Ensemble Zefiro - Apollo e Dafne 14.01.12

Page 1

de puur muziek

14.01.2012 | 20:00 | CONCERTZAAL

ensemble zefiro Albinoni, Haendel, vivaldi


programma

UITVOERDERs

Tomaso Albinoni (1671–1751) Concerto opus 9 no. 3 in F voor 2 hobo’s, strijkers en b.c. I. Allegro e non presto II. Adagio III. Allegro

Maria Keohane | sopraan Fulvio Bettini | bas Barokorkest Zefiro Alfredo Bernardini | leiding en hobo

Georg Friedrich Haendel (1685–1759) Ah! Crudel, nel pianto mio, HWV 78 1. Sonata 2. Aria: (Adagio). Ah! Crudelo, nel pianto mio 3. Recitativo: Non sdegnerai d’amar 4. Aria: Di quel bel ch’il ciel ti diede 5. Accompagnato e recitative: Balena il cielo 6. Aria: Per trofei di mia costanza

Hobo | Paolo Grazzi Fagot | Alberto Grazzi Viool | Nick Robinson, Renata Spotti, Ulrike Fischer, Claudia Combs | Monika Toth, Rossella Borsoni, Alessandro Di Vona Altviool | Martina Forni, Meri Skejic Cello | Gaetano Nasillo, Sara Bennici Contrabas | Paolo Zuccheri Klavecimbel | Anna Fontana Theorbe | Giangiacomo Pinardi

Antonio Vivaldi (1678-1741) Concerto in e voor fagot, strijkers en b.c., RV 484 I. Allegro poco II. Andante III. Allegro

PAUZE

Georg Friedrich Haendel Ouverture, HWV 336 Cantata ‘Apollo e Dafne’, HWV 122

2


albinoni, haendel, vivaldi Op aandrang en uitnodiging van Ferdinando de Medici, groothertog van Toscane, emigreert Georg Friedrich Haendel in 1705 vanuit Hamburg naar Italië, de place to be op het gebied van de moderne muziek. Nochtans had hij geen hoge pet op van de vocale stijl en smaak van de Italiaanse muziek. Na een aantal jaren verblijf bij Ferdinando vestigt hij zich in 1707 in Rome. De stad had zich in het laatste kwart van de 17de eeuw helemaal herpakt en is in de eerste decennia van de 18de eeuw opnieuw uitgegroeid tot het culturele machtscentrum van de Italiaanse staten. De nieuwe imposante en weelderig ingerichte kerken, paleizen en pleinen stralen een vernieuwd zelfvertrouwen uit en staan symbool voor de toenmalige dominantie van Rome als centrum van de Westerse beschaving. Ook muzikaal groeit de stad uit tot het voornaamste centrum in Europa, slechts geëvenaard door Parijs. De talrijke kerkelijke instituten en organisaties hebben nood aan componisten, zangers en instrumentalisten: er is werk op overschot. Motetten, cantates en oratoria worden in grote getale besteld, gecomponeerd en uitgevoerd en ook werken voor een instrumentaal ensemble vinden hun weg binnen de geestelijke muziek.

De Venetiaan Tomaso Albinoni - vrijwel uitsluitend bekend om zijn adagio in g voor orgel en strijkers - gaat als schepper van het barokke blaasconcert door het leven. Zijn heldere, levendige en melodieuze muziek vertoont grote overeenkomsten met die van Vivaldi. In tegenstelling tot Vivaldi hoeft Albinoni niet te componeren om in zijn levensonderhoud te voorzien. Als oudste zoon van een welvarende koopman in papier beweegt hij zich als een toegewijde amateur, als dilettant in de muziekwereld. Hij hoeft geen baantje te vinden in de kerk of aan een hof, hoewel hij contacten onderhoudt met rijke mecenassen. Hij maakt een grote naam als operacomponist en heeft in 1694 succes met Zenobia in Venetië. In datzelfde jaar verschijnt als opus 1 een band met twaalf triosonates. Zijn reputatie groeit snel en zijn opera’s komen ook elders in Italië tot opvoering, te beginnen met Rodrigo in Algeri (1702, Napels). Hij schrijft meer dan vijftig opera’s, waarvan er maar weinig zijn nagelaten. Datzelfde geldt voor een veertigtal solocantates. Na 1730 componeert hij nauwelijks meer. Al in zijn tijd zijn Albinoni’s instrumentale werken – de meeste daarvan voor strijkers – heel populair. Tijdens zijn leven worden er 10 banden met elk een dozijn werken gepubliceerd. Bach baseerde vier klavecimbelfuga’s op thema’s uit de sonates opus 1. Albinoni’s concerten mogen dan wat minder avontuurlijk zijn dan die van Vivaldi, ze behoren wel tot de eerste in driedelige vorm en zijn hoboconcerten op. 7 uit 1715 zijn de eerste in hun soort die in druk verschijnen.

