s Anti.Anti.

om mee te werken aan dit project. Anti.Anti. gaf hen de kans om vrij en ongedwongen hun wijk voor te stellen en zichzelf te zijn. Op die manier wordt er gezocht naar een specifieke sound voor iedere cité. Nieuw-Termien

A

nti.Anti. gaat op zoek naar de ultieme ringtone in elke wijk of cité. Geen antigeluid of een geluid dat een ander geluid opheft, maar een sound die typerend is voor de wijk. Iedere cité een ringtone, weerklinkend en wedijverend over de stad.

IEDERE CITÉ EEN RINGTONE, WEERKLINKEND EN WEDIJVEREND OVER DE STAD

Met The Sound of the Cités experimenteert Anti.Anti. met nieuwe vormen van cultuurbeleving met een sterk participatief karakter. Het is een cultureel project dat niet te bezoeken is zoals bijvoorbeeld een klassieke tentoonstelling of theatervoorstelling. Het speelt zich af op ‘verborgen’ of ‘vergeten’ plekken in de stad, onder de huid van de stad, cultuur gesmokkeld binnen het alledaagse gezichtsveld. Het doel an sich is het scheppen van een kader voor ontdekkingen en opportuniteiten. In de sociaal artistieke en culturele ateliers, waarover GIGOS beschikt in Zwartberg, Waterschei, Winterslag, Sledderlo en Genk-Zuid, vond Anti.Anti. enthousiaste jongeren

Samen met Willem Vrancken van Anti.Anti. trek ik naar Termien voor een meeting met jeugdwelzijnswerker Gianluca ‘Don Luca’ Nobile, bekend zijn Vlaamse hiphop met een Genks accent, oftewel poëzie in Cité Stijl. Gianluca is de artistieke schakelfiguur in het project tussen de jongeren, GIGOS en Anti.Anti. Hij neemt ons mee naar het zogenaamde NieuwTermien, een wijk die voornamelijk uit woongelegenheden van de sociale bouw­ maatschappij Nieuw Dak bestaat. Nieuw-Termien is immers een goede weergave van de grote diversiteit die er in Genk is. Samen­ leven in diversiteit begint met samenleven in Termien. Hoewel autochtone bewoners de meerderheid van de wijk vormen, is de wijk de laatste decennia meer divers geworden. Daar waar er een vrij grote groep autochtone bewoners is met gemiddeld een oudere leeftijd zien we dat er een grote instroom is van jonge islamitische gezinnen. Lees vervolg op p. 47.

24

|

25


ACTUEEL

TOMATEN | ARTISANAAL ITALIË | POMODORI | PASSATA

E già arrivato il camion? Er zijn weinig Italiaanse Genkenaars die hun tomaten in een warenhuis kopen. Maar ook steeds meer Belgen uit Genk en omgeving zakken heel augustus tot een stuk in september liever af naar de loods van Da Manuela Rotilio, die elke zomer 130 ton tomaten uit Abruzzo importeert. De tomaten van Manuela zijn lekkerder, zeggen haar klanten. Al hebben ze ook nog een andere kwaliteit: ze verzachten de knagende heimwee naar la bella Italia.

een Italiaans café wat verderop. Daar kan hij in afwachting van de camion gaan genieten van schuimende cappuccino’s en gesuikerde croissants. Hij trekt zijn blauwe Italia-broek op, mompelt een zin die verdacht veel lijkt op de Italiaanse variant van “I’ll be back” en stapt terug naar zijn Alfa Romeo.

Door Stef Selfslagh – Bron De Morgen – Foto’s Joël Neelen

Wanneer het elf uur wordt en de vrachtwagen uit Abruzzo nog steeds niet te bespeuren is, begin ik stilaan bezorgd te worden. Je bent een betrokken journalist of je bent het niet. Ik vraag Manuela of het wel ‘ns gebeurt dat haar klanten al voor de hangar staan aan te schuiven, terwijl haar produkten nog maar net de Frans-Belgische grens zijn overgestoken. “Dat overkomt me elk jaar wel een keer”, zegt ze schouderophalend. “Italianen hechten weinig belang aan stiptheid. Wan­ neer de camion vertraging oploopt, denken mijn chauffeurs niet aan al die klanten die op hun bestelling aan het wachten zijn. Ze zeggen gewoon: ‘Chi va piano, va sano e va lontano.’ ‘Wie rustig leeft, leeft lang en gezond.’ Je kan je eraan ergeren, maar eigenlijk hebben ze gelijk. Het

Italiaans voor: “Is de camion al aangekomen?” En de camion in kwestie, dat is de rijdende mastodont die Manuela elke zomer chartert om vanuit Abruzzo, Italië een paar ton artisanaal geteeld lekkers naar Genk te transporteren.

M

anuela Rotilio glimlacht wanneer ze voor de zoveelste keer die ochtend dezelfde vraag moet beantwoorden. “E già arrivato il camion?”,

WIE RUSTIG LEEFT, LEEFT LANG EN GEZOND

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

De man die naar de vrachtwagen komt informeren, kijkt Manuela hoopvol aan. Vanachter haar geïmproviseerde bureau in haar hangar in de Gieterijstraat moet ze hem echter teleurstellen. De camion komt pas om tien uur aan en haar agrarische pop-up-store gaat pas om één uur open. Om de ontgoocheling wat te temperen, verwijst ze de man door naar Piceno,


zijn wij die vaak zo fucked up bezig zijn. Niet zij.“ En dan, terwijl ze haar Nespressomachine de opdracht geeft om nog twee koffies bij elkaar te pruttelen, rijdt de lang verwachte camion de parking voor de hangar op. “Aha”, zegt Manuela, en ze laat de koffies stante pede voor wat ze zijn. Samen met de chauffeurs opent ze de deuren van de tientonner. Ik werp een nieuwsgierige blik op de lading van het voertuig: 24.000 kg biologische San Marzano-toma­ ten, tientallen kisten gegeerde Montepulciano-, Sangiovese- , en Trebbiano-druiven, een honderdtal basilicumplanten en verder: vijgen, zeldzame aubergines en vijfliterblikken olijfolie. Allemaal rechtstreeks afkomstig uit het landbouwkundig getalenteerde Abruzzo, allemaal artisanaal gekweekt en allemaal enorm in trek bij de vele Italiaanse families die Genk en bij uitbreiding de rest van Limburg rijk is. Zeven keer zal de camion deze zomer de 1.500 km tusssen Abruzzo en Genk afleggen. Zeven keer zal de inhoud ervan in geen tijd verkocht zijn. De camion – de Limburgers spreken het woord op z’n Frans uit – is in Limburg een fenomeen geworden. Tomatenvakantie Nino Rotilio – de vader van Manuela – komt in 1951 als gastarbeider naar Genk om er in de steenkoolmijnen te werken. Elke maand stuurt hij een deel van zijn loon naar zijn ouders in L'Aquila. De rest zet hij gedisciplineerd opzij. Na een paar jaar schraapt hij al zijn spaarcenten bij elkaar en ruilt hij zijn ondergrondse leven in voor een bestaan in het daglicht: hij begint in Genk een kruidenierszaak. Zijn producten koopt hij bij een boerderij in Casalbordino, Abruzzo. Al snel staat hij bij de Genkse Italianen bekend om zijn heerlijke San

Marzano-tomaten en zijn voortreffelijke Abruzzese wijndruiven. De vraag is zo groot dat hij tijdens de sluitingsuren van zijn winkel met een vrachtwagen door de arbeiderswijken van Genk rijdt om iedereen te kunnen bedienen. Dankzij Nino Rotilio kunnen de Italiaanse migranten van het eerste uur een culinaire traditie uit hun geboorteland verderzetten: ze verwerken de San Marzanotomaten eigenhandig tot passata – een tomatensaus die gebruikt wordt bij de bereiding van talloze Italiaanse gerechten – en maken met de druiven zélf hun wijn. Want zoals elke Italiaan weet: wat je zelf maakt, smaakt beter. Op 25 september 2009 sterft Nino

aan de gevolgen van een longontsteking. Manuela verliest haar held en rolmodel, de Limburgse Italianen hun culinaire maat en hoofdleverancier. Na een tijdje ziet Manuela dat de klanten van haar vader er maar niet in slagen om zijn bijzondere druiven en tomaten elders te vinden. Ze verzamelt al haar moed en besluit een gedeelte van de zaak van haar vader verder te zetten. Elk jaar onderbreekt ze in augustus en september gedurende een tiental dagen haar job als commercieel afgevaardigde van AB Inbev en wordt ze de zaakvoerder van Da Manuela Rotilio. “Sommige mensen nemen verlof om te gaan vissen, ik neem verlof om tussen mijn tomaten te kunnen zitten”, zegt ze in haar hangar.

26

|

27


ACTUEEL

TOMATEN | ARTISANAAL ITALIË | POMODORI | PASSATA Dankbare klanten De chauffeurs van de camion laden in een bewonderenswaardig tempo de honderden tomatenkisten uit. De zomerzon doet de felrode tomaten extra glanzen. “San Marzanotomaten worden gekweekt op hellingen met zeezicht”, vertelt Manuela. “Ze genieten zowel van gezonde berglucht als van een frisse zeebries. Ze bevatten veel tomatenvlees, weinig water en geen bewaarmiddelen. Vraag het straks maar aan mijn klanten: geen tomaat die qua smaak nog maar in de buurt komt.”

ALS MIJN KLANTEN HIER STRAKS HUN TOMATEN KOMEN OPHALEN, HERBELEVEN WE SAMEN ONZE ITALIAANSE ROOTS. DAT IS ECHT GENIETEN

Uit dankbaarheid verwennen haar klanten haar soms met zelfgemaakte pasta. En elk jaar krijgt ze berichtjes die haar Italiaanse hart sneller doen slaan. “La regina dei pomodori”, schreef iemand op haar Facebookpagina. “Che cosa sarebbe la vita senza Manuela?” “Wat zou het leven zijn zonder tomatenkoningin Manuela?” Iemand anders stuurde haar een tijd geleden een sms’je: “Chapeau dat je het werk van je vader verder zet. Hij zou trots op je zijn.” Ze las het met vochtige ogen, bekent ze.

vijftig jaar geleden in zijn winkel snoepjes uitdeelde, zijn nu mijn klanten. Ze vertellen me wel 'ns verhalen over mijn vader. Zalig is dat. Ik praat hier ook voortdurend tegen hem. ‘Geen probleem, pa, ik zal wel blijven lachen’, zeg ik dan inwendig wanneer er een lastige klant voor me staat. Of, wanneer ik die stapels tomatenkisten in mijn hangar bekijk: ‘Pa, hoe ga ik in godsnaam al die tomaten verkocht krijgen?’ Ik denk elke dag van het jaar aan mijn vader, maar tijdens mijn tomatenmaanden zijn we extra close.“ Ze koopt haar producten nog altijd bij dezelfde agri compania als haar vader. Toen ze nog een kind was, reed ze samen met hem en de boer des huizes op een tractor over de velden van de boerderij. Vandaag zit ze er helemaal alleen rond de tafel om te onderhandelen over de prijs van de tomaten. “De eerste keer dat ik zonder mijn vader op die boerderij kwam, heb ik gehuild zoals ik nog nooit in mijn leven gehuild heb. Maar ik ben blij dat ik nog altijd met dezelfde mensen samenwerk als mijn pa.” Mini-feestdag

“Ik heb heel sterk het gevoel dat ik deze zaak samen met mijn papa run. De kinderen waaraan hij

Haar gsm rinkelt voor de dertigste keer. Voor de dertigste keer neemt ze niet op. “Ik heb op mijn voice mail ingesproken dat ik om één uur openga. Ik heb geen tijd om het aan iedereen persoonlijk te vertellen.” Ze gaat achter haar bureau zitten en werkt nog wat aan een powerpointpresentatie die straks te zien zal zijn op het televisietoestel dat ze aan een muur bevestigd heeft. De slides informeren haar klanten over de herkomst van haar producten. Het is niet omdat je tomaten artisanaal zijn, dat je verkoopstechnieken dat ook moeten zijn. Ik vraag Manuela of het succes van haar camion uitsluitend te

DADAMAGAZINE

# 03 .2017


28

|

29


ACTUEEL

TOMATEN | ARTISANAAL ITALIË | POMODORI | PASSATA danken is aan de kwaliteit van haar tomaten. Misschien, zeg ik, importeren de Italiaanse Limburgers via haar camion ook een stukje van hun identiteit. En maken ze met haar tomaten niet alleen insalata caprese, maar verzachten ze er ook de heimwee naar la bella Italia mee. Ze knikt. “De Italianen die als

WE TREKKEN ONS TERUG IN DE GARAGE, ZETTEN WAT ITALIAANSE MUZIEK OP, DRINKEN EEN GLAASJE WIJN, ETEN WAT PASTA EN BEGINNEN ERAAN

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

gastarbeiders naar Limburg zijn gekomen, waren niet van plan om hier wortel te schieten. Omwille van financiële redenen zijn ze toch gebleven, maar hun liefde voor Ita­ lië is nooit vervaagd. En ze hebben hun vaderlandse hartstocht van generatie op generatie overgedra­ gen. Dus ja, ik ben er zeker van dat mijn tomaten voor mijn Italiaanse klanten niet alleen biologische, maar ook emotionele producten zijn. In de passata die ze ermee maken, schijnt de Italiaanse zon.” Ze kijkt naar haar steeds gevulder ogende en lekkerder geurende hangar en zegt: “Als mijn klanten hier straks hun tomaten komen ophalen, herbeleven we samen onze Italiaanse roots. Dat is echt genie­ ten. Sommige Italianen komen hier gewoon een paar uur zitten. Ze ge­ nieten van de sfeer, de gezelligheid en de grappen die gemaakt worden. Het is vandaag eigenlijk een Itali­ aanse mini-feestdag.” (lacht)

500 flessen passata Eén uur. Aan de ingang van de hangar staan de eerste klanten ongeduldig aan te schuiven. Wanneer de poort opengaat, wordt een muur van tomatenkisten zichtbaar. Iedereen wil zich zo snel mogelijk verzekeren van een lading pomodori, er ontstaat zowaar enige nervositeit. Manuela vraagt iedereen beleefd om een nummertje te trekken, 'net zoals bij de bakker’. Met een mix van Italiaanse en commerciële flair bedient ze haar klanten. Ze schenkt een ouder koppel de eeuwige jeugd door hen liefdevol signorina en signorino te noemen. Pogingen om af te pingelen countert ze met plaagstoten en sussende schouderklopjes. Tegen een klant die zijn auto in de hangar wil parkeren om de afstand tussen zijn tomatenkisten en zijn kofferbak te verkleinen, zegt ze lachend: “Ge zijt toch gene luie Italiaan, zeker?” Niet zelden draagt ze zelf de tomatenkisten van haar klanten naar hun auto. Na één uur werken, zijn de zweetdruppels op haar voorhoofd al niet meer te tellen. Op de parking voor de hangar probeert Francesco Cicirelli 17 kisten van 12 kg tomaten in zijn Fiat MultiJet te proppen. Wanneer ik hem vraag of hij denkt dat het gaat lukken, kijkt hij me beledigd aan. Hij ként de afmetingen van een kist San Marzano-tomaten en weet heel goed hoeveel kisten zijn MultiJet aankan: precies 17, goed voor 204 kg tomaten. Dat is genoeg voor vandaag, morgen komt hij terug voor de tweede lading van 204 kg. Kan hij weer een jaartje verder. Claudio Cavaliere heeft voor de gelegenheid een aanhangwagen aan zijn Volkswagen Touran bevestigd. Samen met zijn zoon en kleinzoon dropt hij 750 kg tomaten in de oplegger. De komende drie dagen zal hij niks anders doen dan in fa-


30

|

31


ACTUEEL

TOMATEN | PASSATA POMODORI | ARTISANAAL voor 8 liter passata. Claudio Cavaliere en de zijnen zullen de komende dagen 500 eenliterflessen met passata vullen. Rispetto.

