De Ingenieur februari 2025

Page 1

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR NR. 2 JAARGANG 137 FEBRUARI 2025

2050 Zo maken we de wereld beter

JAARCONGRES KIVI:

Prins Frisoprijs Wie wordt de nieuwe Ingenieur van het Jaar?

MOBILITEIT

|

CIRCULARITEIT

|

LEEFOMGEVING

Giulia Russo: Geloof in verandering

|

VOEDING

|

ZORG

Extended Reality De groeikansen van een sleuteltechnologie



Vooraf

Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.

Teslaschaamte

Techniek kan de wereld beter maken

Bijna vier jaar geleden stond Elon Musk groot op de cover van dit blad. Met wat hij ook onderneemt roept de tech-ondernemer ‘evenveel ontzag als irritatie’ op, stelde ik nog enigszins zuinigjes in het Vooraf, maar als fenomeen achtten we hem een nadere kennismaking in de vorm van een volledig aan Musk gewijd themanummer zeker waard. Zijn vijftigste verjaardag vormde bovendien een mooie aanleiding. We schreven over de bedrijven die hij opzette of succesvol maakte, zoals Tesla, SpaceX en Neuralink, probeerden het geheim van zijn succes te ontrafelen, interviewden zijn biograaf en gingen op zoek naar de Nederlandse Elon Musk – namen als Gerard Philips en Lex Hoefsloot (Lightyear) passeerden in dat verband de revue. Een vaste vraag in de rubriek Vragenvuur luidde indertijd ‘Wie is uw techniekheld?’ Omdat vrijwel iedereen hetzelfde antwoord gaf (u raadt het al, Elon Musk), besloten we die na een tijdje maar te schrappen. Hoe anders staat het er nu voor. Ik las vanochtend over de schaamte die Teslarijders tegenwoordig voelen, uit ongemak omdat ze in een auto rijden van een man die niet alleen steeds bizarder gedrag vertoont, maar daarnaast politiek onverholen kleur heeft bekend en als veredeld oligarch niet schroomt zijn kapitaal in te zetten voor dubieuze doelen. Net als talloze andere media, instellingen en individuen heeft inmiddels ook De Ingenieur X (door Musk gekocht toen het nog Twitter heette) verlaten. Wij staan voor een betere, rechtvaardige, duurzame en inclusieve wereld en geloven dat goede techniek ten dienste staat van dat doel. Creating a healthy world together: niet toevallig is dat het motto van het KIVI-jaarcongres op 12 maart in Den Haag. In het omslagverhaal van deze maand leest u vast hoe we met elkaar en met behulp van engineering zo’n betere wereld kunnen vormgeven. Laten we dat gesprek op het jaarcongres voortzetten.

Op de cover

Apeldoorn kent sinds vorig jaar een uniek fietspad, vol hobbels en golven. De Pump|Coaster van The Pump Factory moet kinderen weer plezier geven in het fietsen. FOTO : THE PUMP FACTORY

PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

1


Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 3919 885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl

Vormgeving Eva Ooms Sales Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Wilco, Amersfoort

De Ingenieur verschijnt in 2025 elf maal. © Copyright 2025 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daaraan alsnog te voldoen.

RUBRIEKEN 39 | Inbox Reacties van lezers 40 | Eureka Robothond en andere productontwerpen van morgen 4 | NIEUWS

ISSN 0020-1146

Parametrisch funderen

Abonnementen 2025 Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): printmagazine: € 165,75 per jaar digitaal: € 106,60 per jaar losse nummers: € 17,50 (inclusief verzending) Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag van 9 tot 15.30 uur)

De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/abonnement-en-service Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl. Contributie 2025 Regulier lidmaatschap: € 176,50 30 jaar of jonger: € 48,50,-* Studentlidmaatschap: € 24,-* De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal

Verzilting Innovatief zonnescherm Energiearmoede 56 | M E D I A 55 | Zien & Doen E-waste-kunstenaar 60 | KIVI-nieuws Waterstof uit de woestijn

Volg ons ook op

Weer en wind The Global Turn Error 404

62 | Startup MEMSYS maakt batterijtjes overbodig

PERSOONLIJK 46 | DRIVE Nucleair ingenieur Giulia Russo COLUMNS 59 | Q&A Ontdekkingsreiziger Arita Baaijens

11 | Punt Maak ruimte voor verduurzaming 25 | Möring Na mij de zondvloed 36 | Enith Slaapmeubel

Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl

De vloek van Big Tech

37 | Podium Thijs ten Brinck 39 | Jims verwondering Fabels 64 | Vragenvuur Schrijver Hanna Bervoets

45 | Rolf zag een ding Fietsmaat 60 | Jacolien Eijer Som én delen


NR. 2 JAARGANG 137

FEBRUARI 2025

FOTO : KIPSTER

12

Technologie voor een vitalere wereld Hoe zit onze leefomgeving er over 25 jaar uit? Dat bepalen de ingenieurs van nu. In de aanloop naar het KIVI-jaarcongres zoomen we in op de belangrijke deelthema’s mobiliteit, leefomgeving, zorg, voeding en circulariteit.

29 | Wie van de drie? De finalisten in de strijd om de Prins Friso Ingenieursprijs verschillen zo van elkaar, dat ze gedrieën een mooie afspiegeling van het ingenieursveld vormen. Maar wie moet er winnen?

34 | Netcongestie: hoe houden

52 | ‘Stem van engineers

Voor het toekomstige energiesysteem is flexibel thuisgebruik cruciaal. ‘De vraag is niet of we flexibiliteit nodig hebben, maar hoe effectief we die kunnen inzetten,’ zegt Jeroen Markus.

Sinds twee jaar kent ook ons land een Academy of Engineering. ‘We zijn maar een kleine club, maar kunnen een katalysator zijn voor verandering, zegt scheidend voorzitter Henk van Houten.

we het licht aan?

te weinig gehoord’

48 | XR uit de polder Extended reality kan de interactie tussen mens en computer compleet op z’n kop zetten. Hoewel de ontwikkelingen traag gaan, zijn de verwachtingen nog altijd hooggespannen. FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

3


xxxx p.22

xxxx p.23

xxxx p. 26

ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT

xxxxx p.18

REDACTIE@INGENIEUR.NL

Minder beton nodig met parametrisch funderen Betonnen funderingen worden vaak te zwaar uitgevoerd. Onderzoekers van Saxion vonden een oplossing. Tekst: Pancras Dijk

Beton blijft een populair funderings­ materiaal: giet het in de bekisting en klaar. Nadeel is dat complexe vormen nauwelijks mogelijk zijn. Als we de huidige kennis van parametrisch ontwerpen combineren met 3D­betonprinttechnieken, dan moet hier winst te behalen zijn, dachten de initiatief­ nemers van het NWO­project Parametri­ sche Fundering, dat onlangs is afgerond. Het project stond onder leiding van Ivo ten Brinck. Als projectleider bij het lecto­ raat industrieel ontwerp van hogeschool Saxion in Enschede deed hij eerder onder­ zoek deed naar 3D­betonprinten. ‘Vanuit het bedrijfsleven kwam de vraag om daarop voort te borduren, specifiek voor funderingen.’ Beton is namelijk bepaald geen milieuvriendelijk materiaal. ‘De CO2­impact is hoog’, zegt Ten Brinck. ‘Bedrijven willen beton efficiënt toepassen, zodat ze er zo min mogelijk van hoeven te gebruiken.’

Beloningsonderzoek

Parametrisch ontwerpen bleek hier de sleutel. Saxion­onderzoeker Anne Pasman schreef software die op basis van een reeks ingevoerde parameters exact de ideale be­ tonnen funderingsvorm van een object ge­ nereert. Juist de combinatie met 3D­beton­ printen biedt winst, want een parametrisch ontwerp, vaak een organische vorm, is in de regel niet zomaar te gieten. Met bouwbedrijf AIP Partners ontwik­ kelden de onderzoekers een fundering voor sculpturen die informatie verschaffen over de Tweede Wereldoorlog. Die objecten werden voorheen geplaatst op een beton­ plaat van 650 kilogram. De parametrisch ontworpen fundering biedt evenveel stevig­ heid, maar weegt slechts 105 kilogram. De bespaarde CO2­uitstoot is navenant. Een tweede onderzochte casus, voor fa­ brikant Falco, draaide om fietsenstallingen. ‘Om standaardisatie mogelijk te maken hebben we daar wel naar een gietfundering toegewerkt’, zegt Ten Brinck. ‘Maar met de nieuwe software konden we precies berekenen waar die lichter kan, wat leidde tot beter te tillen funderingselementen en bovendien een besparing van honderden kilo’s beton.

Deze parametrisch gegenereerde, 3D­ geprinte fundering is zes keer zo licht als voorheen gebruikte betonblokken. foto : saxion 4

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Wie is er niet benieuwd naar: hoe verhouden mijn arbeids­ voorwaarden zich tot die van mijn vakgenoten bij andere werkgevers? Is mijn salaris marktconform? Op welke se­ cundaire arbeidsvoorwaarden mag ik rekenen? Samen met onder meer ingenieursvereni­ ging KIVI en de vereniging van chemici KNCV doet advies­ bureau Berenschot onderzoek onder professionals in de techniek, chemie, voeding en aanverwante branches. Het gaat daarbij niet alleen om mensen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven, maar ook bij onderwijs en onder­ zoeksinstellingen, ngo’s en de overheid. Meedoen? Kijk op deingenieur.nl/betabelo­ ningsonderzoek. (PD)

CO2 vastleggen in bouwmaterialen Beton, hout en plastic hebben de potentie jaarlijks miljarden tonnen koolstofdioxide vast te leggen en zo bij te dragen aan het afremmen van klimaat­ verandering, blijkt uit Ameri­ kaans onderzoek. Afgevangen CO2 wordt al hier en daar ondergronds opgeslagen, maar het zou laagdrempeliger zijn om dat in bouwmaterialen te doen. De verschillende materialen bij elkaar kunnen jaarlijks 16,6 miljard ton CO2 vasthouden, berekenden de onderzoekers. Dat is de helft van alle door mensen veroorzaakte CO2­ uitstoot in het jaar 2021. (JH)

Lees het laatste technieknieuws op deingenieur.nl


Betonblokken en ballonnen hielden de sensoren op de juiste hoogte in het water.

Verzilting rivieren probleem voor drinkwatervoorziening Volgens Delfts onderzoek kwam in de zomer van 2022 zout water tot zeker vijftig kilometer landinwaarts. Onderzoekers van SALTISolutions zoeken naar oplossingen. Tekst: Marlies ter Voorde

Nederland moet aan de bak om te voorkomen dat er in 2030 te weinig drinkwater is. Oorzaken van het dreigende tekort zijn de groei van de bevolking en de economie en klimaatverandering. Zo krijgen we steeds vaker te maken met droge, hete zomers. Dan is de behoefte aan kraanwater groot, maar de beschikbaarheid laag. Eén van de problemen die de beschikbaarheid van zoet water in deltagebieden, zoals Nederland, onder druk zetten, is de indringing van zout water in rivieren vanuit zee. Vooral als de waterstand in de rivier laag is, kan het zoute water ver landinwaarts terechtkomen. Dat geeft problemen voor de drinkwatervoorziening, landbouw, natuur en industrie, die zullen verergeren naarmate de opwarming van het klimaat toeneemt. In de Rijn-Maasdelta kwam het zoute water in de extreem droge zomer van het jaar 2022 aan de oostkant van Rotterdam

helemaal tot voorbij Ouderkerk aan de IJssel, bleek uit een meetcampagne van Tess Wegman, promovendus waterbouwkunde aan de TU Delft. Daarvoor moet het zich ruim vijftig kilometer vanaf de Noordzeekust door de rivier hebben verplaatst. Dit was vooral mogelijk door de destijds zeer lage rivierafvoer, schreven Wegman en vier collega’s afgelopen maand in het vakblad JGR Oceans. Maar ook wind en waterstanden op zee hebben invloed op de verzilting van het rivierwater. De meetcampagne van 2022 zou eerst zeven weken duren, maar werd wegens de wetenschappelijke buitenkans die de kurkdroge zomer bood met tien weken verlengd. In die periode deed Wegman metingen vanaf een schip van Rijkswaterstaat en plaatste ze sensoren die het rivierwater op verschillende plekken en verschillende diepten monitorden. Het onderzoek maakt deel uit van het project SALTISolutions, dat de zoutindringing in de Nederlandse delta bestudeert en zoekt naar mogelijke oplossingen. Andere onderzoekers maken een computermodel (een digital twin) van de Rijn-Maasdelta, om de invloed van veranderende omstandigheden zoals de klimaatopwarming te

foto : alexander horner - devine ( university of washington )

bestuderen en eventuele maatregelen van Rijkswaterstaat te testen. ‘Wat Rijkswaterstaat nu al doet, is het water omleiden in verschillende riviertakken om op die manier zoetwaterbuffers te creëren’, zegt Wegman. ‘En soms zijn er schutbeperkingen bij de sluis in IJmuiden om minder zout het systeem binnen te laten.’ Dit soort maatregelen kunnen wel nadelige effecten hebben voor sectoren zoals de scheepvaart.

Het is zaak goed te begrijpen hoe de dynamica werkt

‘Nature based solutions’, zoals een drempel om zout water tegen te houden of bodemvormen om extra menging van zout en zoet water op te wekken, worden nog onderzocht. ‘Daarbij moet je heel goed begrijpen hoe de dynamica werkt’, zegt Wegman. ‘Want een verkeerde aanpak kan de zoutindringing zelfs verergeren.’ • FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

5


NIEUWS

Technologie verandert (dagelijks) werk

De wereldwijde arbeidsmarkt verandert de komende jaren door technologische vooruitgang, geo-economische fragmentatie, economische onzekerheid, demografische verschuivingen en de energietransitie. Dat zegt het World Economic Forum in zijn onlangs verschenen Future of Jobs Report 2025, waarvoor meer dan duizend wereldwijd toonaangevende werkgevers zijn geïnterviewd. Hoe beïnvloeden deze trends de banen en daarvoor benodigde vaardigheden en hoe denken de werkgevers hun personeel bij te moeten spijkeren in de periode van 2025 tot 2030?

Wat zijn de trends?

9% satellieten en ruimtevaarttechnologie

Percentage werkgevers dat verwacht dat een bepaalde technologie hun organisatie zal veranderen

11% biotechnologie en gentechnologie 12% quantum en encryptie

41% energieopwekking, -opslag en -distributie 58% robots en autonome systemen

18% sensoren, lasers en optische technologieën

86% AI en informatieverwerkingstechnologieën (big data, VR, AR, enz.)

20% halfgeleiders en computertechnologie 30% nieuwe materialen en composieten

Banen die in 2030 het snelst toenemen 1 Big data-specialist

2 Financieel-technologsich ingenieur 3 AI- en machine learning-specialist

Veelgevraagde kennis en vaardigheden in 2030 AI en big data

Netwerken en cyberveiligheid

4 Software- en applicatieontwikkelaar 5 Specialist beveiligingsbeheer Technologische kennis

Creatief denken

Veerkracht, flexibiliteit en wendbaarheid

Banen die in 2030 snel verdwijnen 1 Beambte op postkantoor 2 Bankmedewerker 3 Medewerker gegevensinvoer 4 Kassier en kaartjesverkoper 5 Administratief assistent en directiesecretaresse

Ymke Pas/De Ingenieur/Bron: World Economic Forum, The Future of Work Report 2025

6

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025


Nieuwe sociale media: kleiner en lokaler Steeds meer mensen zijn klaar met vooral de Amerikaanse socialemedia­ platforms. De algoritmen zijn niet transparant; moderatie en feiten­ checks blijven steeds vaker achter­ wege. Hoe kan het beter? Tekst: Jim Heirbaut

Auto­en rakettenbouwer Elon Musk kocht het sociale medium Twitter en maakte er onder de nieuwe naam X een luilekkerland voor vrije meningsuiting van. Inmiddels staat het vol hate speech, beledigingen en misinformatie. Onlangs maakte Metabaas Mark Zuckerberg bekend dat zijn bedrijf het modereren en factchecken van posts op Facebook grotendeels loslaat. Steeds meer gebruikers keren zich intus­ sen van de platforms af. Het afgelopen jaar zag X het aantal Nederlandse gebruikers met 14 procent dalen. Ook bij Facebook is de daling ingezet, met 2 procent over 2024. Maar wat zijn de alternatieven? In opkomst is Bluesky, een Twitterkloon die anders dan X polariserende of opruiende berichten niet beloont. Omdat er nog niet veel gebruikers zijn, heeft het platform vooralsnog echter weinig interactie te beeld : depositphotos

bieden, wat de oude platforms juist zo sterk maakte. Bluesky is niet commercieel; er zijn geen advertenties en algoritmen bepalen niet wat er op de tijdlijn te zien is. Het is echter maar de vraag of dat zo blijft, zegt onderzoeksdirecteur Sander van der Waal van Waag Futurelab, een stichting die technologie in de samen­ leving onderzoekt. ‘Bluesky staat nu op een tweesprong: of een open protocol houden waarop ook anderen kunnen voortbouwen, of doorgroeien als commercieel bedrijf, met durfkapitaal erachter.’ Een ander alternatief is Mastodon, dat als kenmerk heeft dat het by design decentraal is: gebruikers kiezen zelf op welke server ze zich aanmelden. Dit maakt gebruik wel een stuk ingewikkelder voor de gemiddelde computergebruiker. Toch is het een gezond alternatief voor de platforms van Big Tech, vindt Waag Futurelab. Daarom richtte het al in 2019 zijn eigen Mastodon­server in. ‘We hadden al snel in de gaten dat we sociale media niet aan de grote techbedrijven moeten over­ laten’, zegt Van der Waal. Behalve deze platforms zijn er ook alter­ natieven in eigen land, zegt José van Dijck, die aan de Universiteit Utrecht onderzoek

doet naar onder meer sociale media. ‘Neem gebiedonline.nl, waar mensen die bij elkaar in de buurt wonen een eigen community kunnen starten. Dat werkt goed en er is interactie, maar het bereik is beperkt.’ Van Dijck is ook betrokken bij PubHubs, een initiatief van de Nijmeegse hoogleraar security, privacy en identity Bart Jacobs. Dat moet een verzameling kleinere netwerken worden waar privacy, veiligheid en transpa­ rantie centraal staan. PubHubs bestaat uit aparte online ruimten die worden beheerd door bijvoorbeeld een museum, sportclub, onderwijsinstelling, ziekenhuis, gemeente, bibliotheek of patiëntenvereniging. Deze nieuwe netwerken zullen nooit de schaal halen van Facebook of X, waar hon­ derden miljoenen mensen of nog meer op actief zijn. We moeten de nieuwe, kleinere netwerken dan ook niet zien als vervanging voor die van Big Tech, zegt Van Dijck. ‘Je moet er anders naar kijken. Probleem is dat Facebook en X een soort Zwitserse zakmes­ sen zijn: je kunt er bijna alles mee.’ Maar tegelijk zuigen ze persoonlijke informatie uit de gebruikers en zetten die in voor advertenties of verkopen die persoonlijke data door. Zoals Jacobs het verwoordt: het zijn ‘plunderplatforms’. • FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

7


NIEUWS

Zonwering als een dennenappel Tekst: Jim Heirbaut

Ze doen denken aan vlinders, maar wegvliegen kunnen deze zon­ weringselementen niet. Wel krullen ze spontaan om, afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid van de buitenlucht. De makers lieten zich inspireren door de schubben van een dennenappel. Is het droog weer, dan gaan die open, zodat de zaden eruit kunnen vliegen; bij koele, vochtige omstandigheden blijven ze gesloten. De elementen van deze nieuwe vorm van zonwering krullen om in de winter, zo is het idee, zodat zonne­ stralen een binnenruimte kunnen verwarmen. Op warme zomerdagen blijven de ‘bladeren’ plat en blokkeren ze het meeste zonlicht, een vorm van passieve, energiezuinige klimaat­ beheersing. De elementen zijn gemaakt door Tiffany Cheng, die op het ontwerp ervan promoveerde aan de Uni­ versität Stuttgart. Zij bedacht een 3D­printproces om de elementen te produceren. Elk blad heeft daarbij een unieke vorm. ‘De grote kracht van 3D­printen is dat je tegelijk grote aantallen kunt produceren, maar toch elk onderdeel unieke eigenschappen kunt geven’, zegt Cheng. Een blad bestaat uit twee geprinte lagen op een vaste onderlaag: de ene is gemaakt van een stabiel en vocht­ bestendig biopolymeer; de andere bestaat uit vezels – ze zien eruit als nerven – van cellulose. Dat natuurlijke materiaal neemt vocht op. Door de cellulose slim in specifieke richtingen te printen, vervormt het blad niet evenveel in alle richtingen. Het trekt krom bij toenemende luchtvochtig­ heid en reageert zo direct op de weers­ omstandigheden. Het systeem is twee jaar lang getest in een klein universiteitsgebouw in Freiburg. De zonwering zit steeds tus­ sen twee ramen in, om niet helemaal te zijn blootgesteld aan de elementen. Aan de onder­ en bovenkant komt het materiaal van de zonweringsele­ menten in contact met buitenlucht. Hoeveel het nieuwe concept voor zonwering een ruimte koelt is nog niet exact bekend. Cheng: ‘Dat willen we nog preciezer gaan meten.’ 8

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

foto : icd / intcdc universität stuttgart


FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

9


NIEUWS

Energiearmoede te lijf met coaching

GIESEN

Zo’n 550.000 huishoudens in ons land leven in energiearmoede: een te groot deel van hun inkomen gaat op aan elektriciteit en gas. Coaching en betere voorlichting kunnen echter helpen de energiekosten fors te verlagen, laat on­ derzoek van onder meer MIT zien. In een experiment kregen 117 Amster­ damse huishoudens een rapport over hun energiegebruik met daarnaast coaching over wat ze konden doen om het verbruik terug te dringen. Een deel kreeg daarbij ook een apparaatje dat realtime laat zien hoeveel energie op enig moment in de woning wordt gebruikt. Gemiddeld over alle deelnemers daal­ de het elektriciteitsverbruik met 33 pro­ cent en het gasverbruik met 42 procent. De energierekening viel gemiddeld 53 procent lager uit. De geboden hulp tilde zo driekwart van de huishoudens uit de energiearmoede. Voorbeelden van gedragsverandering zijn het niet langer verwarmen van ruimten in de woning die op dat mo­ ment niet worden gebruikt en het uit het stopcontact halen van apparaten die niet in gebruik zijn. Beide acties besparen energie, maar dat beseften lang niet alle deelnemers voordat ze hun ‘energiecoa­ ching’ hadden gehad. (JH) •

GEKNIPT

‘Van het balanceren op de minimumeisen maken we nog steeds de nationale bouwsport.’

‘Ik doe niet aan technologie. Ik heb alleen een schotelantenne op mijn huis.’

Vereenvoudigen van de regelgeving: het klinkt stoer, maar die regels zijn er niet voor niets, zegt Harm Valk, senior adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs (Cobouw).

Acteur Christopher Walken heeft geen mobiele telefoon, nog nooit een mailtje gestuurd en heeft ook geen horloge (The Wall Street Journal).

‘Mensen denken: als je bedrijven maar genoeg pijn doet, dan veranderen ze wel. Maar laat ik het zo zeggen: Tata heeft die prikkel niet nodig.’ Tata Steel-ceo Hans van den Berg ziet de noodzaak van snelle verduurzaming zelf ook wel in (Forum).

10

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

‘Factcheckers verwijderen van socialemediaplatforms is net zoiets als de brandweer opheffen’, zegt Alan Duke, voormalig journalist en medeoprichter van de factcheck-website Lead Stories (CNN).

