1 minute read
zijn mooist tonen’
Komt die zuiderse poëzie op de pupiter van de solisten Christianne Stotijn en Peter Gijsbertsen te staan?
“Heel even heb ik met het idee gespeeld om zangers in te zetten, maar daar ben ik van afgestapt. Ik koos ervoor de teksten niet als dusdanig te laten horen of zien, maar als inspiratie te gebruiken voor elk aspect van de compositie: van ademhaling, woordklank, ritme en accent tot inhoud, sfeer en symboliek. Die poëzie is dan ook grandioos: mijmeringen over grootsheid in volledigheid; over wachten op wat je niet kent; over hoe alles eindigt in stilte… Doordat ze natuurbeelden gebruiken om grote levensvragen te behandelen, komen de gedichten eigenlijk dicht bij de teksten van ‘Das Lied’.”
Advertisement
Hoe liep het compositieproces?
“Zo’n gigantische opdracht ga je natuurlijk niet onbehouwen te lijf. Ik hield het heel subtiel, al ben ik me ervan bewust dat wat ik schrijf af en toe misschien blasfemisch zal lijken. Neem nu het monumentale ‘Abschied’, het laatste lied dat goed is voor de helft van de compositieduur. Hoe begin je daar een wederwoord op te formuleren? Wel, ik heb er een voorwoord van gemaakt: een nieuw stuk muziek dat op een andere manier naar het bekende doet luisteren. Zoals de zetting van een diamant in een ring met nieuwe ogen naar de steen doet kijken.”
Schrijf je de noten neer terwijl je creëert?
“Nee! Vaak is in mijn hoofd eerst alles klaar. Maar daarna moet ik het nog neerschrijven. Dat kost zo’n twee à drie uur voor elke seconde muziekkan je nagaan!”
Wat hoop je dat het publiek zal ervaren bij deze Mahler op z’n Rathés?
“Eigenlijk bouw ik een soort museale ruimte waarin ‘Das Lied’ wordt tentoongesteld: zes fantastische schilderijen waarrond ik spotjes hang om de meest bijzondere details uit te lichten. Ik hoop dat het publiek mijn werk zo zal aanvoelen: als dat van een curator die een meesterwerk op zijn mooist wil tonen.”
Wanneer zal de compositie voor jou geslaagd zijn?
“Als ik een metastuk heb kunnen maken waarin Mahlers liederen en mijn compositie in elkaar verglijden. Versmelten tot één muziekbeleving. Daarvoor moet ik het punt zien te vinden waar intuïtie en ratio samenvallen. Jawel, ik ben een componist die analyseert, tekent, berekent en alles tot in de kleinste details uitwerkt. Maar ik ben ook een verteller die zijn verhaal wil doen.
Pas als dat yin en yang elkaar vinden, zal ik tevreden zijn. Om terug te keren naar het beeld van de edelsteen: componeren is als het slijpen van een diamant. Elk facetje moet juist zijn. Soms ben je tien uur bezig maar klopt het intuïtief niet meer. Dan belandt het in de vuilnisbak. Dat kan je über-kritisch noemen, maar snel-snel is voor mij geen alternatief. Ik wil aan het einde kunnen zeggen: ‘Dit is af. Beter kan ik het niet’.” circle
Das Lied von der Erde