3 minute read

3.1 Meer (aandacht voor) gedeeld gebruik?

Next Article
4.1 Inleiding

4.1 Inleiding

START

IK BEN ...

Advertisement

EEN GEMEENTE/STAD

EEN SCHOOL

EEN VERENIGING NIET OPENSTELBAAR — geen gedeeld gebruik mogelijk

STAP 1: KEN JEZELF

→ jezelf als school/gemeente → het potentieel van de buitenruimte → creëer draagvlak (intern & extern)

OPENSTELBAAR

STAP 2: ANALYSEER DE OMGEVING

→ Wat zijn de noden van de buurt? → Wie is de (mogelijke) gebruiker? • kinderen & jongeren • jeugdwerkorganistaties • andere organisaties • privé-initiatieven STAP 6: EVALUEER EN STUUR BIJ

STAP 3: ECHT VERBINDING MAKEN & HOUDEN

→ eerste kennismaking & rondleiding → verwachtingen uiten → streven naar win-win → communiceren en informeel contact STAP 5: DELEN, DELEN, DELEN & CREËREN

→ experimenteren → ontwerpen / speelplaats omvormen → samen delen → samen meerwaarde creëren

STAP 4: MAAK AFSPRAKEN

→ verschillende vormen → haalbaar & evenwichtig

4.2

STAP 1 Creëer een intern draagvlak

Hier vind je een stappenplan. Vink aan!

Zelfkennis als begin van alle wijsheid

Een school is in de eerste plaats (en terecht) bezig met haar pedagogisch project en de praktische uitvoering daarvan. Wil je als school over het muurtje kijken en de mogelijkheden voor de school en de buurt verkennen, dan zijn zelfkennis en een kritische blik op die eigen visie cruciale eerste stappen.

Richtvragen die kunnen helpen:

? Is onze speelplaats en de speelplaatswerking een onderdeel van onze pedagogische visie / het gezondheidsbeleid of ons schoolreglement? ? Hebben we een eigen speelplaatsvisie? ? Wat zijn mogelijke linken tussen de pedagogische visie van de school en de kansen die gedeeld gebruik van speelplaatsen met zich meebrengen? ? Wat ontbreekt in die visie om gedeeld gebruik te motiveren? ? Passen we die visie meteen aan of zetten we eerst een aantal experimenten op? ? Hoe kan gedeeld gebruik onze identiteit en profilering versterken als school?

Wacht niet op de volgende subsidieoproep om die oefening te maken met het schoolteam. De stap vraagt veel tijd. Voor inhoudelijke inspiratie rond visieteksten over de rol en de mogelijkheden van speelplaatsen, zie deel 2 ‘Een speelplaats met toekomst’.

Zet je visie in als communicatie-instrument. Een eigen speelplaatsvisie ontwikkelen helpt om helder te communiceren met ouders en andere betrokkenen. Maak aan de hand van de visie een prioriteitenlijstje voor de eerste acties. Je visie gebruik je ook om het huidige speelplaatsbeleid te optimaliseren en dient als basis voor de nieuwe inrichting en openstelling van de speelplaats. PRAKTIJKVOORBEELD

De visietekst van lagere school de Beukennoot in Anzegem integreert het gedeelde gebruik als volgt:

“Een kwaliteitsvolle en toekomstgerichte schoolspeelplaats is rijk aan variatie, voor ieders welbevinden. Hiermee willen we een aanbod voorzien voor wie behoefte heeft aan rust en veiligheid, minder mobiels is, of voor wie juist nood heeft aan actief uitleven. We zien de speelplaats als verruiming van het klaslokaal. We geloven in de kansen die een leerrijke buitenruimte biedt. Het gezondheidsaspect van de groene buitenomgeving speelt hierbij een belangrijke factor. In het vrije spel leren kinderen spontaan en bouwen ze ervaring op in risicocompetenties. De speelplaats is een openluchttentoonstellingsruimte en biedt kansen voor ervaringen met de muzische componenten. De speelplaats wordt ruimte-efficiënt ingezet, met oog voor de behoeften van de omgeving. De kinderopvang, de jeugddienst, de kunstacademie en de KSA zijn partners voor wie de speelplaats inzetbaar is.”

Het potentieel aan eigen buitenruimte

Een degelijke speelplaatsanalyse maken om de beginsituatie in kaart te brengen is daarna de volgende stap. Wij focussen hier alleen op de analyse op welke manier de speelplaats en schoolterreinen zich kunnen lenen tot gedeeld gebruik 1 .

Beperk je dus niet tot de speelplaats alleen, maar maak meteen de oefening voor alle buitenruimte (parking, toegangsweg, speelweide, moestuin, binnentuin …) Breng dat in kaart. Hou daarbij rekening met toegankelijkheid, de (brand)veiligheid en sociale controle, de bezettingsgraad, de planning, het onderhoud enz.

De volgende vragen kunnen daarbij helpen:

? Welke plekken kunnen we delen of openstellen? ? Welke plekken kunnen we delen of openstellen na aanpassing? ? Welke plekken lenen zich niet tot gedeeld gebruik? ? Wat met de in- en uitgang van het schoolterrein? ? Is de verplichte nooduitgang aanwezig? ? Wat is er aanwezig van materialen op die plekken? Is er toegankelijk sanitair aan verbonden of niet? ? Wat is de draagkracht van de plek? Hoeveel bezoekers kan ze aan en met welke frequentie? Welke dagen? ? Wat gebeurt er in de weekends of vakantieperiode met de plek? ? Waaruit bestaat het onderhoud van de plek op dit moment? Wie is daarbij betrokken?

This article is from: