NIEUW ARCADIË AMSTERDAM OOST
NAAR EEN NIEUW METROPOLITAAN PARKLANDSCHAP David Kloet
NIEUW ARCADIË AMSTERDAM OOST “Large parks are extensive landscapes that are integral to the fabric of cities and metropolitan areas, providing diverse, complex, and delightfully engaging outdoor spaces for a broad range of people an constituencies. At the same time that large parks provide so much delight, space, and function, they also pose ernormous challenges. The trick is to design a large park framework that is sufficiently robust to lend structure and identity while also having sufficient pliancy and ‘give’ to adept to changing demands and ecologies over time” James Corner in Large Parks [Princeton Architectural Press, 2007]
NAAR EEN NIEUW METROPOLITAAN PARKLANDSCHAP David Kloet
4.
OPGAVE
DE TRANSFORMATIE VAN HET METROPOLITANE LANDSCHAP ALS ONTWERPOPGAVE Aanleiding voor het project wordt gevonden in de koerswijziging in het rijksbeleid voor de ruimtelijk ordening. De rijksoverheid besluit om afstand te doen van de Rijksbufferzones, die een belangrijk deel uit maken van afgelopen 50 jaar landschapsbeleid, de EHS, groen om de stad en de nationale landschappen. De belangrijkste verantwoordelijkheden liggen voortaan bij de gemeenten en provincies. De werkelijke waarde en betekenis van het landschap van de ‘metropool’ dreigt daarmee verder uit het oog te raken dan ooit. Dit terwijl het Hollandse cultuurlandschap een unieke variatie van landschappen, dorpen en steden bevat. De Amsterdamse metropool ligt omringd door beleidslandschappen, als de Stelling van Amsterdam, Hollandse waterlinies, Groene Hart, Laag Holland, Natura2000 en Rijksbufferzones. Als je op de kaart kijkt ligt de grachtengordel op kleine afstand van het landschap. Dat is een grote kwaliteit van de lobbenstad Amsterdam, maar de druk op het ommeland neemt toe en de logische verbinding tussen stad en ommeland ontbreekt. Daarnaast moeten verschillende en soms tegenstrijdige waarden moeten binnen één en dezelfde ruimte opgelost worden: vernatting en verzilting, uitdijende steden en dorpen, intensivering van infrastructuur en recreatie, en de aanleg van nieuwe natuurgebieden. In de structuurvisie 2040 Amsterdam en in de Randstadvisie 2040 wordt benadrukt dat we ons moeten gaan richten op ‘echte’ stedelijkheid. In beide studies wordt het metropolitane park geïntroduceerd als contramal van de stedelijkheid, om onze steden van elkaar te scheiden (rijksbufferzones). Daarnaast moeten de metropolitane parken onze groeiende behoefte aan vrijetijdslandschappen vervullen. Het metropolitane park wordt door de Nederlandse overheid in de Randstadvisie gezien als een belangrijke structuurvormer van de metropoolregio, want, zo is haar belangrijkste conclusie; ‘Het metropolitane park levert een bijdrage aan de verbetering van het vestigingsklimaat en de leefbaarheid van de metropool.‘ Het park is echter te beperkend om de gelaagde problematiek in het landschap op te lossen. We zien dat aan de regioparken, zoals het Spaarwoude of Twiske, die in de jaren ’80 rondom Amsterdam zijn ontwikkeld. Deze parken liggen buiten de stad variëren in afmetingen van grofweg 500 tot 900 ha (met als uitzondering het Spaarnwoude dat ongeveer 3000 ha. groot is). De inrichting is monofunctioneel en eenvormig; afgestemd op de recreatieve behoefte van de stedeling. Het ontwerp van het Spaarnwoude kun je zien als een verschaalde plattegrond van het Vondelpark, de ingrediënten zijn nog steeds het zelfde; een samenspel van grasvelden, bosschages en water, waardoorheen paden lopen. De meeste gebruikers die er komen hebben een hond of zijn fervente joggers. Maar op een weekdag zijn de gebruikers die men tegenkomt vaak op 1 hand te tellen. Hoogtepunt in het gebruik zijn met name de festivals gedurende de zomermaanden. De rest van het jaar zit er eigenlijk relatief weinig leven in. Verbindingen met de omgeving zijn vrijwel afwezig; de routes lopen wel door, maar de landschappelijke omgeving is niet voelbaar en door het agrarisch gebruik vaak onzichtbaar. Kortom; omwille van de parktitel lijkt het leven op deze plekken aan de kant geschoven ten behoeve van een monofunctionele inrichting die statisch in het landschap ligt te wachten op gebruik. Daarnaast ligt er een probleem bij de toegankelijkheid van onze (cultuur)landschappen. Stad-land overgangen lijken vooral een lokale betekenis en toegevoegde waarde voor de wijk waaraan ze grenzen hebben, maar geen betekenis op stads- of regionale schaal. Bovendien stoppen ze abrupt bij de gemeente grenzen of snelwegen, zie Diemerscheg. Uit de voorbeelden blijkt dat de groei van de steden de noodzaak van een regionale visie op de stad-land relaties vergroot. Niet één verbinding, maar de samenhang bepaalt immers de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en de identiteit van de regio-stadsparken. Nabijheid en verbondenheid met de open grootschalige landschappen, het zijn allemaal potenties die de stadsregio nog veel sterker kan benutten. In deze opgave wordt daarom over het metropolitane landschap gesproken, het landschap is in deze als een integraal onderdeel van de stedelijkheid ontworpen. De vraag is wat we met de met de metropolitane landschap kunnen en welke verschijningsvorm krijgt het? Hoe moeten het functioneren. Het lijkt of dat niemand hier een eenduidig antwoord op kan geven. Naar mijn idee moeten we naar metropolitane landschap met een parkachtige kwaliteiten streven. Het is een extensief, uitgebreid landschap die integraal onderdeel zijn van de structuur van de steden en grootstedelijk gebied. Ze verstrekken een diverse, complexe, boeiende en heerlijke buitenruimte voor een breed scala van mensen, maar biedt gelijkertijd ruimte om de gestapelde opgaven als voorgesteld mogelijk te maken. Dit ontwerp geeft vorm aan de transitie tussen stad en land vorm in Amsterdam Oost, ook wel de Diemerscheg genoemd. Uitwisselingen tussen stad en land worden op een gelijkwaardige wijze ontworpen. Niet één verbinding maar de samenhang van verbindingen bepaalt de kwaliteit. Deze benadering heeft een grote invloed op de kwaliteit van de leefomgeving en daarmee het vestigingsklimaat. De groene ruimte in en om de stad speelt grote rol in de klimaatbestendigheid en aantrekkelijkheid van de metropoolregio.
5.
6.
ONDERZOEK
DE GROENE METROPOOL: WESTEUROPESE CONCURENTIEKRACHT VESTIGINGSKLIMAAT 50% van de wereldbevolking woont in steden en dat zal de komende jaren, volgens de prognose alleen nog maar meer worden. Ook in Europa groeien stedelijke regio’s door, waardoor er sterke concurrentie ontstaat tussen economische regio’s onderling. Dit onderzoek richt zich op de rol van het landschap in de metropoolvorming van Madrid, Parijs, Londen en het Ruhrgebied. Op basis het groene vestigingsklimaat profileren deze metropoolregio’s zich. Het landschap is immers geen tegenpool van de stad maar een onderdeel van het stedelijke leven. De ambitie is om de leefbaarheid en het (internationale) vestigingsklimaat in de Metropoolregio te vergroten, door de waarde van de groene ruimte te vergroten. Ook voor de metropoolregio Amsterdam is dit het speerpunt, maar ze zal zich moeten uitspreken om onderscheidend en concurrerend te zijn binnen dit veld. Het onderzoek typeert zich het beste als ontwerpend onderzoek. We ontwerpen, onderzoeken, carthograferen en inventariseren tegelijkertijd om tot nieuwe inzichten te komen. Om de potenties voor de Randstadmetropool beter in beeld te krijgen bezochten we een viertal West-Europese metropolen waar het landschap drager is van een ambitieuze planontwikkeling.
