Uniek Vakmanschap

Page 1

Uniek vakmanschap, Unieke samenwerking MET DE VISIE VAN ADJIEDJ BAKAS (TRENDWATCHER) DAVE JANSSEN (ECONOOM EN PUBLICIST) JENNY DOEST (INNOVATIE & ONTWIKKELING)

‘UNIEK VAKMANSCHAP, UNIEKE SAMENWERKING’ IS EEN MAGAZINE VAN SVGB KENNIS- EN OPLEIDINGENCENTRUM


INHOUDSOPGAVE 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34

2

INTRODUCTIES

Drie visies op de toekomst van de SVGB-branches FOOTWEAR-SPECIALISTEN NIKE ENTHOUSIAST OVER CURSUS OP MAAT

Technisch vernuft en echt handwerk verenigd in Nike-schoen ‘PIMP MY’ ORTHOPEDISCHE SCHOEN

Mode en design dringen door in SVGB-branches WERKBEZOEK AAN OPLEIDINGENCENTRUM SVGB

Japanse studenten onder indruk van Nederlandse schoentechniek TANDTECHNICUS MAAKT BRONZEN BEELD

‘Tandtechniek is toegepaste kunst’ PRINSJESDAG HOEDJESDAG

‘Prinses Laurentien heeft een prachtig hoedengezicht’ ONDERZOEK ORTHOPEDISCHE (SCHOEN)TECHNIEK

Strategische keuzes voor de toekomst VAKMANSCHAP KRIJGT WEEK LANG AANDACHT

De Week van het Ambacht ‘GIRLSDAY’ GROOT SUCCES

Meiden maken kennis met techniek CAMPAGNE IN VMBO EN MBO

Onbekende beroepen krijgen een gezicht COLO-DIRECTEUR OVER TOEKOMST EN VERNIEUWING

‘Kleinschaligheid heeft de toekomst’ INNOVATIEF, AANTREKKELIJK EN GEDRAGEN DOOR BEDRIJFSLEVEN

Nieuw in 2010: de Nederlandse School voor Gezondheidstechniek CREATIEVE BRANCHES ONTDEKKEN OVEREENKOMSTEN

Opleiding Creatief Vakman september 2008 van start CONFERENTIE UURWERKTECHNIEK TOONT AMBITIES

Meer kwaliteit en ondernemerschap in de uurwerkmakersbranche CONFERENTIE PIANOTECHNIEK: PROFESSIONALISERING EN IMAGOVERBETERING

Pianobranche vindt nieuw elan AMBACHTELIJKE BRANCHES VOORTDUREND IN BEWEGING

Arbeidsmarktrapport geeft inzicht in ontwikkelingen


VOORWOORD

De wereld draait (niet) door zonder Uniek Vakmanschap Het magazine ‘Uniek Vakmanschap, unieke samenwerking’ neemt u in vogelvlucht mee in de bijzondere wereld van het vakmanschap. Deze speciale uitgave van de SVGB bevat niet alleen mooie beelden van (grenzeloos) uniek vakmanschap en interessante samenwerkingsverbanden. Bij elk onderwerp leest u ook de visie van Adjiedj Bakas (trendwatcher), Dave Janssen (econoom en publicist) en Jenny Doest (innovatie en ontwikkeling). Daarmee is het een uniek, toekomstgericht magazine. Ik denk dat ook u bij het lezen steeds meer overtuigd raakt van het belang van goede samenwerking. De opleidingen voor Creatief Vakman en de Nederlandse school voor Gezondheidstechniek geven aan waar we gezamenlijk toe in staat zijn. Een goede vakopleiding en meer instroom zijn dé ingrediënten voor vitaal ambachtelijk vakmanschap. De waardering voor vakmanschap en ondernemerschap neemt toe in onze samenleving. Consumenten vragen naar eerlijke en mooie producten die met vakmanschap vervaardigd zijn: authentiek en met zorg en aandacht geproduceerd. Er liggen dus volop kansen voor ambachtelijk vakmanschap. Vakmensen die zich onderscheiden met bijzondere producten en diensten krijgen consumenten die in toenemende mate bereid zijn daarvoor te betalen.

werkzaamheden zijn altijd gericht op een duurzame opleidingsvoorziening zoals: ontwikkeling van EVC scans en examens, ontwikkeling van de kwalificatiestructuur, ondersteuning van leerbedrijven bij goed opleidingsbeleid, verkennen van trends en stimuleren van samenwerken in de keten. Natuurlijk doen wij dit samen met onze partners, waarbij ik de samenwerking met het HBA toch apart als bijzonder succesvol wil noemen. Ook ontvangen wij steeds meer steun van het ministerie van OCW. Zij onderkent de problematiek van de kleine unieke opleidingen. In haar strategische agenda tot 2011, met als titel ‘Werken aan vakmanschap’ schrijft zij letterlijk: “Overigens kan voor (unieke) kleinschalige opleidingen een te sterke focus op de regio belemmerend werken. Immers, voor deze opleidingen zijn Nederland en Europa vaak de ‘regio’. Verschillende oplossingsstrategieën om het voortbestaan van deze opleidingen te waarborgen zijn mogelijk en vragen de aandacht.” Creativiteit, innovatie en ondernemerschap zijn belangrijke voorwaarden om ambachtelijk vakmanschap een mooie toekomst te bieden. Jan Vissers Algemeen directeur SVGB kennis- en opleidingencentrum

Vakmanschap, innovatie en ondernemerschap zijn de kernthema’s die bij de SVGB in de komende jaren centraal staan. Als kenniscentrum werkt de SVGB voor vakmensen en voor bedrijven uit de branches in de gezondheidstechniek, de creatieve techniek en de ambachtelijke techniek. Onze

3


INTRODUCTIES

Drie visies op de toekomst van de SVGB branches TRENDS Trendwatcher Adjiedj Bakas, econoom en publicist Dave Janssen en manager Innovatie & Ontwikkeling Jenny Doest van de SVGB reageren in dit magazine op prikkelende stellingen die op basis van de kernthema’s van de SVGB zijn geformuleerd. Hun gequote antwoorden lopen als rode draad door het magazine heen. Ieder vanuit hun eigen vakgebied en met als insteek: trends, economie en innovatie & ontwikkeling. Met hun typische eigenzinnigheid geven zij hun zienswijze op de stellingen, gericht op de branches van de SVGB. Zij kijken naar de toekomst, doen voorspellingen en doen daarbij heel verrassende uitspraken. De quotes staan in relatie tot een selectie van artikelen uit eerder verschenen Unicums: het relatiemagazine van de SVGB. Artikelen die de afgelopen jaren een duidelijke mening en mooie verhalen hebben opgeleverd en ook nu weer de kracht en schoonheid van kleinschalig ondernemerschap en vakmanschap laten zien.

Adjiedj Bakas, trendwatcher Als directeur van Trendoffice Bakas schreef Adjiedj Bakas diverse boeken over trends en is een veelgevraagd spreker op congressen. Hij studeerde Nederlands, specialisatie Communicatie, in Utrecht en was directeur van het trendcommunicatiebureau Dexter B.V.. Momenteel is hij lid van de Raad van Toezicht van het COA, de Stichting Recreatie en van de jury voor de Zorginnovatieprijs 2008. Bakas is daarnaast publicist voor het vakblad Bouwkennis en treedt op als gastdocent voor verschillende universiteiten en hogescholen in binnen- en buitenland.

De stellingen die werden voorgelegd: • • • • • • • • •

4

Kleinschaligheid zonder samenwerking is onmogelijk in 2010 Waardering van vakmanschap door de ouders is prioriteit nr. 1 Zijn onze kleinschalige ambachten te klein voor Europa? Als er geen massale actie rondom de instroom van vakmanschap tot stand komt bestaat het ambacht in 2012 niet meer Erkenning en herkenning van het ambacht is prioriteit nr. 1 De BV Nederland gaat failliet zonder vakmanschap Kleinschaligheid heeft de toekomst Goed gekwalificeerde medewerkers zijn absoluut noodzakelijk voor een gezond ambachtelijk bedrijf De regionalisering in het beroepsonderwijs is de doodsteek voor unieke beroepsopleidingen


INNOVATIE & ONTWIKKELING

ECONOMIE

Jenny Doest, manager innovatie en ontwikkeling

Dave Janssen, econoom en publicist

Bedrijfseconoom Jenny Doest werkt sinds 1994 bij de SVGB, waar ze als manager innovatie en ontwikkeling de branches en het onderwijs bij elkaar brengt. Met haar daadkracht en energie ondersteunt ze initiatieven die de ambachtelijke beroepsgroepen voor het voetlicht brengen. Ze ziet volop beweging en verandering, omdat de populariteit van maatwerk groeit: ‘alles komt zo mooi bij elkaar’.

Na zijn studie bedrijfskunde aan Nijenrode studeerde Dave Janssen enkele jaren filosofie. Hij werkte onder meer bij Marks & Spencer London, Hema (Inkoop en Management) en SHV International Trading. In 1986 richtte hij samen met 6 partners Channel Panel, een maatschap van retail economen en conceptontwikkelaars, op. Hij is publicist en was ruim 6 jaar columnist voor het Financieel Dagblad. Verder geeft hij lezingen en gastcolleges over handelsontwikkelingen en zakelijke ethiek.

5


TRENDS Vakmanschap onderscheidt zich door de talentvolle mensen die de ambachten beheersen. Deze mensen zijn vaak autonoom en creatief. Momenteel heerst de gedachte dat je van vakmanschap vies wordt en dat willen de jongeren niet. Ze willen wel de nieuwste gadgets hebben, maar willen niet weten hoe de technologie erachter in elkaar steekt. Vakmanschap moet opgepimpt worden. Een herwaardering is nodig.

6


FOOTWEAR-SPECIALISTEN NIKE ENTHOUSIAST OVER CURSUS OP MAAT

Technisch vernuft en echt handwerk verenigd in Nike-schoen Vijftien werknemers van het Europese hoofdkantoor van Nike volgden in vier maanden tijd een cursus ambachtelijke schoentechniek bij het SVGB opleidingencentrum. De cursus werd in overleg afgestemd op de wensen van Nike. Deelnemers Marty Evans (product developer) en Mario Haeghebaert (product integrity manager) zijn tevreden.

Onder het motto ‘van ontwerp tot schoen’ werd de Nike-werknemers een dieper inzicht gegeven in de wijze waarop een traditionele schoen in elkaar zit. Ze maakten ieder in vier maanden tijd twee paar schoenen. “Door zo met je handen te werken, word je je nog meer bewust van het maakproces”, is de ervaring van Mario Haeghebaert, die zijn eigengemaakte schoenen “zeker zal dragen”. Mario is verantwoordelijk voor de afhandeling van klachten, die bijvoorbeeld voortkomen uit het gebruik van een bepaald materiaal in schoenen of de locatie van de stiksels. Hij zoekt naar oplossingen en kan daarbij de inzichten uit de cursus goed gebruiken. “De docenten zijn twee bijzonder inspirerende mensen. We deelden dezelfde passie. En het was voorons team heel ontspannend én inspirerend om in een andere omgeving je samen volledig te richten op je vak en je inzichten en kennis te delen met nieuwe mensen. Ik vond het verfrissend om alle stappen in het proces van schoenmaken nog eens te doorlopen.”