In Rome geniet Haendel de steun van adellijke muziekminnende mecenassen als de kardinalen Ottoboni, Phamfili en Colonna, en de markies — later prins — Ruspoli die hem met opdrachten vereren. Hij kan er wel geen opera’s aanbieden (door een banvloek over opera’s door de paus), maar hij kan er zijn talenten als organist en als componist

3


en van Dafne die zichzelf – uit totale frustratie – verandert in, jawel, een laurierboom. De ouverture is verloren gegaan. Vandaag laat men de cantate meestal voorafgaan door een andere ouverture. Het werk bestaat uit de gebruikelijke opeenvolging van recieten en aria’s en er zijn ook enkele duetten. In zijn opera’s toont Haendel zich een meester in het muzikaal karakteriseren van zijn personages. Deze cantate – of mini-opera – is een voorbeeld van dat specifieke talent. Vanaf het begin is een arrogante Apollo ervan overtuigd dat zijn kunnen en kracht zelfs Cupido’s boogschietkunst overtreffen. Die zelfgenoegzaamheid krijgt een flinke deuk wanneer hij Dafne ontwaart en er stapelverliefd op wordt. Dafne weerstaat zijn brutale avances en wanneer Apollo haar met geweld probeert te benaderen, ontsnapt ze aan hem door zich in een laurierboom te veranderen. In de slotaria is een verdrietige Apollo bereid de groene bladeren van laurierboom met zijn tranen vochtig te houden…

van serenatas en wereldlijke cantates botvieren. Wekelijks organiseren de prelaten conversazioni of accademie: kamermuziekconcerten voor een selectief gezelschap van genodigden waarop vooral sonates en cantates worden uitgevoerd. Geregeld wordt er in de tuinen van hun paleis of op een andere publieke plaats in Rome een groots opgezette serenate uitgevoerd. De prelaten zijn lid van de literaire Accademia degli Arcadi die in 1690 werd opgericht en zijn zelf bijzonder actief als librettist van zowel oratoria, opera’s en cantates. Het Italiaanse culturele leven is helemaal in de ban van die Academie der Arcadiërs. Bij Haendels aankomst is de Academie al geëvolueerd van een Romeins onderonsje tot een indrukwekkend netwerk met uitlopers tot in de uithoeken van het Italiaanse schiereiland. Wellicht is de cantate ‘Ah! Crudel, nel pianto mio’ een van de 17 cantates die Haendel opdroeg aan Ruspoli. De profane cantates worden met continuobegeleiding uitgevoerd. Bij gelegenheid worden echter nog andere ‘stromenti’ bijgevoegd – dat laatste is hier het geval. Het is bovendien een opmerkelijk stuk muziek omdat het de eerste solocantate is die Haendel schreef. Het verhaaltje gaat niet verder dan dat het hoofdpersonage snotverliefd is op een hardvochtig, niet te vermurwen sujet, waarbij de hoop onaangetast blijft dat de pijn van de onbeantwoorde liefde ooit gelukkige vreugde wordt. Of op zijn Vlaams gezegd: hoop doet leven. ‘Apollo e Dafne’ of ‘La terra è liberata’ is een dramatische cantate die Haendel anno 1708 begint te componeren, maar pas in 1710 in Hannover voltooit. Het is een van Haendels meest ambitieuze cantates. Een kleurrijk orkest met hobo’s, fluiten en fagot begeleidt het verhaal van de hopeloos verliefde Apollo

We kennen Antonio Vivaldi, il prete rosso, en we denken ook zijn muziek te kennen. Want Vivaldi, dat zijn de Vier Seizoenen en al die andere vrolijke, altijd dezelfde muziekjes, als we Stravinski mogen geloven. Maar kijken we toch verder dan de clichés! Aan het begin van de 18de eeuw verliest het concerto grosso – dat in Rome was ontstaan en er tot bloei was gekomen – langzaam terrein. Componisten, vaak zelf virtuozen, zoeken nieuwe manieren om hun instrumenten te laten schitteren. Zo ontstaat het soloconcerto, een genre waarvan de vioolvirtuoos Vivaldi binnen de kortste keren dan wel niet de uitvinder was, maar de onbetwiste grootmeester wordt. Aan het Venetiaanse weeshuis Ospedale della Pietà blijkt hij een inspirerend leraar. En zijn leerlingen inspireren hem. Na 13 jaar dienst als

4


di’s genie blijkt onder meer uit de onuitputtelijke veelzijdigheid en onvoorspelbaarheid waarmee hij dat schema varieert.

maestro di violino wordt hij er in 1716 gepromoveerd tot maestro de’ concerti. Concerto’s, oratoria en opera’s componeren wordt vanaf dan een vrijwel voltijdse bezigheid.

De emancipatie van de fagot als solo-instrument blijkt uit bijna 40 concerti die Vivaldi voor het instrument componeert. Geen enkel ander instrument, met uitzondering van de viool natuurlijk, gebruikt hij zo dikwijls als solo-instrument. Dat betekent dat Vivaldi wellicht een of meerdere uitzonderlijk begaafde fagotvirtuozen in zijn omgeving zou hebben gekend. Daartoe zijn echter nog geen aanwijzingen gevonden. Ook wordt nergens melding gemaakt dat er zich binnen de muren van het Ospedale een uitzonderlijk getalenteerde fagottiste bevond. Bovendien tast men in het duister welk type fagot Vivaldi voor ogen had. De fagot was als instrument toendertijd nog volop in ontwikkeling. Wel bezitten zijn fagotconcerti virtuoos passagewerk, met grote sprongen en expressieve passages in het tenorregister, kortom kenmerken die we in de latere fagotliteratuur aantreffen. We horen een componist die het soloconcerto verheft tot instrumentaal theater, rijk aan contrasten, dramatisch, lyrisch én virtuoos, als een weerspiegeling van wat de opera te bieden heeft.

Vivaldi componeert concerti voor z’n beste leerlingen – welk instrument ze ook bespelen. Zo wordt tweemaal per maand door het meisjesorkest van het Ospedale een nieuw concerto uitgevoerd. Dankzij de meer dan gemiddeld getalenteerde meisjes kan hij naar hartelust muzikaal experimenteren, steeds zoekend naar nieuwe instrumentale combinaties. Dankzij zijn uitgebreide kennis van allerlei instrumenten levert dat fraaie composities op voor de populaire viool, maar ook voor luit, mandoline, fagot, traverso... Heel nieuw en origineel voor die tijd. Gesterkt door die ervaring en dankzij het feit dat vele van die concerti al in druk verschenen, blijven die composities niet onopgemerkt, tot in het buitenland toe. Vivaldi krijgt de kans om concerti te schrijven voor de topmusici van zijn tijd, vaak op vraag van prestigieuze opdrachtgevers. Vivaldi’s concerti zijn gekenmerkt door levendige melodieën, ritmische verve, een vaardige behandeling van solo’s en orkestrale timbres, en een helderheid van vorm. De meeste concerti hebben het gebruikelijke driedelige patroon: een allegro, een langzaam deel, en een slotallegro dat meestal sneller en korter is dan het eerste. Het vormschema van de afzonderlijke delen is gebaseerd op een afwisseling tussen ritronello’s (refreinen) voor het orkest en episodes voor de solist(en). Vivaldi is de eerste componist die het langzame deel van een concerto even belangrijk maakt als de twee allegro’s. Zijn trage delen hebben lang uitgesponnen, expressieve melodieën waarbij van de uitvoerder uiteraard verwacht wordt dat hij zelf versieringen toevoegt. Vival-

BIO Ensemble Zefiro werd opgericht in 1989 door hoboïsten Alfredo Bernardini en Paolo Grazzi en fagottist Alberto Grazzi. Het ensemble heeft een wisselende bezetting en specialiseert zich in het 18de-eeuwse repertoire, met speciale aandacht voor blaasinstrumenten. Ensemble Zefiro speelt op de belangrijkste podia, geniet heel wat bijval van publiek en pers en heeft ook een uitgebreide disco-