OF ER NOG TOMATEN ZIJN? JAZEKER, MAAR KOM SNEL. ZE VLIEGEN BUITEN milieverband passata maken. “We trekken ons terug in de garage, zetten wat Italiaanse muziek op, drinken een glaasje wijn, eten wat pasta en beginnen eraan”, zegt hij. Eén kist van 12 kg tomaten is goed

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

In de steeds langer wordende rij klanten staan twee mannen en een vrouw druk gesticulerend te praten. Ze heten Giovanni, Andrea en Luisa, komen uit respectievelijk Sicilië, Napels en Sardinië en kopen de tomaten van Manuela omdat ze de culinaire tradities van hun geboorteland ook aan hun kinderen willen doorgeven. “Als we dat niet doen, gaan ze hun flessen passata later in de winkel kopen in plaats van ze zelf te maken”, beweert Luisa. Terwijl ze het zegt, kijken Giovanni en Andrea alsof ze net een voorraadje gorgonzolakaas uit 1980 hebben gegeten. Turkse pizza’s met Italiaanse tomaten Niet alle klanten van Manuela hebben Italiaans bloed. De laatste jaren vinden ook steeds meer Belgen de weg naar haar hangar. Slowfoodadepten die houden van traditionele gerechten en biologische ingrediënten, maar ook Italiëlovers die zelfs thuis van de echte

cucina Italiana willen genieten. Johannes is vanochtend helemaal van Wemmel naar Genk gereden om bij Manuela 100 kg tomaten in te slaan. Terug thuis zal hij er in de beste Italiaanse traditie met familieleden passata van maken. Ook Veerle en Chris, twee vriendinnen uit Zolder, kopen bij Manuela een paar kilogram Italië. Een ItaliaansLimburgse oma legt hen haarfijn uit hoe ze passata moeten maken. Ik vang op: “Veel werk, maar zo moeilijk is het eigenlijk niet. Eerst snij je de tomaten in stukken, dan laat je het vocht uit de tomaten lopen, vervolgens kook je ze en uiteindelijk jagen we ze door de molen. Als we het sap in de flessen gieten, doen we er ook een blaadje basilicum bij, voor de de smaak. En niet vergeten de lege flessen eerst helemaal te laten uitlekken.” Men zegge het voort. Ik praat ook even met Süheyla en Gülten: twee Turkse vrouwen die vinden dat zelfs Turkse gerechten gebaat zijn bij de aanwezigheid van Italiaanse tomaten. “Passata is heel lekker op een Turkse pizza of als ingrediënt van menemen, een Turks ontbijtgerecht dat ook eieren, groene paprika’s en uien bevat.” Parmaham uit Polen De klanten blijven toestromen, Manuela blijft onvermoeibaar prego’s, grazie’s en a la proxima’s rondstrooien. Wanneer ik in de wachtrij de man met de blauwe Italia-broek opmerk, besluit ik dat de cirkel rond is. Ik ga in café Piceno een espresso drinken met Tony Ven-


tura, een 63-jarige migrant van de tweede generatie en een geëngageerd lid van Arulef, een vereniging die Umbrië promoot. Tony verhuisde al op zijn tweede naar Genk, maar heeft zijn hart in zijn geboorteland laten liggen. “Soms lig ik ’s nachts met wijdopen ogen in bed en denk ik: ik kom uit Italië, één van de mooiste landen ter wereld. Waarom bén ik daar dan in godsnaam niet? Maar nu is het te laat om terug te keren. Ik zou mijn kleinkinderen niet kunnen missen. België is goed voor me geweest. Maar ik zal altijd heimwee naar Italië blijven hebben. De tomaten van Manuela zijn een balsem voor mijn Italiaanse ziel.” Ook hij roemt het artisanale karakter van de San Marzano-tomaten. “Als je bij Manuela een tomaat koopt, weet je precies op welk veld in Casalbor­ dino die tomaat is gekweekt. Als je in een supermarkt parmaham koopt, is de kans groot dat die uit Polen komt.”

zijn er in Limburg – en zeker in Genk – nog vele andere”, zegt Joke Quintens. “Hier vind je nog het échte Italië. Niet in Little Italy in New York, waar de Chinezen tegen­ woordig de pizza’s bakken. En ook niet in onze grote steden, waar de Italiaanse koffiebars vooral op de hipsters mikken.” Ik dubbelcheck of de Limburgse Italianen met de tomaten van Manuela ook hun melancholisch verlangen naar Italië voeden. “Tuurlijk”, zegt Dirk Chauvaux. “Je moet je inbeelden wat de eerste Italiaanse migranten hier hebben meege­ maakt. De ene dag zitten ze nog op een heuvel in Puglia met een glas wijn van de ondergaande zon te genieten, en de volgende dag lopen ze in de Belgische slagregen naar de mijnen om er duizend me­ ter onder de grond te kruipen. En dat zes dagen per week, jaren aan een stuk. Je zou voor minder naar Italië snakken.” Wanneer ik hen vraag wat het grootste cadeau is dat de Italianen Limburg hebben gegeven, moeten ze niet lang nadenken. “Warmte. Passie. Jovialiteit. Limburg is altijd al een warmbloedige provincie ge­ weest, maar ik denk dat de aanwe­ zigheid van de Italianen er toch ook voor een groot stuk tussen zit.” Na een dag in het gezelschap van Manuela ben ik geneigd om daar elk woord van te geloven.

Ciao Limburg Bij wijze van journalistiek dessert trek ik nog even naar het Genkse huis van Joke Quintens en Dirk Chauvaux, auteurs van het boek ‘Ciao Limburg!’, over de invloed van zeventig jaar Italiaanse migratie. “Zoals het verhaal van Manuela

Deze bijdrage verscheen eerder via De Morgen. Stef Selfslagh schreef dit artikel in augustus 2015 naar aanleiding van zijn ontmoeting met Manuela Rotilio. Joël Neelen maakte in de zomer van 2016 een beeldverslag van een kliek vrienden die traditiegetrouw jaarlijks samenkomen om passata te maken.

32

|

33


ACTUEEL

SOCIAAL | WERK | CO-CREATIEF TOEKOMST | GENK

De Andere Markt werkt aan de toekomst van werk in Genk Als je kon kiezen, wat zou je willen doen? Heb je vaardigheden die je met anderen wil delen of aan hen wil aanleren? En hoe ziet je werkplek eruit? Waar zou je ideale werk­plek zich situeren? Met wie wil je werken? Heb je goede ideeën voor nieuwe soorten werkplekken en werktuigen? Dat zijn de vragen die het Living lab De Andere Markt (DAM) aanpakt, een lab geïnitieerd door Uhasselt Faculteit Architectuur, LUCA School of Arts en Stad Genk.

binnen te komen. Het winkelpand dient niet enkel als uitvalsbasis voor ontwerpworkshops, maar ook als een informele ontmoetingsplaats voor burgers rond het thema van werk en een plek waar nieuwe werk-initiatieven kunnen groeien (in het verleden Studio Refugee en straks een sociaalartistiek naaiatelier).

Door Liesbeth Huybrechts – Foto's Pablo Calderon, Boumediene Belbachir Bakfiets

H

et participatieve lab, De Andere Markt, is gesitueerd in een winkelpand in de Hoefstadstraat in Genk, in een zijstraat van de Vennestraat, in een dynamische omgeving waar ook – onder meer – de Tuin van Betty, restaurant U en Galleriet.Rosendal gesitueerd zijn. Op deze plek denken en werken we aan de toekomst van werk. We doen dit samen met de burgers, publieke en private organisaties in Genk en ons internationaal netwerk van onderzoekers, allen gepassioneerd door architectuur, design, participatie, werk, technologie en ‘stadmaken’. In het eerste jaar van de opstart, ontwikkelde het lab – in het kader van het Genkse participatietraject G360 – drie centrale werkwijzen om participatieve trajecten met de burgers vorm te geven. Winkelraam Het winkelraam aan ons pand in Winterslag nodigt burgers uit om

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

We trekken wekelijks de stad in met een bakfiets waarop een mobiele drukpers staat gemonteerd. Deze mobiele unit wordt gebruikt om de verschillende wijken van Genk in te trekken en op visuele manieren te praten over werk met de burgers en andere lokale actoren. Mensen kunnen de pers gebruiken om een poster te maken die hun capaciteiten of vaardigheden visualiseert. Het ontwerpteam publiceert de posters en de bijhorende verhalen online (de blog en de Facebookpagina) en op tentoonstellingen (in bv. De Andere Markt, IABR of tijdens events). Zo creëren we een inventaris van de vaardigheden van de lokale bevolking, die actief kan worden gebruikt als ingrediënt voor de ontwikkeling van toekomstige werkplekken in de stad. Co-design workshop in DAM Waar we met de bakfiets in de publieke ruimte individuele vaardigheden in kaart brengen, geven we tijdens co-design labs in ons


winkelpand samen speels en co-creatief nieuwe ideeën voor de toekomst van werk vorm. De vaardighedenposters die worden verzameld tijdens de interventies in de verschillende wijken van Genk, evenals interviews met lokale actoren (organisaties, ondernemers, bedrijven, etc.) worden gebruikt als input voor deze labs. In deze labs, zetten we brainstorms tussen burgers, lokale organisaties, bedrijven, creatieven en beleidsmakers over de toekomst van werk op, om ze vervolgens te materialiseren in

concrete ideeën voor toekomstige plekken. Werk en participatie Met deze drie werkwijzen is De Andere Markt gedurende de afgelopen twee jaar (juli 2015 - augustus 2017) druk bezig geweest in de buurt van Winterslag. Het gaf vorm aan een groeiend netwerk van mensen en organisaties door het initiëren en ondersteunen van diverse projecten, met verschillende partners, rond ‘werk’ en ‘participa-

tie’. Een aantal van de projecten zijn ontwikkeld in het winkelpand, terwijl andere projecten elders hebben plaatsgevonden. De ruimte en de website (www.deanderemarkt.be) hebben een onmiskenbare rol gespeeld in het centraliseren en het zichtbaar maken van de informatie van de verschillende projecten voor de lokale en bovenlokale burgerbevolking, beleid en bedrijfsleven. Om een voorbeeld te geven van een project, verwijzen we naar de G360, een burgerparticipatieproject

34

|

35


ACTUEEL

SOCIAAL | WERK | CO-CREATIEF TOEKOMST | GENK

dat de Stad Genk jaarlijks herhaalt en waar De Andere Markt in 2015 en 2016 invulling aan gaf. De centrale doelstelling van het project was om met de Genkse burgers in interactie te treden over de toekomst van werk door met hen over hun de vaardigheden te spreken. Het project startte in mei 2015 en ontwikkelde nauwe relaties tussen burgers, overheid, bedrijven, publieke organisaties (bijvoorbeeld jongerenorganisaties) en de lokale ondernemers die actief zijn in Genk op het gebied van bijvoorbeeld sociale economie, muziek, voedsel, energie, bouw en recycling. In totaal maakten we posters van vaardigheden van meer dan 150 burgers. Maar meer dan op kwantiteit focuste dit traject op het uitbouwen van kwalitatieve en langdurige relaties met de burgers in Genk. Gevolgtrekking Na twee jaar De Andere Markt, met onder meer het G360 traject, kunnen we een aantal duidelijke ‘lessons learned’ presenteren: — De aanpak van de G360 liet zien dat we meer moeten inzetten op capaciteitsopbouw in participatieve trajecten. Steden hebben meer en meer aandacht voor het nadenken met burgers over bepaalde beleidsdoelstellingen. Door in dit proces meer nadruk te leggen op de vaar­ digheden van de burgers, kunnen burgers meer bewust worden van hun rol in het vormgeven van een toekomst voor werk in Genk. Door het verbeeldingsrijk samen ontdekken en verder ontwikkelen van vaardigheden, kunnen de burgers ook na het participatietraject meer zelfbewuste en actieve deelnemers worden in het vormgeven van de stad. — De portretten van de Genkenaars en hun vaardigheden brengen de diversiteit in ondernemen aan de oppervlakte. We kunnen nog veel meer leren uit hoe verschil-

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

lende culturen hun ondernemingen vormgeven, hoe interessante kruisverbanden ontstaan tussen culturen en hoe je daar als beleid op in kan spelen door het aanbieden van bepaalde infrastructuren, regelgeving enz. — De portretten geven meer diepte aan de gekende vaststelling dat Genk een vooral technisch geschoolde bevolking kent. Het soort

DE PORTRETTEN VAN DE GENKENAARS EN HUN VAARDIGHEDEN BRENGEN DE DIVERSITEIT IN ONDERNEMEN AAN DE OPPERVLAKTE

technische vaardigheden zijn immers zeer divers, in het maken van auto’s, voedsel, kleding, energie. Maken kan je ondersteunen via het vormgeven van nieuwsoortige, bottom-up vormgegeven ‘werkplekken’ naast het gekende hout-of lasatelier (bv. de padden­ stoelkweekbakfiets die DAM vormgaf samen met Fungimama). — De portretten maken duidelijk dat Genk een stad is waarin het kleine initiatief floreert. De G360 laat zien dat we meer aandacht mogen besteden aan hoe microondernemerschap te ondersteunen en hoe kleine initiatieven te verbinden met mekaar en met grotere plannen en initiatieven. — Naast het in kaart brengen van mensen en hun vaardigheden, is er nood aan het in kaart brengen van ruimtes en hun kwaliteiten. Genk kent veel onderbenutte ruimte en er is duidelijk veel talent met een nood aan de juiste ruimte (kijk bijvoorbeeld ons langdurige project in samenwerking met Stad Genk, Delva landschapsarchitecten, Plusoffice en Buur architecten, Space


DE AANPAK VAN DE G360 LIET ZIEN DAT WE MEER MOETEN INZETTEN OP CAPACITEITSOPBOUW IN PARTICIPATIEVE TRAJECTEN Caviar en Z33 rond het participatief maken van alternatieve toekomsten voor het deels in onbruik geraakte Kolenspoor in Genk). — De winkelruimte van De Andere Markt toont dat een informele, bottom-up gegroeide ruimte, mee vormgegeven door de betrokkenen, waarin open kan gewerkt, gedacht en geleerd kan worden; goed “werkt”. Mensen die een plek zoeken om te werken of met een pril initiatief in gedachten zitten, voelen zich snel verbonden met ruimtes die zelf mee kunnen “maken”. — Onze inventaris van menselijke vaardigheden vormde de basis voor het “vormgeven” van werkplekken (wij noemen die “werk­ stations”) van de toekomst, zoals

bijvoorbeeld – geïnspireerd door Studio Refugee – een hedendaags stikatelier dat innovatief gebruik maakt van restmaterialen en een opleidingsfunctie heeft naar nieuwkomers in Genk. Vergelijkbaar met hoe we in de ontwikkeling van nieuwe technologieën – zoals een website – levendige testen doen in reële situaties (zie praktijken zoals user centered en participatory design), kan je ook werkplekken (en omringende tools en diensten) meer in de context uittesten en participatief ontwikkelen met de burgers voor wie de werkplek van belang is. Wij blijven DAM uitbouwen als winkel-, werk-, vergader- en maakruimte, en zijn gastvrij naar lokale groepen van burgers toe die gebruik willen maken van de ruimte. De ligging van DAM op het kruispunt van Winterslag en de Stiemerbeekvallei, evenals tegenover de Tuin van Betty, is een belangrijke plaats voor de gemeenschap. We willen de gemeenschapsfunctie

van DAM daarom ook uitbreiden. De medewerkers van de stad Genk zullen in de komende jaren de ruimte ook mee actief gebruiken en coördineren om met de gemeenschap in interactie te treden. We breiden ons arsenaal aan elektrische gereedschappen (typisch herstelmateriaal) en naaimachines uit die door de gemeenschap kunnen gebruikt worden. Tenslotte laat de website toe het groeiende netwerk rond DAM interactief voor te stellen en biedt het hen de gelegenheid onderling uit te wisselen.

Dada: www.deanderemarkt.be

Ons team: Liesbeth Huybrechts, Mela Zuljevic, Barbara Roosen (Uhasselt), Pablo Calderon, Katrien Dreessen, Ben Hagenaars, Jessica Schoffelen (LUCA School of Arts), ‘Boemie’ Belbachir en Christiaan Vanherck (webdevelopment and fotografie).

36

|

37


ACTUEEL

MIJNSITE | EUREGIO MAAS-RIJN ERFGOED | KAART | WEBSITE

Euregionaal mijn­erfgoed staat op de kaart, een meerwaarde nu en in de toekomst In 2015 werd door de Erfgoedcel Mijn-Erfgoed in opdracht van de provincie Belgisch-Limburg een kaart opgesteld met het mijnerfgoed uit de Euregio Maas-Rijn. De kaart kwam tot stand in de schoot van een euregionale werkgroep bestaande uit het Nederlandse initia­ tief Stichting M2015 – Jaar van de Mijnen, de Luikse site Blegny-Mine, Zweckverband Region Aachen, de stad Kelmis, de Erfgoedcel Mijn-Erfgoed en de provincie Belgisch-Limburg. Door Leen Roels, Filip Delarbre en Leen Gos Foto's Els Gielen, Fabian de Kloe – Iconen Peter Willems

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

D

e ‘Euregio Maas-Rijn’ is een grensoverschrijdend samen­werkingsverband, dat van 1976 dateert en de provincies Belgisch- en NederlandsLimburg en de provincie Luik en de regio rond Aken omvat. Deze streek kent een gedeeld verleden: de mijnindustrie. Enerzijds was de mijnontginning in het industriële tijdperk een belangrijke motor voor de economische en sociale ontwikkeling van de euregio Maas-Rijn (verderop afgekort als euregio).