‘Niemand wilde de zeilen van ons. Tot een veertienjarig jochie onze tent binnenliep. Die zei: “Ik vind dat roze zeiltje zo mooi, mag ik daarmee varen?”’ Dankzij de latere windsurflegende Robby Naish werd zeilmakerij Gaastra een bedrijf met zeshonderd man personeel, vertelt voormalig directeur Frank van Beuningen (De Volkskrant).

‘Toen ik er in 1994 aankwam, dacht ik dat ik net alle actie had gemist. Het voelde alsof Silicon Valley stervende was.’ Vervolgens bouwde Marc Andreessen, tegenwoordig investeerder, met een partner de eerste echte internetbrowser Netscape. (The New York Times).

illustratie : matthias giesen


Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: Anton Arnoldus, Evert-Jan Bouvy en Enrique Gaxiola.

Maak ruimte voor verduurzaming Van alle uitdagingen die de energietransitie in ons land Kerncentrales, met hun beperkte ruimtebeslag en hoge met zich meebrengt, is die op het gebied van ruimtelij- energieopbrengst, vormen een stabiele basis voor de ke ordening zeker niet de minste. Om in 2050 klimaat- energietransitie. Het stimuleren van kleine modulaire neutraal te zijn, is een grondige heroverweging nodig reactoren (SMR’s) kan verdere flexibiliteit bieden. Een andere kritieke uitdaging is de behoefte aan van de manier waarop we onze beschikbare ruimte inzetten. Het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) grootschalige energieopslag. Batterijen kunnen slechts biedt hiervoor een kader, maar als KIVI-werkgroep op korte termijn fluctuaties opvangen, terwijl voor Ingenieur & Energietransitie plaatsen we graag enkele seizoensgebonden opslag innovaties in waterstoftechnologie nodig zijn. Het gebruik van elektrolysers biedt kanttekeningen. Nederland verbruikt jaarlijks ongeveer 3500 peta- dubbele winst: netbalancering en productie van groene joule aan energie, een volume dat naar verwachting tot waterstof. Deze technologieën moeten nationale prioriteit krijgen. het jaar 2050 gelijk blijft. Nu fosDe energietransitie vraagt siele brandstoffen worden vervanook om heroverweging van gen door elektriciteit en waterstof, Een centraal de huidige infrastructuur. is de vraag hoe de daarvoor benogecoördineerd plan Bestaande locaties van fosdigde infrastructuur kan worden siele energiecentrales kuningepast in een land met beperkte is essentieel om nen worden hergebruikt voor ruimte. Wind- en zonne-energie klimaatdoelen te halen nieuwe, CO 2-vrije centravereisen beide immers een relatief groot landoppervlak. Zo is voor les. Dit voorkomt onnodige het behalen van de klimaatdoelen uitbreiding van het ruimtein 2030 al een derde van de omvang van Drenthe aan beslag. Verder zijn investeringen in slimme netwerken ruimte nodig, terwijl in 2050 het ruimtebeslag gelijk en batterijen cruciaal om de integratie van weersafhanzal zijn aan de gehele provincie. kelijke energiebronnen te vergemakkelijken. De huidige Regionale Energiestrategieën (RES’en), De energietransitie biedt een unieke kans om niet verantwoordelijk voor de regionale coördinatie, alleen duurzamer te worden, maar ook efficiënt met de missen een overkoepelende strategie. Dit resulteert in ruimte om te gaan. Het huidige versnipperde beleid beinefficiënt gebruik van ruimte en heeft ook netconges- lemmert echter de vooruitgang en brengt aanzienlijke tie niet kunnen voorkomen. Een systeembenadering risico’s met zich mee. van de energietransitie ontbreekt. Het gevolg kan zijn Een centraal gecoördineerd Deltaplan, ondersteund dat die transitie wordt vertraagd en onnodig veel kost- door innovatie en een slimme systeembenadering, is baarder uitpakt. Een nationaal Deltaplan kan daarvoor essentieel om de klimaatdoelen te behalen zonder het een oplossing bieden. Door centrale coördinatie en het land te overbelasten. Nederland heeft bewezen grote afschaffen van de RES’en kan Nederland ruimte effec- projecten, zoals de Deltawerken, succesvol te kunnen tiever benutten en onnodige doublures voorkomen. uitvoeren. Deze expertise moet nu worden ingezet Er moet daarbij plaats zijn voor innovatie, want om een duurzame en ruimtelijk efficiënte toekomst te ook die kan helpen het ruimtebeslag te beperken. Bij- realiseren. voorbeeld door multifunctioneel ruimtegebruik, zoals zonnepanelen boven parkeerplaatsen of op daken van Anton Arnoldus, Evert-Jan Bouvy en Enrique fabrieken. Offshore zonneparken dragen ook bij aan Gaxiola zijn lid van de werkgroep Ruimtelijke een aanzienlijke ruimtebesparing op land. ordening binnen de klankbordgroep Ingenieurs en Daarnaast moet de focus liggen op de import van Energietransitie van het Koninklijk Instituut van groene waterstof en de implementatie van kernenergie. Ingenieurs (KIVI I&E). FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

11


Technologie voor een gezondere wereld Hoe maken we fietsen spannender? Door in plaats van saaie fietspaden bochtige weggetjes vol hobbels en hellinkjes aan te leggen, zoals hier in Apeldoorn. FOTO : PUMP FACTORY


KIVI-JAARCONGRES 2025

Hoe ziet onze leefomgeving er over 25 jaar uit? Hoe geven we de woonwijken vorm? Hoe hebben we in het jaar 2050 de energievoorziening geregeld, voor onze huizen en voor de industrie? Waar winnen we onze grondstoffen? Wat eten we dan? Hoe staat de zorg ervoor? En op welke manier komen we van A naar B? Het hangt allemaal af van de beslissingen die we nú nemen. In vijf korte essays zoeken we daarom deze maand een antwoord op die vragen. Door te focussen op de deelthema’s voeding, leefomgeving, mobiliteit, zorg en circulariteit hopen we een idee te geven van de manier waarop de wereld in het jaar 2050 een beetje gezonder kan zijn, dankzij de inzet van ingenieurs van nu, met hun specifieke expertise. Dezelfde vijf thema’s staan ook centraal op het grote KIVI-jaarcongres ‘Creating a healthy world together’, dat op woensdag 12 maart 2025, de Dag van de Ingenieur, plaatsvindt in De Haagse Hogeschool (foto onder). Het volledige programma en informatie over de wijze van aanmelden vindt u op pagina 26-27. Het jaarcongres belooft een boeiende dag te worden voor iedereen die zich interesseert in technische innovatie en het inzetten daarvan voor een gezondere wereld. En doen we dat niet allemaal? (PD)

foto : kivi

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

13


LEEFOMGEVING T E K S T: P A N C R A S D I J K

Een gezonde leefomgeving maken we samen – en zo ingewikkeld hoeft dat niet te zijn

Crossbaan naar de toekomst Wat zou er gebeuren als we niet langer de auto centraal stellen in de openbare ruimte, maar sport & spel, groen of sociale samenhang?

Fietsende kinderen en hun ouders kunnen nog altijd de normale route fietsen om de Apeldoornse Vlinder­ tuin heen, maar er is nu ook ook een leukere optie. foto : the pump

Heeft u kinderen in de basisschoolleeftijd? Dan zit u vast in een appgroep met andere ouders. In de appgroep ‘6B’ waarin ikzelf zit, wordt van tijd tot tijd gewaarschuwd voor het verkeer rond school. Levensgevaarlijk, al die auto’s, laat je kind extra goed uitkijken! Wat er in deze alarmerende appjes niet bij wordt gezegd, is dat de meeste van die auto’s… van de ouders zelf zijn. Zij zetten even snel hun zoon of dochter bij school af, om met zo min mogelijk tijdverlies te kunnen doorrijden naar werk of sportschool. Zo wordt een groot deel van ons kroost nog

factory

14

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

altijd met de auto naar school gebracht, ook al woont 80 procent van de kinderen minder dan drie kilometer van school, blijkt uit onderzoek. Het leukste fietspad Dat moet anders, vindt ook Joost Wichman, en hij ging aan de slag. Om kinderen meer aan het fietsen te krijgen, moeten we fietsen weer leuk maken, is zijn idee. Wichman, die een professionele mountainbikeloopbaan combineerde met de opleiding commercieel technische


Tot 2020 reden hier auto’s, rijen dik. Nu is de Utrechtse Catharijnesingel weer water, met een walvis die waarschuwt tegen zwerfplastic. foto : j . m . muller / cc by - sa 4.0

Grote parkeerplaats Vincent Luijendijk helpt als strategisch adviseur steden bij het verduurzamen en gezonder maken van de leefomgeving. In maart verschijnt van zijn hand het boek De fijne stad – in plaats van vage jargontermen als ‘duurzaam’ en ‘leefbaar’ – kiest hij voor een alledaagse term als ‘fijn’, ‘want dan weet iedereen waarover we het hebben’. Luijendijk vertelt over een dorp in het noorden van Noorwegen, waar zelfs als er een dik pak sneeuw ligt 90 procent van de leerlingen met de fiets naar school komt. De gemeente wil dat ook en heeft daarom expliciet toegezegd dat zij de weg sneeuwvrij houdt: de belofte van de sneeuwschuiver, stelt Luijendijk in een eigen presentatie op de InfraTech. In Nederland zouden we met dergelijke beloften ook zijn geholpen, maar vooralsnog geven we de auto alle voorrang. We gebruiken de straten om ons snel te verplaatsen van A naar B en daarnaast is de openbare

ruimte een grote parkeerplaats – voor een voertuig dat naar schatting 96 procent van de tijd niet wordt gebruikt. Luijendijk toont de plattegrond van een woning, op dezelfde manier ingedeeld zoals we de openbare ruimte nu gebruiken. De slaapkamers en de woonkamer van de woning ogen als aanhangsels rond een dominante, centrale ruimte: de kolossale garage met daarin pontificaal een auto geparkeerd. Maatschappelijke waarde We kunnen de openbare ruimte ook anders inrichten. Niet langer de auto centraal stellen of onze behoefte ons zo snel mogelijk gemobiliseerd te verplaatsen, maar in plaats daarvan sport en spel voorrang geven bij het ontwerpen van een wijk. Of we kunnen ervoor kiezen groen, gezondheid of sociale samenhang als uitgangspunt te nemen bij het ontwerp. Voorbeelden te over van projecten waar dit al met succes is toegepast. Neem de Catharijnesingel in Utrecht, waar een kale vierbaansweg is omgeturnd in een rustgevende vaart. Of het waterplein in Rotterdam, dat werd aangelegd uit noodzaak om overtollig regenwater te kunnen bergen, maar dankzij de inrichting uitgroeide tot een favoriete ontmoetingsplek voor sporters, skaters en scholieren, die allen inspraak hadden in de inrichting van de ruimte. ‘Een stad bestaat uit een reeks bouwstenen. We kunnen die slimmer stapelen dan we nu doen’, zegt Luijendijk. Hij pleir ervoor daarbij een nieuw uitgangspunt te nemen: maatschappelijke waarde per vierkante meter. Dat kan alleen als we het samen doen: met omwonenden, oud en jong, want wat we van waarde vinden bepalen we met elkaar. Tijd om daarover het gesprek aan te gaan en in actie te komen, voor we links en rechts worden ingehaald. Want voor we het weten maken al die kinderen die nú jumpend, cruisend en spinnend over de golvende Pump|Coasters naar school fietsen, de dienst uit bij gemeenten, Rijkswaterstaat en ingenieursbureaus.

t

bedrijfskunde aan de hogeschool Saxion in Enschede, begon met partners het bedrijfje The Pump Factory. Dat lanceerde vorig jaar de Pump|Coaster: het leukste fietspad van Nederland. ‘Het is avontuurlijk en veilig tegelijk’, zegt Wichman begin januari op de grote beurs InfraTech in Rotterdam tegen een groep belangstellenden. Anders dan de meeste fietspaden is de Pump|Coaster niet saai, vlak en recht, maar juist vol heuveltjes, kronkels en obstakels, als een kruising tussen een BMXfietscrossbaan en een skatepark. Gevaarlijk? Integendeel, weet Wichman: door al die hobbels en bochtjes leren de kinderen juist veel beter fietsen. De eerste is inmiddels geopend in een Apeldoornse woonwijk en de kinderen zijn dolenthousiast. Wichman: ‘Het is een flexibel ontwerp. Deze Pump|Coaster kan ook naast een verkeersweg worden aangelegd. Om fietsen weer leuk te maken en kinderen ertoe te verleiden voortaan op de fiets, step, skateboard of skeelers naar school te gaan in plaats van met de auto.’

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

15


V O E D S E LV O O R Z I E N I N G T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E

Hoe voeden we de groeiende wereldbevolking?

Genoeg te eten in 2050 Technologisch gezien valt de wereldwijde voedselproductie nog steeds te verbeteren. Maar lukt het om daarmee in 2050 ruim 9,5 miljard mensen van eten te voorzien? De wereldbevolking bedraagt momenteel 8,2 miljard mensen. Daar komen tot 2050 naar verwachting zo’n 1,5 miljard bij. Tel daar bij op dat de welvaart en daarmee de consumptie van dierlijke eiwitten in regio’s zoals Afrika en Zuid-Azië toenemen, en het wordt duidelijk dat de wereldvoedselproductie de komende decennia fors omhoog moet. ‘Tussen de 30 en 50 procent’, zegt Martin van Ittersum, hoogleraar plantaardige productiesystemen bij Wageningen University & Research (WUR). ‘Dat is onder meer afhankelijk van de vraag naar plantaardige gewassen voor de biobased economy. En er zijn meer uitdagingen, zoals het effect van landbouw op het milieu en de invloed van klimaatverandering op de voedselproductie.’ In theorie valt de voedselzekerheid veilig te stellen door in welvarende landen op een ander dieet over te

Hoe grootschaliger de landbouw, hoe hoger de voedselzekerheid in een land, blijkt uit onderzoek beeld : depositphotos 16

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

gaan, verspilling te verminderen en de productie te verhogen. Maar de praktijk zou wel eens weerbarstig kunnen zijn. Dieettheorie In 2019 publiceerde het medisch-wetenschappelijke tijdschrift The Lancet een dieet dat wereldwijd tot 29 procent minder uitstoot van broeikasgassen leidt, het landgebruik halveert en de kans op overlijden door kanker, hart- en vaatziekten en longziekten met 30 procent verlaagt. Dit zogeheten EAT Lancetdieet bestaat voor 50 procent uit groenten en fruit en verder uit granen, noten, zaden, peulvruchten en kleine hoeveelheden vlees, vis, eieren en zuivel. Van Ittersum: ‘Als we de dieren die dan nog nodig zijn voeden met reststromen en biomassa zoals stro, gras en


Van de huidige 8,2 miljard mensen zijn er ruim 730 miljoen ondervoed, schreef de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) dit jaar in haar jaarlijkse voedselcrisisrapport. Aan de andere kant van het spectrum zijn 2,6 miljard mensen te zwaar, van wie een miljard aan obesitas lijden. beeld : depositphotos

Technologie niet gebruikt Klimaat en de bodem zijn dus niet de beperkende factor voor hogere opbrengsten in Afrika. ‘Dat geeft hoop’, zegt Van Ittersum. ‘Maar de problemen in Afrika hebben ook te maken met een gebrek aan stabiele markten en krediet. Veel boeren hebben er niet de luxe om te speculeren of vooruit te denken. Er zijn complicerende factoren zoals slechte infrastructuur, politieke instabiliteit en conflicten.’ Het voedselvraagstuk is niet echt een technologisch probleem, zegt ook hoogleraar plantaardige productiesystemen Katrien Descheemaeker uit dezelfde onder-

zoeksgroep aan de WUR. ‘Theoretisch kennen we de oplossing, maar in de praktijk zien we dat kleine boeren – en dat is de meerderheid in Afrika – de technologieën niet gebruiken. Ze hebben de middelen niet, geen toegang tot de technologieën of weten niet hoe ze die het beste kunnen inzetten. Hun boerderijen zijn zo kleinschalig dat het te riskant is om te investeren in nieuwe technologie en voor wie het wel doet, is de meeropbrengst vanwege die kleinschaligheid heel gering.’ Afrika is een enorm continent, met grote verschillen tussen de landen. Maar vrijwel overal beheren de meeste landbouwers kleine stukjes land. En dat is een enorme beperking, zegt Descheemaeker. ‘Het percentage van de actieve bevolking van een land dat werkzaam is in de landbouw, correleert met de voedselzekerheid van dat land: hoe minder mensen in de landbouw werken, hoe hoger de opbrengsten en de voedselzekerheid. Dat zien we ook in Nederland, waar maar een paar procent van de beroepsbevolking in de landbouw werkt en de voedselzekerheid hoog is.’ Landen die niet zelfvoorzienend zijn, kunnen natuurlijk voedsel importeren. ‘Maar daarvoor is goed handelsbeleid dan weer een vereiste’, zegt Descheemaeker. ‘Op dit moment ondermijnt import de lokale landbouwsector in veel landen. Dat zie je bijvoorbeeld in West-Afrika, waar goedkoop melkpoeder wordt geïmporteerd. De lokale veehouderij kan daar moeilijk tegenop concurreren.’ Toch waarschuwt Descheemaeker voor een te haastige systeemverandering. ‘Veel mensen spreken tegenwoordig over een grote transformatie die moet plaatsvinden in het voedselsysteem – op wat voor manier dan ook. Met het huidige systeem lopen we tegen grenzen aan’, zegt Descheemaeker. ‘Maar laten we het huidige systeem niet te haastig afschaffen, want veel aspecten werken wel. En dat is eigenlijk heel bijzonder.’

t

afval van de meel-, brood- en bierproductie, in plaats van met producten die we zelf ook kunnen eten, bespaart dat extra ruimte, water en nutriënten.’ In Europa kan op die manier meer dan voldoende zuivel en rundvlees worden geproduceerd om iedereen volgens het EAT Lancetdieet te voeden. ‘Wel levert het een tekort op aan kip en eieren’, zegt Van Ittersum. ‘De reststromen en biomassa bestaan namelijk vooral uit gras en gewasresten, en dat eten kippen niet.’ De belangrijkste troef die we in handen hebben, is dat de landbouwproductie nog flink omhoog kan. Dat toont de Global Yield Gap Atlas – een project geleid door Van Ittersum – met kaarten waarop voor de belangrijkste voedselgewassen het verschil is aangegeven tussen de huidige productie en de mogelijke productie bij een perfecte bedrijfsvoering. ‘In Nederland is dat verschil ongeveer 30 procent’, zegt Van Ittersum, ‘in Afrika vaak wel 75.’ Vooral daar valt dus winst te behalen, bijvoorbeeld met goed zaaizaad, kunstmest, onkruidbestrijding en landbouwmachines. ‘Daar zijn straks ook de meeste monden te voeden’, voegt Van Ittersum eraan toe. ‘60 procent van de bevolkingsgroei komt voor rekening van Afrika.’

Een voorbeeld van een circulair eierbedrijf is Kipster, met vestigingen in Oirlo (vlakbij Venray) en Beuningen (vlakbij Nijmegen). Hier wordt het pluimvee voornamelijk gevoerd met restproducten, zoals gebroken beschuiten en biscuits. Eind 2025 hoopt het bedrijf met een variant voor varkens te komen: Pigster. beeld : kipster

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

17


ZORG T E K S T: J I M H E I R B A U T

AI verlicht het werk van zorgverleners

Zonder zorgen in 2050

Wie over 25 jaar naar de zorg kijkt, ziet een verschuiving van het ziekenhuis naar thuis of geclusterde zorgwoonvormen. Dit alles met een vleugje AI. Daardoor krijgen arts en zorgverlener meer tijd voor persoonlijk contact met de patiënt. Het is peperduur om iemand een dag in het ziekenhuis te houden, waardoor nu al steeds meer zorg naar thuis wordt verplaatst. Dankzij betere methoden om de patiënt daar in de gaten te houden, zal dit alsmaar toenemen. Neem de hartpatiënt die nu nog een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven om te worden gemonitord: dat kan dan ook makkelijk thuis, met een slimme pleister die meet of die hartritmestoornis van laatst zich opnieuw voordoet. In 2050 ligt de nadruk waarschijnlijk ook meer op preventie dan op behandelen. Door de levensstijl van mensen positief te beïnvloeden, zijn veel zorgkosten te

Ouderen gaan steeds vaker geclusterd wonen. foto : shutterstock 18

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

besparen en, nog belangrijker, is de kwaliteit van leven te verbeteren. ‘Qua gezondere leefstijl worden goede stappen gezet, maar je postcode bepaalt nog te vaak hoe gezond je leeft’, zegt Kees Ahaus, hoogleraar aan de Erasmus School of Health Policy & Management en lid van de werkgroep Visie op Zorg en Welzijn 2050+. ‘De invloed van leefstijl op gezondheid is zeer direct, denk aan roken, vapen en ongezonde voeding’, stelt Ahaus. ‘Maar ook de leef- en werkomgeving beïnvloedt de gezondheid. Daar is nog veel te winnen om de zorgvraag te verminderen of problemen eerder te ontdekken zodat mensen op tijd de benodigde zorg krijgen.’


Digitalisering van de zorg speelt kostbare uren vrij die zorg­ verleners voortaan direct in patiënten­ contact kunnen steken, is het idee. beeld : shutterstock

AI als zorgassistent ‘Laat de computer doen waar-ie goed in is’, verkondigde Philips onlangs op een persbijeenkomst. En dat is volgens het elektronicabedrijf het werk van zorgverleners verlichten. Zorgverleners rapporteren een te hoge werkdruk, vanwege personeelstekorten en administratieve druk. Wie in de zorg werkt, is een aanzienlijk deel van zijn of haar tijd bezig met administratieve handelingen: persoonlijke gegevens van de patiënt opzoeken en bijwerken, symptomen in het dossier beschrijven en het medicijngebruik vastleggen en volgen. Dat gaat ten koste

van de werkvreugde. Waar veel zorgverleners ooit de sector ingingen vanwege het contact met mensen en de mogelijkheid om te helpen, raken ze nu gedesillusioneerd doordat ze de helft van de tijd noodgedwongen op een computerscherm zitten te turen. Hier kan AI verlichting bieden, denkt Philips: spraakherkenning in combinatie met geavanceerde taalmodellen kan de werkdruk verminderen. Het gesprek dat de huisarts straks met de patiënt voert, kan de meeluisterende computer eenvoudig samenvatten. In de toekomst, voorziet Philips, gaat de notulerende computer ook de gesprekken van specialisten met patiënten vastleggen. Zodat de patiënt thuis rustig kan teruglezen wat de arts ook alweer had gezegd, misschien zelfs aangevuld met uitlegvideo’s en links naar informatie. Echt goed luisteren op zo’n moment schiet er door de emoties immers vaak bij in. Misschien kunnen we in de toekomst vragen stellen aan ons eigen medisch dossier, dat dan extra tekst en uitleg geeft. Hulpspecialist Wat een computer nu al kan, is de radioloog helpen bij het bekijken van CT- en MRI-scans. Het laatste woord krijgt de computer (met AI) nooit, maar het scheelt veel tijd als de radioloog een scan te zien krijgt waar alvast met een rode lijn gebieden zijn omcirkelt die speciale aandacht behoeven. ‘Kijk hier eens, ik vertrouw het niet’, zegt de computer eigenlijk. Dit meekijken op medische scans wordt des te belangrijker omdat daarvan steeds meer worden gemaakt. Bijvoorbeeld om te monitoren of bepaalde nieuwe medicijnen geen bijwerkingen geven. Maar welke specialist heeft daar tijd voor? Het antwoord is natuurlijk: de computer. Dankzij automatisering krijgen arts en zorgverlener de handen meer vrij voor het echte persoonlijke contact met de patiënt.

t

Ouderenzorg Doordat we veel minder kinderen krijgen dan een of twee generaties terug, zal de zorg voor ouderen er in 2050 drastisch anders uitzien. Ahaus: ‘Vroeger woonden de kinderen bij je in de straat, nu zijn ze bij wijze van spreken verhuisd naar Londen of Parijs.’ Misschien wat overdreven, maar het is een feit dat door die toegenomen mobiliteit andere vormen van ouderenzorg opkomen. ‘Informele vormen van zorg worden belangrijker. Ouderen gaan geclusterd wonen en regelen met elkaar de zorg; dat zien we nu al ontstaan’, zegt Ahaus. ‘Veel gepensioneerden zijn nog in blakende gezondheid. Zij gaan voor vrienden en bekenden zorgen die het minder goed hebben getroffen.’ Zorgprofessionals werken in 2050 meer samen buiten de muren van het ziekenhuis, verwacht Ahaus. ‘Er zullen regionale samenwerkingsverbanden ontstaan tussen huisartsen, ziekenhuizen en universitair medische centra, zodat patiënten zo veel mogelijk zorg op de juiste plek kunnen ontvangen.’ Daarbij worden artsen en verplegend personeel volop ondersteund door kunstmatige intelligentie (AI) en computers. In 2050 is dat gemeengoed, momenteel zetten zorginstellingen daarmee de eerste stappen. Deels omdat het de zorg beter kan maken, deels vanwege het tekort aan personeel.