VOELEN EN LEREN Mario’s collega Marty Evans beoordeelt bij Nike Footwear of schoenontwerpen daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden en welke materialen het beste toepasbaar zijn. “Het was echt ‘hands on’

tijdens de cursus, ‘voel het en leer het’. Zonder veel klassikale uitleg, maar met veel individuele aandacht. Ik heb nu meer inzicht in hoe een ambachtelijke schoen gemaakt wordt. Dat voegt voor mij een nieuwe dimensie toe.” Deze kennis past hij toe in het samenspel met de ontwerper. “Ik kan zijn intenties nu nog beter begrijpen en vertalen naar een productie-opdracht. Het helpt mij om de moeilijkheidsgraad van bepaalde toepassingen, beter in te schatten. Juist vanuit onze hightech- en ‘sports performance’-achtergrond is dat een waardevolle toevoeging”, licht Marty toe. De cursisten kwamen één keer per week naar Nieuwegein. Docente Liesel Swart vertelde hen alles over het ‘onderwerk’ van traditionele schoenen, terwijl haar collega Ben van der Linden de details over het bovenwerk toelichtte. Liesel: “De cursisten wilden weten wat een schoen technisch nodig heeft en kennis opdoen van het materiaal. Het was opvallend hoe snel deze groep de uitleg oppakt en wat een ongelooflijke passie voor schoenen ze hebben.”

AMBACHT STEEDS BELANGRIJKER Zowel Marty als Mario zien veel overeenkomsten tussen de productie van Nike-schoenen en het traditionele schoenmaken. “Ook alle Nike-schoenen worden met de hand gemaakt, daar komt geen robot aan te pas. Eén paar schoenen gaat van begin tot eindproduct door wel tweehonderd handen”, legt Marty uit. “Het productieproces gebeurt op heel grote schaal.” Duizenden medewerkers zijn dagelijks bezig om de verschillende onderdelen samen te voegen tot een nieuwe schoen. “Wij vinden het belangrijk dat we zaken doen op een bewuste en duurzame

7

manier.” Zo stimuleert Nike het gebruik van ecologische katoen en lijm op waterbasis. Mario: “Van de zolen van oude sportschoenen maakt Nike bijvoorbeeld sportvelden.” De cursus bij de SVGB leverde de footwear specialisten van Nike unieke kennis, vaardigheden en inzichten op. “Op het hoofdkantoor in Amerika bestaan uitgebreide trainingsmogelijkheden, maar in Europa is het aanbod beperkter”, verklaart Marty. Deze cursus op maat was dus zeer welkom. Helemaal omdat volgens de beide specialisten het ambacht van schoenmaken steeds belangrijker wordt. “Een schoen van Nike kan tegenwoordig tot wel zeventig onderdelen bevatten. Technisch vernuftig en tegelijkertijd echt handwerk.”


INNOVATIE & ONTWIKKELING Wat hebben tandtechniek, optiek en orhopedische (schoen) techniek met elkaar gemeen? Alles, namelijk mode. Iedere vakman die het belang van het modische aspect en het echt doorleefd aansluiten bij de wens van zijn klant niet ziet, kan over 10 jaar zijn business wel vergeten.

8


‘PIMP MY’ ORTHOPEDISCHE SCHOEN

Mode en design dringen door in SVGB-branches Een hulpmiddel hoeft niet alleen functioneel te zijn, maar kan ook modieus zijn. De bril bijvoorbeeld is uitgegroeid van een ziekenfondsproduct tot een heus mode-artikel. Ze zijn tegenwoordig in alle kleuren en vormen verkrijgbaar. Het geeft brildragers de kans met hun bril hun identiteit te benadrukken.

De bril is niet het enige hulpmiddel dat een vlucht heeft genomen op modegebied. De orthopedische schoen is allang geen saaie bruine schoen meer, maar hip en verkrijgbaar in vele kleuren. Een hoortoestel is geen groot, huidskleurig obstakel meer achter het oor. Het is tegenwoordig een klein, mooi vormgegeven, nauwelijks zichtbaar apparaatje. Dat de invloed van mode op functionele middelen groeit, is dus wel duidelijk.

GEEN ‘OUDEWIJVENSCHOEN’ Deze ontwikkeling blijkt ook uit het arbeidsmarktonderzoek 2006/ 2007 van de SVGB. “Mooi zijn, uiterlijk, een moderne uitstraling en mode worden steeds belangrijker in onze samenleving”, zo stelt het rapport. Wat vinden de ondernemers? Volgens Frans van Rijswijk van Van Rijswijk BV, heeft de orthopedische schoen de laatste vijftien jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Frans werkt zelf al 42 jaar in de orthopedische schoentechniek. “Wanneer je vroeger orthopedische schoenen kreeg, dacht je al snel een onooglijke bruine en zwarte schoenen. Functionaliteit was het belangrijkste.” Het uiterlijk telt inmiddels ook mee. “Er komen hier oudere vrouwen die geen ‘oudewijvenschoen’ willen. Klanten met voetproblemen kunnen in onze winkel

schoenen uitzoeken, die we vervolgens op maat namaken. Ze komen ook met foto’s van schoenen, of met eigen ontwerpen. We kunnen alles maken, zolang de pasvorm verantwoord is.” Veel mensen lopen volgens Frans rond met orthopedische schoenen die niet van normale schoenen te onderscheiden zijn. “Orthopedische schoenen zijn vaak zo te bewerken dat ze normaal ogen.” Frans wil graag mooie schoenen maken. “Een rek vol met mooie, gekleurde schoenen is leuker om te zien dan alleen maar bruine en zwarte schoenen.”

VERSIERSELS OP JE HOORTOESTEL Gehoorapparaten zijn de laatste jaren steeds mooier geworden. Een toekomst als echt modeaccessoire zit er voor het hoortoestel echter niet in. Wel jammer, vindt Trees van der Berg, vestigingsleider van Beter Horen in Naaldwijk. “Op beurzen vond iedereen het waanzinnig leuk, maar niemand wilde ze hebben.” Een hoortoestel is blijkbaar niet iets waarmee de drager zijn identiteit wil kunnen uitdrukken. Trees zelf voorzag haar eigen hoortoestel wel geregeld van sieraden. “Ik kreeg er veel leuke reacties op. Omdat het zichtbaar werd dat ik slechthorend ben, konden mensen daar rekening mee houden. Toch blijken veel slechthorenden het eng te vinden om een hoortoestel te tonen.” Petra Spigt maakte sinds 1979 haar eerste hoortoestelsieraad voor kinderen. Ze is mede-eigenaar van medi-technisch laboratorium Formaat in Haarlem. “We produceren vooral oorstukjes, maar ook oorsieraden.” Zoals het sieraad dat hiernaast en op de voorpagina staat afgebeeld. “Op scholen voor slechthorenden droegen kinderen

beige oortoestellen. Met verschillende pleisters op de toestellen hielden ze ze uit elkaar. Vreselijk. Vandaar dat ik oorstukjes ben gaan maken met verschillende kleuren en plaatjes.” Daarna ging ze verder met sieraden. “Mensen zonder hoortoestel vinden het prachtig en mensen met zien het toch niet zitten. Het is een soort schaamte. Een hoortoestel moet onzichtbaar zijn. De commercie streeft daarnaar. Nu er mooi vormgegeven gehoorapparaten in de kleur van je haar, of felle kleuren zijn, hebben gehoorapparaten geen sieraden meer nodig.”

TOENEMENDE VRAAG NAAR EXCLUSIVITEIT In de goud- en zilversmederij en de juweliersbranche valt vooral de toenemende vraag naar exclusiviteit op, volgens het arbeidsmarktonderzoek 2007/2008 van de SVGB. Met name de groeiende verkoop van luxe, exclusieve horloges waarvoor soms wel meer dan tienduizend euro wordt betaald. Het horloge is een middel geworden waaraan de drager zijn identiteit ontleent (“it’s your watch that tells most about who you are”). 2005 wordt door sommigen zelfs aangeduid als een recordjaar voor de duurdere horloges. Topontwerpers komen met massaproducten tegemoet aan de behoefte van het grote publiek aan exclusiviteit. Van deze ontwikkeling, in het arbeidsmarktonderzoek van de SVGB aangeduid als ‘massclusivity’, is sieradenontwerper Rodrigo Otazu een goed voorbeeld. Hij ontwerpt voor bekende sterren, zodat de ‘gewone man’ (vrouw) zich, door zijn sieraden te dragen, ook een beetje ster voelt. Ook het topmerk Berba brengt, naast zijn klassieke klassen, sinds kort een toegankelijke modecollectie op

9

de markt. En schoenenontwerper Jan Jansen krijgt in 2007 een collectie bij de Bijenkorf. De man wiens schoenen als kunstwerken worden tentoongesteld in musea wereldwijd: “Dan kunnen ook jonge mensen die mijn schoenen niet kunnen betalen iets van me dragen.” Het belang van mode en design is dus duidelijk merkbaar in de SVGB-branches. Van de ondernemers wordt verwacht dat ze op deze ontwikkeling inspringen en de kansen zien, zonder de kwaliteit van het product uit het oog te verliezen. Een andere manier van ondernemen dus.


TRENDS Mensen zoeken steeds meer naar authentieke producten over de hele wereld. De wereld is dus ook op zoek naar ambachten die hier plaatsvinden. Waar we vroeger aan outsourcing deden, het werk buiten het land onderbrengen, doen we nu aan world sourcing. Dat betekent dat de we steeds vaker over de hele wereld talenten aan elkaar gaan koppelen. Vakmensen kunnen hun ambacht breder trekken door over de grenzen te reiken.

10


WERKBEZOEK AAN OPLEIDINGENCENTRUM SVGB

Japanse studenten onder indruk van Nederlandse schoentechniek In Japan bestaat een grote vraag naar orthopedische schoenen. Verhoudingsgewijs lijdt in dat land namelijk het hoogste percentage mensen ter wereld aan diabetes: op dit moment ruim zes miljoen. Deze ziekte staat sterk in verband met voetproblemen. De Nederlandse opleiding voor orthopedische schoentechniek staat op een hoog niveau. Reden voor 27 Japanse studenten en hun begeleiders het SVGB opleidingencentrum in Nieuwegein te bezoeken.

Eind oktober 2005 bezochten de Japanse studenten het opleidingencentrum aan de Vlietwal. De jongeren studeren orthopedische techniek aan het ‘College of Medical Welfare’ in Kobe. In Nieuwegein werd hun de kneepjes van de orthopedische schoentechniek bijgebracht. Deze specialisatie kennen de studenten in Japan niet.

TWEEDIMENSIONALE JAPANSE VOETSCANS De SVGB organiseerde een lezing en diverse workshops voor de bijzondere bezoekers. De studenten gingen al snel zelf aan de slag. In de ene ruimte werd met de ‘ouderwetse’ methode gewerkt, waarbij een voetafdruk op carbonpapier wordt gemaakt. In een ander leslokaal werd de voetafdruk gemaakt met behulp van de computer. Na afloop van de workshop ontvingen alle deelnemers een certificaat.

de uitleg van de SVGB-docenten door de speciaal ingehuurde tolk wordt vertaald, maakt hij snel aantekeningen.

SPECIALISATIE ORTHOPEDISCHE SCHOENTECHNIEK Een speciale opleiding tot orthopedisch schoentechnicus kent Japan – nog – niet. De tweejarige studie van de Japanners bestaat hoofdzakelijk uit orthopedische techniek zoals vervaardiging van ortheses en protheses. “Maar we willen vanuit de opleiding tot orthopedisch technicus graag een specialisatie voor orthopedische schoentechniek starten”, vertelt Eduard Herbst, hoofd van de Japanse delegatie.

GESLAAGDE KENNISMAKING De geboren Oostenrijker Herbst werd twaalf jaar geleden door de Japanse schoenenimporteur KK Alice gevraagd om in Japan te komen werken. Hij geeft nu drie dagen per week les op de Universiteit van Kobe. Zelf orthopedisch technicus, ontwikkelde hij samen met KK Alice de huidige tweejarige cursus. Het was de eerste cursus in orthopedische schoentechniek in Japan. De lichting studenten die Nederland bezoekt is de zevende jaargang van deze specialisatie.

bij het opleidingencentrum.” Herbst: “De opzet met de workshops dit jaar vind ik erg geslaagd. Volgend jaar komen we graag weer terug met een nieuwe groep studenten.”

HOOG NIVEAU De opleiding tot orthopedisch schoentechnicus is in Nederland van hoog niveau. “De studenten leren alle methodes”, legt Bert Donders, docent bij de SVGB, uit. “Natuurlijk hebben we hier bij de SVGB de nieuwste systemen staan. Binnenkort wordt bijvoorbeeld een 3D-scan van de voet mogelijk. We vinden het net zo belangrijk dat de studenten met de wat ouderwetsere carbonafdruk kunnen werken. De afdrukken worden gebruikt om leesten en voetbedden te maken. Zo komen alle aspecten van het ambacht aan bod.”

“Vorig jaar namen we met een aantal studenten ook al een kijkje

Waarom diabetici vaak voetproblemen hebben?

STUDIEPUNTEN Een van de studenten, Tereyuki Suzuki, legt uit dat deelname aan deze studiereis vrijwillig is. “We betalen onze reis- en verblijfkosten zelf. Maar we krijgen wel studiepunten voor de reis.” Tereyuki laat zich niet te lang afleiden. Als

Suikerpatiënten hebben een slechte doorbloeding. De gevoelszenuwen sterven af, wat de voeten kwetsbaar maakt. Diabetici voelen het namelijk niet wanneer zij hun voeten kapot lopen. Wondjes in de voeten kunnen zelfs amputaties noodzakelijk maken. Diabetes komt veel voor in Japan, omdat in dat land relatief vet gegeten wordt. Sumoworstelaars spannen de kroon met hun vette eetgedrag. Bij deze mensen komt diabetes dan ook het meeste voor.

11


TRENDS Over 20 jaar is de gasbel leeg en is het dus zaak om andere bronnen van inkomsten te ontwikkelen. Daar moet creatief mee omgesprongen worden. Dat is ĂŠĂŠn van de meest belangrijke ontwikkelingen in Nederland. Vakmanschap en creativiteit gaan dan hand in hand, maar de groei ervan zal echter langzaam gaan.

12


TANDTECHNICUS MAAKT BRONZEN BEELD

‘Tandtechniek is toegepaste kunst’ Bij de Grote Kerk in Haarlem staat sinds 26 november 2006 een bronzen borstbeeld van de Haarlemse dominee/schrijver/ taalpurist Samuel Ampzing (1590-1632). Tandtechnisch laboratoriumhouder Eric Coolen maakte het beeld met behulp van tandtechnische principes, materialen en instrumenten.

Het beeld werd op initiatief van het Ampzing Genootschap onthuld. Het genootschap strijdt, in de geest van Samuel Ampzing, tegen het overbodige gebruik van Engelse leenwoorden in de hedendaagse taal. Coolen is onder andere als illustrator lid van het genootschap. De tandtechnicus, die zich bezig houdt met illustreren en schilderen, maakte voor het eerst een bronzen beeld. Het hele proces nam vier maanden in beslag.

LIEFDE VOOR HET VAK Eric Coolen is sinds 1982 werkzaam in de tandtechnische branche. In 1992 startte hij samen met zijn broer Ronald Coolen het tandtechnisch laboratorium TTL ESTHECO in Haarlem. Het bedrijf is gespecialiseerd in kroon- en brugwerk en porseleinen schildjes. “Mijn vader zat ook in de tandtechniek,” vertelt Coolen. “Tijdens de vijfjarige opleiding aan het Instituut Vakopleiding Tandtechniek werkte ik vier dagen in de week en ging ik één dag in de week naar school. We kregen vakgericht onderwijs en ondernemersvaardigheden. Daar pluk ik nu als zelfstandig ondernemer de vruchten van. De branche verandert steeds meer naar esthetische tandtechniek. Vroeger werd een kroon opgebouwd uit goud met een dun laagje porselein, nu zijn de kronen volledig keramisch.

Als je oog houdt voor wat er om je heen gebeurt, dan heb je een goede kans van slagen.”

ONTWIKKELING Nederland telt maar 4.000 tandtechnici, terwijl er veel werk in deze branche is. “Het is moeilijk om goede, vakbekwame mensen te krijgen”, zegt Coolen. “De oude vakopleidingen zijn opgegaan in brede opleidingen. Gelukkig is de SVGB in dat gat gesprongen en biedt ze als enige partij een vakgerichte opleiding aan. Het is een beroep waar je goed geld mee kunt verdienen, als je bereidt bent hard te werken en je jezelf blijft ontwikkelen. Het werk verlangt veel aandacht en kennis en is erg arbeidsintensief. Je kunt tandtechniek het beste omschrijven als toegepaste kunst. Dit vak beoefen je dan ook met hart en ziel. Tandtechnici zijn mensen met een creatieve aard. Je maakt iets waar mensen wat aan hebben. Omdat we een klein lab zijn, zien we ook vaak wat het eindresultaat is. We gaan namelijk regelmatig mee naar tandartspraktijken om te zien of alles past. Daar leer je veel van en het houd je betrokken.”

TROTS Zijn creatieve aard als tandtechnicus gebruikte Eric Coolen bij het vervaardigen van het borstbeeld van Samuel Ampzing. “Ik heb het beeld gemaakt volgens de verloren wasmethode. In de tandtechniek gebruiken we deze methode voor het opbouwen van kronen”, legt hij uit. “Na het opbouwen van de kroon van was, wordt het waspatroon ingebed met aarde en in de oven uitgebrand. Door de temperatuur in de oven smelt de was en loopt deze uit de mal van aarde, waardoor een negatief van de vorm achterblijft. Het brons of an-

13

dere metaalsoort wordt daarna in de mal gegoten. Om het gegoten figuur uit de mal te krijgen, moet de mal worden stukgeslagen. Een bewerkelijke maar zeer mooie en ambachtelijke werkwijze. Ik ben dan ook erg trots dat het beeld er nu staat.”


ECONOMIE De markt verdeelt zich in grote, succesrijke, op massa geĂŤnte bedrijven met daarnaast kleine, wendbare en intelligente units. Groot vraagt om complementaire, kleine eenheden. Het kleine, flexibele, snelle en wendbare is nodig om snel op de snelveranderende markt te kunnen reageren.

14


PRINSJESDAG HOEDJESDAG

‘Prinses Laurentien heeft een prachtig hoedengezicht’ Elk jaar tijdens Prinsjesdag kijken veel Nederlanders met belangstelling uit naar de hoeden die de dames van de koninkelijke familie en de vrouwelijke ministers dragen.

De hoeden worden vaak speciaal voor de gelegenheid op maat ontworpen en gemaakt. De Nederlandse hoedenontwerpsters Karin van Seventer uit Schoorl en Marianne Jongkind uit Soest maken vooral hoeden voor couturiers als Frans Molenaar en Mart Visser. Op Prinsjesdag dit jaar droeg prinses Laurentien een hoed van Marianne Jongkind.

ook naar uit ging.” De hoed kreeg een asymmetrische rand die aan de voorkant wat verder naar boven komt en zo het gezicht vrij laat. Hij is gemaakt van sinamay, een gaasachtige stof die erg licht is. “Verder heb ik erop gelet dat de prinses met de hoed op makkelijk de koets in en uit kan komen.”

UITEENLOPENDE OPDRACHTGEVERS

Marianne maakt ook regelmatig hoeden voor prinses Irene, in opdracht van couturier Frans Hoogendoorn. “Bijvoorbeeld de hoed die ze droeg bij de begrafenis van haar moeder.” Eén van de hoogtepunten in haar carrière was ALLE OGEN GERICHT OP het huwelijk van kroonprins WilKONINKLIJK HUIS lem-Alexander en prinses Máxima. “Waar ik bij de hoed voor Prins“Ik heb toen voor eigen klanten jesdag vooral op heb gelet, is dat en in opdracht van couturiers voor die niet te diep in haar gezicht twintig verschillende aanwezigen komt. Wanneer ze te gast is bij een hoed gemaakt, variërend van een huwelijk mag de hoed haar Anky van Grunsven en enkele poligezicht wel wat overschaduwen. tici tot prinses Irene en een aantal Het draait op zo’n moment immers van haar schoondochters.” om het bruidspaar en niet om de gasten. Maar op Prinsjesdag zijn PASSIE VOOR HOEDEN alle ogen op het koninklijk huis Ook hoedenmaker Karin van Segericht”, zegt Marianne. venter maakt hoeden naar eigen “Ik heb een aantal hoeden bij de ontwerp en in opdracht. Haar kleding ontworpen en daarvan klantenkring bestaat voornamelijk modellen gemaakt. Ze koos de uit mensen die gaan trouwen, hoed waar mijn eigen voorkeur moeders van de bruid of bruide-

gom, ministers, vrouwelijke burgemeesters en burgemeestersvrouwen. En ze maakt hoeden voor mensen met een uitzonderlijke maat. “Wanneer ik een hoed op maat maak, let ik onder meer op de vorm van het gezicht, het haar en de kleding waar de hoed bij moet passen. Vaak maak ik eerst een keuze voor de rand van de hoed en zoek ik daarna pas de bol uit. De rand is namelijk het meest bepalend voor het gezicht. Bovendien springt de rand het eerst in het oog.”

PRINSES MÁXIMA TRENDSETTEND Steeds meer mensen dragen weer een hoed, bijvoorbeeld tijdens bruiloften, hoewel die ontwikkeling langzaam gaat. “Wat erg van deze tijd is, zijn hoeden met printjes”, stelt Karin. “Een hoed mag tegenwoordig gerust uit meerdere kleuren bestaan.” Een echte trend is volgens Karin ook het verenstukje. “Dat is een soort haarversiering op een kammetje. Prinses Máxima draagt ze regelmatig. Wat zij draagt is meteen een trend. Ook grote hoeden met asymmetrische randen.” Prinses Máxima is dan ook dé persoon voor wie de hoedenmaaksters graag een hoed zouden willen maken. Beide hoedenont-

werpers- en makers vinden het jammer dat prinses Máxima veel van haar hoeden in België laat maken. “Het zou goede reclame voor ons zijn wanneer ze vaker hoeden zou dragen die in Nederland zijn gemaakt”, stelt Karin. Marianne is het met haar eens. “Prinses Máxima is altijd mooi gekleed. En... hoeden staan haar prachtig!”