Anderzijds heeft elke deelregio na de implosie van de mijnindustrie een eigen proces van de-industrialisatie en reconversie doorlopen. Onze huidige euregionale samenwerking bouwt voort op de contacten die onder meer via de Vereniging van Industriemusea in de Euregio gelegd zijn. Die vereniging groepeert niet enkel mijnmusea en -sites, maar ook musea over andere industrieën zoals textiel, papier, steen en glas. In 2015 werd het Nederlandse Jaar van de Mijnen georganiseerd. Toen was het immers exact vijftig jaar geleden dat toenmalig Nederlands minister van economische zaken Den Uyl aankondigde dat de Nederlandse kolenwinning stopgezet zou worden. Dit themajaar heeft de euregionale samenwerking en uitwisseling geïntensifieerd. Tijdens het Jaar van de Mijnen werden meer dan 350 lokale en euregionale activiteiten georganiseerd, van zeer uiteenlopende aard, maar door de erfgoedgemeenschap zelf vormgegeven onder het motto “U maakt het Jaar van de Mijnen”.

andere een geheel nieuwe invulling aan hun voormalige industriële bestemming gegeven hebben. Zo is de erfgoedkaart ook een toeristisch product geworden. Ze maakt duidelijk dat er in een straal van 100 à 150 kilometer veel complementaire erfgoedsites te bezoeken zijn die elk vanuit een eigen perspectief een licht werpen op het mijnverleden. Voor hen die een site bezoeken, is het dan een kleine stap om ook het andere mijnerfgoed uit de euregio te leren kennen aan de hand van deze kaart. Het initiatief van de euregionale mijnkaart is voor de deelnemende partners zeer belangrijk, al is het maar om de verschillende initiatieven letterlijk op de kaart te plaatsen. De sterke complementariteit die er in het mijnerfgoed bestaat, kan in de toekomst nog meer benadrukt worden. Bijvoorbeeld door na te denken over een euregionale toeristische route.

Voor de vormgeving van de voorzijde van de kaart werd Peter Willems, vormgever uit Gent, aangesteld. Peter ging grondig te werk en deed uitvoerig onderzoek naar de onderscheidende elementen van elk van de gebouwen/sites die op de kaart weergegeven werden. Resultaat is een mooi gestileerde en iconografisch duidelijke kaart. De typografie van de achterzijde nam Gert Dooreman voor zijn rekening. Gert staat bekend als veeleisend en kritisch typografisch vormgever, hetgeen duidelijk blijkt uit het afgeleverde resultaat. Mijnerfgoed: een verhaal van gebouwen én mensen Naast de kaart werden nog andere initiatieven genomen door de euregionale werkgroep. De werkgroep wil zich ook buigen over vergelijkbare problemen rond materieel en immaterieel erfgoed

Euregionaal mijnerfgoed in kaart gebracht De kaart, één van de realisaties binnen de Stichting M2015, geeft een duidelijk en esthetisch geraffineerd overzicht van de toegankelijke terrils, sites, musea en bezienswaardigheden in 31 steden en gemeenten uit de Euregio. Voor het eerst wordt zo het erfgoed uit de vijf voormalige mijnregio’s samengebracht. De eerste doelstelling van de kaart is vooral sensibiliseren bij een breder publiek. De regio deelt grotendeels dezelfde geschiedenis en het erfgoed stopt zeker niet aan de grenzen. Tal van musea en monu­ menten houden de herinnering aan de rijke industriële geschiedenis van de Euregio levend, terwijl

38

|

39


ACTUEEL

MIJNSITE | EUREGIO MAAS-RIJN ERFGOED | KAART | WEBSITE

en het mijnerfgoed zien als een verhaal van gebouwen én mensen. Elke streek heeft zijn eigenheid en gaat op haar eigen manier om met het mijnerfgoed. Belgisch-Limburg bevindt zich op dat gebied in een luxepositie: met uitzondering van Zwartberg zijn er op al de vroegere mijnterreinen gebouwen en installaties als monument beschermd. Ook in Blegny zijn de originele tech­nische installaties in goede staat geconserveerd. Het is zelfs één van de vier Waalse mijnsites die sinds 2012 erkend is als Unesco Werelderfgoed. In Nederland zijn ze jaloers op wat we in België allemaal aan bouwkundig mijnerfgoed hebben. Bij de sluiting van de laatste Nederlandse mijn, eind 1974, zette de van-zwart-naar-groen-beweging zich immers in en verdween het merendeel van het (on)roerende industriële erfgoed in de NederlandsLimburgse streek. Eenzelfde geluid is te horen in Alsdorf: ook in de regio Aken is veel van het fysieke erfgoed afgebroken. Daar staat tegenover dat elke deelregio nog over levende getuigen beschikt en bepaalde gebruiken tot op de dag van vandaag doorgegeven worden. Daarbij moeten we ons bewust zijn dat veel van de tradities die aan het mijnwerkerserfgoed verbonden zijn, onder druk staan, onder meer door de ondertussen hoge leeftijd van de mijnwerkers zelf. Het is nú het moment om ermee aan de slag te gaan, ook in de euregionale dimensie. In het voorjaar van 2015 vonden daarom in Blegny, in het Nederlands Mijnmuseum in Heerlen en in Belgisch-Limburg diverse mijnwerkersontmoetingen plaats die tot doel hadden het immaterieel mijnerfgoed in de kijker te plaatsen door verhalen uit te wisselen en tradities te bespreken via interviews. Men spreekt vaak van een typische ‘mijnwerkerscultuur’, wanneer de geschiedenis van de steenkoolproductie beschreven wordt, maar

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

wat houdt die mijnwerkerscultuur precies in? Hebben we het dan over bedrijfscultuur, wooncultuur, het verenigingsleven, … ? Kortom, uit welke elementen bestaat ze en in welke mate sluiten de globale overleveringen aan bij de realiteit? De ontmoetingen en uitwisseling werden uitvoerig gedocumenteerd via de methodiek van de mondelinge geschiedenis door studenten van de Universiteit Maastricht (richtingen Arts & Heritage en Media Culture). Bovendien werden er extra interview-middagen georganiseerd in Eisden (Maasmechelen) en Waterschei (Genk) met ondersteuning van de Stichting Erfgoed Eisden en vzw Mijn-Verle-

den. De mijnwerkers werden in duo geïnterviewd over uiteenlopende onderwerpen: mijnwerkerstaal, Sint-Barbaravieringen, veiligheidsvoorschriften in de ondergrond, verenigingsleven, stakingen en het kameraadschap onder de mijnwerkers zijn enkele van de kapstokken waaraan de opgehaalde herinneringen werden opgehangen. Deze interviews kunnen geraadpleegd worden bij de Erfgoedcel MijnErfgoed, na afspraak. Verder op het ingeslagen spoor Zowel de euregionale kaart als de ontmoetingen worden gezien als


een hefboom voor een duurzame samenwerking rond het euregionaal (im)materieel mijnerfgoed. We hopen vooral dat de werkgroep kan groeien tot een open platform waarbij ook andere vzw’s en organisaties kunnen aansluiten. Als de samenwerking van onderuit kan groeien, dan zal dat een meerwaarde zijn voor de Euregio. Onze (euregionale) samenwerking smaakt in elk geval naar meer. Via concrete uitwisselingsprojecten kunnen we nog verder gaan, door o.a. ook samenwerking en uitwisseling op te zoeken met mijnre-

je binnenkort de euregionale kaart van het mijnerfgoed in de Euregio Maas-Rijn terugvinden. Als je klikt op de gestileerde icoontjes krijg je een pop-up venster met een korte geactualiseerde toelichting over de plek in kwestie, alsook een link naar een webpagina met uitgebreidere info. Door de kaart ook digitaal ter beschikking te stellen, kan flexibel ingespeeld worden op de vaak wijzigende stand van zaken voor elk van de gebouwen en sites en kan de bezoeker van deze webpagina

Wetenschappelijk Onderzoek en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Naast Belgisch-Limburg werd ook onderzoek gedaan naar de arbeidsmarkt voor mijnwerkers in de regio Luik en in Nederlands-Limburg. Dit werd onder meer begeleid door Bijzonder hoogleraar Ad Knotter die een leerstoel houdt in de vergelijkende regionale geschiedenis in het bijzonder van Limburg en aangrenzende regio’s aan de Universiteit van Maastricht. De drie studies werden uitgegeven door de uitgeverij Verloren binnen de reeks Maaslandse Monografieën. De publicaties over Belgisch-Limburg en de Luikse regio zijn ook te verkrijgen bij de online erfgoedwinkel van de Erfgoedcel Mijn-Erfgoed (www. erfgoedcelmijnerfgoed.be/erfgoedwinkel/).

Dada: www.miningheritage-euregio.eu www.erfgoedcelmijnerfgoed.be

gio’s buiten de Euregio Maas-Rijn. Zo leeft ook de ambitie om het onderzoek rond mijnwerkerscultuur verder te zetten. Het materiaal, verzameld tijdens de euregionale ontmoetingsdagen en de bijkomende interviewdagen, vormt alleszins een mooie aanzet voor dit grensoverschrijdend onderzoek naar overeenkomsten en verschillen tussen immaterieel erfgoed van mijnwerkers. De euregionale kaart met het mijnerfgoed wordt op initiatief van de Erfgoedcel Mijn-Erfgoed in het najaar van 2017 ook digitaal ontsloten. Op de website miningheritage-euregio.eu kan

ervan uitgaan steeds de meest geactualiseerde informatie over de sites terug te vinden. In de put Ook in academische kringen is er aandacht voor dit euregionale perspectief. Vorig jaar werd het doctoraat van Bart Delbroek uitgegeven met zijn studie over de arbeidsmarkt voor mijnwerkers in Belgisch-Limburg in de periode 1900-1966. Zijn doctoraat past in een breder onderzoeksprogramma over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt voor mijnarbeid in de Euregio Maas-Rijn, ondersteund door het Vlaamse Fonds

Dit is een aangepaste versie van het artikel dat in juni 2016 verscheen in het tijdschrift Limburgs Erfgoed, initiatief van de provincie Limburg, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed. Oorspronkelijke auteurs van het artikel: Filip Delarbre (Mijnmuseum, Beringen) en Leen Roels (Erfgoedcel Mijn-Erfgoed). Aanpassingen uitgevoerd in augustus 2017 door Leen Gos (Erfgoedcel Mijn-Erfgoed).

40

|

41


CREATIEF

FOTOGRAFIE | LANDSCHAP KOOLMIJN | TERRIL | ERFGOED

Signs from the inside Sinds zijn pensionering fotografeert Jos Coenen op een wel zeer fascinerende manier mijnterrils, zo bleek reeds uit de reportage in Dada Magazine #01. Dit keer gaat hij op zoek naar het onzichtbare voor de lens, beelden die ontstaan vanuit de binnenkant van de steenbergen. Deze zoektocht leidde tot een serie onverhoopte en verrassende grafische beelden. Door Dada Magazine – Beelden Jos Coenen

IK WOU DE ZIEL VAN EEN TERRIL AFBEELDEN. HET ONZICHT­ BARE VOOR DE LENS ZICHTBAAR MAKEN

J

os Coenen fotografeert mijnterrils. Met zijn fototoestel registreert hij wat zichtbaar is. De buitenkant met andere woorden, maar hij kreeg het gevoel dat hij hiermee niet alle facetten van een terril in beeld kan brengen. Er was namelijk nog één dimensie die hij nog wou weergeven: de binnenkant van een terril. “Ik fotografeerde in smalle, diepe geulen die door het regenwater

waren uitgespoeld, maar de foto’s gaven me geen voldoening. Ik wou het innerlijke van een terril, zijn ziel, afbeelden. Het onzichtbare voor de lens zichtbaar maken”, vertelt Jos Coenen. Aanvankelijk wist hij niet hoe hij dat zou kunnen realiseren. Op een avond, na een halve dag fotograferen, zette hij zich neer aan de voet van de terril. Hij bekeek zijn digitale foto’s, maar geen enkel beeld voldeed aan hetgeen waarnaar hij op zoek was. Toen hij de beelden dan maar van zijn geheugenkaartje wiste, voelde hij een strenge blik van de terril in zijn rug. Jos draaide zich om en keek in het schemer­ donker naar het imposante silhouet van de steenberg. “Niet gemakkelijk hé,” leek de terril me te zeggen, “mijn ziel willen fotograferen.” “Je zou me beter eens wat helpen”, suggereerde ik voorzichtig. “Oké,” antwoordde de terril, ”geef me maar eens een stuk papier.” Jos haalde een klein schriftje uit zijn fototas en scheurde er een dubbele bladzijde uit. Hij legde het papier op de top van de terril met een steen erop, zodat het niet kon wegwaaien. “En morgen kom ik kijken”, zei hij. ‘s Anderendaags klom hij sneller dan gewoonlijk de zwarte berg op,

DADAMAGAZINE

# 03 .2017


42

|

43


CREATIEF

DADAMAGAZINE

FOTOGRAFIE | LANDSCHAP KOOLMIJN | TERRIL | ERFGOED

# 03 .2017


44

|

45


CREATIEF

FOTOGRAFIE | LANDSCHAP KOOLMIJN | TERRIL | ERFGOED

nam de steen weg en draaide het papier om. Tot zijn verbazing stonden er zwarte concentrische cirkels op, hier en daar onderbroken, maar wel duidelijk herkenbaar. Dit was de start van de zoektocht naar de ziel van een mijnterril.

Jos Coenen digitaliseerde vervolgens de afbeeldingen en voegde naar smaak kleur en contrast toe met beeldbewerking. Na een zwaar en donker leven toont de terrilop-rust nu zijn andere zijde. Met frivole, kleurrijke creaties beleeft hij een revival.

Zouten en zwavel In de loop van het experiment werd het papier vervangen door metalen plaatjes die hij begroef in de terril. Enkele weken later haalde hij ze opnieuw boven. De kristallen, afkomstig van zouten en zwavelverbindingen die bij sommige terrils vrijkomen, hadden merkwaardige, bizarre afbeeldingen op de metalen drager achtergelaten. De eerste dunne aluminiumplaatjes (0,1 mm) werden door de agressieve stoffen na enkele maanden volledig weggeëtst en vielen in stukjes uit elkaar. Dikkere plaatjes houden tot nu toe stand.

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Als je de foto’s bekijkt, dan schrijf je de vreemde figuren en composities zeker toe aan menselijke creativiteit. Nochtans zijn het creaties als gevolg van chemische processen zoals alleen terrils dat kunnen voor elkaar krijgen. Of, hoe erfgoed, weliswaar mits een handje hulp, kan bijdragen aan een originele, hedendaagse beeldvorming. Mijnkracht Ik heb het genoegen gehad om de volledige reeks van ‘Signs from the inside’ te bekijken op groot

formaat (75 x 50 cm) in het kader van Mijn-Kracht in de voormalige badzaal van de mijn van HeusdenZolder. Wie zijn kantoor of huis wilt decoreren met een of meerdere van deze prachtige resultaten van een inventief expirement, aarzel niet om contact op te nemen met Jos Coenen.

Dada: joscoenen.tumblr.com


ACTUEEL

CITÉ | JEUGDWELZIJNSWERK SOUND | RINGTONE

Vlnr. Caner Yimsel, Walid Mahjoubi, Ilias Ilias en Tarik Bachiri

Mondige jeugd Gianluca heeft er afgesproken met enkele mondige Marokkaanse jongeren, Tarik Bachiri en Ilias Ilias. Zij nemen ons op sleeptouw doorheen hun wijk. We wandelen langs straten en pleintjes waar ze het merendeel van hun vrije tijd doorbrengen. Onderweg ontmoeten ze andere jongens en het lijkt wel of iedereen iedereen kent. Walid Mahjoubi en Caner Yimsel vervoegen ons. Overal worden handjes geschud. Je merkt ook wel enige verbale rivaliteit tussen de Marokkaanse en Turkse jongeren, maar ze kunnen het best met elkaar vinden. Stoerdoenerij.

ze allemaal netjes naast mekaar op het bankje. Het bekvechten is er echter wel niet minder om. Ringtones Anti.Anti. verkende ook reeds de andere cités en de jongeren namen er reeds geluiden op met hun smartphone of gsm. Tijdens de herfstvakantie worden de opgenomen geluiden samen met de uit Delft afkomstige ontwerper/kun-

stenaar/muzikant Floris Schrama, tevens singer-songwriter van Het Gloren, verwerkt tot ringtones. Het resultaat hiervan zal op 25 november gelanceerd worden. De ringtones zullen vanaf dan in iedere wijk te downloaden zijn op specieke plekken nabij de GIGOS-faciliteiten.

