De Ingenieur oktober 2024

Page 1

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR NR. 10 JAARGANG 136 OKTOBER 2024

BUITENLANDS TECHNIEKTALENT Nieuwkomers als welkome versterking

MARIETJE SCHAAKE

Van aardgas naar waterstof Zijn bestaande pijpleidingen herbruikbaar?

|

GRAFEEN

|

A I - T O M AT E N

Geke Ludden: Hoe past techniek bij mensen?

|

FORENSISCH DUIKEN

Eureka Vracht-pedelec vervangt bestelbus


COLLECTIEVEN

Collectief KIVI-lidmaatschap

Jouw werknemers up-to-date Goed werkgeverschap begint bij tevreden werknemers, die gemotiveerd, geprikkeld en up-to-date zijn. In de huidige tijd van razendsnelle technologische ontwikkelingen, innovaties en transformaties is professionele wendbaarheid essentieel. Wil jij als werkgever structureel bijdragen aan de technische ontwikkeling van jouw werknemers? Neem dan een collectief lidmaatschap bij het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). Meld tien (of meer) van jouw topingenieurs aan en zij kunnen direct profiteren van alle voordelen van het grootste ingenieursplatform van Nederland.


Vooraf

Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.

Succesvolle integratie

Dit verhaal gaat ons allemaal aan

We horen het al jaren: de technieksector komt mensen tekort. Intussen neemt het aantal statushouders toe. Die nieuwkomers willen niets liever dan aan de slag, ook in de technische beroepen. Eén en één is twee, probleem opgelost, zou je zeggen. Maar zo simpel is het niet. In het omslagverhaal vertellen werkgevers, bemiddelaars en nieuwkomers over hun ervaringen. Waar liggen de kansen, welke obstakels moeten zo snel mogelijk worden weggenomen? Succesvolle integratie moet van twee kanten komen, is hun ervaring. En zo is het een verhaal dat ons allemaal aangaat. Ik kom ook even terug op het Vooraf van vorige maand. Toen las u op deze pagina een vrolijk stukje over het afscheid van de verpakking waarin dit tijdschrift steevast werd verstuurd. Voortaan komt de printeditie van De Ingenieur zonder seal, schreef ik opgetogen – hoe minder wegwerpplastic, hoe beter! Maar helaas. Dat techniek kan falen weten ingenieurs maar al te goed. Ditmaal had ‘Murphy’ de gedaante aangenomen van de software van de adresprinter. Die liet het in de laatste fase van het productieproces ineens afweten. Het printen en plakken van de nieuwe adresstickers was weliswaar getest op een kleine proefoplage, maar vele duizenden nummers achter elkaar draaien bleek een ander verhaal. De drukker vermoedt dat een kleine software-update voldoende is om het probleem te verhelpen. Als u dit blad ‘bloot’ in de brievenbus vond, is dat inderdaad gelukt.

Op de cover

Mohammed Al-rawhini (links) in gesprek met mentor Jorrit Kootstra van Sweco. Voor een succesvolle integratie van nieuwkomers in de werkomgeving is coaching cruciaal. FOTO : ROGIER BOOGAARD , SWECO

PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

1


Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Marlies ter Voorde Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 3919 885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE deingenieur.nl

Vormgeving Eva Ooms Sales Pascal van der Molen E-MAIL sales@kivi.nl Druk Wilco, Amersfoort

De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar. © Copyright 2024 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daaraan alsnog te voldoen.

RUBRIEKEN 36 | Inbox Reacties van lezers 37 | Zien & Doen Verbinding met de bodem 4 | NIEUWS

ISSN 0020-1146

Investeren in technologie

Abonnementen 2024 Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): printmagazine: € 162,50 per jaar digitaal: € 104,50 per jaar losse nummers: € 17,50 (inclusief verzending)

Stabiel stroomnet

Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste doorgeven via onze website: deingenieur.nl/lezersservice. Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. WEBSITE deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag van 9 tot 15.30 uur)

De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: deingenieur.nl/pdf

Klimaatneutrale energie Fenix 40 | Eureka Bionische hand en andere ontwerpen voor morgen

Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 E-MAIL ledenadministratie@kivi.nl

Van Peking naar Parijs

55 | KIVI-activiteiten Waterbouwdag 60 | Voorwaarts Grafeen 62 | Teamgeest AI-tomaten van Tomatonuts (WUR)

Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op kivi.nl. Contributie 2024 Regulier lidmaatschap: € 173,30 jaar of jonger: € 47,50,-* Studentlidmaatschap: € 23,50* Seniorlidmaatschap: € 136,50 De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal

56 | M E D I A

Theodor Sanders Paniek om niets GigaWatt

COLUMNS 11 | Punt Cees Bassa (ASTRON) over lekkende radiostraling PERSOONLIJK

21 | Möring Reizen per spoor

46 | DRIVE Geke Luden (UTwente) over technologie & zorg

27 | Podium Thijs ten Brinck

59 | Q&A Schaakauteur Peter Doggers

31 | Enith Algoritme

64 | Vragenvuur Schrijver Nikki Dekker

39 | Jims verwondering Piepers 45 | Rolf zag een ding Stoomtrein

Volg ons ook op

BEELD : NICK BOOKELAAR ; DEPOSITPHOTO ; SARAH VLAKKE ; STADSARCHIEF AMSTERDAM


NR. 10 JAARGANG 136

OKTOBER 2024

foto : han applied university

12

Nieuwkomers in de techniek Krapte op de arbeidsmarkt kan deels worden opgelost door vaker naar de mogelijkheden van statushouders te kijken. Welke uitdagingen brengt dat met zich mee en wat levert het op?

22 | Nieuwe energie in

32 | Na de explosies

48 | Sciencefiction in Praag

Het kan eigenlijk niet, zegt een wetenschapper. Jawel hoor, zegt de Gasunie. Punt van twist: het transport van waterstof door oude gasleidingen.

Twee jaar geleden werden Nord Stream-pijpleidingen opgeblazen. Welke methoden en technieken staan de forensische onderzoekers ter beschikking om te achterhalen wat er is gebeurd?

In de Tsjechische hoofdstad bevindt zich een verborgen parel: een wonder der techniek uit de jaren dertig van de vorige eeuw. En het functioneert nog steeds.

oude leidingen

28 | Geen machine, maar een bos

Het hanteren van andere metaforen in het debat over verduurzaming kan helpen die te versnellen, stelt industrieel ontwerper Carlijn Hutter.

52 | ‘Techbedrijven moeten veel transparanter worden’

‘Je hoeft geen ingenieur te zijn om je met technologie te mogen bemoeien,’ stelt Marietje Schaake. De Ingenieur sprak het oud-europarlementslid naar aanleiding van haar boek De tech coup. OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

3


xxxx p.22

xxxx p.23

xxxx p. 26

ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT

xxxxx p.18

REDACTIE@INGENIEUR.NL

Zorg om concurrentievermogen Europa Europa moet versneld innoveren om een ‘dreigende existentiële crisis’ af te wenden, concludeerde voormalig bankpresident Mario Draghi onlangs na grondig onderzoek. Hij slaat de spijker op de kop, reageren experts uit de technieksector. Tekst: Marlies ter Voorde

Als Europa zijn levensstandaard op peil wil houden, moet het veel sterker dan nu inzetten op innovatieve groei. Daarvoor is een jaarlijkse investering van achthonderd miljard euro nodig. Dat stelt Mario Draghi, voormalig president van de Europese Cen-

trale Bank, in een rapport dat hij 9 september aanbood aan de Europese Commissie. Er is een groeiende innovation gap tussen Europa en de Verenigde Staten en inmiddels ook tussen Europa en China, schrijft Draghi. Weliswaar heeft Europa nu nog een bloeiende economie, maar deze draait goeddeels op oude industrieën waarin weinig doorbraken meer te verwachten zijn. Zo investeerde Europa de afgelopen twintig jaar voornamelijk in de auto-industrie, terwijl in de VS ondertussen nieuwe techreuzen opbloeiden. Deze ‘existentiële uitdaging’, zoals Draghi het noemt, is geen gevolg van een gebrek aan ideeën of ambitie. Europa heeft

Een T.rex-replica op het hoofdkantoor van Google in Silicon Valley. foto : google 4

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

ontwerpers en ondernemers genoeg. Maar innoverende bedrijfjes en startups lopen vast in de fase daarna: de opschaling naar commerciële ondernemingen. Daarbij zit inconsistente en beperkende Europese regelgeving in de weg. Tussen 2008 en 2021 verhuisde 30 procent van de meest veelbelovende startende bedrijven juist in die opschaalfase naar de VS. Andere problemen zijn de kwetsbaarheid van Europa door de afhankelijkheid van vooral China voor belangrijke grondstoffen, en de versnipperde aanpak van het inkopen van grondstoffen en ontwikkelen van materialen.

Slimme aanpak Om toch concurrerend te blijven, zijn forse investeringen nodig. Dat gaat om een jaarlijks terugkerend bedrag van tussen de 750 en 800 miljard euro – deels van private partijen en deels uit gemeenschapsgeld. Dat is ruim 5 procent van het bbp van de Europese Unie. Daarnaast is meer samenwerking nodig tussen Europese landen. Zo zou de mededingingswet (die kartelvorming tegengaat en eerlijke concurrentie bevordert) van Draghi minder strikt mogen zijn. Dat vermindert de onderlinge concurrentie en versterkt Europa’s concurrentiepositie ten opzichte van de VS. Ook kunnen Europese bedrijven of landen vaker gezamenlijk aanbestedingen doen, bijvoorbeeld bij het aanschaffen van materieel voor defensie. Ook kan een slimmere aanpak van de energietransitie helpen, schrijft Draghi, waarbij eindgebruikers meer profiteren van de voordelen van hernieuwbare energie. Oude dame Het is een prima analyse, waar Nederland van kan leren, vindt Vinod Subramaniam, voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Twente en van de 4TU.Fe-


Bereikbaarheid neemt af

deratie. ‘We moeten volgens dit rapport meer in innovatie investeren – dus ook in onderzoek en onderwijs – om het gat met andere economieën te dichten. Dat staat nogal in contrast met de plannen van ons nieuwe kabinet. Maar het is niet alleen nodig, het betaalt zichzelf ook dubbel en dwars terug. Investeringen in kennis en wetenschap hebben een gegarandeerd torenhoog rendement.’ ‘Draghi slaat de spijker op zijn kop’, zegt ook Tjark Tjin-A-Tsoi, CEO van TNO. ‘Het probleem was al bekend, maar dit rapport geeft een krachtig nieuw signaal.’ Alleen investeren in wetenschap is echter onvoldoende, benadrukt Tjin-A-Tsoi. ‘Het probleem in de EU en Nederland is juist dat innovatie te veel wordt vereenzelvigd met fundamenteel onderzoek aan universiteiten. In dat laatste zijn we van oudsher erg goed, maar al die kennis wordt onvoldoende omgezet in succesvolle innovaties en bedrijven die doorgroeien tot nieuwe tech-giganten. De essentiële rol van toegepast onderzoek, engineering, valorisatie, productie en zeker ook ondernemerschap wordt onderschat. Wetenschappelijk vernuft maakt nog geen innovatieve economie.’ Ook Jacolien Eijer, president van ingenieursvereniging KIVI, herkent de problematiek. ‘Europa is een oude dame aan het worden. Maar wat mij betreft is het bbp van Europa niet de heilige graal. Ik denk dat groei meer gericht moet zijn op een toename van welzijn en maatschappelijke waarde, ook omdat we nu eenmaal op een planeet wonen met grenzen, qua ruimte en materialen.’ Eijer ziet, net als Draghi, samenwerking, focus en coördinatie op thema’s als defensie, de energietransitie en AI-technologie als essentieel. ‘Als afzonderlijke landen gaan we het foto : europarlement

niet redden, al moeten er wel enorme stappen worden gezet. En als ingenieursgemeenschap kunnen we helpen om die richting en focus te bepalen, door gezamenlijk goede oplossingen te agenderen.’ Eijers is verheugd dat Draghi in zijn rapport ook de kernwaarden van de Europese Unie benoemt: welzijn, gelijkheid, vrede en democratie in een duurzame leefomgeving. ‘Hiermee onderscheiden wij ons van de rest van de wereld. Laten we investeren in een economie en industrie die daarbij past.’ Het rapport ‘is specifiek van belang voor de tech-sector, want dat is de motor van innovatie’, zegt Constantijn van Oranje, special envoy van innovatie-adviesorgaan Techleap. ‘De boodschap is wat mij betreft: benut de potentie.’ Investeren in onderzoek en innovatie, versimpelen van wetgeving, beter samenwerken in Europa en behouden van talent dragen bij aan goed ondernemerschap en resulteren daarmee in groei en welvaart, stelt Van Oranje. ‘Maar je moet wel keuzen maken. Het verminderen van regeldruk is niet genoeg. Het kabinet moet komen met een langjarige visie met focus op een werkende interne markt voor diensten, innovatie en investeringsprogramma's, die de ambtenaren in Brussel en Den Haag sámen met de ondernemers vormgeven.’ Door alleen te focussen op het behouden van industrie in plaats van nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken, behoud je alleen de industrie die je al hebt, beaamt Van Oranje. ‘Eigenlijk doen we dat nu ook met ASML. We klampen vast aan wat we hebben en weigeren te investeren in de volgende generatie. Mijn oproep zou zijn: zég niet alleen dat innovatie belangrijk is, maar verbindt daar ook consequenties aan.’ •

Zonder auto heb je in ons land in toenemende mate pech gehad. Zelfs in een drukke spits ben je met de auto sneller dan met het openbaar vervoer, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een rapport over de bereikbaarheid. Vanuit heel Nederland zijn voorzieningen en banen steeds minder goed bereikbaar met ov of fiets. Die langere reistijd geldt zowel voor het landelijk gebied, als voor de stadsranden en buitenwijken. Vervoersbeleid blijft vaak beperkt tot filebestrijding, terwijl het zou moeten draaien om het vergemakkelijken van de toegang tot banen, voorzieningen en sociale contacten, stelt onderzoeker Jeroen Bastiaanssen. (PD)

Grootste windturbine Voor de kust van het Chinese eiland Hainan is ’s werelds grootste windturbine geplaatst. De turbine van Mingyang Smart Energy kan liefst twintig megawatt aan elektrisch vermogen opwekken. Hoe groter het oppervlak van de cirkel die de turbinebladen beschrijven, hoe meer wind die vangen en hoe meer stroom de molen opwekt. De nieuwe turbine heeft een rotordiameter van tussen de 260 en 292 meter, goed voor een geschatte tachtig miljoen kilowattuur aan groene stroom per jaar. (JH)

Lees het laatste technieknieuws op deingenieur.nl

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

5


NIEUWS

Kan Europa zijn eigen CO2-neutrale energie produceren? Om in Europa zelfvoorzienend te worden op het gebied van CO2-neutrale energie, moet daarvan in 2040 bijna vijf keer zoveel worden geproduceerd als nu. Technisch gezien is dat ruimschoots mogelijk, concludeerde onderzoeks- en adviesbureau CE Delft. Met eventuele schaarste aan bepaalde metalen en ecologische en financiële beperkingen is dan nog geen rekening gehouden.

60 EJ 48,4 EJ

42 EJ

10 EJ

Vraag en aanbod van energie

Het huidige aanbod aan klimaatneutrale energie voldoet niet aan de vraag. Maar de komende jaren komt daar verandering in. biomassa uit reststromen waterkracht zon fossiel import

Zes scenario’s Hoe ruim het klimaatneutrale energie-aanbod kan worden, hangt af van keuzen die Europa maakt.

48,9 EJ

overschot

wind op zee

non-food-gewassen

1 EJ = 1 exajoule = 1018 joule

Huidig aanbod wind op land nucleair

Ambities aanbod 2040

Technisch mogelijk aanbod 2040

gebouwde omgeving luchtvaart

energie-industrie

scheepvaart

ruwe materialenindustrie

flexibele energie

transport

conversie- en transportverliezen

Het onderzoek is uitgevoerd voor de 27 EU-lidstaten + Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland.

52,7 EJ

48,4 EJ

1 Hernieuwbare energie

49,4EJ

48,4 EJ

Vraag 2040

Aanbod

Vraag 2040

48,4 EJ

48,9 EJ

48,4 EJ

2 Hernieuwbare + kernenergie Aanbod

Vraag 2040

Vraag 2040

3 Hernieuwbare + fossiele energie (met CO2-opvang en opslag) Aanbod

56,0 EJ

51,6 EJ

48,4 EJ

35,2 EJ

4 Hernieuwbare energie + nonfood-gewassen* Aanbod

5 Hernieuwbare energie + import biomassa en groene waterstof Vraag 2040

6 Hernieuwbare energie + reducering van de vraag Aanbod

Vraag 2040

Aanbod

Vraag in dit scenario

* De vraag naar biomassa is groter dan het potentieel aan duurzame biomassa uit reststromen. Dit kan worden opgelost door het verbouwen van non-food gewassen op braakliggend terrein. Ymke Pas/De Ingenieur/Bron: Energy Sources and Demand in 2040, CE Delft.

6

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024


Luchtfoto van de elektriciteitscentrale van RWE in Moerdijk. In het kadertje de nieuwe, speciale batterijen. beeld : rwe

Batterij stabiliseert stroomnet Door het sluiten van kolen- en gascentrales en het introduceren van zonne- en windenergie wordt het moeilijker het stroomnet stabiel te houden. Energiebedrijf RWE test een speciale batterij die de frequentie op het stroomnet moet helpen stabiliseren. Het onderzoek duurt twee jaar. Tekst: Jim Heirbaut

We willen af van fossiele energiecentrales voor het opwekken van elektriciteit. De centrales die steenkolen, bruinkool of aardgas verbranden, brengen grote hoeveelheden CO2 in de lucht, wat klimaatverandering in de hand werkt. Nadeel van de transitie naar duurzame energie is dat het stroomnet, als je daar verder geen maatregelen tegen treft, minder betrouwbaar wordt. Want de generatoren die staan te draaien in een gas- of kolencentrale hebben nog een ander doel dan alleen het omzetten van warmte in elektriciteit: ze maken het stroomnet ook stabiel. De generatoren in een centrale draaien met een vaste snelheid die samenhangt met een frequentie van vijftig hertz; dat is de frequentie van de wisselstroom die in Nederland bij burgers en bedrijven wordt bezorgd. Tegelijk hebben die draaiende generatoren ook een massatraagheid; het zijn

massa’s die om hun as draaien. Die massa is niet zomaar tot stilstand te brengen, indachtig de eerste wet van Newton. Met deze zogenoemde inertie spelen de generatoren een belangrijke, stabiliserende rol, vertelt Rajiv Hotchandani, ontwikkelaar van batterijprojecten van RWE. ‘Maar nu er steeds meer hernieuwbare energiebronnen in ons elektriciteitssysteem komen, zijn er steeds minder van die roterende massa’s aanwezig.’ De behoefte aan stabiliteit is echter niet weg. Hotchandani: ‘Dat wordt nu meer en meer gedaan door omvormers, elektronische componenten.’ Toch is dat nog niet voldoende; de frequentie van het stroomnet kan soms nog te snel veranderen. Er is dus behoefte aan extra inertie. Daarin kunnen batterijen een rol spelen, meent RWE. Bij zijn vestiging in Moerdijk (Noord-Brabant) installeert het energiebedrijf momenteel een grote batterij naast zijn eigen gascentrale. In feite zijn het drie containers met lithium-ijzerfosfaatbatterijen. De batterij heeft een capaciteit van 7,5 megawatt en een opslagcapaciteit van elf megawattuur. Naast de vaste functie om overtollige stroom tijdelijk op te slaan en later terug te leveren, dient deze batterij ook om razendsnel een beetje stroom in het net te pompen, of juist af te nemen.

‘Speciale software meet razendsnel waaraan het stroomnet op dat moment behoefte heeft en regelt het vermogen van de batterij. Dat gebeurt in milliseconden’, legt Hotchandani uit. ‘Onze batterij simuleert zo de roterende massa’s die er niet meer zijn.’ De batterij creëert, anders gezegd, ‘synthetische inertie’. Dit is het eerste project dat dit doet in Nederland. Wanneer de installatie van de batterij is voltooid, kan eind dit jaar een proefproject van start gaan. RWE wil alle technische

Software meet waaraan het net behoefte heeft aspecten van de batterij, in interactie met het hoogspanningsnet, beter begrijpen. Samen met netbeheerder TenneT stelt RWE vervolgens de technische eisen voor dit soort stabiliserende batterijpakketten op. ‘Waaraan moeten die voldoen? Dit concept is nog nergens toegepast’, aldus Hotchandani. Op verschillende plekken in ons land is behoefte aan dergelijke batterijen, schat Hotchandani in. • OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

7


NIEUWS

Uitzichtpunt voor Rotterdam Tekst: Jim Heirbaut

Wordt hier een waterglijbaan bovenop een binnenzwembad gezet? Nee, de foto toont het aanbrengen van het dak op Tornado, een roestvrijstalen trap die is ontworpen door het Chinese MAD Architects. De organische staalconstructie is een nieuw architectonisch hoogstandje voor Rotterdam, bovenop het gebouw FENIX in de wijk Katendrecht. De constructie vormt straks het hoogste punt van het gebouw dat in het voorjaar van 2025 de deuren opent. FENIX wordt naar verluidt het eerste museum ter wereld dat met kunst migratieverhalen vertelt. Als het straks open is, krijgen bezoekers vanaf Tornado – op 24 meter hoogte – een panoramisch uitzicht over de stad. Het zeventien meter lange ovaalvormige dak kwam begin september over water vanuit Groningen, waar het is gemaakt, naar Rotterdam. Aan de buitenkant bestaat Tornado uit 297 roestvrijstalen panelen, waarmee het een zeer complexe staalconstructie is. Een deel van de trap is overdekt met een golvend glasdak. Er wordt momenteel hard gewerkt aan de trap, die aan de binnenzijde is bekleed met 12.500 smalle houten panelen. Tornado ziet er met zijn organische vormen niet alleen aantrekkelijk uit, maar de constructie symboliseert ook het centrale thema van FENIX: migratie. Wie straks de trap beklimt kan verschillende routes nemen, net zoals migranten tijdens hun reis verschillende afslagen nemen. Museum FENIX biedt zestienduizend vierkante meter met een internationale kunstcollectie over de vele gezichten van migratie. Daaronder een doolhof gemaakt van tweeduizend gedoneerde koffers, de fototentoonstelling The Family of Migrants en een vrij toegankelijk plein. FENIX is een voormalige havenloods die in de Tweede Wereldoorlog beschadigd is geraakt, maar daarna werd gerestaureerd. Tot 2020 zat er een culturele broedplaats in en een foodcourt. 8

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

foto : henry verhorst


OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

9


NIEUWS

Chatbots tegen een complot

GIESEN

Gesprekken met een getrainde chatbot kunnen helpen om mensen die in complottheorieën zijn gaan geloven weer realiteitszin bij te brengen. Dat laten onderzoekers in de Verenigde Staten zien. Zij lieten meer dan tweeduizend proefpersonen die aangaven in een complottheorie te geloven, ‘praten’ met een speciaal geprepareerde debunkbot; debunken is het ontkrachten van onzinverhalen. Daaruit bleek dat een kort, gepersonaliseerd gesprek met zo’n chatbot bij 20 procent van de mensen het geloof in de misinformatie doet afnemen. Dit effect bleef twee maanden na het gesprek aanwezig. De aanpak werkt bij allerlei soorten complottheorieën. Vrienden of familie lukt het vaak niet om hardnekkige misinformatie bij iemand uit het hoofd te praten. Het grootste verschil is dat het grote taalmodel achter de chatbot alle denkbare tegenargumenten paraat heeft en die één voor één, geduldig en zonder emotie, kan aandragen. Het onderzoek zet de deur open naar een gestructureerde manier om desinformatie en misinformatie op het gebied van bijvoorbeeld klimaatverandering, gezondheidsmythen of pseudowetenschap te bestrijden, denken de onderzoekers. (JH) •

GEKNIPT

‘Iets realistischer is mijn hoop dat we op een verstandige manier met nieuwe technologieën omgaan.’ Maar veel liever wil Roy Lindelauf, bijzonder hoogleraar militaire AI aan de Tilburg University, allesomvattende wereldvrede (Parool).