Most Livable Cities by Monocle 1.Munich 2.Copenhagen 3.Zurich 4.Tokyo 5.Helsinki 6.Stockholm 7.Paris 8.Vienna 9.Melbourne 10.Berlin 11.Honelulu 12.Madrid 13.Sydney 14.Vancouver 15.Barcelona 16.Fukuoka 17.Oslo 18.Singapore 19.Montreal 20.Auckland 21.Amsterdam 22.Kyoto 23.Hamburg 24.Geneve 25.Lissabon
Quality of Living By Mercer 1.Vienna 2.Zurich 3.Geneva 4.Vancouver 4.Auckland 6.Dusseldorf 7.Frankfurt 7.Munich 9.Bern 10.Sydney 11.Copenhagen 12.Wellington 13.Amsterdam 14.Ottowa 15.Brussels 16.Toronto 17.Berlin 18.Melbourne 19.Luxembourg 20.Stockholm 21.Perth 22.Montreal 23.Hamburg 24.Nurnberg 25.Oslo
Sustainable Cities Europe Happy Cities by Forbes 1.Copenhagen 1.Rio de Janeiro 2.Stockholm 2.Sydney 3.Oslo 3.Barcelona 4.Wenen 4.Amsterdam 5.Amsterdam 5.Melbourne 6.Zurich 6.Madrid 7.Helsinki 7.San Fransisco 8.Berlin 8.Rome 9.Brussels 9.Paris 10. Paris 10.Buenos Aires
City Brand Index Simon Anholt 2009 1.Paris 2.Sydney 3.London 4.Rome 5.New York 6.Barcelona 7.San Fransisco 8.Los Angeles 9.Wenen 10.Madrid 11.Amsterdam
‘Greenest’ cities in Europe by the Independent 1. Copenhagen 2. Stockholm 3. Oslo 4. Vienna 5. Amsterdam 6. Zurich 7. Helsinki 8. Berlin 9. Brussels 10. Paris 10 Green Cities by Grist 1. Reykjavik 2.Portland 3.Curitiba 4.Malmö 5.Vancouver 6.Copenhagen 7.London 8.San Francisco 9. Bahía de Caráquez 10.Sydney
Greenest cities in Europe by Siemens 1.Copenhagen 2.Stockholm 3.Oslo 4.Vienna 5.Amsterdam 6.Zurich 7.Helsinki 8.Berlin 9.Brussels 10.Paris 11.London 12.Madrid 13.Vilnius 14.Rome 15.Riga 16.Warsaw 17.Budapest 18.Lisbon 19.Ljubljana 20.Bratislava 21.Dublin 22.Athens 23.Tallinn 24.Prague 25.Istanbul 26.Zagreb 27.Belgrade 28.Bucharest 29.Sofia 30.Kiew
‘Ranking’ van metropolen Op gebied van leefbaarheid, groen en duurzaamheid is een belangrijke graadmeter voor het vestigingsbeleid van internationale bedrijven. De ‘groene’ leefomgeving speelt een belangrijke rol in de beoordeling daarvan.
DUBLIN
MADRID LISBOA
B
7.
STOCKHOLM
OERESUND MANCHESTER LIVERPOOL
RANDSTAD
GREATER LONDON
VLAAMSE RUIT
METROPOOL REGION HAMBURG BERLINBRANDENBURG
RUHRGEBIET RHEIN-MAIN
GRAND PARIS
FRANKFURT LYON MILANO
BARCELONA ROMA
WIEN
8.
drid
mln.
adrid mln.
Madrid 4.0 mln.
Madrid 4.0 mln.
Madrid 4.0 mln.
Madrid 4.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
MADRID
ILE DE FRANCE/ PARIS
GREATER LONDON
Populatie 5,300,000
Populatie 10,600,000
Populatie 13,945,000
Dichtheid 5,258 Pers/Km2
Dichtheid 3,545 Pers/Km2
Dichtheid 4,172 Pers/Km2
Bebouwd Oppervlak 923 Km2
Bebouwd Oppervlak 2,721 Km2
Bebouwd Oppervlak 2,263 Km2
Schaalvergelijking metropoolregio’s onderzoek
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
9.
Ruhrgebied Ruhrgebied
Randstad Randstad
Ruhrgebied Ruhrgebied
Randstad Randstad
10.0 mln. 10.0 mln.
6.0 mln. 6.0 mln.
10.010.0 mln.mln.
6.0 mln. 6.0 mln.
RUHRGEBIET
RANDSTAD
Populatie 11,100,000
Populatie 6,600,000
Dichtheid 4,171 Pers/Km2
Dichtheid 4,651pers/Km2
Bebouwd Oppervlak 1,823 Km2
Bebouwd Oppervlak 1,419 Km2
10.
REFERENTIE
LEARNING FROM MADRID, PARIS, RUHRGEBIET EN LONDON LEARNING FROM MADRID Madrid heeft een moeizame relatie met de rivier die door de stad loop, de Manzares. Ondanks de historische en geografische ligging in de voorgaande eeuwen, heeft de ontwikkeling van de stadsvorm en het stedelijk leven zich afgewend van de rivier. In de tweede helft 20ste eeuw, die gepaard ging met grote bevolkingsgroei, was het dan ook een ‘logische’ keuze om op de oevers van de rivier aan beide zijden een vierbaanssnelweg te bouwen. Tot 2004 bleef deze breuklijn in de stad zichtbaar, daarna werd gestart met een ambitieus plan dat z’n invloed heeft op de ontwikkeling van de gehele metropool.
LEARNING FROM PARIS Kort na zijn aantreden in 2007 nodigde Sarkozy 10 architectenbureaus uit om een visie te geven op de Parijse Post-Kyoto metropool voor 2030. De bid om de Olympische Spelen, welke Parijs verloor van London in 2005, werd door Parijs als diepe nederlaag gevoeld. Bovendien hadden rellen in de banlieus Parijs internationaal in slecht daglicht geplaatst. Om dit te boven te komen verenigde Parijs haar krachten. Samen met de kersverse president op het Elysee koos de stad voor een strategie die Parijs moest doen groeien volgens een ruimtelijk geconcentreerd model en tergelijkertijd meer samenhang moest geven.
De belangrijke ingreep van het Rio Manzares project was het ondertunnelen van 2 x vierbaanssnelweg langs de rivier ‘Manzanares’, de drukke verkeersader die het hart van de stad doorsnijdt. Er werd 23 km tunnel aangelegd waarin de afslagen en rijbanen voor het 10 km lange gebied langs de rivier de Manzanares verdwenen. Hiermee werd een grote barrière in de stad opgeheven en verbindt het de stad aan de bergen richting het noorden en de bosachtige gebieden richting het zuiden. Nu is de corridor door de stad is vormgegeven als een lange parkachtige promenade en voegt het een lommerrijke, schaduwrijke groenstructuur aan de stad toe. Een welkome verkoeling in het extreme klimaat van de hoofdstad. De promenade doet dienst als een groene flaneerroute door de stad voor de stedeling, en roept veel activiteit op. De enorme drukte van het park bewijst dat de toevoeging aan het leefklimaat van de stad zeer geslaagd is. Bovendien hersteld het ‘Superstadspark’ de relatie tussen stad en landschap. Het ontwerp en sfeer van verwijst naar haar omliggende landschappen, waardoor het gebied als één entiteit wordt gelezen.
Sarkozy wilde laten zien dat hij de situatie in de banlieus aan ging pakken. Werkgelegenheid buiten de ring moest worden verbeterd maar vooral ook ontsloten middels een beter OV-systeem. Het woningtekort moest aangepakt. Daarnaast moest de barriere tussen Parijs en haar buitenwijken, in de vorm van de 35,5 km lange Péripherique, worden geslecht. Ook op het gebied van duurzaamheid en groen werd de lat werd hoog gelegd; Uitgangspunt voor de 10 inzendingen was het Kyoto verdrag; Minder reistijd, meer contact met de natuur en evenwicht tussen natuur en stad.
Het plan komt voort uit ambitie van Ruiz-Gallardon, de burgermeester van Madrid om de snelweg te ondertunnelen. Dit werd binnen zijn eerste ambtstermijn verwezenlijkt. In zijn tweede ambtstermijn werd het ‘Superstadspark’ gerealiseerd. De burgermeester is de grote drijvende kracht achter het plan. Het Nederlandse bureau West 8 maakte het ontwerp voor het ‘Superstadspark’ op de rivieroevers en het nieuwe stedelijke gebied. Voor de inrichting van de verschillende onderdelen werden daarna 6 afzonderlijke deelplannen getekend. Het ‘superstadspark’ is een volledig ontworpen plan en de planning van het project bijzonder topdown. In slechts 6-7 jaar tijd is het plan ontworpen en uitgevoerd. Dat begon in 2004 met de eerste tekeningen van het ondertunnelen van de Snelweg M-30 langs beiden zijden van de rivier tot het de oplevering van de laatste parkonderdelen halverwege 2011. In de tussentijd werden al delen van de boulevard en het park opgeleverd. Elke oplevering van een plandeel of opening van een deelpark wordt aangegrepen om de daadkracht en proporties van het plan te benadrukken. In die uitvoering zijn grote geldbedragen gestoken om het plan in een keer neer te zetten, resultaat daarvan is dat de stad nog vele jaren in de schulden zal zitten. De internationale aandacht voor Madrid is wel in grote mate gestegen door het plan, het is het logo voor de metropool geworden. Economisch en recreatief gaat de stad er de afgelopen jaren op vooruit en er is volop positieve aandacht voor dit plan en de stad in alle media.