Dada: www.anti-anti.be www.gigos.be

De wandeling voert ons uiteindelijk naar het befaamde ‘bankje’, alom bekend in de buurt. Het is dé verzamelplek bij uitstek voor de jeugd in Nieuw-Termien. Soms zitten ze hier wel met tien of twintig en is het bekvechten wie op het bankje mag plaatsnemen. Gelukkig zijn ze nu maar met z’n vieren en kunnen

46

|

47


NATUUR

HERFST | PADDENSTOELEN | SCHIMMELS FOTOGRAFIE | GENK

Als paddenstoelen uit de grond schieten, wordt de natuur opgeruimd Paddenstoelen of paddestoelen? Volgens de officiële spelling is paddenstoel juist, maar ook paddestoel wordt veelal algemeen aanvaard. Hoe men het ook schrijft, het merendeel van deze schimmelachtigen heeft meestal een hoed, een steel, een kraag en een beurs gemeen. Tekst en foto’s Joël Neelen

D

e meeste paddenstoelen verrijzen na een regenachtige dag. Ze komen snel en in grote massa’s tevoorschijn. Paddenstoelen en zwammen doen

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

heel veel goeds voor de natuur en ecosystemen. Ze spelen in de ecologie van bosgebieden en duinen een belangrijke rol als afbrekers van plantaardig materiaal. De

bouwstoffen kunnen na afbraak weer gebruikt worden door dieren en planten. Verder leveren veel soorten paddenstoelen bepaalde chemische stoffen aan de planten die in de buurt groeien. Dat doen ze in ruil voor voedingsstoffen. Aan de hand van de relatie met hun gastheer kun je paddenstoelen indelen in drie groepen: de opruimers, de parasieten en de samenwerkers. Uit onderzoek blijkt dat paddenstoelen zelfs vlees kunnen eten om aan hun stikstofbehoefte te voldoen.


Paddenstoel of paddestoel In de officiële spelling geldt deze regel voor de tussen-n: als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en (en niet ook een meervoud op -es), schrijf je doorgaans een tussen-n in de samenstellingen met dat eerste deel. Het is volgens deze regel paddenstoel (pad heeft immers alleen het meervoud padden). Paddestoel is echter ook prima; deze spelling komt geregeld voor. Het wel of niet schrijven van de tussen-n is een vrije keuze. Wie vindt dat paddenstoel te veel de gedachte oproept aan een letterlijke stoel voor een pad, en niet aan een zwam, kan het woord gerust zonder tussen-n schrijven. Dan wordt paddestoel als een min of meer ‘versteend’ geheel behandeld, wat vaker gebeurt bij woorden waarvan de betekenis niet letterlijk is. Wat is een paddenstoel? Een paddenstoel is het vruchtlichaam van een schimmel of zwam. Paddenstoelen vormen maar een klein deel van de schimmel, waarvan het grootste deel zich onder de grond bevindt in de vorm van schimmeldraden. Het vakgebied van de biologie dat zich bezighoudt met paddenstoelen,

ALLE PADDENSTOELEN ZIJN EETBAAR. WELISWAAR ZIJN ER PADDEN­ STOELEN DIE JE MAAR ÉÉN KEER KUNT ETEN

schimmels en zwammen heet mycologie. Wanneer een paddenstoel in de herfst zijn sporen verspreidt, komt maar een klein deel terecht op een plek met geschikte voeding. Daarom maakt een paddenstoel veel sporen. Uit de spore ontstaan dan zwamdraden die uiteindelijk een hele zwamvlok vormen. De zwamvlok groeit het hele jaar door. Tegen het einde van de zomer, wanneer het vochtig en warm is, maakt de zwamvlok vruchtlichamen. De eigenlijke paddenstoel begint als een klein knobbeltje op de zwamvlok. Dit knobbeltje groeit verder uit tot het net boven de grond uitsteekt. Dan scheurt het vlies open en komt de jonge paddenstoel tevoorschijn. De restanten van dit vlies kan je soms nog terugvinden: de beurs aan de voet van de paddenstoel of een ring rond de steel zijn hier overblijfselen van, net zoals de vlokjes die je zoals bij de vliegenzwam op de hoed kan vinden. De jonge paddenstoel die uit het vlies tevoorschijn komt is een miniatuurversie van de volgroeide paddenstoel. Door water en lucht op te nemen zet hij uit en wordt hij heel snel groter. Daarom zie je paddenstoelen zelden of nooit echt groeien: op één nacht komen ze plots tevoorschijn. Paddenstoelen leven en groeien

voornamelijk door organisch materiaal zoals takken, schors, vruchten en bladeren te eten. Door het materiaal waar ze op groeien af te breken in voedingsstoffen, spelen ze een essentiële rol in de voedsel­ kringloop. Paddenstoelen zijn ook erg belangrijke schakels in het ecosysteem. Ze maken namelijk de voedingsstoffen die in het dode hout zitten terug beschikbaar voor andere planten en dieren. Dichtbij de grond Mijn kennis omtrent mycologie is zeer beperkt, maar via het fotograferen van paddenstoelen probeer ik ze te herkennen ... Op de volgende pagina’s vind je een beeldverslag van paddenstoelen dichtbij de aarde op Genks grondgebied. Je ziet onder meer: vliegenzwam (Amanita musca­ ria), eekhoorntjesbrood (Boletus edulis), elfenbankje (Trametes versicolor), amethistzwam (Laccaria amethystina), geschubde inktzwam (Coprinus comatus), gele trilzwam (Tremella mesenterica), kastanjeboleet (Boletus badius), langsteelfranjehoed (Psathyrella conopilus), kaneelkleurige melkzwam (Lactarius quietus), gewone zwavelkop (Psilocybe fascicularis), bonte berkenboleet (Lec­ cinum varriicolor), oranjerode hertenzwam (Pluteus aurantiorugosus), geelbruine wolsteelparasolzwam (Lepiota ventriosospora), rodekoolzwammetje of amethistzwammetje (Laccaria Amethistea), witschubbige gordijnzwam (Coetinarius anoma­ lus), porceleinzwam (Oudemansiella mucida), hazenpootje (Coprinus lagopus), viltige melkzwam of maggizwam (Lactarius helvus), dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii), echte tonderzwam (Fomes fomentarius), zwavelzwam (Laetiporus sulphureus), doolhofzwam (Daedalea quercina), kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa), gewone heksenboleet (Boletus erythropus) …

48

|

49


FOLLOW ME

DADAMAGAZINE

HERFST | PADDENSTOEL | GENK INSPIRATIE | MOODBOARD

# 03 .2017


50

|

51


FOLLOW ME

DADAMAGAZINE

HERFST | PADDENSTOEL | GENK INSPIRATIE | MOODBOARD

# 03 .2017


52

|

53


ACTUEEL

TENTOONSTELLING | KUNST | KUNSTKRING MOLENSTRAAT | THE GALLERY

Hommage Persiflage Parodie Bart Schepers, voorzitter van kunstkring Kreatief, heeft kunstenaars uitgenodigd om, verspreid over enkele maanden, na te denken over het ‘hergebruik’ en het ‘interpreteren’ van iconische beelden. Recyclage als het ware ... Het resultaat van deze oefening is van 7 tot 15 oktober te bezichtigen tijdens de tentoonstelling Hommage Persiflage Parodie in The Gallery in de Molen­straat te Genk. Een eerste stap om het begrip ‘kunstkring’ wat breder open te trekken.

E

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

per·si·fla·ge (de; v; meervoud: persiflages) 1 door na te doen belachelijk maken pa·ro·die (de; v; meervoud: paro­ dieën, parodies) 1 grappige nabootsing om iets bespottelijk te maken, vaak worden hierbij herkenbare eigenschappen van het origineel overdreven of uitvergroot pla·gi·aat (het; o; meervoud: plagiaten) 1 het zich toe-eigenen van het geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken

Giel, in het kader van een minnelijke schikking, afstand van haar gerechtelijke actie.

Door Dada Magazine – Foto Els Gielen

en kunstgalerij binnenstappen en wel 100 versies van je eigen hoofd vereeuwigd zien. Het is een verhaal dat je eerder verwacht van communistische leiders of dictators. Bij ons overkwam het Jean-Marie Dedecker in 2015. Liefhebbers van de politicus konden er hun hartje ophalen, maar eigenlijk draaide de expo meer over een aanklacht tegen de plagiaatveroordeling van Luc Tuymans.

hom·ma·ge (de; v; meervoud: hommages) 1 hulde(betuiging), eerbewijs

Plagiaat of parodie De burgerlijke rechtbank van Antwerpen was van oordeel dat kunstschilder Luc Tuymans de auteursrechten van persfotografe Katrijn Van Giel geschonden had door zonder haar toestemming een schilderij te maken van een van haar foto’s. Tuymans gaf toe dat hij haar foto als inspiratie gebruikte, maar ziet zijn schilderij als een parodie. Een flauw excuus, niet? Het schilderij, A Belgian politician, werd verkocht aan een Amerikaanse miljonair Eric Lefkofsky voor 500.000 euro. Men kan dus gerust stellen dat het evenwicht qua artistieke verdienste hierdoor helemaal zoek is. De rechter legde een dwangsom op van 500.000 euro die Tuymans ervan moest weerhouden verdere reproducties te maken. Uiteindelijk deed Van

De Nationale Vereniging van Beroepsfotografen vindt alvast dat Tuymans de norm van het goed fatsoen heeft overtreden. Tuymans is echter niet de eerste en wellicht niet de laatste plastisch kunstenaar die in conflict komt met een fotograaf. De foto die dienst deed als affiche van de film The girl with the pearl earring van Peter Webber was dan weer gebaseerd op het gelijknamige schilderij van Vermeer. Maar ook andere fotografen hebben plastische kunstwerken vrij nauwkeurig ‘geciteerd’. In de VS leidden gelijkaardige processen niet tot veroordelingen voor de plastische kunstenaars. Een proces dat werd aangespannen tegen Andy Warhol door Patricia Caulfield, die een van haar foto’s van hibiscusbloemen, in 1964 gepubliceerd in het Modern Photography magazine, door Warhol gezeef-


drukt zag, raakte voor het eerst de gevoelige snaar, maar Warhol wist de zaak buiten de rechtbank te regelen. Nadien zou Warhol altijd toestemming vragen om een foto te mogen gebruiken. Tentoonstelling De opdracht gekoppeld aan Hom­ mage Persiflage Parodie is echter om een nieuw beeld te creëren op basis van een bekend en/of bestaand werk. Zowel het bestaand werk als het nieuwe werk kan een tweedimensionaal (een foto, een schilderij) of driedimensionaal (een ruimtelijk werk) werk zijn. Door te onderzoeken met welke elementen uit het bestaande werk gevarieerd kan worden, ontstaan oneindig veel mogelijkheden om iets nieuws te creëren. Elementen als kleur, vorm, licht, compositie, techniek, inhoud, ... kunnen hierbij een rol spelen. Ook humor kan en mag, maar is niet noodzakelijk. Tijdens de tentoonstelling toont elke kunstenaar een (kleine) afbeelding van het originele werk naast het nieuwe werk. Dit maakt het voor de bezoeker interessant om te zien waar de inspiratie vandaan komt en hoe de kunstenaar het werk heeft geïnterpreteerd. Kunstkring klinkt te oubollig Bart Schepers vindt dat de term ‘kunstkring’ wat stoffig klinken en wil graag de twee Genkse kunstkringen, kunstkring Kreatief en kunstkring Streven, laten samenvloeien tot één nieuwe ‘vereniging’ die gebaseerd is op drie pijlers: 1. de bestaande atelierwerking behouden zodat mensen vrij kunnen komen schilderen, 2. een soort opleiding die niet in het vaarwater komt van de academie, waar mensen kunnen proeven van de materie en 3. projecten organiseren in de vorm van tentoonstellingen, zoals Hommage Persiflage Paro­

die, om op die manier ook nieuwe creatieve mensen aan te trekken. “In de sport, bijvoorbeeld in het voetbal, is de jeugdopleiding heel belangrijk en alom gepre­ zen, maar in de kunsten is een ‘amateurkunstenaar’ máár een hobbyist”, schetst Bart. “Zelfs cafévoetbal heeft een bepaalde status en provinciaal voetbal kent al een behoorlijk niveau, terwijl bij de hobby­schilders ook best getalenteerde mensen rondlopen, maar die worden dan denegrerend afgeschilderd als ‘amateurs’. Mis­

schien kunnen we in de kunsten ook divisies creëren zoals in het voetbal”, ginnegapt hij.

De tentoonstelling, met zo’n 45 nieuwe werken, vindt plaats in The Gallery, een nieuwe galerie op de Molenstraat nr. 7 in Genk. Ze is te bezichtigen van zaterdag 7 tot en met zondag 15 oktober 2017, alle zaterdagen en zondagen, telkens van 14 tot 17 uur. Meer dan waarschijnlijk is de tentoonstelling ook elke dag van de week open.

54

|

55


ACTUEEL

DADAMAGAZINE

SCHOLENCAMPUS | ARCHITECTUUR REGINA MUNDI | KUNSTSCHOOL

# 03 .2017


Een nieuw campusmodel waar men niet alleen onderwijst, maar waar sociale omgang een onderdeel van de vorming uitmaakt Regina Mundi verhuist van het centrum van Genk naar Bret-Gelieren. 32 ontwerpteams hebben zich kandidaat gesteld voor het verwezelijken van dit project en uiteindelijk is de keuze gevallen op het architectenbureau a2o, atelier voor architectuur en omgeving, met kantoren in Hasselt en Brussel. De meervoudige inzetbaarheid van de open ruimte en de gebouwen getuigen van hun duurzame en onderbouwde visie. Gebaseerd op een tekst van Kapitein Ortega – Foto’s Stijn Bollaert, a2o

EEN LEERLING HEEFT DRIE LERAREN: DE EERSTE ZIJN DE ANDERE LEERLINGEN, DE TWEEDE ZIJN DE LERAREN, DE DERDE IS ... DE RUIMTE ——— Otto Seydel, Stuttgart 2004

N

ijpend plaatsgebrek en een verouderd patrimonium, een kritieke combinatie die heel wat scholen dwingen om een nieuw project te realiseren. Dat was ook het geval voor TSO/BSO school Regina Mundi in het centrum van Genk. De school wordt nu gelokaliseerd op de Bret, een site waar zich al diverse scholen van scholengroep KASOG (Katholieke Scholen van het Secundair Onderwijs) bevinden: de kunstschool, het Sint-Jan Berchmanscollege en het Technisch Instituut Sint-Lodewijk. Het ambitieuze project zal samen met de vernieuwde kunstschool een nieuwe wind door de campus laten waaien én meteen de ontsluiting van de hele campus herorganiseren.

Scholencampus KASOG ligt tussen de Weg naar As, de Mosselerlaan, de Sint-Lodewijkstraat en de Collegelaan. Om de verkeersdrukte en de parkeeroppervlakte in te perken is het ontsluiten van het plangebied heel belangrijk. Een absolute voorwaarde is het verbeteren van de voetgangersverbindingen, de fietsverbindingen en de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Belevingswaarde Ook de belevingswaarde voor gebruikers, leerlingen en leerkrachten moet worden verhoogd. De schijnbaar ongestructureerde inplanting van de architecturaal erg verschillende gebouwen, de opvulling van de tussenruimtes met parking, verharding en het ongestructureerde groen zorgen voor een onsamenhangend beeld. De ruimte is weinig aantrekkelijk, ontoegankelijk en ondoorgankelijk. “De nieuwe school was dan ook de ideale aanleiding om de duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de scholencampus te organiseren. De manier waarop we de nieuwe gebouwen zullen inplanten, toegan­

56

|

57


ACTUEEL

SCHOLENCAMPUS | ARCHITECTUUR REGINA MUNDI | KUNSTSCHOOL

kelijk maken en gebruiken, zal de verdere ontwikkeling van de scho­ lencampus, het plangebied en heel Genk ondersteunen”, aldus a2o. Ruimtelijke inplanting De verschillende schoolgebouwen, het ongestructureerde groen en de warrige open ruimte tussen en rond de schoolgebouwen bieden voldoende mogelijkheden om de campus uit te bouwen tot een inspirerend onderwijslandschap. De Weg naar As en de Mosselerweg zijn de functionele dragers van het plangebied. Om de leesbaarheid van de campus te bevorderen, wil architectenbureau a2o de College­ laan opwaarderen als belangrijke ruggengraat van de site. Om alle verschillende schoolentiteiten open te stellen zal de weg enkel worden gebruikt in functie van de school en woonbuurt. Er komt een afzonderlijke busbaan, een fietspad en een brede, groene wandelzone. Deze groene strook zal meteen de gebouwen aan de Collegelaan

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

meer ‘voorgebied’ geven. Een brede weg wordt transformeerd naar een kwalitatieve, publieke ruimte waar voetgangers- en fietsverkeer voorrang zullen krijgen. Achter de bestaande gebouwen bevindt zich een groene zone met sportvelden, grasvelden en groenstroken. Deze wil men absoluut behouden. Ze verbinden enerzijds twee natuurgebieden met elkaar en garanderen anderzijds het groene karakter

van de site. Daarom heeft men besloten de twee nieuwe scholen centraal ‘in te pluggen’ op de Collegelaan. Aangezien deze inplanting een deel van de huidige parking supprimeert en de nieuwe schoolgebouwen bijkomende parkeerplaatsen noodzakelijk maakten, voorziet men in het concept een ‘parkeerbos’ dat eveneens verankerd is aan de Collegelaan. Om de doorwaadbaarheid van


de campus voor voetgangers en fietsers te verhogen, creëert het architectenbureau drie nieuwe verbindingen. Twee dwarse verbindingen tussen de Collegeweg en de Sint-Lodewijksstraat worden evenwijdig langs Regina Mundi en de Kunstschool geplaatst. Hierop komt centraal een nieuwe interne verbinding zodat alle scholen en gemeenschappelijke functies zoals sporthallen, sportvelden, refters, … in het hart van de site goed en veilig zijn ontsloten. Architecturaal concept De nieuwbouw voor Regina Mundi wordt een sobere constructie van drie en vier bouwlagen hoog en ongeveer 100 meter lang. In het langgerekte volume zijn de klassen aan weerszijden van het atrium geschikt. De centrale trap en het bovenlicht bepalen de sfeer in de centrale ontmoetingsruimte, die aansluit op de refter/cafetaria op het gelijkvloers. Dit vormt het centrale hart van de school. De plek waar het dagelijkse, collectieve leven zich zal afspelen. De sporthal op de zuidelijke kop van het gebouw, ligt verzonken in het terrein. Samen met de refter neemt deze een centrale plek in op de campus. Door ze als een afzonderlijke entiteit op te vatten, kan het terrein

tijdens de naschoolse uren gebruikt worden door derden of leerlingen van andere scholen. Om dit te vergemakkelijken zal een bijkomende, autonome toegang voorzien worden vanuit het parkeerbos. Overal in het schoolgebouw voor­ziet men ruimtelijk boeiende elementen zoals vides, gekaderde zichten naar buiten, verschillende afmetingen van klassen, … Ruimtes die tot de verbeelding spreken. Deze openheid weerspiegelt zich ook in de materialenkeuze. Muren worden banken. Luifels beschermen tegen regen en zon. Vloeren en muren vormen expressieve combinaties die in schril contrast staan met witte, betonnen museale sferen. Raampartijen met horizontale verdelingen zijn tegelijkertijd kast, rek of uitstalraam. Waar mogelijk krijgen de bouwelementen meerdere betekenissen en toepassingen. Sociale identiteit Met het concept van a2o wordt geprobeerd om de omstandigheden waarin men les moet geven zo uitnodigend mogelijk te maken. Ook de associaties met een zekere stedelijkheid gingen ze niet uit de weg. “De school wordt een sociale plaats waar je kan rondhangen, sa­ menkomen en elkaar ontmoeten”,

legt a2o uit. “Ruimtelijke openheid bevordert de sociale interactie. Het resultaat is een gebouw waar men niet alleen onderwijst, maar waar sociale omgang een onderdeel van de vorming is. Gangen, trappen en verbredingen zijn niet enkel ver­ keersruimtes, maar vervullen ook een sociale functie.” De gemeenschappelijke ruimte in het gebouw wordt opgevat als

WANNEER DE LEERLINGEN ZICH VERPLAATSEN, WADEN ZE NIET ALS NOMADEN DOOR HET GEBOUW

58

|

59


ACTUEEL

SCHOLENCAMPUS | ARCHITECTUUR REGINA MUNDI | KUNSTSCHOOL

een straat waarop verschillende schoolentiteiten worden ingeplugd. Ze is niet opgesplitst in compartimenten. In deze zone komen ook de gemeenschappelijke ruimten zoals toiletten en kleedkamers. Het concept van de straat laat toe dat de zone makkelijk kan worden ingericht als circulatieruimte met trappen en een lift, maar ook als gemeenschappelijke sociale en/of pedagogische ruimte. Zo kan men, bijvoorbeeld, enkele zones van de ‘straat’ verbreden tot een ‘plein’ die dienst doen als openleercentrum met uitzicht op de groene zones. In functie van het lessenrooster en het veranderen van klaslokaal, proberen we de afstanden te beperken. Als de leerlingen zich verplaatsen, waden ze niet als nomaden door het gebouw. We nodigen hen uit om de straat te gebruiken als open en transparant collectieve gebied. En door het ruimtelijke opzet kan het in zijn geheel overzien worden vanop enkele strategische locaties. Toezicht met minimale middelen met andere woorden. Kunstschool met een intelligente schil a2o werd op de scholencampus niet alleen ingeschakeld om een intelligente, duurzame oplossing te ontwerpen voor Regina Mundi. Ook de reeds aanwezige kunstschool kampte met een plaatstekort. In plaats van een volledig nieuw passiefhuis te bouwen, de oorspronke-

lijke opzet van de opdrachtgevers, besloten ze de bestaande bouw met een nieuw volume uit te breiden, zodat het geheel compacter wordt. Tegelijkertijd worden de aansluitende oude gevels energietechnisch gesaneerd en opgewaardeerd. Oud en nieuw worden zo een geïntegreerd en energetisch intelligent gebouw. “De kunstschool had dringend nood aan een 17-tal lokalen. De ambitie om voor de uitbreiding van deze school, maar ook voor Regina Mundi een ‘passiefschoolconcept’ te realiseren, kon volgens ons niet los gezien worden van het reeds be­ staande gebouw. Het was gewoon niet logisch om naast een gebouw met betonrot, koude bruggen, enkel glas en een quasi ongeïsoleerd dak een performante passiefbouw te realiseren. De energiewinst van de nieuwbouw zou als sneeuw voor de zon smelten op slechts enkele me­ ters afstand”, vertelt a2o, “We be­ sloten om het bestaande gebouw te integreren en letterlijk in te pakken. Geïsoleerde buitenwanden worden doorgetrokken over de bestaande

skeletstructuur. Het resultaat zorgt ervoor dat het gebouw energetisch sterk verbetert.” Centrale, zenitaal verlichte hal De kunstschool krijgt door deze bouwcampagne een volledig hedendaagse look en feel met een beeldbepalende façade. Achter deze gevel gaat, net zoals bij Regina Mundi, een concept schuil van een centrale, zenitaal verlichte hal waarop alle lokalen uitgeven. “In de inkomhal voorzien we bij­ komende ruimte die kan ingericht worden als expositieruimte. Maar eigenlijk willen we alle gemeen­ schappelijke ruimtes zodanig ont­ werpen dat ze drager kunnen zijn van artistieke creaties van de leer­ lingen. De zone aan de voorzijde doet dienst als plek waar men de school kan ‘laten zien’. De binnen­ zone aan de achterzijde wordt in­ gericht als overdekte speelplaats”, vertelt a2o. “De platte daken zullen we inrichten als nieuwe buiten­ ruimtes en/of groendaken. Indien nodig kunnen we in de toekomst op het dak trouwens nog een bij­ komende laag realiseren. Tot slot plaatsten we rond heel het gebouw een schil. Deze kan dienst doen als zonnewering. En als uitdrukking van een nieuwe, herkenbare huid van de kunstschool.”

Dada: www.a2o.be

DADAMAGAZINE

# 03 .2017


ALS EEN PROJECT NOOIT GEBOUWD WORDT, BLIJFT EEN MAQUETTE VAAK ALS LAATST TASTBARE OBJECT OVER. DAAROM ZULLEN WE ZE ALTIJD BLIJVEN KOESTEREN

60

|

61


VAKMANSCHAP

ARCHITECTUUR | MAQUETTE MATERIALEN | PRODUCTONTWIKKELING

“Zie het groots” zegt de maquettebouwer, op schaal

Het beroep maquettebouwer komt tegenwoordig minder vaak voor dan vroeger, maar is zeker nog niet uitgestorven. Tegenwoordig werken veel architecten en stedenbouwkundigen met het programma computeraided design (CAD) om ontwerpen driedimensionaal te kunnen weergeven. Pas wanneer een ontwerp goed­ gekeurd is, of bijna, wordt er in sommige gevallen nog een maquette gebouwd voor het brede publiek. Gie Bleukx en a2o denken hier anders over. Door Dada Magazine – Foto’s Els Gielen

E

en maquettebouwer bouwt maquettes op schaal, die doorgaans gebruikt worden om gebouwen in 3D weer te geven. Hij maakt een visualisatie van een bouwplan. Naast gebouwen kunnen ook stedenbouwkundige ontwerpen via schaalmodellen inzichtelijk gemaakt worden zodat men een beter overzicht heeft van wat er nu precies ontworpen is en eventueel gebouwd zal worden.

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Het bouwen of maken van maquettes is specialistenwerk omdat ze zeer nauwkeurig opgebouwd moeten worden op schaal. Geduld en precisie zijn dan ook belangrijke eigenschappen van een maquette­ bouwer als Gie Bleukx en het werk neemt doorgaans veel tijd in beslag.

Gie studeerde ‘industriële vormgeving’ met specialisatie Man and Mobility aan de Design Academy Eindhoven en volgde stage bij Quinze & Milan. Daarna werd hij freelance maquettebouwer en meubelmaker bij a2o in Hasselt en Brussel. Bij a2o zouden er geen ontwerpen zijn zonder maquettes. Vanaf het eerste idee tot bij de uitvoering zijn ze uiterst belangrijk en sturen ze het ontwerpproces. Ook voor hun maquettes vinden ze een eigen huisstijl uiterst belangrijk. Ze ademen de atmosfeer en de ziel uit van het kantoor. Het zijn objecten die, als een project nooit gebouwd wordt, als laatst tastbare overblijven. Daarom koesteren ze bij a2o ook zozeer de maquette.

De tandem Gie Bleukx/a2o We ontmoeten Gie Bleukx in zijn atelier op de op een na hoogste verdieping van De Silo, het gebouw naast het Albertkanaal, waar ook a2o gehuisvest is.

Gie Bleukx noemt zichzelf een ‘digibeet’, een computeranalfabeet, iemand die liever niet met digitale media wil omgaan. Zijn handelsmerk? Dat zijn handwerk en vakmanschap.


Maquettes Bij a2o worden maquettes gebruikt doorheen het volledige ontwerpproces. In de eerste plaats maken ze maquettes voor zichzelf om concepten af te toetsen in hun ruimtelijke context. Deze worden vaak ook gebruikt om te communiceren met de klant. Eventueel kan er in een latere fase een presentatiemaquette gemaakt worden om een ontwerp of een concept ruimtelijk te presenteren. De materiaalkeuze kan zeer divers zijn. Van PU-schuim en karton tot hout, kunststof, epoxyhars tot zelfs beton of staal. De keuze wordt sterk bepaald door de fase in het ontwerpproces. Snelheid is in de vroegste fase meestal doorslaggevend. Niet alleen het materiaalgebruik, ook het abstractie- en detailniveau spelen een grote rol. Deze zijn afhankelijk van zowel het doel van de maquette als de schaal ervan. De vraag is dan ook niet ‘wat voeg ik toe aan details?’, maar veeleer ‘wat kan ik weglaten, zonder dat een maquette haar doel voorbij schiet?’ Maquettebouw wordt daarom ook wel de ‘kunst van het weglaten’ genoemd. Bij a2o onderscheiden ze drie verschillende types van maquet-

DE FIGUURTJES HEBBEN EEN MAGISCHE AANTREKKINGSKRACHT OP KINDEREN. ZE WILLEN ALTIJD WETEN OF ZE LOSZITTEN, SOMS WORDT ER ZELFS IEMAND UIT DE MINIWERELD ONTVOERD tes: Eerst is er de werkmaquette. Deze heeft een hoge graad van abstractie en wordt gemaakt bij de start van een ontwerp, dikwijls nog voor er een ontwerp is. Tijdens interne workshops worden deze modellen bewerkt. Het zijn ruimtelijke ontwerptools. Dit type maquettes maken ze bij a2o dagelijks. Ze zijn cruciaal voor elk project.

Vervolgens is er de ontwerpmaquette. Deze omvat meer details en doet dienst om een ontwerp, of een deel hiervan, af te toetsen tijdens het ontwerproces. Tot slot is er de presentatiemaquette. Afhankelijk van de schaal en het detailniveau kan dit een model zijn voor een wedstrijdjury, een klant of het brede publiek. Handwerk versus computer Er wordt vaak vertrokken van een CAD-tekening. Het is meestal de onderlegger waarmee gestart wordt om een bodemplaat te maken, maar een getekend 3D-model kan ook een startpunt zijn. Het belangrijkste karwei bij een maquette is alleszins handwerk. “Bij zeer specifieke projecten, met een hoge complexiteit en repetitie, wordt gebruik gemaakt van 3Dprinting, maar hoe snel en precies het procedé ook is, het straalt weinig materialiteit uit”, zegt Gie Bleukx. “De kunststof heeft veelal een weinig warme uitstraling. Het zal bij a2o dan ook eerder gebruikt worden als onderdeel van een maquette in combinatie met meer warme materialen.”

Dada: www.a2o.be

62

|

63


MUZIEK

UNDERGROUND | POSTPUNK NEW WAVE | COLD WAVE

Zwarter dan zwart Ik citeer: “Whispering Sons is voor alle mensen die een jonge blonde vrouw haar demonen willen zien uitdrijven op een podium met een donkere en vaak dansbare soundtrack die door een stel gepassioneerde muzikanten wordt gemaakt.” Een waarheid in volle bloei. Door Joël Neelen – Foto’s Xavier Marquis, Damien Thonnon

In het begin waren ze een naamloos collectief dat nog een beetje op zoek was naar een eigen sound. Whispering Sons uit 1982, van de Deense band Moral, was één van de covers die ze destijds speelden. Van zodra Fenne bij de groep kwam en dat nummer zong, leek er iets te klikken. Dat was het moment waarop ze beseften dat het goed zat. Vanaf toen begonnen ze hun eigen muziek te schrijven. De bandnaam is dus een beetje een hommage aan de minimal wave band Moral, maar ook vooral aan dat specifieke moment. New Wave. Cold Wave. Noise. Postpunk

E

erlijk toegegeven, ik kende Whispering Sons niet voordat ik de winnaar van de Rock Rally 2016 voor het eerst live hoorde op Absolutely Free Festival afgelopen zomer. Toen het frêle blonde meisje begon te zingen, beleefde ik een kippenvelmoment. Het diepe, ijle stemgeluid van de zangeres is even uniek als haar acte de présence op het podium. Haar blonde haar hing als een gordijn voor haar gezicht en terwijl ze de rug bolde liet ze haar stem afdalen naar de onderste regionen van het menselijke bereik.

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Whispering Sons Whispering Sons is een postpunk band uit Houthalen-Helchteren die ontstond midden 2013. Drie van de vijf bandleden zaten samen op de middelbare school, de frontvrouw zat dan weer samen met de synth-speler op school. Ze ontmoetten elkaar tijdens hun studententijd in Leuven. De vier jongens vormden samen een band en zijn op Fenne afgestapt toen ze een zanger(es) zochten. De band is dus officieel ontstaan in Leuven, maar hun thuisbasis ligt in Helchteren. Tot eind vorig jaar repeteerden ze er ook nog vaak. Ondertussen wonen alle bandleden in Brussel en is het repetitiekot mee verhuisd van Limburg naar de hoofdstad.

Whispering Sons is de heerlijke combinatie van de ijskoude drums van Sander Pelsmaekers, de verslavende stem van Fenne, het elektronische gedonder van Sander Hermans, de doordringende bas van Lander Paesen en het fantastische gitaarwerk van Kobe Lijnen. In korte tijd werden ze zeer populair in de undergroundscène. Door hun vastberadenheid om hun eigen identiteit niet te verliezen veroverden ze muziekhart per muziekhart. Hun EP, Endless Party, kwam eind 2015 uit bij een kleinere platenmaatschappij en werd daarna heruitgebracht op vinyl. Men kon de bestellingen echter niet bijhouden en beide verkochten uit in minder dan een maand. Hun muziek wordt op hun website omschreven als “hun donkere en atmosferische geluid bindt vertwij­ feling en nervositeit samen tot een onheilspellend geheel”. Naast melancholie en tristesse straalde hun


concert ook een soort woede en opgejaagdheid uit. “Ik schrik nog steeds van mezelf. Op het podium heb ik mezelf echt niet in de hand, hoe belachelijk dat ook klinkt. De muziek en de teksten roepen zoveel op, en dat is iets wat ik pas ten volste ervaar als ik het live kan brengen”, vertelt Fenne Kuppens. De muziek van deze jonge twintigers toont enigszins gelijkenissen met Joy Division en andere donkerzwarte tijdgenoten zoals The Sisters of Mercy, The Neon Judgement, Poézie Noire of Siouxsie and the Banshees. “We kennen die groepen zeker wel en we kunnen

WE DOEN GEWOON WAT WE ZELF WILLEN EN MAKEN MUZIEK DIE WE ZELF GRAAG HOREN

ook leven met de vergelijkingen die mensen maken”, laat Fenne me via e-mail weten. “We worden nu eenmaal geïnspireerd door muziek uit de jaren tachtig en we vinden die muziek fantastisch. Maar dat wil niet zeggen dat we gewoon proberen om daarvan een kopie te zijn. Het is jammer wan­ neer mensen niet verder kunnen kijken dan de referenties uit de jaren tachtig. We spelen inderdaad in een nichegenre, iets wat je tegenwoordig niet veel meer hoort, of toch zeker niet in het mainstream muziek­ landschap. Een vergelijking met de ‘oorsprong’ is dan inderdaad snel gemaakt. Toch is het wel echt ons doel om een eigen draai te geven aan de muziek en iets te creëren wat hedendaags is. Uiteindelijk doen we gewoon wat we zelf wil­ len en maken we muziek die we zelf graag horen. Vergelijkingen zijn oké, zolang er ook verder wordt gekeken dan dat. Er zijn namelijk zoveel bands die met een voet in het verleden staan en met de andere voet in de hedendaagse muziek.”

De hoogst aanstekelijke dansbeat in hun songs, met de snellere drumritmes en strakke gitaarlijnen, maken hun muziek ook heel dansbaar. Het klinkt ontzettend rauw, vol emoties en gewoon zoals muziek hoort te zijn. Whispering Sons is een uitmuntende liveband. Live Whispering Sons is een volwassen muziekgroep, die zich de sound van zijn grote voorbeelden eigen heeft gemaakt. De bandleden hebben met de klanken van de oude vinylplaten uit de kast iets gecreëerd dat klaar is voor de toekomst. Na een kleine tournee door Europa kan je Whispering Sons live aan het werk zien op zaterdag 7 oktober tijdens het PLAY FESTIVAL 2017 in de Hasseltse Muziekodroom, het muziekcentrum waar ze tevens Artists-in-Residence zijn.

Dada: www.whisperingsons.com whisperingsons.bandcamp.com

64

|

65


CREATIEF

HEDENDAAGSE JUWEELKUNST | PXL-MAD KROATIË | COMMUNICATIE | WANATOE

Juweelontwerpster geeft de toeschouwer een platvorm om patroon­doorbrekend te kijken en te beleven Met haar afstudeerproject The Cabinet of Love for a Bit of Fluff vertaalt Kristy Bujanic heel persoonlijke gevoelens naar een tastbaar concept. Haar project gaat over dubieuze jeugdherinneringen van liefde en afschuw voor kleine dingen, over aantrekken en afstoten, en over de Kroatische familiecultuur. Haar juwelen communiceren dat gevoel terug naar de kijker, wat het universeel maakt. Zij mocht hiervoor de C-mine Award Genk in ontvangst nemen tijdens de Wanatoe 2017. Door Dada Magazine – Foto’s Els Gielen

K

risty is de jongste van de familie. Haar Kroatische roots dankt ze aan haar grootouders, die zowel aan vadersals aan moederszijde naar Genk waren gereisd om als gastarbeiders in de mijnen van Waterschei en Zwartberg te werken. Ze woonden eerst in het zogenaamde barakkenkamp in Zwartberg. Later kochten ze een huis in de huidige Torenlaan. Zelf groeide Kristy op in een mijnwerkerswoning naast het treinspoor in Zwartberg.

Kristy Bujanic studeerde twee jaar gezondheidswetenschappen in Maastricht. Toen het voor haar duidelijk werd dat deze studie te theoretisch was, koos ze om schilderkunst te gaan studeren aan de PXL-MAD in Hasselt. Tijdens het daaropvolgende Erasmus-programma in Bristol kwam zij tot een belangrijk besef. “Alle studenten waren heel dynamisch en gepas­ sioneerd door hun vak, terwijl dat voor mezelf zo niet aanvoelde op dat moment. Ik was niet klaar om mijn master schilderkunst te doen en daarom ben ik op zoek gegaan naar iets waar ik ook zo gepas­ sioneerd door kon zijn. Ik weet niet of het per toeval was of dat het zo moest zijn, maar die passie heb ik vanaf de eerste dag juweelontwerp

DADAMAGAZINE

# 03 .2017


IK VIND HET HEEL FIJN ALS IK EEN POSITIEVE RESPONS KRIJG OF JUIST TE HOREN KRIJG DAT IETS HEEL AF­STOTELIJK IS. DAN HEEFT HET HEEFT GEROERD

gevoeld en heeft me nooit meer losgelaten. Echt ambachtelijk bezig zijn geeft me zo veel voldoening!” vertelt Kristy enthousiast. En zo werd Bristol een kantelpunt. Hedendaagse juweelkunst In de hedendaagse juweelkunst wordt men gestimuleerd om de plastische mogelijkheden van andere, nieuwe materialen te benutten. Men wordt aangezet tot

originele experimenten en tot een maximaal benutten van de mogelijkheden van de gebruikte materialen. Kristy Bujanic gebruikte voor eerdere projecten onder meer printplaten en cd‘s (Neo-Deco), koffielepels (Kod Davorka), puzzelstukjes (Puzzle) en nu voor haar eindwerk zeep, zeepsteen en corian (The Cabinet). Als we vandaag over juwelen spreken, denken we ook niet langer

alleen aan ringen, kettingen of kleine esthetische objecten. Het handelt over een vorm van expressie; het uitdrukken van een idee door middel van een breed gamma aan technieken en thema’s. Het zoeken en onderzoeken, het spelen met materialen, de gevoeligheid, de grootte, zelfs de geur van een stuk is belangrijk. Kristy is op zoek gegaan naar patronen binnen de leefomgeving waar ze is opgegroeid. Zo draagt elk juweel of object van haar ook een verhaal in zich dat zorgt voor een link tussen ideeën, plaatsen en mensen waardoor er een dialoog kan ontstaan. Het hedendaags juweel geeft de toeschouwer een platvorm om patroondoorbrekend te kijken en te beleven, want voor Kristy is communicatie het meest belangrijke detail. The Cabinet of Love for a Bit of Fluff De Kroatische cultuur en haar gezin binnen de westerse cultuur, in combinatie met haar eigen kritische kijk hierop, liggen haar nauw aan het hart en vormen de

66

|

67


CREATIEF

HEDENDAAGSE JUWEELKUNST | PXL-MAD KROATIË | COMMUNICATIE | WANATOE

rode draad doorheen The Cabinet of Love for a Bit of Fluff. Kristy Bujanic onderzoekt de mogelijkheden om haar herinneringen en gevoelens uit haar kindertijd via juwelen en objecten te communiceren. Deze gevoelens zijn persoonlijk, maar ook erg herkenbaar. Ze focust zich op het zoeken naar een balans tussen liefde en afschuw en ze gebruikt materialen die deze gevoelens oproepen of inspelen op herkenning. Ze vertrekt vaak van objecten die niet meer gebruikt worden, zoals roestig staal, victoriaanse haarjuwelen en badkamerspullen. Kristy heeft een imaginair huis gecreëerd waarin vier kamers samenkomen. Deze ruimtes komen voort van herinneringen uit haar kindertijd: de badkamer, de garage, de wasplaats en de gang. Haar grootste affiniteit gaat uit naar de badkamer. omdat we die enkel delen met personen die we liefhebben. “Op deze plek kunnen de personen die wij lief hebben hun meest intieme zelf zijn. Hier aan­ schouwen we een rauwe reflectie

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

van deze persoon en tegelijkertijd houden we hierdoor van hem/ haar”, legt Kristy uit. Deze intieme relatie heeft naast een mooie kant natuurlijk ook een minder mooie of negatieve zijde. Net dat spanningsveld trekt haar aan. Van het meest vieze aan een haarborstel, namelijk de haren die achterblijven na het kammen, heeft zij het meest kostbare gemaakt. Uit zeepsteen ontwerpt ze een ring die aan de binnenkant wordt gedragen, omdat het veel intiemer is, iets wat je voor jezelf houdt. Het juweel past net in de hand zoals waar men een zeepje houdt wanneer men zijn/haar handen wast. De zetting rond de steen is dan weer vrij agressief, maar ze noemt het een koesterend kooitje, iets wat je wilt koesteren op een semi-agressieve manier, met tandjes die iets willen vastpakken. Aan een zilveren balketting hangt ze een zelfgemaakte badstop uit zeepsteen. Van Kroatisch kant maakt ze een familiemedaille die lijkt op een mili­taire decoratie. Het meest propere uit de garage, namelijk een zeepje,

combineert ze met het meest vieze dat ze vond, een dood muisje. Op die manier ontstaat er een zeepje met een staartje. Bepaalde stukken geeft ze nog wat meer karakter door het toevoegen van historische referenties van Victoriaanse haarjuwelen of rouwjuwelen. Op de koffie in Kroatië In het geval van Kod Davorka uit 2016 staan een reeks koffielepel-


tjes symbool voor een herinnering uit haar kindertijd en duiden ze op een specifiek gevoel. Dit gevoel kan omschreven worden door “ergens niet meer willen zijn en willen weg­ lopen, maar tegelijkertijd blij zijn dat je er bent.” Elk van de twaalf lepeltjes staat voor een apart element uit die herinnering en plaats. “Tijdens vakanties in ons huis in Kroatië werden mijn moeder, mijn zus en ik op de koffie bij de over­ buren uitgenodigd. In een donkere, benauwde ruimte zaten we aan de keukentafel. De buurvrouw, Davorka, was een kettingrookster, de koffie was sterk en er bleef van die dikke dras achter in onze glaasjes. Het kussen op onze stoel was van ruw wol. Het plastic tafellaken, met daaronder Kroatisch kant, kretste onaangenaam tegen mijn benen. Er hingen overal van die plakkende vliegenstrips en kalenders met kleurloze landschappen. Alles was vies, kleverig en heel onaangenaam. Ik wou niet blijven zitten op mijn stoel omdat alles jeukte, maar toch mocht ik niet weg”, herinnert Kristy zich. “Vanaf het moment dat ik

terug buiten stond, was ik toch blij dat ik geweest was. Nu pas kom ik tot het besef dat het iets fijn en heel bijzonders was waardoor die twee dingen samen konden gaan: ergens heel graag willen zijn en er toch heel hard van willen weglopen.”

ze veel lichter zijn en goedkoper lijken. De lepels hebben hun functie verloren doordat Kristy ze bewerkt heeft met haar tanden omdat ze, toen ze klein was, uit nervositeit ook op vanalles beet. Atelier/galerie

Dat dubieus contrast heeft ze verder uitgewerkt met in een project met koffielepeltjes, omdat die centraal staan als je koffie drinkt. Als er een pijnlijke stilte valt, hoor je toch nog het geluid van het lepeltje bij het roeren. Haar lepeltjes zijn in aluminium gegoten waardoor

Met de financiële steun van haar ouders en door deeltijds te gaan werken, wil ze sparen om haar atelier verder uit te bouwen. Naast juweelontwerp volgde Kristy ook ‘Uitbater van een kunstgalerie’ in Tongeren. Ze zou graag haar atelier willen combineren met een kunstgalerie omdat ze twee soorten lijnen heeft: enerzijds haar unicaten of kunstjuwelen, anderzijds draagbare sieraden.

Dada: www.kristybujanic.com Een selectie van Kristy’s juwelen is tot 25 oktober te bezichtigen op de Marzee International Graduate Show in Nijmegen. Marzee is een galerie voor hedendaagse sieraden.

68

|

69


PROFIEL

GENK | WATERSCHEI | WINTERSLAG SPORT | VOETBAL | THEATER

Break a leg, of toch maar niet. Voetbal als theater Of ik een woordelijke bijdrage over voetbal voor mijn rekening zou willen nemen? Zou het dan nog van me af te lezen zijn dat ik ooit, in een ver verleden, een poos heb gedweept met … paars-wit - nu ja, ik beken, vooral met Marc Degryse. Tijdelijk zagen mijn ouders het zelfs door de vingers om te betalen voor een abonnement op een voetbalmagazine, terwijl het mij toch echt enkel maar om de foto’s te doen was. En hoewel de kleuren wellicht vloekten met mijn rode winterjas, breide oma op simpel verzoek toch een sjaal in mijn lievelingskleuren van het moment. Door Hilde Neven – Foto Els Gielen, Dada Design

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Maar wat keek ik ernaar uit om met mijn zus op een koude zondagnamiddag te worden afgehaald door mijn peter om samen naar een match te gaan. Om daar, in de kou, vooral te hopen op de troostende warmte van een dampende hamburger achteraf. Tijdens de wedstrijd verdeelde ik mijn blik tus-

sen het plein en mijn peter. Want van de spelregels had ik niet al te veel kaas gegeten. Dus joelde ik als hij joelde. En sakkerde ik wanneer hij dat deed. En toen Marc Degryse de poorten van het Astridpark achter zich sloot, vond ook ik dat het welletjes was geweest. Ik ging zelfs niet voor een transfer


van mijn supporterschap richting Sheffield, maar zette mijn carrière als voetbalfan, en de occasionele wedstrijduitjes, vroegtijdig stop. Nu, jaren later, geef ik nog steeds niet erg veel om voetbal. Als je me al op een zitje vindt, dan zal dat eerder voor een concert of toneelvoorstelling zijn. Al zijn er, als ik er zo over nadenk, verdacht veel parallellen te vinden tussen de wereld van het theater en het voetbal. En dan heb ik het niet alleen over het toneel dat al eens wordt opgevoerd door een voetballer die ‘valt’ na een contact met een tegenstander. De gelijkenissen schuilen ook in vele andere aktes van de opvoering, die nu eens uitmondt in een heuse tragedie, dan weer meer weg heeft van een komedie. Gebracht door professionele of amateurgezelschappen. Met de grasmat als wekelijkse scène voor rondreizende of vaste voetbalgezelschappen uit binnen- en buitenland. Olympique Marseille of Olympique Dramatique? KRC Genk of Het nieuw­stedelijk? Voor wie heb je een kaartje kunnen bemachtigen? De witte krijtlijnen bakenen de grenzen van het buitenspel af waarbinnen de twee gezelschappen, elk met elf spelers, 90 minuten lang het beste van zichzelf mogen geven. Met de goals als sobere, maar onontbeerlijke rekwisieten. En de toeschouwers, op Genkse bodem vaak voltallige gezinnen, als trouwe bondgenoten op de week na week uitverkochte tribunes. De stadionlichten gaan aan. De acteurs maken zich in hun kleedkamers op om, na de laatste aanwijzingen van de regisseur, ten tonele te verschijnen. Break a leg is hier misschien niet helemaal op zijn plaats, maar toch: succes! De muziek gaat uit. Het fluitsignaal van de scheidsrechter klinkt. Het doek gaat open. Het publiek verstilt. Nu kan het beginnen: de eeuwige dialoog tussen protagonisten en antagonisten, het script dat

het ene moment wordt gevolgd, en op andere momenten wordt verruild voor een sterk staaltje improvisatie. De spelers altijd in opperste concentratie, bewegend in een haast gestileerde choreografie. Op naar de overzijde. Waar de keeper als een deus ex machina wacht in een poging het noodlot af te wenden. Hoe de voorstelling verloopt, kan niemand voorspellen, hoe ze eindigt al helemaal niet. Emoties wisselen mekaar dan ook in ijltempo af: van uitzinnige vreugde tot pure onmacht en frustratie, af en toe worden er zelfs bittere tranen geplengd. Supporters gaan helemaal op in het spel en vertalen de emoties van hun helden als een Grieks koor voor al wie het wil horen.

VOOR WIE KRAAIT DE HAAN VICTORIE EN VOOR WIE VALT HET DOEK? De regisseur staat aan de zijlijn. Wild gesticulerend in een poging het spel naar zijn hand te zetten, tierend wanneer de opvoering in een klucht dreigt te verzanden. Want in tegenstelling tot een toneelvoorstelling, kan dit stuk nooit hernomen worden. De scheidsrechter? Die valt nooit uit zijn rol. Hij houdt het hoofd koel en brengt af en toe zijn entr’acte wanneer hij een speler tot de orde roept. Voor wie kraait de haan victorie en voor wie valt het doek? Zo gaat het op en af, heen en weer, net zolang tot het fluitsignaal opnieuw klinkt. Gelaten nemen de acteurs hun applaus in ontvangst, dat op hoogtijdagen net ietsje enthousiaster weergalmt dan op mindere dagen. Dan verlaat het publiek de tribunes. Napratend over wat zich zonet voor

hun ogen heeft afgespeeld. En ik? Ik heb eigenlijk veel zin gekregen in een avondje voetbaltoneel. Als het even kan met een hamburger achteraf. Die vind je immers meestal niet in de foyer van een cultuurcentrum. Wie bemachtigt een ticket voor me en neemt me mee op sleeptouw? Misschien is er zelfs wel iemand die een blauw-witte sjaal voor me wil breien …

Dit seizoen is het 30 jaar geleden dat KRC Genk ontstond, een fusieclub uit de twee mijnclubs: Winterslag en Waterschei. Deze twee Vlaamse theatergezelschappen, Koninklijke Waterschei Sport Vereeniging Thor Genk en Koninklijke Football Club Winterslag (KFC Winterslag), sloegen in 1988 de handen in elkaar. In 1919 werd Waterschei’s Sport Vereeniging Thor opgericht. Thor stond officieel voor ‘Tot Herstel Onzer Rechten’, als aanklacht tegen de Franstalige overheersing van het mijnbestuur. De clubkleuren waren dan ook niet toevallig geel en zwart. De politieke slogan, die de voetbalbond liever niet zag, veranderde men later naar ‘Tot Heil Onzer Ribbenkast’. KFC Winterslag werd in 1923 opgericht als Football Club Winterslag. In 1957 kreeg de clubnaam de vermelding ‘Koninklijk’, en werd het in 1958 Koninklijke Football Club Winterslag. Deze club speelde in rood-zwart. De thuiswedstrijden werden afgewerkt aan de Noordlaan. De bijnaam van de spelers was de Vieze Mannen. Het stadion van KRC Genk, gelegen in Waterschei, werd op 28 augustus 1999 in bijzijn van 15.000 supporters officieel geopend. Het eerste seizoen in het nieuwe stadion was meteen een succes: elke wedstrijd was het stadion tot de nok gevuld. En nog steeds zo tot op vandaag. Toptheater van het hoogste niveau.