5


vertolkte meermaals de rol van Tancredi in ‘Il Combattimento di Tancredi e Clorinda’. Hij debuteerde onder leiding van Giovanni Antonini in de rol van protagonist van ‘Orfeo’ op het Styriarte Festival in Graz. Onder de opnamen waar hij zijn medewerking aan verleende noteren we ‘Die Ruinen von Athen’ van Beethoven, ‘Lelio’ van Berlioz en ‘Walpurgisnacht’ van Mendelssohn. In oktober 2001 zong hij in ‘Farnace’ van Vivaldi onder Jordi Savall en ‘Ein Deutsches Requiem’ van Brahms onder Filippo Maria Bressan in de pianoforte uitvoering voor quatre mains met de pianisten Bruno Canino en Antonio Ballista.

grafie. Zo maakte het ensemble opnames van muziek van Zelenka, Mozart en Vivaldi en haalde het twee opmerkelijke 18de-eeuwse componisten van onder het stof: Georg Druschetzky and Luigi Gatti. De opnames van Haendels ‘Water Music’ en Telemanns ‘Wassermusik’ gaven Zefiro ook een sterke reputatie als barokorkest. Alfredo Bernardini werd in 1961 geboren in Rome. In 1981 verhuisde hij naar Nederland om zich te specialiseren in de barokhobo en oude muziek aan het Conservatorium van Den Haag. Hij behaalde er in 1987 zijn diploma als solist. Momenteel speelt hij vaak met vooraanstaande ensembles die zich specialiseren in oude muziek waaronder Hesperion XX, le Concert Des Nations en het Amsterdam Baroque Orchestra. In 1989 richtte hij met de broers Paolo en Alberto Grazzi het Ensemble Zefiro op. Naast de muzikale leiding van het Ensemble Zefiro leidde Alfredo Bernardini verschillende ensembles in Italië, Spanje, Portugal, Duitsland en Nederland. Bovendien maakt hij ook tijd voor onderzoek, meer bepaald naar de geschiedenis van houtblazers. Veel van zijn artikels werden gepubliceerd in vooraanstaande internationale muziektijdschriften.

De Zweedse sopraan Maria Keohane studeerde in juni 2003 af aan de Royal Opera Academy in Kopenhagen. Haar repertoire omvat een breed scala aan muziekstijlen van de barok tot nu, inclusief kamermuziek, opera en oratorium. Ze trad onder andere op als Melanto/Giunóne in Monteverdi’s ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ in het theater van Gothenburg en als Porserpina in Peri’s ‘Euridice’ in het Slottheater Drottningholm in Stockholm. Buiten Scandinavië was Maria Keohane te gast in Engeland, Italië, Frankrijk, Oekraïne, Libanon, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland. Maria Keohane wordt vaak gevraagd om te soleren in oratoria en trad op met diverse bekende dirigenten, zoals Eric Ericson, Andrew Parrott, Anders öhrwall en Christopher Warren-Green. Ze gaf verschillende concerten samen met de wereldberoemde baroktrompettist Niklas Eklund. Met hem bracht ze ook een cd uit met Italiaanse barokmuziek. Op het internationale Van Wassenaer Concours van 2000 ontving Maria Keohane de prijs voor de beste individuele prestatie. In 2005 kreeg ze de Deense Reumert Prijs voor haar vertolking van de rol van Admira in Haendels ‘Rinaldo’.

Fulvio Bettini kreeg zijn eerste muzikale opvoeding van Giorgio Bredolo. Later volgde hij lessen aan het Pontificio Instituto di Musica di Milano, seminaries over oude muziek en liedkunst in Nederland en Duitsland, een degelijke piano-opleiding en een zangstudie onder leiding van Margareth Hayward aan het Conservatorio Giuseppe Verdi te Milaan. Als zeer gewaardeerd Monteverdi-vertolker schitterde hij in de rol van Apollo in ‘Orfeo’ in samenwerking met het ensemble Il Giardino Armonico onder leiding van Jordi Savall. Hij

6


22 januari: eerste concert in refter stam niet alleen contact te hebben met de groten der aarde maar ook het bezoek te krijgen van de Natuur, de dochter van God, die hem drie van haar kinderen komt schenken: Intelligentie, Retorica en Muziek. Een daad van een zelfbewust kunstenaar die de eerste voet in de renaissance zet. Marc Mauillon en zijn ensemble hebben een scherp oor en oog hebben voor de intense verwevenheid van tekst en muziek in De Machauts werk. De hoofse liefde, het erfgoed van de trouvères staat centraal, maar wordt tegelijkertijd naar een hoger plan getild. Telkens weer wordt één melodie op een andere manier voorgedragen en met vedel, harp en fluiten ingekleurd door de andere musici. Waar andere ensembles voor middeleeuwse muziek esoterische sferen oproepen, is hier geen spoor te bekennen van vals sentiment.