‘Maar nu deze grens is overschreden, zullen andere landen dit soort tactieken vrijwel zeker als acceptabel gaan beschouwen.’ Met het als explosieven inzetten van piepers en portofoons is de doos van Pandora geopend, vermoedt beveiligingsexpert Bruce Schneier (The New York Times).

10

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

‘Ik heb zelf helaas geen graad in engineering of aerodynamica. Ik heb alles aan het team doorgegeven wat ik kon.’

‘Het is geen computerspelletje om een schip te besturen.’ PvdA-Statenlid Christa Oosterbaan is niet meteen enthousiast over het vooruitzicht van autonoom varende schepen op de Waddenzee (nos.nl).

Formule 1-coureur Max Verstappen is gefrustreerd over zijn auto die door opeenvolgende aanpassingen ‘onbestuurbaar’ is geworden (nu.nl).

‘Onze interacties, net dat wat ons het menselijkst maakt, gaan de komende jaren veranderen in het belang van het bedrijfsleven.’

‘Men zoekt nu naar oplossingen voor de fatbike zelf, terwijl dit in feite een gedragsprobleem is.’ Volgens Sweco’s adviseur veilige mobiliteit Hans Drolenga is de fatbike op zich een prima vervoermiddel (de Volkskrant).

Mastodon-gebruiker ‘Security Writer’ verwacht dat we onze werkmails anders gaan formuleren zodat AI-assistenten begrijpen wat we bedoelen, en dat die manier van communiceren zich vervolgens verder zal verspreiden (Mastodon).

illustratie : matthias giesen


Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: Cees Bassa.

Behoed de radioastronomie voor hinderlijke straling satellieten Elke week brengt SpaceX dertig tot veertig te houden met de radioastronomie. En dat nieuwe Starlink-satellieten in een baan om de kán ook, want die technische mogelijkheden aarde, om mensen overal in de wereld toegang bestaan. Onze metingen aan de satellieten van tot internet te geven. Er zijn nog vier, vijf ande- OneWeb en Iridium Communications laten re commerciële bedrijven actief die satellieten vooralsnog geen hinderlijk vrijkomende stralanceren voor deze toepassing. Zo wordt het ling zien. Als deze bedrijven het kunnen, dan steeds drukker in de banen om de aarde. Tegen kan SpaceX het ook. We realiseren ons dat bedrijven zoals SpaceX het einde van dit decennium draaien er volgens schattingen honderdduizenden satellieten rond niet direct zitten te wachten op onze oproep. Aanpassingen aan de ontwerpen van hun satelde aarde. Sommige van die satellieten geven onbedoeld lieten leiden vermoedelijk tot hogere productiekosten. Ook kunnen verbestraling af. Telescopen van terde versies zwaarder zijn, (radio)astronomen onderwaardoor de lanceerkosten vinden daar last van. Vorig Ik besteed mijn oplopen. Wij zijn bereid om jaar al publiceerde ik met mee te werken met SpaceX collega’s onderzoek dat liet tijd liever aan het aan oplossingen voor deze zien dat radiotelescopen werken met nieuwe onbedoelde straling, door last ondervinden van de de eigenschappen van de straling van onder meer LOFAR-metingen straling in kaart te brengen. Starlink-satellieten. Uit Zo zouden we kunnen onnieuw onderzoek blijkt nu derzoeken of het stralingsdat de hinderlijke straling van de nieuwste versie van deze satellieten nog probleem zit bij de zonnepanelen, door zowel eens 32 keer zo sterk is. Het is hoog tijd dat er metingen te doen wanneer die panelen zonneregelgeving komt voor satellietbedrijven, opdat straling opvangen en als wanneer ze in de schadie worden gedwongen de vrijkomende radio- duw zitten. Ook zijn we benieuwd of de straling straling binnen de perken te houden. Want als van de satellieten afhangt van hun positie aan het zo doorgaat, hebben we straks de situatie dat de hemel. Mijn pleidooi is belangrijk voor het voortbetelescopen zoals de Nederlandse LOFAR-radiotelescoop nooit meer een waarneming doet staan van de radioastronomie, maar het werk zonder dat er een stralende satelliet het beeld dat wij doen aan de onbedoelde straling van satellieten is ook deprimerend. Híervoor ben ik binnenschuift. Ik doe een beroep op de International Tele- geen radioastronoom geworden; ik besteed mijn communications Union (ITU) om regels hier- tijd liever aan het bedrijven van wetenschap op voor te ontwikkelen. Tegelijk realiseer ik me basis van nieuwe metingen met onze LOFAR-tedat die nog jaren op zich zullen laten wachten. lescoop. Maar dan moet die wel ongestoord zijn Tot die tijd doen we als radiosterrenkundige data binnenkrijgen. En dat staat nu op de tocht. gemeenschap een dringend beroep op de ingenieurs bij SpaceX en andere bedrijven om Cees Bassa is astronoom en werkt in nieuwe ontwerpen van satellieten rekening bij ASTRON.

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

11


Nieuwkomers in de techniek Talent uit het buitenland versterkt bedrijven

Mohammed Al-rawhini (links) met mentor Jorrit Kootstra van Sweco, die hem hielp zijn weg te vinden op de Nederlandse arbeidsmarkt. FOTO : ROGIER BOOGAARD , SWECO NEDERLAND



ARBEIDSMARKT T E K S T: M A R L I E S T E R V O O R D E

Krapte op de arbeidsmarkt kan deels worden opgelost door vaker te kijken naar statushouders en hun mogelijkheden. Welke uitdagingen brengt dat met zich mee en wat levert het op?

Mensen met een niet-Nederlandse achtergrond verrijken en versterken een bedrijf. Ze brengen nieuwe inzichten mee enverhogen zo de opbrengst, blijkt uit onderzoek. illustratie :

‘Eén van de belangrijkste dingen die ik in Nederland moest leren, was de taal. Maar Nederlands leren door zelfstudie bleek lastig. Ik pikte er in het begin nog het meest van op tijdens een baantje bij McDonalds.’ Aan het woord is urban planner Mohammed Al-rawhani, geboren in Jemen en nieuwkomer in Nederland. Momenteel is hij werkzaam als projectcoördinator bij ProRail. ‘Dat is deels te danken aan een mentorprogramma van de organisatie Refugee Talent Hub’, vertelt hij op een terras in Delft. ‘Daar leerde ik hoe ik mezelf moet presenteren.’ De technische sector in Nederland snakt naar personeel. In het laatste kwartaal van 2023 waren er 78.900 vacatures in de techniek en 26.200 in de ICT, schreef het Techniekpact (een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen, werkgevers- en werknemersorganisaties, regio’s en het rijk) in juni op zijn website. Door dit tekort aan arbeidskrachten lopen projecten in de energietransitie, digitalisering en verduurzaming vertraging op. Intussen staat een grote groep mensen te popelen om aan het werk te gaan: nieuwkomers met een vluchtverleden. Hiervan zijn er in Nederland in totaal (inclusief kinderen) ongeveer 280.000, volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Dit betreft bijna 40.000 asielzoekers – mensen die nog geen antwoord hebben

depositphotos

14

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

gekregen op hun asielaanvraag, 10.000 nareizigers, 100.000 gevluchte Oekraïners en ongeveer 132.000 statushouders: vluchtelingen die een verblijfsvergunning hebben gekregen en hier een nieuwe toekomst moeten zien op te bouwen. Een deel van die mensen heeft een achtergrond in de techniek, en kan dus helpen de personeelstekorten in de sector weg te werken. Ongeschreven regels ‘Een no-brainer’, vindt Wilma Roozenboom, directeur van Refugee Talent Hub, een organisatie die nieuwkomers in Nederland en potentiële werkgevers bij elkaar brengt. Bedrijven die nieuwkomers inzetten zijn vaak zeer tevreden met het resultaat, vertelde zij op de bijeenkomst ‘Nieuwkomers & Werk’ die Refugee Talent Hub in juni organiseerde. Bovendien is de maatschappij bij snelle arbeidsintegratie gebaat, net als de economie. Begin dit jaar lieten Refugee Talent Hub en enkele andere partijen een onafhankelijke studie uitvoeren, waaruit blijkt dat het loont om nieuwkomers eerder in de asielprocedure toegang te geven tot de arbeidsmarkt. Wie snel aan de slag kan, doet immers korter beroep op de bijstand en draagt meer loonbelasting en btw af. Bovendien draagt werken bij aan een snellere en betere integratie in de samenleving. Al met al levert dit over een periode van


Badr Ali studeerde geologie toen hij uit Syrië moest vluchten. Als eerste student voltooide hij het leerwerktraject voor statushouders van de HAN. Als elektrotechnicus belandde hij in de zonne -energie, bij SolarPS. foto : han applied university

Elke deelnemer aan de Arcadis Talent Aca­ tien jaar twee miljard euro aan extra welvaart demy begint met een leerwerktraject van zes op, toonde het onderzoek aan. Fijn om maanden. In die periode gelden de kandidaten Toch blijkt de weg naar de arbeidsmarkt iemand te als extra personeel boven de formatie, maar voor nieuwkomers vaak moeilijk te vinden, vooral vanwege taalbarrières, verschillen in hebben aan werken ze wel meteen in de teams mee aan projecten. Zo leren ze de systemen, processen, cultureel bepaalde gewoonten en ongeschre­ wie je software en werkcultuur van het bedrijf ken­ ven regels op de Nederlandse werkvloer. Om die reden bieden werkgevers en opleidingsin­ vragen kunt nen. Als het van beide kanten bevalt, stromen ze door naar een reguliere baan. stituten steeds vaker voorbereidingstrajecten stellen De belangstelling is groot, vertelt Guasp aan, en zijn er organisaties als Refugee Talent Mangani. Op elke ronde komen zo’n honderd Hub die de nieuwkomers en werkgevers hier­ reacties. ‘Sinds we het in 2020 zijn gaan bij­ bij begeleiden. houden, hebben in totaal zestig statushouders Een voorbeeld van zo’n voorbereidings­ traject bij een werkgever is de Talent Academy van ad­ aan dit programma meegedaan. Daaruit zijn 36 vaste vies­ en ingenieursbureau Arcadis. ‘Wij zijn in 2016 be­ contracten voortgevloeid.’ De kracht van programma’s als de Arcadis Talent Aca­ gonnen met het gericht werven van nieuwkomers, om deze doelgroep een kans te bieden op de arbeidsmarkt. demy is het buddy­systeem. Bij Arcadis krijgt de nieuw­ Aanvankelijk deden we dat door mensen nogal ad­hoc komer een manager als mentor die een persoonlijk ont­ werkervaringstrajecten aan te bieden, in de hoop dat het wikkelingsplan met hem of haar maakt, en een buddy uiteindelijk tot een contract zou leiden’, vertelt Virginia op de werkvloer bij wie hij of zij met praktische vragen Guasp Mangani, coördinator van de Talent Academy, op terecht kan. Guasp Mangani: ‘Die buddy heeft meer tijd. We zijn echt een heel groot bedrijf, ook voor iemand het kantoor van Arcadis in Amersfoort. uit Nederland die net begint is het vaak overweldigend. Dan is het fijn iemand te hebben aan wie je direct vragen Vaste contracten Dat initiatief groeide binnen enkele jaren uit tot een kunt stellen.’ Daarnaast regelt Arcadis lessen in soft skills structureel programma. Inmiddels wordt er bij Arca­ en taaltrainingen, specifiek gericht op communicatie op dis twee keer per jaar een traject uitgerold voor acht tot de werkvloer. twaalf vacatures. Hiervoor werkt het bedrijf samen met Refugee Talent Hub, waarvan het in 2016 ook één van de Scholing oprichters was. Guasp Mangani: ’Zij doen de werving, Naast bedrijven zijn er ook opleidingsinstituten die nieuwkomers voorbereiden op de arbeidsmarkt. Zo wij hebben de vacatures.’

t

’’

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

15


ARBEIDSMARKT

De rol van KIVI Een jaar geleden werd bij ingenieursvereniging KIVI in Den Haag het project ‘De Nieuwe Ingenieur’ afgetrapt: een samenwerking van KIVI en het platform We’RHERE, met als doel statushouders met een ingenieursachtergrond te helpen bij hun ontwikkeling tot volwaardige en actieve ingenieurs in Nederland. ‘Er kwamen ongeveer zeventig statushouders op die openingsceremonie af’, vertelt Han Rahimi, de initiator van We’RHERE (We are High Educated Refugee Employees). ‘Na afloop zei één van hen tegen me: “Ik voelde me welkom in deze ingenieursomgeving.” Dat raakte me, want dat is niet vanzelfsprekend. In een opvangcentrum voelt iemand zich vaak niet gezien. De case managers daar zijn van goede wil, maar richten zich niet op de talenten van de vluchtelingen. Nu werden we ontvangen in een prachtig gebouw, en zei de president van de ingenieursverenging: “Jullie zijn welkom. We hebben jullie nodig.” Dat doet dat wat met mensen.’ We’RHERE is vooral gericht op Turkse vluchtelingen. Dat is toevallig zo gegroeid. In 2016 nam de instroom van Turkse vluchtelingen naar Nederland plotseling toe, na een mislukte staatsgreep in Turkije. Rahimi: ‘Mijn vrouw is Turks en wij wonen vlakbij een opvangcentrum, dus we spraken die mensen regelmatig. Ik ben toen al snel trainingen gaan geven, om mensen te helpen hun plek te vinden in de Nederlandse samenleving

16

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

– en uiteindelijk ook een baan.’ Uiteindelijk koos Rahimi ervoor een landelijk platform op te richten. Daarmee is het makkelijker om afspraken maken met bedrijven en de overheid dan als particulier. Inmiddels heeft We’RHERE vierduizend leden en meer dan honderd vrijwilligers over heel Nederland. De leden zijn de statushouders die gebruik van de begeleiding maken. Rahimi: ‘Van deze Turkse vluchtelingen is ongeveer 99 procent hoog opgeleid, terwijl het gemiddelde voor alle vluchtelingen op 10 tot 15 procent ligt.’ We’RHERE werkt samen met bedrijven, recruiters en inmiddels 36 gemeenten. De kracht zit vooral in de tijdsduur van de geboden begeleiding. Die begint zodra iemand in Nederland aankomt en duurt acht jaar. ‘Hoe langer de start wordt uitgesteld, hoe groter de trauma’s van de mensen’, zegt Rahimi. ‘Wij bieden perspectief vanaf de eerste dag. Dat helpt mensen om het lange wachten aan te kunnen.’ De eerste baan vinden mensen gemiddeld na vier jaar, maar die is meestal nog onder hun niveau. Rahimi: ‘Dat heeft vooral met taalontwikkeling te maken. Wij beschouwen de eerste baan dus als tussenstap, niet als eindresultaat. Daarom duurt ons traject acht jaar.’ Bedrijven kunnen vanaf het begin al een rol spelen – met opleidingen bijvoorbeeld, of door aan te geven dat er op termijn een plek voor iemand is. Rahimi: ‘In Nederland tellen nieuwkomers pas mee als ze een status hebben, dat is op

zijn vroegst na anderhalf jaar. Wij willen mensen geen valse hoop geven, maar van sommige groepen is eigenlijk meteen al duidelijk dat ze mogen blijven.‘ Vrijwilligers van We’RHERE zijn mensen die het traject zelf al (deels) doorlopen hebben. ‘Het zijn lotgenoten’, zegt Rahimi. Dat werkt goed. Als een nieuwkomer weet dat iemand kort geleden in dezelfde situatie zat als hijzelf, kan die zich aan deze persoon spiegelen en optrekken. Rahimi: ‘Bij mij zouden ze dat gevoel veel minder hebben, ik ben al 26 jaar geleden als Afghaanse Turkmeen naar Nederland gekomen.’ Ilyaz Oz is een van die vrijwilligers. Hij kwam in 2018 naar Nederland, en werkte in Turkije bij de overheid, als toezichthouder energie bij de omgevingsdienst. Oz: ‘Hier doe ik inmiddels ongeveer hetzelfde. Alleen is de aanpak soms wel anders, en de werkcultuur natuurlijk.’ De Nieuwe Ingenieur werd door Oz opgericht. Inmiddels doen er ongeveer honderd mensen aan mee, van wie 98 procent een ingenieurstitel heeft. Hun Turkse diploma’s zijn erkend in Nederland. De samenwerking met KIVI is bedoeld om het project te versterken, en de nieuwkomers voorbeelden en inspiratie te bieden. Rahimi: ‘De toegang tot het netwerk, de kennis en de coaching van KIVI kan goed bij ons aansluiten. Maar het moet nog wel vorm krijgen. De mensen van KIVI zijn heel positief, maar we zijn het eerste vluchtelingenprogramma waarmee KIVI samenwerkt. Het is een leerproces.’


heeft de HAN University of Applied Sciences een speciaal leerwerktraject voor statushouders die willen werken in de energietransitie: ‘Werken en leren met energie’. Het project is een initiatief van HAN Talencentrum, Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF en SEECE (Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise) en richt zich op mensen met een behoorlijke vooropleiding in de techniek. De deelnemers worden voorbereid op een korte hbo-opleiding, een associate degree, waarmee ze in twee jaar tijd een Nederlands diploma kunnen halen in de elektrotechniek, werktuigbouwkunde of gebouwgebonden installatietechniek. ‘Want hoewel buitenlandse diploma’s in veel gevallen internationaal worden erkend, blijken mensen hiermee toch moeilijk aan het werk te komen’, zegt projectleider en coördinator Mieke de Vries. ‘Sinds 2020 hebben we dit project drie keer gedraaid’, vertelt De Vries. De deelnemers kregen eerst een half jaar fulltime les in Nederlands en Engels en een bijspijkercursus wis- en natuurkunde – vooral om daar ook in het Nederlands mee uit de voeten te kunnen – en begonnen daarna aan hun associate degree. Daarnaast is er veel aandacht voor professional skills. Hoe vergader je, hoe leg je gegevens vast in een verslag, hoe bouw je een portfolio op, welke rollen bestaan er? ‘De meeste Nederlandse techniekstudenten vinden dat al lastig’, zegt De Vries, ‘ maar voor veel statushouders is het zelfs iets wat ze helemaal niet kennen – ongeacht uit welk land ze komen.’ Het hele traject door is er tevens aandacht voor arbeidsmarktoriëntatie. De Vries: ‘En we sluiten af met een meet-and-match met bedrijven.’

beginnen. Ze kennen de taal niet, hebben geen netwerk en moeten wennen aan cultureel bepaalde gewoonten, die hier vaak anders zijn dan in hun land van herkomst.’ Zo komen bijna alle nieuwkomers uit een werkomTot nu toe hebben 29 mensen het traject bij de HAN geving waarin hiërarchischer wordt gewerkt dan hier. doorlopen, van wie er 23 een baan hebben gevonden, Guasp Mangani: ‘Sommigen waren gewend altijd gevaak gerelateerd aan de energietransitie. Bij netbeheer- woon de opdrachten van de baas uit te voeren. Hier ders als Alliander en TenneT, partners in SEECE, maar mag je ‘nee’ zeggen als je iets niet kunt of geen tijd hebt ook bij bedrijven die zonnepanelen bouwen en installe- – maar áls je ja zegt is het belangrijk dat je vervolgens ren. Enkele+ anderen zijn gaan doorstuderen ook doet wat je hebt toegezegd. Die proactie– op school of intern bij een bedrijf – of zijn ve houding, zonder angst, proberen we bij de naar het mbo gegaan omdat de nieuwe taal mensen naar boven te halen.’ toch een te grote horde bleek. ‘Maar er zijn De Vries herkent dit. ‘Verreweg de meeste ook een paar mensen afgehaakt’, zegt De Vries. nieuwkomers zijn niet gewend dat je je mond ‘Bij sommigen had dat persoonlijke redenen, moet opendoen in de klas. In hun eigen land Dit ben ik bijvoorbeeld dat ze getraumatiseerd waren. mócht dat vaak niet eens. Als je dan ook de op het werk, taal nog niet zo goed beheerst, moet je al twee Mensen vluchtten natuurlijk niet voor niks.’ en dit ben ik drempels over voor je iets zegt. Het geldt zoCultuurverschillen wel in de klas als op het werk. Het is een geprivé Of het nu aan dit soort programma’s en coawenningsproces.’ ching ligt of niet: nieuwkomers vinden hun In sommige gevallen moeten mannen ook weg naar de arbeidsmarkt de laatste jaren omschakelen wat betreft hun houding ten steeds sneller. Van de mensen die in 2020 een opzichte van vrouwen, zegt De Vries. ‘Dan verblijfsvergunning kregen, had 23 procent na moeten ze eraan wennen dat een vrouw hun tweeëneenhalf jaar een baan gevonden, schrijft het CBS leidinggevende kan zijn, of misschien wel deskundiger in het rapport ‘Asiel en integratie 2024’. Voor het ‘cohort’ is dan zij. De oplossing die mensen daarvoor vinden, is 2015 was dit nog maar 14 procent. vaak dat ze onderscheid gaan maken: dit ben ik op het Maar makkelijk is het niet, zegt Guasp Mangani. ‘Zo- werk, en dit ben ik privé.’ wel van de nieuwkomer als van het bedrijf wordt wel echt Hoe snel werkgever en werknemer aan elkaar weniets gevraagd.’ De deelnemers van de Arcadis Talent Aca- nen, wisselt. De Vries: ‘Sommige werkgevers geven aan demy komen meestal uit landen in het Midden-Oosten dat het ze toch meer tijd kostte dan ze hadden verwacht. of Afrika, zijn hoog opgeleid in de techniek en hebben Het scheelt ook per kandidaat natuurlijk. De één heeft vaak veel ervaring. ‘Maar ze moeten hier weer bij nul meer tijd nodig dan de ander, de “chemie” tussen

Bij het leerwerktraject van de HAN krijgen studenten ook loop­ baanoriëntatie. Daar­ bij horen bedrijfs­ bezoeken, zoals hier bij ELaadNL. foto : han applied university

t

’’

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

17


ARBEIDSMARKT

kandidaat en werkgever speelt een rol, en er kunnen dingen spelen in iemands privéleven die het lastiger maken om te landen.’ Wel leidt het traject van de HAN uiteindelijk bijna altijd tot een duurzame relatie tussen werkgever en Pas toen werknemer. ‘Al beginnen deze studenten strikt genomen vaak onder hun niveau’, zegt De ik een Vries. ‘Vanwege de achterstand in de Nederlandse taal en onbekendheid met de cultuur netwerk had, hier hebben ze nu eenmaal veel begeleiding lukte het en geduld nodig.’

via een online cursus alvast wat Nederlands leren. ‘Dat had weinig effect, maar het was toch fijn om eraan te beginnen.’ Toen hij als tolk mocht fungeren voor een asielzoeker uit Drachten die voor een behandeling naar een Rotterdams ziekenhuis moest, kreeg hij de kans om meer van Nederland te zien. Nadat Al-rawhani vervolgens naar Utrecht werd overgeplaatst, begon hij met het opbouwen van een netwerk. ‘In Utrecht zijn daarvoor veel mogelijkheden. Ik heb er elke Nederlander die ik ook maar een béétje kende verteld dat ik werk zocht, en ik ging naar allerlei activiteiten. Van Refugee Talent Hub, van Future Citizens, van Welcome in Utrecht... Daar leerde ik hoe je in Nederland een carrière opbouwt, hoe je een goed cv maakt en hoe je met de juiste mensen in contact komt.’ Via Refugee Talent Hub deed Al-rawhani twee mentorprogramma’s, bij de bank ABN AMRO en bij architecten- en ingenieursbureau Sweco Nederland. ‘Die zijn heel belangrijk voor me geweest. De mentoren hebben me echt goed geholpen. Eén van hen zei: “Mohammed, je hebt duizend kansen, Als er één mislukt, zijn er nog 999 over.” Dat helpt om moed te houden. Maar pas toen ik een netwerk had, lukte het.’ De werkcultuur in Nederland is echt anders dan in het Midden-Oosten, beaamt Al-rawhani. ‘Ik had wel ideeën over hoe je moet solliciteren, maar het bleek hier volstrekt anders in zijn werk te gaan. In mentorprogramma’s van Refugee Talent Hub leerden we onze sterke kanten vinden en erover vertellen. Dat kende ik niet. Bij ons leerde je dat je bescheiden moet zijn, we zijn snel bang als opschepper over te komen.’ Direct zijn zoals Nederlanders is niet makkelijk, vindt Al-rawhani. ‘Maar het werkt wel. Vooral tijdens sollicitaties, als je maar een paar minuten de tijd krijgt om jezelf te presenteren en je doelen te formuleren. Dat uit een andere cultuur komen één van die sterke punten is, heb ik ook moeten leren benoemen.’