De inzendingen voor le Grand Paris hebben ieder afzonderlijk veel aandacht besteed aan het begrip duurzaamheid. De verschillen in de aanbevelingen ten behoeve van het verbeteren van de relatie tussen stad en landschap zijn echter erg groot; De Franse architect Castro richtte zijn blik op de banlieus een park in de wijk Courneuve, een van de slechtste buurten van Paijs, en toverde deze om tot central park omringt door wolkenkrabbers. De Britse Architect Richard Rogers projecteerde een park op de sporen van Gare du Nord en Gard du l’Est dat tot diep in de voorsteden loopt en projecteerde daktuinen op publieke gebouwen. MVRDV wilde van Parijs juist de meest compacte stad ter wereld maken. De ruimte die vrijgemaakt werd door het ondergronds aanleggen van infrastructuur kon volgens Winy Maas worden hergebruikt voor nieuwe groenstructuren. Yves Lion ziet in de stad voldoende ruimte voor velden en bossen zodat iedere inwoner zijn eigen groente kan verbouwen, een ongelukkige gelijkenis met de Russische Sovjetsteden. Men zou kunnen zeggen dat ‘Grand Paris’ is mislukt ; Van alle aangedragen ideeën t.b.v. de verbetering van de relatie tussen stad en ommeland, zullen misschien alleen twee metrolijnen tot uitvoer overgaan en bijdragen tot een betere bereikbaarheid van de landschapsparken in de banlieus en de ‘Grand Forets’. Anderzijds gaat de burgemeester van Parijs Bertrand Delanoë, die zich succesvol inspande voor het gebruik van fietsen, electrische auto’s en de ‘Paris Plages’ in zijn stad, vooral binnen de ring door met het verbeteren van de groenstructuur. De stad heeft in november 2011 een nieuw plan voor behoud van biodiversiteit aangenomen; Naast het uitbreiden van een electronisch tramsysteem en het verbeteren van de ecologische kwaliteit van Bois de Boulogne en Bois de Vincennes, wil Parijs voor 2020, 7,4 ha. aan groene daktuinen realiseren. De plannen zijn niet zo ambiteus als die van Richard Rogers, maar toch. Momenteel beschikt de stad over 3,7 ha aan daktuinen. Als de stad haar belofte houdt zal het aantal ha. met 300% stijgen voor 2020. Een ander voorbeeld waarmee de stad steeds meer laat zien dat ze daadwerkelijk bezig is met groene duurzame ontwikkeling zijn de plannen om delen van de Seineoevers vrij te maken van verkeer. Het verkeer gaat echter niet ondergronds zoals in het compacte stad-model van MVRDV maar wegen wordt versmald, of afgesloten. Ondanks veel kritiek gaan nu, mede dankzij de verkiezingen, de plannen door. De uitvoering begint in september 2012. Ongeveer een kilometer van de autoweg op de rechteroever wordt versmald. Aankomende lente zal 2,5 km van de linkeroever geheel worden afgesloten voor auto’s. De stad wil er een park van maken van zo’n 4,5 ha met drijvende botanische tuinen, sportvelden, restaurants, een bloemenmarkt en misschien een ‘batobar’ een boot voor korte riviertochtjes met drankjes.
11.
Madrid Rio Manzares masterplan Casa del Campo
Paris Le grand Paris
12.
LEARNING FROM RUHRGEBIET Het masterplan voor het Ruhrgebied heeft als doel het omvormen van een ontoegankelijk en verlaten industrielandschap. Dat landschap was volledig ingericht op industriële productie en transport van ruwe grondstoffen. Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, van industrieel en grijs naar cultureel, groen en toegankelijk recreatielandschap. Daarbij wordt het nieuw parklandschap en industrieel verleden ingezet als aanjager en model voor stedelijke ontwikkeling. Het is een transformatieproces van zwaar vervuild gebied geteisterd door krimp, naar een kwalitatief hoogwaardig recreatielandschap. De herontwikkeling van het Ruhrgebied heeft een groen imago, het creëert een samenhangend netwerk van verbindingen en onderhoud van het gebied identiteit. Industriële randen en achterkanten van de steden worden omgevormd tot industrieparken met een een internationale status. Deze parken fungeren als een ‘poort’ naar het landschap en zijn essentieel om het ontoegankelijke industrielandschap, volledig georiënteerd op industriële productie en transport van ruwe grondstoffen, om te vormen tot een toegankelijk recreatief landschap. Toeristen van uit de hele regio en verder parkeren hun auto op een van de industrieparken en stappen vanuit daar op de fiets om het landschap te verkennen. Het Ruhrgebied kan, door toevoeging van een uitgebreid cultureel programma zelfs op internationale aandacht rekenen. Het masterplan voor het Ruhrgebied is een strategisch opgebouwd raamwerk waar Regionalverband Ruhr is verantwoordelijk voor beheer en ontwikkeling van het landschapspark. Het Emscher landschapspark is een cruciaal onderdeel van de regionale ontwikkelingen en fungeert als een “groene connector” tussen de steden van het Ruhrgebied. Het Regionalverband werkt samen met 20 gemeenten, 2 districten, 3 regionale bestuursorganen, Nordrhein Westphalen en watergenootschap Lippeverband/ Emmschergenossenschaft. Het raamwerk is een strategisch kader op hoofdlijnen (top-down) dat veel ruimte voor lokale ontwikkelingen en aanpassingen in de tijd. De transformatie van het landschap wordt gezien als een continu proces, zonder volledig vastgelegde eindbeelden. Er is ruimte in het plan om initiatieven op te nemen en adopteren. Het project heeft bereikt blijvende verbeteringen in de leef-en werkomgeving van de betrokken steden door het verbeteren van de ecologische en esthetische kwaliteit van hun nabijgelegen platteland. Door het herprogrammeren en het behoud van de indrukwekkende overblijfselen van het industriële tijdperk is het Ruhrgebied in staat geweest om zijn unieke identiteit te behouden en heeft gebrandmerkt zich als een oud monument van de industriële samenleving. De realisatie van het plan heeft een lange omlooptijd; Er is in 1999 gestart, maar nog steeds worden delen uitgewerkt en gerealiseerd. In 2010 is het masterplan ge-herijkt.
LEARNING FROM LONDON In 2005 sprak de toenmalige burgermeester van Londen, Ken Livingstone, zijn ambitie uit om zijn stad, de metropool London, klimaatneutraal te maken. Hiervoor is een eigen ontwerpteam, Design for London, in het leven geroepen met architect Richard Rogers aan het hoofd. Design for London ontwikkelt zowel ondersteunend beleid als het ruimtelijk kader en werkt met lokale en strategische partners aan meer dan 100 lokale projecten om te voorzien in een netwerk van open ruimte, natuurlandschappen, riviercorridors en de schakels ertussen. Uitvoering van de strategie geschiedt door publiek-private partijen. De leden van het Design for London-x zitten bij het concretiseren van al deze opgaven, de planvorming en realisatie ervan, aan tafel en hebben een initiërende, ontwerpende, adviserende en toetsende rol. Voor Oost-London heeft Design for London een strategisch masterplan, ‘the Green Grid’, gemaakt. Dit systeem van ecologische verbindingen moet de klimaatverandering en andere ecologische problematieken opvangen en het aanbod van betekenisvolle groene ruimtes in de stad vergroten. Daarnaast dient ze als sterk sociaal impuls voor de arme wijken aan de, voorheen sterk geindustrialiseerde,oostkant van London. Design for London hanteert een hechte planningsrelatie tussen stad en landschap en legt verbanden tussen de stad en een reeks van aangewezen ‘landschapscorridors’. Centrale drager in deze Green Grid is de Thames. De verschillende corridors, voornamelijk gebaseerd op bestaande groene en blauwe structuren, worden direct gekoppeld aan de publieke stedelijke ruimtes van de stad. Aan een van deze landschapscorridors, Lea Valley, is de Olympic Site voor 2012 ontwikkelt. Dit ‘Olympic Legacy Plan’ dient als aanjager en katalysator voor de ontwikkeling van een deel van ‘de Green Grid’. Design for London gebruikt een zakelijke makelaarsachtige strategie om grip te krijgen op alle particuliere en private eigendommen en opdrachtgevers . ‘The Green Grid’ suggereert dat er een masterplanachtige machtstructuur boven de planvorming hangt die niet echt lijkt te passen bij het weefsel van London of de enorme mix van groene ruimtes die Design for London gebruikt om haar ambitie vorm te geven. De Grid wordt meer gebruikt als metafoor voor een internetachtige connectiviteit. De corridors bestaan niet uit continue landschappen maar uit een patchwork van verschillende ruimten. Aan de randen van de stad zou je de grotere ruimten nog moeiteloos onder ‘Green’ kunnen scharen. Hoe dichter het netwerk zich echter ‘invreet’ in het urbane centrum van de stad des te minder groen en meer adhoc de Grid wordt. Aan het einde van de lijn kan men zich zelfs afvragen wat het verband is met de rest van het netwerk. Toch vereisen alle afzonderlijke onderdelen van de Grid een zeer zorgvuldige lezing van de specifieke locatie en van de gemeenschap.The Green Grid is in zijn structuur superflexibel. De invulling en de planning ervan zeer ‘bottom up’ binnen het grotere framework. Dankzij torenhoge ambitie en ‘bottom up’ aanpak worden grootse successen geboekt. De Olympische spelen zijn klaar evenals een reeks aan puzzelstukjes (als ‘Hackney Wick’ en de ‘Dalston Projects’) in Lea Valley. Deze afzonderlijke projecten worden aan elkaar geregen door nieuwe fiets-en wandelroutes (The Green Way, The Fatwalk, The Lea Valley Walk) tussen Thames en Greenbelt en verbonden met de aangrenzende, vaak arme, buurten door middel van nieuwe bruggen en paden. De ruimtes van de Green Grid ontlenen hun kwaliteit niet zozeer aan grote gebaren, landmarks of ontwerp bedoelt om te verleiden. Ze hebben een vorm van integriteit behouden doordat ze zijn ontstaan uit specifieke vormen van gebruik ter plaatse. De toegankelijkheid van lokale voorzieningen is verbeterd. De realisatie van buurtparken, kwalitatieve stadstraten en pleinen die routes vormen naar het landschap worden gebruikt om de Lower Lea Valley en omliggende arme woonwijken te ‘upgraden’. De ‘Green Grid’ heeft grote intenationale aandacht gekregen om zijn nieuwe planningssystematiek en het succesvol verwezenlijken van grote ambities. Momenteel is Design for London bezig met het uibreiden van de Green Grid naar heel London.