Zanger Marc Mauillon heeft een voorliefde voor het oeuvre van dichter-componist Guillaume de Machaut (1300-1377). Voor Muziekcentrum De Bijloke stelt hij een nieuw programma samen met ballades en rondeaus. De 14de-eeuwse refter van het STAM vormt het unieke kader voor dit concert.

Marc Mauillon: zang VivaBiancaLunca Biffi: zang en vedel Angélique Mauillon: gotische harp Pierre Hamon: fluiten, concept en muzikale leiding

Guillaume de Machaut wist in de 14de eeuw zijn functies als dichter en componist op een sublieme manier te combineren. Iets wat men eigenlijk niet langer voor mogelijk hield, omdat de muziek in die tijd technisch zo complex geworden was. Toch slaagde De Machaut er niet alleen in om tot de grootste schrijver uit het Franse taalgebied uit te groeien, maar ook tot de belangrijkste Europese componist van dat moment. In zijn oeuvre verweeft hij op een schitterende manier de muziektraditie van zijn voorgangers met de vernieuwingen uit zijn tijd, de zogenoemde ‘nieuwe kunst’ of ars nova. Zijn werk getuigt van een uitgesproken persoonlijkheid. Dat blijkt o.a. uit de proloog tot de zesdelige uitgave van zijn volledige oeuvre die De Machaut schreef. Hij vergelijkt zichzelf met Orpheus en zegt

ZONDAG 22 JANUARI | 16:00 | STAM - REFTER Marc Mauillon Guillaume de Machaut Tickets € 22 Reductie € 18 / € 5 (-18)

INFO & TICKETS 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be Bespreekbureau | J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent | Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00

7


binnenkort DO | 19.01.12 | 20:00 The Harp Consort, Andrew Lawrence-King (dirigent) Juan Gutiérrez de Padilla, Missa Mexicana ZA | 21.01.12 | 14:00 & 16:00 Michiel Hendryckx Muzikale vertelling voor kinderen van 10 tot 14 jaar ZA | 21.01.12 | 20:00 | MAETERLINCK Brussels Philharmonic Schönberg: Pelléas et Mélisande ZO | 22.01.12 | 16:00 Marc Mauillon Guillaume de Machaut VR | 27.01.12 | 20:00 Cantus Cölln Kuhnau, J.S. Bach WO | 01.02.12 | 15:00 Ronald Brautigam Van Beethoven, Mendelssohn, Satie, Debussy DO | 02.02.12 | 20:00 | MAETERLINCK Maeterlinck Kwartet Milhaud, Lekeu, Debussy

VR | 03.02.12 | 20:00 Brussels Philharmonic, Vlaams Radio Koor, Octopus Symfonisch Koor, Michel Tabachnik (dirigent), Vadim Repin (viool) Berg, Debussy ZA | 04.02.12 | 20:00 deFilharmonie, Philippe Herreweghe (dirigent), Viktoria Mullova (viool) Brahms, Schubert DO | 09.02.12 | 20:00 Nabla / Joachim Brackx Pàli Consort o.l.v. Benjamin Glorieux Crank o.l.v. Andreas Böhlen Bijloke-Manufactuur ZA | 11.02.12 | 20:00 Symfonieorkest Vlaanderen, Guy Van Waas (dirigent), Ning Kam (viool) Fauré, Saint-Saëns, De Boeck, Strauss WO | 15.02.12 20:00 | Krassport 22:00 | Portico Quartet Jazz DO | 16.02.12 | 20:00 Me La Amargates Tu Sefardische liederen

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Di - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:00 09 269 92 92 | tickets@debijloke.be | www.debijloke.be

v.u. | Daan Bauwens • tekst | Frank Pauwels © | Muziekcentrum De Bijloke Gent info@debijloke.be Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.