’’

Actief zijn Of iemand uiteindelijk zijn weg vindt, hangt ook erg van de persoon zelf af, zegt Al-rawhani. ‘Het is belangrijk actief te zijn en om je heen te kijken: wat kan ik doen, waar liggen de mogelijkheden? Zelf begon ik daarmee toen ik, nadat ik eerst in aanmeldcentra in Ter Apel en in Budel had gezeten, in een asielzoekerscentrum in Drachten terechtkwam. Daar heb ik mezelf aan het werk gezet.’ Al-rawhani hielp mensen binnen het COA met vertalen, van Turks en Arabisch naar Engels, en ging zichzelf

Organisaties Diverse organisaties houden zich in Nederland bezig met het samenbrengen van hbo- en wo-opgeleide nieuwkomers en werkgevers. Een aantal daarvan zijn: • Refugee Talent Hub Een initiatief van werkgevers, om nieuwkomers en werkgevers dichter bij elkaar te brengen. Refugee Talent Hub organiseert hiervoor bedrijfsbezoeken, trainingen, werkervaringstrajecten en recruitment events. Uit de technische- en ICT-sector doen hieraan ruim veertig bedrijven mee, waaronder grote werkgevers als Arcadis, Sweco, TenneT,

18

RoyalHaskoningDHV, Alliander en EBN. • UAF Een onafhankelijke stichting die vluchtelingen met advies, begeleiding, financiële steun en de inzet van een netwerk helpt om zich verder te ontwikkelen op het gebied van studie en werk. • Platform Nieuwkomers en Werk evalueert en ondersteunt initiatieven die nieuwkomers naar werk begeleiden. • NewBees bereidt vluchtelingen met traineeships voor op een baan in Nederland • We’RHERE Platform voor met name Turkse nieuwkomers, op basis van coaching door ‘lotgenoten’.

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

Kantine Eenmaal aan het werk, volgen de nieuwe uitdagingen. Het spannendst vinden mensen de kantine, zegt Han Rahimi van het platform We’RHERE (zie kader De rol van KIVI). ‘Dat horen we van iedereen, in elke sector. De taal kennen de nieuwkomers in deze fase goed genoeg voor op de werkvloer, maar in de kantine gaat het opeens veel sneller en raken ze de draad kwijt.’ De Vries herkent die verhalen. Twee deelnemers van het HAN-traject vertelden haar onlangs dat de directeur opeens bij de lunch was aangeschoven. ‘Paniek, ze durfden meteen niets meer te zeggen. Het was echt onvoorstelbaar voor ze.’ Al-rawhani heeft daar geen last van. ‘Kantine- angst? Nee, waarom?’ Het is belangrijk altijd van het positieve uit te gaan, is zijn instelling. ‘Als je de taal niet goed spreekt, en in de pauze zie je iedereen zich vermaken terwijl jij een beetje alleen staat, dan kun je negatief gaan denken en jezelf naar beneden halen. Misschien lachen ze wel om jou! Maar dat moet je niet doen, daardoor kun je je naar gaan voelen. Je moet proactief zijn, en bij je collega’s gaan staan.’ Dat is wel moeilijk, geeft hij toe.


De Arcadis Talent Academy begeleidt nieuwkomers naar een vaste baan. foto : salar ashari

‘Wat helpt, is als de collega’s zélf vragen of je erbij komt. Dat kan een nieuwkomer de hele dag blij maken. Het geeft je het gevoel dat je erbij hoort.’ Wat ook moeilijk kan zijn voor nieuwkomers, zijn problemen die nog spelen op de achtergrond – in het thuisland of hier. Al-rawhani: ‘Hoe red je het financieel, is je familie wel veilig, hoe vind je een huis? Een baan vinden is niet het enige waarmee nieuwkomers zich bezighouden. Zelf was ik in de eerste jaren hier ook niet heel fanatiek bezig met het zoeken naar werk.’ Daarnaast zijn veel mensen bang om weer werkloos te worden, vertelt Rahimi. Het ontbreekt ze aan duidelijke criteria of ze goed bezig zijn, ze tasten in het duister. ‘Mensen die via ons een baan hebben gevonden, wisten in Turkije inmiddels waaraan ze moesten voldoen. Hier voelen ze: ik móét presteren om mezelf zichtbaar te maken. Het helpt dan als de werkgever af en toe even zegt: “Ja, goed bezig!”’ Overigens verdwijnt deze angst meestal na de eerste contractverlenging, voegt hij eraan toe. ‘Dan slaat dan in één keer om, van “dit wordt helemaal niks”’ naar “zeg, hoe koop je een huis in Nederland?”’ ‘Het is belangrijk dat mensen zich realiseren dat nieuwkomers niet uit vrije keuze naar Nederland zijn gekomen’, voegt vrijwilliger Ilyaz Oz van We’RHERE daar nog aan toe. ‘Sommigen hebben dingen meegemaakt waardoor ze kwetsbaarder zijn geworden. Zelf had ik een mooi leven en een hele goede baan met een hoge status. Hier moet ik opnieuw beginnen en een nieuwe taal en cultuur leren kennen. Dat kost moeite. Maar het lukt.’

Innovatie Statushouders zijn in het algemeen supergemotiveerde mensen, zegt Guasp Mangani. Ze willen alles opzij schuiven om maar te kunnen werken en hun status te herpakken. ‘In hun eigen land wáren veel van hen echt iemand op het werk. Dat gevoel willen ze terug. Anderen willen gewoon aan de slag. Er zitten mensen bij met psychische problemen vanuit hun vluchtelingenachtergrond. Werk kan dan een manier zijn om je te handhaven. Werk is ook een soort therapie.’ Arcadis wil met de Talent Academy een maatschappelijke functie vervullen en bijdragen aan de diversiteitsdoelen. Maar het programma levert het bedrijf ook veel op. ‘Nieuwkomers hebben een ander perspectief ’, zegt Guasp Mangani. ‘Dat levert nieuwe inzichten en innovatie op. Als je allemaal soortgelijke mensen hebt, die projecten steeds op dezelfde manier uitvoeren, dan is het verfrissend als er iemand komt van buiten de bekende school. Die ziet dat je dingen ook anders kunt doen. En de arbeidsmarkt is natuurlijk krap. Bij de nieuwkomers zit een groot potentieel dat anders onbenut blijft.’ Alle werkgevers zouden hieraan mee moeten werken, vindt De Vries. ‘Geef statushouders een kans, je krijgt er heel loyale werknemers voor terug. Het is echt jammer als al dat talent verloren gaat. Als mensen onder hun niveau werken worden ze niet gelukkig. En we moeten het uiteindelijk toch met elkaar doen.‘ ‘Werk is cruciaal voor nieuwkomers’, zegt ProRailer Al-rawhani. ‘Zonder werk betekende ik niets voor de maatschappij. Nu voel ik me deel van de samenleving, ik lever een bijdrage. Als ik in de trein zit, voel ik me echt trots.’ • OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

19


Neem nu een kennismakingsabonnement

EN ONTVANG DRIE NUMMERS VOOR SLECHTS € 25,deingenieur.nl/abonnement


Möring

Begin 2025 verschijnt Marcel Mörings roman Mordechai, het verhaal van een schrijver met een onstilbare honger naar vrijheid.

Reizen per spoor Om vier uur overwoog ik ernstig om een fiets te kopen Maar de spoorwegen maken het je niet makkelijk om en van Amsterdam naar huis te fietsen. Een bijzonder van ze te houden. Een paar weken geleden eindigde onrealistisch plan, want ik heb in geen twintig jaar ge- een bezoekje in Rotterdam voor mijn vrouw in een fietst. Bovendien zou de tocht van hartje Amsterdam geïmproviseerde overnachting bij haar jongste zoon naar mijn dorp in Friesland 180 kilometer lang zijn en omdat reisadvies na reisadvies uitviel tot er niets meer volgens de optimistische voorspelling van Apple Maps was om uit te vallen. Ze bracht de nacht door op een iets meer dan acht uur duren. Eerder acht dagen, ver- matras op de vloer terwijl haar inderhaast gewassen ondergoed op de verwarming lag te drogen. moedde ik, mijn fietshistorie indachtig. ‘Nooit meer’, zei ze, toen ze een dag later thuiskwam. Het was woensdag en de omroepinstallatie van Ik begreep wat ze bedoelde. Het was het zoveelste Amsterdam Centraal was een kakofonie van onheilsberichten. De trein naar hier ging niet vanwege koper- incident geweest. Desondanks neem ik zelf steeds diefstal, die naar daar werd gehinderd door een kapot- weer de trein. Al was het maar omdat je je als autote locomotief, een andere trein reed niet vanwege iets rijder kapot verveelt achter het stuur. Je hoeft nauwemet de brandweer en de mijne bestond ineens niet lijks handelingen te verrichten, de gps wijst de weg en meer. ‘Dit reisadvies vervalt’, zeiden zowel de borden de radio biedt niets dan eindeloos herkauwd nieuws of dj’s die zo dol zijn op zichzelf als de app. dat er nauwelijks nog muziek Hoezo ‘reisadvies’? Sinds wanneer is aan te pas komt. Een aap kan een dienstregeling een kwestie van blijkSinds wanneer is van Friesland naar Rotterbaar vrijblijvende adviezen: je kunt dit de dienstregeling dam rijden. Dan lees ik liever doen, of iets heel anders, laat duizend een boek in het overbevolkte bloemen bloeien, maar pin ons nergens een vrijblijvend hondenhok op wielen dat op vast? tegenwoordig doorgaat voor Ondertussen was mijn poging om huisadvies? de eerste klas. waarts te keren gesmoord. Er kon van alReizen per spoor is een les aan de hand zijn – kangoeroes op het spoor, een demonstratie van biologisch-dynamische beschaafde vorm van je verplaatsen. Als er tenminste boeren, spoorstaafrot ter hoogte van Lelystad – maar ook werkelijk sprake is van verplaatsen. Het helpt niet om in het noorden te wonen. Morde NS wilde er niets over zeggen. Er was een advies verstrekt en dat was weer vervallen. Het is mogelijk gen heb ik een afspraak met mijn zoon en dochter in dat de omroepstem iets had meegedeeld in de trant Rotterdam en een blik op de reisadviezen leert dat ik van alternatieve reisadviezen, maar daar heb je als daar op zijn snelst tweeënhalf uur over doe – overstapdove niets aan. Wat uit de luidsprekers komt, is voor pen op Schiphol, bijbetalen voor de Intercity direct – mij Swahili en op de borden wordt geen alternatief en in het andere geval twee uur en drie kwartier met voor de uitgevallen trein geboden. Adviseren doen ze twee overstappen. Eerst moet ik natuurlijk naar het dichtstbijzijnde bij de NS graag, maar er is een grens. ‘Ik reis te weinig met de trein om mijn abonnement treinstation rijden, parkeren en in Rotterdam naar eruit te halen’, zei Harry, bij wie ik mij beklaagde, mijn bestemming lopen. In totaal ben ik drie-en-eenhalf uur onderweg. Kosten – treinabonnement, auto, ‘maar ik houd het toch aan.’ Ik ook. Het NS-abonnement is voor mij het laatste parkeren – zo’n zeventig euro. Met de auto ben ik er restant hoop op een Nederland waar publieke voor- sneller en goedkoper, hoef ik niet over te stappen en zieningen nog iets betekenen. Hoewel het goedkoper loop ik nauwelijks de kans dat ik strand wegens veren sneller is om met de auto te gaan, reis ik met de vallen adviezen, koperdiefstal of exotische zoogdieren. En toch neem ik de trein. Ik blijf volharden in hardnekkigheid van een afgewezen minnaar per spoor naar de Randstad en wil ik mij niet scharen in het koor een liefde die soms wat van één kant lijkt te komen. van spoorwegen-bashers dat met de regelmaat van de Romantiek stelt niets voor als je er niet voor wilt lijden. klok zit af te geven op de NS. FOTO : HARRY COCK

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

21


ENERGIETRANSITIE T E K S T: J I M H E I R B A U T

Zijn bestaande pijpleidingen herbruikbaar?

Van aardgas naar waterstof Aardgas is uit, waterstof is hot. Hoe kunnen we zo snel mogelijk waterstof inzetten in de energievoorziening? Door bestaande infrastructuur te hergebruiken. Volgens critici is dat nog niet zo eenvoudig, maar Gasunie heeft er alle vertrouwen in dat het lukt. Veel wordt verwacht van waterstof in een nieuw energie­ systeem gebaseerd op schone energie, waarvan de op­ wekking geen CO2­uitstoot met zich meebrengt. Om bij te springen op momenten dat de zon niet schijnt en de wind wegvalt, staan er in de toekomst naar verwachting speciale elektriciteitscentrales die waterstof verbranden. In verschillende landen bestaan dan ook plannen om aanwezige aardgasleidingen te herbestemmen en ge­ schikt te maken voor het transport van waterstof. Ook in Nederland, waar Gasunie een paar lange transport­ leidingen voor aardgas heeft aangewezen voor om­ bouw. De voordelen zijn duidelijk: materiaal wordt hergebruikt, er hoeven geen of minder vergunningen te worden aangevraagd en de leiding is sneller klaar. Het scheelt ook flink in de kosten, zegt Gasunie: hergebruik van een bestaande leiding kost maar een kwart van wat een compleet nieuwe gasleiding zou kosten. Maar kan dat wel, het ombouwen van leidingen? Vol­ gens Gasunie is het technisch haalbaar, maar sommige wetenschappers zijn kritisch. Zo’n ombouwoperatie is niet alleen veel ingrijpender dan technisch en econo­ misch verantwoord is, maar de gereviseerde leiding

Nieuwe gasleidingen bestemd voor het transport van waterstof. foto : gasunie 22

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

wordt ook nooit zo veilig – voor mens en milieu – als een nieuw aangelegde waterstofleiding, zo waarschuwde een internationale groep wetenschappers in een artikel dat eind juli verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Energy Science & Engineering. ‘Zelfs als de technische en economische obstakels worden overwonnen, blijven er ernstige veiligheids­ en milieurisico’s bestaan’, schrij­ ven ze. We schreven erover in de vorige editie en online (deingenieur.nl/leidingen). Maar op de beweringen in het artikel is wel wat af te dingen, liet Gasunie weten aan De Ingenieur. Tijd om een en ander op een rij te zetten. Een verhaal over dit onderwerp moet beginnen met op te merken dat aardgas – hoofdzakelijk methaan – en waterstof echt verschillende dingen zijn. Het zijn alle­ bei gassen, maar ze hebben verschillende dichtheden, condensatiepunten en chemische eigenschappen (die met ontbranding te maken hebben). De calorische waarde van waterstof is drie keer zo klein als die van methaan: een liter waterstof bevat drie keer zo weinig energie als een liter aardgas. Het gas moet dus drie keer sneller door een leiding stromen om evenveel energie te transporteren.


plaats van aardgas nu waterstofgas doorheen Maar voor dit verhaal het belangrijkste ver­ stroomt. In het Zeeuwse Terneuzen stroomt schil: een waterstofmolecuul – H2 – is veel tussen de bedrijven Yara en Dow Chemical kleiner dan een methaanmolecuul (CH4). We maken sinds 2018 waterstof door een twaalf kilo­ Daardoor lekt waterstof veel sneller weg uit infrastructuur, hoopt die zich op hoge punten een analyse: meter lange leiding, en dat gaat allemaal goed. in afgesloten ruimten op én dringt die gemak­ wat zijn de Hoe heeft Gasunie het daar aangepakt? kelijker door materialen heen. toelaatbare Dat laatste is belangrijk, want waterstof Terneuzen condities? heeft hierdoor invloed op het staal van leidin­ ‘Waterstof vergt zeker een andere aanpak dan gen. Waterstof kan het staal binnendringen en aardgas’, vertelt Otto Jan Huising, technical de eigenschappen van het metaal veranderen. manager Gasunie User Inspectorate. ‘Eerst Dat staal wordt brosser, minder taai. Gevolg hebben we de afsluiters beoordeeld op ge­ is dat scheurtjes, die soms voorkomen in schiktheid voor waterstof. Verder gedraagt het materiaal, sneller groeien dan in staal dat niet door staal zich in een waterstofomgeving anders dan wanneer waterstof is geïnfiltreerd. er aardgas mee in aanraking komt. Daarom kijken we Tweede punt van aandacht is dat dergelijke scheur­ vervolgens welke staalsoort in een leiding is gebruikt. groei sneller gaat naarmate de drukveranderingen op Dan is het nog van belang te weten van welke defecten het staal groter zijn. In een gasleiding van staal wil dat er eventueel sprake kan zijn. Op grond daarvan maken zeggen dat te grote drukwisselingen in het gas de scheur­ we een analyse: als er nu waterstof in de leiding gaat stro­ vorming als gevolg van vermoeiing (het verschijnsel dat men, wat zijn dan de toelaatbare bedrijfscondities?’ een steeds wisselende belasting op een metaal tot een Better safe than sorry, is de aanpak van Gasunie bij het steeds groter groeiende scheur leidt) versnellen. herbestemmen van leidingen. Het is daarbij goed om te Dit kan doorgaan totdat een metalen voorwerp hele­ weten hoe een stalen gasleiding ooit is vervaardigd. Een maal scheurt. Goed opletten dus wanneer waterstofgas stalen leiding wordt gemaakt uit een plaat staal die wordt door stalen leidingen gaat stromen. Het openscheuren gebogen en dichtgelast, vertelt Huising. ‘Lassen is een van een gasleiding moet natuurlijk worden voorkomen, proces waarbij er ergens een defect kan achterblijven. want dan kan waterstofgas exploderen. De fabrikant van die buis voert natuurlijk tests uit om Tot zover de theorie, nu de praktijk. Want het ís al zeker te weten dat die defecten niet boven een bepaalde eens gedaan: een leiding zodanig aanpassen dat er in grenswaarde uitkomen. Maar als de gasbuis uitein­

t

’’

Voor een duurzame energievoorziening wordt waterstof onmisbaar. Om groene waterstof veilig en betrouwbaar te kunnen transporteren en opslaan, werkt Gasunie aan een backbone (ruggengraat) van gasleidingen, grotendeels van bestaande leidingen. illustratie : gasunie

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

23


ENERGIETRANSITIE

Aardgasleiding van Gasunie. foto : gasunie

24

delijk wordt ingebouwd, valt nooit helemaal uit te sluiten dat er nog een defect zit – een defect dat het begin kan zijn van een scheurtje, dat van binnen naar buiten groeit. Dus dat is ons uitgangspunt, daarmee gaan we rekenen. We nemen parameters als de diameter van de buis, de wanddikte en de drukverschillen die gaan optreden en daaruit kunnen we de verwachte scheurgroei berekenen; dat is hoe snel een scheur in lengte groeit. Wij hebben als voorwaarde dat een scheur in honderd jaar tijd niet meer mag aangroeien dan 0,25 millimeter. Zo valt te berekenen of een buis van een bepaald materiaal, met bepaalde afmetingen en een bepaald belastingsspectrum, geen gevaarlijke scheurgroei zal ontwikkelen. En we blijven natuurlijk controleren of er geen rare drukwisselingen zijn.’ Daarbij is de ene staalsoort de andere niet. Er zijn door de jaren heen verschillende soorten staal gebruikt voor aardgasleidingen, de ene wat harder dan de andere. Die verschillende leidingen zullen allemaal net anders op waterstof reageren, maar volgens Huising zijn ze allemaal in principe bruikbaar. ‘In Duitsland heeft men van alle soorten staal die in het leidingennetwerk zijn gebruikt – dat zijn staalsoorten van 1930 tot 2015 – onder waterstofcondities de taaiheid en de vermoeiingsscheurgroei vastgesteld. En die voldoen qua taaiheid allemaal aan de minimumvereisten, hoewel sommige beter zijn dan andere.’

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

Ook belangrijk, zegt Huising, is het feit dat ongeacht de leeftijd van het staal ‘dezelfde formules toepasbaar zijn om de vermoeiingsscheurgroei te berekenen’. Met andere woorden: van elke leiding is goed uit te rekenen of de scheurgroei binnen de perken blijft. Binnen de bandbreedte Een belangrijk verschijnsel voor Gasunie om in de gaten te houden zijn de drukwisselingen in een toekomstige waterstofleiding. Want te grote drukwisselingen (bijvoorbeeld doordat er ineens veel waterstofgas wordt geproduceerd of gebruikt) versnellen het proces van vermoeiing in het metaal. Door achtereenvolgens steeds een hogere en lagere gasdruk in de leiding te hebben, planten scheurtjes zich sneller voort. Wat de te verwachten drukwisselingen zijn, weet Gasunie nog niet precies. Maar simulaties suggereren dat ze ruim binnen de bandbreedte blijven. ‘Duidelijk is dat de leiding anders zal worden gebruikt dan nu met aardgas’, zegt Huising. ‘Waarschijnlijk komen er op meerdere plekken producenten te zitten dan nu met aardgas het geval is. De leidingen zijn zo ontworpen en aangelegd dat ze met waterstof kunnen bijspringen als de wind niet waait of de zon niet schijnt. We kunnen voldoende grote drukwisselingen toestaan, zolang ze beperkt blijven in aantal.’