13.
Ruhrgebiet IBA Emscher Landschaftspark
London All London Green Grid Olympic Legacy Plan
14.
ONDERZOEK
GROENBLAUWE NETWERKEN VOOR DE RANDSTADMETROPOOL Concurrentiekracht metropolitaan deltalandschap De Randstadmetropool onderscheidt zich als deltalandschap van andere metropolen. Van oudsher vestigde men zich op de hoge delen; op oeverwallen aan rivieren en op oude duinen. Het landschap hiertussen, het laagveenlandschap waar het water van de rivieren stagneerde, is relatief open gebleven. Hieraan ontleent de Randstad zijn unieke structuur; een ring van steden met nog steeds een relatief open midden, het Groene Hart. Vergeleken bij andere metropolen is dit uniek. Omdat het landschap in de Randstad altijd nabij de stad is, heeft Nederland een vestigingsklimaat met concurrentiekracht. Internationaal georiënteerde bedrijven vinden de Randstadmetropool hierom aantrekkelijk. Hun hoogopgeleide werknemers zoeken naast goede stedelijke voorzieningen namelijk ook een goede leefomgeving en groene uitloopgebieden.
Het metropolitane landschap onder druk Het metropolitane landschap van de Randstad vergroot dus internationaal gezien de concurrentiekracht van onze grote steden en dient zo direct ook een economisch belang; namelijk de vestiging van internationale bedrijven. Desalniettemin komt dit metropolitane landschap steeds meer onder druk te staan. In de loop der jaren is de bebouwing sterk toegenomen in de steden maar ook in de gemeenten binnen het Groene Hart en de Rijksbufferzones, waar grote woonkernen zijn ontstaan. De verspreide ligging van steden en kernen leidde tot een dicht net van verbindingen van vaar-, snel-, en spoorwegen binnen de Randstad. Het nadeel hiervan is dat hierdoor de groenblauwe ruimte in toenemende mate versnippert. Die ruimte bestaat uit een verscheidenheid aan landschapstypen met een eigen identiteit. Herkenbaar zijn de grote dragers zoals de duinkust, de rivieren, het veenweidelandschap, de droogmakerijen en de Utrechtse Heuvelrug. Iets minder duidelijk af te bakenen zijn de overgangsgebieden tussen landschappen zoals de binnenduinrand tussen de kustzone en het veenweidegebied. Nabij de steden in de Randstad mengen de landschappen tot hybride plekken (of tussenlandschappen). Dit zijn onder andere de stadsranden, voormalige bufferzones en regionale parken. De Diemerscheg is een goed voorbeeld van zo’n tussenlandschap. Daarnaast voert Nederland een schizofreen beleid ten aanzien van het instandhouden van haar metropolitane landchappen; Enerzijds erkennen we dat we de potentie van het landschap voor de steden kunnen vergroten en proberen we ons vestigingsklimaat te verbeteren. In onze structuurvisie voor 2040 wordt bijvoorbeeld als een van de middelen hiertoe, het invoeren van ‘metropolitane parken’ genoemd; landschapsparken aan de randen van onze grote steden die het vestigingsklimaat nog aantrekkelijker moeten maken. Tegelijkertijd breken we in recordtempo ons systeem van beschermingsregimes op onze landschappen af. In crisistijd is duidelijk geworden dat het beheer en de subsidiering van onze landschappen te duur wordt. Nationale Landschappen worden afgeschaft en de EHS wordt opnieuw bekeken. Alleen afspraken die met de EU gemaakt zijn omtrent bescherming van onze landschappen zullen worden nagekomen. De opgave lijkt dus het stroomlijnen van twee uitersten. Het verbeteren van de relatie tussen stad en land zonder zware Rijkssubsidiering.
15.
Het (inter)nationaal landschapsbeleid voor de Randstadmetropool. Natura2000 IJmeer ‘Het Blauwe Hart’ [EU] Werelderfgoed ‘Stellingen van Amsterdam’ [EU] Werelderfgoed ‘Nieuwe Hollandse waterlinie’ [EU] Nationaal landschap ‘Het Groene Hart’ [NL] Belvedere ‘Oude Hollandse waterlinie’ [NL] Rijksbufferzones [NL]
Verstedelijksgroei Het Groene hart van de Randstadmetropool bedreigd door een grote hoeveelheid urbane wildgroei. De Randstad is de waarde van het landschap langzaam uit het oog verloren.
‘Groenblauwe kus’ Planologisch hoofdkader: Het Groene hart vs. Het Blauwe hart.
Ecologie en landschap Waardevolle ecologische verbinding tussen Oost Atlantische Flyway en De Groene as. Schakering van ecologisch waardevolle landschappen van lager gelegen veenweide gebieden.
16.
ONDERZOEK
BEREIKBAARHEID EN DE VERANDERENDE RECREATIEBEHOEFTE Crisis in het veld Jarenlang hebben we middels rijksbeleid geinvesteerd in velden; losse natuurgebieden en parken die nauwelijks tot geen aantakking hebben op de stad. Als luchtbellen liggen ze in onze metropool met vaak slechte langzame recreatieve verbindingen vanuit de stad ernaartoe. Naast functie als recreatiegebied dienden deze velden vaak ook een ander doel; als buffer tegen stadsontwikkeling, als aankoop voor de realisatie van de EHS ter bescherming van biodiversiteit of een kostbaar plantje of ter ondersteuning van de modernistische planningsgedachte om infra, wonen en werken van elkaar te scheiden. Door de crisis wordt duidelijk dat het beheer van deze velden nauwelijks nog is op te brengen; het kost te veel geld. De verandering van de recreatiebehoefte Daarnaast is er ook een verandering zichtbaar in de recreatieve behoefte van de stedeling: De hoogopgeleide Randstadbewoner heeft geen animo meer om te recreëren in afgesloten parken. We zijn steeds meer gewend om ons door het landschap te bewegen, zelf onze route te vinden ipv te recreëren op aangewezen monofunctionele gestilleerde plekken als bijvoorbeeld Spaarnwoude of Twiske. Een paar momenten per jaar worden deze parken gebruikt als festivalterrein, de enige momenten waarop met recht gesproken kan worden van metropolitaan gebruik. De rest van het jaar liggen de parken er verlaten bij. Het ‘verpretparken’ van deze velden wordt als oplossing aangedragen. Maar in hoeverre kunnen we dan nog spreken van een landschap dat voor iedereen toegankelijk is? Deze velden zullen worden onttrokken aan ons landschap en in ieder geval niet bijdragen aan de landschappelijke setting van onze steden. De groeiende afstand tot onze metropolitane landschappen Tot slot zijn door stadsuitbreiding de afstanden tussen stad en landschap steeds groter geworden. In de tweede helft van de 20ste eeuw is de Randstad in hoog tempo verstedelijkt. Waar steden als Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Almere, Amsterdam en Haarlem eerst nog als aparte kernen in het open landschap lagen, is er nu een uitgestrekt stedelijk veld gevormd. Ook omgekeerd worden vanuit de steden groene ruimten als sportvelden en volkstuinen steeds verder de stad uitgeduwt terwijl deze juist als stapstenen naar het buitengebied gezien kunnen worden.
