deFilharmonie, War Requiem 11.11.2011

Page 1

de puur muziek

11.11.2011 | 20:00 | CONCERTZAAL

deFilharmonie kinderkoor van de vlaamse opera CBsO chorus Nooit meer oorlog


programma

uitvoerders

Benjamin Britten (1913-1976) War Requiem, opus 66

deFilharmonie Kinderkoor van de Vlaamse Opera CBSO Chorus

I. Requiem aeternam Requiem aeternam What passing-bells

Martyn Brabbins | dirigent Emma Bell | sopraan Alan Oke | tenor Florian Boesch | bas

II. Dies Irae Dies Irae Bugles sang Liber scriptus proferetur Out there Recordare Jesu pie Confutatis maledictis Be slowly lifted up - Dies irae Lacrimosa dies illa Move him into the sun III. Offertorium Offertorium So Abraham rose IV. Sanctus Sanctus Benedictus After the blast V. Agnus Dei VI. Libera Me Libera Me It seemed Let us sleep now

Aandacht! Gelieve uw mobiele telefoon uit te schakelen.

2


NOOIT MEER OORLOG gezongen door het grote koor of de sopraan solo, begeleid door een groot symfonisch orkest. Anders dan vele van zijn voorgangers in de lange requiemtraditie verwerkt Britten de originele gregoriaanse melodieën niet in zijn muziek. Zijn stijl combineert klassieke en moderne elementen. Asymmetrische maatsoorten (met vijf of zeven tellen) zijn vaak aanwezig en geven het werk een dynamische en onrustige sfeer. Ook de harmonieën zijn vaak onstabiel en kiezen resoluut voor wrange samenklanken (zoals de alomtegenwoordige tritonus - van oudsher de “duivel in de muziek”). Slechts op enkele plaatsen maakt de hoorbare oorlogsdreiging plaats voor een droombeeld van vrede. Dat gebeurt bijvoorbeeld op het einde van het ‘Kyrie’ dat alleen door het koor wordt voorgedragen. De genoemde tritonus is daarbij prominent aanwezig, tot de harmonie op laatste lettergreep opklaart in een klassieke grote drieklank. Het is diezelfde formule die het dramatische ‘Dies irae’ zal afsluiten en ook in de allerlaatste maat van het ‘War Requiem’ de stellige hoop op eeuwige vrede zal uitdrukken.

De aanklacht van een gewetensbezwaarde

In loving memory of Roger Burney, Sub-Lieutenant, Royal Naval Volunteer Reserve Piers Dunkerly, Captain, Royal Marines David Gill, Ordinary Seaman, Royal Navy Michael Halliday, Lieutenant, Royal New Zealand Naval Volunteer Reserve De namen en titels van de vrienden aan wie Benjamin Britten zijn ‘War Requiem’ opdroeg lezen als de inscripties op de witte grafstenen die in de Westhoek herinneren aan de slachtoffers van de Great War. Nochtans is Brittens compositie niet zomaar een getoonzette afscheidsritus voor zijn gevallen vrienden. Nog minder geldt zijn muzikale oorlogsmonument als een patriottistische hulde. Het ‘War Requiem’ is een universele aanklacht tegen iedere vorm van oorlog, dat eeuwig menselijke falen dat de fervente pacifist in Britten vanuit eender welk perspectief verafschuwde. In 1939 ontvluchtte de componist de Europese politieke situatie door een driejarig verblijf in de Verenigde Staten. Bij zijn terugkeer in 1942 weigerde hij dienst op basis van gewetensbezwaren.

Kleurrijke orkestraties en theatrale effecten getuigen ook van Brittens talent als operacomponist (het ‘War Requiem’ wordt om verschillende redenen overigens graag vergeleken met Verdi’s ‘Messa da Requiem’). Voorbeelden zijn het aanwenden van de buisklokken als doodsklokken op cruciale plaatsen in het werk, of het aanzwellende koor op “pleni sunt coeli et terra”, waarbij alle stemmen in een verschillend en vrij te kiezen ritme het effect creëren van een gonzende massa