De druk in de leidingen door overproductie te doen, remt nieuwe initiatieven doorgaans wil Gasunie reguleren met bijvoorbeeld extra af.’ En voorlopig zijn ze ook niet nodig, schat opslag in zoutcavernes in Noord-Nederland. Gasunie in. ‘De elektrolysers die waterstof Het opladen van die ‘batterij’ is dan een ma- Bij waterstof produceren leveren het gas af bij een druk van nier om de druk niet te veel te laten oplopen. dertig à veertig bar. Dat is voorlopig voldoenzijn we In Zuidwending (Oost-Groningen) loopt aan grenzen de om flow te creëren en het gas bij afnemers het project HyStock om hiermee ervaring op te krijgen.’ gebonden te doen. Voor extreme gevallen wil Gasunie Bij de opslag van waterstof in ondergrondse afspraken maken met producenten en afzoutcavernes zijn sowieso compressoren nonemers, om die drukwisselingen binnen de dig. En die zijn anders dan voor waterstof. Er perken te houden. Huising: ‘In bepaalde situzit nog veel technologische ontwikkeling in aties zal de integriteit van het netwerk moecompressoren voor waterstof, erkent Huising. ten voorgaan boven hun productie of afname. Zodat wij ‘Siemens heeft in Duitsland onlangs nog het ontwerp blijven opereren binnen de veilige grenzen. Maar dat is voor een centrifugaalcompressor gepresenteerd.’ voor extreme gevallen.’ Gasunie verwacht niet dat uitdagingen met te grote Blootliggend staal drukverschillen in de eerste jaren zullen spelen. Het Aan de binnenkant van gasleidingen zit op de meeste overheidsbedrijf maakt namelijk eerst aardgasleidingen plekken een beschermend laagje, maar oude leidingen met grote binnendiameters – van negen- tot twaalf- kunnen lokaal beschadigd zijn. Het staal ligt dan bloot, honderd millimeter – geschikt voor waterstof. Daarvan waardoor waterstofmoleculen extra inwerken op het meheeft Gasunie straks zo’n vierhonderd kilometer tot haar taal en scheuren sneller kunnen groeien. Dat is de reden beschikking; die kunnen enorm veel gas bevatten; zoveel dat Gasunie ook inspecties van de leidingen voorziet. dat het tijdelijk opslaan van extra waterstofgas mogelijk Huising: ‘Hoewel wij de leidingen zo engineeren dat de wordt. scheurgroei beperkt blijft tot 0,25 millimeter in honderd Bij aardgas wordt dit tijdelijke opslaan line pack ge- jaar, zullen we wel af en toe checken of defecten toevallig noemd: door er meer gas in te pompen, loopt de druk op niet tóch groter zijn geworden. De inspectietechnieken en slaat het buizennetwerk tijdelijk extra gas op, die kan die we daarvoor nodig hebben, werken net even anders worden ingezet wanneer er ineens meer vraag is. ‘Het dan bij aardgas. Het zijn ingewikkelde tools die we voor verschil is dat je met aardgas van nul tot zestig bar kunt waterstof nog moeten finetunen.’ variëren zonder dat de levensduur van de leiding daardoor op termijn wordt aangetast’, zegt Huising. ‘Maar Monitoren bij waterstof zijn we aan grenzen gebonden.’ Te grote Wanneer er straks daadwerkelijk waterstofgas door de drukveranderingen leiden, zoals gezegd, tot versnelde oude gasleidingen stroomt, zal Gasunie ook monitoren veroudering van de leiding. ‘Maar door dat enorme volu- op lekken. Bij de stalen leidingen maar af en toe, maar me in de leidingen met grote diameter, hebben we maar ‘bij stations en afsluiters gaan we inderdaad een meeteen drukwisseling nodig van 0,05 bar om toch behoorlijk regime opzetten’, zegt Huising. ‘Hoe vaak we moeten wat waterstof op te slaan. We verwachten dus dat ook bij controleren op lekken, met welke tools, dat onderzoeken waterstof line pack goed zal werken.’ we nu. In sommige gevallen zullen we volcontinu meten op lekkages; zoals bij de compressoren voor de opslag van waterstof in zoutcavernes. Daar zijn veel roterende Vervuiling Wie oude leidingen wil gebruiken, moet rekening hou- delen, met drukwisselingen. Voor aardgas doen we dat den met vervuiling. Om zoveel mogelijk te voorkomen nu overigens ook al. Ook daarbij mogen we nu praktisch dat die vervuiling in waterstof terechtkomt, wordt eerst geen emissies hebben.’ Dergelijke veiligheidsmaatregelen zijn van belang omde oude leiding aan de binnenkant schoongemaakt met een speciale cleaning tool. Vervolgens wordt het aardgas dat waterstofgas gemakkelijker ontbrandt dan methaan, eruit gepompt en gaat er tijdelijk stikstof in, om lucht het hoofdbestanddeel van aardgas. Anderzijds is waterbuiten te houden. Ten slotte wordt het stikstof langzaam stof veel lichter dan aardgas, zegt Huising. ‘Waterstof verdrongen door waterstof. Hoewel dit leidt tot slechts stijgt veel sneller op. In de buitenlucht is daardoor de minimale vervuiling, zal waterstof uit het netwerk ver- kans zeer klein dat er een ontbrandbare atmosfeer ontmoedelijk niet zuiver genoeg zijn voor in brandstofcel- staat. Want waterstof is zo verdwenen in de open lucht.’ Aardgas eruit, waterstof erin. Zo eenvoudig is het herlen, die erg kieskeurig zijn. ‘Maar wij richten ons met het landelijke waterstofnetwerk vooral op industriële bestemmen van bestaande aardgasleidingen dus zeker gebruikers in de chemie en petrochemie’, aldus Huising. niet. Maar dat het kán, daarvan is Gasunie overtuigd. En dat het veilig moet, spreekt voor zich. ‘Als er bij een partij het belang van veilig werken groot is, dan is het Compressoren Het op hoge druk brengen van het gas gebeurt met com- wel bij ons’, zegt Huising. ‘We kunnen het ons simpelweg pressoren, maar voor waterstof zijn andere compresso- niet permitteren om onze eigen mensen in de buurt van ren nodig dan voor aardgas, merkte hoofdauteur Paul leidingen te hebben als we niet het volledige vertrouwen Martin van het kritische artikel op. Dat zou enorme in- zouden hebben dat het veilig is. Want dat zou het einde vesteringen vergen. Die investeringen stelt Gasunie uit. betekenen voor alles waar wij voor staan en voor onze Huising: ‘De noodzaak meteen zulke grote investeringen license-to-operate.’ •

’’

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

25


Buy your ticket Join the continent’s foremost exhibition & conference for the offshore energy industry OEEC.BIZ

Created and produced by


Podium

Vier experts delen hun inzichten in de technisch-maatschappelijke actualiteit. Deze maand: Thijs ten Brinck.

Maar wanneer dan wel? Stel je voor: FC Twente staat 2-1 achter in de Hoe onbetwist en dringend de aanleiding kampioenswedstrijd. Met nog een kwartier te ook is om regels te wijzigen, het duurt zo een spelen krijgt de ploeg uit Enschede een hoek- generatie voor het er ook echt van komt. Er schop. Dan loopt de scheidsrechter het veld is altijd wel een conservatieve treuzelaar die uit. Even later schalt uit de stadionspeakers meent dat ‘het spel’ nog niet is afgelopen. Een dat scoren vanaf nu alleen nog met de voeten oproep om noodzakelijk nieuw beleid nog even uit te stellen, valt verontrustend vaak in mag. En dus niet meer met het hoofd. De verwarring is groot. De woede snel goede aarde. Zelfs als de ingangsdatum van daarna ook. Gebeurt dit echt? Bij deze stand, het nieuwe beleid al jaren vaststond. Zelfrenét wanneer er een hoekschop moet worden gulatie en eigen verantwoordelijkheid nemen genomen? Het is niet eerlijk. Spelregels ver- zijn nu eenmaal populairder dan ‘betutteling’. Het belang dat we als maatschappij hechander je niet tijdens het spel. Maar wanneer dan wel? Het vermoeden ten aan het eerlijke, gelijke speelveld, maakt het echter vrijwel onmodat koppen hersenschade gelijk om eigen verantveroorzaakt, groeit al jaren. woordelijkheid te nemen Alleen al daarom was het beén succes te boeken. De ter geweest de nieuwe regel Er is altijd roep om een speelveld vóór de aftrap in te voeren. dat voor iedereen gelijk Dat gezegd hebbende: FC wel een blijft, is in de praktijk een Twente trainde recent juist conservatieve roep om een speelveld dat extra op hoekschoppen. Nog nooit verandert. even wachten tot volgend treuzelaar Veelbelovende jeugdseizoen is eerlijker. De club spelers die niet meer traiheeft trouwens ook nét twee nen op kopballen, lopen kopsterke spelers gecontracteerd. Dus liever nog minstens drie seizoe- een glansrijke carrière mis. Gevestigde sterren die al voor 2033 het goede voorbeeld genen respijt. De UEFA denkt ook aan nieuw beleid. ven, riskeren hun basisplaats. De loodgieter Dat zal voor het EK van 2033 echter niet van die zijn diensten in stadscentra emissievrij kracht zijn. Laten we dat maar afwachten, wil aanbieden, moet concurreren met beanders staan Nederlandse clubs direct op drijven die de oude dieselbus oprijden. En niemand investeert miljarden in een groene achterstand in Europese duels. Spelregels verander je niet tijdens het staalfabriek zolang het geproduceerde staal spel. Ook buiten de sport een gevleugelde op de markt even legaal en evenveel waard is uitspraak. Individuele kortetermijnbelan- als staal geproduceerd met steenkool. In een maatschappij die consequent de gen botsen voortdurend met langetermijnbelangen van de maatschappij. Wie al jaren oren laat hangen naar conservatieve treuzelegaal frisdrank in wegwerpverpakkingen laars, moet je heel principieel zijn om je eigen verkoopt, heeft alle reden om statiegeld op verantwoordelijkheid te nemen. En diepe die wegwerpverpakkingen aan te vechten. zakken hebben. Een betere wereld begint Wie net volkomen legaal een bestelbus op daarom helaas zelden bij onszelf. Een betere diesel heeft gekocht, heeft alle reden om wereld begint bij betutteling. emissievrije stadscentra aan te vechten. Wie al decennia staal produceert met schadelijke Thijs ten Brinck is duurzaamheidsuitstoot, heeft alle reden om beleid tegen die adviseur bij We-Boost Transitions en publicist op WattisDuurzaam.nl. uitstoot aan te vechten. OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

27


OPINIE Een duidelijke mening over een actueel ingenieursonderwerp

Innovatieve mindset voor de circulaire economie

Geen machine, maar een bos Het hanteren van andere metaforen in het debat over verduurzaming kan helpen die te versnellen, stelt industrieel ontwerper Carlijn Hutter. Tekst: Carlijn Hutter

Allemaal vinden we de transitie naar een circulaire economie belangrijk, maar onze huidige benadering hiervan schiet tekort. Ambities en mooie woorden genoeg, maar concrete acties blijven veelal uit. Dit komt enerzijds doordat een duidelijke consensus over de definitie ervan ontbreekt. Wat verstaan we precies onder circulariteit? De verschillende interpretaties die erover in omloop zijn, staan interdisciplinaire samenwerking in de weg.

28

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

Anderzijds komt het doordat opvattingen over de huidige economie het circulaire debat zijn binnengedrongen. Dit brengt misvattingen en blinde vlekken met zich mee. De radicale innovatie die vereist is voor een volledige transformatie, zal nooit van de grond komen zolang we in oude, lineaire termen blijven denken. Om onze economie daadwerkelijk te veranderen, moeten we als ingenieurs eerst onze mindset hierover veranderen.

foto : depositphotos


Technisch probleem afvalvrije manier, wat een directe parallel biedt met Metaforen spelen een cruciale rol in ons denken. Ze de circulaire economie. Door deze ecosystemen als helpen ons om abstracte concepten, zoals de circulaiinspiratiebron te gebruiken, spiegelt biomimicry ons re economie, beter te begrijpen. De metafoor die we een andere conceptualisatie voor van hulpbronnenaan deze economie koppelen bepaalt daarmee welke ketens. In plaats van te focussen op simpele, gesloten oplossingen we kunnen bedenken en welke buiten ons systemen, zouden we moeten streven naar de flexibele, gezichtsveld blijven. open en vaak complexe kringlopen die kenmerkend Op dit moment overheerst de machine-metafoor. zijn voor de natuur. Die omschrijft de economie als een systeem dat materialen in- en uitvoert volgens strikte regels, Veerkracht en voortdurend onderhoud en onbeperkte Een andere richting is de integratie van groei vereist. Dit perspectief ziet de transitie sociale duurzaamheid. Door te bestuderen als een technisch probleem en legt de nahoe de natuur hulpbronnen gelijkwaardig Ingenieurs druk op efficiëntie. Daarnaast reduceert het en efficiënt verdeelt, kunnen we waardevolle de mens tot consument met uitwassen als inzichten verkrijgen voor de verdeling van hebben de hyperconsumentisme en hyperindividualiseconomische middelen. In de natuur leidt praktische me tot gevolg. diversiteit en gelijkere verdeling tot veerDit lineaire denkkader is problematisch krachtige en duurzame systemen. Toegepast kennis om omdat het de economie ontkoppelt van de circulaire op ons economisch systeem, betekent dit zowel de samenleving als van de natuur. dat we economische middelen zoals kansen, economie Daardoor worden moeilijk te kwantificeren inkomen en welzijn eerlijker moeten versociale en ecologische aspecten genegeerd. delen. Door onze welvaart beter te verspreivorm te Hoewel onze veronderstelde controle over den, groeit de veerkracht van de economie geven de machine een geruststellende gedachte aanzienlijk, omdat een gelijkmatige verdeling kan zijn, worden hiermee cruciale ideeën van middelen bijdraagt aan een stabielere en van creatieve, informele of sociale aard inclusievere maatschappij. structureel onderschat. Ons begrip over de Deze richtingen zijn voorbeelden van een circulaire economie moet daarom worden uitgedaagd niet-lineaire visie op de circulaire economie, waardoor en verbreed. we als ingenieurs beter in staat zijn om met nieuwe Mijn voorstel: laten we overstappen op een niet-lineideeën de uitdagingen van de transitie aan te gaan. Om aire metafoor. We ruilen de machine in voor het bos. dit in de praktijk te brengen, moeten we voorafgaand aan elk ontwerpproces aandacht besteden aan het Ecosystemen ontwikkelen van een gezamenlijke mindset met alle Het perspectief van de bos-metafoor onthult oplossinrelevante stakeholders. gen die met de machine-metafoor niet zichtbaar zijn. Ingenieurs hebben de praktische kennis om zoiets Lezersoproep Door verder te kijken dan de eenvoudige, mechaniscomplex als de circulaire economie vorm te geven. Bent u bereid uw tische interacties, zien we de complexere systemische Ik daag u daarom uit om een andere metafoor te ommindset te ver­ dynamieken die onze economie vormgeven. De logica armen dan die van de machine en zo uw perspectief op anderen? Reageer van het bos geeft bijvoorbeeld inzicht in symbiotische de mogelijkheden van de circulaire economie te vervia redactie@ relaties, onderlinge afhankelijkheden tussen organisbreden. • ingenieur.nl. men en communicatie via mycelia, netwerken van schimmeldraden. Zo worden ook de sociale dimensies van een circulaire economie zichtbaar. Het dominante doel vanuit de machine-metafoor Carlijn Hutter rondde in 2024 haar master streeft naar een gesloten hulpbronnenketen. Dit blijkt strategic product design af aan de TU Delft. in de praktijk niet realistisch. Een benadering met een Haar afstudeeronderzoek richtte zich op bredere lens opent de deur voor innovatierichtingen ontwerpaanpakken voor de circulaire econodie tot meer resultaat leiden. mie binnen service design. In service design Een van deze richtingen is biomimicry. Deze discistaan de behoeften van gebruikers centraal pline combineert technologie en ecologie door te leren en zijn er goede methoden om deze vast te van de natuur en haar probleemoplossende vermostellen en te concretiseren in diensten. Het gen te benutten voor het ontwikkelen van duurzame integreren van circulaire economieprincipes en regeneratieve oplossingen voor de samenleving. in dit proces is echter nieuw en vaak nog Ecosystemen functioneren op een circulaire en onbekend voor servicedesigners.

’’

foto : carlijn hutter

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

29


SCAN EN PROBEER NU

4 WEKEN

GRATIS


Enith

Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

31


FORENSISCHE TECHNOLOGIE T E K S T: E N I T H V L O O S W I J K

Forensisch onderzoek op de zeebodem

De vernieling van Nord Stream Deze zomer was er ineens groot nieuws over de verwoesting van Nord Stream in 2022. Zes mannen, onder wie vier duikers, zouden vanuit een zeilboot de cruciale gasverbinding hebben vernield. Maar is dat technisch wel mogelijk? Welke methoden en technieken staan onderzoekers ter beschikking om de waarheid te achterhalen?

Artist impression van de in 2022 ontplofte pijplijn. render : shutterstock

32

Een handvol beschonken Oekraïense officieren en zakenmensen – zo meldde de Wall Street Journal half augustus – vat tijdens een borrel het plan op om de twee Nord Stream-pijpleidingen in de Oostzee te vernielen. Vier maanden later vaart een vijftien meter lang plezierjacht, gehuurd via een Pools reisbureau, de haven van de Duitse stad Rostock uit. Aan de mast, zeggen ooggetuigen achteraf, hangt een geelblauw vlaggetje. De zeskoppige bemanning is volgens de krant gewapend met duikmateriaal, satellietnavigatie, een draagbare sonar en open source-kaarten van de zeebodem. En natuurlijk met explosieven: een kleine hoeveelheid HMX die op 26 september 2022 met behulp van timers tot ontploffing wordt gebracht. De drie explosies maken een eind aan de toevoer van Russisch gas naar Europa via de pijpleidingen.

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

De Amerikaanse krant publiceerde een uitgebreide versie van dit verhaal op de dag nadat nadat bekend werd dat de Duitse politie een arrestatiebevel had uitgevaardigd voor een Oekraïense duiker. Het relaas leidde tot enige ophef. Een van de vragen die menig commentator hardop stelde, was of dit plot technisch gezien wel mogelijk zou zijn. Wat voor explosieven zijn er nodig om deze brede pijpleidingen op tachtig meter diepte op te blazen? Kunnen vier duikers dat samen bewerkstelligen? Hoe voor de hand liggend is de beschreven aanpak? Dit artikel gaat niet over de vraag wie de Nord Stream-pijpleidingen heeft opgeblazen. Het draait niet om eventuele motieven of complotten, noch om de politieke en economische gevolgen. Dit artikel beschrijft hoe en met welke technologieën we kunnen uitzoeken wat er op die septemberdag kan zijn gebeurd.


Nord Stream 1 en 2 bestaan beide uit twee parallelle pijplijnen van twaalfhonderd kilometer lang, van Rusland naar Duitsland op de Oostzeebodem. kaart : shutterstock

sediment en het zoute water vernietigt vingerafdrukken en DNA-sporen. Forensische duikers trekken over het algemeen een cirkel met een straal van tien tot vijftien meter rondom de plaats delict. Daarbinnen speuren ze naar elk stukje materiaal dat van belang kan zijn, eventueel geholpen door een drone met een camera. Met meetlinten stellen ze de afstand tussen de gevonden voorwerpen vast, evenals de lengte van de scheuren, of de omvang van de gaten in het beschadigde object. Die data zijn belangrijk om later de kracht van het explosief te kunnen berekenen. Wat ze vinden, pakken de duikers uiterst behoedzaam op, met een extra paar handschoenen over hun duikhandschoenen. De vondsten gaan in plastic zakjes met water, om te voorkomen dat het materiaal boven water oxideert. Alles wat ze tegenkomen leggen de onderzoekers vast op videocamera; elk feitje over de context ter plaatse wordt geregistreerd: stroming, temperatuur, helderheid. ‘Het zicht in het water kan iets zeggen over de omstandigheden waarin daders hebben geopereerd’, legt de duiker uit. ‘En op basis van de stroming valt te zeggen waar iets misschien is terechtgekomen.’ Onderwaterdrone Om onderdelen te vinden die te diep in het sediment zijn weggezakt, gebruiken forensische duikers metaaldetectoren. Slijpmachines zijn verder nodig om stukken van het beschadigde object – in dit geval de gasleiding – af te zagen voor nader forensisch onderzoek in het laboratorium. De benodigde materialen zijn omlaag te trekken, de diepte in, met behulp van een afdaallijn, of met een onderwaterdrone. Complex forensisch onderzoek als dit vergt zeker een stuk of acht duikers, schat de medewerker van Forensisch Duiken, een gespecialiseerd duikteam dat voor onder meer de politie forensisch onderzoek onderwa-

t

Plaats delict Enkele uren tot een paar dagen, meer tijd is er niet voor het forensisch onderzoek na een bovengrondse explosie, vertelt hoogleraar forensische chemie Arian van Asten van de Universiteit van Amsterdam. Het gebied rondom de explosie wordt afgezet en opgedeeld in segmenten die de forensisch onderzoekers minutieus uitpluizen: wat zou een aanwijzing kunnen zijn en wat is betekenisloze puin? ‘Een open blik is belangrijk’, zegt Van Asten. ‘Het draait om het zoeken van puzzelstukjes en het overwegen van de mogelijke scenario’s. Naarmate men meer puzzelstukjes vindt, wordt één scenario steeds waarschijnlijker.’ Een auto op z’n kant, metalen scherven, stukken kleding, een gebroken ruit: het kan allemaal wat zeggen over de kracht van de explosie, en dus over het type bom. Een stukje aluminium, een batterij, koperen draadjes en stukjes tape kunnen onderdeel van een explosief zijn, of rommel. ‘Ik heb voorbeelden gezien van plaats delictonderzoek waar ze op een heel groot oppervlak allemaal onderdelen vonden, waaruit ze de ontsteker konden samenstellen. Vervormde onderdelen van een bepaald type kookwekker, bijvoorbeeld. Dat geeft aanknopingspunten om weer verder onderzoek te doen.’ Aan de ontploffingen in de Oostzee kwam zeker geen kookwekker te pas. Bovendien vond de sabotage tachtig meter onder water plaats. Dat laatste bemoeilijkt de zoektocht, maar het heeft ook voordelen, vertelt een medewerker van Forensisch Duiken die anoniem wenst te blijven. ‘De straal waarin je restanten vindt, kan in de open lucht twee- tot vijfhonderd meter zijn. Door de dichtheid van het water vind je eventuele bewijsstukken op de zeebodem dichterbij. Boven water verbranden de meeste stukken, maar onder water kun je nog best een compleet intact printplaatje vinden.’ Toch is ook bij onderzees onderzoek snelheid troef. Onderdelen kunnen onvindbaar wegzakken in zacht

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

33


FORENSISCHE TECHNOLOGIE

Een forensisch duiker met een metaaldetector. credit : forensisch duiken

ter doet. Dat heeft deels te maken met de diepte: tachtig meter is geen afstand die je event op en neer zwemt. ‘We hebben het dan over technische duikers. Zij gebruiken rebreathers, waarbij de uitgeademde lucht weer terug het duiksysteem ingaat om te worden gefilterd en hergebruikt. Zo kunnen ze langer onder water blijven.’ Wie een paar minuten beneden is, heeft vervolgens snel een uur nodig om weer omhoog te zwemmen. Een half uur op de zeebodem vergt zelfs enkele uren terugzwemtijd. Haast maken is levensgevaarlijk. Door de snelle overgang naar een lagere druk kunnen stikstofbelletjes in het bloed ontstaan (decompressieziekte). Komen die in de hersenen terecht, dan kan dit dodelijk zijn. Een drone heeft geen last van decompressieproblemen, maar forensisch onderzoek op de zeebodem vergt menselijke behoedzaamheid. ‘Het is niet de bedoeling dat de drone een object zo oppakt, dat eventuele DNA-sporen verloren gaan’, zegt de forensisch duiker. Het plaatsen van een bom kan volgens hem wél net zo goed met een remotely operated vehicle gebeuren. ‘Een ROV kan prima een duiker vervangen. Er zitten armen met knijpers aan, dus die robot kan alles plaatsen op de plek waar je wilt. Het maakt niet uit hoe diep. Het is de snelste en veiligste methode.’ Explosief materiaal Het principe van explosieven is altijd hetzelfde: vaste stof gaat plotseling over in gastoestand, zegt Stefano Scaini. De Italiaanse veiligheidsadviseur onderwijst defensiemedewerkers uit alle windstreken over wapens en explosieven. ‘Met plotseling bedoel ik binnen een twintigste seconde. En omdat gas veel meer ruimte inneemt dan vast materiaal, is het effect een luchtstoot. Je ziet een witte gaswolk die zich in alle richtingen verspreidt.’ Onder water zijn de effecten van een explosie anders. Door de dichtheid van het water kan het gas minder expanderen en verliest het een deel van de energie. ‘Mijn 34

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

achtergrond is civiel sloopwerk. We sloopten gebouwen, bruggen, schoorstenen, watertorens. Om een zeepier te slopen, stopten we dynamiet in de betonnen pijlers van de pier. Als we vier meter diep gingen, hadden we twee keer zoveel dynamiet nodig als boven water. Op tachtig meter diepte zou het vele keren meer zijn.’ Zogenaamde plastische of kneedbare explosieven, zoals HMX, zijn ongeveer vijf keer zo krachtig als dynamiet, legt Van Asten uit. Er hoeft geen zuurstof bij, omdat de oxidator en de brandstof in de moleculen zelf besloten liggen – wel zo makkelijk onder water. Het gevaar voor spontane ontploffing is tegelijkertijd klein: je kunt erop stampen en er een lucifer bij houden zonder dat het ontploft. ‘Voor de ontploffing is een slagpijpje nodig, een metalen buisje met een klein beetje explosief, zoals pentriet, dat ontploft als je het activeert met elektriciteit, of ontbranding. Die kleine explosie geeft de kickstart voor de echte ontploffing. Een batterij verzorgt de energievoorziening en met een timer of een mobiele telefoon maak je een schakelaar op afstand.’ Snijlading De leidingen van Nord Stream hebben een doorsnede van ruim een meter. Aan de binnenzijde zit een stalen pijp van ongeveer vier centimeter dik, aan de buitenkant zes centimeter gewapend beton en ertussenin een laag isolerend materiaal. Om dat te vernielen, zegt Scaini, is gewoonlijk snel vijftig tot honderd kilogram HMX nodig, al kan het ook met minder. Explosievenexpert Ad van Riel van REASeuro is onder meer gespecialiseerd in het onklaar maken van niet geexplodeerde bommen en granaten onder water. Eerder werkte Van Riel achttien jaar bij Defensie. Hij denkt dat de daders gebruikmaakten van een snijlading: een ringvormig HMX-explosief dat om de pijpleiding geklemd moet zijn geweest. Het kneedbare HMX ligt dan op een zogenaamde spiegel: een lange, gebogen metalen strip


In Finland ligt een stukje Nord Stream-pijpleiding op het droge. foto : cc by - sa 4.0

met een knik in het midden. Die knik maakt precies de juiste hoek om vrijwel alle energie van de explosie richting de pijpleiding te sturen. Zo gaat minder energie verloren in het omringende water. ‘De snijlading wordt met een beugel en een pen vastgezet’, zegt Van Riel. ‘Je klapt hem om de pijp, klikt hem dicht en klaar.’ Dat wil bepaald niet zeggen dat het kinderspel is. ‘Dit is niet zomaar op een namiddag bedacht, maar vergt uitvoerige voorbereiding’ benadrukt Van Riel. ‘Je legt ergens een pijp in het water en dan ga je oefenen hoe je dat snel kunt doen. Voor professionele duikers is dit een hoogstandje.’ Op YouTube zijn beelden van de geëxplodeerde pijpleiding te vinden die Van Riel sterken in zijn overtuiging. De pijp is niet domweg aan flarden, maar oogt alsof hij strak doormidden is gesneden: precies wat bij een snijlading te verwachten is. Ook Scaini laat weten dat een snijlading erg voor de hand ligt. Labwerk Volgens Wall Street Journal en westerse veiligheidsdiensten is de boot van het sabotageteam opgespoord aan de hand van onderschepte e-mailberichten, telefoongesprekken en een snelheidsovertreding op de snelweg. Ook had de boot een AIS-transponder, die signalen uitzendt naar de omgeving over gps-positie, koers en snelheid. De boot zou in alle haast zijn verlaten en dus nog vingerafdrukken, DNA- en HMX-sporen bevatten. Om vast te stellen waar de bom vandaan kwam, volstaat volgens Van Riel grondig laboratoriumonderzoek van de pijpleiding zelf ook al. Sporen van de genoemde spiegel, bijvoorbeeld stukjes koper, zullen in de leiding zijn achtergebleven. Ook het HMX, dat niet in water oplosbaar is, blijft maanden later nog detecteerbaar met LC-MS, een uiterst gevoelige en selectieve analysemethode. Laboranten kunnen de exacte chemische samenstelling van het explosief achterhalen.