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

19


MOBILITEIT TEKST JIM HEIRBAUT

Meer van hetzelfde, maar wel duurzaam

Zoeven en vliegen Hoe verplaatsen we onszelf en onze goederen in 2050? Sneller, zuiniger en schoner, denken de Mobilisers van de TU Delft, en vooral elektrisch. Ook voor autonoom vervoer is een plek weggelegd.

Een trend die de komende decennia vrijwel zeker zal doorbreken, is die van autonoom vervoer. foto : shutterstock

20

Wie de ogen sluit en even wegdroomt, ziet misschien hyperloops voor zich, vacuüm getrokken buizen waar capsules vol passagiers met grote snelheid doorheen zoeven. Of snelwegen vol autonome voertuigen, onder een lucht vol drones. Als idee misschien aantrekkelijk, maar erg waarschijnlijk is het niet. Volgens experts is de kans groot dat onze mobiliteit in 2050 niet heel veel anders zal zijn dan nu. Hooguit met aanpassingen aan de techniek, zodat vervoermiddelen sneller, zuiniger en schoner worden. De kans dat er een echt disruptieve nieuwe manier van vervoer opkomt, is klein. Maar zeg nooit nooit.

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Een groep onderzoekers van de TU Delft dacht het afgelopen jaar na over mobiliteit in het jaar 2050. Onder de naam Mobilisers bekeken ze trends die ons vervoer de komende decennia zullen bepalen. Onder de experts waren twaalf mobiliteitsonderzoekers en zes experts op het gebied van innovatie, strategie en communicatie. Op de 183ste Dies Natalis van de universiteit op 18 januari presenteerden ze de resultaten van hun werk. Het jaar 2050 is een interessante keuze: niet de nabije toekomst, maar ook weer niet zodanig ver in de toekomst dat we ons er niets bij kunnen voorstellen.


Vooral duurzaam De belangrijkste randvoorwaarde, stellen de Mobilisers, is dat mobiliteit duurzaam moet worden. Maar, voegen ze daar meteen aan toe, vervoer moet ook betaalbaar blijven (worden?) en toegankelijk voor iedereen. Een toekomst waar alleen een rijke bovenlaag zich naar be­ lieven kan verplaatsen, is niet wenselijk. Eenvoudig gaat het niet worden, want de mobiliteits­ transitie is volledig vervlochten met de energietransitie, de digitale transitie en de overgang naar een circulaire economie. Ontwikkelingen die elkaar soms versterken, maar elkaar ook in de weg kunnen zitten. De uitdaging voor mobiliteit in 2050 in Nederland is dan ook pittig: hoe verduurzamen we vervoer, hoe pas­ sen we mobiliteit in de beschikbare openbare ruimte in en hoe zorgen we ervoor dat mobiliteit voor iedereen toegankelijk blijft? Met als beperking dat de hoeveelheid materialen en openbare ruimte beperkt zijn, net als de financiering.

Niet voor niets noemen de onderzoekers in Delft het een wicked problem, een taai probleem. Los je het ene deelprobleem op, dan openbaart zich een moeilijkheid op een ander vlak. Vier scenario’s Niemand kan de toekomst voorspellen, schrijven de Mobilisers in hun eindrapport, ‘maar nadenken over mogelijke richtingen kan wel helpen bij het maken van weloverwogen beslissingen.’ Ze stelden vier scenario’s op, die volgen uit twee keu­ zen langs twee assen. De ene geeft aan hoe open de samenleving is voor technologische verandering; een techno­optimistische aanpak geeft ruimte voor innova­ tie en nieuwe vormen van mobiliteit. Is de samenleving behoudender, dan ligt de focus op ethische overwegin­ gen en maatschappelijke gevolgen van bepaalde keuzen in mobiliteit. De andere as is de mate van bemoeienis van de over­ heid met mobiliteitsoplossingen. Hoe minder de over­ heid zich mengt in de markt voor mobiliteit, hoe meer wordt overgelaten aan ‘de markt’, aan commerciële par­ tijen. Dat levert bedrijven op die elkaar beconcurreren met mobiliteitsoplossingen. En wellicht veel innovatieve voertuigen en manieren om ons te verplaatsen, maar niet per se een samenhangend vervoerssysteem. Neemt de overheid wel het voortouw, dan remt dat wellicht innovatie, maar is er wel meer kans op een waai­ er aan vervoersmodaliteiten waar iedereen – van lage tot hoge inkomens – wat naar zijn zin kan vinden. Autonoom en elektrisch De vier scenario’s leveren verschillende uitkomsten op. Toch zijn er elementen en vervoermiddelen die we bij­ na zeker zullen zien 2050, zoals zelfrijdende voertuigen op de weg. Of die breed gaan doorbreken, is koffiedik kijken. Maar er zal vast een rol zijn weggelegd voor au­ tonome voertuigen. Recente berichten uit de Verenigde Staten en Azië wijzen daarop; lang worstelden ontwikkelaars met autonome auto’s, maar inmiddels rijden in enkele steden in de VS en China gewoon al robotaxi’s rond. Ook voor goederenvervoer zullen autonome voertuigen worden ingezet. Autonoom of niet, vrijwel zeker zullen de meeste voer­ tuigen op onze wegen in 2050 elektrisch zijn, aldus de onderzoekers van kennis­ en innovatiecentrum Elaad­ NL. Simpelweg een kwestie van energie­efficiëntie. Regionaal en nationaal vervoer zal in 2050 nog steeds neerkomen op treinen, bussen en auto’s, allemaal elek­ trisch. Wie weet aangevuld met regional air mobility, een netwerk van korte, elektrische vliegverbindingen. Daarmee zijn ook de belangrijkste modaliteiten ge­ noemd voor internationaal vervoer: wegvervoer, treinen en vliegtuigen. Waar spoorlijnen liggen, bieden extra treinen kansen voor meer capaciteit, maar let op: voor een nieuwe vliegverbinding hoeft geen dure (energie, emissies) infrastructuur te worden aangelegd. En met duizend kilometer per uur door een hyperloop zoeven? Die ingewikkelde technologie is misschien niet eens nodig als we hetzelfde door de lucht kunnen.

t

Een eenduidig antwoord levert dit niet op; het blijft toe­ komst voorspellen. Daarnaast kan het thema ‘mobiliteit’ op verschillende niveaus worden bekeken. Op de vraag hoe mensen straks naar de supermarkt of theater gaan, komen andere antwoorden dan hoe ze naar een ander deel van het land reizen of binnen Europa op vakantie gaan.

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

21


CIRCULARITEIT T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E

Is Europa in 2050 circulair?

Fossielvrije toekomst

Zowel de Nederlandse overheid als de Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om in het jaar 2050 een volledig circulaire economie te hebben. Is dat haalbaar en wat is ervoor nodig? Een gesprek over koolstof, het hoofdbestanddeel van de in omloop zijnde synthetische materialen. ‘Optimistisch zijn over de lange termijn is altijd makkelijk’, antwoordt Mark Intven, beleidsadviseur materialentransitie bij de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), op de vraag of een volledig circulaire economie in 2050 haalbaar is in Europa. ‘Maar toch zeg ik nee. De hoeveelheid materiaal die we gebruiken, neemt vooralsnog alleen maar toe. We kunnen de grondstoffen daarvoor dus nooit alleen uit eerder gebruikte materialen halen.’ ‘Een deel van de koolstof die nodig is om onze producten te maken, zal waarschijnlijk ook in 2050 nog af-

Van de CO2-uitstoot in de chemiesector komt 60 procent vrij bij de verbranding van afgedankte materialen. In 2050 wordt een groot deel hiervan gerecycled en het aandeel fossiele grondstoffen sterk verminderd. De CO2 die toch nog ontstaat, wordt opgevangen en opgeslagen. illustratie : cccc 22

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

komstig zijn uit fossiele grondstoffen’, zegt ook Manon Bloemer, directeur van de VNCI. Schattingen over de grootte van dat deel variëren van vrijwel niks tot 50 procent. ‘Maar het doel dat Europa in 2050 CO2-neutraal moet zijn, kan wél lukken’, zegt Bloemer. Toch is het circulair maken van materialen daarvoor een cruciale stap. Bloemer: ‘Van de totale CO2-uitstoot in de chemiesector gaat 40 procent tijdens het productieproces door de schoorsteen de lucht in. De andere 60 procent zit in de materialen zelf en komt vrij als deze als afval worden verbrand.’


In 2024 gingen zeven plastic recyclingbe­ drijven failliet. Om verdere kaalslag te voorkomen is honderd miljoen euro nodig, stelt de Vereniging Afval­ bedrijven. foto : depositphotos

Technologie alleen is niet genoeg De circulaire economie vormgeven bestaat uit een reeks opeenvolgende strategieën, die bekend staat als de R-ladder: nutteloze producten weren (refuse), producten langer gebruiken zodat er minder nodig zijn (reduce), kapotte producten repareren (repair), onderdelen hergebruiken (re-use) en materialen terugbrengen tot de originele bouwstenen om daarvan weer nieuwe materialen te maken (recycle). De eerste stappen klinken het eenvoudigst maar zijn dat blijkbaar niet: het materiaalgebruik is in de afgelopen dertig jaar wereldwijd verdubbeld. Recyclen lukt bij plastic al geruime tijd, zowel mechanisch, waarbij het plastic zo goed mogelijk wordt gezuiverd maar wel chemisch intact blijft, als chemisch, waarbij uit de vrijgemaakte bouwstenen een geheel nieuw plastic wordt gemaakt. Maar een werkende technologie is geen garantie voor succes. Afgelopen jaar gingen er in Nederland minstens zeven plasticrecyclebedrijven failliet, waaronder Umincorp, dat granulaatkorrels maakte van plastic uit huisvuil, en Ioniqa Technologies, dat PET uit flessen recyclede en daarvoor minder energie gebruikte dan wanneer PET uit ruwe olie wordt geproduceerd. Fossiel plastic uit Aziatische landen is te goedkoop om tegenop te concurreren, is de meest genoemde verklaring. Daarnaast zitten veel van deze bedrijven precies in de overgang van hun prototype naar commerciële productie, legt Intven uit. ‘Dit zijn hun eerste fabrieken, en het duurt vaak langer dan men hoopt voor die volledig werkend zijn, bijvoorbeeld omdat het proces nog niet betrouwbaar genoeg is of het product nog niet voldoet aan de vereiste specificaties.’ In zo’n opstartperiode maakt een bedrijf kosten zonder al producten te verkopen. Verplichten en vergoeden Dat hierdoor bedrijven sluiten is doodzonde, vindt Bloemer. ‘Europa is tot nu toe de proeftuin om dit soort technologieën te ontwikkelen. Om die rol te blijven spelen, moet deze industrie hier behouden blijven. Zonder foto : depositphotos

industrie bouw je geen kennis op. En zonder praktische toepassingen zal men niet in onderzoek investeren.’ Op de langere termijn kan regelgeving de industrie helpen, bijvoorbeeld door te eisen dat kunststof producten een bepaald percentage recyclaat bevatten. Beleid kan een goede drijfveer zijn om producten duurzaam te maken. ‘Maar daarmee ga je de recyclers van nu niet meer redden’, zegt Intven. ‘Dat gaat te langzaam, dat duurt jaren.’ Wat de huidige recyclers wel kan helpen, zijn overbruggingen. Intven: ‘Denk aan een vergoeding voor opslagkosten voor producten die ze nog niet kwijt kunnen, of compensatie als het bedrijf nog niet rendabel is. Dat geld kan terugvloeien als de bedrijven op termijn concurrerend worden. Nu is er vooral snel hulp nodig.’ Bloemers hoop is intussen gevestigd op bedrijven aan het einde van de keten. ‘Grote spelers zoals l’Oréal, Procter & Gamble en Unilever willen duurzaamheid uitstralen. Biopolymeren-producent Avantium uit Delfzijl speelt daar goed op in. Elke korrel die ze daar gaan maken is nu al verkocht, aan klanten zoals Dior, Albert Heijn en Carlsberg. Dat moet ook op grotere schaal gaan gebeuren.’ Opschalen en herontwerpen Dat gerecycled plastic ooit goedkoper wordt dan virgin kunststof valt niet te verwachten. Daarvoor is recyclen te bewerkelijk. Wel scheelt het als het recyclen wordt opgeschaald, en bij fossiele kunststof de milieuschade gaat meetellen in de prijs. Uiteindelijk is een deel van de oplossing ook om plastics anders te ontwerpen, zeggen Bloemer en Intven. ‘Plastics moeten minder complex worden, dus geen mix van verschillende typen en eenvoudiger om uit elkaar te halen. Er zijn nu misschien wel zevenhonderd soorten, met allerlei verschillende additieven en gelaagdheden.’ Als we daarvan af zijn, is het meeste plastic straks wel te recyclen, denken zij. ‘En daar moeten we haast mee maken. Er moet snel iets gebeuren.’ • FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

23



Möring

Vorige maand verscheen Mordechai, Marcel Mörings jongste roman over een schrijver met onstilbare honger naar vrijheid.

Nucleaire voorraad een oplossing gecreëerd door een oud archiefkastje onVlak voor de kerst kwam het tot een uitbarsting. der het aanrecht te schuiven, maar eerlijk gezegd zet dat ‘Die rotkast gaat er uit!’ Toen mijn geliefde was bijgekomen van mijn onver- nauwelijks zoden aan de dijk. ‘Ik kan natuurlijk kasten aan het plafond hangen’, zeg wachte uitval zuchtte ze. ik tegen Harry. ‘In een frame van staalprofielen.’ ‘Ja, schat.’ ‘Minder voorraad lijkt me een eenvoudiger oplossing’, Grootspraak, die noodkreet. De kast maakt deel uit van de systeemkeuken die zegt hij. Maar dat kan niet. Van NAVO-baas Rutte en onze in ons appartement werd geplaatst toen dat, lang geleden, in gebruik was als kookstudio. Tot de erfenis eigen regering moeten we juist noodvoorraden aanlegbehoort ook een industriële afzuigkap die niet uit de gen om een eventuele ‘ramp’ te doorstaan. Overigens toon zou vallen in een laboratorium waar met antrax beschikte ik altijd al over wat ik ‘een nucleaire voorwordt geëxperimenteerd en een gootsteen waarin je een raad’ noem. Ik ben de zoon van een moeder voor wie heel varken kunt wassen. Het ziet er allemaal indruk- de oorlog nooit ver weg was. Wij beschikten thuis over wekkend uit, maar als je voor twee personen kookt, heb immense hoeveelheden blikvoer, aardappels en toiletje er niets aan. Wat bezoek er niet van weerhoudt om papier. Vrienden van mij, die door de bijkeuken naar binnen werden geleid, hielden ‘oh’ en ‘ah’ te roepen als ze die verzameling hun pas in als ze die oprijzenroestvrijstaal zien. Voor mijn moeder de stapels zagen. In geval van De apothekerskast werd door hippe mennood konden wij de hele buurt sen aan het einde van de jaren tachtig fel was de oorlog in de eerste weken na een ramp begeerd, ‘a valuable addition to our modern nooit ver weg voorzien van eten. lifestyle’ zoals dat in de animatiefilm Wallace Harry zegt: ‘We moeten ook & Grommit heet. Weg met die suffe ondercontant geld hebben. Voor het en bovenkastjes van Bruynzeel. Kom maar geval de geldautomaten het niet meer doen en we niet op met je roestvrijstalen uittrekkasten. Dat je er nooit meer over hoort heeft een oorzaak. Ze meer met pin kunnen betalen.’ Een merkwaardig naïeve opvatting. Als de shit werkezijn zo diep dat elke plank in de schaduw ligt van die daarboven en blikken en potten in de hogere regionen lijk uitbreekt verwacht ik horden met bijlen en knuppels zijn, vanwege die diepte, zelfs voor iemand van mijn bewapende dorpsgenoten die de plaatselijke Plus plunlengte onbereikbaar. Het gevolg is dat ordening van de deren. Ik zal zelf tot de eersten behoren. ‘En water’, zegt Harry. ‘Water moeten we ook in voorlevensmiddelen nauwelijks zin heeft en dat onze kast inmiddels een anarchistisch zootje is. Voor iemand die van raad hebben. Waar moeten we dat opslaan?’ ‘En hoe zit het met het plastic van al die waterflesoverzichtelijkheid houdt, is het opentrekken van onze apothekerskast zoiets als het langzaam verwijderen van sen? Is dat niet meer slecht? Kunnen we dat dan nog inleveren?’ een paar dagen oude pleister. Ik moet ineens denken aan The morning after, een film Wat te doen? Er is geen ruimte om de uittrekdeur te die in de jaren tachtig uitkwam en waarin de nasleep van laten scharnieren. ‘Je kunt er ledstrips in maken’, zegt Harry. ‘Je hebt van een atoomaanval werd geschilderd. Half Nederland zag die film en ik kan me niet herinneren dat men daarna die dingen met een lichtsensor.’ Die heb ik in de kledingkasten aangebracht omdat ik begon te preppen. Integendeel. Ik kwam zelf uit de biosin de ochtendschemering geen onderscheid kan maken coop met het idee dat een voorraad je eerder kwetsbaar tussen zwart en blauw. Het is een idee, maar dat lost het maakt voor het geweld van degenen die niets hebben dan dat jouw verzameling blikvoer je door moeilijke probleem van de bereikbaarheid niet op. De kern van het probleem is natuurlijk dat wij in een tijden helpt. ‘Après moi, le déluge’, zeg ik. loft wonen waarin de keuken middenin de ruimte staat ‘Let them eat cake’, zegt Harry. ‘Dat heb je toch wel in waardoor er van zoiets banaals als onder- en bovenkasten geen sprake kan zijn. Mijn vrouw heeft iets van je apothekerskast?’ FOTO : HARRY COCK

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

25


KIVI JAARCONGRES 2025

Dag van de Ingenieur Op woensdag 12 maart 2025 vindt het jaarcongres van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) plaats. Dit belooft een bijzondere dag te worden voor leden en niet-leden van de ingenieursvereniging. Iedereen die belangstelling heeft voor het thema – technologie voor een gezondere wereld – is welkom. Kom dus vooral luisteren en praat mee!

Net als vorig jaar vindt het Jaarcongres plaats op De Haagse Hogeschool, gelegen op loopafstand van station Den Haag Hollands Spoor. De redactie van De Ingenieur is aanwezig en zal ter plaatse een aantal podcasts opnemen. Aanwezigen zijn van harte uitgenodigd om ook daarbij een kijkje te nemen. Wil je zeker zijn van een plek? Meld je dan nu aan!

Keynote-sprekers

26

Rob van Kampen, opleidingsmanager Built Environment Haagse Hogeschool

Sjoukje Heimovaara, bestuursvoorzitter Wageningen University & Research

Abeje Mersha, lector Onbemande robotsystemen Hogeschool Saxion

Rob van Kampen combineert zijn kennis uit de studie Bedrijfssociologie aan de Erasmus Universiteit met ervaring in strategisch werk en leidinggeven. Hij was directielid bij BAM Utiliteitsbouw, BAM Bouw en Techniek en b.Home, een digitale startup binnen de BAM-groep. Met zijn brede ervaring en interesse in innovatie en samenwerking draagt Rob bij aan onderwijs en onderzoek die inspelen op de uitdagingen van morgen.

Als een van de toonaangevende universiteiten wereldwijd op het gebied van landbouw en voedselvoorziening heeft de Wageningen UR een belangrijke bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de wereld. Bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara ziet daarbij de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties als leidraad, ook voor de bedrijfsvoering en samenwerking. In haar keynote wijdt ze uit over het thema Gezonde voeding op een gezonde planeet.

Duurzame oplossingen zijn essentieel om het welzijn op onze planeet te waarborgen. Onbemande robotsystemen – waaronder lucht-, grond- en onderwaterrobots – kunnen daarin een hoofdrol spelen. Door op verschillende niveaus samen te werken met mensen, zullen deze robots onmisbare maatjes worden voor het verbeteren van efficiëntie, effectiviteit en veiligheid. Abeje Mersha deelt de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van onbemande systemen met grote maatschappelijke impact.

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

foto ’ s : kivi / look j . boden ( boven ); rob van kampen ; duncan de fey ; rikkert harink


KIVI JAARCONGRES 2025

Programma Jaarcongres 8.30 uur

Inloop & bezoek Netwerkplein

9.00 uur

Opening door dagvoorzitter Celina van den Bank, voorzitter Young KIVI Engineers

9.15 uur

Welkom door Jacolien Eijer-de Jong, KIVI-president, en Arend Hardorff, lid College van Bestuur De Haagse Hogeschool

9.30 uur

Keynote 1: Rob van Kampen, De Haagse Hogeschool: Hoe leiden we als kennisinstelling professionals op voor het werkveld van 2030 en daarna\?

10.00 uur

Energizer door Storm van de Geer, Sport Campus De Haagse Hogeschool

10.15 uur

Keynote 2: Sjoukje Heimovaara, bestuursvoorzitter Wageningen UR: Gezonde voeding op een gezonde planeet

10.45 uur

Koffie- en theepauze

11.15 uur

Vijf parallelsessies A) Voeding: De boerderij van de toekomst B) Zorg: De Operatiekamer van de toekomst C) Leefomgeving: Inspiratiesessie vol innovatieve oplossingen D) Circulair: De ingenieur aan zet voor een circulaire economie E) Mobiliteit: Draagbare echografie: pijn in beeld tijdens beweging

12.15 uur

Lunchpauze

13.15 uur

Vijf parallelsessies A) Voeding: De vanzelfsprekendheid van water B) Zorg: AI maakt preventieve zorg mogelijk C) Leefomgeving: Bridging minds and machines: AI-powered deliberation for wicked problems in the built environment D) Circulair: Engineering en software engineering gedurende de negen fasen van grondstoffen E) Mobiliteit: Een gezonde en leefbare stad: wat kunnen we nu al doen? Extra: Workshop Visueel Denken: Ontdek de kracht van tekenen

14.30 uur

Keynote 3: Abeje Mersha, lector Onbemande robotsystemen, Hogeschool Saxion

15:00 uur

Afsluiting met terugblik

15.15 uur

Borrel

Aanmelden kan op kivi.nl/activiteiten/jaarcongres-2025. Daar vindt u ook meer informatie. Entree is gratis voor KIVI-leden. Niet-leden betalen 75 euro. Studenten betalen 10 euro.