Zoals de titel laat vermoeden, vormen de teksten van de eeuwenoude gregoriaanse dodenmis de basis voor het ‘War Requiem’, waarbij de term “requiem” verwijst naar het eerste woord van de Latijnse openingszang: “Requiem aeternam dona eis, Domine” (geef hen eeuwige rust, Heer). Nagenoeg de volledige Latijnse tekst van de dodenmis wordt

3


renties zijn buitengewoon talrijk en tonen aan hoezeer Britten de contrasterende tekstlagen wil laten versmelten in het licht van de overkoepelende roep om vrede. Op het einde van het ‘War Requiem’ komen de drie uitvoerdersgroepen uiteindelijk samen. Wilfred Owens bevreemdende “Let us sleep now” (door tenor, bariton en kamerorkest) ontmoet er de smeekbede om eeuwige rust die de Latijnse dodenmis opent en zijn titel gaf (“Requiem aeternam”, door het knapenkoor), terwijl het groot koor en orkest afsluiten met de vertrouwde formule “Requiescant in pace” (RIP).

die de “ere Gods” uitroepen. Behalve door de sopraan en het grote koor met orkestbegeleiding worden de requiemdelen soms ook gezongen door een knapenkoor met orgelbegeleiding. Hun klankenwereld is meer etherisch en staat vaak in schril contrast met de dramatische passages van de andere groepen. Naast de genoemde uitvoerders bevat de partituur van het ‘War Requiem’ ook delen voor tenor of bariton solo, begeleid door een kamerorkest. Beide mannenstemmen vertolken als het ware de rol van een gesneuvelde soldaat, geconfronteerd met doodsvisioenen waarbij het tekstuele referentiekader van de traditionele dodenmis met zijn paradijselijke rust hoogstens verwordt tot een cynische illusie. Ze onderbreken de Latijnse teksten met zettingen van gedichten van Wilbert Owen. Deze Engelse oorlogsdichter sneuvelde in 1918 in Frankrijk, exact één week voor wapenstilstand. Zijn poëzie roept op beeldende en beklijvende wijze de gruwel op van loopgraven en gasaanvallen. De interpolaties voorzien de dodenmis van een actuele en profane commentaar. Britten plaatste de gedichten zorgvuldig in relatie met de eeuwenoude teksten. Zo krijgt de bazuin uit het laatste oordeel (waarover sprake in het ‘Dies irae’) weerklank in de klaroenen die Owen over het schrikbarende niemandsland laat schallen (‘Bugles sang’). De referentie aan Abraham in het offertorium (“Quam olim Abrahae”) is dan weer de aanleiding voor Owens cynische parabel over de oude vader die zijn zoon Isaak wil offeren en daar bij de tussenkomst van de engel niet van afziet: “but slew his son, and half the seed of Europe, one by one” waarbij Abrahams nageslacht (“semini ejus”) hier staat voor de neergemaaide generatie jonge mannen aan het front. De refe-

Dat Brittens oorlogsklacht geen partij kiest, of toch slechts en slechts die van de vrede zelf, wordt treffend verwoord in de poëzie van Wilfred Owen. “I am the enemy you killed, my friend”, zo spreekt de bariton in het slotdeel de tenor toe. Het ‘War Requiem’ maakt geen onderscheid tussen vriend en vijand, wat ook mag blijken uit de solisten die de componist zelf bijeenbracht voor de creatie van zijn werk: met zijn Engelse levensgezel Peter Pears als tenor, de jonge Duitse bariton Dietrich Fischer-Dieskau en de Russische sopraan Galina Vishnevskaya wilde hij de politieke verdeeldheid van de Koude Oorlog overstijgen. Vishnevskaya, de vrouw van de cellist Mstislav Rostropovich, kreeg van de Sovjetminister alvast geen visum om op te treden bij de wereldpremière op 30 mei 1962, ter gelegenheid van de nieuwbouw van de in de oorlog verwoeste kathedraal van Coventry. Haar stem is wel te horen op de plaatopname die een jaar later werd gerealiseerd onder leiding van de componist.