‘Iedere springstof krijgt een kenmerk mee, een soort DNA’, zegt Van Riel. ‘Dat is een wereldwijde afspraak om daders altijd te kunnen opsporen. Elke leverancier houdt bij aan wie hij de explosieven verkoopt, dus van daaruit kan men het net sluiten. Tenzij het een zelfgemaakte bom is, maar dan weet je door de samenstelling meestal ook wel wie hem heeft gemaakt.’ Uit eigen ervaring weet Van Riel dat juist Duitsland de aangewezen plek is om dergelijk onderzoek te doen. ‘Soms diept een baggerschuit granaten op uit de Tweede Wereldoorlog die uit elkaar klappen in de pomp. Aan de hand van achterblijvende explosieven op een scherf konden wij nog maanden later vaststellen waarmee dat is gebeurd – belangrijk voor de verzekeringsmaatschappij. Die scherf lieten wij ook in Duitsland onderzoeken.’ In het geval van Nord Stream, vermoedt Van Riel, zal het onderzoek niet veel langer dan een week hebben geduurd. ‘Als ze dit moeten onderzoeken, krijgt dat prioriteit en hebben ze binnen een paar dagen alle data boven tafel.’ Zand in de ogen Al met al lijkt het plausibel dat in september 2022 een snijlading is bevestigd aan de gasleidingen van Nord Stream 1 en 2. Of de snijlading is bevestigd door vier duikers, is ook voor Van Riel twijfelachtig. Een working class ROV zou de klus in elk geval sneller, makkelijker en op veilige afstand kunnen hebben geklaard. Zo’n ROV is echter zo groot als een auto, wat op een vijftien meter lange boot niet zou hebben gepast. Maar hoe logisch is het om een zeilboot te huren voor zo’n belangrijke operatie, vraagt de defensie-expert zich hardop af. ‘Wie zoiets van plan is, wil de minste risico’s nemen. Het moet in een keer raak zijn en zo onopvallend mogelijk gebeuren. Een zeilboot heeft een transponder die voor iedereen te zien is. Waarom zou je het daarmee doen?’ • OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

35


LEZERS

REA GEREN

Persoonlijk berichtje Vandaag geniet ik van een mooie treinrit van Eindhoven naar Utrecht, op weg naar de maandelijkse meeting met portfoliomanagers van Young KIVI Engineers. Voor onderweg heb ik De Ingenieur meegenomen. Meestal gaat die weer met me mee naar huis, maar vandaag laat ik ’m in de trein liggen, met een persoonlijk berichtje: ‘Laat je inspireren en geef hem door! KIVI’. Ik ben benieuwd bij wie het blad is beland. Celina van den Bank, voorzitter Young KIVI Engineers (YKE)

Imago van de ingenieur In het tweede jaar van de hts (Zwolle, 1973) vond mijn toenmalige docent meet- en regeltechniek ir. Van Heekezen het belangrijk een half uur te wijden aan het imago van de ingenieur. Hij vond toen al het woord ‘techneut’, dat in het hoofdredactionele Vooraf (augustus 2024) wordt gebruikt, een scheldwoord en denigrerend. Toen de Volkskrant in 2008 de Ingenieur van het Jaar met dezelfde term omschreef, heb ik daar ook tegen geageerd. Dit jaar kwam het woord ook voor in uitnodigingen voor KIVI-activiteiten en nu zelfs in mijn lijfblad. Dit is niet goed voor ons imago. Taal verandert, maar we hoeven niet elk ‘nieuw’ woord te promoten. Misschien vindt u mij ouderwets, maar ik kan er slecht tegen als ik word uitgescholden. Ton van den Berg, Ugchelen

goede aspect in dit artikel is de mogelijkheid om met gasmotor-aggregaten problemen in het stroomnetwerk te verminderen. Storend vind ik vooral het ongedefinieerde gebruik van het woord gasgenerator. Een gasgenerator genereert gas en geen elektrische energie. De gasgenerator was in de Tweede Wereldoorlog populair voor het mobiel houden van auto’s. De logica van de toepassing van warmtepompen is mij volslagen onduidelijk. Bij het lezen van dit artikel had ik de indruk dat alle buzzwoorden netjes worden gebruikt, maar de ingenieurslogica ontbreekt. Ik hoop dat de redactie van De Ingenieur kritischer naar dit soort artikelen gaat kijken. Jaap Boot, Zeist

Langstudeerboete Gasgeneratoren Het idee om de energietransitie te versnellen met gasgeneratoren, zoals in een opinieartikel in het julinummer wordt gesteld, heeft geen positieve gedachten bij mij teweeggebracht. Het voorstel gaat uit van klassieke technologie en levert geen positieve bijdrage aan het verminderen van het gebruik van fossiele energie of CO2-uitstoot, de kerndoelen van de energietransitie. Het enige

Onze KIVI-president Jacolien Eijer neemt in het augustusnummer (rubriek Punt) stelling tegen het invoeren van de langstudeerboete. Haar betoog is mij uit het hart gegrepen. Dit is voor het eerst (voorzover ik weet) dat KIVI openlijk een politiek standpunt inneemt, immers de brief is ook aan minister Eppo Bruins gestuurd. De vraag is nu: gaat de minister er iets mee doen? Zonder druk wordt niets vloeibaar. Gaat de brief ook naar Twee-

de Kamerleden toe, is er gesondeerd of hier bij andere partijen ook steun voor te vinden is? Is er een Kamerlid dat het onderwerp wil oppakken, dat onze voorvechter wil zijn? En wat doen de media ermee? Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld de bijlage Opinie en Debat van NRC een plek zou zijn om iets te laten horen. Jacolien wijst er op dat zo’n maatregel niet slechts de studenten zelf treft, maar ook in bredere zin een negatief gevolg zal hebben voor onze kenniseconomie. Waar we nu al tegen krapte aankijken, wordt het vooruitzicht er zo niet beter op. Pennywise and poundfoolish! Als we in de media ondersteuning weten te vinden, gaat er misschien iets bewegen. Ik ben ook maar een leunstoelingenieur en ik neem aan dat hierover is nagedacht. Ik zou niets beter vinden dan dat dit standpunt het momentum krijgt dat het verdient. En tenslotte, dank Jacolien, voor het neerzetten van dit standpunt! Bob van de Graaf, Rotterdam Noot van de redactie: NRC-columnist Louise Fresco liet zich voor een van haar bijdragen in de krant (2 september) inspireren door de oproep van Jacolien Eijer.

Errata In het verhaal ‘De schaarste te lijf’ (augustus 2024) staat dat het Tsjechische Ertsgebergte genoeg lithium bevat voor de accu’s van twintigduizend Tesla’s. Daar had ‘ruim honderd miljoen’ moeten staan. In een figuurbijschrift wordt gesproken over parallel geschakelde lithium-ijzer-fosfaatcellen, waar lithium-ijzer-fosfaatcelblokken worden bedoeld. In de infographic ‘Ondergronds van A4 naar A44’ (augustus 2024) is sprake van provinciale weg N343 waar N434 wordt bedoeld. In het artikel over zelfhelend beton (september 2024) wordt abusievelijk van betonbewapening gesproken. Dit moet betonwapening zijn.

Wilt u reageren op een artikel in De Ingenieur? U kunt uw brief, bij voorkeur niet langer dan driehonderd woorden, mailen naar redactie@ingenieur.nl of sturen naar De Ingenieur, Postbus 30424, 2500 GK Den Haag. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten en te redigeren of te weigeren.

36

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

FOTO : CELINA VAN DEN BANK


WAAR

KUN N EN

W E

N A A RT O E?

DE

IN GEN IEU R

T IP T

T E K S T: J I M H E I R B A U T

t/m 5/1/’25 Underground Filmmuseum Eye in Amster­ dam focust met het nieuwe programma Underground op de jaren zestig van de vorige eeuw, toen alles anders moest. Jonge filmers grepen hun 16mm­camera en uit pro­ test tegen ‘Hollywood’ krasten ze op film, experimenteerden ze met dubbele belichting of vertoonden ze meerdere beeldschermen naast elkaar. Eye biedt een uitgebreid programma van vermaarde avant­gardekunstenaars uit de sixties met lezingen, performances en vertoningen van 16mm­films. Meer info: eyefilm.nl/Underground

t/m 25/11 Onze relatie met de grond Het Eindhovense Van Abbemuseum brengt de groepstentoonstelling Soils. De bodem is de basis van ons leven, de schakel tussen verleden, heden en toekomst. De grond voedt ons, maar de relatie tussen mens en aarde is ook vaak gespannen. Van gronduitputting en over­ productie tot landroof en (arbeids)exploitatie. Hoe kunnen we opnieuw aarden in onze om­ geving? En hoe helpt ons dat opnieuw de verbinding met elkaar aan te gaan? Op deze vragen gaat de tentoonstelling dieper in. Internationale kunstenaars, ontwerpers, boeren en activisten werken aan meer empathie voor onze gronden. Meer info: vanabbemuseum.nl/nl/zien-en-doen/tentoonstellingen-activiteiten/soils

4-27/10 De ontruiming van Schokland in VR

19-27/10

Alles over ontwerpen Eindhoven is weer ruim een week lang design­ hoofdstad van Nederland. De Dutch Design Week (DDW), dit jaar van 19 tot 27 oktober, gaat over het ontwerp van de toekomst en de toe­ komst van ontwerp. Het negendaagse evene­ ment is een ware grabbelton aan inspiratie: alle denkbare disciplines en aspecten van ontwerp komen aan bod. Nieuw zijn dit jaar de Mission Days, bedoeld om relevante ontmoetingen tussen ontwerpers en professionele bezoekers mogelijk te maken. De professionele gemeen­ schap van DDW deelt tijdens deze Mission Days inzichten, expertise en contacten door middel van workshops, conferenties, rondleidingen en evenementen. Meer info: ddw.nl/nl/programma foto ’ s : nick bookelaar ; max kneefel ; corinne de korver

Schokland: geen weg terug is een gloednieuwe, mee­ slepende ervaring met theater en virtual reality in Zuider­ zeemuseum Enkhuizen. Ervaar van dichtbij hoe Schokland – nu in de Noordoostpolder – in 1859 werd ontruimd. Een acteur ontvangt bezoekers en legt een link met de archipel Kiribati, die naar verwachting in 2050 zal verdwijnen door de constant stijgende zeespie­ gel, zoals ook Schokland ooit verzwolgen dreigde te raken. Onderdeel van de Maand van de Geschiedenis. Meer info: zuiderzeemuseum.nl/nl/ page/6609/schokland-geenweg-terug

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

37


REGISTREER

! K E O Z E B S I T A R G N E E R O O NU V

HET NATIONALE PLATFORM VOOR DE INFRASECTOR + Meer dan 500 exposanten + Nieuwe InfraTech Vacaturebank + Boordevol innovaties

+ Tal van netwerkmogelijkheden + Uitgebreid kennisprogramma + Diverse themapleinen Scan de QR code om te registreren

GASTHEREN

STRATEGISCHE PARTNERS

ORGANISATIE


Jims verwondering ‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

Paard van Troje ‘Papa, papa, je pieper gaat af!’ Fatima pakte het apparaatje van de keukentafel en liep naar haar vader toe, zo reconstrueerde The New York Times. Lief en behulpzaam. Boem, zei de pieper. Zo ongeveer verliep één van de aanslagen gericht op leden van Hezbollah door, vermoedelijk, Israël. Op 17 september werden op afstand vele honderden piepers – semafoons – in Libanon tot ontploffing gebracht. Slachtoffers verloren vingers, handen, ogen of hadden ineens een bloedend gat in hun romp. Resultaat: duizenden gewonden en minstens twaalf doden. Onder wie dus een meisje van negen dat toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde plek was. De pieperaanval lijkt een volledig nieuwe manier van oorlogsvoering. Via een telecomverbinding door de lucht wordt een fysieke aanval in gang gezet. In NRC noemde een expert het ‘een kinetische inlichtingenoperatie’, wat nogal een eufemisme is voor ontelbare bijna simultane explosies. Van een afstand een explosief tot ontploffing brengen kan natuurlijk al veel langer. Het nieuwe is dat het in Libanon zo massaal en tegelijk gebeurde – en in de handen van het doelwit. En een dag erop trouwens opnieuw, toen Hezbollah-walkietalkies er ontploften. Wie ethiek totaal vergeet en voor even techniek-oogkleppen opzet, kan bewondering opbrengen voor het vernuft van de verantwoordelijke partij. Wat een organisatie vergde het om die apparaten te kopen,

de elektronische ontstekingen in te bouwen, een nepbedrijf op te zetten en dan ook nog te infiltreren in Hezbollah. En dit allemaal onder de radar plannen en uitvoeren zonder dat iemand van de vijand argwaan krijgt. Zó knap. Een hedendaags paard van Troje. Maar de aanvallen zijn vermoedelijk ook schendingen van het oorlogsrecht, zeiden experts tegen de NOS. De speciaal geprepareerde apparaten zijn feitelijk boobytraps en die mag je niet inzetten in een context van de burgerbevolking. Daarnaast is de mogelijke nevenschade van de aanval te groot. Wat als de eigenaar van een pieper net even in de rij staat bij de supermarkt? Of als je dochter het toestel opneemt? Nee, dan Elon Musk. Volgens internationale media heeft de Teslaceo de Cybertruck van de Tsjetsjeense leider Ramzan Kadyrov ‘uitgezet’. Die had zo’n elektrische pick-uptruck besteld (cadeau gekregen van Musk beweert hij, maar die ontkent dat ten stelligste) en er een machinegeweer op laten monteren. De bedoeling was dat de gemilitariseerde pick-up voor Rusland naar het front in Oekraïne zou gaan, maar daar heeft Musk dus schijnbaar van afstand een stokje voor gestoken. Technisch kan dat, want Tesla’s zijn verbonden met het internet, om van afstand software-updates toegestuurd te krijgen – in zekere zin een ingebouwd Trojaans paard. Kadyrov mopperde op berichtendienst Telegram op Musk. ‘Hij geeft dure cadeaus uit de grond van zijn hart en koppelt ze vervolgens op afstand los. Dat is niet mannelijk.’ Maar volgens mij heeft Musk hier het juiste gedaan.

Zadel In Eureka (augustus 2024) las ik over het ‘wiegzadel’, dat uit twee delen bestaat en met de bovenbenen heen- en weer beweegt. Met dit zadel zou niemand meer hoeven vrezen voor zadelpijn. Mij deed het meteen denken aan een uitvinding van William Rouw uit 1985 – een Amerikaans familielid; de achternaam komt in veel variaties voor. Hij ontwierp zijn zadel toen hij al bijna tachtig was, in een omgeving waar weinig wordt gefietst. Ik denk niet dat Rouws ontwerp in productie is genomen, maar mogelijk werd hij zelf

geplaagd door iets waar meer mannen mee tobben. Rinus Rauw, Zeist

PORTRET : ROBERT LAGENDIJK ; ILLUSTRATIE : US PATENT

Hyperloop Goed dat het artikel over de baanwissel (juli 2024) de hyperloop weer onder de aandacht brengt. De hyperloop – het blijkt een project van de lange adem – probeert een verbetering te zijn van de trein, maar het probleem van de trein zit ’m niet in luchtweerstand, rolweerstand of snelheid, maar in organisatie en beprijzing. Internationale treintickets zijn lastig te boeken, vliegtickets worden kunstmatig goedkoop gehouden.

Of moeten we de hyperloop niet zien als een verbeterde trein, maar als een verbeterd vliegtuig: elektrisch vliegen door een buis zonder energieslurpend opstijgen? Door betere organisatie van treinen en betere beprijzing van vliegtuigen zal er ook minder kerosine worden verbruikt. Het lijkt erop of wij ingenieurs ijverig hyperloop-problemen aan het oplossen zijn zonder het onderliggende probleem van het reizen voldoende te hebben geanalyseerd. Als de hyperloop niet de oplossing is, heeft deze ook geen wissel nodig. Roland Kwee, Amsterdam

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

39


Productontwerpen van morgen

Bionische hand Als gevolg van aandoeningen in spieren, botten of bijvoorbeeld een hersen­ infarct kunnen mensen moeite krijgen met alledaagse handelingen als koken, eten en het huishouden doen. De Carbonhand biedt hun meer bewegings­ vrijheid door mechanische krachtondersteuning van de hand. De Carbonhand is een zachte robothandschoen die Bioservo speciaal voor consumenten heeft ontwikkeld. Eerder maakte het Zweedse bedrijf de Ironhand voor op de werkvloer, om werknemers te ondersteunen en te beschermen bij zwaar en eentonig werk. Die was gebaseerd op technologie die General Motors en NASA hadden ontwikkeld voor het internationale ruimtestation ISS. De robothand bootst met gebruik van sensoren, kunst40

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

matige pezen en actuatoren de natuurlijke werking van de menselijke hand na. Het betreft een deels open handschoen, waarbij wijsvinger en pink niet zijn afgedekt. Druksensoren op de top van middel- en ringvinger en duim registreren wanneer er extra kracht nodig is om objecten vast te pakken. Elektromotoren trekken aan de kunstmatige pezen, die door de handschoen naar de vingers lopen, en leveren zo tot maximaal twintig newton per vinger extra kracht.

Volgens Bioservo levert dit systeem een natuurlijke en dynamische grip die gebruikers met verminderde handfunctie in staat stelt veel handelingen die niet meer gingen toch weer zelfstandig uit te voeren. Via een smartphone-app kan de gebruiker eigen voorkeuren instellen. De robothand krijgt stroom uit een powerpack die om het middel of op de rug kan worden gedragen. De kabels zijn netjes weg te werken met armbanden. (PS)

foto : bioservo ab


T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L

Cargokart Door de geplande invoering van zeroemissiezones in binnensteden verschijnen er steeds meer vrachtfietsen met elektrische trapondersteuning. De Duitse startup Dynamic Drives Giessen ontwikkelde een handige bakfiets met een flink laadvermogen.