Programma Prins Friso Ingenieursprijs 2025 16.00 uur

Opening

16.20 uur

Presentatie door Rudy van Belkom, directeur Stichting Toekomstbeeld der Techniek

16.40 uur

Presentatie door Marijn van Rooij, winnaar Prins Friso Ingenieursprijs 2022

17.00 uur

Dinerbuffet en netwerken

18.30 uur

Vervolg programma

18.40 uur

Introductie Prins Friso Ingenieursprijs

18.50 uur

Uitreiking KIVI Engineering Student Team Award en Prins Friso Ingenieursprijs

19.35 uur

Borrel

20.30 uur

Einde

Aanmelden voor de uitreiking van de Prins Friso Ingenieursprijs kan op kivi.nl/activiteiten/prins-friso-ingenieursprijs-2025. De entree is gratis. FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

27


Neem nu een kennismakingsabonnement

EN ONTVANG DRIE NUMMERS VOOR SLECHTS € 25,deingenieur.nl/abonnement


INGENIEUR VAN HET JAAR T E K S T: P A N C R A S D I J K , J I M H E I R B A U T E N M A R L I E S T E R V O O R D E

Prins Friso Ingenieursprijs 2025

Wie van de drie? Voor de Prins Friso Ingenieursprijs zijn drie topkandidaten genomineerd. Maak kennis met de finalisten en vergeet niet te stemmen voor de publieksprijs.

De een strijdt voor verduurzaming van de luchtvaart, de tweede zet zich in voor verantwoorde kunstmatige intelligentie en de derde begon als ingenieur een TikTok-kanaal om de jeugd te enthousiasmeren voor de techniek. Zo uiteenlopend zijn de drie finalisten in de strijd om de Prins Friso Ingenieursprijs 2025, dat ze met elkaar al een aardig beeld geven van de breedte van de ingenieurswereld. Meike Nauta, die staat voor AI die iedereen begrijpt, stond twee maanden geleden nog in dit blad als een van de jonge talenten van 2025. Wie de cv leest van Mark Ommert, de luchtvaartman, kan moeilijk geloven dat hij pas 28 is. Johan Paulides, behalve elektrotechnisch ingenieur nadrukkelijk ook ondernemer, werkt dag en nacht aan zijn droom: de elektrificatie van Nederland. Op de volgende pagina’s kunt u met de drie finalisten kennismaken. Vergeet niet om op deingenieur.nl uw stem uit te brengen en zo mede te bepalen welke ingenieur de publieksprijs wint. Met de Prins Friso Ingenieursprijs, die dit jaar voor de elfde keer wordt uitgereikt, eert het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) een ingenieur die zich onderscheidt in expertise, innoverend vermogen, maatschappelijke impact en ondernemerschap. Tegelijkertijd is de prijs een manier om àlle ingenieurs (vaak nogal bescheiden van aard) en het vak in de schijnwerpers te plaatsen. De winnaar mag zich een jaar lang ‘Ingenieur van het Jaar’ noemen. Naamgever prins Friso, een jongere broer van koning Willem-Alexander, behaalde in 1994 zijn ingenieursdiploma aan de Technische Universiteit Delft, waar hij de opleiding luchtvaart- en ruimtevaarttechniek volgde. Nadat hij in de zomer van 2013 veel te jong was overleden, gaf de koninklijke familie KIVI toestemming de jaarlijkse prijs voor de beste ingenieur naar de prins te vernoemen. De prijs wordt altijd uitgereikt op de Dag van de Ingenieur, die dit jaar op 12 maart valt. Voor de vierde keer op rij wordt ook de KIVI Engineering Student Team Award uitgereikt, aan het technische studententeam dat zich het beste weet te onderscheiden op basis van teamgeest, innovatiekracht, maatschappelijke impact en expertise. Gaat die prijs naar Delft, Eindhoven of Enschede? The battle is on! (PD)

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

29


INGENIEUR VAN HET JAAR

Johan Paulides

‘Ondernemend ingenieurschap is zo gaaf’ Hij is ondernemer, ingenieur en nog veel meer. Waarom elektrotechnisch expert Johan Paulides zo actief is? Om ‘samen met anderen grote dromen waar te maken’ – zoals de elektrificatie van Nederland. Pas als aan een geslaagde innovatie minstens vijf mislukte pogingen zijn voorafgegaan, ervaart Johan voldoening, zegt althans zijn vader over hem. Johan Paulides is mede-eigenaar van de Advanced Electromagnetics Group, een bijna honderd jaar oud familiebedrijf dat is gespecialiseerd in elektromagnetisch ontwerp en de productie van elektrische accu-gevoede aandrijvingen. Of, in Paulides’ eigen woorden: ‘Wij werken aan de elektrificatie van Nederland.’ Innoveren, sociaal ondernemen en inspireren zijn de kernwaarden van Paulides’ ingenieurschap. De reeks innovaties die hij op zijn naam heeft staan, is lang: van bijzondere elektrische aandrijvingen tot een energievloer die kinderen (en stiekem ook ‘grote’ mensen) laat zien hoeveel moeite het kost om energie op te wekken. Opzienbarend is ook de Wavehexapod, die met drie boeien optimaal gebruikmaakt van de continue, driedimensionale beweging van golven, om die via zes generatoren om te zetten in elektriciteit. De innovatie is geschikt voor gebruik in bijvoorbeeld offshore windparken, waar die de energieopbrengst fors kan verhogen. Of Paulides er trots op is? ‘Voor mij is trots niet zo belangrijk, hooguit voel ik voldoening dat we met elkaar iets hebben bereikt.’

30

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Trots is Paulides wel op alle innovaties door ingenieurs die hij in de loop van de tijd heeft begeleid. En dat zijn er vele. Zo werkt Paulides al jaren samen met studententeams als het Brunel Solar Team (TU Delft) en Electric Superbike Twente. ‘Het mooiste vind ik als theorie en praktijk samenkomen. Door mijn ondernemende instelling is al veel elektromechanische theorie inmiddels werkelijkheid geworden. Ondernemend ingenieurschap is zo gaaf!’ Om anderen daarvan te overtuigen, startte de AEGroup het socialemediabedrijf AE-Tikkieland. ‘Daarmee proberen we jongeren enthousiast te maken voor techniek en ook bedrijven te steunen hun eigen community op te bouwen.’ Paulides wordt gedreven door de ambitie ‘samen met anderen’ dromen waar te maken. Waarin hij tekortschiet? ‘Ik denk te weinig na over hoe ik mijn tijd indeel. Door het recente overlijden van mijn vrouw is dat nu een hoofdvraag geworden, hopelijk tijdelijk, waarop ik nog een antwoord moet vinden. Ik heb geen haast om innovaties morgen al als product te zien, maar wil wel altijd stappen zetten. Als ik een kans zie, ga ik er daarom onmiddellijk voor. Zakelijk een goede eigenschap, persoonlijk een soms wat mindere.’ (PD)

portret : bart van overbeeke


Meike Nauta

‘De macht moet bij de mens liggen’ Meike Nauta maakt begrijpelijke en verantwoorde AI, die aangeeft waarom het tot bepaalde conclusies komt. Met oog voor de gebruiker, want daar draait het uiteindelijk om.

portret : bart van overbeeke

kanker te onderscheiden van littekenweefsel voor het Universitair Medisch Centrum Utrecht, AI om schade aan wegen te detecteren op dronebeelden voor gemeenten en de AI-assistent Boekbot die boeken aanbeveelt aan jongeren om leesplezier te bevorderen. Nauta: ‘En altijd verantwoord en met oog voor de gebruiker. Ik houd ervan om de technische nerd uit te hangen, dus oplossingen bedenken en die wiskundig uit te werken en te programmeren. Maar waar het me écht om te doen is, is dat die oplossingen vervolgens hun weg vinden in de maatschappij.’ Mede daarom geeft ze lezingen aan belangstellenden over wat AI is en hoe AI werkt. ‘Over de mogelijkheden én de beperkingen. Ik wil dat iedereen over AI kan meepraten. Het is belangrijk dat er een maatschappelijke dialoog over het gebruik ervan op gang komt en niet een dialoog van een selecte groep experts.’ Aan studenten – onder wie ook werkende professionals – doceert Nauta hoe AI uitlegbaar en verantwoordelijk is te maken. ‘AI mag niet de touwtjes in handen krijgen, de macht moet bij de mens liggen. Maar daar kan AI wél een krachtig instrument bij zijn.’ Of, zoals haar slogan luidt: Power to the people, with the power of AI! (MtV)

t

‘Verrast en vereerd’ was Meike Nauta, toen ze hoorde dat ze bij de finalisten voor de Prins Friso Ingenieursprijs zat. Toch is het niet de eerste keer dat de dertigjarige informaticus en datawetenschapper in de prijzen valt. In 2018 won Nauta de KHMW-prijs voor de beste masterscriptie over IT van Nederland, in 2023 voltooide ze het beste proefschrift van het jaar van de hele Universiteit Twente. Het onderwerp waaraan ze werkt: begrijpelijke en verantwoorde AI. ‘Kunstmatige intelligentie is vaak een black box. AI komt met een antwoord op een vraag, zonder dat de gebruiker weet welke redenering daarachter zit.’ Dat kan ook anders, dacht Nauta en tot verbazing van sommige collega’s lukte het haar inderdaad met een andere vorm van AI te komen. ‘Deze variant geeft aan hoe die aan antwoorden komt, dus dat die bijvoorbeeld een vogel als roodborstje identificeert vanwege de rode voorkant en korte snavel. De gebruiker kan vervolgens kiezen om op andere kenmerken te selecteren of AI corrigeren als de redenering niet klopt.’ Nauta geeft les aan de universiteit, maar is vooral actief als consultant bij Datacation, waar ze het gebruik van AI stimuleert bij bedrijven en maatschappelijke organisaties. Zo ontwikkelt ze AI om op CT-scans alvleesklier-

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

31


INGENIEUR VAN HET JAAR

Mark Ommert

‘Ons land kan een grote rol spelen in duurzame luchtvaart’ Hij werkte al voor en met verschillende Nederlandse bedrijven die technologie voor vliegtuigen ontwikkelen. Nu heeft Mark Ommert zijn vizier gericht op het verduurzamen van de luchtvaart. Hoewel hij pas net 28 jaar is geworden, werkte Mark Ommert al voor een onderwijs- en een kennisinstelling, een fabrikant van elektromotoren, een producent van vliegtuigconstructies en twee ontwikkelaars van duurzame vliegtuigen. Eind vorig jaar trad hij in dienst van brancheorganisatie Netherlands Aerospace Group (NAG). ‘Dat ik in zo’n korte tijd door een groot deel van het proces van het ontwikkelen van een vliegtuig ben gelopen, is vrij uniek. Nu kan ik deze kennis en kunde inzetten voor het bredere ecosysteem.’ Een opvallend project deed Ommert bij hogeschool InHolland in Delft, waar hij in 2019 afstudeerde als luchtvaartingenieur. Samen met collega’s leidde hij het ombouwen van een klein zelfbouwvliegtuig tot een elektrisch aangedreven toestel. ‘Meer dan tweehonderd studenten en onderzoekers werkten mee, samen met de industrie, kennisinstellingen en autoriteiten. Dit project leverde niet alleen een testplatform op voor de industrie, maar ook nieuw onderwijsmateriaal om ingenieurs op te leiden voor de laatste behoeften vanuit de industrie.’ Bij NAG versterkt Ommert het ecosysteem van Nederlandse bedrijven in de luchtvaart, van startups tot grote

32

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

bedrijven en instellingen. ‘Ons land kan een significante positie veroveren in de duurzame luchtvaart. We hebben een enorme innovatiekracht, maar dan moeten innovaties wel worden omgezet in commercieel toepasbare producten.’ Binnen het Groeifondsproject Luchtvaart in Transitie richt Ommert zich op kennisdeling, samenwerking en internationale positionering. ‘Dit draagt bij aan duurzame luchtvaart en meer Nederlands verdienvermogen en werkgelegenheid.’ Ingenieurschap draait voor Ommert om vindingrijkheid en het omarmen van onzekerheden. ‘Je moet de problemen herkennen en oplossingen vinden.’ Ingenieur zijn gaat voor hem verder dan technologie. Het betekent ook investeren in mensen en inspireren van de volgende generatie ingenieurs. Daarom is Ommert bestuurslid bij Young NAG, waar hij young professionals verbindt en techniek promoot. Zijn advies aan toekomstige ingenieurs: ‘Stap je nu in de techniek, waar dan ook, dan ga je een enorm gave tijd tegemoet. Pak die kans, verbeter jezelf elke dag 1 procent en voor je het weet heb jij ook impact gemaakt om de wereld een stukje mooier te maken.’ (JH)

portret : sam rentmeester


Wie wint de KIVI Engineering Student Team Award? Op instigatie van dit blad en prinses Mabel riep KIVI in 2022 de KIVI Engineering Student Team Award in het leven. Deze prijs voor studenten­ teams is bedoeld om toekomstige ingenieurs een boost te geven, te tonen waartoe zij in teamverband in staat zijn en grotere bekendheid te geven aan hun innovatieve projecten. Voor de onderscheiding komen studententeams in aanmerking die zich onderscheiden op basis van teamgeest, innovatie­ kracht, maatschappelijke impact en expertise. (PD)

Naam: Delft Hyperloop • TU Delft • Aantal leden: 40 • Actief sinds: 2006

De studenten van Delft Hyperloop hebben de lat dit jaar hoog gelegd: als eerste studen­ tenteam ter wereld willen ze een hyperloop­ systeem op ware grootte neerzetten. Na jaren experimenteren met schaalmodellen, is het team vastbesloten met de DH09 het razend­ snelle transportsysteem van de toekomst een volgende, grote stap vooruit te helpen. In het European Hyperloop Center in Veendam,

waar in juli de internationale hyperloopweek plaatsvindt, wordt vervolgens de proef op de som genomen. Dat de Delftenaren tot bijzondere dingen in staat zijn (van snel­ heidsrecords tot succesvolle baanwissels), hebben ze al meer dan eens bewezen. Al het werk van dit jaar moet duidelijk maken hoe de hyperloopinfrastructuur er precies zal uitzien.

Naam: University Racing Eindhoven • TU/e, Fontys, Summa, Sint Lucas, HAN • Aantal leden: 74 • Actief sinds: 2003

Komende zomer verschijnt er weer een nieuwe, Eindhovense raceauto aan de start van internationale wedstrijden. De deadline is krap: binnen een jaar moeten de studen­ ten die autonome, elektrische auto volledig ontwerpen, bouwen en testen. En dan te bedenken dat zo’n auto liefst 5300 onder­ delen telt, elk op zijn eigen manier geopti­ maliseerd. Gelukkig is University Racing

Eindhoven niet alleen een zeer ervaren, professioneel opgezet team met tientallen leden verdeeld over veertien afdelingen, ook is er omheen een heel netwerk gegroeid van partners en leveranciers. Het begint allemaal bij diepgaande kennis van de techniek, maar daarnaast wil het team ook maatschappelijke impact hebben, onder het motto educating the engineers of the future.

Naam: Solar Boat Twente • Universiteit Twente en Saxion • Aantal leden: 24 • Actief sinds: 2016

Het sleutelwoord van Solar Boat Twente is teamgeest. Als een hechte groep werken de 24 studenten een jaar lang aan een heldere missie: een duurzame impact hebben op de maritieme sector door een innovatieve en volledig duurzame raceboot te bouwen. Kenmerkend voor de Twentse zonneboot is het compleet elektronische controlesysteem voor de aansturing van de watervleugels,

waar de concurrenten dit juist mechanisch oplossen. Die vleugels laten de boot ‘vliegen’, waardoor de waterweerstand laag blijft. Met een Nederlands kampioenschap, een elfstedentocht en een zonnebootrace op het Balatonmeer in Hongarije op de planning wordt het een druk jaar – en een buitenkans voor de teamleden om te bewijzen dat ze op het juiste spoor zitten. • FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

33


OPINIE Een duidelijke mening over een actueel ingenieursonderwerp

Flexibiliteit sleutel tot succesvolle warmtetransitie

Netcongestie: hoe houden we licht aan? Flexibel gebruik van energie achter de voordeur is cruciaal voor het energiesysteem van de toekomst, stelt elektrotechnisch ingenieur Jeroen Markus. ‘De vraag is niet of we flexibiliteit nodig hebben, maar hoe effectief we die kunnen inzetten.’ Tekst: Jeroen Markus

De gebouwde omgeving moet van het gas af. Vanwege ‘Groningen’, om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen en natuurlijk voor het klimaat. Dit werd vastgelegd in het Klimaatakkoord van 2019 en is sindsdien verder uitgewerkt. Gemeenten kregen de taak om een ‘Transitievisie Warmte’ te ontwikkelen: per wijk bepalen welke alternatieve warmteoplossing het best past en wanneer deze kan worden gerealiseerd. Tegelijkertijd publiceerden netbeheerders voor het eerst kaarten met transportcapaciteit.

34

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Deze kaarten staan inmiddels vrijwel volledig op code rood – geen ruimte voor nieuwe aansluitingen – terwijl de vraag naar aansluitingen sterk is gegroeid door elektrificerende netgebruikers die zonnepanelen, windturbines, warmtepompen en elektrische auto’s (willen) aanschaffen. Bovendien wil de overheid tot 2030 een miljoen woningen bouwen, die alle een netaansluiting vereisen. Er zijn inmiddels vele plannen en visies om deze uitdagingen aan te pakken. Vanuit de perspectieven van kabinet, gemeenten en netbeheerders zien we twee aanhoudende problemen.

beeld : depositphotos


Net onder druk Vraagsturing in de gebouwde omgeving is naar mijn Het eerste probleem is een gebrek aan een integrale, inzicht essentieel om een duurzame toekomst te realiholistische aanpak. Een voorbeeld hiervan is het sub- seren. Allereerst kunnen we door vraag of aanbod aan sidiëren van warmtepompen. Hoewel het stimuleren te passen netcongestie vermijden. Ook zijn er minder van verduurzaming nodig is, kan dit plannen voor extra flexibiliteitsmiddelen nodig, wat ruimte, kosten warmtenetten juist bemoeilijken. Huishoudens met een en grondstoffen spaart. Bovendien kan congestie op warmtepomp doen immers niet mee aan een het laagspanningsnet worden aangepakt, wat warmtenet, wat de businesscase verslechtert centrale flexibiliteitsmiddelen niet kunnen, en de kosten voor anderen verhoogt. Een anmaar uiteindelijk wel nodig zal zijn: ook de der voorbeeld is dat netbeheerders in hun InMaak tech- haarvaten van het net zijn niet berekend op tegrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 extra piekbelasting. nologie die met andere percentages warmtenetten (10-30 Verder wordt participatie in de energieprocent) rekenen dan gemeenten in hun Trantransitie bevorderd. Flexibiliteit vergroot problemen sitievisie Warmte (40 procent) doen. het bewustzijn van eindgebruikers over de veroorzaakt tijdgebonden aard van energie. Daarnaast Het tweede probleem: het net staat onder onderdeel druk. In een kamerbrief eind 2023 waargebeurt de waardecreatie achter de meter en schuwde toenmalig minister van Economiflexibiliteit is daarmee een bron ter beschikvan de sche Zaken en Klimaat Rob Jetten voor opking van de proactieve consument. Flexioplossing lopende vraag naar aansluitingen, waarvan biliteit kan worden ingezet naar eenieders kleine gebruikers vanaf 2026 hinder kunnen voorkeur. Ze kan worden verkocht, worden ondervinden. Piekbelasting kan zelfs vaker gebruikt om zo min mogelijk CO2 uit te stotot stroomuitval leiden – ongekend in Nederten, of om zelfvoorziening te vergroten en land, dat een van de betrouwbaarste elektriciteitsnetten afhankelijkheid van het net te verkleinen. ter wereld heeft. Tot voor kort volstond het aanleggen van nieuwe ka- Missende schakel bels, maar inmiddels heeft de vraag naar elektriciteit Gezien de grote potentie van vraagkantsturing in de van industrie, bedrijven en nieuwbouw het tempo van gebouwde omgeving is het nu zaak die verder te ontnetverzwaring ingehaald. Ondanks inspanningen van wikkelen. Maar plannen daarvoor ontbreken. Ook de betrokkenen wordt netcapaciteit de komende jaren al- aanbieders dienen gepast te worden beloond. In wetgeleen maar schaarser. Om het licht aan te houden, zijn er ving moet daarom met de business case van flexibiliteit andere oplossingen nodig. rekening worden gehouden. Daarnaast is de gemiddelde gebruiker niet geïnteresseerd in actief beheer van apparaSlim netgebruik: vraagsturing ten. Standaardisering en automatisering van aansturing Een veelbelovende oplossing is slimmer gebruikmaken via bijvoorbeeld een home energy management system van het net. Zo deed Jetten eind vorig jaar een dringend vormen de missende schakel tussen net en gebruiker. verzoek aan grootverbruikers om aan te geven hoeveel Door hierop in te zetten, werken we aan het enervraagsturing (ook wel: demand-response) ze kunnen giesysteem van de toekomst. Net als inzet op energieaanbieden. besparing is flexibiliteit een no regret-optie: ongeacht de Deze flexibiliteit is er niet alleen in industrie, maar ook keuze in warmteoplossingen, kan flexibiliteit nu en in de achter ieders eigen voordeur. Dat kan zo simpel zijn als toekomst worden benut in verschillende vormen, op het de vaatwasser of wasmachine aanzetten wanneer de zon niveau van het individu en van het collectief. De vraag schijnt of de auto opladen tijdens nachtelijke daluren. is dan ook niet of we flexibiliteit nodig zullen hebben, Ook warmtepompen zijn een uitstekende kandidaat maar hoe effectief we haar kunnen inzetten voor een voor vraagsturing. Het moment van het verwarmen van duurzaam, toegankelijk en betaalbaar energiesysteem. tapwater kan makkelijk worden verschoven door opslag in een buffervat. Ook de kamertemperatuur kan tijdelijk Jeroen Markus is promovendus bij de faculteit elecworden verlaagd om piekbelasting te verminderen, zon- trical engineering van de Technische Universiteit der dat de bewoner daarvan last ondervindt. Eindhoven onder begeleiding van Christina PapadiDe hoeveelheid flexibiliteit lijkt op het eerste gezicht mitriou, Lisanne Havinga en Koen Kok. Het onderniet significant in vergelijking met wat de industrie kan zoeksproject INBUILT wordt onder het multidiscibetekenen, maar dat wordt die wel wanneer er miljoe- plinaire samenwerkingsverband van het Eindhoven nen huishoudens meedoen. Bovendien wordt techno- Institute of Renewable Energy Systems (EIRES) uitlogie die problemen veroorzaakt, zo een onderdeel van gevoerd, mede mogelijk gemaakt door het Irène Curie de oplossing. Program. •

Lezersoproep Reageren op het betoog van promovendus Jeroen Markus? Mail naar redactie@ ingenieur.nl.

’’

portret : angeline swinkels

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

35


Enith

Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.

36

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025


Podium

Vier experts delen hun inzichten in de technisch-maatschappelijke actualiteit. Deze maand: Thijs ten Brinck.

Eén systeem dat alles kan In ons Franse vakantiehuisje stond een fan- in de elektriciteitssector niet. Verschillende tastisch apparaat. Het kon groente grillen, politici en opiniemakers promoten het idee pizza’s bakken, pasta koken, fonduekaas om werkelijk alles met kernenergie op te lossmelten, warm water maken voor vaat en sen. Kerncentrales zijn echter net als ovens. Eén systeem dat alles kan, is maar zelden het koffie en zelfs het hele huisje warm stoken. Thuis heb ik zeker vijftien verschillende beste antwoord op al onze behoeften. Als je systemen die iets of iemand warm maken. dagenlang veel elektriciteit nodig hebt, dan Stadswarmte, twee warmtedekens, een is kernenergie ideaal. Moet je daarbovenop tosti-ijzer, een magnetron en een inductie- nog een piekvraag in de avond dekken, dan kookplaat, een wasmachine en een vaatwas- staat een kernreactor echter uren voor te ser, een kokendwaterkraan, een espresso- verwarmen en af te koelen om hooguit één machine en een apparaat voor filterkoffie. uurtje echt in onze behoefte te voorzien. Gelukkig zijn flexibiliteit, diversiteit en Onder het stof in de berging staan nog een overcapaciteit ook in de BBQ en een elektrische elektriciteitssector de fonduepan. En net als in dat norm. Zelfs in Frankrijk, vakantiehuisje heb ik ook Flexibiliteit, dat zo verstandig was om thuis een oven. zestig gigawatt aan kernDat ik thuis de vaat niet diversiteit en reactoren te bouwen in doe met water uit de oven, is overcapaciteit het tijdperk waarin wesniet omdat mijn oven minder terse democratieën nog fantastisch is dan de oven in houden de in staat waren tot grootse dat vakantiehuisje. De vaatfondue warm projecten. Naast al die wasser is sneller, praktischer stabiele reactoren bouwen simpelweg beter toegerust de Frankrijk ook veertig op zijn taak. Voor de pasta tap ik water uit de kokendwaterkraan, waar- gigawatt aan flexibele waterkracht- en gasna de schelpjes doorgaren op de kookplaat. centrales en 45 gigawatt aan weersafhanNiet omdat inductie niet fantastisch is, maar kelijke wind- en zonneparken. Niet omdat omdat de combinatie nóg efficiënter, flexibe- kernenergie niet fantastisch is, maar omdat de combinatie nóg efficiënter, flexibeler en ler en betrouwbaarder werkt. Geen van mijn meer dan vijftien warmte- betrouwbaarder werkt. Toen in 2022 tientallen kernreactoren onbronnen voelt als ballast. Het is ook nooit complex om te kiezen welk apparaat ik verhoopt niet inzetbaar waren, was Frankwanneer inzet. Juist dankzij de diversiteit en rijk blij dat het nooit had gekozen voor één bescheiden overcapaciteit beschik ik op elk systeem dat alles kan. Elektriciteit uit gasmoment over de optimale mix aan warmte. centrales, hoe kostbaar en CO2-intensief Als ik het warm heb en mijn huisgenoot niet, ook, kwam uitstekend van pas. En wind biedt een warmtedeken uitkomst. Geeft de bleek een fantastische bron van elektriciteit, espressomachine onverhoopt de geest, dan op al die dagen dat het wel waait. Dankzij voorziet het filterapparaat alsnog in mijn flexibiliteit, diversiteit en overcapaciteit bleef eerste levensbehoefte. Zelfs de fonduepan de fondue warm. Ook op de koudste en don– die vaker is verhuisd dan gebruikt – staat kerste winterdagen. niet in de weg. Ooit, op een koude donkere winterdag, komt hij vast alsnog van pas. Thijs ten Brinck is duurzaamheidsOntspullen is een mooi en modieus stre- adviseur bij We-Boost Transitions en ven, maar je moet er niet in doorslaan. Zeker publicist op WattisDuurzaam.nl. FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

37


ACTUEEL TECHNIEKNIEUWS vind je op deingenieur.nl

Alles wat je zoekt overzichtelijk bij elkaar Wat speelt er vandaag op technologiegebied? Je leest het op de website van De Ingenieur. Elke dag nieuwe berichten geïllustreerd met beeld en video. deingenieur.nl

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR

Ook op de site: • Activiteiten op techniekgebied in een overzichtelijke agenda • Dossiers over onderwerpen als schoon staal, kernenergie in Nederland en droogte • De interessantste vacatures voor ingenieurs


Jims verwondering ‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

‘Hou toch op met die fabels’ ‘Duurzame luchtvaart is net zo iets als diervriendelijk vlees. Het bestaat helemaal niet. Mooie verhalen, maar helaas geen waarheid.’ Het zijn niet mijn woorden, maar die van een woordvoerder van Extinction Rebellion (XR) op LinkedIn. Hij ging tekeer tegen een Nederlandse ondernemer die pioniert met elektrische vliegtuigjes en onder meer een vliegschool met elektrische tweezitters runt – ik had hem net geïnterviewd. De XR-woordvoerder raasde door, niet gehinderd door veel kennis van zaken. Langeafstandsvluchten op elektriciteit zijn onmogelijk, zei hij. Dat klopt, zei de ondernemer, maar voor kortere afstanden komen verschillende bedrijven binnen een paar jaar met elektrische toestellen. Klein beginnen, en dan kijken hoe ver we kunnen komen met steeds betere batterijpakketten en lichtere constructies. ‘Ik geloof ook dat de luchtvaartsector veel duurzamer te maken is’, mengde ik me in de discussie. Ja, maar de natuurkunde zegt dat het niet kan, zei de XR-woordvoerder, en hij gooide er een formule tegenaan. Vliegen is nu eenmaal een fossiele activiteit en welk deel daarvan begreep ik dan niet? ‘Ga toch weg met je elektrische fantasievliegtuigen.’ Prima om het niet met me eens te zijn, maar die toon? Alsof niemand er iets van begrijpt behalve Extinction Rebellion. Dus daarom nog maar een keer voor de slecht geïnformeerde XR-woordvoerder achterin de zaal: vliegen op elektriciteit is geen luchtfietserij, het kan

Voorwaarts Met enige weemoed lees ik in het januarinummer de 133ste en laatste aflevering van de rubriek ‘Voorwaarts’. Op zijn karakteristieke manier weet auteur Fanta Voogd steeds weer een brug te slaan tussen actuele ontwikkelingen (in dit geval elektrificatie) en het verleden. Ik hoop dat de redactie ook in de toekomst ruimte blijft bieden in het blad om de (techniek)geschiedenis onder de aandacht te brengen. Het is immers cruciaal dat ook nieuwe generaties ingenieurs weet hebben van die geschiedenis. We leren immers van het verleden om fouten niet te PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

herhalen. Of zijn we dat zelfs aan het vergeten? Huib Oostdijk, Putten 1932 Ik ben onderzoeker aan de School of Engineering van de University of Guelph in Canada. De afgelopen twaalf jaar heeft ons onderzoek zich gericht op het optimaliseren van het ontwerp van Archimedes-schroefgeneratoren en -schroeven (vijzelpompen). Interessant is dat, hoewel er de afgelopen jaren meer publicaties zijn geweest, alle state-of-the-art technische ontwerprichtlijnen voor Archimedes-schroefpompen

gewoon. Tweezitters vliegen al rond en er staat een hele zwik bedrijven te trappelen om vergelijkbare en zelfs grotere toestellen goedgekeurd te krijgen. Dat is geen dromerij, maar simpelweg innovatie. Batterijen krijgen steeds meer inhoud, materialen worden lichter, elektromotoren efficiënter. Aan de horizon lonkt een toekomst met vliegtuigen op waterstof. ‘Ja ja, in de toekomst. Hou toch op met die fabels’, pruttelde XR nog wat na. Dat belerende toontje van milieuclubs stoort me wel vaker. Laatst stelde ik op X een andere XR-woordvoerder een vraag over zijn bewering dat een bosbrand zeker te wijten was aan klimaatverandering. Die werd ook meteen vervelend. Terwijl ik als techniekjournalist – en bezorgde burger – eigenlijk gewoon de doelen van XR onderschrijf. Door de duurzame innovaties van ingenieurs van zich af te duwen, schieten deze activisten zichzelf volgens mij in de voet. We willen toch eigenlijk allemaal hetzelfde? Ingenieurs pakken het graag constructief aan: wat is het probleem en hoe lossen we dat zo effectief mogelijk op? En wat zou meer zin hebben voor het klimaat? Een snelweg blokkeren? Of als ingenieur of wetenschapper al je energie en tijd steken in het werken aan constructieve oplossingen tegen klimaatverandering? Dus waarde activisten, volg een ingenieursopleiding! Kom (mee)werken aan de oplossingen die we zo hard nodig hebben om dit land te verduurzamen.

teruggaan tot een artikel, in het Nederlands geschreven, van Joan Muysken in 1932. Het artikel werd gepubliceerd in De Ingenieur en is ongelooflijk belangrijk gebleken voor ons onderzoeksgebied. Omdat het zo’n fundamenteel werk is in ons onderzoeksgebied (en een groot deel van het artikel moeilijk te vertalen is zonder diepere kennis van de technologie en het onderwerp), overwegen we een Engelse vertaling te publiceren van het artikel waarnaar we in ons onderzoek zo vaak hebben verwezen. Scott Simmons, Guelph, Ontario (Canada)

Bouwmaterialen Uw nieuwsartikel ‘Bouwmaterialen geschikt voor vastleggen CO2’ (januari 2025) deed me denken aan een gesprek dat ik al zeker twintig jaar geleden, mogelijk zelfs langer, voerde met een clublid van onze Hoornse astronomieclub Stichting J.C. van der Meulen. Die clubgenoot was als Shell-ingenieur toen al bezig met onderzoek naar het fixeren van CO2 en de opslag ervan in klinkers. Als ik het mij goed herinner was er indertijd zelfs al een proefversie van geproduceerd. Rob Duivens, Broek op Langedijk

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

39


Productontwerpen van morgen

Motorski’s Toerskiërs lopen zelf op hun skilatten de berg op om vervolgens weer naar beneden te skiën. Om de heenweg wat makkelijker te maken ontwikkelde een Zwitserse startup gemotoriseerde ski’s. Voor het toerskiën, ook wel ski mountaineering (skimo) ge­ noemd, bedacht de Zwitserse startup E­Outdoor het E­Skimo­ systeem. Dit bestaat uit een unit met elektromotor en batterij en een soort rubberen rupsband voor de aandrijving. De unit met elektromotor en batterij wordt achterop beide skilatten vastgeklikt. De gebruiker moet vervolgens de rupsband door openingen in de ski’s en over het aandrijfwiel van de motor halen en de losse uiteinden aan elkaar bevestigen. Tijdens het naar boven lopen op de ski’s levert het E­Skimo­ 40

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

systeem elektrische kracht­ ondersteuning. IMU’s (inertial measurement units) in het sys­ teem monitoren de positie van elke ski, de gewichtsverdeling en de hoek van de hiel van de gebruiker. Op basis van die data worden de individuele elektro­ motoren geactiveerd wanneer de ski naar voren glijdt om zo de geleverde spierkracht van de gebruiker te vergroten. De elektromotor levert een koppel van twintig newtonmeter. Volgens E­Outdoor kunnen toerskiërs tot 80 procent sneller en met 30 procent minder in­ spanning berghellingen beklim­

men dan met gewone ski’s en zelfs tot vier keer hoger komen in de bergen dan niet­getrainde toerskiërs. De batterij van 220 wattuur levert ongeveer drie uur wandelgemak. Een sensor in de handgreep van beide stokken zet de motor stil wanneer de skiër valt en een of beide stok­ ken loslaat. Volgens E­Outdoor is het systeem door de geoefende ge­ bruiker binnen een minuut op de skilatten te bevestigen en ook even snel weer te verwijderen. Vervolgens skiet de toerskiër met de E­Skimo­units in de rug­ zak weer naar beneden. (PS)

foto : e - skimo


T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N N I E L S O L F E R T

Watertank Voor kampeerders en avonturiers is een jerrycan met water essentieel. Het Australische bedrijf Vaast maakte een herontwerp van de klassieke jerrycan dat net wat praktischer is in gebruik.

Robothond Een Engelse robothond met gammadetector helpt boeren hun land duurzamer gebruiken. Jake Shaw-Sutton, mede-eigenaar van robotmaker Robotriks, ontwierp samen met de University of Plymouth een robothond die geen konijnen vangt, maar met sensoren en camera’s op jacht gaat naar bruikbare landbouwgrond. Dat doet de hond tot wel tien keer sneller dan conventionele methoden, volgens het Engelse landbouwtechnologiebedrijf Farmonaut dat de hond wil inzetten. De robothond scant akkerbodems en meet daarin met een gammadetector de van nature voorkomende stralingsniveaus, zonder dat daar tijdrovende, dure monsteranalyses van milieulabs aan te pas komen. De gemeten stralingsniveaus komen oveeen met verschillende stoffen in de bodem en geven inzicht in de bodemgezondheid. Zo weten boeren waar ze het best hun gewassen kunnen verbouwen. Processors in de robothond interpreteren de stralingsgegevens en correleren deze met bekende bodemeigenschappen. Omdat de gegevens met gps zijn gelinkt, worden de

foto ’ s : university of plymouth ; vaastof

bodemeigenschappen direct op de kaart gezet. Ook de boer ontvangt de meetgegevens om snel beslissingen te nemen. Met deze gegevens kan een boer op een duurzamere manier zijn land beheren door bijvoorbeeld gerichter te bemesten en onnodige chemicaliën achterwege te laten. Het uiteindelijke doel is om een kaart te maken met bodemeigenschappen die relevant zijn voor de boer en zijn besluitvorming, zegt Will Blake, directeur van het Sustainable Earth Institute van de University of Plymouth tegen de BBC. De vier poten van de robothond worden aangedreven door twaalf motoren. De robothond heeft een topsnelheid van vijf meter per seconde en weegt vijftien kilogram. Volgens bedenker Shaw-Sutton is een belangrijk voordeel van de robothond dat deze moeilijk terrein en lastige oppervlakken kan beklimmen. Ook kan de robot nog effectiever werken door deze via AI en algoritmen detectiedata te laten interpreteren, stelt Farmonaut. Die algoritmen kunnen onder andere patronen in bodemsamenstelling herkennen, gewasopbrengsten voorspellen en boeren op tijd op problemen attenderen. (NO)

De G-Series-watertank van Vaast, een slank ontwerp van zo’n tien centimeter breed, is makkelijk mee te nemen. De opening in het midden kan worden gebruikt als handvat en om de watertank vast te zetten, bijvoorbeeld aan de dakdragers van een auto of terreinwagen. De rechthoekige tank heeft aan weerszijden een schuine kant met aan de ene kant een oranjegekleurde wateropening en aan de andere kant een zwartgekleurd luchtventiel. Door de twee schuine zijkanten is de tank zowel op de korte als de lange kant neer te zetten met de wateropening naar beneden. Gebruikers kunnen water direct aftappen door de oranje ring van de wateropening open te draaien of door er een slang met kraan aan te bevestigen die op de zijkant van de auto kan worden geplaatst. De watertank heeft een inhoud van achttien liter. Vullen van de tank kan ook heel eenvoudig zonder deze los te halen. Op de wateropening past namelijk een standaard adapter van een waterslang. Is er geen vulslang met drinkwater voorhanden, dan is de tank uiteraard ook direct onder de kraan te vullen. (PS)

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

41


EUREKA

Fijne robotvingers De vingers van een robothand worden doorgaans bediend door een elektromotor die een draadje in- en uittrekt. Een Canadees bedrijf zet daarvoor nu hydrauliek in. Het resultaat: een fijnere motoriek met meer kracht en precisie. Het Canadese Sanctuary AI heeft zichzelf ten doel gesteld de eerste mensachtige intelligentie te ontwikkelen voor robots voor algemene toepassingen. Voor zijn robot Phoenix ontwikkelde Sanctuary AI een robothand met 21 vrijheidsgraden van beweging. De vingers van deze robothand worden aangestuurd door hydraulische miniatuurkleppen. Deze technologie zou een tien keer hogere krachtoverbrenging hebben dan elektromechanische systemen. Dit vertaalt zich in meer snelheid, kracht en precisie. Bovendien zou het systeem robuuster en betrouwbaarder zijn, met een langere

42

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

levensduur. De hydraulische miniatuurkleppen hebben inmiddels twee miljard testcycli doorlopen zonder lekken of degradatie. Hydraulische technologie is volgens Sanctuary AI essentieel om de robot net als een mens sterk uiteenlopende taken te laten uitvoeren. Recent slaagde het bedrijf erin om de robothand objecten te laten manipuleren. Dat wil zeggen dat de robothand een klein object kan oppakken, in de hand houden en het door verschillende vingerbewegingen van positie kan doen veranderen. Het systeem bepaalt de krachtfeedback van de vingers

door de minieme drukverschillen in de hydraulische vloeistof te meten. Zo kan de robothand bijvoorbeeld een dobbelsteen door de vingers laten draaien of het wormwiel van een Engelse sleutel verdraaien. Aanvullend kunnen de vingertoppen worden uitgerust met tactiele sensoren. Sanctuary AI gebruikt de robothand in combinatie met de mensachtige robot Phoenix om de kunstmatige intelligentie te trainen. De combinatie van hardware en software moet straks mensachtige robots opleveren die voor een breed scala aan taken en klusjes inzetbaar zijn. (PS)

SANCTUARY AI


Sterilisatiesproeier Met de draagbare plasmasprayer van Palsoo is 99,8 procent van de bacteriën en virussen in de lucht uit te schakelen. Het voordeel: deze werkt op waterbasis en op zonne-energie.

Flexibele robotsensoren Met de ontwikkeling van zachte, flexibele sensoren van keramiek en kunststof helpen Zwitserse materiaalwetenschappers robots een stuk gevoeliger en dus veiliger te maken. Het Zwitserse Empa-lab voor hoogwaardige keramiek ontwikkelt elektrisch geleidende keramiek-kunststofsensoren die druk, temperatuur en deformatie ‘voelen’. Keramiek, eigenlijk een verzameling aan elkaar gebakken deeltjes, is natuurlijk keihard. Maar ingesloten in rekbare kunststof heeft keramiek van kaliumniobaat-, zinkoxide- en koolstofdeeltjes een buigzaamheid die in porselein ver te zoeken is. Wanneer de met keramiek gevulde kunststof wordt opgerekt, samengedrukt of blootgesteld aan temperatuurschommelingen, verandert de afstand tussen de keramische deeltjes, wat leidt tot een wijziging in de elektrische geleiding. Deze verandering in geleiding wordt vervolgens omgezet in een elektrisch signaal dat informatie geeft over de mechanische belasting of temperatuur. De Zwitserse materiaalwetenschappers ontdekten dat hun keramiek-kunststofsensoren in menselijke prothesen via die signalen vingerbuiging of hete oppervlakken ‘voelen’. Om te bepalen wat de sensoren precies detecteerden, koppelden de wetenschappers een AI-model aan een keramiek-kunststoffen ‘robothuid’. Vervolgens trainden ze dit model met sensormetingen, iets wat volgens de Zwitsers doet denken aan menselijke waarneming via zenuwimpulsen. Ook stopten de wetenschappers de keramiek-kunststofsensoren in kunstmatige spieren voor een Japans-Zwitserse bio-hybride robot, die daarmee zijn eigen spiercontractie kon detecteren. Hedendaagse robots zijn volgens Empa-materiaalwetenschapper Frank Clemens nog ‘groot, lomp en erg sterk’ – en dus gevaarlijk. Als we in de toekomst onze werkplek meer met deze ‘kunstmensen’ gaan delen, dan moeten ze volgens Clemens snel kunnen reageren en gevoelig zijn voor aanraking. ‘Als mensen per ongeluk een ander aanraken, doen we automatisch een stapje terug’, zegt Clemens. ‘We willen robots diezelfde reflex geven.’ Met nieuwe combinaties van keramische materialen en zachte kunststof willen de Zwitserse onderzoekers hun sensoren nog gevoeliger en intelligenter maken. Daarvoor willen ze samenwerken met makers van robotgrijpers. Ook de medische sector is zeer geïnteresseerd in de sensoren. (NO)

Het Zuid-Koreaanse bedrijf Palsoo heeft een gepatenteerde plasmasterilisatiesproeier ontwikkeld voor sterilisatie en desinfectie. Traditionele desinfectiesystemen zijn afhankelijk van chemische middelen, wat leidt tot hoge productie- en distributiekosten en gezondheidsgevaar door het inademen van schadelijke stoffen, zegt directeur Palsoo Jang. Deze nieuwste ontsmettingsmethode is puur op waterbasis en daardoor veilig, milieuvriendelijk en bovendien goedkoper dan de gemiddelde allesreiniger. Eerst zorgen elektrische ontladingen in de lucht voor een plasma. Dat levert een mix van ionen (geladen deeltjes) en atomen op. ‘Actieve stoffen reageren met water om plasma-geactiveerd water te creëren, dat sterke antimicrobiële eigenschappen bezit’, zo stelt het bedrijf. Dit plasma-geactiveerde water kan de celmembranen van ziektekiemen beschadigen en hun DNA verstoren. Het wordt door Palsoo geleverd in een spuitfles. Het water verspreidt zich daardoor als fijne aerosolen die lang in de lucht blijven hangen – ideaal voor het bestrijden van ziekteverwekkers die in de lucht zweven. Volgens de makers doodt de spray binnen veertig seconden 99,8 procent van alle bacteriën en virussen. De draagbare plasmaspuit, ter grootte van een rugzak, weegt 3,5 kilogram en heeft een ergonomische handgreep. Volledig opgeladen kan hij kan meer dan zestig minuten continu sproeien. Dankzij de lithiumionbatterij, op te laden op zonne-energie, is de spuit ook geschikt voor gebruik in afgelegen gebieden. (NO)

FOTO ’ S : EMPA ; PALSOO

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

43


EUREKA

Oplader volgt de zon Iris, de ‘alles-in-één’ draagbare powerbank met zonnetracker van de Britse startup Iris Solar, levert stroom op plaatsen waar die niet zomaar uit de muur te tappen is. Op safari in zonovergoten Afrika ondervond productontwerper David James problemen met de stroomvoorziening: te veel apparaten moesten worden aangesloten op een gering aantal beschikbare stopcontacten. Het idee voor de Iris T1, een draagbaar plug-and-play zonnepaneel, was geboren. Het zes kilogram wegende paneel richt zich gedurende de dag met advanced tracking technology en het bi-axiale

44

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

volgmechanisme continu op de zon. Het paneelvermogen is daardoor dubbel zo hoog als wanneer het apparaat gewoon stil zou staan. Het waterbestendige paneel bestaat uit silicium en is met magneten aan een statief bevestigd zodat het eenvoudig is los te koppelen.Het statief staat met drie poten op de grond en bevat drie usb-poorten voor het opladen van smartphones en laptops.

Gebruikers kunnen via hun smartphone verbinding maken met Iris om realtime trackingupdates en batterijstatus te monitoren. Zo weten ze of het apparaat is opgeladen als ze terugkeren op hun kampeerplek. De zonnetracker heeft 270 wattuur laadcapaciteit – voldoende om een smartphone tot twintig keer op te laden. Iris is nu nog niet klaar: pas in augustus 2025 komt de zonnetracker op de markt. (NO)

foto : iris solar


Rolf zag een ding

Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.

Zonnedak Hoe milieuvriendelijk een elektrische auto is, hangt onder meer af van de herkomst van de elektriciteit. Zonnepanelen op het dak vormen een slimme aanvulling. Het Amerikaanse bedrijf DartSolar levert uitschuifbare zonnepanelen voor op het autodak om zelf schone elektriciteit op te wekken. Het systeem bestaat uit zes fotovoltaïsche panelen van elk 160 watt. Ieder paneel is aan de onderkant verstevigd met glasvezelversterkte kunststof en heeft een sterke coating. De panelen liggen in sets van twee naast elkaar in een aluminium frame. De twee voorste en twee achterste panelen kunnen via telescopisch uitschuifbare buizen van rvs onder de middelste panelen wegschuiven. In elkaar geschoven is het pakket nog geen vier centimeter dik. Tijdens het rijden liggen de zonnepanelen als een ingeschoven pakket bovenop de dakdrager van de auto. De twee blootliggende panelen genereren dan 320 watt aan elektriciteit. Staat de auto geparkeerd, dan kunnen de overige vier panelen er eenvoudig handmatig onder vandaan worden geschoven. Samen genereren de zes panelen 960 watt. Het systeem is bestand tegen windsnelheden tot vijftig kilometer per uur of gedeeltelijk ingeschoven tot tachtig kilometer per uur. Volgens DartSolar kunnen de zonnepanelen ongeveer vijf kilowattuur opwekken voor opslag in het accupakket van de auto. Dat komt afhankelijk van het voertuig neer op vijftien tot dertig kilometer rijden. De zonnepanelen voegen wel zo’n veertig kilogram extra gewicht en ongeveer 2 procent extra luchtweerstand toe. Daarentegen leidt de schaduwwerking van de panelen in de zomermaanden tot een koeler interieur waardoor de airconditioning minder hard hoeft te werken. (PS)

Waterpeilfiets Midden in de Kennemerduinen stuit ik op een verlaten fiets. Misschien is iemand even een wandeling gaan maken? Maar in het voorbijrazen zie ik dat deze fiets is vastgeschroefd aan het paaltje waar die tegenaan leunt. Ik rem, stap af en kijk eens goed. Er is veel gereedschap nodig om deze fiets los te krijgen. Terwijl ik vragend om me heen kijk, realiseer ik me opeens waar ik ben: op een van de laagste punten van dit duingebied. 2024 was een nat jaar. Er viel 1064 millimeter neerslag, 23 procent meer dan in een gemiddeld jaar. De waterbeheerders van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zijn daar blij mee: de grondwaterbuffers waaruit het drinkwater voor Noord-Holland wordt gewonnen, zitten een stuk voller. De natuurbeheerders van het park zijn ook blij: stukjes overstroomde duinen zijn goed voor de biodiversiteit in het park. Maar voor de recreanten was al die regen minder leuk. Een aantal populaire wandelen fietsroutes was een deel van 2024 niet begaanbaar. Dit laat goed de druk zien die we in West-Nederland op onze ruimte leggen. Gebieden moeten meerdere functies vervullen die regelmatig botsen. Een paar maanden later rijd ik opnieuw langs hetzelfde punt in de Kennemerduinen, alleen staat er nu zo’n twintig centimeter water op het fietspad, donker water met veel bladeren waardoor je niet goed kunt zien hoe diep het is. Als duinbeheerder wil je recreanten vertellen of ze veilig door die plas kunnen fietsen. Een bordje ‘soms nat’ helpt niet: dat zien mensen zelf ook wel en het geeft ook verder weinig informatie. Een waarschuwing plaatsen op de website? Die lezen mensen niet van tevoren. Een waterhoogtemeter naast het pad plaatsen? Dan heb je twee problemen: je moet in het water staan om deze goed af te lezen en je moet snappen hoe hoog twintig centimeter is: kun je daar net wel of net niet doorheen fietsen? Een fiets aan een paaltje vastmaken is hier de beste oplossing. Je ziet precies hoe hoog het water komt en hoe nat je zult worden: alleen je trappers (voeten) nat of water tot aan het zadel (kruis...). Als ingenieur ben je snel, en terecht, geneigd om metingen in nette eenheden te doen – voor waterhoogte zijn dat centimeters. Maar om de impact duidelijk over te brengen, is de menselijke maat essentieel. En een fiets is de perfecte menselijke maat voor langsrijdende fietsers. PS: Tevens ben ik van mening dat elektrische fietsen als brommers moeten worden gezien. Rolf Hut is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

FOTO : DARTSOLAR ; PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

45



Wat drijft de hedendaagse ingenieur?

Giulia Russo is nucleair ingenieur bij Thorizon, een startup die werkt aan een kernreactor op basis van thorium, kernafval en gesmolten zout.

‘Geloof in verandering’ Tekst: Marlies ter Voorde • Foto: Bianca Sistermans

‘Ik groeide op in Parma in Italië, de stad van de Parmezaanse kaas en de parmaham. Als kind had ik de toekomstdroom om bedreigde diersoorten te gaan redden. Op de middelbare school werd ik gegrepen door de exacte vakken. Toch was nucleaire technologie een onverwachte liefde op het eerste gezicht. Toen ik in de vierde klas zat, ging ik naar een voorlichtingsdag van de Politecnico di Milano. Ik was geïnteresseerd in werktuigbouwkunde, maar ik vergiste me in de zaal en kwam bij een presentatie over nucleaire technologie terecht en durfde toen niet meer weg te gaan. Toen ik die avond thuis kwam, zei ik tegen mijn ouders: “Ik ben eruit. Ik wil nucleair ingenieur worden!” Dat vonden ze niet leuk. Zou ik me wel thuis voelen in die mannenwereld? En was er wel werk in te vinden? Kon ik niet beter natuurkunde doen en dan eventueel leraar worden? Maar toen ze zagen hoe vastbesloten en enthousiast ik was, zeiden ze: “Ga ervoor!” Dat deed ik, bij de Politecnico di Torino. Nadat ik aan de Goethe-Universität in Frankfurt was gepromoveerd, werkte ik een paar jaar bij CERN. Daarna ging ik naar Thorizon, een Amsterdamse startup die een gesmoltenzoutreactor ontwikkelt waarin thorium en kernafval als brandstof worden gebruikt. Ik red dan wel geen dieren, maar lever hiermee toch een bijdrage aan een betere wereld. We zitten, als het om energie gaat, op een kantelpunt in de geschiedenis. Dat geldt ook voor kernenergie. Thorizon gebruikt kernafval als brandstof en werkt daarmee aan een circulaire manier van kernenergie opwekken. In conventionele kerncentrales wordt maar een paar procent van de brandstof gebruikt, bij ons is dat 90 procent of meer.

Ik kon uit verschillende startups kiezen om aan deze technologie te werken. Het werd Thorizon omdat ze daar ook de beperkingen en risico’s van de technologie benoemden en ideeën hebben over hoe die op te lossen. Dat maakte Thorizon de meest veelbelovende van de startups die mij een baan aanboden. Door niet alleen te dromen maar juist ook de zwakke punten van een technologie onder ogen te zien, is de kans het grootst dat deze ooit realiteit wordt. Mijn droom voor de toekomst is om erbij te zijn als onze reactor voor het eerst energie produceert, om te zien hoe de theorie en de getallen die nu nog in onze hoofden zitten opeens werkelijkheid worden. Dat ga ik nog wel meemaken, misschien niet eens zo heel ver in de toekomst. Een van de dingen die ik graag anders zou willen zien, is de bureaucratie rond dit soort technologie. Die werkt vertragend, al leert dat je om geduldig te zijn. Maar wat ik belangrijker vind, is dat de houding van onze bestuurders ten opzichte van kernenergie verandert. Omdat ik uit Italië kom, hoop ik vooral dat ze daar hun kernenergieverbod snel opheffen. Intussen richt ik me op Frankrijk en Nederland en hoop dat de politiek gaat inzien hoe veelbelovend de energiebron is waaraan wij werken. In de late jaren zestig had Amerika een experimentele gesmoltenzoutreactor, daarna bleef het stil. Hoe krachtig zou het zijn om het eerste land van Europa te zijn dat er weer een heeft? Aan studenten wil ik adviseren: wees niet bang voor uitdagingen en kijk niet steeds hoe ver de top van de berg nog is. Ga stapsgewijs naar boven, elke dag een stukje, dan is alles haalbaar. En geloof in verandering. We hebben één kans. Laten we die grijpen.’ • FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

47


I N F O R M AT I E T E C H N O L O G I E T E K S T: T O N V E R H E I J E N

De groeikansen van een sleuteltechnologie

XR uit de polder Extended reality kan de interactie tussen mens en computer compleet op z’n kop zetten. Hoewel de ontwikkelingen traag gaan, zijn de verwachtingen nog altijd hooggespannen. Nederlandse ontwerpers zien kansen op een internationale doorbraak, maar, zeggen ze, ‘we moeten meer laten zien wat we kunnen’.

‘Eerst even de handen kalibreren’, zegt Gijs den Butter, oprichter van SenseGlove. We zijn bij YES!Delft, waar Den Butter een lesje extended reality (XR) geeft. Hij heeft net mijn headset getest en nu lezen de robothandschoenen het formaat van mijn handen uit. Na wat pseudo-virtueel gepriegel heb ik ‘contact’. Den Butter knikt goedkeurend: ‘Als ik nu naar je handen kijk, bewegen ze precies zoals op het scherm. We kunnen aan de slag.’ Mijn handen bevinden zich in een virtueel laboratorium. Als ik een erlenmeyer vastpak, voel ik ook echt de tegendruk op mijn vingers. Zelfs het water dat ik over mijn hand laat stromen, voelt echt aan. Realistische, haptische waarneming in een virtuele wereld. Company Industry

opgerichte spinoff van onderzoek aan de TU Delft produceert de handschoenen inmiddels in aanzienlijke aantallen. Den Butter wil geen cijfers noemen. De handschoenen meten iedere beweging van elk gewricht in de hand. ‘Elke vinger is een robotje.’ Daardoor kunnen gebruikers vorm, dichtheid en textuur van virtuele objecten voelen. Het ervaren van echte aanraking in een digitale realiteit is niet alleen leuk, maar biedt ook mogelijkheden voor het bedrijfsleven. Volkswagen en Tesla gebruiken de SenseGlove bij het opleiden van hun personeel, net als ziekenhuizen en vliegmaatschappijen. Fabrieksmedewerkers kunnen met de handschoen trainen voor het werk aan de assemblagelijn, chirurgen bereiden zich VR use cases ermee ‘droog’ voor op een ingewikkelde operatie. Trainen in VR De haptiek die SenseGlove toevoegt aan virtuele traiInternational air transport Training SenseGlove, wereldtop op het gebied van haptiek, wordt ningen, is volgens Den Butter een grote stap voorwaarts: langzaamaan ontdekt door grote bedrijven. De in 2015 ‘Training on the job hoeft niet meer. Ook een dure simula-

Met Air France-KLM traint Unbound XR cockpit- en cabinepersoneel. FOTO : KLM 48

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025


Met de SenseGlove kun je virtuele voorwerpen vasthouden en samenknijpen alsof ze echt zijn. FOTO : SENSEGLOVE

Nieuwe vormen Extended reality (XR) is een verzamelnaam voor augmented reality (AR), virtual reality (VR) en mixed reality (MR). Nederland heeft hierin wereldwijd een vooraanstaande positie verworven, blijkt uit het vorig najaar verschenen rapport Het Nederlandse XR Ecosysteem. Na analyse van 170 bedrijven concluderen de opstellers, afkomstig uit de branche zelf maar ook van bijvoorbeeld regionale ontwikkelmaatschappij ROM Utrecht Region, dat Nederlandse XR-oplossingen breed worden geaccepteerd in industrie, machinebouw, gezondheidszorg, onderwijs, bouw en vastgoed, entertainment en e-commerce. ‘De ontwikkelingen worden aangedreven door constante technologische vernieuwingen’, zegt bestuurslid Jan Verwoerd van DutchXR. ‘Nu is het zaak voorop te blijven lopen en te bepalen welke kennis, vaardigheden en inzichten daarvoor nodig zijn.’ De sector moet volgens Verwoerd ‘strategische stappen’ zetten om te groeien. Ofwel: investeren in innovatie en technologieontwikkeling, opleiding en werkgelegenheid, marktintegratie, samenwerking en communicatie. ‘We moeten meer laten zien wat we kunnen. Volgens Verwoerd kan XR veel breder worden ingezet in het

dagelijks leven en in werkprocessen. ‘We zijn toe aan nieuwe vormen van interactie en beleving.’ Deepfake-therapie XR-toepassingen maken momenteel reuzensprongen op het vlak van haptiek, spatial computing (integratie fysiek en digitaal) en brain-computer-interfaces (interacties tussen hersenen en computers). Neem het communicatieplatform Deeptherapy, ontwikkeld door het in Amsterdam gevestigde 3D Universum. Deeptherapy maakt althans naar eigen zeggen het onmogelijke waar: praten met een overledene. Er hoeft slechts een foto van het gezicht te worden geüpload en het programma gaat aan de slag.

tor afhuren is niet meer nodig. Dat kan allemaal virtueel. Met het oog op kostenbesparingen en personeelstekorten is dat interessant. Ons systeem houdt mensen bovendien meer betrokken bij een training, zodat ze de leerstof beter onthouden.’

Uitgebreide realiteit Extended reality (XR) is een overkoepelende term voor alle immersieve technologieën die de perceptie van de werkelijkheid uitbreiden doordat we fysiek aanwezig ‘zijn’ in een niet-fysieke wereld. Door digitale elementen toe te voegen wordt onze waarneming van de

echte wereld veranderd of verbeterd. XR omvat augmented reality (AR), virtual reality (VR), mixed reality (MR) en andere bestaande of toekomstige technologieën die fysiek en digitaal samenbrengen. Het kan gaan om digitale laagjes of om volledig virtuele omgevingen.

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

49


I N F O R M AT I E T E C H N O L O G I E

De magazijnvoorraad is eenvoudig te scannen met behulp van augmented reality. BEELD : DEPOSITPHOTOS

Nederland in 3D De nieuwste 3D-innovatie is volgens Cyclomedia een digital twin van heel Nederland. Het bedrijf legt gegevens uit de echte wereld vast en zet die om in waardevolle data en inzichten. Met 3DNL hebben klanten van Cyclomedia toegang tot realistische digitale weergaven van de werkelijkheid met nauwkeurige 360 graden-visualisaties op straatniveau in het

50

hele land. Daarmee kunnen ze hun eigen plannen visualiseren, maar ook burgers en omwonenden informeren over veranderingen in de buitenruimte. Cyclomedia ziet tevens mogelijkheden voor analyses en specificaties van bouwwerken en het koppelen van gebruikte materialen en ontwerpen aan eerdere gegevens over bouwen en gebiedsontwikkeling.

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Psychologen gebruiken Deeptherapy voor cliënten met trauma-, angst- en rouwproblematiek. Via Zoom kunnen deze mensen bijvoorbeeld in gesprek met onbereikbare naasten. De dialoog in het rollenspel wordt aangestuurd door de psycholoog, die aanvoelt wat diegene nodig heeft. Sezer Karaoglu, co-founder van 3D Universum, ziet de meerwaarde voor psychologen en patiënten. ‘We zijn daarvoor met hen in contact. Samen verbeteren we de protocollen en dialogen. Ons platform ondersteunt bijvoorbeeld mensen die hun dierbaren hebben verloren en geen kans hebben gehad om afscheid te nemen. Het systeem wordt ook gebruikt voor cliënten die seksueel zijn misbruikt. Met deze therapie kunnen ze zich uiten op een manier die voor hen werkt. Ze worden als het ware empowered. Dat blijkt hen te helpen in te zien dat het niet hun schuld was.’ Groeicurve ‘Dit is niet zomaar een tech-trend’, schreef het World Economic Forum (WEF) onlangs op zijn website over XR. De techniek zal volgens het WEF een grote verschuiving teweegbrengen in hoe bedrijven innoveren en contacten onderhouden met stakeholders. Bijvoorbeeld door scenario’s en strategieën te simuleren, controle te krijgen over hun toeleveringsketen, hun personeel te trainen in 3D en beslissingen vaker realtime te nemen. Het WEF verwacht een flinke groei van de markt. Het Nederlands rapport zit op dezelfde koers. Het stelt dat de wereldwijde XR-markt een flinke groeicurve te pakken heeft: van 24,8 miljard euro in 2018 naar 1,39 triljoen euro in 2030. In Nederland is de verwachte waarde in het jaar 2029 zo’n zeshonderd miljoen euro. Toepassingsgebieden zijn onder andere platforms voor virtueel samenwerken en virtueel vergaderen, XR voor BEELD : CYCLOMEDIA


training en educatie, wearables waarmee ontwerpers en architecten hun nieuwe gebouw (of jacht) kunnen laten zien en serious gaming voor bewustwording en gedrag. Snoepwinkel in 3D Voor marketingdoeleinden is XR een snoepwinkel in 3D. Zo kunnen klanten van Audi in de VR-showroom nieuwe modellen bekijken en personaliseren. Voor e-commerce zijn er kansen voor meer beleving in webwinkels. IKEA gebruikt AR-technologie om klanten in staat te stellen meubels en producten virtueel in hun eigen huis te plaatsen. De in Rotterdam gevestigde 360Fabriek gebruikt XR-technologie om fysieke objecten te scannen en digitale klonen te maken voor fotoshoots, waardoor de (dure) fysieke fotosessie niet meer nodig is. De EU verwacht dat de XR-industrie in Europa nog dit jaar 440.000 tot 860.000 nieuwe banen zal opleveren. Dat vraagt overigens wel iets van de vaardigheden van de professionals van morgen. Ingenieurs en monteurs moeten leren omgaan met AR-brillen om op afstand ondersteuning te krijgen. Medische chirurgen en therapeuten moeten XR-technologie leren hanteren voor simulaties, trainingen en patiëntenzorg. Architecten moeten VR en AR gaan ontdekken om klanten virtuele rondleidingen door hun ontwerpen te geven. Onderzoekers moeten XR-technologie leren gebruiken voor experimenten en studies in gesimuleerde omgevingen. Mens en gedrag Groei van de sector lijkt voor de hand te liggen, maar is geen uitgemaakte zaak; de technologie kan ook een eeuwige belofte blijven. Annet Kloprogge van ROM Utrecht Region: ‘XR is een sleuteltechnologie die zich niet vanzelf kan doorontwikkelen. Er is steun nodig om onze positie als test- en experimenteerland verder te verbeteren.’ En niet alleen steun, ook adoptie vanuit het bedrijfsleven. Veel ondernemers zitten nog in de experimenteerfase, stelt enterprise-specialist Simon Frijters van Unbound XR, een van de grootste verkopers in Europa. Frijters onderhoudt contacten met onder andere monteurs, IT-managers, inkopers, docenten en directeuren. Hij spreekt met hen over vervolgstappen. Hoe kun je met XR reistijd terugdringen? Het personeelstekort verzachten? Frijters: ‘De hardware en software zijn er helemaal klaar voor. Wat SenseGlove met de handen doet, kan in principe ook met de rest van het lichaam voor volledige lichaamstracking. De beperkende factoren zijn mensen en gedrag. Daarover gaan de gesprekken die ik voer. Wat is het doel? Hoe is de relatie met inkoop en IT? Hoe ziet het projectteam eruit? Hoe zijn de financiën geregeld? De devices moeten onderdeel worden van de IT-architectuur en het bedrijfsnetwerk. Lijnmanagers moeten aantonen hoe ze winst gaan behalen. Wat we nodig hebben zijn duidelijke plannen. Soms hoor ik: “Joh, ik heb ergens wat gelezen”. Maar dat werkt dus niet.’

glass met ingebouwde microfoon en camera kunnen zij op locatie ondersteuning krijgen van een helpdesk. Zorgsector en onderwijs komen langzaam over de brug maar hebben wat meer hobbels te overwinnen. De zorgsector moet het deels van publieke gelden hebben en is afhankelijker van beschikbare budgetten. Daar zijn resultaten te realiseren als verpleegkundigen meer gaan beeldbellen en zo hun reistijd beperken. Frijters: ‘Ze kunnen minder handen aan het bed bieden, maar doen meer consults. Dat is een afweging.’ In het onderwijs kunnen voordelen worden behaald met de inzet van simulatietechnieken. Daarmee wordt niet per se geld verdiend, maar wel effectiever onderwijs gegeven. Frijters: ‘Bij lesstof in 3D kun je denken aan gebouwen en auto’s, gesprekstechnieken, presentaties en inzicht in het menselijk lichaam. XR is de sleutel.’ •

Metaverse blijft een belofte ‘Het loopt nog geen storm in de Metaverse’, constateert Simon Frijters van Unbound XR. De Metaverse belooft al jaren een Facebook 5.0 te worden, een hyperrealistische ontmoetingsplek waar het dagelijks leven virtueel wordt voortgezet. Volgens hem ontbreekt het vooralsnog aan grote financiers en worden er bovendien te weinig headsets verkocht. Frijters licht toe wat die twee met elkaar te maken hebben: ‘Je kunt de Metaverse op je telefoon bekijken met plat beeld. Met een headset op heb je beleving in 3D. Neem een voetbalwedstrijd. In het stadion kun je rondkijken. Je ziet de lichtinval, schaduwen, rook van het vuurwerk. Met echte

stadionbeleving kan de Metaverse concurreren met grote entertainmentshows die vaak snel zijn uitverkocht.’ Voor een klein bedrag kan de Metaverse honderdduizenden of miljoenen toegangskaarten verkopen, vertelt Frijters. ‘Maar dat kan Facebook niet alleen. Voor een concert van Taylor Swift moet een platenmaatschappij meewerken, voor een voetbalwedstrijd een Amerikaans kabeltelevisienetwerk. Vergis je niet: zo’n partij moet meerdere camera’s hebben, goede software, specialisten die de technologie beheersen, een betaalsysteem dat werkt en een extreem goede verbinding om zo veel gebruikers tegelijk te bedienen.’

Downtime beperken De industrie omarmt XR, zegt Frijters. ‘Daar gaat het om grote bedragen en zijn de winsten sneller te realiseren door de downtime te beperken.’ Ook onderhoudsmonteurs snappen wat ze eraan hebben: met een smartbeeld : depositphotos

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

51


De Ingenieur in gesprek

Henk van Houten neemt afscheid als voorzitter van NAE

‘Stem van engineers te weinig gehoord’ In navolging van de buurlanden kent ook ons land sinds twee jaar een academie voor technische topexperts uit kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Inmiddels telt deze Netherlands Academy of Engineering (NAE) 91 leden of fellows, elk met grote exper­ tise op het gebied van op engineering gebaseerde innovaties. Wat beoogt NAE precies? ‘We zijn maar een kleine club, maar kunnen een katalysator zijn voor verandering’, zegt scheidend voorzitter Henk van Houten. Tekst: Pancras Dijk

Beste topexperts uit de technologische wetenschappen en het toegepast technisch onderzoek: jullie moeten bij ons zijn. Met die oproep maakte de Netherlands Aca­ demy of Engineering in het voorjaar van 2023 haar en­ tree in de Nederlandse samenleving. Henk van Houten, voormalig chief technology officer van Philips, loodste de organisatie door de eerste, drukke jaren. De Ingenieur spreekt hem eind december 2024, op het moment dat zijn termijn als bestuursvoorzitter er bijna opzit. ‘De fun­ damentele wetenschap heeft een sterke lobby, maar de stem van technologie en innovatie wordt veel te weinig gehoord. In die lacune willen wij voorzien.’ Waarom houdt u het nu alweer voor gezien?