4


BiO Butterfly’), Steva (‘J’enufa’), Boris (‘Katja Kabanova’), Boles (‘Peter Grimes’), Rinuccio (‘Gianni Schicchi’), Gonsalves (‘L’heure espangnole’) en M.K. Gandhi (‘Satyagraha’). Hij stond op de planken van verschillende grote operahuizen, waaronder de Scottish Opera, Opera North en het Royal Opera House Covent Garden. Daarnaast werkte hij mee aan de operafestivals van Edinburgh, Aldeburgh, Bregenz en Ravenna.

Emma Bell Emma Bell studeerde zang aan de Royal Academy of Music, en bij Joy Mammen. Ze is winnaar van de Kathleen Ferrier Prize en werd in 1999 geselecteerd als BBC New Generation Artist. In 2002 werd ze lid van het ensemble van de Komische Oper in Berlijn. Ze stond op de planken van diverse grote operahuizen, zoals de Glyndebourne Festival Opera, het Théâtre du Châtelet, de English National Opera, de Opéra National de Paris, La Scala, de Metropolitan Opera, de Nederlandse Opera en de opera’s van Lausanne, Genève, Montreal, Bilbao, Leipzig en Madrid. In concertverband zong ze onder dirigenten als Antonio Pappano, Yannick Nézet-Séguin, Robin Ticciati, William Christie, Leonard Slatkin en anderen. Ze werkte mee aan concerten met orkesten als de Accademia di Santa Cecilia, het Orchestre National du Capitole de Toulouse, het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ze trad op in zalen als het Konzerthaus Wenen, Wigmore Hall en de Queen Elizabeth Hall in Londen, Lincoln Center in New York en andere.

Florian Boesch Florian Boesch begon zijn zangstudie bij zijn grootmoeder Ruthilde Boesch, en studeerde zang aan het conservatorium van Wenen. Hij specialiseerde zich in lied en oratorium bij Robert Holl. In 2003 debuteerde hij bij de opera van Zürich als Papageno in Mozarts ‘Die Zauberflöte’, het jaar daarop zong hij de komische basrollen in ‘Le nozze di Figaro’, ‘Don Giovanni’ en ‘Die Zauberflöte’ bij de Wiener Volksoper. In de zomer van 2004 debuteerde hij op de Salzburger Festspiele in ‘Der Rosenkavalier’ van Richard Strauss. Florian Boesch werkte samen met Nikolaus Harnoncourt en zong Bachs ‘Mattheuspassie’ onder leiding van Helmuth Rilling en Riccardo Chailly. Als recitalzanger was hij te gast in het Konzerthaus en de Musikverein van Wenen, het Concertgebouw, de Wigmore Hall van Londen, de Kölner Philharmonie, Bozar in Brussel en op het Edinburgh Festival. Hij stond op de planken van verschillende operahuizen en -festivals, maar is het meest actief in de concertzaal, waar hij met regelmaat samenwerkt met Nikolaus Harnoncourt

Alan Oke Alan Oke studeerde zang aan de Royal Scottish Academy of Music & Drama in Glasgow, en bij Hans Hotter in Munchen. Na een succesvolle carrière als bariton maakte hij zijn debuut als tenor in 1992 in de rol van Brighella in Richard Strauss’ ‘Ariadne auf Naxos’ voor Garsington Opera. Sindsdien zong hij verschillende rollen, zoals Rodolfo (‘La bohème’), Alfredo (‘La traviata’), Pinkerton (‘Madama

5


Kinderkoor van de Vlaamse Opera Het Kinderkoor van de Vlaamse Opera bestaat uit ongeveer veertig geëngageerde zangertjes, die een rijke en levendige klank produceren. Het kinderkoor wordt voornamelijk ingeschakeld in operaproducties, maar werkt ook mee aan uitvoeringen van symfonische werken. Veel succes oogstte het kinderkoor met ‘Cinderella’, een kinderopera van Peter Maxwell Davies en ‘Let’s make an opera’ van Benjamin Britten, waarmee men ook op tournee ging.

en andere dirigenten als Jordi Savall, Philippe Herreweghe, Franz Welser-Möst, Georges Prêtre, Semyon Bychkov en Adam Fischer. CBSO Chorus Sinds 1974 is het CBSO (City Birmingham Symphony Orchestra) Chorus – onder leiding van Simon Halsey – een van de fijnste koren van Engeland. Het koor werkte samen met diverse orkesten als de Wiener Philharmoniker, de BBC Philharmonic, het Hong Kong Philharmonic Orchestra, het Finnish Radio Symphony Orchestra en het Orchestre National de Lyon. Het koor werkte samen met dirigenten als Sir Simon Rattle, Sakari Oramo, Gianandrea Noseda, Yan Pascal Tortelier en anderen.

Tijdens de voorbije seizoenen trad het kinderkoor op in operaproducties van de Vlaamse Opera zoals ‘Schoppenvrouw’, ‘La damnation de Faust’ en ‘La strada’. Het kinderkoor treedt daarbuiten op met het Brussels Philharmonic (filmmuziek van John Williams), het Nationaal Orkest van België (Gustav Mahlers ‘Derde symfonie’) en deFilharmonie (Bernsteins ‘Kaddish’). Het kinderkoor wordt voorbereid en staat onder leiding van Hendrik Derolez.

Het CBSO Chorus treedt op in de Symphony Hall van Birmingham en kan prat gaan op een breed repertoire. Zo werkte het mee aan uitvoeringen van onder meer Brittens ‘Peter Grimes’ en ‘War requiem’, Bachs ‘Mattheuspassie’, Elgars ‘The dream of Gerontius’ en ‘The apostles’, Verdi’s ‘Requiem’ en Beethovens ‘Negende symfonie’.

Martyn Brabbins De Britse dirigent Martyn Brabbins studeerde orkestdirectie in Londen en Sint-Petersburg bij Ilja Musin, en won in 1988 de eerste prijs op de Leeds Conductors’ Competition. Hij is Eerste Gastdirigent van deFilharmonie en was in het verleden artistiek directeur van het Cheltenham International Festival of Music en hoofddirigent van het BBC Scottish Symphony Orchestra. Martyn Brabbins stond reeds voor de belangrijkste Britse orkesten en wordt met regelmaat uitgenodigd door diverse orkesten als het Concertgebouworkest, de Philharmonia en de London Sinfonietta. Als operadirigent werkte hij onder meer in het Kirovtheater van

Het koor stond in diverse gerenommeerde instellingen, zoals het Concertgebouw van Amsterdam, de Philharmonie van Keulen, de Musikverein van Wenen en andere. Het koor trad op tijdens de openingsplechtigheid van het Sydney Olympic Arts Festival. Verschillende opnames van het koor (zoals Michael Tippett’s’A Child of our Time’ onder leiding van de componist en van Szymanovski’s ’Stabat mater’ en ‘Krol Roger’ onder leiding van Sir Simon Rattle) werden in de pers op lovende kritieken onthaald.

6


van deFilharmonie. Hij werkt daarvoor nauw samen met hoofddirigent Philippe Herreweghe, die zich vanuit zijn specifieke achtergrond toespitst op de (pre)romantische muziek. Martyn Brabbins is eerste gastdirigent.

Sint-Petersburg, de Deutsche Oper Berlin, de English National Opera in Londen en het Muziektheater van Amsterdam. Vorig seizoen maakte hij zijn debuut aan de Vlaamse Opera met een productie van Bergs ‘Wozzeck’. Martyn Brabbins staat bekend om zijn affiniteit met de muziek van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Hij heeft een bijzondere voorliefde voor Britse muziek, en zijn recente opname van de symfonieën van William Walton met het BBC Scottish Symphony (Hyperion) werd door de vakpers op lovende kritieken onthaald. In 2011 voerde hij meer dan 1000 muzikanten aan tijdens een zonderlinge uitvoering van Havergal Brians monumentale ‘Gothic symphony’ op de BBC Proms. Hij dirigeerde honderden wereldpremières van hedendaagse composities en onderhoudt nauwe contacten met enkele van de grootste componisten van vandaag. Zijn discografie omvat talloze opnames voor verschillende labels (Hyperion, Chandos). Met deFilharmonie maakte hij voor Hyperion een opname met orkestmuziek van Lodewijk Mortelmans en een opname met vioolconcerto’s van Henri Vieuxtemps.