RECREATIEPARKEN 15 - 20 MIN. 45 - 60 MIN.
STADSPARK 1- 5 MIN. 5-15 MIN. GROOTSE LANDSCHAPPEN 30 - 60 MIN.
BUURTGROEN / PLANTSOEN 1 - 2 MIN.
OMMELAND 5 - 15 MIN. 10 - 30 MIN.
Missende schakel in recreatiebehoefte. Ommeland als verbindende schakel tussen stadsparken en metropolitane landschappen.
17.
Vondelpark
Vondelpark
VONDELPARK Amsterdam, The Netherlands 47 hectare Amsterdam, The Netherlands 47 hectare
es ofComplex America ark
nited Kingdom re
Hide Park Complex
Amsterdam, The NetherlandsLondon, United Kingdom 47 hectare 295 hectare
Emerald Necklace
Chateau Versailles Versailles, France Emerald Necklace
Boston, United States of America Central Park 405 hectare New York, United States of America
EMERALD NECKLACE Central ParkBoston, U.S.A. Emerald Necklace 405 hectare
Boston, United States of America 405 hectare
AMSTERDAMSE BOS Amsterdam, The Netherlands 935 hectare
New York, United States of America 340 hectare
Central Park Hide Park Complex
Emerald Necklace
Fresh Kills Park New York, United States Versailles of America Chateau
CHATEAUX VERSAILLES Versailles, France Chateau Versailles 729 hectare
Madrid, Spain 2833 hectare
Chateau VersaillesEmerald Necklace Chateau Versailles
Boston, United of America NewStates York, United States of America 405 hectare340 hectare
Versailles, France 729 hectare
Amsterdamse Bos
Fresh Kills Park FRESH KILLS PARK New York, U.S.A. 890 hectare hectare New York, United935 States of America 890 hectare
729 hectare
Fresh Kills Park
New York, United States of America 890 hectare
2833 hectare Amsterdam, The Netherlands 935 hectare
Amsterdamse Bos
Amsterdam, The Netherlands 935 hectare
Diermerscheg
Amsterdam, The Netherlands ??? hectare
Casa del Campo
Diermerscheg
Madrid, Spain 2833 hectare
Diermerscheg
Amsterdam, The NetherlandsAmsterdam, The Netherlands ??? hectare ??? hectare
CASA DEL CAMPO Madrid, Spain 2.833 hectare
Boston, United States Versailles, of AmericaFrance 729 hectare 405 hectare
Fre
New 890
Casa del Camp Madrid, Spain Amsterdamse Bos
Amsterdam, The Netherlands
890 hectareVersailles, France
Madrid, Spain 2833 hectare
Casa del Campo
EmeraldCentral Necklace Park
CENTRAL PARK New York, U.S.A. 340 hectare
New York, United States ofBoston, America United States of America London, United Kingdom 340 hectare 405 hectare 295 hectare
Casa del Campo
Amsterdam, The Netherlands 935 hectare Amsterdam, The NetherlandsAmsterdam, The Netherlands 935 hectare 935 hectare
Central Park
Versailles, France 729 hectare
Amsterdamse Bos
Amsterdamse Bos Amsterdamse Bos
London,Amsterdam, United Kingdom The Netherlands 295 hectare 47 hectare
729 hectare Boston, United States of America 405 hectare
340 hectare
New York, United States of America 340 hectare
Hide Vondelpark Park Complex
HIDE PARK COMPLEX London, United Kingdom 295 hectare
DIEMERSCHEG Amsterdam, The Netherlands ca. 3.000 hectare
18.
ONDERZOEK
HET METROPOLITANE NETWERKPARK Hoe zorg je dat de stedeling belang krijgt bij zijn ommeland? Zowel de lokale overheden, het bedrijfsleven als de stadsbewoner moeten belang krijgen bij het in stand houden van hun ommeland. Daartoe dient eerst onze houding ten opzichte van het landschap te veranderen; Niet het landschap als contramal van de sta d. Maar het landschap als drijvende kracht achter de Randstadmetropool. Stad en land moeten gelijkwaardig behandeld worden. In de Structuurvisie Randstad 2040, opgesteld in 2008, heeft het kabinet opnieuw haar ambities geschetst voor de gewenste ontwikkeling van de Randstad. Door nog slechts op beperkte schaal buiten de stad te bouwen, blijven de landschappen van West-Nederland gespaard. Om een goed internationaal vestigingsklimaat te ontwikkelen is er echter meer nodig dan alleen het behouden van de huidige open gebieden. Bij de grote steden moeten gebieden met groenblauwe kwaliteit ontwikkeld worden. Gebieden die goed toegankelijk zijn voor de stedelingen. Momenteel is nabij de grote steden in ruimtelijke zin sprake van een ‘versneden landschap’, omdat snelwegen en spoorlijnen de landschappen deze doorkruisen. Binnen deze ‘ruimte’ moeten verschillende en soms tegenstrijdige waarden opgelost worden: Vernatting en verzilting, uitdijende steden en dorpen, intensivering van infrastructuur en recreatie, en de aanleg van nieuwe natuurgebieden. Met name de ommelanden van de steden kunnen een belangrijke rol spelen in de ontsluiting tussen stad en landschap. De verantwoordelijkheid over de voormalige Rijksbufferzones, ligt voortaan bij de gemeenten en provincies. Daarmee ontstaat de kans om het restrictieve landschapsbeleid van de afgelopen 50 jaar om te vormen naar een integrale aanpak voor een levend landschap. Integraal aan deze opgaven kunnen een eerder genoemde problemen in het landschap opgelost worden en kan er door worden gebouwd aan de een unieke variatie van landschappen, dorpen en steden van de Randstad-metropool. Groenblauwe netwerken Er is behoefte aan het leggen van nieuwe lineaire verbindingen tussen de stad en haar ommelanden. In plaats van de investering in losse velden, als de bufferzones,recreatieparken en losse natuurgebiedjes moet men toe naar investering in de verbindingen ertussen. Dit kan over water (blauw) maar ook middels groene verbindingen. Het grote gorenblauwe raamwerk kan worden opgenomen in provinviaal beleid, de uitvoering kan bottom up worden gerealiseerd. De maat en schaal worden ingegeven door de geomorfologische onderlegger en de karakteristieken van de plek. Het watersysteem van de Randstad was vroeger doorgaander. Met het oog op recreatie zou de aandacht uit moeten gaan naar de continuiteit van het boezemsysteem en de continiuiteit van de dijken. Dat is nu een heel chaotisch netwerk, vaak onderbroken door bedrijventerreinen, snelwegen en sporen. Maar de structuur ligt er; Het is een prachtkans om een doorgaand, recreatief, langzaam netwerk te maken. Het groene netwerk is minder eenduidig dan het watersysteem. Hieronder vallen een mozaiek van (groene) ruimten van wisselende schaal verbonden door fietspaden, dijken en akkers en cultuurhistorische lijnen. Resultaat is het metropolitane Netwerkpark: een sequentie van kleinschalige publieke ruimten, waterlijnen en groene plekken die vanaf de stadscentra naar buiten toe in schaal toenemen tot onze grootschalige metropolitane landschappen. Deze sequentie en de onderlinge verbinding daarvan vormt de kracht van onze metropool. Vanuit je voordeur wandelend, fietsend of met de trein als forens, kun je dagelijks even de horizon zien.
19.
20.
ANALYSE
LANDSCHAPSVORM METROPOOLREGIO AMSTERDAM Het ommeland van Amsterdam wordt gezien als een grote kwaliteit van onze ‘lobbenstad’, maar de druk hierop neemt toe. Tijd om het modernistische denken over de functiescheiding van stad en land achter ons te laten en een voorstel te maken waarin het landschap integraal onderdeel is van de metropool. Waar de rijksoverheid de ruimtelijke ordening van het landschap niet meer als haar taak beschouwt, biedt de kans zich aan om het modernistische denken over functiescheiding achter ons te laten en een voorstel te maken waarin het landschap integraal onderdeel van de metropool wordt gezien. Het landschap is immers geen tegenpool van de stad, zoals dat in het Rijksbufferbeleid werd uitgevoerd, maar een onmisbaar onderdeel van het stedelijke leven. Het landschap is een grote kwaliteit voor de lobbenstad Amsterdam, maar de druk op het ommeland neemt toe. Verschillende en soms tegenstrijdige waarden moeten binnen één en dezelfde ruimte opgelost worden: vernatting en verzilting, uitdijende steden en dorpen, intensivering van infrastructuur en recreatie, en de aanleg van nieuwe natuurgebieden.
1300
1630
1840
1900
2000
2040
Ontwikkelingsgeschiedening metropoolregio
Verstedelijkingsdruk 2040
21.
Groeiende verstedelijkingsdruk tussen de kennisstad Amsterdam en de suburb Almere.
5.000
De investeringen in in de uitbreiding van infrastructuur versplinteren het landschap. ZAANOEVERS
5.000
IJLAND
4.000
IJOEVERS
AMSTERDAM ZEEBURGEREILAND
50.000
HOMERUS
65.000
IJBURG
AMSTEL
5.000
1.000
12.000
KNSF BLOEMENDALER POLDER
6.500
Polders, veenstromen en ijdijken: Landschappelijke vorm van de metropool Stad op de veenplak Amstelland georienteerd op de Zuiderzee. Amsterdam heeft geen rijke parkentraditie, maar wel van oudsher een hechte relatie met het ommeland via groen/blauwe netwerken. Oostrand Amsterdam kleine polders in een kwestsbaar veenlandschap versus de westrand met grootschalige werklandschappen.
WORMER
PURMER
IJPOLDER
WATERGRAAFS MEER
VEENPLAK AMSTELLAND
HAARLEMMERMEERPOLDER
NAARDERMEER
Groenblauwe structuur van de stad en ommeland Oostrand van Amsterdam is het leisure landschap van de stedelijk, een intensieve uitwisseling tussen stad en landschap. Een idylle die beschreven werd in poezie en vastgelegd in schilderijen van Rembrandt, Roelofs en Mondriaan.
ALMERE
LANDGOEDERZONE BINNENDUINRAND BUITENPLAATSEN BEEMSTER
Het landschap was een combinatie van nut en lust (kaart 17e eeuw).
TUINDERIJEN PLANTAGE BUITENPLAATSEN WATERGRAAFSMEER
LANDGOEDEREN VEENSTROMEN
22.
FRAGMENT Molen aan ‘t Gein, Piet Mondriaan (1905)
23.
24.
ANALYSE
LANDSCHAPSVORM METROPOOLREGIO AMSTERDAM
51.
52.
50.
18.
10km. 50min.
49. 31.
43.
42.
29.
16. 21. 24.
45.
3.
28.
46.
5km. 25min.
5.
22.
47.
10. 12.
2. 14. 7. 1.
34. 13.
19.
15. 8.
6.
9.
40.
11.
39.
4.
25.
20. 27.
32.
36.
35.
33.
44. 23.
30.
48. 38.
26.
47. 37.
17. 41.
53.
STADSPARKEN, -PLANTSOENEN EN -TUINEN 1. Artis 2. Bilderdijkpark 3. Erasmuspark 4. Park Frankendaal 5. Frederik Hendrik Plantsoen 6. Frederiksplein 7. Hortus Botanicus 8. Museumplein 9. Oosterpark 10. Park Overhoeks 11. Sarphatipark 12. Tolhuistuin 13. Vondelpark 14. Wertheimpark 15. Weteringscircuit 16. Westerpark
SUBURBANE PARKEN
25km. 1h.55min. 20km. 1h.30min.
15km. 1h.15min.
17. Bijlmerpark 18. Buiksloterbreekpark 19. Piet Wiedijkpark 20. Darwinplantsoen 21. Eendrachtspark 22. Gerbrandypark 23. Gijsbrecht van Aemstelpark 24. Jan de Louterpad 25. Kasterleepark 26. ‘t Kleine Loopveld 27. Oosterbegraafplaats 28. Stadspark Osdorp 29. W.H.Vliegenbos
RINGWEGPARKEN 30. Amstelpark 31. Baanakkerspark 32. Beatrixpark 33. Martin Luther Kingpark 34. Rembrandtpark 35. Stegerpark 36. Schinkeleilanden
STADSRANDPARKEN 37. Amsterdamse Bos Jac. P. Thijsse Park 38. Bijlmerweide 39. Diemerpark 40. Flevopark 41. Gaasperplas 42. Geuzenbos 43. Noorderpark/Florapark 44. Nieuwe Meer-Overlanden 45. Park de Kuil 46. Schellingwouderbreek 47. Sloterpark
REGIOPARKEN EN -BOSSEN 47. Amsterdamse Bos 48. Diemerbos 49. Spaarnwoude - Houtrak 50. Spaarnwoude - Buitenhuizen 51. Spaarnwoude - Oostbroek 52. ‘t Twiske 53. Park21
DIJKEN I. Stellingdijk II. IJdijk
BELEIDSLANDSCHAPPEN A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. K.
Nationaal landschap Groene Hart Nationaal landschap Laag Holland Oude Hollandse Waterlinie Wereld erfgoed Nieuwe Hollandse Waterlinie Wereld erfgoed Stellingen van Amsterdam Rijksbufferzone Amsterdam - Haarlem Rijksbufferzone Amsterdam - Purmerend Rijksbufferzone Amstelland - Vechtstreek Natura2000 - IJmeer Natura2000 - Waterland Natura2000 - Duinen
25.
26.
INVENTARISATIE
FOTO ESSAY DIEMERSCHEG
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
ONTWERP
NIEUW ARCADIE AMSTERDAM OOST NAAR EEN NIEUW METROPOLITAAN PARKLANDSCHAP Deze gestapelde opgaven zijn samen met een hoge dynamiek kenmerkend voor het landschap ten oosten van Amsterdam, ook wel de Diemerscheg genoemd. Het landschap van de Diemerscheg wordt gekarakteriseerd door veenstromen en veenweide, maar is ook versnipperd door zware infrastructuur. Ingeklemd tussen de kennisstad Amsterdam en de suburb Almere manoeuvreert een groeiende hoeveelheid verkeer dagelijks zich door het gebied., de stedeling zoekt naar recreatie mogelijkheden en een waardevolle variatie aan plant- en diersoorten zoekt hier naar een habitat. De resultante is een versplintering van het landschap tot restruimten. Deze restruimten zijn echter niet waardeloos. Wel moet er op zoek gegaan worden naar nieuwe mogelijkheden om de landschapskamers te verbinden en ontsluiten. Ook de nabijheid en verbondenheid van het centrum met de open veenweidelandschappen; Het zijn potenties die de metropoolregio nog veel sterker kan benutten. In het ontwerp verbinden ‘loops’ Amsterdam met het IJmeer, en het Groene Hart met het Blauwe Hart. Dit ontwerp voor een nieuw metropolitaan parklandschap in Amsterdam Oost geeft de transitie tussen stad en ommeland vorm. Niet één verbinding, maar de samenhang bepaalt de kwaliteit van dit ontwerp waarin verschillende opgaven en tegenstrijdige belangen binnen één en dezelfde ruimte zijn opgelost. Spectaculaire bruggen (Parkconnectors) slechten de barrières van infrastructuurlijnen, gemalen worden omgevormd tot parkpaviljoens en nieuwe parkentrees verwelkomen de stadsbewoner in het landschap. De restruimten worden als landschapskamers opnieuw ingericht en verbonden in het stedelijk weefsel tot een levendig metropolitaan parklandschap.
IJdijk: Ecologisch, recreatief dijkprofiel op scheidinglijn van het Groene en blauwe Hart
39.
Analyse Diemerscheg Stedelijke structuur van losse buurten en wijken
Grote barrière Amsterdam Rijnkanaal snijdt het gebied in twee delen
Versnijding van stad en landschap door infrastructuur
1 3.100 hectare
2
Resultante is het een landschap van onsamenhangende landschapskamers
3
Conceptdiagram 1. Totale oppervlakte 3.100 hectare 2. Driedeling kop - romp - hals 3. verbindend netwerk d.m.v. ‘loops’
2. DIEMER PARK CIRCUIT
1. PARK NIEUW DIEP
ZEEBURGERPAD
RT VAA
RING
3. POLDERRING
WEESP
IJDIJKEN
ERTREK
VAART NAA
RDE
GA
LAS
ERP
P AS
VE
GEIN
CH
Conceptontwerp Verbinden van splinterlandschap tot samenhangend geheel
T
RTE K
VAA RT
40.
CONCEPT
Schets masterplan In het ontwerp verbinden ‘loops’ Amsterdam met het IJmeer, en het Groene Hart met het Blauwe Hart.
41.
1. Het landschap in de West Europese metropool geen tegenpool van de het landschap, maar een onmisbaar onderdeel. Het verbindt wijken, buurten, stadsdelen in het weefsel van de stad. Het landschap in staat de setting van de stad te veranderen, en de identiteit van de metropool mede te bepalen.
2. Het metropolitane landschap verbindt de stad met grote landschappen. Niet ĂŠĂŠn verbinding maar de samenhang bepaalt de kwaliteit van de leef- en woonomgeving.
3. Het metropolitane landschap is een belangrijk onderdeel van een ecologisch en cultuurlijk systeem om de stad. Ongeveer zestig procent van de Nederlandse planten en dieren komt voor in de stad of stadsrand.
4. De transformatie van het metropolitane landschap is een continu proces, zonder volledig vastgelegde eindbeelden. Er is ruimte in het plan om initiatieven op te nemen en adopteren.
42.
PARK NIEUWE DIEP
DIEMER PARK CIRCUIT
POLDERRING
0
0.1
0.5
Strategisch ontwerp Diemerscheg
1
kilometer
43.
44.
Veenstromen, trekvaarten en dijken Het bestaande landschap van landschappelijke elementen als dijken, veenstromen en trekvaarten biedt veel mogelijkheden voor ontsluiting en verbinding met de stad. De IJdijken en het ‘buitendijkse’ vormt daar een bijzonder onderdeel van. De groenblauwe onderligger is het uitgangspunt van het ontwerp.
Bevaarbaarheid Door ingrepen in de infrastructuur worden de bevaarbaarheid van het gebied vergroot, waardoor het goed aansluit op het waternetwerk Nederland. Toevoeging nieuwe havens en uitbreiding netwerk door o.a. heropenen trekvaartstelsel
Enscenering van snelweglandschap Door het specifiek ontwerpen van de knooppunten tussen snelweg, spoor en het langzaamverkeernetwerk ontstaat een interessante route naar de stad.
45.
Ecologie en klimaat rondom de stad De ecologische structuur rondom de stad wordt samengevat in twee richtingen die exemplarisch zijn voor de wens op nationale schaal om het groene en blauwe hart met elkaar te verbinden: Stadsrandzones voor mens en dier
Langzame landschapnetwerk Netwerk met nieuwe paden gekoppeld aan plekken en programma
Objecten Rood - Parkconnectors Oranje - Historische objecten (forten) Blauw - Gemalen
46.
UITWERKING
PARK NIEUWE DIEP
Het Nieuwe Diep, de kop van de scheg, wordt kenmerkt door een opeenstapeling van achterkanten, doodlopende straten en buurten die onderling weinig met elkaar te maken hebben. Door de komst van nieuwe buurten zoals het Steigereiland, IJburg 1e fase en in de toekomst Zeeburgereiland en IJburg 2e fase krijgt het Nieuwe Diep een centrale ligging in het stadsontwikkeling. Het Nieuwe Diep krijgt in het ontwerp een centrale rol ten midden van deze stedenbouwkundige ontwikkelingen, door alle buurten met elkaar te verbinden en het ontwerpen van een route met publieke ruimtes aan het stedelijk weefsel. Hierdoor wordt het het nieuwe Diep getransformeerd tot het centrale park van Oost en vormt het een belangrijke stadspoort naar het ommeland en grootschalige landschappen In het centrale deel van het park ligt het Circuit, een ruime circulaire route voor divers gebruik. Dit Circuit zal barrières tussen de stadswijken afbreken, staat garant voor het publieke domein en ontsluit de huidige en toekomstige attracties. Het Circuit wordt omlijst door lommerrijk bomenlint en parkachtige onderbeplantingen. Het park vormt een bijzonder kansrijke plek als de ‘entree’ voor het parklandschap.
Zicht open speelveld van Park Nieuwe Diep
47.
Ontwerp Parkentree Flevopark - Park Nieuwe Diep
+13,25
+0.63
Indische buurt
+1.64
+0.63
PARK CITROテ起
-1,93
Javaplein
Flevoweg
-2,00
Joodse begraafplaats
Profiel Park Nieuwe Diep
+0,4
+0,04
+0,03
C2
-1,24
Flevopark met oud gemaal
t gemaal
-1,00
NIEUWE DIEP
0.0-N.A.P.-LIJN
-0,4
-0,4
Bovendiep
+1,13
-0,4
Amsterdam Rijnkanaal
+1,13
-0,4
Nieuwe Diep
Ringweg oost A10
48.
CRUQUIUS SLUISCOMPLEX GEMAAL PAVILJOEN
GEMAAL PAVILJOEN
PARKCONNECTOR
PARKC JOODSE BEGRAAFPLAATS
FLEVOBAD
JAVAPLANTSOEN
DRIJVENDE ZWEMBADEN GEMAAL HORECA JOODSE BEGRAAFPLAATS
BOMENLINT JOGGINGTRACK
OPENBARE OEVERS
ZEILSCHOOL SCOUTING
UITKIJKTOREN
RINGVAART WATERGRAAFSMEER
STATION SCIENCE PARK
0
100
250 meter
UNIVERSITEITSPLEIN
49.
ZEEBURGERBOULEVARD
JACHTHAVEN IJMEER
CONNECTOR
BOMENLINT JOGGINGTRACK
JACHTHAVEN NIEUWE DIEP
STEIGEREILAND GEMAAL PAVILJOEN GEMEENSCHAPSHUIS
WATERPLEIN
OPENBARE OEVERS
JACHTHAVEN IJBURG LAGUNE
JACHTHAVEN NIEUWE DIEP HORECA
PARKCONNECTOR NESCIOBRUG
DIEMEN WIJKPLEIN
50.
Zicht over het Amsterdam Rijnkanaal en het Nieuwe Diep Een bomenlint met parkprogramma’s omsluit de centrale waterruimte en ontsluit de omliggende wijken Zeeburgereiland, Cruquis, Steigereiland, IJburg, Diemen en Indische buurt
51.
52.
UITWERKING
DIEMER PARK CIRCUIT
Het Diemerparkcircuit is de verbindende schakel tussen twee parkringen: De stadsparkring en de polderring. Van een echte ring is geen sprake, maar het is van essentieel belang voor de ontwikkeling van IJburg om zich te kunnen positioneren in het weefsel van de stad. Daarnaast is het een essentiële schakel in de transitie van grachtengordel naar stellingen. Om ecologische doelstellingen te behalen in sterk verstedelijkte deel, worden. de flanken vernat, zodat het geheel in natte lagune wordt gevat. Als ontsluiting tussen de buurten die nu als ‘eilanden’ in een waterrijk milieu liggen, worden parkachtige burggen aangebracht. Hiermee wordt nieuw stedelijk weefsel ontwikkeld voor een deel van de stad met nieuwe woongebieden, die in de stadsplanning van de 20ste eeuw sterk achter is gebleven. De stad, de openbare ruimte en het landschap wordt als eenheid in het ontwerp benaderd. De vrijgekomen grond uit de nieuwe lagune, wordt gebruikt om een leef- en plantlaag om de zwaar vervuilde grond van het Diemerpark te leggen. Hiermee wordt het een gebruikslandschap voor de stedeling, waar alternatieve programma’s als festivals en sportevenementen er plaats kunnen vinden.
53.
Zicht over de uitgegraven IJburglagune
+ 0,9 +0,90
+ 0,9
+0,62
+5,8 -0,23 -1,68
-1,72 -0,4
+0,4
-1,73
-0,8
-1,83
+0,64
-1,5
-0,7
-1,85
W.P. -0,4
Polder Diemen
Tramspoor
+5,20
w.p.-0,2
W.P. + 0,2 W.P. + 0,2
+0,9 CITROÀN
C2 CITROÀN
C2
Nederlands Israelische begraafplaats
Profiel Diermerpark
C2
CITROÀN
C2
CITROÀN
Treinspoor
+3,43
+0,62
Snelweg A1
Diemer polderweg
C2
Diemen De Agaatvlinder
Amsterdam Rijn kanaal
Waterlabyrint
Diemerzeedijk
Diemerpark
Lagune
IJburg Lisdoddelaan
Gracht
IJburg; Haveneiland
Gracht
Trambaan
Woonstraatje
C2
54.
BOMENLINT LAGUNE
BOMENLINT
PARKCONNECTOR FESTIVAL HEUVELS
VERNATTE ZONE
PARKCONNECTOR
LAGUNE
LAGUNE
STATION DIEMEN
VERNATTE ZONE
VIADUCT
0
100
250 meter
55.
UITKIJKPUNT
LAGUNE
RELIEF
R
LAGUNE
WATERDOOLHOF ECOLOGISCHE ZONE
VERNATTE ZONE
VERNATTE ZONE
56.
Zicht over het DiemerPark richting IJburg Een nieuw ontworpen topografie, geprogrameert met stedelijke programma’s zoals festivals en evenementen
57.
UITWERKING
POLDER RING IJD
IJK
WEES
PERTR
IJDIJK
EKVAA
RT
STAD
NA
ARD
OPEN
ERT
EKV AAR T
LANDSCHAP AS
RPL
SPE
GAA
VE
CH
T
GEIN
58.