‘Het opzetten van zo’n nieuwe club is bijna als het lei­ den van een startup. Het was een intense tijd. Twee jaar lang ben ik er elke dag wel even mee bezig geweest. Al­ les moest worden geregeld: van praktische zaken als de statuten en een bankrekening tot inhoudelijke zaken als de positionering en het programma. We moesten een bestuur in het leven roepen, een bureauorganisatie opzetten en met de belanghebbenden in het kennis­ en innovatie­ecosysteem spreken. Bij een organisatie die al lang bestaat, zijn alle processen ingesleten. Dat kan na­ delen hebben, maar het scheelt wel veel tijd. Wij hebben alles zelf moeten bedenken. Voordat we de eerste fellows benoemden, waren we al negen maanden bezig. De basis is nu gelegd en dit is het goede moment om het stokje over te dragen.’ 52

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Waar lag de kiem voor de oprichting van een ‘academie’ voor engineers?

‘We lopen hierin niet voorop. Zweden kent al sinds 1919 de invloedrijke koninklijke Ingenjörsvetenskaps­ akademien (IVA). Duitsland heeft in 2002 de Akade­ mie der Technikwissenschaften (Acatech) opgericht, en Frankrijk in 2000 de Académie des technologies, onder presidentiële bescherming. In Nederland be­ stond wel een Academie voor Technologie en Innova­ tie (AcTI), maar die had geen officiële status en maar zeer beperkte invloed. Daardoor groeide de wens bij bijvoorbeeld de vier technische universiteiten om een formele academy op te richten. Ook de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Economi­ sche Zaken wilden in zo’n instelling investeren. Een tijd lang is er geprobeerd om de organisatie onder de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschap­ pen te laten vallen, zoals dat voor de Academie voor de Kunsten ook het geval is. Gesprekken daarover liepen echter vast: de wetenschappers hadden er moeite mee dat vertegenwoordigers van het bedrijfsleven lid zou­ den worden en er bleef voor ons onvoldoende ruimte over voor eigen beleid. Daarom kozen we er uiteindelijk voor een aparte, zelfstandige vereniging op te richten voor engineers: niet alleen voor klassieke ingenieurs, maar ook voor scheikundigen, natuurkundigen en an­ dere bèta’s die werken aan op engineering gebaseerde innovatie in de breedste zin van het woord.’


1975 – 1984: studie en promotieonderzoek natuurkunde, Universiteit Leiden 1988 – 2022: diverse functies bij Philips, de laatste zes jaar als chief technology officer 2023 – 2024: bestuursvoorzitter Netherlands Academy of Engineering

‘De stem van engineering en technische innovatie wordt onvoldoende gehoord. Een puur op de politiek gerichte adviesraad willen we niet zijn: dat is de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie, en Innovatie (AWTI) al. Ongevraagd zullen we heus wel eens een advies uitbrengen richting politiek Den Haag, maar we willen in de eerste plaats een forum voor debat zijn, om zo steeds samen met andere partijen het ecosysteem voor innovaties te verbeteren.’ Wat is er mis met dat ecosysteem?

‘Het bekende verhaal: we hebben in Nederland veel startups. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die vaker succesvol zijn en scale-ups worden? Talent is ook een probleem. Tegenwoordig zijn er niet alleen in fabrieken technici nodig, maar overal. Als gevolg van de digitalisering trekken ze nu ook vanuit justitie, de fiscus en de banken aan techniektalent. Terwijl er steeds meer engineers nodig zijn, gaat de trend juist net de andere kant op. Dat is niet goed. Op engineering gebaseerde innovatie is ook cruciaal voor het instandhouden van ons verdienvermogen – dat wordt nog wel eens vergeten. En last but not least: de grote maatschappelijke transities vereisen oplossingen gebaseerd op systeemdenken, iets waar engineers goed in zijn. Daaraan willen we ons steentje bijdragen.’ In uw NAE-openingsrede twee jaar geleden noemde u techniek ‘misschien wel de aller-

belangrijkste motor voor verandering in onze maatschappij’. Toch wordt de stem van de ingenieur in het publieke debat nauwelijks gehoord. Is dat erg?

‘Technologische innovaties brengen telkens weer enorme maatschappelijke veranderingen te weeg: van de boekdrukkunst en de stoommachine tot kunstmatige intelligentie. Intussen heeft maar een paar procent van de volksvertegenwoordigers in onze Tweede Kamer een technische achtergrond. Ja, dat vind ik zorgwekkend.’ Dat moet u dan toch juist de technici zelf verwijten? Dat ze maar zo zelden kiezen voor een loopbaan in de politiek?

‘Natuurlijk, ze moeten zich wel beschikbaar stellen. Misschien is het ook cultureel bepaald. In Duitsland is het anders: daar gaat bijvoorbeeld de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule in Aken prat op alle politici en leiders in het bedrijfsleven die ze heeft voortgebracht. Onze ingenieurs doen in alle bescheidenheid hun ding, zonder de trom te roeren. Maar ze zouden zich eens moeten realiseren hoe invloedrijk ze zijn.’ Wat is het gevolg van de afwezigheid van dat ingenieursgeluid?

‘De huidige stemming tegen de immigratie van techniektalent baart me zorgen. We denken veel te licht over het in stand houden van ons verdienmodel: in Nederland, maar ook breder in Europa. We denken: met onze

t

In welke behoefte voorziet NAE?

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

53


QUOTE

We zijn een katalysator voor verandering en kunnen partijen bij elkaar brengen

welvaart zit het wel goed. Maar als we niet uitkijken, gaan we gillend achteruit: dan verliezen we de industrie, gaan de grote bedrijven weg en worden we irrelevant in een wereld met toenemende handelsbarrières en geopolitieke strijd. Daar moeten we voor waken en waarschuwen, juist ook ingenieurs.’ De doelen van NAE lijken overeen te komen met die van ingenieursvereniging KIVI. Hoe kunnen beide clubs naast elkaar bestaan?

‘KIVI zien we als een van onze voornaamste partners en we zijn heel blij dat president Jacolien Eijer is toegetreden tot onze adviesraad. Als beroepsvereniging voor ingenieurs heeft KIVI een enorme achterban, met vele duizenden leden, maar ze mist de slagkracht van mensen aan de top met het juiste netwerk om werkelijk dingen in beweging te zetten. Wij als NAE zijn niet zo arrogant dat we onszelf beschouwen als de kop op de romp die KIVI heet, maar zowel wijzelf als het KIVI-bestuur zien dat we elkaar goed kunnen aanvullen en wij zien juist grote potentie in die samenwerking. KIVI is bovendien weliswaar de grootste, maar zeker niet de enige beroepsvereniging waarmee we samenwerken. Je hoeft geen ir. of ing. voor je naam te hebben staan om als fellow te kunnen worden benoemd – als Leids natuurkundige ben ik zelf ook geen ingenieur. Misschien raakt die benaming ook wel uit de tijd. Op vele algemene universiteiten in het buitenland, en bij ons bijvoorbeeld in Groningen, kan men inmiddels een uitstekende technische opleiding volgen. Daar liggen nog veel kansen. Ook de samenwerking van de Universiteit Twente met de Vrije Universiteit in Amsterdam op het gebied van werktuigbouwkunde laat zien wat er op dat vlak mogelijk is.’

Per januari 2025 trad een nieuw NAE-bestuur aan. Als voorzitter is Henk van Houten opgevolgd door Lukas Roffel, chief technical officer van technologiebedrijf Thales. De fellows worden benoemd op basis van nominaties afkomstig uit onder andere het bedrijfsleven, universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en academische ziekenhuizen. Naast fellows heeft NAE ook young engineers als leden. Ook KIVI mag jaarlijks kandidaten voordragen. 54

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Wat hebben ingenieurs de samenleving te bieden anno 2025?

‘De maatschappelijke transities zijn zo complex dat alleen ingenieursdenken, met name systeemdenken, een verschil kan maken. Ik noem vaak het voorbeeld van de energietransitie. Iedereen legde enthousiast zonnepanelen op zijn dak, gestimuleerd door subsidies – met enorme netcongestie als resultaat. Als samenleving hebben we onvoldoende vooraf nagedacht over de vraag hoe we het systeem van oogst, gebruik en opslag van energie het best kunnen opzetten. Wat regelen we centraal, wat doen we regionaal, wat per stad of bedrijvenpark en wat kan iedereen thuis doen? En hoe zit het met de cybersecurity en gevoeligheid voor natuurrampen en andere bedreigingen van het energiesysteem? Zulke vraagstukken schreeuwen om systeemdenken.’ Kunnen we dat wel?

‘In bedrijven denken ze al veel meer in termen van systeemoplossingen. Mijn oude werkgever Philips maakte voorheen stand alone-producten: de klant moest dan maar zien wat die met het apparaat deed. Nu verwacht die klant een product dat is ingebed in het bestaande IT-systeem waarop nieuwe applicaties kunnen worden gebouwd. Philips moet zich ineens zorgen gaan maken om de cyberveiligheid van een ziekenhuis waaraan het levert, het moet daarbij het geleverde apparaat continu blijven monitoren en op basis van data fouten opsporen voor ze optreden. Alles is verbonden: ooit was een auto een voertuig met mogelijk wat software, nu is het software op wielen geworden. Het gaat niet langer om systemen, maar om een system of systems.’ Hoe gaat NAE verder?

‘We zijn maar een klein clubje, we kunnen de wereld niet zelf veranderen, maar we kunnen wel een katalysator zijn voor verandering en partijen bij elkaar brengen. We groeien de komende tijd door naar 120 fellows. Onze kracht zit hem in hun netwerk en het vertrouwen dat ze genieten op basis van hun staat van dienst en hun maatschappelijke positie. Met onze leden kunnen we makkelijk de mensen die er toe doen voor een bepaald onderwerp bij elkaar krijgen. Als academie staan we nog maar aan het begin, we moeten nog uitvinden wat het beste werkt. We gaan dat leren door ons te concentreren op een aantal thema’s en verschillende manieren van aanpak te testen. Wat dat betreft zullen we nog wel even een startup blijven.’ • foto ’ s : philips ( portret ) ; nae


WAAR

KUN N EN

W E

N A A RT O E?

DE

IN GEN IEU R

T IP T

T E K S T: J I M H E I R B A U T

t/m 11/5

Design van seksspeeltjes De tentoonstelling Toy Stories. Designing Intimacy in de Kunsthal in Rotterdam laat zien hoe het ontwerpen van intieme hulp­ middelen door de jaren heen is veranderd. ‘Ooit verborgen in een donker laatje, schitteren ze nu als luxe wellnessproducten, gewilde cadeaus en stijlvolle design­ objecten’, stelt het museum. Aan de hand van verschillende the­ ma’s, zoals gezondheid, esthetiek en materialen, biedt de tentoon­ stelling een veelzijdige blik op de ontwikkeling van het design. Schetsen, prototypen, gietmallen en materialen tonen de processen achter het ontwerp. Meer info: kunsthal.nl/nl/planje-bezoek/tentoonstellingen/ toy-stories

tot 1/6 E-waste wordt kunst Het Kunstpalast in Düsseldorf brengt ECHO, de eerste solotentoonstelling in Duitsland van Elias Sime. De Ethiopische kunstenaar vermengt afgedankte onderdelen van elektronische apparaten, e­waste, met traditionele kunstvormen zoals textiel en schilderwerk. Verstrengelde stroomdraden, herschikte toetsenborddelen en gesloopte moederborden worden abstracte en figuratieve driedimensionale beelden. Al die losse onderdelen, allemaal uit andere windstreken, brengen ook de vele handen waar ze doorheen zijn gegaan in herinnering. Meer info: kunstpalast.de/en/event/elias-sime

t/m 29/6

Sterren bij Teylers

11/3 t/m 16/3

Alles over voeding bij InScience InScience in Nijmegen, altijd al meer dan alleen een filmfestival, viert zijn tienjarig bestaan. De speciale ju­ bileumeditie rondom bioscoop LUX kent programma’s rond onder meer het thema ‘Future Tech’. Daaronder vallen zeven films, waarvan er een gaat over een blinde priester die een van de eerste bionische ogen ter wereld krijgt. Bij een andere film kijk je mee achter de schermen van DeepMind met de vraag of AI creatieve beslissingen kan nemen. Voor kinderen is er onder het motto ‘Food for Thought’ een smakelijk junior­ programma samengesteld, met op zaterdag Charlie and the Chocolate Factory uit 1971. Meer info: insciencefestival.nl/nl foto ’ s : elias sime , tightrope , behind the processor ( detail ) ; frederick wiseman ; oh collective

Eeuwenlang vormden de sterren een kompas en een bron voor zingeving. Maar onze relatie met de sterrenhemel is aan het veranderen. Door lichtvervui­ ling ziet het merendeel van de Europeanen met het blote oog steeds minder sterren. Tegelijk kijken telescopen steeds dieper in het heelal en oefent ruimte­ vaart een steeds grotere invloed op ons leven uit. Welke gevol­ gen dit heeft, wordt verkend in Kosmos, een nieuwe tentoon­ stelling in Teylers Museum in Haarlem. Meer info: teylersmuseum.nl/nl/ zien-en-doen/kosmos

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

55


Big Tech en de rechtsstaat Big Techbedrijven vormen in toenemende mate een bedreiging voor de demo­ cratische rechtsstaat, schrijft Reijer Passchier in een doortimmerd boek. Constitutionele structuren staan onder druk en er is sprake van een nieuw soort feodalisme. Tekst: Marlies ter Voorde

De vloek van Big Tech. De juridisch-technologische wortels van constitutioneel verval en digitaal feodalisme Reijer Passchier 229 blz. | € 31,50

56

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Veel boekliefhebbers verafschuwen het, maar ik heb de gewoonte om bij boeken die ik recenseer de hoekjes om te vouwen van bladzijden waarop iets belangrijks wordt vermeld. Bij De vloek van Big Tech van Reijer Passchier ben ik daar mee gestopt. Het onderwerp is urgent en Pas­ schier heeft er zoveel zinnige dingen over te melden, dat het aantal omgevouwen hoekjes zijn doel compleet voorbijschoot. We denken bij de gevaren van Big Tech vooral aan schendingen van de privacy, het uitvergroten van vooroordelen waar­ door structurele discriminatie ontstaat en de psychologische effecten van sociale media op met name jonge mensen. Maar de grote techbedrijven vormen tevens een gigantische bedreiging voor de democratische rechtsstaat omdat ze de institutionele grondslagen ervan onder­ mijnen, laat Passchier zien in zijn boek. De macht van soevereine staten om techbedrijven als Microsoft, Amazon en Apple aan de regels en wetten van de democratische rechtsstaat te houden, neemt af. De techgiganten zijn te belang­ rijk geworden voor zowel de economie als het functioneren van de maatschap­ pij: denk bijvoorbeeld aan het gebruik van het satellietennetwerk Starlink in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De techbedrijven zijn in zekere zin rivalen van de soevereine staat en daarmee grote spelers in het politieke spel. En het zijn ontwikkelingen in het rechtssysteem zelf die dit mogelijk hebben gemaakt, schrijft Passchier. Om dit uit te leggen, neemt hij de lezer mee naar de vijfde eeuw na Christus, toen het private eigendomsrecht in leven werd geroepen. In de loop van de geschiedenis was dit een probaat middel om burgers te beschermen tegen feodale structuren. Zo brak het de macht van potentaten en de adel: in plaats van als leenman land te moeten pachten van zo’n leenheer en daar volledig afhankelijk van te zijn, kon een burger nu een eigen stukje land aankopen. Daarmee werden ook de geproduceerde goederen van hemzelf. Juist dit private eigendomsrecht ver­ oorzaakte uiteindelijk echter weer nieu­

we machtsstructuren, die in zekere zin vergelijkbaar zijn met het feodale stelsel van weleer. Er vormden zich concentra­ ties van eigendom en met name bezit van productiemiddelen (zoals machines) en grondstoffen bracht tevens bezit van macht met zich mee. Toen in de tweede helft van de negentiende eeuw ook het kapitaal­ vennootschap in het leven werd geroe­ pen, waarmee bedrijven een zelfstandige rechtsbevoegdheid kregen en de eigenaar niet meer rechtstreeks aansprakelijk was, begon de race to the bottom. Die leidde uiteindelijk tot grote, niet altijd even maatschappelijk verantwoord opererende bedrijven, die in de loop er tijd steeds meer privileges en macht kregen. Juridisch gezien is de staat nog steeds de baas, maar in de praktijk is de macht van techgiganten inmiddels zo groot dat zij de soevereiniteit van die staat onder­ mijnen. Passchier schreef met deze koppeling van rechtsstructuren en technologie een relevant boek met een origineel perspec­ tief. Het is duidelijk en helder geschre­ ven, maar een page turner is het niet: van de lezer wordt wel enige concentratie en vasthoudendheid gevraagd. Daar krijgt deze een interessante verhandeling voor terug,met bijna om de bladzijde wel een reden om een hoekje van de pagina om te vouwen. Het gelijk van Passchier wordt de laatste tijd onderstreept door het nieuws. De bemoeienis van mannen als Elon Musk en Mark Zuckerberg met de poli­ tiek, en ook de invloed die ze hebben, is onmiskenbaar. Dat maakt het boek van Passchier echter niet achterhaald, maar juist extra relevant. Opvallend aan het boek is dat het niet pessimistisch eindigt. Passchier ziet ruimte voor verbetering. We moeten ons rechtsstelsel wijzigen om te voorkomen dat techgiganten nóg groter worden. Ook moeten we bigness en de democrati­ sche rechtsstaat zien te verenigen om de macht weer evenrediger over de burgers te verdelen, schrijft hij in het laatste hoofdstuk. En daarna, opgewekt: ‘Ik zie uit naar de uitvoering van die agenda.’


Tegen de techgiganten Een handvol techgiganten bepaalt in toenemende mate wat we op internet zien en daarmee wat we als realiteit ervaren, toont VPRO Tegenlicht in een documentaire die de kijker niet onberoerd laat. Tekst: Pancras Dijk

De man achter de wet Eindelijk is er een biografie over de man ‘die altijd weet van waar het waait’: Christoph Buys Ballot. Tekst: Pancras Dijk

De naam Buys Ballot zullen de meesten nog wel kennen, al is het maar van de wet die verklaart dat het lagedrukgebied zich links van iemand bevindt wanneer die met de rug naar de wind toe staat – tenzij hij of zij zich op het zuidelijk halfrond bevindt. Behalve de wet dragen ook straten, scholen, medailles en zelfs een maankrater de illustere naam. De mens achter de naam is 135 jaar na zijn overlijden evenwel in de vergetelheid geraakt. Maar nu ligt er Weer en wind. Dirk van Delft, de oud-directeur van Rijksmuseum Boerhaave die eerder biografieën schreef over Kamerlingh Onnes en Lorentz, bewijst ermee opnieuw zijn bijzondere talent voor het op pakkende wijze beschrijven van het leven van een prominente bètawetenschapper. Christoph Buys Ballot kwam in 1817 ter wereld in het Zeeuwse Kloetinge. Na in Zaltbommel het gymnasium te hebben gevolgd – hij bleek een ‘zeer bedreven’ leerling, met name in wiskunde – ging de domineeszoon in Utrecht studeren. Hoewel zijn vader zal hebben aangestuurd op theologie, koos de 17-jarige Chris voor letteren, om later over te stappen naar wiskunde en natuurwetenschappen. Buys Ballot werd hoogleraar wiskunde, maar juist als toonaangevend meteoroloog – feitelijk een ‘speelpop’ of liefhebberij – werd hij beroemd; de oprichting van het KNMI en de internationale World Meteorological Organization zijn op zijn conto te schrijven. Van Delft is ook kritisch op de man die: ‘altijd weet van waar het waait, / maar met geen wind ter wereld draait’, zoals Nicolaas Beets dichtte. Buys Ballot verrichtte talloze metingen, maar alle data die dat opleverde gebruikte hij enkel als tabelvulling – tot een hypothese of inzichten brachtten ze hem zelden. Juist dergelijke tegenstellingen maken de biografie zeer de moeite waard. Weer en wind. De man achter de wet van Buys Ballot Dirk van Delft | 504 blz. | € 34,99 | e-boek € 20,99 foto : vpro

Hoe naïef waren we. Dankzij internet zou niet alleen iedereen een stuk slimmer worden met alle ooit vergaarde kennis binnen een paar muisklikken voorhanden, maar zelfs de wereldvrede was eindelijk in zicht nu we allemaal zo eenvoudig en snel konden communiceren. Laat ons onze gang maar gaan, zeiden de snelle jongens uit Silicon Valley, en dan zul je zien hoe we de wereld beter maken. Maar, waarschuwden ze in één adem door, ga ons nu niet in de weg zitten met regelgeving, want dan stop je deze fantastische innovaties. De indrukwekkende VPRO Tegenlicht-aflevering Error 404: het internet in crisis maakt angstaanjagend duidelijk waartoe dit heeft geleid. Wat ooit een symbool was van hoop en vrijheid, is 35 jaar later het domein geworden van een aantal ‘grootgrondbezitters’ die volledig bepalen wat we online te zien krijgen. Omdat zij louter hun eigen financiële belangen dienen, zijn ze erbij gebaat om ons verslaafd te maken aan hun apps en feeds. Want hoe langer wij online zijn, des te meer reclame ze op ons kunnen afvuren. Wat daarbij ook helpt? De consument ophitsen. Want dan blijven we langer op hun platforms hangen, heeft Meta na onderzoek vastgesteld. Doordat de techgiganten beslissen welke stemmen ze op hun platforms laten horen of versterken, bepalen ze in toenemende mate wat we zien en horen. Aangezien we allemaal veel tijd achter het beeldscherm doorbrengen, kleuren ze zo ons beeld van de werkelijkheid. Dat is een gevaar voor de samenleving en voor de democratie – zeker als de eigenaars van dergelijke platforms ook nog eens al te dicht tegen de politieke macht aanschurken, en vice versa. Toch biedt de aflevering niet alleen dystopische schrikbeelden die allang werkelijkheid zijn geworden. Centraal staan betrokken burgers, experts en politici die de digitale samenleving weer proberen terug te veroveren op Big Tech. David tegen Goliath – de strijd is nog niet verloren.

Error 404: het internet in crisis VPRO Tegenlicht | 50 min. | op vpro.nl/tegenlicht en youtube.com/tegenlicht FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

57


MEDIA

Wereldsteden Globalisering beïnvloedt de manier waarop we onze steden bouwen, laat The Global Turn zien. Tekst: Pancras Dijk

Habitat ’67 in Montreal is opgebouwd uit betonnen elementen. foto : safdie architects

58

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Globalisering kenmerkt onze wereld sinds het eind van de Tweede Wereldoorlog. Architectuurhistorici Tom Avermaete en Michelangelo Sabatino vragen zich af wat we daarvan terugzien in de ontwerp­ praktijk van de gebouwde omgeving. In The Global Turn bundelen ze hun bevindingen. Wat klinkt als een abstract uitgangs­ punt, wordt aan de hand van voorbeelden behoorlijk concreet. Want wie stuit er in het buitenland niet zelf af en toe op een gebouwtype dat we kennen uit eigen land, of het nu een vliegveld, wolkenkrabber of winkelcentrum is? De auteurs schetsen welke rol culturele, economische en sociale veranderingen hebben gespeeld bij het ontstaan van deze typen. Het tijdvak dat ze beschrijven is scherp begrensd: van 2 september 1945 (de capi­ tulatie van Japan) tot 9 november 1989 (de val van de Berlijnse Muur). Met name door ontwikkelingen op het gebied van interna­ tionaal verkeer en communicatie hebben zich in die periode niet alleen goederen en grondstoffen sneller kunnen verplaatsen dan ooit tevoren, maar ook technieken, kennis, experts en vakmensen.