Dankzij eigen concertreeksen in grote zalen bekleedt deFilharmonie een unieke positie in Vlaanderen. In het buitenland werd deFilharmonie uitgenodigd door de belangrijkste huizen, waaronder de Musikverein en het Konzerthaus in Wenen, het Festspielhaus in Salzburg, het Amsterdamse Concertgebouw, de Suntory Hall en de Bunka Kaikan Hall in Tokio en het National Grand Theatre van Peking. Internationale concertreizen door diverse Europese landen en Japan vormen een constante in de kalender. Naast haar reguliere concerten werkte deFilharmonie ‘opMaat’ uit, een geheel van educatieve projecten en sociale projecten, waarmee het orkest kinderen, jongeren en mensen met verschillende achtergronden doorheen de symfonische klankenwereld gidst. Samen met uitgeverij Lannoo ontwikkelt het orkest een reeks luisterboekjes voor kinderen.

deFilharmonie Royal Flemish Philharmonic Als stilistisch flexibel symfonieorkest bezit deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic) een artistieke souplesse die toelaat om meerdere stijlen op een historisch verantwoorde wijze te vertolken. De Nederlandse dirigent Edo de Waart, die voorheen aan het hoofd stond van het Radio Filharmonisch Orkest, het San Francisco Symphony en het Hong Kong Philharmonic Orchestra, staat als chef-dirigent in voor het grote orkestrepertoire. Met zijn ruime orkestervaring draagt hij bij tot de vorming van het unieke karakter

Verschillende cd’s van het orkest werden bekroond door de vakpers. Recent verschenen opnames met muziek van Sjostakovitsj onder leiding van chef-dirigent Jaap van Zweden (Naïve), en van Mortelmans en Vieuxtemps onder leiding van Martyn Brabbins (Hyperion). Het orkest maakt ook opnames voor zijn eigen label, waarin het focust op het grote orkestrepertoire, Belgische muziek en hedendaags klassiek.

7


binnenkort WO | 16.11.11 | 20:00 Alexei Lubimov Schubert, Glinka, Hérold

VR | 02.12.11 | 20:00 Ensemble Organum | UITVERKOCHT Oudromeinse gezangen uit de kerstliturgie

ZA | 19.11.11 | Jazz & Sounds 16:00 | Lisa Cay Miller solo 18:00 | Lisa Cay Miller duo with Audrey Chen 20:00 | Robin Verheyen, Aki Rissanen, Katrien Baerts, Kryptos Kwartet 22:00 | Lisa Cay Miller project with Jean-Yves Evrard, Joachim Badenhorst, Audrey Chen

ZA | 03.12.11 | 17:00 & 20:00 Le Poème Harmonique o.l.v. Vincent Dumestre Caligula: marionettenopera

DI | 22.11.11 | 15:00 Cecilia Bernardini & Mirsa Adami Van Beethoven, Brahms, Bartok

WO | 07.12.11 | 20:00 Geri Allen & Time Line Quartet Jazz

DO | 24.11.11 | 20:00 Kayhan Kalhor & Madjid Khaladj ensemble Perzische liederen op gedichten van Hafez en Rumi

VR | 09.12.11 | 20:00 deFilharmonie, Jaap van Zweden (dirigent), Katia en Marielle Labèque (piano) Poulenc, Sjostakovitsj

VR | 25.11.11 | 20:00 Carlos Mena, Romina Lischka, Sarah Ridy & Richard Sweeney | UITVERKOCHT Kapsberger, Ferrari, Dalla Casa, Mazzocchi, Sances, Rognoni, Monteverdi ZO | 27.11.11 | 15:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Seikyo Kim (dirigent), Pieter Wispelwey (cello) Ravel, Lalo, Sibelius

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

ZO | 04.12.11 | 16:00 deFilharmonie, Clara Cleymans, Thomas Vanderveken De Schone Slaapster, KIDconcert

ZA | 10.12.11 | 20:00 Brussels Philharmonic, Michel Tabachnik (dirigent), Eugene Ugorski (viool) Bartok, Sibelius, Schumann WO | 14.12.11 | 20:00 Ricercar Consort, Oltremontano Schütz, Scheidt, Praetorius

v.u. | Daan Bauwens • tekst | Simon Van Damme © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.