70

|

71


LEESVOER

BOEK | ILLUSTRATIE NATUUR | FAUNA | NOORDELIJK HALFROND

De wereld van de wilde dieren in het noorden In 2014 werd zijn boek over de fauna van het zuidelijk halfrond uitstekend ontvangen. In zijn tweede volume besteedt de Duitse illustrator Dieter Braun aandacht aan de wilde dieren van het noorden: van poolvos tot wolf. Door Joël Neelen

doel om illustraties te creëren die eruitzien als oude druktechnieken waarbij ik gebruikmaak van papier­ structuren, foto’s en dingen die ik in de natuur gevonden heb.”

S

inds enige tijd ben ik het grafisch werk van Duitse illu­ strator Dieter Braun enorm gaan waarderen. Met zijn zeer charmante tekenstijl combineert hij vector­illustraties en met de hand gemaakte structuren. Daarnaast legt hij ook opmerkelijk veel gevoel in de geometrische vormen waardoor zijn illustraties absoluut niet stijf en statisch aanvoelen. Het noordelijk halfrond Vorig jaar presenteerde Braun in het tweede volume een reeks dieren van het noordelijk halfrond aan de hand van prachtige tekeningen. “Ik heb een voorliefde voor retro en gedempte kleuren. Het is mijn

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Van ijsbeer tot orka in het noordpoolgebied, van rode vos tot Ibe­ rische lynx in Europa, van poema tot Canadese bever in NoordAmerika en van sneeuwluipaard tot panda in Azië. Alle dieren heeft hij trouw geportretteerd. Met zijn scherp observatievermogen en zijn innovatief verhalende stijl heeft Braun als geen ander dit dierenrijk nauwkeurig geënsceneerd. Het boek maakt ook indruk door zijn grafische vormgeving en de liefde voor het detail, van begin tot eind: het is echt een potentiële klassieker.

Dierenatlas Het boek is tevens een soort atlas gewijd aan de dieren van het noordelijk halfrond en presenteert hen elk afzonderlijk en gedetailleerd. Bovendien zijn er humoristische teksten over elk van de dieren; zo leer je waar ze wonen, wat ze eten, over hun paringsdriften en nog veel meer. Kortom, het boek is een feest van kleur en vorm. De puur grafische illustraties maken het mogelijk om je eigen visuele reis te maken doorheen het noordelijk halfrond. Hoewel het niet direct een boek is voor kinderen, kan ik me voorstellen dat zowel kinderen als ouders er met plezier in bladeren. De kleuren en vormen werken voor alle leeftijden én het is gewoon leuk om steeds nieuwe details te ontdekken, om heel incidenteel te leren over het dier en zijn omgeving. Zeer grote (visuele) cinema!

Dada: www.brauntown.com


LEESVOER

BOEK | ILLUSTRATIE ATLASFASCINATIE

Een fantastische ontdekkingsreis langs schatten van de wereld Deze prachtige, rijk geïllustreerde atlas toont per werelddeel een overzichtskaart met alle landen en hun hoofdsteden. Daarnaast biedt het boek van een aantal landen ook een detailkaart met een reeks illustraties van zaken die dat land typeren. Het boek sluit af met een alfabetische opsomming van de vlaggen van bijna 200 landen van de wereld. Door Joël Neelen

leerde wereldatlas. Alleen de inhoudsopgave is al een lust voor het oog: een wereldkaart waarbij pijltjes de naam en het paginanummer van de besproken landen aangeven. De auteurs streven geen volledigheid na: per werelddeel tonen ze slechts enkele landen, waarbij hun selectiecriteria niet geheel duidelijk zijn.

H

et Poolse duo grafici, Aleksandra Mizielinska en Daniel Mizielinski, alias Hipopotam Studio, werd bekend met D.O.M.E.K. (H.U.I.S.), een ingenieus en grappig boek met voorbeelden van opvallend vormgegeven huizen en objecten die jonge lezers niet alleen toont hoe verschillend mensen kunnen wonen, maar ook hoe fascinerend architectuur is. Enkele jaren geleden kwam het Poolse echtpaar opnieuw met een pareltje voor kinderen: een gedetail-

De atlas is getekend als een ouderwets aandoende wereldkaart in pasteltinten, omringd door een kader van versieringen. Doordat de auteurs steeds voor zachte kleuren kiezen, doet hun atlas ondanks de vele illustraties niet druk of rommelig aan. Elk werelddeel heeft een eigen overzichtskaart met de landen en hun hoofdsteden, voorzien van een kadertje informatie: het aantal landen en inwoners, de oppervlakte en de schaal. In de zee rondom het werelddeel zien we telkens de diersoorten die daarin voorkomen. Op de detailkaarten van de landen zijn telkens de belangrijkste steden en bezienswaardigheden, dier- en plantensoorten en culturele elementen als sport, klederdracht, gerechten en beroemde inwoners te zien. Ook bij

deze kaarten staat een reeks feitjes vermeld en veelvoorkomende jongens- en meisjesnamen. Een oplettende kijker zal grappige elementen ontdekken, andere details roepen serieuzere gedachten over cultuurverschillen op: zo zien we in de Afrikaanse landen enkele zwarte kindjes hout sjouwen en vissen, terwijl de blanke toeristen sandboarden en op quads rondrijden. Tegelijkertijd doen de auteurs hun best om een gevarieerd wereldbeeld te scheppen: in de VS moeten de drie kinderen ‘Mary’ (latino), ‘Jim’ (blank) en ‘Emily’ (zwart) de gemixte achtergrond van de bevolking weergeven. Ten slotte komen ook Arctica (inclusief Groenland) en Antarctica nog aan bod. Genoeg voor uren kijkplezier! Tekenatlas Er is ook een tekenboek bij de bestseller Atlas. Vertrek op een fantastische ontdekkingsreis langs de schatten van de wereld, gewapend met kleurpotloden en stiften. Teken kaarten, bedenk vlaggen, vind een uitweg uit het labyrint van de Minotaurus, bereid je expeditie voor naar de Mount Everest en klim op een menselijke toren in Catalonië, versier Mexicaanse suikerschedels en ontwerp een patroon voor een Japanse kimono. Pret verzekerd op deze wereldreis!

Dada: www.hipopotamstudio.pl

72

|

73


PIEKUUP

MUZIEK | PLATENSPELER VINYL | ELPEE | ELECTRO | ELEKTRONICA

Wir fahr’n, fahr’n, fahr’n auf der Autobahn Autobahn is het vierde studioalbum van de band Kraftwerk uit Düsseldorf. Het verscheen in november 1974. Qua muzikale invloed moeten deze Duitsers niet onderdoen voor iconen als The Beatles of The Rolling Stones. Kraftwerk staat symbool voor electro en electropop.

wíé er precies op het podium staat, zolang de robots – het Russische woord ‘rabotnik’ betekent ‘werk­ kracht’ – maar present zijn.” Een audiovisueel spektakel in 3D, uitgevoerd door werkbijen, tevens een droogkomische fuck you aan het adres van de rock-’n-roll. Kenmerkend is de monotoon-herhalende opbouw van de songs.

H

et lijstje van artiesten die zonder Kraftwerk wellicht iets anders met hun leven hadden aangevangen, is eindeloos. Zonder Kraftwerk geen Radiohead, Depeche Mode of New Order. Geen techno, OMD of Gary Numan. En zelfs geen hiphop. Kraftwerk maakte eigengereide avant-garde. De groep wilde zich onderscheiden en musiceerde in de traditie van de krautrock, een muziekstijl die reageerde op een cultureel vacuüm dat na de Tweede Werledoorlog in Duitsland was ontstaan. Geen gitaren, geen lange haren, geen seks, maar maatpakken. “Kraftwerk is minder een muziek­ groep dan een multimediaconcept of een theatergezelschap”, volgens Ralf Hütter. “Het maakt niet zo uit

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Autobahn Hun grootste verdienste is wellicht de introductie van de synthesizer. Op Autobahn (1974) gebruikten zij voor het eerst een Minimoog. Ze gelden ook als pioniers van de visualisering: ze maakten muziek om naar te kijken. Hun platenhoezen zijn driedimensionale kunstwerken, hun concerten zijn een Gesamtkunstwerk. Zelfs wie het warm noch koud krijgt van de soms kille electronica van de vier ernstige Duitsers achter hun laptops, blijft niet onbewogen bij de krachtige, futuristische visuals die rond hen worden geprojecteerd. Autobahn is het eerste stuk van Kraftwerk waarop gezongen wordt. De tekst is geschreven in samenwerking met Emil Schult, die ook de originele cover schilderde. Deze laat een heuvelig landschap zien doorkruist door een snelweg

(Autobahn), waarop een Mercedeslimousine en een Volkswagen Kever rijden. Verder zijn een viaduct en een zonsondergang te zien. Dit beeld is gebaseerd op de nuchtere idealiserende stijl van reclamebeelden uit de jaren zestig. Bekend is vooral de steeds terugkerende zin “Wir fahr'n, fahr'n, fahr'n/auf der Autobahn”. Verdere, doch opzichzelfstaande tekstdelen, beschrijven bepaalde indrukken van de rit (markeringen, weer, landschap) en dragen samen met de laconieke en koele spreekzang wezenlijk bij aan de monotone indruk van het stuk. Dat Kraftwerk nog steeds relevant is, heeft ook te maken met de thema’s van de songs. De relatie tussen mens en machine staat al veertig jaar centraal. Toen de personal computer in de jaren tachtig doorbrak, had Kraftwerk al vier albums gemaakt rond technologie, informatiesnelwegen en toekomstmachines. Elektronische muziek heeft de mensheid in staat gesteld om de toekomst voor te stellen. Daarom is er altijd een sterke band geweest tussen elektronische muziek en sciencefiction. Tegenwoordig begrijpt men hen beter omdat iedereen nu zelf computers gebruikt in tegenstelling tot in de jaren zeventig. Wir haben es geschafft!

Dada: www.kraftwerk.com www.emilschult.de


Een van de meest spraakmakende elektronicaplaten ooit 22 jaar geleden kocht ik Leftism, wat vandaag een van de meest legendarische elektronica-albums aller tijden wordt genoemd. Het debuutalbum van Paul Daley en Neil Barnes klinkt perfect.

lading niet. Ze bleven bezig tot elk onhoorbaar detail goed zat.”

L

eftfield begon als een project van Neil Barnes. In de jaren tachtig was hij in verschillende hoedanigheden actief in de punkscene. In 1989 besloot hij mee te gaan met de opkomst van elektronische muziek. Begin jaren negentig werkte hij samen met Paul Daley in alle stilte aan het album dat uiteindelijk meerdere jaren in beslag zou nemen. “Sommige periodes zaten ze tot zestien uur per dag in de studio om één nummer af te mixen. Het was vaak om gek van te worden, maar het resultaat was er meestal ook naar”, vertelde Ollie J. onlangs in een interview. “Neil en Paul leden aan perfectie, in de zin van lijden. Het waren twee perfectio­ nisten, al dekt die omschrijving de

Ollie J. (Oliver Jacobs) was een van die gasten die nooit naar school ging. Hij zat constant in de studio van zijn vader en tegen dat hij zeventien was, was hij een van de beste engineers. “Hij zeurde nooit over late uren, want we hebben in die studio van zijn vader meer dan eens de klok rond zitten werken”, liet Barnes noteren. Als je deze uitspraken hoort, zou je denken dat Leftfield toen al heel goed wist dat het aan een legendarisch album bezig was, maar het tegendeel was waar. Zij dachten dat ze een undergroundplaat aan het maken waren: heel erg punk, allemaal erg “do it yourself”. Vandaag duikt Leftism op in lijstjes van de belangrijkste platen van de jaren negentig, maar toen het album uitkwam, werd het maar zeer middelmatig onthaald. Heel de muziekwereld slaakte een zucht van afgunst. Ik gelukkig niet! Men wist in die periode totaal niet wat men er mee moest aanvangen. Dat geeft aan hoe de muzikale goegemeente toen dacht over alle muziek waar geen gitaar aan te pas kwam.

Het bekendste nummer op de plaat, het spontaan ontvlambare Open Up, werd opgenomen met Sex Pistols-frontman John Lydon. Ze hadden vocals nodig om er een catchy refrein mee te maken, een stem was voor hen een instrument waar ze een aanstekelijke sample uit konden lichten. Of het een berimbau (primitief Braziliaans instrument) was of de stem van John Lydon, het waren voor Leftfield allemaal tools. Wat Leftfield van Underworld en The Prodigy onderscheidde, was dat ze anno 1995 meer dub klonken dan de doorsnee Jamaicaanse reggaeband. Ze waren bovenal een reggaesoundsystem, van danceable tot rustgevende elektronica. Leftism is een album dat ruim twintig jaar later nog altijd even futuristisch klinkt als toen het in 1995, samen met Exit Planet Dust van The Chemical Brothers, de toekomst van de popmuziek inluidde. Wat bedoeld was als een undergroundplaat groeide uit tot The White Album van elektronica. Dit is een album dat zijn tijd ver vooruit was, én nog steeds is. Het is misschien wel de beste danceplaat aller tijden, maar dat zei ik al eerder zeker? Wij leggen Leftism nog graag en vaak op de piekuup.

Dada: www.leftfieldmusic.com

74

|

75


APPS 2

GAME | ILLUSTRATIE | SOUND ESCHER | PUZZEL

Monument Valley 2, het mooiste game op iOS Monument Valley is nog steeds een van de meest opvallende mobiele games. De graphics weten je namelijk meteen te betoveren. Nu kun je weer de magische wereld instappen, want Monument Valley 2 staat nu in de App Store.

M

onument Valley is nog steeds een van mijn absolute favoriete mobiele games. Het alweer uit 2014 stammende spelletje combineert schitterende, maar dan ook écht schitterende tekeningen met intrigerende puzzels. Het laat zich spelen als een sprookje, met poëtische muziek, maar vereist tegelijkertijd ook dat je een vaardig puzzelaar

bent. Je moet een hoofdpersonage met een sprookjesachtig kapje op het hoofd, prinses Ida, door een decor van labyrinten leiden. Monument Valley 2 Fans vragen dan ook al jaren om een vervolg. De ontwikkelaars van Monument Valley, Ustwo Games, konden echter niks beloven. Plots

werd geheel onverwachts, tijdens de jaarlijkse keynote van Apple, Monument Valley 2 aangekondigd. Je begeleidt deze keer een moeder, Ro, en haar kind op een reis door magische architectuur, kleurrijke werelden en geheime puzzels. Als speler manipuleer je de strak vormgegeven wereld om beide personages naar het einde te brengen. Het is naar mijn gevoel ook eerder een interactieve ervaring. Bij een game draait alles om scores, prestaties en levens. Hierdoor is er ook meer interesse bij niet-gamers en bij een bredere leeftijdscategorie. M.C. Escher Het ontwerp is gebaseerd op de stijl van de Nederlandse kunstenaar Maurits Cornelis Escher, die vele kunstwerken maakte van onmogelijk constructies en gebouwen. In dit game zijn deze constructies terug te vinden. Naast nieuwe puzzels en mecha­ nismes zijn ook de graphics wederom subliem. Op een scherm van de iPad komen de kleurrijke werelden extra goed tot hun recht. Helaas is het aantal levels opnieuw vrij beperkt. Het is een knappe prestatie dat een game meer dan 2,5 miljoen keer verkocht wordt en dat de opbrengst vijf keer zo hoog is als de investering. Voor 5.49 euro kun je de prachtige game downloaden.

Dada: www.ustwo.com

DADAMAGAZINE

# 03 .2017


Wildfulness 2 laat je tot rust komen in de natuur Wildfulness 2 is gemaakt door de Nederlander Mark Hendriks en zijn vrouw Sterre en is bedoeld om je een zengevoel te geven dankzij fraaie natuurbeelden en -geluiden.

kunt doen. Toegegeven, ik gebruik Wildfulness regelmatig om makkelijker in slaap te vallen. Psychoakoestiek

W

ildfulness 2 past in een reeks mindfulnessapps zonder dat je je meteen tot het boeddhisme hoeft te bekeren of mantra’s hoeft te herhalen. Wildfulness haalt de inspiratie vooral uit de natuur met geluiden van onweer en regen, ritselende bladeren, een ontwakend bos of een nachtelijk woud. De minimalistische, mooie illustraties van natuurscenes in een beperkt aantal tinten brengen je meteen in de juiste stemming. De tinten zijn mooi op elkaar afgestemd, met bomen en dieren die nauwelijks de aandacht opeisen. Soms zijn er kleine animaties te zien. Makkelijker in slaap vallen Ben je iemand die nogal makkelijk

gestresst raakt, dan zou je kunnen vluchten in koffie, alcohol, sigaretten of chocoladerepen, maar daar wordt je lichaam op langere termijn niet blij van. Het is gezonder om even je gedachten op een rijtje te zetten, terwijl je naar kalmerende geluiden luistert. Het geruis van de oceaan of van een regenbuitje in het oerwoud kan dan helpen. Onweersbuien om te zorgen dat je ’s nachts makkelijker in slaap valt of overdag even een powernap

Om de natuurgeluiden optimaal te beluisteren kun je het beste oordopjes in doen. Wild Ventures heeft zogenaamde psychoakoestische 3D-geluiden in de app gestopt, die gebaseerd zijn op opnames uit de natuur. In totaal zijn er acht natuurscenes in de app te vinden, afgestemd op verschillende stemmingen. Met de scene in het bos kun je meteen aan de slag. Bij elke scene tik je op het scherm om een timer te starten, die kan variëren van 1 minuut tot 8 uur. Op het scherm zie je de voortgang en een pauzeknop. Meestal zet ik de timer op 10 minuten en slaap ik reeds vooral de tijd verstreken is. Wildfulness 2 stelt je niet alleen in staat om tot rust te komen, maar is ook aangenaam om in te stellen als achtergrondgeluid wanneer je bijvoorbeeld even geconcentreerd wilt werken. De app pakt het heel subtiel aan, is snel te bedienen en de audio­ kwaliteit is uitstekend. Als je alleen de gratis scene in het bos beluistert kun je wel snel uitgekeken zijn op deze app. Ik heb toegang tot alle scenes en die bieden genoeg variatie om deze app voor langere tijd te gebruiken.

Dada: www.getwildfulness.com www.workbymark.nl

76

|

77


PROFIEL

WINTERSLAG | ITALIË | BIODINAMICA VOEDSELIDENTITEIT | CIRCULAIRE ECONOMIE

Zuidwaarts

van Winterslag naar Ciociaria Haar vader zaliger reisde in 1952 met de trein van Italië naar België om te komen werken in de Winterslagse steenkoolmijn, zij keerde in 2001 terug naar haar vaders vaderland. Mady Tonin, Italiaanse Genkse met een Belgisch paspoort sinds 1992, probeert al verschillende jaren haar weg te vinden in een minder bekende regio in Italië. Door Dada Magazine – Foto’s Joël Neelen

N

aweeën van de Tweede Wereldoorlog, zoals armoede en werkloosheid, dwongen haar vader op jonge leeftijd te kiezen voor emigratie. Mannen uit het buitenland werden gerekruteerd om te komen werken in de rijke steenkoolmijnen van het “verre” België en voor vader Elio was dit de uitweg naar een betere toekomst. Hij meldde zich aan. Met enkel wat persoonlijke bezittingen stapte hij op de trein en verliet zijn vaderland.

DADAMAGAZINE

# 03 .2017

Na een dagenlange treinreis kwam het konvooi, bestaande uit honderden mannen, aan in de verschillende mijnstreken van Wallonië en Limburg. Elio Tonin († 2015) startte en eindigde zijn 25-jarige carrière als mijnwerker in Winterslag. Intussen trouwde hij en het gezin werd gezegend met drie kinderen, geboren en getogen in Genk. Via Honduras naar Italië Vanaf zeer jonge leeftijd reist mijnwerkersdochter Mady Tonin tijdens de zomerperiodes met haar familie en haar peettante naar Friuli, de geboortestreek van haar ouders in

het noordoosten van Italië. Reizen zit in het bloed. Ze kiest om tijdens haar middelbaar toerisme te studeren, maar al snel blijkt dat ze, naast haar voorkeur voor talen, ook goed is met cijfers. Na haar studies krijgt Mady de kans om deel te nemen aan een cursus voor begeleidster van microsystemen, georganiseerd door stad Genk. Een jaar later besluit Mady dan om informatica te studeren. Doordat ze een voltijdse baan heeft in een Italiaans voedingszaakje, kiest ze voor het avondonderwijs. In juni 1992 behaalt Mady haar diploma. In november van datzelfde jaar begint ze te werken als programmeur-medewerker aan de Universiteit Hasselt. “Tot nu toe is dat nog steeds de periode waar ik een uitstekende basiskennis heb opgebouwd en een groep toffe col­ lega’s heb leren kennen. Deze band is vandaag de dag nog heel sterk en de reünies tijdens mijn bezoe­ ken aan België zijn dan ook een absolute must”, vertelt Mady.


Zes jaar later besluit Mady een sabbatjaar in te lassen om te reizen en andere wereldculturen te ontdekken. Via via verneemt ze dat een duikclub, op het tropisch eiland Roatan voor de kust van Honduras, een nieuwe uitbater zoekt. Ze gaat de uitdaging voor dit avontuur aan. Na een paar jaar besluit ze terug te keren naar Europa om dichter bij haar familie te zijn; het contact met Genk-Winterslag – haar geboorteplaats – blijft toch heel belangrijk in haar leven. Maar het koude klimaat in België speelt haar uiteindelijk toch parten. Haar voorkeur voor warmere streken geeft de doorslag bij haar beslissing en Mady verhuist naar Italië, mede omdat Italiaans haar moedertaal is. Na een korte tussenstop in Ligurië reist ze verder zuidwaarts naar Toscane, waar ze in de toeristische sector als meertalige receptioniste en administratief medewerker aan de slag kan. Deze job ligt niet direct in lijn met haar voorgaande loopbaan, maar door haar aanpassingsvermogen en nieuwsgierige karakter is het wel de uitgelezen kans om zich te integreren in de Italiaanse arbeidsmarkt. Het beleven van de lokale gewoontes en gebruiken is volgens haar de beste manier om je aan te passen. Gedurende haar verblijf in de buurt van Siena raakt Mady gefascineerd door de passie van haar collega,

Daniele Piacentini. Zo ontstaat er een nauwe samenwerking met deze hondenexpert. Mady wordt zelfstandig uitgever en publiceert onder de naam Indigo Editore verschillende boeken en tijdschriften over terriërs en de jacht op klein roofwild. Daarnaast freelancet ze verder in het vakantiepark in Toscane. “Dit alles was niet mogelijk geweest zonder mijn multimediale werkervaring”, voegt ze eraan toe. Ciociaria Uiteindelijk belandt Mady in Ciociaria, de geboortestreek van wereldberoemde artiesten zoals Marcello Mastroianni, Vittorio De Sica en Ennio Morricone. Stilaan groeit ook de liefde voor dit ongekend gebied; de pre-Apennijnen, een regio tussen Rome en Napels met een roversgeschiedenis. De bewoners zijn er heel gastvrij. De ongerepte natuur, met

een aangenaam klimaat van april tot oktober en zachte winters, is adembenemend en zowel de zee als de bergen zijn binnen handbereik. Mady is hier milieubewuster gaan leven en wil in de nabije toekomst werken aan projecten die gebaseerd zijn op circulaire economie, zoals onder meer het kweken van paddenstoelen met koffiedras. Daarnaast wil ze lokale biodynamische producten en andere kwaliteitsvolle voedingswaren gaan promoten. Biodinamica Midden jaren ’90 verhuisde Mady van Genk naar een klein boerderij­ huisje in Diepenbeek en begon ze samen met haar vader, die opgegroeide op het platteland, met het kweken van eigen groenten,fruit en wat klein pluimvee. Dit is haar op één of andere manier bijgebleven, want gedurende al haar reizen neemt ze van overal en altijd kruidenzaadjes mee. In 2012 hoort ze voor het eerst van Biodinamica (nvdr. Italiaans voor biologisch-dynamische landbouw). Deze teeltmethode is ontstaan als een reactie op bezorgdheid over de uitvinding van kunstmest. Sindsdien is Mady ervan overtuigd dat dit de toekomst is voor een gezondere samenleving. Bijna 100 jaar geleden, in 1924 om precies te zijn, gaf ene Rudolf Steiner enkele voordrachten die

78

|

79


Marcello & Fratelli Officina della pizza

089 215 215 W www.marcello-fratelli.be T

DADAMAGAZINE

ADVERTENTIE

Advertentie 20170301

AndrĂŠ Dumontlaan 139/1, 3600 Genk


PROFIEL

WINTERSLAG | ITALIË | BIODINAMICA VOEDSELIDENTITEIT | CIRCULAIRE ECONOMIE

vandaag gezien worden als de basis van de biologisch-dynamische landbouw. Steiner zag de aarde als een organisme dat een samenhang kent tussen dieren, planten, bodem en de kosmos en constateerde

WAAROM BESTEDEN WE GEEN AANDACHT AAN DE HERKOMST, DE TEELTWIJZE, DE SEIZOENSCYCLUS VAN WAT WE DAGELIJKS ETEN?

dat vreemde elementen moesten worden vermeden. Hij ijverde voor zelfvoorzienende landbouw en was daarbij een van de eersten die de industrialisering van de landbouwsector openlijk in vraag stelde. “Als we bijvoorbeeld eens op zoek zijn naar een tv of auto, kijken we eerst naar de pro en contra’s en stellen we ons niet tevreden met het eerste het beste. Waarom ge­ ven we dan niet dezelfde aandacht aan de herkomst, de teeltwijze, de seizoenscyclus van wat we dage­ lijks eten? Is dit tenslotte niet onze ‘levensbrandstof’?”, aldus Mady. “Regelmatig lees ik artikelen over dit onderwerp en opeens deed de kans zich voor om deel te nemen aan ‘semina il futuro’.” Semina il futuro Het idee, Zukunft säen (het zaaien van de toekomst), wordt voor het eerst in 2006 voorgesteld door twee Zwitsers: Ueli Hurter, een biologisch-dynamische landbouwer en door Peter Kunz, een expert selectie voor biologische granen. Jaar na jaar krijgt hun initiatief steeds meer aanhangers uit verschillende landen, onder meer Italië, en raken wereldwijd duizenden liefhebbers nauwer bij het project betrokken. Het is onwaarschijnlijk hoe uitgerekt en kwetsbaar onze voedselketen is geworden. Niet alleen heeft slechts een handvol multinationals het gros van onze voedselvoorziening in handen. Ontzettend veel van wat we eten, wordt van over de halve wereldbol aangesleept. Dat ingewikkelde raderwerk vraagt om een andere aanpak. Dit pleit voor meer bewustzijn van hoe en waar ons voedsel wordt geproduceerd en welke weg het moet afleggen om bij ons te geraken. Het doel van deze organisatie is dan ook de mensen bewust maken

over het thema de herkomst van het voedsel en de toekomst van de landbouw met de nadruk op het belang van lokale voedselidentiteit. Men wil het besef creëren dat biologisch en biodynamisch zaad een ware opportuniteit zijn. Het evenement vindt gelijktijdig plaats in verschillende biologische en biodynamische landbouwbedrijven: een zaaifeest waarbij de gelegenheid zich voordoet om met de hand raszuiver zaad te zaaien. Het biologisch zaad komt van een selectieproces dat afziet van hybride en genetische manipulatie. Het inzaaien kan naderhand door de deelnemers gevolgd worden. Men kan terugkeren naar het veld, dat door een handgetekend spandoek gekenmerkt is, en de groei van de gezaaide granen waarnemen tot en met het dorsen van de gewassen. Haar enthousiasme nam toe wanneer Mady vernam dat er op redelijke afstand van haar woonplaats, enkele bedrijven deze teeltmethode toepassen. Na een bedrijfsbezoek is ze samen met twee vrienden met het idee gestart om deze producten van uitstekende kwaliteit tot bij de mensen te brengen. Hier start haar nieuw avontuur en hopelijk, binnen korte tijd, voorspelt Mady een netwerk dat lokale landbouwbedrijven in contact brengt met bewuste verbruikers.

80

|

81


Zonder moed is er geen vrijheid, zonder vrijheid is er geen waarheid. De waarheid is zelden puur en nooit simpel. De waarheid 'liegt' in het midden.

EVERYTHING WILL BE OKAY IN THE END AND IF IT'S NOT OKAY IT'S NOT THE END EVERYTHING WILL BE OKAY IN THE END. IF IT'S NOT OKAY, IT'S NOT THE END. — John Lennon, The Best Exotic Marigold Hotel

DADAMAGAZINE DADAMAGAZINE

03 .2017 # 02


EPILOOG

X-BESTUIVING steeds meer de kop op te steken. In 2015 wijdde het wetenschappelijke top-tijdschrift Nature zelfs een cover-artikel aan ‘interdisciplinariteit’. De kernboodschap van deze speciale editie was helder: om de grote uitdagingen van onze samenleving op te lossen, moeten wetenschappers en sociale wetenschappers samenwerken. In zijn voortreffelijk boek over de geschiedenis van innovatie schrijft Steven Johnson: “Goede ideeën willen connecteren, versmelten, recom­ bineren. Zij willen zichzelf heront­ dekken door het overschrijden van conceptuele grenzen.” Door Jean Manca – Foto Els Gielen

Kunstenaars en wetenschappers hebben meer gemeen dan in eerste instantie gedacht wordt. Bij de voorbereiding van een lezing over de relatie tussen kunst en weten­schap heb ik een eigen lijstje gedestilleerd van 7 ½ gemeenschappelijke drijfveren voor beide disciplines – gaande van verwondering, verbeelding tot exploratie en grenzen verleggen. Experimenteren op onbekend terrein waar nog niemand je voorging, is een belangrijke drijfveer die in de twee werelden terug te vinden is. Durven dromen, creativiteit vrijmaken en out-of-the-box-denken zijn niet enkel weggelegd voor kunstenaars en innovators, maar maken ook fundamenteel deel uit van het DNA van wetenschappers.

“Verbeelding is belangrijker dan kennis. Kennis is beperkt, ter­ wijl verbeelding de hele wereld omarmt”, is geen citaat van een bevlogen kunstenaar, maar is afkomstig van de meest iconische wetenschapper, Albert Einstein. Doorgaans leven kunstenaars en wetenschappers in hun eigen wereld en is er weinig interactie. Reeds in 1959 hield de Britse schrijver en wetenschapper C.P. Snow in Cambridge een bekende rede over ‘The Two Cultures’ met een pleidooi om deze twee culturen – de exacte wetenschappen en de Studia Humanitatis – terug met elkaar in contact te brengen. We moeten echter vaststellen dat er in de tweede helft van de 20ste eeuw niet zoveel vooruitgang is geboekt op dit vlak. Maar met het aanbreken van het nieuwe millenium en de opkomst van digitale technologieën beginnen ‘cross-over’ en ‘interdisciplinariteit’

Dada Magazine zie ik uitstekend passen in de context van het samenbrengen van ideeën. Het is een verbindend initiatief dat bruggen wil bouwen tussen verschillende vormen van creativiteit. Ik wens de lezers van Dada Magazine niet alleen veel inspiratie, maar ook openheid om de brug over te steken en durf om ideeën te connecteren. Kruisbestuiving kan vruchtbaar zijn.

Jean Vittorio Manca is professor aan Universiteit Hasselt, hoofd van de onderzoeksgroep X-LAB & Wolf nodigt jullie uit voor zijn verjaardagstaart PHYS-X-LAB en initiatiefnemer van X-FESTIVAL (www.x-festival.be), een cross– disciplinair ideeënfestival op het kruispunt van wetenschap, technologie en kunst. De tweede editie van X-FESTIVAL, zal zich voltrekken op C-mine van donderdag 3 tot en met zaterdag 5 mei 2018.

82

|

83


DAG TERRILCOLLECTIE. 71 UNIEKE EN GENUMMERDE RELATIE­ GESCHENKEN UIT GENK. BESTEL NU* UW EXEMPLAAR VOOR SLECHTS € 17 DADA.

* zolang de voorraad strekt

DADA DESIGN WIL EEN VERZAMELING STEENKOOLKLOMPJES, BIJ ELKAAR GESPROKKELD OP DE TERRIL VAN WINTERSLAG, BESTENDIGEN EN HIERMEE HET VERHAAL VAN DE MIJN VAN WINTERSLAG VOOR HET PUBLIEK ONTSLUITEN. DE STEENKOOLTJES ZIJN VERDEELD IN 71 DELEN, VERPAKT IN EEN PLASTIC ZAKJE DAT GELABELD IS MET EEN LUXUEUZE KAART WAAROP BEKNOPT DE GEOLOGISCHE EN INDUSTRIËLE GESCHIEDENIS VAN WINTERSLAG GEDUID WORDT. HET LABEL BESTAAT UIT ZWART PAPIER, NOTTURNO 380 G. DE TEKST IS MET GOUDFOLIE GEPREEGD EN MET WITTE INKT GEZEEFDRUKT. HET AANTAL DELEN IS BEPAALD DOOR DE GESCHIEDENS: 71 JAAR ACTIEVE MIJNINDUSTRIE IN WINTERSLAG.

WWW.DADADESIGN.BE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.