Hoedendraagster van het jaar Prinsjesdag en hoeden vormen inspiratie voor velen: onderwijsminister Maria van der Hoeven werd ‘vanwege haar stijlvolle en originele hoed’ genomineerd voor de verkiezing My Fair Lady Hoedendraagster van het Jaar. Winnares van die titel was uiteindelijk tv-presentatrice Vivian Boelen. De verkiezing werd georganiseerd ter ere van de musical ‘My fair lady’ waarin de hoed een prominente rol speelt, en wordt volgend jaar herhaald. De jury verkoos Vivian Boelen als winnaar omdat ze een vrouw met een geheel eigen stijl is. “Zij durft hoeden te dragen en doet dat naar

bijna elke gelegenheid. Het dragen van een hoed is voor haar ‘a way of life’!”, aldus de jury. Het verhaal van ‘My fair lady’ speelt zich af in 1912 in Londen; een tijd waarin veel mensen hoeden droegen. Op dit moment maakt de hoed weer een comeback. Jurylid en modeontwerper Jaap Rijnbende: “Ik vind dat een hoed weer kan, sterker nog: het moet.”

15


ECONOMIE Vakmensen moeten zich positioneren en zorgen dat ze marketingtechnisch ingekapseld in de maatschappij staan. Het gaat om de ‘stijl’ van het ambacht, die de betekenis ervan zichtbaar maakt. Daarbij moet een goede vakman de markt snel kunnen volgen, met voldoende actuele kennis en het leveren van diensten op een zo goed mogelijke manier op dat moment. Speed is daarbij het codewoord.

16


ONDERZOEK ORTHOPEDISCHE (SCHOEN)TECHNIEK

Strategische keuzes voor de toekomst Ondernemers in de orthopedische techniek en de orthopedische schoentechniek staan voor een groot aantal strategische keuzes. Drukkende administratieve lasten, krappere marges, de nieuwe zorgwet: de wijze waarop je hier als ondernemer mee omgaat is essentieel voor je bedrijfsvoering. En uiteindelijk voor de toekomst van je onderneming. Unicum vroeg Frank Jol en Che Hsin Falkenström – respectievelijk een kleinere en een grote ondernemer uit de orthopedische (schoen)techniek - naar hun visie en ervaringen.

Aanleiding zijn twee onderzoeken naar de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt in beide branches, waarbij de actuele vragen, knelpunten en wensen van ondernemers veel ruimte kregen. De SVGB was, naast het HBA, coopdrachtgever van het onderzoek in de orthopedische schoentechniek en opdrachtgever bij het onderzoek in de orthopedische techniek.

een strategische samenwerking tussen bedrijven onderling en met bijvoorbeeld podotherapeuten, helpt om je bedrijf steviger neer te zetten.”

VRAAG EN AANBOD VAN ARBEID Een grotere omzet betekent meestal ook meer werkgelegenheid. Die is in beide branches nu al groot: een op de zes bedrijven heeft een vacature voor diverse functies, het merendeel vanwege uitbreiding. Jol: “Ik zou twee medewerkers kunnen aannemen, maar ik wacht nog even af. Zo’n beslissing neem je weloverwogen.” Falkenström merkt verschil tussen regio’s en tussen de diverse functies binnen OIM. “Podotherapie is in het noorden nog niet zo bekend. Die vacatures zijn in het westen dan ook sneller vervuld, terwijl ze in het noorden relatief lang openstaan.” De vraag naar werkplaatsmedewekers stagneert, doordat dit werk meer en meer aan lagelonenlanden wordt uitbesteed. “De behoefte aan paskamermedewerkers stijgt juist wel.”

STRATEGISCH SAMENWERKEN Volgens het onderzoek groeit de omzet van de branches. Frank Jol: “We hebben op korte termijn te maken met een grote groep babyboomers, die op hoge leeftijd zeer actief is en kwaliteit verwacht. Die groep vraagt veel dienstverlening en is goed verzekerd.” Che Hsin Falkenström voorziet vooral op langere termijn een stijgende omzet door de vergrijzing en de toename van diabetici. “Daarom is het belangrijk dat de orthopedische schoentechniek zich breed ontwikkelt en meerdere diensten aanbiedt, want de marges op orthopedische schoenen worden steeds kleiner. Vooral

GROEIENDE BEHOEFTE AAN HBO’ERS Niet alleen zijn méér paskamermedewerkers gewenst, ook worden van hen andere vaardigheden gevraagd. De paskamermedewerker moet de cliënt tegenwoordig uitgebreid informeren, wat tijd kost en inzicht vereist in de administratieve problematiek. “Van deze medewerkers verwachten we meer analytisch denkvermogen en grote communicatievaardigheden,” stelt Falkenström dan ook. ”De hbo-opleiding orthopedische technologie speelt daar goed op in. Maar natuurlijk hoeft niet iedereen op hbo-niveau te functioneren.”

JONGE MENSEN OPLEIDEN VERRIJKEND Hoopgevend voor de vervulling van vacatures is dat een groot aantal jonge mensen staat te popelen om te beginnen aan een opleiding orthopedische techniek. Helaas kent de branche een tekort aan leerplaatsen. “Wij zijn al jaren leerbedrijf en ik ervaar dat als een verrijking.” vertelt Jol enthousiast. Toch heeft hij wel begrip voor bedrijven die daar geen tijd voor hebben. “In heel kleine bedrijven is die tijd er niet. Gewoonweg omdat de marges kleiner worden. Toch raad ik het iedereen aan.”

ADMINISTRATIEVE LASTEN Sinds de nieuwe zorgwet van 2006 ervaren zowel de orthopedische techniek als de orthopedische schoentechniek een administratieve last waarvoor zij niet betaald krijgen. Daardoor stijgt het aantal administratieve krachten. De ondernemer raakt het overzicht kwijt door een diversiteit aan polissen van de zorgverzekeraars. Beide ondernemers zijn voor een transparante manier van werken waarmee in het hele land dezelfde zorg wordt gegeven. Bij de SVGBthemabijeenkomst ‘Who cares?’ van 16 februari 2006, met onder meer zorgverzekeraars en ondernemers uit de orthopedische techniek en schoentechniek, kwam al de wens ter sprake om volgens een zekere standaardisatie te werken.

POSITIE ONDERNEMERS VERSTERKEN Een ander middel in de ‘strijd’ met de zorgverzekeraars, is - opnieuw - strategische samenwerking tussen bedrijven. “Op dit moment hebben vier zorgverzekeraars 20 tot 25 procent van

17

de markt in handen. Zij worden steeds groter, dus moeten wij ook groeien.” Overigens ziet Falkenström nog steeds toekomst voor kleine bedrijven, waarin hij wordt gesteund door orthopedisch technicus Jol. Die spreekt uit ervaring: “Het kleine bedrijf is flexibel. Door te groeien drukt de overhead zwaar en groeit vaak de afstand tussen directie en werkvloer. Ook blijft in kleine bedrijven de dienstverlening op ambachtelijk niveau gehandhaafd, omdat er meer ruimte is voor creatieve oplossingen.” Het onderzoek in de orthopedische schoentechniek kunt u downloaden vanaf het downloadcentrum op www.hba.nl. Het onderzoek in de orthopedische techniek vindt u op www.svgb.nl bij de publicaties.


������������� ����

INNOVATIE & ONTWIKKELING Het niveau van vakmanschap in Nederland, de kwaliteit, het economisch perspectief en de passie van de vakmensen is uitmuntend. Iedereen die ik spreek is hiervan overtuigd. Met jaloezie wordt naar “onze” mooie beroepen gekeken. Er is maar één maar; Hoe krijgen we het voor elkaar om meer jonge mensen dit ook zo te laten voelen?

���� ��

�����

������

18

����

�����

�����

�����

����

����


VAKMANSCHAP KRIJGT WEEK LANG AANDACHT

De Week van het Ambacht

Unieke, interessante en toekomstrijke beroepen, met een uitstekend arbeidsmarktperspectief en een over het algemeen goede beloning. Zo kennen wij de ambachten, en dat zou voor meer mensen moeten gelden. Daarom wordt in 2008 voor het tweede jaar de Week van het Ambacht georganiseerd. Een gezamenlijk initiatief van het CWI, de Servicepunten Ambachten, het HBA, SVO en de SVGB. Het idee voor de Week ontstond in 2006 naar aanleiding van de Dag van het Ambacht, die al werd gehouden op de Servicepunten Ambachten. De eerste Week was in april 2007 een groot succes. Ook de editie van 2008, die groter is van opzet, moet zorgen voor imagobeïnvloeding: van het vaak oubollige naar een eigentijds, respectvol en belangwekkend beroepsbeeld.

mind, en precies dáár willen we vanaf. De instroom moet omhoog, en daarvoor moeten we beginnen bij hun bekendheid.”

BREDE OPZET De hele Week lang wordt een breed scala aan activiteiten ontplooid. Niet alleen door de organisatoren: elke ambachtelijke ondernemer kan met eigen initiatieven aanhaken bij de Week. Een speciale open dag, aanbiedingen, workshops... hoe meer er tijdens de Week gebeurt, hoe ‘grootser’ het signaal dat de ambachten met elkaar afgeven aan Nederland. De Week is vooral gericht op werkzoekenden, derdejaars vmbo’ers, decanen, ondernemers, opinieleiders en de media.

CONTACTEN LEGGEN

Leerlingen en hun decanen en mentoren kunnen tijdens de Week contacten leggen met bedrijven voor een kennismaking op locatie. Femina Fransman, hoofd Arbeids“De beste kennismaking met een markt en Scholing bij het HBA, is beroep krijg je toch in een bedrijf, betrokken bij de organisatie van waar alle laatste technologische de Week: “Door er een hele week snufjes voorhanden zijn”, weet voor uit te trekken, wordt een Femina. “De ambachten bieden brede benadering mogelijk. De mogelijkheden voor alle niveaus, Week biedt een platform waarmee een hele loopbaan lang, van mbowe meerdere doelgroepen kunnen 1 tot aan universiteit. Er is immers bereiken. Ook kunnen we nu met voldoende werkgelegenheid en er alle partijen afspraken maken over kan goed geld verdiend worden in één uniforme uitstraling voor de ambachtelijke beroepen. Kortom, beroepen.” je maakt het als vakman.”

NEDERLAND KAN NIET ZONDER AMBACHTEN “We willen de trots van de vakmensen laten zien, de producten die ze maken en de dienstverlening die ze bieden. Nederland kan niet zonder ambachten. Het zit in alle facetten van ons leven. Veel mensen weten dat niet. Het is dus zaak om de zichtbaarheid en bekendheid van de ambachten te vergroten. Onbekend maakt onbe-

VAKMENSEN MAKEN HET! Op basis van deze carrièrekansen én de bijzondere producten in de ambachtelijke beroepen, krijgt de Week de slogan ‘Vakmensen maken het!’ mee. Het grote publiek wordt via de pers en via de website www.weekvanhetambacht.nl uitgebreid geïnformeerd over de Week en alle activiteiten. De Week is een jaarlijks terugkerend evenement.

19


TRENDS Momenteel leven we in een economie van geluk. En geluk is te vinden in het terugbrengen van passie in je werk en je leven. Dat heeft niets te maken met geld verdienen, alhoewel goede ambachtslieden vaak meer verdienen dan academici, maar met het stimuleren en het benutten van talenten. Ouders die hun kinderen stimuleren om hun passie te volgen kijken naar de toekomst.

20


‘GIRLSDAY’ GROOT SUCCES

Meiden maken kennis met techniek Technika 10 Nederland organiseert onder andere in samenwerking met de SVGB ‘Girlsday’. Elk jaar, rond de vierde donderdag in april, bezoeken honderden meiden bedrijven in Nederland waarin techniek een rol speelt.

De meisjes nemen een kijkje bij ziekenhuizen, theaters, IT-bedrijven, onderzoekscentra, opticiens, tandtechnische laboratoria en omroepbedrijven. Tijdens de rondleiding mogen de meisjes zelf gereedschap, apparatuur en machines bedienen om kennis te maken met techniek. ‘Girlsday’ is een bekend fenomeen in Amerika en Duitsland en in Nederland sinds 2004. De SVGB verleent ook haar medewerking.

TECHNIKA 10-CLUBS Technika 10 Nederland verzorgt in heel het land techniek- en ict lessen.

SPECIALE BENADERING

ENTHOUSIASME EN AMBITIE

Meisjes hebben een speciale benadering nodig als het gaat om interesse voor techniek. Hiervoor is het handboek ‘Girlsday’ ontwikkeld door Technika 10 Nederland en mede mogelijk gemaakt door Platform Beta Techniek en Jet Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland. “Meiden bezoeken liever kleinschalige bedrijven. De SVGB-branches sluiten hierbij mooi aan”, stelt Knottenbelt. “Met ‘Girlsday’ wekken we interesse voor het onbekende. Deze jonge meiden hebben nog geen idee wat ze later willen doen. Zo krijgen ze de kans hun voorkeur te ontdekken. We willen graag dat scholen en bedrijven elkaar vinden. Technika 10 Nederland wordt zo een bemiddelaar,” legt Brigitte Bloem, stafmedewerker communicatie bij Technika 10 Nederland uit.

KUNSTGEBITTEN KIJKEN Mieneke Knottenbelt, directeur en medeoprichter van Technika 10 Nederland, weet dat veel meiden denken dat techniek niet geschikt voor hen is. “Met ‘Girlsday’ laten we ze zo vroeg mogelijk op een interessante manier kennismaken met techniek. We zorgen ervoor dat het beeld dat techniek alleen maar voor mannen is weggelegd, wordt gecompenseerd.” “Wil een meisje automonteur worden, dan moet ze haar keuze continu verdedigen. Om die reden is het belangrijk om meiden op zeer jonge leeftijd kennis te laten maken met techniek. Wanneer ze hun keuze voor de toekomst nog niet gemaakt hebben en niet worden belemmerd door negatieve reacties.”

Ine Hoevenaars van OBS de Bombardon in Etten Leur bracht dit jaar met vijf leerlingen uit groep 8 een bezoek aan Tandtechnisch Laboratorium Revodent in Etten Leur. “Tijdens de rondleiding toonde eigenaar Hermans ons de verschillende fasen in het productieproces van een kunstgebit. Daarna mochten de meiden zelf aan de slag met een gasbrander en was.” Hoevenaars: “Techniek moet gestimuleerd worden en het is leuk om met de kinderen een bedrijf te bezoeken. Zo krijgen ze een beeld van het bedrijf en wellicht speelt het later een rol bij het maken van een studiekeuze. Het maakt het werk of de studie herkenbaar. En iets dat je herkent, daar kies je sneller voor.”

21

“Het is leuk om leerlingen te zien kennis maken met techniek”, stelt de heer Hermans. “Hun reactie is wel moeilijk te peilen, omdat het jonge meiden van 11, 12 jaar oud zijn. Maar het is zonder meer nuttig voor nu en voor in de toekomst. Ik doe zeker weer mee aan de volgende ‘Girlsday’.” De samenwerking tussen Technika 10 Nederland en de SVGB geeft goede resultaten. SVGB coördinator in- en externe services Frans Hess: “In 2007 hebben 60 meisjes deelgenomen bij 12 SVGB bedrijven. Dit waren bedrijven uit de optiek, tandtechniek, audiciens, orthopedische techniek, schoenhersteller en goudsmid. Wij doen mee omdat we het belangrijk vinden om zoveel mogelijk bekendheid te geven aan onze beroepen.” Dit jaar bezochten in totaal 500 meiden in het kader van ‘Girlsday’ verschillende bedrijven. In 2008 wil Technika 10 Nederland dit aantal opschroeven naar 1.000, waarvan 150 meisjes SVGB-bedrijven gaan bezoeken. De aankomende ‘Girlsday’ wordt gehouden op en rondom donderdag 24 april 2008. Voor meer informatie over ‘Girlsday’ en technika 10 nederland kijk op: www.girlsday.nl of www.technika10.nl.


TRENDS De waardering voor het vakmanschap wordt steeds groter in alle lagen van de bevolking. Ouders die kinderen stimuleren om hun passie te volgen kijken naar de toekomst. Momenteel verdienen goede ambachtslieden meer dan academici. Maar los daarvan leven we nu in een economie van geluk. En geluk is te vinden in het terugbrengen van passie in je werk en je leven. Dat heeft niets te maken met geld verdienen, maar met het stimuleren en benutten van talenten. Je ziet dat hbo-ers ambacht boven managementfuncties verkiezen, omdat zij willen werken aan hun passie. Ze halen meer voldoening uit vakmanschap.

22


CAMPAGNE IN VMBO EN MBO

Onbekende beroepen krijgen een gezicht Te weinig instroom van leerlingen en daarmee ook van nieuwe vakmensen. Veel branches waarvoor de SVGB zich inzet, kampen met dat probleem. Beroepen als audicien, tandtechnicus en schoenhersteller zijn bij veel leerlingen onbekend. Daardoor vormen ze ook geen serieuze optie bij studie- en beroepskeuze.

“Je wordt niet op een morgen wakker met het idee dat je audicien wilt worden”, bevestigt Eugenie Philips, adviseur Innovatie & Ontwikkeling bij SVGB kennisen opleidingencentrum. Met een brede wervingscampagne, gericht op leerlingen en decanen, wil de SVGB daarin samen met de branches verandering brengen. Een grotere bekendheid van deze beroepen is een voorwaarde om het aantal nieuwe vakmensen op de werkvloer te laten toenemen. Dat is belangrijk, want nu al kampen veel bedrijven met een tekort aan gekwalificeerde vakmensen. Door de vergrijzende bevolking stijgt de vraag naar hulpmiddelen zoals hoortoestellen, rolstoelen en brillen. Wanneer de economie verder aantrekt, zal de behoefte aan vakmensen verder toenemen. Audiciens en opticiens hebben daar nu al mee te maken. Door de vraag naar luxeproducten trekt ook de markt van de juweliers en goud- en zilversmeden weer aan.

CAMPAGNE VOOR DECANEN ÉN LEERLINGEN De SVGB pakt het instroomtekort aan door de financiële middelen en expertise uit branches en beroepsonderwijs zo veel mogelijk te bundelen. Een prikkelende campagne werd ontwikkeld voor vmbo en mbo leerlingen, die hen

aanspreekt in hun eigen ‘taal’ en die ze uitdaagt verder te kijken dan hun neus lang is. De mbo leerlingen hebben al een studiekeuze gemaakt, maar dat blijkt lang niet altijd de juiste te zijn. De tweede keer kiezen ze vaak heel bewust, en dan worden de SVGB-beroepen interessanter. Op dat moment haakt de campagne aan. Een afgeleide campagne is gericht op de decanen in dezelfde onderwijssoorten. “Voorheen werden alléén de decanen geïnformeerd”, vertelt Eugenie. “Maar gesprekken tussen leerlingen en decanen komen steeds minder voor. Leerlingen kiezen een vervolgopleiding vaker aan de hand van testen, opdrachten en zelf verzamelde informatie. Daarom benadert de SVGB hen en de decanen elk met een aparte campagne.” Beide trajecten gaan van start bij voldoende ondersteuning uit de branches.

ONDERDELEN VAN DE CAMPAGNE De campagne informeert de leerlingen en decanen met onder meer mailings, advertenties, een nieuwsbrief voor decanen, een brochure met aantrekkelijke beroepeninformatie, freecards en posters. Centraal in de campagne staat een spraakmakende website die regelmatig wordt geactualiseerd en die informeert over de beroepen. “Zelf vind ik de gastlessen op vmbo-scholen en stages erg leuk”, vertelt Eugenie enthousiast. “De gastlessen bestaan uit een theorie- en praktijkles. Tijdens de theorieles wordt het algemeen kader geschetst. Zo krijgen de leerlingen een beeld van wat bijvoorbeeld een tandtechnicus doet en met wat voor materialen hij werkt. In de praktijkles maken leerlingen

23

zelf een werkstukje. Ook kunnen ze een bezoek brengen aan een tandtechnisch bedrijf of ze kunnen er stagelopen. Op die manier hopen we leerlingen enthousiast te maken voor het vak.”

BRANCHES REAGEREN POSITIEF De branches onderstrepen de noodzaak van een gezamenlijke campagne en beraden zich nog op hun deelname. De optiekbranche heeft al medewerking toegezegd. “De instroom van leerlingen in onze branche is constant, maar niet toereikend”, legde Elly Fokke destijds werkzaam bij het Sociaal Fonds Optiekbedrijven uit. “We hebben te maken met een jaarlijks tekort van enkele tientallen leerlingen. Dat komt door de onbekendheid van de opleiding en het beroep.” De optiekbranche doet er zelf al van alles aan om de instroom te bevorderen. Zo riep ze de campagne ‘Bekijk het maar!’ in het leven. “We hopen dat onze initiatieven in combinatie met deze gezamenlijke campagne leiden tot een hoger leerlingenaantal en een grotere instroom van vakmensen in de beroepspraktijk.”


ECONOMIE Als je uitgaat van georganiseerde impulsen dan kun je stellen dat als je niets doet, de ambachten langzaam wegvloeien. De ervaring leert dat als reactie op zulke situaties altijd een tegensituatie ontstaat. Stilstand vraagt om dynamiek. ‘Survival of the fittest’, zal dan plaatsvinden, of sterker nog ‘of the fitting’. Dus niet de sterkste zal overwinnen, maar degene die het beste past in het maatschappelijk proces, die maakt het. Dat schept toegevoegde (klant) waarden.

24


COLO-DIRECTEUR OVER TOEKOMST EN VERNIEUWING

‘Kleinschaligheid heeft de toekomst’ “Er ontstaat ruimte voor kleinschaligheid en daarmee ook voor de kleinere kenniscentra,” meent directeur Ben Rijgersberg van Colo, het samenwerkingsverband van alle 18 kenniscentra waaronder de SVGB.

Daarvoor moet je je niet geheel afhankelijk maken van de officiële mbo-instellingen. De Regionale Opleidingen Centra maken bedrijfseconomische keuzes. Maar vernieuwing moet je ergens anders zoeken”, stelt Rijgersberg. “Colo richt zich in het project ‘Kansen voor kleinschaligheid’ op Op de websites stagemarkt.nl en kleine opleidingen met potentie. leerwerkbaan.nl wordt vraag en Er zijn veel beroepsopleidingen aanbod van stage- en leerwerkdie bedrijfseconomisch voor ROC’s plaatsen centraal gematcht. niet aantrekkelijk zijn, maar die “Daar is informatie over stagewél van belang zijn voor de Neplekken van 182.000 leerbedrijven derlandse economie.” Het project in Nederland te vinden. De benois iets van álle kenniscentra, digde praktijkovereenkomst tussen met Colo als spin in het web.” leerling en bedrijf komt volledig Er is bredere steun gezocht en digitaal tot stand.” gevonden in de ministeries van Onderwijs, Sociale Zaken en EcoRijgersberg: “In het kader van nomische Zaken. “Doordat werk ‘Kleur bekennen’, het document verschuift naar lagelonenlanden, waarin de kenniscentra hun positie is de vraag waar nieuwe generahelder neerzetten zijn de volties in Nederland van gaan leven. gende vragen gesteld: Wat is onze De overheid erkent de rol van de toegevoegde waarde binnen het kenniscentra.” krachtenveld van arbeidsmarkt en middelbaar beroepsonderwijs? En FLEXIBELE VAKMANSROUTE waar lopen we anderen voor de Kleinschalige en kansrijke opleivoeten?” dingen herken je aan uniciteit, hoogwaardige technologie, KLEUR BEKENNEN maatwerk en specialisme. “Als de “Op snelle arbeidsmarktontwikbranche zo’n opleiding erkent, en kelingen moet je snel inspelen. De met steun van de overheid, kan kenniscentra in Nederland leveren een flexibele vakmanschapsroute een goedkope infrastructuur om ontstaan. Een opleiding mét ersnel te schakelen. Bovendien zijn kend diploma, waar de regels voor de vele leerbedrijven er trots op BOL en BBL niet op van toepassing dat ze leerlingen opleiden. De po- zijn. In sommige sectoren kan sitie die de kenniscentra hebben zelfs sneller en beter opleiden gekozen in ‘Kleur bekennen’ is worden. Daarnaast is ze financieel goed ontvangen. De MBO Raad zit aantrekkelijk voor de deelnemers; op een andere lijn. Zij gaan naar zij komen in dienst bij een leerbemijn mening onvoldoende uit van drijf. Als de arbeidsmarkt wil dat de arbeidsmarkt. Terwijl de keneen beroep blijft bestaan, maar niscentra de bedrijven centraal een ROC kan hem niet in stand stellen.” houden of mist er de know-how voor, kan een opleiding verzorgd VERNIEUWING DOOR worden door het kenniscentrum. KLEINSCHALIGHEID Mijn visioen is een campus van “Bedrijven willen dat arbeidskleinschaligheid in Nieuwegein. krachten een behoefte vervullen. Waar kleine innovatieve opleidin-

25

gen worden verzorgd, en waar een restaurant en hotel worden gerund door leerlingen van het ROC Midden-Nederland.” Dat de SVGB een rol speelt in zo’n combinatie lijkt hem logisch. “De SVGB is toch wel dé verzamelplaats van de kleine kansrijke opleidingen.”


INNOVATIE & ONTWIKKELING Dat vakmanschap aangeleerd moet worden weten onze vakmensen al lang. Het belang van beroepsonderwijs is zichtbaar en voelbaar in al onze branches, de (financiële) inspanningen zijn groot om de vakopleidingen te behouden. De bereidheid tot samenwerking daarentegen is nieuw. Samenwerking en investeren in opleiden vormen het fundament onder de Creatief Vakman opleidingen en de Nederlandse School voor Gezondheidstechniek. Alleen op die manier kunnen de vakopleidingen de toekomst glansrijk in. Dit had ik vijf jaar geleden niet voor mogelijk gehouden.

Gezondheidstechnische branches hebben veel gemeen De gezondheidstechnische branches worden allemaal gekenmerkt door: - ‘zien, horen, lachen en bewegen’: dat zijn de functies die de gezondheidstechniek ondersteunt. Ze optimaliseren het levensgeluk van miljoenen Nederlanders! - de dienstverlening kent een grote technische component, individueel maatwerk, een toenemend accent op ondernemerschap en een groeiende invloed van mode - de beroepen zijn hybride: én zorgverlening én productie én retail - het distributiepatroon verandert door branchevervaging, schaalvergroting en mondialisering - de branches zijn te klein om de continuïteit en de actualiteit van hun vakopleiding afzonderlijk te waarborgen

26

- erkenning en regulering ontbreken nu in de branches. Is dit wel gewenst, dan moet de opleiding voldoende niveau hebben. De branches kunnen op dit terrein bij uitstek profiteren van samenwerking - het zijn groeimarkten die worden ‘geregisseerd’ door de zorgverzekeraars - technische innovaties zijn aan de orde van de dag - alle branches kampen in meer of mindere mate met arbeidsmarktproblemen - de beroepen worden steeds zelfstandiger uitgeoefend naast hun (voormalige) opdrachtgever


INNOVATIEF, AANTREKKELIJK EN GEDRAGEN DOOR BEDRIJFSLEVEN

Nieuw in 2010: de Nederlandse School voor Gezondheidstechniek Stelt u zich een schoolgebouw voor, een modern en opvallend gebouw op een goed bereikbare plek midden in Nederland. In deze inspirerende, goed uitgeruste omgeving volgen jongeren uit het vmbo, havo en vwo een korte gezondheidstechnische basisopleiding, om daarna te kiezen voor het beroep van audicien, opticien, orthopedisch (schoen)technicus, tandtechnicus of technisch oogheelkundig assistent. Vakmensen uit het bedrijfsleven verzorgen er regelmatig gastlessen: Welkom in de Nederlandse School voor Gezondheidstechniek!

Deze school is dé kennisinstelling voor de gezondheidstechniek, een bron van innovatie. Stel u voor: in de avonduren stroomt het gebouw vol met ervaren vakmensen uit de gezondheidstechnische branches om een cursus te volgen. Mensen die graag op latere leeftijd een baan in deze branches willen, leggen hier een EVC-traject (Erkenning van Verworven Competenties) af. Daarna kunnen ze zich in een verkort opleidingstraject ontwikkelen tot vakman of –vrouw in de gezondheidstechniek. De SVGB, vmbo-scholen, mbo- en hbo-instellingen en brancheorganisaties dragen allemaal hun steentje bij om van deze gezondheidstechnische opleidings- en kennisinstelling een succes te maken.

STAPPEN RICHTING UNIEKE NIEUWE SCHOOL AL GEZET De eerste stappen in de richting van deze Nederlandse School voor Gezondheidstechniek zijn al gezet, op initiatief van de brancheorganisaties, verzameld in het Platform Gezondheidstechniek. Namens hen en de partners uit het onderwijs heeft de SVGB een

projectplan opgesteld, inclusief aanvraag voor een driejarige subsidie. In die periode moet de gezamenlijke gezondheidstechnische opleiding een feit worden. Deze publiek-private samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is uniek in de mbo-wereld. Projectleider van het Platform Gezondheidstechniek is Jenny Doest, manager Innovatie & Ontwikkeling bij de SVGB. “In het voorjaar van 2006 hadden de gezondheidstechnische branches een ontmoeting met zorgverzekeraars. Sindsdien zien de branches steeds meer mogelijkheden voor samenwerking”, stelt ze.

AMBITIEUS MAAR NOODZAKELIJK PLAN Een rondje langs de betrokken brancheorganisaties bevestigt dit beeld. Zo geeft Piet Duijndam (Vereniging van Laboratoriumhoudende Tandtechnici) toe: “Voor de tandtechniek is het ‘the next best thing’. Het mooiste is natuurlijk toch om je eigen opleiding te hebben. Niet alleen voor de vaktechnische inhoud; ook vanwege de ‘nestgeur’, dat je elkaar later nog kent van dezelfde school. Maar ja, de kans dat we in ons eentje kunnen blijven bestaan wordt steeds kleiner. Waarom zou je dan níet je wijsheid aan elkaar koppelen?” Henk Huiskes van de Branchevereniging Tandtechniek beaamt dit. “We kampen met dezelfde problematiek dus is samenwerking belangrijk. De tandtechnicus werkt steeds minder voor de tandarts, maar direct voor de cliënt. Zo is het ook gegaan met de opticien. Die grotere zelfstandigheid betekent ook meer deskundigheid: daarop moeten we de opleiding aanpassen.” Beiden betwijfelen of de opleiding er echt binnen anderhalf jaar staat. Duijndam: “Ik vind het onvoorstelbaar ambitieus,

maar weet je, als het twee jaar later wordt, ook prima. Ik vind het belangrijk dát er iets verandert.”

ALLE RUIMTE OM EIGEN KOERS TE VAREN Paul Valk vertegenwoordigt de NVOS/Orthobanda (orthopedische schoentechniek/ orthopedische techniek)en trapte de expertmeeting af met een reeks ontwikkelingen die voor alle branches herkenbaar zijn [zie kader]. “Het accent verschuift van techniek naar zorgverlening. De beroepsbeoefenaar is steeds meer de eerste hulpverlener. We moeten ons dus positioneren als schakel in de zorgketen.” Hij benadrukt dat de branches hun eigenheid behouden.

MEER LEERLINGEN IN GEZAMENLIJKE OPLEIDING Alle branches verwachten door de samenwerking meer leerlingen te trekken. Hermien Hendrikx, voorzitter van de groepsdirectie bij ROC ASA, denkt dat dat zeker kan lukken. ROC ASA verzorgt opleidingen voor tandtechniek, audiciens en optiek en doet mee met de School voor Gezondheidstechniek. “Voor ons is de instroom van belang. Iedereen is door de vergrijzing daarbij gebaat. Gezamenlijk komen deze kleine opleidingen beter tot hun recht dan binnen een groot ROC. En de werving van leerlingen kan ook goed gebundeld worden. Nog een voordeel is dat de verschillende branches hun opleidingsprogramma’s samenvoegen, technieken uitwisselen en profiteren van de nieuwste apparatuur. Op één locatie is die nu eenmaal beter up-todate te houden.”

OPSTAP NAAR MEER Branches waar beroepserkenning en regulering van de vakopleiding

27

momenteel spelen, zien de gezamenlijke opleiding als eerste stap in die richting. De optiek en tandtechniek en de technisch oogheelkundig assistenten (TOA) werken al aan erkenning. René Correljé, zelf TOA: “Het is nu al zo dat niet iedereen zich technisch oogheelkundig assistent mag noemen, maar met een accreditatiesysteem hebben we het straks helemaal dichtgetimmerd. Werken met geaccrediteerde TOA’s geeft een goede uitstraling en een betere positie tegenover bijvoorbeeld zorgverzekeraars. Daarom wil ik vanuit de Nederlandse Vereniging van TOA’s graag samenwerken met andere gezondheidstechnische branches.” De audiciens werken al met een erkenningregeling. Wim Beek, relatiebeheerder bij Schoonenberg, licht toe: “Wij kennen de Star erkenningsregeling voor audiciens en aangesloten bedrijven en er is veel samenwerking en overleg in Europees verband. Binnen de NVAB (Nederlandse Vereniging van Audiciensbedrijven, red.) hebben we dus al veel bereikt waarmee we andere branches kunnen ondersteunen.” Ook in zijn ogen is de gezondheidstechnische opleiding het begin van meer samenwerking. “Wettelijke erkenning, gezamenlijk overleg met de wetgever, met patiëntenorganisaties, met zorgverzekeraars enzovoort is daar een onderdeel van. Ik zie dit verdergaande verband graag van de grond komen!” Op 22 oktober gaf het platform gezondheidstechniek groen licht voor het plan om medio 2010 van start te gaan met de Nederlandse School voor Gezondheidstechniek.


TRENDS De kleine ambachtsman wordt onderdeel van een netwerk van mensen uit hetzelfde ambacht en van mensen uit andere ambachten. Zij helpen elkaar in hun ontwikkeling. Dit resulteert in verhoogde kwaliteit en de noodzaak om in kwalitatief hoogstaande netwerken te opereren. Kwaliteit zoekt elkaar en helpt elkaar verder. Alleen de goed opgeleide medewerkers die kwaliteit afleveren worden gevraagd om mee te werken of te leveren binnen een netwerk van kwaliteitsleveranciers.

28


CREATIEVE BRANCHES ONTDEKKEN OVEREENKOMSTEN

Opleiding Creatief Vakman september 2008 van start Glazeniers, keramisten, lederwarenmakers, hoedenmakers, ontwerpend meubelmakers en ambachtelijk schoenmakers zijn kleine, creatieve beroepen met elk eigen kenmerken. En met genoeg overeenkomsten voor een gezamenlijk opleidingskader, waarbinnen leerlingen een volwaardige en gerichte vakopleiding kunnen volgen, vonden de SVGB en de branches. Met als resultaat de opleiding Creatief Vakman, die in september 2008 van start gaat.

Vooruitlopend op de nieuwe opleiding organiseerde de SVGB de themabijeenkomst ‘The Creative Connection’. Gezamenlijk gingen creatief-technische branches op zoek naar hun verschillen en overeenkomsten en naar de mogelijkheden van samenwerking.

HET AMBACHT ALS UITGANGSPUNT Glazenier Hein van de Water, eigenaar van Sio2glas in Groningen: “Vakmensen in deze branches zijn in de basis met hetzelfde bezig. Waar de één varieert op bestaande thema’s, maakt de ander iets uit het niets. Beiden zijn ze met creatieve oplossingen bezig. Het ambacht is voor mij het uitgangspunt voor de opleiding.” Hij ziet graag een vervolg op de bijeenkomst, gericht op nadere kennismaking. “Met nog meer vakmensen een dag praten en echt samen iets doen. Het is goed om eens over de muren van je eigen branche heen te kijken.”

VOOR HERHALING VATBAAR Ook hoedenmaakster Monique Dommanschet, eigenaresse van Art of Mook, is positief. “De lezingen waren allemaal interessant en er waren volop mogelijkheden om

kennis uit te wisselen. Ik zou graag zien dat de gezamenlijke bijeenkomst een terugkerend fenomeen wordt. De opleiding Creatief Vakman zie ik als een positieve ontwikkeling.”

START OPLEIDING De mbo-opleiding Creatief Vakman duurt vier jaar. “In september 2008 beginnen we met de richtingen Keramist en Glazenier”, vertelt Annemarie Nouwens, onderwijskundige bij de SVGB. “De leerlingenwerving hiervoor gaat begin 2008 van start. Daarnaast krijgt de bestaande opleiding Ambachtelijk Meubelmaker komend jaar een andere invulling.”

mensen aantrekt. Er is onder jongeren behoefte aan een creatieve vakopleiding - dat weet ik omdat ik ook lesgeef op een scholengemeenschap. Sommige leerlingen blinken uit in creativiteit en werken maar liefst zes uur per week aan het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming. Opleidingen in die richting die aansluiten op het vmbo, zijn er helaas maar weinig. De opleiding Creatief Vakman is een uitzondering.”

VOORDELEN VAN EEN GEZAMENLIJKE OPLEIDING

Volgens Annemarie Nouwens heeft de gezamenlijke opzet van de opleiding twee belangrijke voordelen. “Allereerst geeft het leerSAMEN WAAR HET SAMEN lingen de kans om verder te kijken KAN, APART WAAR HET dan de grenzen van het vak waarAPART MOET voor ze leren. En dat is belangrijk. De opleiding Glazenier en KeraAls je je staande wilt houden in de mist vindt plaats bij De Vakschool markt moet je niet alleen tradiin Schoonhoven, waar de leertionele technieken en materialen lingen van de beide richtingen toepassen, maar ook openstaan vormgeven en ondernemen. voor andere ideeën. Hiermee kun Nouwens: “Het promoten van een je je onderscheiden.” Mogelijkheproduct kunnen leerlingen van den hiervoor zijn er genoeg: zie verschillende richtingen samen het kader over innovatief materileren. Op het gebied van hun aalgebruik. “Een ander voordeel eigen specifieke technieken en is dat dit gezamenlijke initiatief vaardigheden krijgen de leerlingkleine branches de kans biedt een glazeniers en -keramisten, apart opleiding te starten. Dat lukt ze van elkaar, lessen die toegesneden niet alleen. Nu kunnen ze bijvoorzijn op hun ambacht. Bijvoorbeeld beeld de marketingactiviteiten boetseertechnieken voor keramis- bundelen. De opleiding Creatief ten en zandstralen van glas voor Vakman is voor de kleine branches glazeniers. Het vakmanschap staat dus een prachtige kans.” voorop.”

OPLEIDING VOOR CREATIEVE JONGEREN De leerlingen van de richting Keramist volgen het studieonderdeel vervaardigen bij SBB Gouda, het opleidingscentrum voor keramiek. Bert Drost is directeur van het opleidingscentrum in Gouda. “Ik lever graag een bijdrage aan de nieuwe opleiding, omdat het jonge

29


INNOVATIE & ONTWIKKELING Het vakmanschap in Nederland is van TOP kwaliteit. Klokken uit de ‘Verboden stad’ van Beijing moeten natuurlijk voor de Olympische spelen compleet gerestaureerd en opgeknapt worden. De chinezen vinden alleen de Nederlandse uurwerktechnici geschikt voor dit complexe restauratietraject. En zo zijn er voor alle unieke branches legio voorbeelden te noemen.

30


CONFERENTIE UURWERKTECHNIEK TOONT AMBITIES

Meer kwaliteit en ondernemerschap in de uurwerkmakersbranche Het is tijd voor een kwaliteitsslag en voor meer ondernemerschap in de uurwerkmakersbranche. Dat beeld komt naar voren uit de eerste branchebrede conferentie Uurwerktechniek op 26 maart 2007 in Schoonhoven. De conferentie werd georganiseerd door de SVGB in nauwe samenwerking met De Vakschool in Schoonhoven en Branchevereniging NJU (Nederlandse Juweliers- en Uurwerkenbranche).

theoretische en praktische vaardigheden. Dit gaat ten koste van het imago van de branche. Het certificeren van werkplaatsen en ateliers lijkt de beste oplossing.

KWALITEIT IN OPLEIDEN

Om de kwaliteit van het vak hoog te houden, zijn goede vakmensen nodig. Paul Schouten, adjunct-directeur van Zadkine De Vakschool: “Het bedrijfsleven is betrokken bij het opstellen van de kwalificatiedossiers en kerncriteria, waarop wij de lesinhoud baseren. DaarVoor zowel de horloge- als klokmee sluit de opleiding optimaal kenmakers bleek kwaliteit en kwa- aan bij de praktijk.” Ook worden liteitsverbetering een belangrijk mensen uit het bedrijfsleven aandachtspunt. Beroepsbeoefeingeschakeld als examinator of asnaren die hun werk minder goed sessor bij de examinering. Verder doen, verpesten het voor hun bevat de vakopleiding een groot collega’s. Horlogefabrikanten en aantal praktijkuren. In mindere Nederlandse importeurs van duur- mate wordt aandacht besteed dere horlogemerken vinden dat aan vaktheoretische kennis en er niet altijd vakkundig met hun aan thema’s als ondernemen en producten wordt omgegaan. Zij ‘burgerschapsvorming’, door het willen daarom niet aan elke horlo- ministerie van Onderwijs, Cultuur gemaker onderdelen leveren. en Wetenschap verplicht gestelde vakken.

BEHOEFTE AAN HOOG KWALITEITSNIVEAU Wilfred Mühring van juweliershuis Schaap en Citroen, één van de sprekers tijdens de conferentie, beaamt dit. Hij wees op de aantrekkende verkoopcijfers en de daaruit stijgende behoefte aan after sales (service, onderhoud en reparaties). “De after sales van prestigieuze merken vragen een hoog kwaliteitsniveau. Het zogenoemde WOSTEP-niveau (Watchmakers of Switzerland Training and Education Program) is zeer gewenst”. Volgens een deel van de aanwezigen speelt niet zozeer kwaliteit een rol maar gaat het om economische motieven. Klokkenmakers hebben vooral problemen met de ‘hobbyisten’. Zij geven zich uit voor restaurateur van klokken, maar missen vaak de

VAKMANSCHAP NIET VERLOREN LATEN GAAN Restaurator en conservator Melgert Spaander: “Ik zou als praktijkman graag invloed willen uitoefenen op de opleiding. Daar lopen al contacten over met De Vakschool. In de vorm van gastcolleges kan ik mijn ervaringen overdragen op de leerlingen.” Hij maakt zich zorgen over het voortbestaan van zijn vak in Nederland. Als aanvulling op de uurwerktechnische opleiding, ziet Melgert dan ook een duale opleiding speciaal voor het restauratievak. “De leerlingen maken op De Vakschool kennis met het restaureren, waarna ze doorstromen naar een vervolgopleiding. Daar leren ze de basiskennis en –vaardigheden. In combinatie met bijvoorbeeld meu-

belmakers, goudsmeden en zilversmeden volgen ze gezamenlijk lessen. Ten slotte”, schetst Melgert, “kan de leerling in de werkplaats van een restaurator praktijkervaring opdoen en zich verder bekwamen in de fijne kneepjes van het restauratievak. Een ambacht wordt uiteindelijk van mens tot mens overgedragen.”

ONDERNEMEN IN DE UURWERKMAKERSBRANCHE Over ondernemerschap vertelde Maarten Zemann, directeur van MKB Adviseurs: “Verkoop een verhaal en niet alleen een reparatie.” Transparantie ontstaat door duidelijke offertes en reparatieverslagen. Klantenbinding is belangrijk. Omdat de bedrijven relatief klein zijn is er vaak al een persoonlijke band tussen de klant en ondernemer. “De meeste kleine ondernemers maken hiervan te weinig gebruik.” Daarnaast adviseerde Zemann de ondernemers om duidelijke strategische doelen te stellen. Verder gaf hij aan dat samenwerking met vakcollega’s een middel kan zijn om het rendement te verhogen. Het biedt de mogelijkheid investeringen te delen en geeft de ruimte om te specialiseren en bij te scholen. Voorwaarde is dat de samenwerking voor alle partijen een gedeelde missie is met een duidelijk doel.

ENTHOUSIASME OVER CONFERENTIE De vele klokkenmakers en restauratoren waren enthousiast over de conferentie. Tussen deze beroepsgroepen, die allemaal onder de uurwerkmakersbranche vallen, bestaan namelijk veel verschillen. Hierdoor is een gebrek aan eenheid in de branche. Klokkenmaker Tjitte Talma uit Aldtsjerk is erg tevreden over de conferentie. “De NJU vertegen-

31

woordigt vooral de juweliers en een beetje de horlogemakers. De klokkenmakers worden vaak vergeten, omdat er minder klokkenmakers zijn aangesloten. Deze conferentie was voor de gehele branche bedoeld en dat maakte het bijzonder. Zulk soort bijeenkomsten moeten vaker worden georganiseerd om informatie uit te wisselen met collega’s. Er werd goed naar elkaar geluisterd. Het was alleen te kort om over alle belangrijke zaken een goed gesprek te kunnen houden.” Een aantal van de aanwezigen vond dat de conferentie nog teveel was toegespitst op de horlogemakers. Hieraan is gehoor gegeven. Er komt namelijk een vervolgconferentie over restaureren binnen de diverse ambachten van de SVGB, die vooral voor de klokkenmakers interessant zal zijn.


ECONOMIE De grens over gaan vraagt om ondernemerschap. Echte ondernemers hebben een concept dat ze, met acceptatie van ondernemingsrisico, consistent en waar dan ook uit kunnen voeren. Dat concept, gecombineerd met ondernemingszin en -mentaliteit, kan zich onbegrensd ontwikkelen. Als je je vak goed beheerst is Europa ‘plat’ en zeer toegankelijk.

32


CONFERENTIE PIANOTECHNIEK: PROFESSIONALISERING EN IMAGOVERBETERING

Pianobranche vindt nieuw elan

Wat zijn de kansen en bedreigingen in de pianobranche? En welke acties moet de branche daarop ondernemen? Deze twee vragen stonden centraal tijdens de conferentie Pianotechniek op 19 juni 2006. Eerder was er al een gezamenlijke conferentie met de pianohandelaren gehouden. De punten die daar aan de orde kwamen, werden nu in kleinere setting – met alleen pianotechnici - opnieuw besproken en nader uitgewerkt.

Tijdens de eerdere conferentie met pianohandelaren was een pleidooi gevoerd voor het eerder stoppen met repareren van piano’s om de verkoop van piano’s te bevorderen. Dit komt het commerciële karakter van de branche ten goede. Maar wanneer precies repareer je een piano nog wel en wanneer niet? Daar moeten de pianotechnici nog overeenstemming over bereiken met de pianohandelaren. Een mogelijke oplossing ligt volgens de technici in een zekere normering binnen de branche, mogelijk vastgesteld door de Vereniging voor Pianotechnici in Nederland en de Nederlandse Piano- en Muziekinstrumentenbond gezamenlijk. Overigens benadrukten de pianotechnici dat niet iedereen in de branche ‘noncommercieel’ is.

STOFFIG TEGENOVER BETROUWBAAR IMAGO De pianotechnici bogen zich ook over de kansen en bedreigingen die tijdens de eerdere conferentie waren verzameld. Bijzonder was dat handelaren het stoffige imago van de pianobranche als bedreiging hadden genoemd, terwijl het imago in de ogen van de vakmensen juist krachtig is. “Het degelijke imago schept vertrou-

wen bij de klant. Bovendien staan we erom bekend dat we hart voor het vak hebben en ambachtelijk bezig zijn.” Een zwak, niet direct te veranderen punt is, de (te) geringe omvang van de branche. Door samenwerking met de SVGB en het HBA, kunnen de pianotechnici toch zaken oppakken die grote branches zelfstandig doen.

ACTIEPUNTEN De aanwezigen maakten uit de kansen en bedreigingen een selectie van de belangrijkste punten waarvoor een zinvolle activiteit kan worden ontwikkeld. Deze punten zijn onder te verdelen in de volgende drie clusters: • samenwerking met docenten en muziekscholen, met als doel het pianospelen op te waarderen; • de kwaliteit van het vakmanschap bevorderen door professionalisering van pianotechnici; • de klant heeft geen inzicht in de toegevoegde waarde van een reparatie of stemming van een piano. De branche moet klanten dan ook beter informeren over het nut ervan. Bij elk cluster bedachten de pianotechnici actiepunten. Bijvoorbeeld om instrumenten beschikbaar te stellen aan het muziekonderwijs, seminars te organiseren en daaraan certificering te verbinden en een onafhankelijke website te maken met basisinformatie voor de klant.

COMMISSIE MUZIEKINSTRUMENTEN Enkele actiepunten zijn overigens al opgepakt door de recent opgerichte commissie muziekinstru-

33

menten van het HBA. Deze commissie bestaat uit verschillende instrumentenbouwers en richt zich op versterking en stimulering van muziekonderwijs. De uitkomsten van de conferentie zijn besproken in de sectorcommissie pianotechniek van de SVGB.


AMBACHTELIJKE BRANCHES VOORTDUREND IN BEWEGING

Arbeidsmarktrapport geeft inzicht in ontwikkelingen ECONOMIE SVGB kenniscentrum informeert jaarlijks het beroepsonderwijs en de branches over arbeidsmarktperspectieven en ontwikkelingen. Uit het in september 2007 verschenen rapport ‘Arbeidsmarkt en Onderwijsinformatie 2007/2008’ blijkt dat ondernemerschap een steeds prominentere plaats inneemt. Daarnaast blijft de vraag naar vakmensen onverminderd groeien. Dit artikel geeft in het kort een overzicht van cijfers en gegevens uit het rapport.

Beroepen en aantallen BRANCHE

ONDERNEMINGEN

WERKZAMEN PERS.

LEERBEDRIJVEN

Cluster gezondheidstechniek Orthopedische Techniek

75

940

68

Orthopedische schoentechniek

230

2100

183

Audiciens

80

1200

281

Optiek

1350

7500

1358

Technisch Oogheelkundig Assistent (TOA)

120

350

58

Tandtechniek

980

5290

525

Het gaat bij ondernemerschap om de synthese van product versus markt. Verandering en snelheid zijn de enige constanten. Vakmanschap onderscheidt zich door het creëren van die productmarkt combinaties; het breder kijken dan de eigen branche. Het project dus niet alleen bekijken vanuit het eigen vak, maar samenhangend het project benaderen. Ieder project is een mozaïek. Daarom moeten diverse disciplines samenwerken. Doet de vakman dit niet dan is hij onherkenbaar, mist de regie en doet puur loonarbeid, dat voorhanden komt.

Cluster creatieve en ambachtelijke techniek Goudsmeden en Zilversmeden

1200

2500

280

Juweliers

1437

8200

130

Uurwerktechniek

385

550

74

Pianotechniek

600

1000

56

Schoenherstellers

780

1665

110

Totaal clusters

7237

31295

3122

Tabel 1: branches waarvoor de SVGB werkt

Bron: SVGB, peildatum 1 oktober 2006

In totaal zorgen deze beroepen voor een omzet van 2,5 miljard euro in Nederland.

VEEL VRAAG OP DE ARBEIDSMARKT NAAR VAKMENSEN De bedrijven in de gezondheidstechniek hebben veel vacatures. Op de verschillende niveaus, zoals assistent, medewerker of bedrijfsleider/ manager, is behoefte aan nieuwe instroom van vakmensen. In de onderstaande tabel staan de vacatures die gemeld zijn bij het Servicepunt Ambachten, een samenwerkingsverband van het CWI met het Hoofdbedrijfschap Ambachten en de SVGB. Deze vacature aantallen liggen in werkelijkheid veel hoger omdat een groot deel van de vacatures in de branches niet bij het CWI wordt gemeld.

ONDERNEMERSCHAP EN CREATIVITEIT GEVRAAGD De branches in de creatieve en ambachtelijke techniek hebben een ander profiel dan de gezondheidstechniek. Het gaat hier veelal om beroepen en opleidingen waar naast vakmanschap, ook creativiteit en ondernemerschap een belangrijke rol hebben.

34


PERSPECTIEF VOOR DE CREATIEVE EN AMBACHTELIJKE BEROEPEN De branches hebben een relatief kleine arbeidsmarkt, omdat er weinig bedrijven zijn met personeel in dienst. De schoenherstellers en de juweliers hebben wel vaak personeel in dienst. In deze beroepen is relatief veel behoefte aan vakmensen. De overige branches bestaan met name uit kleine zelfstandige bedrijven zonder werknemers. Uit recente onderzoeken blijkt dat de werkgelegenheid in deze beroepen de laatste jaren is toegenomen. De economische voorspoed van de afgelopen jaren heeft geleid tot meer vraag bij de consument naar luxe artikelen zoals horloges en sieraden. Daardoor zijn de omzetten in de branches gegroeid. Voor het perspectief in het beroep is de ruimte voor nieuwe bedrijvigheid in de markt een belangrijk gegeven. In de pianotechniek, schoenherstellersbranche, goudsmidbranche, zilversmidbranche en in de uurwerktechniek is er zeker ruimte voor nieuwe bedrijven die creatief en ondernemend zijn, waardoor ze in staat zijn zich te onderscheiden.

Opleidingen in Nederland De opleidingen voor deze beroepen hebben ongeveer 2500 leerlingen. Hiervan volgen 1500 leerlingen een opleiding in de gezondheidstechniek, voornamelijk opleidingen in de bbl-leerweg (4 dagen werken, 1 dag naar school) en volgen 1000 leerlingen een opleiding in de creatieve en ambachtelijke techniek, voornamelijk in de bol-leerweg (school afgewisseld met stageperiodes). Op de optiek na, worden alle opleidingen op één locatie in Nederland uitgevoerd. In feite hebben we het dus over landelijke opleidingen. De opleidingen uurwerktechniek, pianotechniek en juweliers groeien. De kans van slagen in de opleidingen is groot voor de leerlingen. Daarnaast werkt de SVGB voor glazeniers, keramisten, ambachtelijke meubelmakers, schoenconsulenten, tassenmakers, schoenmakers en hoedenmakers. Voor deze opleidingen worden nog geen reguliere opleidingen verzorgd.

PLAATS

OPLEIDING

INSTELLING

Amsterdam

Pianotechniek

Hout & Meubileringscollege

Zaandam

Optiek

Regio College

Zwolle

Optiek

Deltion

Amersfoort

Optiek

ROC ASA

Nieuwegein

Tandtechniek en Audiciens

ROC ASA

Nieuwegein

Technisch Oogheelkundig Assistent

ROC Zadkine/ SVGB

Nieuwegein

Orthopedische techniek en - schoentechniek, Schoenherstellers

Koning Willem I College / SVGB

Schoonhoven

Goud- en Zilversmeden, Juweliers, Uurwerktechniek

ROC Zadkine De Vakschool

Dordrecht

Optiek

ROC da Vinci

Rotterdam

Optiek

ROC Zadkine

Roermond

Optiek

Gilde Opleidingen

Tabel 2: Locaties ROC’s met gezondheidstechnische of creatieve of ambachtelijk technische opleidingen

Bron: SVGB, peildatum 1 oktober 2006

Voor meer informatie over de branches en de opleidingen kijk op www.svgb.nl in het downloadcentrum voor het rapport Arbeidsmarkt Beroepsonderwijs 2007/2008

35


Colofon Uniek vakmanschap, unieke samenwerking is een speciale uitgave van SVGB kennis- en opleidingencentrum Redactie: Jenny Doest, Rob Schenk, Thelma Joziasse, Petra van der Wal Redactieadres: communicatie@svgb.nl Productie: Keijzer Communicatie Ontwerp en realisatie: Degen & Leideritz Druk: Lulof, Almelo Fotografie: Jiri B端ller Martin Hogeboom NFP Photography


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.