Honingraatwiel Al decennialang ontwikkelen ingenieurs verende wielen als alternatief voor luchtbanden, maar door de hoge stijfheid van de materialen is de vervormbaarheid beperkt. ZuidKoreaanse onderzoekers maakten een wiel met variabele stijfheid dat wél makkelijk kan vervormen. De onderzoekers van het Korea Institute of Machinery and Materials (KIMM) werden naar eigen zeggen geïnspireerd door de oppervlaktespanning van een waterdruppel, maar een blik op de foto hierboven verraadt wat de belangrijkste inspiratiebron was. Het loopvlak van het wiel bestaat uit een reeks slimme schakels. Deze zijn via draadspaken verbonden met binnen- en buitenzijde van de wielnaaf. Tussen de spaken in ligt een flexibel honingraatpatroon. De afstand tussen de twee naafdelen is in realtime aan te passen om de vervormbaarheid van het wiel te veranderen. Bij een grote afstand tussen de naafdelen zijn de spaken foto ’ s : kimm ; foto: dynamic drives giessen

korter en worden de schakels van het loopvlak naar binnen en tegen elkaar aangetrokken. Zo ontstaat een rond en voldoende stijf wiel voor het snel rijden over vlak terrein – net zoals een waterdruppel onder normale omstandigheden bijeen wordt gehouden. Door de afstand tussen de naafdelen te verkleinen, worden de spaken langer en liggen de schakels losser tegen elkaar aan. Zo kan het wiel makkelijk vervormen, handig op ruw terrein. De interessantste toepassingen liggen volgens de onderzoekers bij rolstoelen en robots. Die kunnen met een dergelijk wiel namelijk makkelijker over ruw terrein rijden zonder risico op lekke banden. De onderzoekers monteerden prototypewielen op een elektrische rolstoel van 120 kilogram. Die kon probleemloos trappen op en af en over losse stenen heen rijden die 1,2 keer hoger zijn dan de wielradius. Aandachtspunt bij het doorontwikkelen is dat stof en kleine deeltjes tussen de schakels komen en beschadigingen veroorzaken. (PS)

De vierwielige cargofiets Intelectra Cargo L heeft een wielbasis van 1,6 meter en weegt ruim 120 kilogram. Tussen het aluminium frame, opgebouwd uit rechthoekige profielen, ligt een laadbak van 121,5 bij 61 centimeter. Hierin kunnen zes eurokratten van 60 bij 40 centimeter worden opgestapeld. Naast de Cargo L is er ook de veertig centimeter langere Cargo XL, met ruimte voor acht kratten. De Cargo L en XL hebben hetzelfde laadvermogen van 450 kilogram, inclusief de bestuurder. De achterwielvering is instelbaar afhankelijk van het mee te nemen gewicht. De bestuurder zit direct voor de vrachtruimte, bovenop de vooras. Het framedeel met de trapas steekt als enige voorbij de voorwielen naar voren toe uit. De Intelectra is optioneel te voorzien van een huif die zowel de lading als de bestuurder beschermt tegen de regen. De cargofiets is uitgerust met het Intelectric-serial hybrid system inclusief regeneratief remsysteem. De bestuurder wekt door te trappen maximaal 250 watt vermogen op om de accu bij te laden. Door harder te trappen gaat de fiets sneller, maar dit wordt elektronisch geregeld. De elektriciteit voor de twee elektromotoren van ieder 125 watt op de achterwielen komt direct uit de accu. Het hele aandrijfsysteem zonder mechanische overbrengingen is volgens de makers dertigduizend kilometer onderhoudsvrij. De Intelectra is geregistreerd als een pedelec met een maximumsnelheid van 25 kilometer per uur. Optioneel kan de cargofiets ook worden uitgerust met een gashendel, maar daarmee valt die wel in een andere voertuigklasse. De accu levert, afhankelijk van lading en rijomstandigheden, een bereik van maximaal 93 kilometer. Het opladen van de accu duurt zo’n anderhalf uur. (PS)

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

41


EUREKA

Analysemasker Mondkapjes werden tijdens de coronapandemie vooral preventief gebruikt. Wat als ze een besmetting van de drager zouden kunnen detecteren? Amerikaanse onderzoekers ontwikkelen een masker dat de adem analyseert op verschillende aandoeningen. Het idee van de onderzoekers van het California Institute of Technology (Caltech) is dat het mondkapje een hulpmiddel kan zijn om de algehele gezondheidstoestand van de drager te monitoren. Ze ontwikkelden het exhaled breath condensate (EBCare)-mondkapje dat hiervoor is voorzien van verschillende sensoren. Hiermee kunnen onder meer aandoeningen aan de luchtwegen worden gedetecteerd, zoals COPD, astma en post-corona-infecties. Het masker werkt als volgt. Tijdens het uitademen stroomt de lucht in het masker langs een raster van microscopisch kleine pinnetjes. Daarachter ligt een

42

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

hydrogel om de luchtstroom te koelen zodat de waterdruppeltjes in de adem condenseren en neerslaan. Via capillaire werking worden ze door een reeks microvloeistofkanaaltjes heengetrokken, waarna ze uitkomen in een reservoir. Daarin zitten sensoren die de vloeistof analyseren op specifieke stoffen. De sensordata worden draadloos naar een smartphone-app verstuurd die in realtime de resultaten weergeeft. Volgens de eerste praktijktesten werkt het masker vrij accuraat. De sensoren bepalen bijvoorbeeld heel nauwkeurig de nitrietwaarden, een indicator voor ontstekingen in de

luchtwegen. Evengoed worden ammoniumwaarden nauwkeurig vastgesteld, die kunnen wijzen op een hoge hoeveelheid ureum in het bloed als gevolg van nierproblemen. Een andere toepassing van het EBCare-masker is als alcoholdetector. De betreffende sensor weet eveneens de alcoholwaarde in het bloed nauwkeurig te bepalen op basis van de hoeveelheid alcohol in de adem. Over productieplannen van het EBCare-masker is nog niets bekend. Wel geven de onderzoekers aan dat de materiaalkosten bij massaproductie ongeveer een dollar per stuk bedragen. (PS)

foto : caltech / wei gao and wenzheng heng


Elektrisch verstelbare fietsschoen In topsport telt elke procent. Een fietsschoen die tijdens de rit zijn positie kan aanpassen kan dan net het verschil maken. Dat hoopt althans Shimano, fabrikant van fietsonderdelen.

Testkit voor microplastics Geven plastic flesjes inderdaad microplastics af aan drinkwater? Met een testkit kunnen consumenten dat binnenkort zelf testen. Microplastics zijn overal aanwezig: in drinkwater, in de grond, in tandpasta en zelfs in ons bloed. Hoe schadelijk microplastics zijn voor mens en dier is nog niet bekend. Wel is inmiddels duidelijk dat plastic deeltjes schadelijke micro-organismen aantrekken, waardoor het sowieso beter is de deeltjes niet binnen te krijgen. Maar hoe is dat te voorkomen? Microplastics zijn volgens definitie kleiner dan een halve centimeter en in de praktijk vaak zó klein dat ze niet zichtbaar zijn voor het blote oog. Om microplastics tóch voor iedereen zichtbaar te maken, ontwikkelden onderzoekers van de Canadese University of British Colombia een toegankelijke, goedkope testkit voor thuis. Daarmee kan iedereen zijn eigen kraanwater testen op microplastics – tussen de vijftig nanometer en tien micrometer – en ook testen welke waterflesjes en wegwerpbekers plasticdeeltjes afgeven aan het water. De testkit bestaat uit een klein, ge-3D-print kastje met een digitale microscoop gekoppeld aan een smartphone. Het testen werkt als volgt. Men brengt een minidruppel water aan op een speciaal filter en legt dat onder de microscoop. Een groene led beschijnt de druppel waardoor de microplastics oplichten. Die beelden worden verstuurd naar de smartphone. Binnen twintig minuten berekent een machine learning-algoritme hoeveel microplastics er aanwezig zijn. De onderzoekers gebruikten de testkit al om te meten hoeveel microplastics er vrijkwamen bij het gebruik van een witte, plastic wegwerpbeker van polystyreen met kokendheet water. Na dertig minuten waren er al ‘honderden miljoenen’ plastic nanodeeltjes vrijgekomen. De onderzoekers adviseren dan ook om voor eten en drinken roestvrij staal of glas te gebruiken in plaats van plastic. Vooralsnog werkt de test alleen voor polystyreen, maar met aanpassingen aan het algoritme kan de test ook voor andere plastics worden gebruikt. Duur is het testen niet: één test kost slechts een eurocent. (SB)

Wanneer een fietser een berg beklimt of juist afdaalt, verandert zijn houding. Om die reden kunnen mountainbikers hun zadelhoogte aanpassen tijdens de rit, maar voor fietsschoentjes die met een kliksysteem aan het pedaal vastzitten, is dat nog niet het geval. Daarin komt nu wellicht verandering met een draadloos, elektronisch verstelbaar kliksysteem. Het nieuwe kliksysteem bevat een extra, rechthoekig plaatje van staal dat bevestigd zit tussen de fietsschoen en het schoenplaatje. In dat plaatje zit een elektromotor die de schoen ten opzichte van het plaatje naar voor, achter en opzij kan bewegen. Een batterij in het pedaal voorziet het systeem draadloos van stroom. De gebruiker kan de schoen handmatig afstellen tijdens de rit, maar via sensoren op de fietser en de fiets is het ook mogelijk om automatisch de juiste positie te bepalen. Of de fietsschoen er daadwerkelijk gaat komen hangt ervan af of Shimano het verstelbare schoenplaatjessysteem ook echt gaat ontwikkelen. Vooralsnog heeft de fabrikant alleen een Amerikaanse patent verkregen op het idee. (SB)

foto ’ s : martin dee / peter yang ( university of british colombia ) ; foto : shimano

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

43


EUREKA

Windmolen en hijskraan in één Windturbines op zee worden alsmaar groter en dat brengt uitdagingen met zich mee voor installatie en onderhoud. Met een hijskraanconstructie rondom de kolom wil het Noorse WindSpider de kosten halveren. Hoe hoger de windturbines worden op zee, hoe lastiger het is ze met hijskranen op schepen te installeren. Soms is de zeebodem ondiep genoeg om een ‘jack-up’-schip te gebruiken dat zichzelf met vier poten op de zeebodem kan installeren voor extra stabiliteit. Maar dan nog is het een uitdaging om op 150 tot 200 meter hoogte een generator en bladen te bevestigen vanaf twee objecten die ten opzichte van elkaar bewegen door de wind. Het Noorse bedrijf WindSpider heeft daar wat op gevonden: door een kraanconstructie te ontwerpen die op het onder-

44

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

stel van de windturbine zelf rust. Hierdoor is de hijskraan in staat meer gewicht te tillen (tot vijftienhonderd ton) dan andere hijskraansystemen die vanaf de windturbine zelf opereren. Bovendien verloopt de installatie ook veiliger. De onderdelen worden niet alleen naar boven gehesen via de kraan op de top, maar ook via rails aan de zijkant van de constructie gelift. Op die manier kan WindSpider de werkzaamheden uitvoeren bij hogere windsnelheden. De hijskraanconstructie wordt gelijktijdig met de installatie van de windmolen aangebracht. De blauwe constructie bestaat uit

twee delen die van onderaf om de windmolenkolom worden bevestigd, waarna het geheel naar boven wordt geschoven. Na de bouw van de windmolen wordt de constructie weer afgebroken. WindSpider richt zich op drie markten: die van de vaste windturbines aan de kust en op zee, en de drijvende windturbines. Het bedrijf is ervan overtuigd dat het voor zowel de vaste als drijvende turbines op zee de installatie- en onderhoudskosten met meer dan 50 procent kan verlagen. Eind 2026, begin 2027 hoopt WindSpider de eerste versie op de markt te hebben. (SB)

FOTO : WINDSPIDER


Rolf zag een ding

Glazenwasrobot De ramen van een wolkenkrabber wassen is een hele klus. Met Robotarm Ozmo gaat het drie keer zo snel. Bij de bouw van wolkenkrabbers werd één aspect steevast over het hoofd gezien: hoe komt de glazenwasser op honderd meter hoogte? De oplossingen daarvoor variëren van hoogwerkers tot hangbruggen en alpinisten die abseilend de ramen lappen. Een robot doet het sneller en veiliger, zegt het Amerikaanse Skyline Robotics, dat eind augustus de robot Ozmo introduceerde op een wolkenkrabber in New York. De robot heeft twee armen en hangt in eenzelfde hangbrug waarin ook glazenwassers hun werk doen. Met elk van beide armen bestrijkt de robot in een keer een horizontale baan van enkele meters. Dat gaat in vergelijking met een glazenwasser drie keer zo snel. Ook wast de robot zonder zeep en zeem. De robotarm beschikt alleen over een borstel waarop een slang met gedestilleerd water is aangesloten. Via omgekeerde osmose (vandaar de naam Ozmo) onttrekt het gedistilleerde water mineralen, zouten en vetten aan het glas. Met de robot wil Sky Robotics het wereldwijde tekort aan glazenwassers oplossen. Dat geldt dan wel alleen voor wolkenkrabbers, voor andere gebouwen is de robot vooralsnog niet geschikt. Ook wordt de robot voorlopig nog niet alleen aan het werk gelaten: een medewerker bedient de robot via een computer vanaf het dak. Ozmo kost ongeveer een half miljoen euro, een bedrag dat binnen drie tot vijf jaar kan worden terugverdiend. Voorlopig wordt de robot alleen nog verhuurd. Na de première in New York wil Skyline Robotics Ozmo ook elders introduceren, te beginnen in Londen. (SB)

Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.

Erfgoed in ander licht Majestueus. Het beeld van een stoomlocomotief die uit zijn eigen wolk tevoorschijn komt, daar krijgt deze ingenieur slappe knieën van. De locomotief in kwestie rijdt meerdere keren per dag de elf kilometer langs de Engelse kust van Paignton naar Dartmouth en terug. We zijn met het gezin op vakantie in Zuid-Engeland en hebben, natuurlijk, deze toeristische attractie meegepakt. Over prachtige viaducten, met uitzicht op de zee, luisterend naar het stampen van de locomotief. In tegenstelling tot veel andere historische stoomtreinlijnen wordt deze lijn commercieel gerund. De uitbaters krijgen genoeg geld van toeristen (zoals ik) binnen om uit de kosten te komen. Maar net als bij al die andere lijnen, zijn de mensen die er hier aan werken enorm trots op hun werk. Trots dat ze dit technisch erfgoed draaiend mogen houden en de trein rijdend weten te houden. Een vraagje aan de machinist over hoe die de snelheid beheerst, resulteert in een lange uitleg over Victoriaanse fijnmechanica, inclusief stukjes ingenieurskennis waarvan ik betwijfel of moderne werktuigbouwkundigen die nog aangeleerd krijgen. Mooi dat deze kennis en kunde bewaard blijven. Later die week staan we ineens buiten ons appartement, samen met de bovenbuurvrouw in badjas en andere huurders van het gebouw in Paignton waar we verblijven. Het brandalarm in ons appartement is afgegaan. Huurders vragen elkaar wie het was en of het een keukenongelukje was. Ik ruik het al snel: wij waren het geen van allen. De wind staat verkeerd, we zitten honderd meter van het station en de kolenrook van de trein dwarrelt onze kant op. We kunnen er met de andere huurders om lachen, behalve de buuf in badjas die snel weer verder wil douchen. Het doet me realiseren hoe het geweest moet zijn in de hoogtijdagen van de stoommachines. Steden die grijs zagen van en stonken naar de kolenrook. Daar zijn we gelukkig vanaf. Deze gebeurtenis plaatst het historisch erfgoed wel in een ander daglicht. Weegt het behoud van erfgoed, zowel fysiek als qua kennis, op tegen de uitstoot van deze trein? Ik heb er geen antwoord op, maar denk dat het belangrijk is ons deze vraag regelmatig te blijven stellen. Zelf ben ik blij dat ik deze stoomtreinrit heb mogen maken en ben ik tegelijkertijd blij dat de Eurostar die me later in de vakantie naar huis brengt niet meer op kolen, maar op groene elektriciteit rijdt.

PS: Tevens ben ik van mening dat elektrische fietsen als brommers moeten worden gezien. Rolf Hut is universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

FOTO : THE DURST ORGANIZATION X SKYLINE ROBOTICS ; ROBERT LAGENDIJK

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

45



Wat drijft de hedendaagse ingenieur?

Geke Ludden is hoogleraar Interaction Design aan de Universiteit Twente. Ze onderzoekt hoe technologie gezondheid en de zorg kan ondersteunen.

‘Werken met jonge mensen is het leukste wat er is’ Tekst: Marlies ter Voorde • Foto: Bianca Sistermans

‘Zelf was ik niet op het idee gekomen naar de TU Delft te gaan. Maar op school hingen posters Meisjes studeren techniek en ik was goed in bètavakken. Op aanraden van de decaan ging ik kijken bij de opleiding industrieel ontwerpen en ik was meteen gegrepen. Als kind wilde ik ballerina worden, ik heb zelfs auditie gedaan voor de balletacademie. Ik was altijd creatief en hield ook van tekenen, bakken en koken. In feite zijn dat ook vormen van ontwerpen. Mijn ouders, beiden bioloog, waren niet verrast dat ik ging studeren, maar dat ik vanuit Noord-Groningen naar Delft wilde was even slikken. “Het is zo ver weg, je bent nog zo jong, en kún je dat wel, een technische opleiding?” Ja, dat bleek ik wel te kunnen. Ik was een ijverige student, gebrand op het halen van hoge cijfers. Uiteindelijk ben ik in Delft afgestudeerd en gepromoveerd. Mijn promotieonderzoek ging vooral over de emoties die mensen voelen bij het gebruiken van producten. Na mijn promotie ging ik werken bij het Telematica Instituut in Enschede, dat later de naam Novay kreeg. Hier leerde ik hoe technologie wordt ontwikkeld en landt in de maatschappij. Ik startte een project over leefstijlverandering met technologie, maar door afwezigheid vanwege zwangerschapsverlof gevolgd door organisatieproblemen bij Novay hield dat weer op. Bij de Universiteit Twente werkte ik verder aan dat onder werp, en ook aan technologische ondersteuning voor langdurige zorg en voor therapie in de thuisomgeving. Bij dat laatste speelt motivatie een heel belangrijke rol. Die kun je met technologie stimuleren. Ik werk bijvoorbeeld aan een vest om kinderen met ademhalingsproblemen te stimuleren hun oefeningen te doen. Het is verbonden met een game en werkt met beloningen.

Ik ben niet puur geïnteresseerd in techniek, maar vooral in hoe techniek bij mensen past. Wat mij fascineert, is hoe technisch heel geavanceerde ontwerpen soms toch niet doorbreken, simpelweg omdat ze niet passen bij de mensen voor wie ze zijn bedoeld. In Enschede kwam ik binnen op een tijdelijke positie in een groep waar weinig onderzoek werd gedaan. Ik heb veel te danken aan twee hoogleraren, die me leerden dat er meerdere wegen zijn naar succes. Aan de universiteit is jezelf profileren belangrijk, maar mijn groep en onderzoekslijn zijn vooral gegroeid door samenwerkingen met veel mensen met verschillende achtergronden. Nu ben ik zelf hoogleraar. Werken met jonge mensen geeft me energie, dat is het allerleukste wat er is. Studenten en promovendi zijn gemotiveerd en leergierig. Mijn advies aan studenten is om ook dingen naast de studie te doen, bijvoorbeeld een stage in het buitenland of bij een studententeam gaan. Zelf zat ik in het bestuur van de studievereniging. Daarvan heb ik erg genoten en veel geleerd. Tegenwoordig is het wel lastiger. De druk op studenten om goede resultaten te behalen is toegenomen. Een fout waarvan ik spijt heb gehad? Niet mijn hand opsteken op een moment dat ik dat wel had moeten doen. De vraag was wie de leiding zou nemen bij het samenvoegen van twee projecten, waaronder één van mij. Ik was terughoudend want jong, en toen nog geen hoogleraar. Het heeft me lang dwarsgezeten, vooral omdat ik denk dat we er meer hadden uitgehaald als ik wel de leiding had genomen. In de academische wereld zijn mensen kritisch op elkaar, en waarderen ze andere vakgebieden soms niet omdat ze er te weinig vanaf weten. Dat is jammer, want voor de huidige uitdagingen hebben we samenwerking tussen meerdere disciplines nodig.’ • OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

47


TECHNIEKGESCHIEDENIS T E K S T: L E X V E L D H O E N

FOTO’S: ČSSZ/LEX VELDHOEN

Een verborgen bezienswaardigheid uit 1936

Sciencefictionkantoor Het is in geen reisgids te vinden, dit wonder der techniek. Helemaal bijzonder is dat het na bijna een eeuw nog altijd gewoon functioneert. In de Maand van de Geschiedenis bezoekt De Ingenieur een verborgen pareltje in Praag vol hangende werkplekken.

De eerste archiefhal van de de socialeverzekeringsbank ČSSZ in Praag 48

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024


Metropolis van Fritz Lang. Aan de sciencefictionwereld uit die film, die in 1927 uitkwam, moet ik denken als ik de immense archiefzaal in het westelijke deel van Praag binnenloop. In de grote, hoge ruimte is af en toe een metalig geluid, een klik of een zoem te horen. Het geluid wordt veroorzaakt door een medewerker die een van de hangende werkplekken bedient. Precies zoals je in een futuristische film van vroeger zou verwachten. Jitka Dromolova, een van de medewerkers, vertelt: ‘De zaal is vijftig meter lang en acht meter hoog, met twee ladewanden die met de rug naar elkaar toe zijn geplaatst. Aan de buitenkant bevinden zich de laden, aan iedere wand 4500 stuks. In totaal omvat dit archief 27 kilometer aan dossierlengte, vol gegevens over de pensioenen van alle ondernemers en in dienst werkende Tsjechen. Er liggen 130 miljoen papieren opgeslagen.’ Pensioendossiers Aan de ene kant van de wand zijn de pensioenaanvragen ondergebracht, vertelt Dromolova. Op basis van deze gegevens wordt de hoogte van het pensioen bepaald. Tsjechen krijgen dat na 35 jaar arbeid. Die gegevens bestaan op papier, maar zijn sinds 2004 ook gedigitaliseerd, een klus die een jaar in beslag nam. Ook tegenwoordig komen er nog aanvragen op papier binnen omdat veel ouderen niet met een digitale aanvraag kunnen omgaan. Aan de andere kant van de wand zijn de volledige dossiers ondergebracht, die alleen op papier bestaan. Dromolova wijst bij een werkbak, die op de laagste stand onderaan een zuil staat, naar een joystick ‘op het dashboard’: zo wordt de zuil naar links of rechts verreden en het werkbakje omhoog of omlaag gestuurd. Deze drie meter lange lade met dossiers wordt elektrisch uit de archiefwand getrokken en schuift hierachter in die lange koker, totdat de medewerker bij het juiste dossier is aanbeland. Dat gebeurt met een van die pedalen, het andere is om hem uit te schuiven. De lade wordt via een vierkant gat aan de voorzijde met een palletje aan een stang vastgeklikt, waarmee die uit de houder wordt getrokken.

t

Liftsysteem In het functionalistische gebouw, ontworpen door architect František Albert Libra, bevinden zich eveneens meerdere paternosters. Dat is een liftsysteem met opeenvolgende cabines, zonder deuren, die met geringe snelheid zonder onderbreking aan twee kettingen in één schacht omhoog en in een andere schacht omlaag bewegen.

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

49


TECHNIEKGESCHIEDENIS

De techniek van het bewegende archief is na bijna honderd jaar nog nauwelijks veranderd.

Vroeger was er ook zo’n lift in het Haagse stadhuis, maar die ging bij de sloop in 1996 verloren. Het was als een kermisattractie, een spannende belevenis, waarbij je die constant voortbewegende cabines snel in en uit moest zien te stappen. Ik herinner me dat ik me indertijd wel eens afvroeg of het me wel ging lukken, en haalde me allerlei onheilspellende beelden voor de geest: wat zou er gebeuren als ik niet op tijd instapte... Het gebouw voor de Tsjechische socialezekerheidsadministratie (ČSSZ) kwam gereed in 1936 en bevindt zich tegenover het station van de wijk Smíchov. Het geautomatiseerde archief werd ontworpen door Ferdinand Ludwig, de draagconstructie is gemaakt door een ijzerfabriek in het Noord-Tsjechische Vítkovice en de beweegbare consoles werden geleverd door een Praagse machinefabriek. Hoewel het archief ook bij de meeste Tsjechische inwoners onbekend is, stond het in 1941 wel eenmalig in de schijnwerpers, toen er zich een scene van de film The Glove van J. A. Holman afspeelde. Sommige medewerkers werken hier al meer dan veertig jaar, zoals Zuzana Greplova. Zij herinnert zich nog wat er gebeurde als de stroom uitviel: ‘We moesten dan vanuit de werkbakken naar beneden klimmen, in het donker of met een zaklamp.’ Vanwege dergelijke riskante afdalingen werden er bij een renovatie in de jaren zeventig metalen noodtrappen langs de werkzuilen aangebracht. 50

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

Ladenwanden We lopen langs de ladewand. Aan het eind bevindt zich op de grond een ronde, metalen draaiplaat. Bovenaan geleidt een rondlopende geleider de zuil, zodat deze met de mobiele werkplek langs de kortere zijwand naar de achterwand kan worden gereden. Hierdoor kunnen de werkzuilen aan beide zijden worden ingezet, bijvoorbeeld in het geval een van de zuilen wordt gerepareerd. Bij een blik op de ruimte tussen de twee ladewanden zien we een donkere, hoge nis, waar de achterkant van de met dosssiers gevulde laden zichtbaar zijn. Domolova: ‘Het is tegenwoordig een kwetsbaar systeem, vatbaar voor gebreken. Het vraagt regelmatig onderhoud, maar gelukkig zijn er hier nog mensen die het kunnen repareren en onderhouden.’ Er werd trouwens al eerder, in 1930 een kleinere versie van dit archief geïnstalleerd in een aangrenzend gebouw. Dat telde toen ruim 2700 laden en acht werkzuilen die anders waren gepositioneerd, namelijk aan twee zijden van een kleinere zaal, gegroepeerd rond een centrale middenruimte. Later, in 1936, bij de tweede, grotere uitvoering, is gekozen voor de ruggelings georiënteerde opstelling. Dit unieke en nog steeds grotendeels onbekende archief is sinds 2004 beschermd als Tsjechisch cultuurmonument.

Dit verhaal schreef Lex Veldhoen voor De Ingenieur en historiek.nl.


OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

51


De Ingenieur in gesprek

Marietje Schaake zet zich in om techbedrijven aan banden te leggen

‘Niet alleen ingenieurs mogen zich met technologie bemoeien’ De grote techbedrijven hebben te veel macht gekregen, betoogt Marietje Schaake, oud-Europarlementariër en directeur van het Cyber Policy Center van Stanford University, in haar boek De tech coup. Grondwettelijke en rechtstatelijke principes staan hierdoor onder druk. Hoe krijgen democratieën de touwtjes weer in handen? Tekst: Jean-Paul Keulen

Bedrijven hebben de afgelopen jaren steeds meer taken op zich genomen die normaal gesproken door overheden worden vervuld, constateert Marietje Schaake in De tech coup. Neem Pegasus, een spywareprogramma van het Israëlische cyberbedrijf NSO Group waarmee overheden inlichtingen verzamelen. Het beheer van cruciale IT-systemen, soms zelfs het regelen van verkiezingen: meer en meer traditionele overheidstaken worden neergelegd bij externe partijen. Al vijftien jaar zet Schaake zich in om de macht van de bedrijven achter dit soort toepassingen aan banden te leggen; eerst als Europarlementariër voor D66 en sinds 2019 als directeur van het Cyber Policy Center van Stanford University. Maar hoe reguleer je een machtige bedrijfstak die daar geen oren naar heeft? Was het snijvlak van democratie en technologie al meteen uw portefeuille, toen u in 2009 Europarlementariër werd?

‘Ja, dat heb ik vanaf het begin opgepakt. Er was toen eigenlijk niemand anders die dat deed. Politici waren na de verkiezingscampagne van Barack Obama in de Verenigde Staten wel sociale media gaan gebruiken, maar voor een heleboel collega’s was het nog een ver-vanmijn-bedshow: “Oh ja, ik geloof dat mijn kleinkinderen daar wel mee bezig zijn.” Pas rond de Arabische Lente en WikiLeaks begonnen ze door te krijgen dat de digitale wereld ook een heel politiek thema is.’ Was er daardoor ook weinig digitale kennis voorhanden in het Europarlement?

‘Zeker. Aan de ene kant was dat een probleem, want je moet wel een beeld hebben van waartoe technologie 52

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

in staat is om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Aan de andere kant hoef je geen ingenieur te zijn om je met technologie te “mogen” bemoeien. Uiteindelijk gaat het vaak om principes die onder druk staan, zoals de mensenrechten. En daarover kun je prima een politieke opvatting hebben.’ Inmiddels lijkt de Europese Unie voorop te lopen waar het regulering van de techwereld betreft. Hoe is dat zo gekomen?

‘Wij hebben hier in Europa in de recente geschiedenis geleefd onder het nazisme en het communisme. Daardoor vinden wij misschien eerder dat we controle op de macht moeten hebben; dat we grenzen moeten stellen aan hoeveel gegevens we over burgers verzamelen en waar we die voor gebruiken. Dat is heel anders in de Verenigde Staten. Tegelijk zijn sommige maatregelen relevant geworden in de context van digitalisering, terwijl ze oorspronkelijk niet zo waren bedoeld. Neem de AVG, de Algemene Verordening Gegevensbescherming. In Silicon Valley wordt die gezien als een wapen tegen Big Tech. Maar eigenlijk is die maatregel ingevoerd om de Europese regels op het gebied van databescherming gelijk te trekken. De AVG geldt ook net zo goed voor overheden en publieke instellingen en is helemaal niet puur op het bedrijfsleven gericht, laat staan specifiek op techbedrijven.’ Bij regulering van technologie hoor je ook vaak: ‘De ontwikkelingen gaan zo snel dat je als wetgever toch altijd achter de feiten aanloopt.’ Klopt dat?


1997 – 2004: propedeuse sociologie en master amerikanistiek, Universiteit van Amsterdam 2009 – 2019: namens D66 lid van het Europees Parlement binnen de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa 2017: hoofd van de Europese verkiezingsmissie naar Kenia 2019 – 2021: president van het CyberPeace Institute 2019 – heden: international director of policy van het Cyber Policy Center, Stanford University

‘In principe is elk beleid een reactie; je maakt pas beleid op het moment dat er dingen niet goed gaan. Toch is dat niet altijd hoe het gaat. Toen de EU een paar jaar geleden begon met de AI Act, zeiden een heleboel mensen juist: “Dat is veel te snel. Daarmee draai je alle kansen van AI de nek om voordat de technologie de ruimte heeft gekregen.” Nu, een paar jaar later, is die wet er nét op tijd, doordat de doorbraken op AI-gebied elkaar zo snel hebben opgevolgd. Maar omdat nieuwe technologie zo snel tot nieuwe ontwikkelingen leidt, stel ik voor om veel meer vanuit een principiële wetgeving te gaan werken en toezichthouders meer bevoegdheden te geven. We weten niet of de volgende golf van impactvolle technologie over twee of vijf jaar komt of hoe die eruit gaat zien. Wel weten we zeker dat bepaalde grondwettelijke, rechtstatelijke principes niet overboord mogen worden gegooid. Als we ons op dat soort principes richten, kunnen we ons ook goed voorbereiden op iets wat we niet weten.’

steevast achter intellectueel eigenaarsrecht en zeggen ze: “Niemand mag weten hoe ons algoritme werkt. Dat is het geheim van de smid.” Het is natuurlijk prima als een bedrijf z’n concurrentiepositie wil beschermen, maar de geldende wetten moeten niet worden gebruikt om elke vorm van transparantie aan te vechten. En dat laatste is wat nu gebeurt. Bij digitale producten is transparantie ook nog belangrijker dan bij fysieke. Als een bedrijf dat verf, frisdrank of medicijnen produceert daarover heel weinig wil zeggen, valt altijd nog in een lab uit te zoeken wat er in zo’n product zit. Maar we kunnen niet uit de ervaring die we met een algoritme hebben opmaken hoe het werkt of welke data zijn ingevoerd. En dus hebben we ook andere wetgeving en ander toezicht nodig.’

Aan wat voor principes denkt u dan bijvoorbeeld?

‘Zelfs de heel erg zelfverzekerde, om niet te zeggen arrogante, ceo’s van techbedrijven dachten: “Oei, als het straks echt misgaat met AI, krijgen wij de schuld.” Daarom riepen ze: “Neem nieuwe wetgeving aan, liefst

foto : allard faas

t

‘Transparantie is belangrijk, ongeacht over welke technologie het precies gaat. Nu verschuilen bedrijven zich

Normaal gesproken moeten techbedrijven niets hebben van regulering, maar bij AI vroegen ze er ineens zelf om. Vanwaar die omslag?

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

53


QUOTE

Overheden moeten investeren in een publieke digitale infrastructuur

binnen zes maanden” – niet dat dat überhaupt kan, in zo’n korte tijd. Als er dan over een jaar iets fout gaat, kunnen ze naar de politiek wijzen. En zodra er dan vervolgens iets van wetgeving komt, gaan diezelfde techbedrijven daar keihard tegen lobbyen.’ Is het zo dat techbedrijven vooral de nadruk leggen op de existentiële risico’s van AI op de langere termijn en dan tegengas geven als bijvoorbeeld de EU in haar regelgeving meer aandacht heeft voor bedreigingen van nu?

‘Er is binnen de AI-expertise een verhitte discussie tussen twee kampen. Aan de ene kant zijn er mensen die zeggen: “We gaan straks allemaal dood door AI.” Voor wie dat denkt, is al het andere niet meer relevant. Maar er zijn ook mensen die zeggen dat die verhalen ons te veel afleiden van het hier en nu. Zelf denk ik dat we best én naar de korte termijn, én naar de lange termijn kunnen kijken. We hoeven niet per se te kiezen.’ En wat zijn volgens u de grootste risico’s van AI voor het hier en nu?

De tech coup Marietje Schaake 384 Blz. | € 27,99 e-boek € 14,99 54

DE INGENIEUR •

‘Niet eens een risico, maar echt een groot probleem is dat veel AI-toepassingen discrimineren. Dat wordt altijd een beetje schouderophalend erkend, maar eigenlijk is dat natuurlijk volledig onacceptabel. Minderheden hebben daar systematisch last van, of het nu gaat om gezichtsherkenningstechnologie of technologie met taal als input, waarmee mensen op basis van hun accent al meteen in een bepaalde hoek zijn te plaatsen.’ OKTOBER 2024

Stel, we maken u ‘chef digitale zaken’ van de EU en u mag per direct drie regels invoeren. Welke zouden dat dan zijn?

‘De eerste zou gaan over transparantie. We moeten veel meer toegang krijgen tot informatie bij techbedrijven, om meer inzicht te krijgen in wat daar gebeurt, zodat we daarover beter het debat kunnen voeren. Ten tweede moeten overheden uit de greep van de grote techbedrijven zien te komen door te investeren in een publieke digitale infrastructuur; door een alternatief ecosysteem op te bouwen dat meer op publieke waarden is gebaseerd. Nu zijn er bijvoorbeeld drie grote cloud-aanbieders die de hele markt domineren; daarvan moeten we niet meer afhankelijk willen zijn. Tot slot moeten er meer consequenties komen voor slecht gedrag. Denk aan tribunalen voor cyberaanvallen. Of een zwarte lijst voor bedrijven die bijvoorbeeld onnodig slechte software hebben geleverd aan een overheid, waardoor die kon worden gehackt.’ En gaat het ons ooit lukken om internationaal dat soort regels in te voeren?

‘Je moet niet zeggen: “We hebben wereldwijde regels nodig.” Dat is zó ontzettend moeilijk voor elkaar te krijgen, daarmee schuif je het probleem per definitie op de lange baan. In plaats daarvan moeten we een kritieke massa van gelijkgestemde landen zien te creëren. En dat is zeker voor de democratieën van deze wereld heel belangrijk. Niet alleen om het samen op te kunnen nemen tegen de meer autoritaire blokken, maar ook om de krachten te kunnen bundelen tegen de buitensporige macht van het bedrijfsleven.’ • foto : rod searcey


UIT DE VERENIGING Een greep uit het aanbod van activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).

Wandelen langs klimaatoplossingen The Green Village is een openluchtlaboratorium van de TU Delft. Hier worden duurzame innovaties getest. Bij deze excursie wandel je langs installaties voor het omgaan met hitte, droogte en wateroverlast, zoals ondergrondse infiltratievoorzieningen en groene daken. Voorafgaand aan de wandeling geeft Ted Veldkamp, lector Klimaat en Water van de Hogeschool van Rotterdam en docent bij de Hogeschool van Amsterdam, een lezing over praktijkgericht onderzoek aan klimaatinnovaties. Lezing en wandeling: Praktijkgericht onderzoek en klimaatinnovaties: The Green Village Delft, 9 oktober, 10.45-13.00 uur, kivi.nl/afdelingen/landgebruik-en-watermanagement/activiteiten

Waterbouw kost ruimte

Beter communiceren

Veel waterbouwkundige infrastructuur is toe aan vervanging of renovatie - denk aan vaarwegen, kademuren en sluizen. Ook moeten dijken worden versterkt en sommige rivieren worden aangepast aan de aanvoer van extra water. Dit alles legt een claim op de ruimte. Hoe gaan we hiermee om? Dat is het hoofdthema van de Waterbouwdag. Verwacht hier vooral veel lezingen, onder andere over lessons learned van de Nieuwe Sluis Terneuzen, een AI-proeverij, en een bedrijven-expo. Waterbouwdag 2024: Ruimte voor waterbouw! Jaarbeurs Utrecht, 17 oktober, 8.30-18.00 uur, kivi.nl/ afdelingen/bouw-en-waterbouwkunde/activiteiten

De uitdagingen van vandaag vergen multidisciplinaire oplossingen. Ingenieurs en niet-ingenieurs zullen hiervoor steeds vaker samen aan de bak moeten. Dan moeten we elkaar alleen wél goed begrijpen. Daarom organiseert Young KIVI Engineers een masterclass over hoe je technische informatie begrijpelijk overbrengt op een breed publiek. Masterclass: Effectieve communicatie tussen ingenieurs en niet-ingenieurs, KIVI-gebouw Den Haag, 29 oktober, 19.00-20.30 uur, kivi. nl/afdelingen/young-kivi-engineers/activiteiten

Varen over de zeven zeeën Maritieme operaties worden steeds complexer. Om bemanningen daarop voor te bereiden, bouwde maritiem onderzoeksinstituut MARIN een simulatorcentrum. Hier kunnen situaties worden nagebootst met meerdere schepen onder moeilijke omstandigheden. KIVI gaat er op bezoek. Bezoek MARIN’s nieuwe Seven Oceans Simulator Centre, Wageningen, 24 oktober, 15.0018.00 uur, kivi.nl/afdelingen/maritieme-techniek/activiteiten

BEELD : DE INGENIEUR ; NIEUWE SLUIS TERNEUZEN ; MARIN ; DEPOSITPHOTOS

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

55


Met de auto naar Parijs Een bizarre autorace markeert het begin van de moderne, door technologie bepaalde wereld, betoogt Kassia St Clair. Tekst: Pancras Dijk

Van Peking naar Parijs Kassia St Clair 368 Blz. | € 27,99 e-boek € 16,99

56

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

Juni 1907. Een bont gezelschap aan westerlingen maakt zich in de Chinese hoofdstad Peking klaar voor vertrek. Een telg van de adellijke Italiaanse familie Borghese, een Zuid-Franse monteur, een zwendelaar uit Bourgondië: ze staan op het punt van start te gaan in een onmogelijke autorace over twee continenten. De Britse Kassia St Clair, die eerder schreef over textiel (De gouden draad, 2019) en kleuren (Het geheime leven van kleuren, 2020), verdiepte zich in het waargebeurde verhaal van een bizarre autotocht langs vijf hoofdsteden op twee continenten over veertienduizend nagenoeg volledig onverharde kilometers. De race kwam uit de koker van een Franse krant. Waar vier jaar eerder L’Auto de Ronde van Frankrijk had bedacht, om in de nieuwsarme zomer van een constante stroom wielernieuws te zijn verzekerd, daar opperde in januari 1907 Le Matin het idee van een autorally, bedoeld om te laten zien waartoe automobielen in staat zouden zijn. Voorheen hadden er al wel races plaatsgevonden, maar altijd op ‘zorgvuldig geselecteerde circuitjes’. Een belediging voor het potentieel van de technologie, vond de krant. ‘De vooruitgang mag geen concessies doen aan de middelmatigheid’: wat de auto nodig had om het twijfelend publiek voor zich te winnen, was een demonstratie dat je ‘met een automobiel alles kunt doen en overal kunt komen. Overal, ja, werkelijk, overal.’ Gevolgd door de oproep, vetgedrukt: Is er iemand, of zijn er misschien meer mensen, die de uitdaging aandurft om deze zomer per automobiel van Parijs naar Peking te rijden? Er volgden tientallen aanmeldingen, maar toen het eenmaal zover was, verschenen slechts vijf teams van hooguit drie man aan de start. Een van de teams reed met een Contal Mototri van Italiaanse makelij: klein, zes pk, met één wiel achter voor de aandrijving en wijd uit elkaar staande voorwielen om mee te sturen via twee lange stangen. Het team had vast een oefenritje gemaakt op de Mont Ventoux. Op een foto is te zien hoe chauffeur en voorop zittende bijrijder in een bocht ver uit het voertuig moesten buigen, om omslaan te voorkomen.

Een ander team had een Spyker weten af te troggelen van de Nederlandse fabrikant. De koetsvormige wagen beschikte over vijftien pk, maar de betrouwbaarheid liet te wensen over. Dat gold ook voor de twee Dion Boutons (tien pk), die gezamenlijk optrokken en kozen voor een steile route dwars door de Oeral. De sterkste en betrouwbaarste auto was de Itala (veertig pk) van de Italiaanse prins Scipione Borghese. De autotechniek stond nog in de kinderschoenen en van enige infrastructuur was nog nauwelijks sprake. De chauffeurs moesten hun weg kiezen over paadjes die door vee waren uitgesleten. Soms moesten ze eerst met pikhouwelen stenen wegbikken alvorens ze verder konden. Voor ongeveer alle hulp waren ze aangewezen op omwonenden, voor zover die er waren. De organisatie had slechts op enkele plaatsen langs de route een voorraadje benzine laten neerzetten. Ook waterwegen vormden een uitdaging. Een gammel bruggetje bezweek onder het gewicht van de zware Itala. Een paar uur later was de in het water belande auto gerepareerd, de brug hersteld en kon de prins goedgeluimd de rit hervatten. Met de Contal Mototri liep het slechter af. Het team raakte in Peking al verdwaald – van het edele voornemen van de teams om bij elkaar te blijven was direct na het startschot al niets meer over. De Gobiwoestijn bleek daarna een te grote horde. Wie St Clairs boek net als ik ademloos heeft gelezen, zal met mij van mening zijn dat het niets minder dan een wonder is dat de andere vier teams de finish wél wisten te halen. De auto werd zo in een klap een symbool van de vooruitgang. Hoofdstukken over de race wisselt St Clair steeds af met uitgebreide uitleg over maatschappelijke ontwikkelingen: van de positie van China in de wereld tot Rusland tussen twee revoluties en van vrouwen achter het stuur tot communicatiemiddelen, veiligheid en de volledig op automobilisten georiënteerde inrichting van onze steden. Uiterst vaardig vervlecht ze zo twee races – die naar Parijs door een stelletje waaghalzen in automobielen, en die naar een nieuwe wereld waarin technologie een hoofdrol speelt.


Kaarten om groenere stroom De energietransitie is best ingewikkeld, maar hoe meer handigheid we er in krijgen, des te leuker het wordt. Voor Gigawatt – Energy Revolution geldt hetzelfde. Tekst: Pancras Dijk

De nul wordt kleiner Omdat we steeds beter kunnen aantonen welke stoffen er in onze leefomgeving zitten, worden we alsmaar banger, schrijft wetenschapsjournalist Simon Rozendaal. Tekst: Marlies ter Voorde

In juni 2019 steeg het aantal cholesterolpatiënten in Nederland met één miljoen. Was de bevolking massaal op een snackbardieet overgestapt? Nee, de richtlijn voor een gezonde cholesterolwaarde was naar beneden bijgesteld. De gebeurtenis had perfect in Paniek om niets gepast. Dit boek van Simon Rozendaal gaat over de revolutie in het meten, die het mogelijk maakt steeds meer substanties in steeds lagere concentraties te ontdekken. Hierdoor worden mensen steeds bezorgder – al is de vervuiling van onze omgeving in onze contreien de afgelopen decennia nog nooit zo laag geweest als nu, schrijft Rozendaal. Voorbeelden zijn er genoeg – denk aan de dioxinecrisis van veertig jaar geleden of de huidige PFAS-commotie, maar kun je er een boek mee vullen zonder langdradig te worden? Rozendaal wel. Die voert de lezer (tussen twee haakjes, noemt hij het zelf steeds) naar zijpaden zoals de oorsprong van het getal nul, de grens tussen dood en leven, en de vijftiende-eeuwse geneeskundige Paracelsus met zijn adagium dosis sola facit venenum (slechts de dosis maakt iets tot gif). Rozendaal schrijft soepel. Als iemand lastige materie leesbaar kan opdienen, is hij het. Hij leerde ooit dat hij voor een ‘fictieve lerares Frans’ moest schrijven, vertelt hij – waarbij het goed uitkwam dat zijn toenmalige vrouw daadwerkelijk docent Frans was. Dat hij daar steeds op terugkomt en de lezer telkens opnieuw toevoegt dat hij écht heeft geprobeerd het niet te moeilijk te maken, wordt op een gegeven moment een tikje storend. Dat neemt niet weg dat het een boeiend boek is, dat Rozendaal zoals vaker afsluit met een positieve oproep aan de lezer. Durf te leven! Paniek om niets. Hoe de meetrevolutie onze angsten aanwakkert Simon Rozendaal | 288 blz. | € 22,99

Twee jaar geleden verscheen GigaWatt, een groot bordspel dat duidelijk maakte dat de noodzakelijke energietransitie waar onze samenleving middenin zit nóg leuker en spannender wordt wanneer je die met vrienden of familie aan de eettafel naspeelt. Het spel werd een succes: inmiddels zijn er volgens de makers zo’n vijfduizend edities van verkocht. Die makers, drie Nederlandse wiskundigen die werkzaam zijn in de energiesector, komen nu met een opvolger: GigaWatt – Energy Revolution. De bedoeling is dezelfde gebleven: zoveel mogelijk mensen enthousiasmeren over de energietransitie. Het nieuwe spel is in vergelijking met de voorganger echter een stuk eenvoudiger vormgegeven, als een strategisch kaartspel met een klein speelbord. Ook zijn de spelprincipes wat versimpeld. Een potje met twee tot vier spelers (8+) duurt een halfuur. Elke speler speelt de rol van een energieleverancier die – hoe realistisch wil je het hebben? – worstelt met het vraagstuk: hoe kan ik blijven voldoen aan de groeiende energievraag van mijn regio, terwijl ik tegelijkertijd ‘fossiel’ wil afzweren? Het doel is de vervuilende kolen- en gascentrales te sluiten, maar wie dat te snel doet, loopt het risico op black-outs en wie te lang wacht, werkt klimaatverandering in de hand. Heb je eindelijk geïnvesteerd in zonnepanelen, dan komt die plotselinge bewolking wel heel slecht uit. En dan mis je ook nog eens voldoende kapitaal om serieus te kunnen meebieden in een volgende veiling. Vertrouwd met de principes van versie 1 kostte het mij vreemd genoeg enige moeite de versimpelde mechanismen onder de knie te krijgen. Maar na een eerste potje dat een uur duurde vanwege het herhaaldelijk raadplegen van de spelregels, kregen we de smaak te pakken. De makers richten zich dit keer behalve op consumenten nadrukkelijk ook op bedrijven. En inderdaad: een werkgever die op zoek is naar een onderhoudend nieuwjaarsgeschenk met zinvolle thematiek hoeft niet verder te zoeken. GigaWatt – Energy Revolution Vanaf januari leverbaar. Reserveren via gigawattgame.com € 25,00

FOTO : GIGAWATT

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

57


MEDIA

Man van vele gaven Wie zegt de naam Theodor Sanders nog iets? Een machtige biografie ontrukt de architect en spoorwegingenieur aan de vergetelheid. Tekst: Pancras Dijk

Station Tolhuis van Theodor Sanders (rechtsvoor onder de vlag) & H.P. Berlage bij opening van de lijn naar Alkmaar in 1895. FOTO : STADSARCHIEF AMSTERDAM

58

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

‘Een man […] van vele gaven, die vele belangrijke zaken in Nederland heeft aangepakt’. De Ingenieur schreef in 1927 vol lof over de overleden Theodor Sanders. Maar eigenlijk was Sanders op het moment van zijn overlijden al goeddeels vergeten. Het stuk in De Ingenieur zou zijn enige necrologie blijven. Wordt de naam Sanders in de bijna honderd jaar na zijn dood genoemd, dan is dat vrijwel altijd als voetnoot in het verhaal van H.P. Berlage. Sanders geldt dan als de ‘assistent’ van de grote architect of als de ingenieur die zijn technische kennis ten dienste stelde van de kunstzinnige visionair. Op basis van zeer uitgebreid onderzoek trekt Arjan den Boer dat beeld in zijn biografie van Sanders volledig recht. Afkomstig uit een welgesteld nest koos de in 1847 geboren Sanders voor de opleiding bouwkunde in Delft. Den Boer weet de sfeer goed op te roepen door af en toe uit te zoomen en vooral ook de tijd te schetsen: hoe het was om toen het vak te leren – door studie, door buitenlandreizen en door min of meer op de bonnefooi naar Wenen te reizen, zoals in Sanders’ geval.

Berlage verschijnt pas halverwege dit levensverhaal ten tonele. Inmiddels had Sanders zijn focus verlegd naar de spoorwegen, een wereld die hem al lang fascineerde. Sanders investeerde in de aanleg van tram- en lokaallijnen. Het was zijn tram die het Waterland ontsloot en zo toerisme bracht naar Marken en Volendam. Als jonge tekenaar kwam Berlage eind 1881 in dienst bij Sanders, voor wie hij zich met veelal kleine projecten bezighield. Trots op zijn goede leerling introduceerde Sanders hem in het Amsterdamse netwerk van architecten. De rest is geschiedenis – maar niet de geschiedenis van Sanders. Die zou namelijk anders aflopen dan met glorieuze monumenten van baksteen en stedenbouwkundige spierballentaal. Den Boer schreef een rijk geïllustreerd prachtboek over (ik citeer mijn verre voorganger als hoofdredacteur van dit blad Rudolf Adriaan van Sandick) een ‘goed, edeldenkend mensch’. Theodor Sanders 1847-1927. De vergeten compagnon van Berlage Arjan den Boer | 496 Blz. | € 39,95


Q&A

Elke maand zijn er talloze nieuwe boeken, toneelvoorstellingen, podcasts en video’s. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de maker vijf vragen.

Waar komt de plotselinge, enorme populariteit van het eeuwenoude schaakspel vandaan? Het is te lezen in het boek De schaakrevolutie van schaakjournalist Peter Doggers.

1 2 3 4 5

Tekst: Jim Heirbaut

Waarom heeft u dit boek geschreven? ‘Er zijn al veel boeken voor schakers die wat willen bijleren, maar voor het brede publiek was er nog weinig voorhanden. En schaken is in de laatste vijf jaar populairder geworden bij veel meer mensen, onder meer door de Netflix-serie The Queen’s Gambit. Dat was mijn uitgangspunt, maar toen ik ging schrijven realiseerde ik me dat de veranderingen in de schaakwereld veel verder teruggaan, wel vijftig jaar, met de introductie van de computer en later het schaken via internet.’ Voor wie is het boek bedoeld? ‘Voor schakers staan er hopelijk genoeg anekdotes in die ze niet kennen. Maar ik heb mijn boek vooral geschreven voor het brede publiek, mensen die zelf misschien niet eens schaken, maar wel benieuwd zijn naar het wereldje en alle verhalen eromheen. Schaken heeft altijd iets mysterieus, en ook iets paradoxaals: het is eigenlijk een niche, maar tegelijk is het ook mainstream. Verwijzingen naar schaken kom je overal tegen, tot in moderne tv-series aan toe.’ Wat fascineert u in het onderwerp? ‘Vooral hoe vaak je het tegenkomt in de populaire cultuur en ook blijft tegenkomen. Ik schrijf natuurlijk over The Queen’s Gambit, maar ook over bijvoorbeeld Seinfeld, waar een potje schaak het overbrengen van wijsheid moet uitbeelden. Al in de serie Friends, eind jaren negentig, spelen Phoebe en Joey een partijtje schaak, maar ze overtreden allebei de spelregels. Dat is grappig, maar het dient ook om te laten zien dat ze niet de snuggersten van het stel zijn.’ Waarom zouden ingenieurs het boek moeten lezen? ‘Voor ingenieurs zijn vooral de hoofdstukken over computers en kunstmatige intelligentie (AI) interessant. De ontstaansgeschiedenis van AI is nauw verbonden met het schaakspel. Schaken wordt wel de fruitvlieg van AI genoemd, een soort ideale proeftuin. Veel nieuwe AI-technieken werden in het verleden eerst getest op het schaakspel, wat daarna tot bredere inzichten leidde. Dat is een fascinerende geschiedenis, waar ik de lezer doorheen leid.’ Wat heeft u geleerd tijdens het schrijven? ‘Toen ik mijn manuscript inleverde, telde dat 120.000 woorden, en ik heb er met pijn in het hart twintigduizend moeten schrappen. Het laat volgens mij zien dat er ontelbare boeiende verhalen te vertellen zijn over schaken.’ De schaakrevolutie. Hoe een eeuwenoud bordspel populairder werd dan ooit Peter Doggers | 432 Blz. | € 29,99

PORTRET : MARIA - EMELIANOVA

Hoe kunnen mensen met een smalle beurs toch verduurzamen en zo energiekosten besparen? Deze podcast zit vol met tips voor preventie en oplossingen. EXPEDITIE ENERGIE | AFL. 5 | 30 MIN. | SPOTIFY

De geschiedenis van de klimaatverandering en de geschiedenis van de architectuur zijn op veel manieren met elkaar verbonden, toont deze nieuwe uitgave van nai010. IT’S ABOUT TIME. THE ARCHITECTURE OF CLIMATE CHANGE | 258 BLZ. | € 29,95

Stephanie Wehner (QuTech, TU Delft) is op een missie om als eerste de ‘ultieme vorm van communicatie’ te realiseren: het quantuminternet. Minidocumentaire. MOONSHOT MISSION | 17 MIN. | VANAF 15 OKTOBER OP AMMODODOCS.ORG EN YOUTUBE

In een nieuw seizoen van NPO’s wetenschapsprogramma Focus gaat Petra Grijzen onder meer op zoek naar de infrastructuur van de elektrificatie. Hoe scheppen we ruimte op het net? STROOM ONDER SPANNING | DONDERDAG 17 OKTOBER | NPO 3

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

59


Voorwaarts

Voorspellen is lastig, zeker als het om technologische vooruitgang gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.

Het tijdperk van materialen van een paar atoomlagen dik

Twintig jaar grafeen De ontdekking van het ultradunne materiaal grafeen veroorzaakte een hoop tamtam. De ‘piek van opgeblazen verwachtingen’ bereikt nieuwe hoogten nu blijkt dat er veel meer tweedimensionale materialen kunnen worden gemaakt. Twintig jaar geleden lukte het de Brits-Nederlandse natuurkundige Andre Geim (1958) en zijn Russisch-Britse collega Konstantin Novoselov (1974) op verbluffend eenvoudige wijze grafeen te maken. Het tweetal van de University of Manchester gebruikte plakband om van grafiet – het ‘lood’ in een potlood – een laagje koolstof van één atoom dik te trekken. Grafeen was tot dan toe puur een hypothetische, tweedimensionale De uitzonderlijke bouwstof geweest. Het dunste materiaal ter wereld – een vel graeigenschappen feen zo groot als een voetbalveld weegt minder brachten uitvinders dan één gram – was fundamenteel anders dan et. Het materiaal met de zeshoekig kristalen ondernemers het grafi structuur van kippengaas heeft extreme eigenhoofd op hol schappen wat betreft sterkte, flexibiliteit, dichtheid en geleiding van warmte en elektriciteit, bewezen Geim en Novoselov. In 2010 kreeg het tweetal daarvoor de Nobelprijs voor natuurkunde toegekend. Wondermateriaal Die uitzonderlijke eigenschappen brachten uitvinders en ondernemers het hoofd op hol. Zij voorzagen de meest uiteenlopende toepassingen voor grafeen: oprolbare beeldschermen, snel oplaadbare batterijen, zonnepanelen, lichtere vliegtuigen, filters voor ontzilting, kleinere transistors en computerchips, extra stevig beton. Het ‘wondermateriaal’ blies zelfs nieuw leven in de oude droom om een vaste verbinding met de ruimte tot stand te brengen. De Amerikaanse Liftport Group onderzocht de mogelijkheid om met een kabel van opgerold grafeen (koolstofnanobuizen) een ruimtelift te verwezenlijken. Naar aanleiding van het twintigjarig jubileum van het baanbrekende werk van Geim en Novoselov blikten kranten dit jaar terug. Wat is er terechtgekomen van die hooge verwachtingen? Het Britse dagblad The Guardian schreef: ‘De elektronische revolutie die grafeen had 60

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

moeten ontketenen, laat nog op zich wachten.’ Grafeen is nog steeds een veelbelovend materiaal, maar het probleem zit in het opschalen van de productie. De methode met plakband voldeed om kleine schilfertjes grafeen te produceren. ‘Maar met die schilfertjes kun je geen elektronisch apparaat maken’, zegt de Londense hoogleraar materiaalkunde Colin Humphreys in The Guardian. ‘Daarvoor heb je tenminste een wafer van vijftien centimeter materiaal nodig. Bedrijven als IBM, Samsung en Intel hebben miljarden uitgegeven om de productie van grafeen op te schalen in bruikbare formaten en hoeveelheden – met weinig succes.’ Maar Humphreys heeft het ook over hoopvolle ontwikkelingen die de oorspronkelijke belofte van grafeen mogelijk alsnog inlossen. Met zijn bedrijf Paragraf produceert hij op grote schaal grafeen, waarmee sensoren worden gemaakt. Een achtergrondartikel over grafeen in NRC heeft in grote lijnen dezelfde strekking als dat in The Guardian. Ook NRC wijst op de mogelijkheid om grafeen in te zetten in bio-, licht-, gas- of druksensoren. Door de extreme dunheid van het materiaal kan het zelfs de lichtste krachten detecteren. Maar de verwachting dat grafeen een opvolger van silicium zou zijn voor snellere en zuinigere computerchips is vooralsnog niet uitgekomen om de simpele reden dat een schakeling van grafeen niet kan worden uitgezet. Nieuwe verwachtingen NRC verwijst in het artikel naar de hype cycle. Een door het Amerikaanse onderzoeksbureau Gartner geïntroduceerde grafiek om het ontwikkelingsproces van een nieuwe technologie te visualiseren. Die van grafeen lijkt op het eerste oog een schoolvoorbeeld van zo’n hype cycle. In de eerste fase, de technology trigger, vangt een potentiële technologische doorbraak de aandacht van de media, er is alleen nog geen bruikbaar product. In de


2008 ‘Wat de toekomst ook brengen moge, het één-atoom-dikke wonderland zal de komende decennia bijna zeker in de schijnwerpers blijven staan. Ingenieurs zullen hun best blijven doen om innovatieve toepassingen op de markt te brengen, en natuurkundigen zullen doorgaan met het testen van de exotische kwantumeigenschappen van grafeen. Maar het echt verbazingwekkende is dat de verwezenlijking van die overvloed en complexiteit daarvan eeuwenlang verborgen zat in bijna elk doodgewoon potloodstreepje.’ Andre Geim en Philip Kim in Scientific American (1 april 2008).

tweede fase – de peak of inflated expectations – komt het bedrijfsleven in actie en wordt de verwachting tot een enorme omvang opgeblazen. Dat is precies wat er gebeurde na de ontdekking van grafeen. Maar dan komt de derde fase van de hype cycle: de trough of disillusionment, ofwel de kloof van teleurstelling. De belangstelling taant, de resultaten voldoen niet aan de hoge verwachtingen en de meeste producenten staken de verdere ontwikkeling. Aan die fase lijkt grafeen te ontsnappen. Net nu de ballon van hoge verwachtingen lijkt leeg te lopen, wordt hij opnieuw opgeblazen. Het opmerkelijkste optimistische geluid in NRC komt van Sten Vollebregt, universitair hoofddocent aan de TU Delft. Het draait niet meer alleen om grafeen. ‘Er zijn honderden tweedimensionale materialen ontdekt van één of hooguit een paar atoomlagen dik’, aldus Vollebregt. ‘Elk hebben ze bijzondere eigenschappen, wat de deur opent naar allerlei nieuwe mogelijkheden. Uiteindelijk zouden we tweedimensionale materialen zo kunnen gaan stapelen dat we een soort superdun

sandwichmateriaal hebben dat geoptimaliseerd is voor een specifieke toepassing, zoals snelle en energiezuinige computerchips.’ Onder meer de elementen boor, germanium, silicium, lood, fosfor, tin en goud lenen zich voor de productie van tweedimensionaal materiaal. Het was overigens grafeenontdekker Geim zelf, die vorig jaar augustus de verwachtingen het hardst opblies in een radiointerview met de BBC. Geim: ‘In 2010 was grafeen de star of the show. Maar er is inmiddels een hele categorie van andere materialen die één atoom dik zijn, zoals men dat meestal zegt. Het ontdekken van deze categorie was naar mijn idee belangrijker. Het is misschien een beetje overdreven, maar dat zal over dertig of vijftig jaar misschien duidelijk worden. De mensheid heeft haar vooruitgang altijd in verband gebracht met het gebruik van verschillende materialen. Denk aan de steentijd, bronstijd en ijzertijd, en nu leven we in de tijd van plastic en silicium. Ik geloof dat er tal van aanwijzingen zijn dat we aan de vooravond staan van het tijdperk van de tweedimensionale materialen.’ •

De zeshoekige kristalstructuur van grafeen (links). beeld : alexanderalus / cc by - sa 3.0 ‘Succes kent vele vaders’, zei Andre Geim in een interview met de BBC en somde de landen op die hem na de winst van de Nobelprijs probeerden in te lijven: het Verenigd Koninkrijk omdat zijn onderzoek in Manchester plaatsvond, Rusland omdat het zijn vaderland is, Duitsland omdat hij Duitse voorouders heeft, Israël omdat hij een Joodse oma heeft en Nederland omdat hij een Nederlands paspoort heeft. foto : bengt oberger / cc by - sa 4.0 (2018) 02

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

61


Teamgeest

Nederland telt tientallen studententeams waarin aankomende ingenieurs zich fanatiek inzetten voor een concreet doel.

Naam: Tomatonuts Doel: dwergtomaten kweken met AI Perspectief: kennis vergroten over autonome glastuinbouw Aantal leden: 20 Startjaar: 2024

Automaatische teelt Veel gewassen worden in kassen gekweekt omdat de omstandigheden daar volledig kunnen worden gecontroleerd. Wat nu als we die controle toevertrouwen aan algoritmen? Tekst: Pancras Dijk

Licht, temperatuur, luchtvochtigheid, irrigatie, plaag- en ziektebestrijding: in de glasteelt laat men niets aan het toeval over. Door de omstandigheden in de kassen volledig te controleren en naar believen te manipuleren, verzekeren de telers zich van een optimale oogst. Nederland blinkt erin uit: onze glastuinbouw is ook economisch van groot belang. De sector draagt jaarlijks 7,9 miljard euro bij aan de Nederlandse economie. Van oudsher is de glastuinbouw ook een aanjager van innovatie. De laatste jaren spitst die zich toe op verduurzaming van de energievoorziening, zoals het toepassen van geothermie of restwarmte van de industrie, de inzet van de CO2-uitstoot van fabrieken om de plantengroei te bevorderen en het gebruik van drones voor plaagbestrijding of het inspecteren van individuele planten. De komende jaren denkt de sector veel winst te boeken met robotisering en automatisering. Het idee is dat het monotone

Tomatenplanten groeien in een kas in Bleiswijk. 62

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

handwerk waarvoor het bovendien steeds moeilijker wordt om personeel te vinden langzaam gaat verdwijnen, en er daarvoor in de plaats juist meer werkgelegenheid komt voor technisch specialisten. De opmars van kunstmatige intelligentie, zoals machine learning, kan hier een versnellende factor zijn. Voorwaarde is wel dat duidelijk wordt hoe AI hierin precies optimaal kan functioneren. ‘De technieken die nodig zijn om autonome teelt op grotere schaal mogelijk te maken zijn er al’, stelt onderzoekster Silke Hemming van Wageningen University & Research (WUR). ‘Maar er is niet altijd voldoende trainingsdata om algoritmen op te bouwen die robuust en schaalbaar zijn.’ Dwergtomaten Om kennis, innovatie en internationale samenwerking te bevorderen, organiseert Hemming dit jaar voor de vierde keer de Autonomous Greenhouse Challenge. Na de

komkommers, kerstomaten en kropsla zijn dit jaar de dwergtomaten aan de beurt. Vijf teams zijn uitgekozen om elk in een eigen deel van een WUR-kas in Bleiswijk aan de slag te gaan. De organisatie levert de planten, een dataplatform, standaard sensoren en camera’s. De deelnemende teams zijn verantwoordelijk voor de algoritmen voor machine learning en computer vision – ze worden geacht die optimaal te ontwikkelen en in te zetten, opdat de dwergtomaten zo goed mogelijk groeien. De oogst staat voor het einde van dit jaar gepland. Een van de deelnemende teams is Tomatonuts. Het wordt gevormd door studenten en onderzoekers van de WUR en de Chinese landbouwuniversiteit in Beijing. Ook het Jingwa Center voor Landbouwwetenschap en -technologie levert expertise, evenals het bedrijf GS-NL in Monster, gespecialiseerd in kastechnologie. ‘Bij ons team zijn ongeveer twintig mensen betrokken’, zegt teamleider

Sensoren spelen een hoofdrol in de Autonomous Greenhouse Challenge. FOTO ’ S : STUDIO SARAH VLAKKE


Volgende maand in De Ingenieur Turbo-MRI Krachtvoer geven aan een MRI-scanner? De techniek dissolution-Dynamic Nuclear Polarization maakt de stofwisseling zichtbaar. Hoe werkt deze opvolger van MRI?

Onderhoud in meterkast De komende jaren wordt het stroomnet gerenoveerd, vernieuwd en uitgebreid. De Ingenieur bezocht de werkzaamheden op hoogspanningsstation Diemen, de meterkast van Amsterdam.

Huizen uit de fabriek

foto : tennet

Ziye Zhu, zelf als promovendus verbon­ den aan de onderzoeksgroep Agricultural Biosystem Engineering van de WUR, ‘van masterstudenten tot promovendi tot telers, uit Nederland en uit China. Iedereen brengt z’n eigen expertise in.’ Zelf is Zhu, met een master landbouw­ technologie op zak, sterk in machine learn­ ing en het programmeren van algoritmen. ‘We kunnen prima een gewas kweken in een simulator, maar in de echte wereld is een ander verhaal. Daarvoor is kennis van telers nodig.’ Die zijn dan ook betrokken geweest bij het programmeren van de AI. ‘Telers kennen de groeicyclus natuurlijk behoorlijk goed’, zegt teamlid Bart van Laa­ tum, bezig met promotieonderzoek naar de inzet van AI voor autonoom telen in kas­ sen. ‘Zij konden ons uitleggen dat tomaten­ planten in het begin wat minder licht, maar

De woningbouwopgave is enorm en seriematige productie van huizen in een fabriek lijkt noodzakelijk om het realiseren van woningen te versnellen. Maar hoe gaat dat in z’n werk?

juist iets hogere temperaturen nodig heb­ ben.’ Stomme dingen Dat is relatief eenvoudig te programmeren, maar de bedoeling is dat een AI dergelijke beslissingen neemt. Dat is veel ingewikkel­ der, legt Van Laatum uit. ‘Een kunstmatig intelligent systeem leert door van alles te proberen en dan te zien wat de gevolgen zijn. In computersimulaties valt daarmee einde­ loos en straffeloos te experimenteren, maar in een echte kas is dat niet verstandig. Want het algoritme gaat in het begin zeker stomme dingen doen.’ De competitie begon voor Tomatonuts met een lange online­fase, waarin het een model moest bouwen en trainen – tot het precies begrijpt bij welke omstandigheden de tomaten het best groeien, tegen de laagste

milieukosten. Nu de plantjes zijn ontkiemd, kunnen de teams alleen nog maar toekijken: de algoritmen doen het werk. ‘Er zal vast een keer een plaag toeslaan, Stressvol, maar het algoritme moet erop kunnen reageren’, zegt Zhu. Bij een hackathon voorafgaand aan de selectie moesten de teams binnen vijf uur een algoritme opstellen dat autonoom de strijd aanbindt met de boosdoeners. Ook als Tomatonuts de wedstrijd niet wint, is deelname niet voor niets geweest. ‘Wie krijgt er nu de kans om z’n modellen in een echte kas te testen? Dit helpt ons onder­ zoek zeker vooruit,’ zegt Van Laatum. Duidelijk is ook dat dat het nog een tijd zal duren eer de glastuinbouw op basis van autonome algoritmen werkt. Telers zijn vakmensen: ‘Zij beschikken over meer vak­ kennis dan wij zomaar even in een algoritme kunnen stoppen.’ •

Via een webcam zijn de planten 24/7 te volgen. foto : scherm ­ afbeelding

OKTOBER 2024 • DE INGENIEUR

63


Vragenvuur

Zeven lastige vragen aan schrijver en radiomaker Nikki Dekker. In september verscheen haar tweede boek, Graafdier, waarin ze een tunnel graaft in De Groote Peel en miljoenen jaren terugreist in de tijd.

Tekst: Marlies ter Voorde

64

Wat is het laatste dat u heeft gerepareerd?

‘Er zat wekenlang een irritant knerpje in de linkeroordop van mijn koptelefoon. Bewoog ik mijn hoofd, dan leek er iets zachtjes te rinkelen. Ik ging er vanuit dat dit het begin van het einde was. Toch ging ik nog even googelen, en las toen op een forum dat de boosdoener negen van de tien keer een haar is die vastzit in de luidspreker, tussen de oorkussens en de gevoelige plaat. En jawel! Ik heb hem met een pincet verwijderd en voelde me enorm capabel.’

Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens wat slims moeten uitvinden?

‘Voor het grootste probleem van onze tijd, de klimaatcrisis. Die hangt samen met andere problemen: dat er nog geen energiebron zo makkelijk beschikbaar en goedkoop is als fossiele brandstof, dat mensen gewoontedieren zijn die geen afstand kunnen doen van energieslurpende auto’s, vliegreizen, hamburgers en streamingdiensten, en – misschien wel het grootste – dat er een klasse mensen bestaat die zich buiten wettelijke kaders bevindt en met hun bedrijfjes en levensstijl de planeet verziekt.’

Waarvan denkt u: ik wou dat ik dát had uitgevonden?

‘Ik kan me niet eens voorstellen dat ik iets zou hebben uitgevonden. Maar het schrift is een uitvinding waar ik enorm over te spreken ben. Het mooie van dergelijke ontdekkingen is alleen dat die nooit door één iemand worden gedaan. Dat gebeurt gelijktijdig, door allerlei verschillende groepen mensen, in allerlei fantastische vormen.’

Welke technologische ontwikkeling baart u zorgen?

‘De onheilige drie-eenheid van AI, sociale media en deepfake technologie. Ik vrees een wereld waarin we onze ogen en oren niet meer kunnen geloven, iedereen andere feiten kent en de maatschappij diep verdeeld is.’

Hoe vaak gebruikt u een AI-assistent zoals ChatGPT?

‘Ik heb het één keer geprobeerd, maar was niet onder de indruk van de tekst of het denkwerk. Als ik al machines inzet om op ideeën te komen, dan laat ik me liever leiden door WikiRoulette, een website die je zomaar een pagina uit de online encyclopedie voorschotelt. Ik heb net weer even gekeken en stuitte op Margot Römer, een Venezolaanse kunstenaar, docent en piloot.’

Wat is de favoriete app op uw telefoon?

‘Obsidentify, een app van de site waarneming.nl die wilde dieren, planten en paddenstoelen identificeert. Het enige waarvoor ik AI dankbaar ben, is hoe die ons helpt andere levensvormen beter te begrijpen. Dat begint met weten waarnaar je kijkt. Dankzij Obsidentify weet ik nu dat er allerlei verschillende hooiwagens (‘langpoten’) bestaan, en dat sommige daarvan eigenlijk trilspinnen zijn.’

U moet kiezen: een dagtocht naar de diepzee, of naar het diepst van de aarde?

‘De diepzee! Mag het ook een week zijn? Het liefst zou ik langzaam afdalen en weer opkomen, om de verschillende lichtzones en hun bewoners rustig te bekijken. Alleen al het idee dat ik kans zou maken een potvis op twee kilometer diepte te zien rondzwemmen, op zoek naar een pijlinktvis, maakt me extreem blij.’

DE INGENIEUR • OKTOBER 2024

foto : laura cnossen



NOMINEER DE INGENIEUR VAN HET JAAR 2025! Met de uitreiking van de Prins Friso Ingenieursprijs aan de Ingenieur van het Jaar wil KIVI, het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs, excellente ingenieurs en hun werk voor het voetlicht brengen.

Ken jij een bijzondere ingenieur die de Prins Friso Ingenieursprijs verdient? Nomineer diegene voor de verkiezing van Ingenieur van het Jaar 2025. Ga naar www.kivi.nl voor meer informatie.

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.