Toch zijn de auteurs niet onverdeeld posi­ tief. Ze zeggen neutraal te staan tegenover globalisering, maar kunnen hun teleurstel­ ling niet verbergen wanneer ze stellen dat globalisering op het gebied van de gebouw­ de omgeving bepaald niet heeft geleid tot meer duurzaamheid of gelijkere verdeling. Integendeel: waar innovatieve materialen en bouwmethoden van elders werden over­ genomen, ging kennis over het gebruik van lokale materialen soms verloren. Voor architecten, stedenbouwkundigen en zeker ook bouwkundig ingenieurs die de invloed van globalisering op hun vakgebied beter willen begrijpen, heeft The Global Turn veel te bieden. Doordat het boek als gevolg van zijn temporele begrenzing de opkomst van internet volledig mist, is het echter de vraag of die kennis niet meteen al is verouderd. Want net als de gebouwde omgeving is ook globalisering zelf aan verandering onderhevig. The Global Turn. Six Journeys of Architecture and the City, 1945-1989 Tom Avermaete en Michelangelo Sabatino 240 blz. | € 29,95


Q&A

Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, toneelvoorstellingen, podcasts en video’s. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.

Van bioloog, schrijver en ontdekkingsreiziger Arita Baaijens verscheen afgelopen maand In gesprek met de Noordzee, waarin ze op zoek gaat naar een nieuwe relatie met de natuur.

1 2 3 4 5

Tekst: Pancras Dijk

Waarom heeft u dit boek geschreven? ‘Dit is mijn manier om zuurstof te blazen in stoffige hersenen. Wij Nederlanders praten altijd over de zee maar we praten nooit mét de zee. We doen met de zee wat we willen en die bazige omgang met alles wat leeft verbaast me enorm. Daarom bedacht ik een plan om de Noordzee de bestuurskamers binnen te loodsen. Over deze schijnbaar onmogelijke missie, die tornt aan alles wat wij voor normaal houden, gaat dit boek.’ Voor wie is het boek bedoeld? ‘Voor ingenieurs, bestuurders, investeerders en iedereen die zich bezighoudt met de Noordzee. Maakbaarheid zit in de Nederlandse genen, maar stel nou eens dat wij een blinde vlek hebben voor de zee als een levende entiteit. Stel dat de zee kan denken en handelen (waar veel andere culturen vanuit gaan): verandert dat iets aan onze omgang met de zee? Het boek daagt uit vanzelfsprekendheden te bevragen.’

In de 21ste eeuw is niet religie, maar technologie de grote, stuwende kracht. De gevolgen zijn groot, betoogt huma­ nistisch raadsman Greg Epstein in dit boek van MIT Press. tech agnostic | 368 blz. | € 26,61

Studententeam Polar (TU/e) ontwik­ kelt een baanbrekende onderzoeks­ rover, bedoeld voor metingen aan het klimaat op Antarctica. In een leuk filmpje geven teamleden tekst en uitleg. team polar & tno | road to antarctica youtube

Wat fascineert u in het onderwerp? ‘Morrelen aan schijnzekerheden. Als feiten en de ratio de grote problemen van deze tijd konden oplossen, zaten we nu niet met de gebakken peren. Onderschat daarom nooit de kracht van nieuwe ideeën. De Noordzee aan de bestuurstafel uitnodigen is zo’n nieuw idee. Het lijkt onmogelijk, totdat je het bedenkt en uitvoert.’ Wat heeft u geleerd tijdens het schrijven? ‘De zee stelde me behoorlijk op de proef, maar ik ben totaal verliefd geworden op het wonderbaarlijke zeeleven dat onze toestemming niet nodig heeft om te mogen floreren. De belangrijkste les die ik onderweg heb geleerd: je hoeft niet alles tot in detail te weten om het juiste te doen.’ Waarom zouden ingenieurs dit boek moeten lezen? ‘Innovatie gedijt bij het experiment en bij afwijken van het gebaande pad. Ingenieurs spelen een sleutelrol bij de energietransitie en bij de enorme veranderingen die op ons afkomen. Voortgaan op de bekende weg is geen optie. Het boek zit barstensvol nieuwe inzichten en ideeën. Het biedt hersengymnastiek op hoog niveau voor nieuwsgierige ingenieurs!’ In gesprek met de Noordzee. Op zoek naar een nieuwe relatie met natuur Arita Baaijens | 192 blz. | € 22,99

foto : sacha de boer

Het grote wetenschapsboek biedt een ingang naar meer dan honderd sleutel­ ideeën en ontdekkingen van ’s werelds grootste wetenschappers. het grote wetenschapsboek | 352 blz. € 39,90

Welke methoden worden er gebruikt om onze dijken te verduurzamen? Technisch manager Bram de Groot en omgevingsadviseur Jonas Geise (WSP) in gesprek. duurzame dijken | change inc. | 22.22 min. op alle podcastplatforms

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

59


Nieuws en activiteiten uit de vereniging

Elke maand schrijft KIVI-president Jacolien Eijer over een KIVI-evenement dat ze heeft bezocht. Deze keer was dat een webtalk over slim en duurzaam opladen van elektrische voertuigen. In deze online bijeenkomst gaf Thijs van Wijk, test laboratory manager bij ElaadNL, een terugblik op de testen van het afgelopen jaar en vertelde hij over de trends van 2024 en 2025. De webtalk werd georganiseerd door de KIVI-afdeling Elektrotechniek.

Som én delen De problematiek van netcongestie is naar mijn verwachting een bekend fenomeen onder de lezers van dit blad. Met de toenemende populariteit van elektrische auto’s wordt deze uitdaging alleen maar groter. Het is daarom belangrijk dat de auto’s die worden opgeladen zich naar behoren gedragen want anders leidt dat tot een afname van de capaciteit van het grid. Dat is de bestaansgrond van ElaadNL. De aandacht van ElaadNL gaat naar slimme laadoplossingen. Want slim laden leidt in principe tot een efficiënter gebruik van het stroomnet. Het wordt complexer wanneer oplaadbare voertuigen niet alleen stroom afnemen, maar ook kunnen terugleveren aan het net. Hoewel bidirectioneel laden veelbelovend is, zijn er diverse haken en ogen aan verbonden. Technische problemen, aansprakelijkheid en fiscale complicaties zijn slechts enkele van de obstakels die moeten worden overwonnen. Maar vooral interessant zijn de effecten van bidirectioneel laden als het aantal voertuigen toeneemt. Recentelijk gaf netbeheerder Stedin aan dat de opkomst van thuisbatterijen extra problemen met zich meebrengt voor het elektriciteitsnet. Dit probleem ont-

staat niet uit technische tekortkomingen van de batterijen, maar doordat ze onvoldoende rekening houden met de lokale situatie op het net. Wanneer te veel batterijen in een wijk worden geplaatst, kunnen er problemen ontstaan in transformatorhuisjes. In ons eigen huishouden hebben we een thuisbatterij en een slimme elektrische auto. We proberen ons energieverbruik te optimaliseren door gebruik te maken van goedkope en daarmee duurzame elektriciteit. Maar wat als onze buren hetzelfde doen? Dan dragen we bij aan het probleem in plaats van een oplossing te zijn. Dit illustreert de uitdaging van onze tijd: het is vaak eenvoudiger een nieuwe oplossing vanaf nul te bedenken dan om een bestaand complex systeem te transformeren. In een transformatie lopen processen nooit gelijk op. Het vraagt heel wat technisch en bestuurlijk meesterschap om een systeemverandering soepel en met voldoende tempo te laten verlopen. Het is de kunst om zowel de grote lijn als de kleine onderdelen te bewaken. ElaadNL neemt in deze transformatie één klein onderdeel voor zijn rekening en heeft daar de handen aan vol. Dat illustreert voor mij de complexiteit.

Duurzame doelen De KIVI-afdeling Duurzame technologie organiseert haar jaarlijkse Meet & Greet, met vier lezingen: Waterstof naar woonkernen

In Lochem worden sinds november 2022 twaalf woningen verwarmd door cv-ketels op waterstof. Hiermee wil netbeheerder Alliander aantonen dat het mogelijk is bestaande leidingen in te zetten voor waterstoftransport. 60

Netcongestie voorkomen

Door de energietransitie en economische groei is een snelle uitbreiding van het elektriciteitsnet nodig. Landelijk netbeheerder TenneT investeert tientallen miljarden euro’s in het hoogspanningsnet, regionale netbeheerders miljarden euro’s in het onderliggende stroomnet. Ongeveer één op de drie straten in Nederland wordt opengebroken, de grootste verbouwing ooit.

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

Het groene goud Bioraffinage van bermgras levert nieuwe materialen op. Grasvezels dienen als isolatieen bouwmateriaal, grassappen vervangen soja-veevoer en kunstmest. Zo concurreert bermgras met fossiele producten, vertellen Frits van Bergen Henegouw, eigenaar van machinefabriek Tech-Valley, en Elma Schoenmaker, directeur van handelsonderneming EcoGrondstoffen.

Waterstof in de praktijk

Technisch bedrijfskundige Frank Mietes geeft een algemeen overzicht over waterstof: wat is het, hoe wordt het gemaakt en getransporteerd, wat maakt het zo uniek voor de energietransitie en waar wordt het al ingezet? Meet & Greet, Afdeling Duur­ zame technologie, KIVI­gebouw Den Haag, 8 maart, 10:00 uur, zie kivi.nl


Groene waterstof uit de woestijn Woestijnen zijn vaak perfecte locaties om waterstof met duurzame energie te produceren: daar is zowel zon als ruimte. Voor Europa kan het importeren van deze groene waterstof helpen bij de energietransitie. Door de ongelijke machtsverhouding tussen de geïndustrialiseerde landen en de meestal armere woestijnlanden, ligt uitbuiting echter op de loer. Hoe bereik je een eerlijke leveringsketen? Sietse de Haan, voorzitter van de Vereniging voor Zonnekrachtcentrales en vertegenwoordiger van de Desertec Foundation Nederland, deelt zijn inzichten hierover. Lezing: Sociëteit De Vereeniging, Utrecht, 5 maart, 15.30-18.30 uur, kivi.nl/ communities/regionale-afdelingen/midden/activiteiten

Piraten in de energietransitie Alle hens aan dek! Het thema van dit netwerkevenement van Women in Energy is ‘piraten in de energietransitie’. Hiermee worden de inspirerende mensen bedoeld die tegen de stroom ingaan, de randen van de regels opzoeken of de mooiste schatten (innovaties) hebben gevonden om de energietransitie vorm te geven. Ook negatieve piratenstreken zoals cyberaanvallen of de plundering van grondstoffen komen aan de orde, benadrukt de organisatie. Bedoeld voor iedereen (m/v/x)! Netwerkevent: Women in clean energy, KIVI-gebouw Den Haag, 7 maart, 9.30-16.00 uur, kivi.nl/communities/vakafdelingen/netwerk-vrouwelijke-ingenieurs/activiteiten

Hightech in Hengelo

Geotechniek bij Deltares

Thales is een internationaal hightechbedrijf, gespecialiseerd in technologieën voor defensie, beveiliging en digitale veiligheid. De vestiging in Hengelo is vooral bekend om zijn innovatieve radar- en sensortechnologieën, die wereldwijd worden toegepast bij marines, in luchtverdedigingssystemen en kritieke infrastructuren. Dit bedrijfsbezoek bestaat uit een lezing gevolgd door een rondleiding door het bedrijf. Bedrijfsbezoek Thales, Hengelo, 25 februari, 15.00-18.00 uur, kivi. nl/communities/regionale-afdelingen/regio-noord-oost/activiteiten

Speciaal voor jonge professionals, dat wil zeggen onder de 35 jaar, organiseert KIVI Geotechniek een bezoek aan kennisinstituut Deltares. De middag begint met een rondleiding langs de geo- en waterfaciliteiten. Hieronder ook de bijna drie jaar geleden in gebruik genomen GeoCentrifuge, waarin voorwerpen aan krachten van 150 keer de zwaartekracht kunnen worden blootgesteld. Daarna volgen een serie presentaties over de testfaciliteiten en een netwerkborrel. Bezoek aan kennisinstituut Deltares, Delft, 13 maart, 15.00-19.00 uur, kivi.nl/communities/vakafdelingen/geotechniek/activiteiten

foto ’ s : depositphotos ; depositphotos ; thales nederland ; deltares

FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

61


Startup

Elk jaar beginnen er in Nederland vele ambitieuze startups om met technologie de wereld beter te maken. De Ingenieur zet ze in de schijnwerpers.

Naam: MEMSYS Doel: batterijen vervangen door trillingenoogsters Aantal medewerkers: 10 Startjaar: 2022 Locatie: Delft

Energie oogsten uit vibraties Kleine batterijen die op lastig bereikbare plekken zitten, kunnen beter worden vervangen door een energiebron die tot in de lengte van dagen stroom levert. MEMSYS uit Delft ontwikkelt die. Tekst: Jim Heirbaut

Ze spreken tot de verbeelding: horloges die geen batterij bevatten, maar zichzelf opwinden door het bewegen van de pols. Op een vergelijkbare manier is uit beweging (mechanische energie) elektrische energie te winnen. De Delftse startup MEMSYS heeft zich hierin gespecialiseerd. Het bedrijf ontwikkelt de Energy Harvester, een kastje dat op machines kan worden bevestigd en uit trillingen energie oogst om die in elektrisch vermogen om te zetten. Het doel is om met dergelijke kastjes kleine batterijen te vervangen. Spectrum aan frequenties Het hart van zo’n systeem is een mechanisme dat externe trillingen opvangt en dat verbonden is met een piëzo-elektrisch materiaal. Dit materiaal wekt stroom op wanneer het wordt vervormd. ‘De vervorming van dat materiaal levert kleine elektrische ladin-

gen op. Die slaan we op in een batterijtje of kleine condensator’, vertelt oprichter en ceo Thijs Blad van MEMSYS. ‘Dankzij die opgeslagen elektrische energie kan het systeem ook stroom leveren op momenten dat er even geen externe trillingen zijn.’ Het mechanisme van MEMSYS is uniek doordat het vibraties oogst bij verschillende frequenties. ‘Veel andere ontwerpen maken gebruik van een resonantiefrequentie, maar dat betekent dat alleen bij één enkele frequentie energie wordt geoogst. Wij benutten een heel spectrum aan frequenties.’ Veel elektriciteit is op die manier overigens niet op te wekken, zegt Blad. Het gaat om hoogstens enkele milliwatts aan vermogen. ‘Meer kan het niet worden vanwege de beperkte afmetingen van de bewegende delen. Die zijn heel klein.’ Toch kunnen milliwatts voldoende zijn voor allerlei toepassingen. Sensoren die überhaupt weinig stroom vra-

Werkend prototype van de Energy Harvester in een testopstelling in het lab. 62

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

gen of die maar heel af en toe een meting doen. ‘Er zijn genoeg apparaatjes die zo weinig stroom gebruiken dat ze een jaar of soms nog veel langer met een batterijtje doen.’ Rigoureuze draai MEMSYS bestaat nu drie jaar, maar niet alles ging gelijk van een leien dakje, vertelt Blad. ‘Het is een pad met haarspeldbochten geweest. In de begintijd van ons bedrijf wilden we een product maken om treinstellen met gps te kunnen tracken. Maar die toepassing hebben we eind vorig jaar losgelaten. Bedrijven vonden het gebruik van batterijen hiervoor niet ‘onhandig’ genoeg. En als ze er al vanaf wilden, bleken trackers met zonnecellen favoriet te zijn.’ Dat was voor het jonge bedrijf aanleiding om een pivot te maken, startup-taal voor een radicale overstap op een andere doelstelling. ‘We besloten om ons toe te leggen op het

MEMSYS-medewerker sleutelt aan de Energy Harvester in de testopstelling.


Volgende maand in De Ingenieur Beter dan de natuur? Hoe houden we onze gazons en perken groen? In Doetinchem hebben ze het antwoord: ze doen aan ondergronds watergeven.

Arbitrage voor en door ingenieurs Waar wordt gebouwd, kunnen ruzies ontstaan. Om die te beslechten, is er een deskundige commissie, met ingenieurs als arbiter.

Zeven zeeën

FOTO : MARIN

mechaniek dat energie oogst en niet meer op kant-en-klare eindproducten’, zegt Blad. ‘We ontwikkelen nu een component die zo goed mogelijk trillingen omzet in elektriciteit. Producenten van sensoren kunnen onze component dan inbouwen in hun producten.’ Sensoren De meest voor de hand liggende toepassingen zijn die waar het gebruik van kleine batterijen onwenselijk is geworden, ofwel doordat het er ontelbaar veel zijn waardoor het onbetaalbaar wordt, ofwel doordat de batterijen op onhandige plekken zitten waardoor vervangen een rotklus is. Blad: ‘Bedrijven plakken bijvoorbeeld steeds vaker sensoren die vibraties meten op roterende onderdelen van machines. Wanneer na verloop van tijd veranderingen optreden in de aard van

die trillingen, is dat vaak een voorbode van slijtage of falen. Dan kunnen ze preventief onderhoud laten doen of een onderdeel vervangen.’ De groeiende behoefte aan dit soort predictive maintenance gaat gepaard met een toename aan batterijtjes op lastige plekken. Het bedrijf gelooft er heilig in dat klanten die veel kleine batterijen gebruiken, deze willen vervangen door kastjes die bewegingsenergie oogsten. Alleen het kastje is voorlopig nog groter dan een batterij en het is opboksen tegen de extreme betrouwbaarheid én betaalbaarheid van batterijen. De eerste klant MEMSYS zoekt daarom vooral naar toepassingen waarbij het vervangen van de batterijen uitermate lastig is. ‘Ik denk dat onze eerste klanten bedrijven zullen zijn die het

Prototype van een fabricagetest op millimeterschaal.

BEELD : MEMSYS

Met het Seven Oceans Simulator Centre heeft maritiem onderzoeksinstituut MARIN een nieuwe, digitale werkruimte voor ingenieurs en bemanningen. De Ingenieur mocht de stuurknuppel hanteren.

niet erg vinden dat ons kastje wat groter is’, zegt Blad. ‘Bijvoorbeeld een fabriek met een lopende band waarop men sensoren wil zetten. Of locaties waar het lastig is batterijen te vervangen, zoals in de mijnbouw. Of plekken waar het stilzetten van een machine zodanig veel geld kost, dat men naarstig zoekt naar een alternatief voor batterijen.’ Volgens Blad gaat zijn bedrijf het technisch gezien wel voor elkaar krijgen. ‘Maar hoe krijgen we het bij bedrijven tussen de oren dat ze met onze oplossing minder gedoe hebben? En hoeveel mag het kosten om die batterijen te vervangen door onze trillingsenergie-oogsters?’ Die vragen moet MEMSYS zien te beantwoorden. ‘Ook moeten we proeven met kleine series bij klanten doen om te bewijzen dat onze technologie werkt en om te laten zien wat we kunnen.’ •

Een draadloze, industriële vibratiesensor krijgt stroom van een MEMSYS Energy Harvesting-systeem. FEBRUARI 2025 • DE INGENIEUR

63


Vragenvuur

Schrijver Hanna Bervoets bouwt aan een indrukwekkend oeuvre van romans, scenario’s en korte verhalen. Wetenschap en technologie zijn terugkerende thema’s in haar werk.

Tekst: Pancras Dijk

Wat is het laatste dat u zelf heeft gerepareerd? Voor welk probleem zouden ze eindelijk eens iets slims moeten verzinnen?

64

‘Ik kocht een spencervest in de kringloopwinkel waar de knopen al snel vanaf vielen. Die heb ik er vorige week aangenaaid.’ ‘De huidige medicijntekorten in Europa.’

Waarvan denkt u: ik wou dat ík dat had uitgevonden?

‘In de jaren zeventig deed bioloog Marsha Falco onderzoek naar het genetisch materiaal van herdershonden. Om de verschillende eigen­ schappen van genen overzichtelijk weer te geven maakte ze kaartjes met symbolen, die van elkaar verschilden in kleur en vulling. Met de kaartjes bleek je ook leuk te kunnen spelen: het kaartspel Set was ge­ boren. Inmiddels is Falco met haar man eigenaar van een spelletjes­ imperium. Een fantastisch verhaal. Zelf fantaseer ik ook wel eens over rijk worden door de ontwikkeling van een bord­ of kaartspel.’

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

‘Het oorlogsrecht blijft op dit moment achter bij de inzet van AI­ gedreven wapens. Er zijn voordelen aan het gebruik van kunstmatige intelligentie bij een oorlog. Oekraïne schijnt niet zonder te kunnen en het kan veel soldatenlevens schelen. Maar in zowel Gaza als Oekraïne zijn er ook veel burgerslachtoffers gevallen door ontplof­ fende drones. Kinderziekten van een nog onvolledig ontwikkelde techniek? Misschien zéggen overheden dat alleen maar, als excuus. Beide scenario’s vind ik angstaanjagend.’

Bent u bang dat robots uw werk overnemen?

‘Nee. In de literaire wereld gaat het veel over de vraag of generatieve taalmodellen uiteindelijk het werk van schrijvers overnemen. Mijn voorspelling is dat AI vooral een handzame tool is bij het schrijven van formulematige genreboeken, zoals thrillers of liefdesromanne­ tjes. De literaire roman echter ontleent z’n aura en status nu juist aan de auteur en het idee dat die een bepaalde intentie heeft met het werk. Bovendien is de literaire roman vaak multi­interpretabel en gelaagd, en ik vermoed dat de lezer afhaakt op het moment dat hij weet dat die lagen zonder bedoeling zijn gegenereerd. Wel denk ik dat AI als tool ook literaire auteurs kan inspireren. Jammer dat de klimaatimpact ervan zo groot is.’

Wat is de favoriete app op uw telefoon?

‘Ik gebruik twee telefoons: een Alcatel uit 2013 met simkaart en een smartphone, een Google Pixel. Overdag probeer ik de smartphone niet te gebruiken, om niet te afgeleid te raken. ’s Avonds gaat de Pixel dus pas aan, dan gebruik ik Instagram en streamingsdiensten. Mijn favoriete app is de camera.’

Gelooft u in Frankenstein?

‘Tegenwoordig wordt Frankenstein vaak opgevat als cautionary tale: een waarschuwing om niet te veel in te grijpen in de natuur. Maar toen het boek begin negentiende eeuw verscheen, gold het als een boek over opvoeding. De grootste fout van professor Frankenstein is dat hij zich afkeert van zijn creatie en nalaat het monster goed op te voeden. Ik geloof niet dat de techniek bezig is de mens te verdringen. Maar als we naar Frankenstein kijken, kunnen we misschien concluderen dat technische creaties goede ouders nodig hebben. Ik betwijfel of tech­ miljardairs als Musk, Zuckerberg en Bezos dat op dit moment zijn.’

DE INGENIEUR • FEBRUARI 2025

portret : merlijn doomernik



SAVE THE DATE

KIVI-JAARCONGRES 2025

CREATING A HEALTHY WORLD TOGETHER

12 MAART 2025 HHS, DEN HAAG

Kom naar het KIVI-Jaarcongres op woensdag 12 maart 2025! Ontdek de nieuwste ontwikkelingen, laat je inspireren en deel jouw passie voor techniek. We ontmoeten elkaar op De Haagse Hogeschool voor een dag vol innovatie. Zorg dat je erbij bent!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.