Landschappelijk wordt het open veenweidelandschap van de Diemerscheg gewaardeerd en volbouwen is zeker geen optie. In deze opgave is ontworpen aan een nieuwe identiteit voor de Diemerscheg. Het ontwerp grijpt de waterproblematiek en het het probleem van de bodemdaling aan om een hoogwaardig parklandschap met grote ecologische en cultuurhistorische waarden te maken. De Diemerscheg wordt daarmee een stuk gecultiveerd landschap die de stad en het ‘echte’ landschap met elkaar verbindt. Het krijgt de rol van een een scharnier tussen stad en landschap/natuur en het open landschap van het IJmeer. Door het plaatsen van een ring met zone langs de binnenkant van de dijken langs de veenstromen rondom de oude veenpolders zijn bedruk ik de bestaande kwaliteiten en wil van de toegang tot het landschap. De polderring wordt gedefinieerd door een fiets-en voetpad op de dijk. Het centrale deel van de polder blijft de landbouw, met bijgebruik van waterbuffering en natuur, tegengaan van verzilting en stimuleren van filterering. Het nieuwe parklandschap gevormd door allerlei vormen van water. Waarin uitgewiste structuren weer buikbaar gemaakt worden, nieuwe functies krijgen en geschikt gemaakt worden ivoor een steeds compactere, maar ook groeiende metroolregio.
59.
Open IJmeer Luwtedam met struweel
IJdijk
Natte teen
Rietlandzone Ondiep water 0.2-0.4 m.
Zone waterplanten 0.4 - 0.8 m.
Ondiep luw water 0.8 - 1.5 m.
Principeprofiel IJdijken en luwtezone IJmeer
Kanoroute
Veenweide Open landschap
Nat grasland Rietlandzone Gemeenschapsmolen Gaasp Bijlmermeerpolder
Principeprofiel Lange Stammerdijk - Gemeenschapspolder
Transformatie stakenbos Rietland met struweel Kanoroute
Rietland met huiskavels Gaasp Bijlmermeerpolder
Principeprofiel Stammerdijk - Diemerbos / Telegraafbos
< Openbare route >
< Openbare route >
Einde oeverwal
Korte Muiderweg
Vechtlandgoed Voetpad Vechtdijk Vecht
Principeprofiel oeverwal Vecht
60.
FORT HAVEN
PARKCONNECTOR VIADUCT SNELWEG NATTE ZONE
VIADUCT SPOOR STADSENCLAVE BEDRIJVIGHEID
RUIME ONDERDOORGANG
WATERTUIN ENERGIECETRALE KANOROUTE
HAVEN
STADSENCLAVE BEDRIJVIGHEID
NATTE ZONE
BRUG
STADSENCLAVE ZORG
STADSENCLAVE WELLNESS
BRUG
NATTE ZONE STADSENCLAVE TUINDERIJEN
HOOILANDJES
GEMEENSCHAPSMOLEN
PARKCONNECTOR
GAASPERPARK
HAVEN NATTE ZONE BRUG
GAASPERPLAS
STADSENCLAVE WATERZUIVERING PARKCONNECTOR
0
250
500 meter
61.
UITKIJKPUNT
HAVEN SLUIS
LAGUNE
FORT HAVEN KNSF TERREIN WONINGBOUW
MUIDERSLOT
BEZOEKERSCENTRUM
VESTING MUIDEN
VECHTLANDGOEDEREN
VECHTTUNNEL A1
VECHTLANDGOEDEREN
VOETPAD OVER DE DIJK
BEGRAAFPLAATSPARK BEGRAAFPLAATSPARK
HAVEN
SPOORTUNNEL VECHT
VESTING WEESP
62.
Zicht over de natuurzone IJdijk (voormalige Zeedijk) Een nieuwe route over IJdijken en ontwikkeling ecologisch gradient tussen groene en blauwe hart
63.
64.
UITWERKING
STADSENCLAVES AAN DE POLDERRING De stadsrand van Amsterdam en Diemen aan de polderring is een typische perifere stadsrand die in de loop van tijd is verrommeld door een ongecontroleerde en onsamenhangende groei van compensatiebosjes, bedrijvenloodsen, paardenweides en woningbouw. Voor de stadsrandontwikkeling wordt ingezet op het in de jaren ‘80 aangeplante bos (waaronder het Telegraaf bos) met eenzijdige aanplant te vernatten. Het waterpeil wordt verhoogd naar historisch peil, waardoor de ‘vervening’ weer op gang gebracht wordt. Door het opzetten van het waterpeil en het uitgraven van het slotenpatroon worden de recreatieve mogelijkheden van het gebied vergroot. Daarnaast wordt door de vernatting de bodem het bos in de loop van de tijd op natuurlijke wijze gedund en zullen soorten als zwarte els, berk en wilg opkomen en het beeld van het bos verrijken. De belevingswaarde en ecologische waarde van het gebied worden hierdoor vergroot. Daarnaast worden de geclusterde functies als bedrijventerreinen, volkstuinen en de waterzuivering ingepakt in een stevig carré van bomen tot stadsenclaves. De randen van de enclaves worden uitgegraven, waarmee een opgehoogde rand met pad gemaakt kan worden. Om een gevarieerde, aantrekkelijke stadsrand compleet te maken worden twee nieuwe stadsencalves toegevoegd. Hierdoor kan er op een aantrekkelijke manier verdicht worden met perifere functies binnen een landschappelijk kader. De nieuwe stadsenclaves kunnen worden gebruikt om het leisure, zorg en wellness programma van de regio te vergroten.
1.
2.
RECRE ATIEVE
RANDE
AN RL DE
N
D OE DG
L PO
3.
1,60 m
2,00m
4,5m
3,5m
9,5m
4. Principe profiel recreatieve rand
1. Omsloten karakter d.m.v. carré van bomen 2. Ontwikkelen recreatieve randen 3.Uitgraven en verbreden sloten en ophogen randen 4. Kavel
Ulmus laevis
Opbouw stadslandgoed
Boomkeuze
17,50 m
Ulmus glabra ‘Exoniensis’ Ulmus minor
Populus canescens ‘De Moffart’
Populus trichocarpa
Populus nigra ‘Italica’
65.
Vernatting ecologische zone stadsrand met stadsenclaven met grootstedelijke programmaâ&#x20AC;&#x2122;s
66.
Zicht over de Lange Stammerdijk en Gemeenschapspolder Vernatting ecologische zone langs de Gaasp met stadsenclaven met grootstedelijke programmaâ&#x20AC;&#x2122;s
67.
68.
UITWERKING
PARKCONNECTORS EN PAVILJOENS Het nieuwe parklandschap gevormd door allerlei vormen van water. Waarin uitgewiste structuren weer bruikbaar gemaakt worden, nieuwe functies krijgen en geschikt gemaakt worden voor een steeds compactere, maar ook groeiende metroolregio. Om het landschap te ontsluiten en te programmeren met stedelijke attracties zijn een een aantal ingrepen essentieel in het ontwerp. Ten behoeven van de ontsluiting per fiets en voet worden Parkconnectors ge誰ntroduceerd. Deze spectaculaire bruggen overbruggen de grootste kloof in het gebied, het Amsterdam Rijnkanaal. Door de grote hoogte die de bruggen moeten bereiken i.v.m. de scheepvaart worden bieden de bruggen een vergezicht overhaar omgeving en wordt het onderdeel van het publieke domein van het landschap. Inspiratie voor deze ingreep wordt gevonden in het Ruhrgebied. Op de laagste delen van het Emscherdal zijn speciaal ontworpen bruggen de verbinding tussen de landschapscorridors, terwijl op de hoogste delen grote uitkijkpunten worden ge-accentueert. De Parkconnectors zijn een vertaling van deze twee ingrepen. Naast de parkconnectors worden bestaande gemaalhuisjes ingezet om het complexe verhaal van alle waterniveaus te gaan vertellen. Hiermee biedt het niet alleen een educatieve functie, maar biedt het ook de kans om kleinschalige recreatieve- of wellnessfuncties in het gebied te ontwikkelen.
Nieuw parkpaviljoen in Gemaalhuis Overdiemseweg vergoot de beleving van het water
69.
Vestingen, forten en historische objecten Park paviljoens in gemalen Parkconnectors
Parkconnectors, Paviljoens, historische forten en vesting
70.
Zicht nieuwe parkconnector Overdiemen Verbindingen middels spectaculaire bruggen voor fietsers en wandelaars met overzicht over het hele gebied vanaf het hoogste punt
71.
72.
David Kloet Landschapsarchitect Orteliusstraat 206-3 1056 PE Amsterdam - NL david@immergrun.nl www.immergrun.nl
Academie van Bouwkunst, Amsterdam Februari, 2012 Met dank aan: Berdie Olthof (mentor) - FeddesOlthof landschapsarchitecten Esther Reith - Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam Peter Veenstra - Lola landschapsarchitecten
Onderzoek mede mogelijk gemaakt door: