8 minute read

Wat je wilt weten over

WAT JE WILT WETEN OVER... Het kritische stemmetje in je hoofd

‘Ik voel me altijd tekortschieten. Ik heb te weinig tijd voor mijn kinderen, moet haasten om mijn werk af te krijgen en plof ’s avonds op de bank, terwijl ik zou moeten sporten. Dan ben ik vaak moe en chagrijnig tegen de mensen om me heen. Ik ben nooit goed genoeg.’

Advertisement

WAAR KOMT DEZE ZELFVEROORDELING VANDAAN?

God heeft ons geschapen als relationele wezens. Naast fysieke behoeftes zoals voedsel en zorg, willen we ook graag gezien en geliefd worden. Al in de kindertijd word je hierin gevormd. Als er aandacht en zorg voor je is, voel jij je geliefd. Als die zorg en aandacht vaker afwezig is, kan je gaan denken dat er iets mis is met jou. Ook andere relaties in je leven hebben invloed op je zelfbeeld. Hoe reageren je vrienden en de juf op jou? Welke boodschap geven ze jou, met hun woorden of blik? Als je steeds subtiel of openlijk wordt veroordeeld, kan je deze boodschap gaan overnemen en jezelf ook gaan veroordelen. Je vindt dat je saai bent, sterk moet zijn of geen hulp mag vragen. Onze succes gedreven samenleving maakt falen extra moeilijk. Daarnaast kan je ook de competitie met jezelf aangaan en steeds ‘beter’ willen worden.

WAARDOOR BLIJFT HET IN STAND?

Zelfveroordeling werkt door in je relaties, omdat je jouw gedrag erop aanpast. Als je bijvoorbeeld denkt dat je niet goed genoeg bent, kan je perfectionistisch worden. Vervolgens krijg je meer waardering voor wat je doet dan voor wie je bent. Dat bevestigt jouw aanname. Zelfveroordeling begint met een knagend gevoel van tekortschieten en wordt uiteindelijk een veroordelende stem van binnen, zonder nuance.

JE BENT NIET WAT JE DOET

Wat je doet en wie je bent kunnen door elkaar gaan lopen. Als je iets niet goed kan, veroordeel je jezelf en denk je dat je niet goed genoeg bent. Vervolgens probeer je met jouw gedrag die veroordeling op te heffen. Je doet hard je best voor goedkeuring. De liefde waar je zo

naar verlangt, wordt dan voorwaardelijk. Je denkt het alleen maar te krijgen als je altijd aardig bent of hard werkt. Je kan je zo gaan aanpassen, dat je niet meer de persoon laat zien die je ten diepste bent. Ook in je relatie met God kan dit doorwerken. ‘Eerst moet ik het goed doen, voordat ik naar God kan’. Of: ‘ik bid niet meer, God ziet me aankomen’.

HOE KAN JE OMGAAN MET ZELFVEROORDELING?

Anders omgaan met zelfveroordeling is een proces dat veel tijd en aandacht kost. Toch kun je er al kleine stapjes in zetten. Oefen bijvoorbeeld om milder naar jezelf te kijken: als je vindt dat je op één punt tekortschiet, hoef je niet te concluderen dat je op alle punten mislukt bent. Vaak kijk je milder naar een ander dan naar jezelf. Probeer ook op die manier naar jezelf te kijken. Verder helpt het om contact te zoeken met iemand die mild naar jou kijkt. Als je leert om diegene dichtbij te laten komen, kan je veiligheid en aanvaarding gaan ervaren bij de ander. Dat weerspiegelt iets van de rust en geborgenheid die bij God te vinden is. En wees ook hierin mild voor jezelf: je bent jarenlang gevormd door het leven, geef jezelf daarom ook de tijd om hierin te ontwikkelen.

“Vaak kijk je milder naar een ander dan naar jezelf.”

De informatie uit dit artikel is afgeleid uit het boek ‘van leegte naar liefde’, onder redactie van Hanneke Schaap-Jonker en Wubbo Scholte. Hanneke is verbonden aan het Kennisinstituut christelijke ggz van De Hoop en Eleos. Wubbo werkte in het verleden bij De Hoop. Het boek is te koop bij kokboekencentrum.nl.

HOE HELP JE DE ANDER?

Wat kun jij betekenen als het gaat om de behoefte van de ander om gezien te worden, om erkenning en waardering te krijgen, om geliefd te worden, om de fundamentele eenzaamheid te doorbreken?

Een van de manieren is wegblijven uit het oordeel en laten merken dat je de ander aanvaardt als persoon. Het kan helpend zijn om hierover het gesprek aan te gaan: waar verlang je nu naar? Wat speelt er nu aan diepe behoeften? Wat zou je graag willen? Wat zou ik voor je kunnen betekenen? Laten merken dat je de ander begrijpt en aanvaardt, is vaak al een stapje in de richting van herstel.

DE DAG VAN

REINETH VAN DER SCHEE

Reineth van der Schee

Medewerker ATL (aanmelding, toeleiding en logistiek)

08.15u

Dagopening met het team. We zijn met twaalf vrouwen, dus kletsen eerst kort bij. We lezen een stukje uit een dagboek en delen gebedspunten, zowel privé als werk gerelateerd. Tot slot bidden en danken we samen.

08.30u

Ik heb vanmorgen baliedienst en de eerste cliënten staan al voor de balie. Er wordt gevraagd waar de lekkere verse koffie is, dus ik ga als een speer aan de slag om te voorzien in die basisbehoefte. Ik vul de kannen en zorg dat er fijne christelijke muziek uit de speakers klinkt.

09.00u

De drukte begint lekker te komen. Cliënten melden zich voor hun afspraak en ik geef het door aan de behandelaar. Tussendoor is er tijd om intakeformulieren te verwerken of nieuwe afspraken in te plannen.

09.45u

Er staan een aantal intakegesprekken gepland. Ik controleer of alle benodigde formulieren en vragenlijsten online ingevuld zijn. Zo niet, dan leg ik het vast klaar om handmatig in te vullen. Zo’n eerste afspraak is voor veel mensen best spannend, dus ik wil goed voorbereid te zijn.

11.50u

Er komt een cliënt binnen die geen afspraak heeft, maar toch zijn behandelaar graag wil spreken. Hij is wat bleek en staat onvast op zijn benen. Ik geef hem een glaasje water en laat hem plaatsnemen in de wachtkamer. Ik zie dat zijn behandelaar helaas niet beschikbaar is, dus ik bel de Bureaudienst om het over te nemen en hem te helpen.

13.00u

Pauze! Ik bereid alvast de overdracht voor, voor mijn collega die vanmiddag baliedienst heeft. Onze polikliniek zit dichtbij het centrum van Dordrecht, dus ik loop vervolgens met een broodje pindakaas langs de winkels. Nèt iets te weinig tijd om te shoppen, maar voldoende om mijn hoofd leeg te maken.

14.00u

Vanmiddag sta ik ingeroosterd voor de telefoon. Ik zorg dat ik onze wachttijden bij de hand heb, want dat is de meest gestelde vraag van bellers.

15.10u

Een moeder belt om te vragen wat de status van aanmelding van haar zoon is. Vanwege de privacywet mogen we niet alles delen. Ze is geregistreerd contactpersoon, dus ik kan haar gelukkig een update geven.

16.25u

Een wanhopige beller die in tranen zijn verhaal doet en aangeeft snel hulp nodig te hebben. Dit zijn de moeilijkste telefoontjes, omdat De Hoop geen crisishulpverlening biedt. Ik probeer hem te bemoedigen en denk mee over waar hij met urgentie geholpen kan worden.

17.00u

Tijd om af te sluiten; dankbaar voor deze fijne baan, waarbij ik anderen mag helpen!

Irene Blom,

voorzitter Raad van Bestuur bij De Hoop ggz

GASTVRIJHEID

‘Gastvrijheid’ is een woord dat we bij De Hoop regelmatig gebruiken. En dan vragen we elkaar: ‘hoe brengen we dat in praktijk? Hoe betonen we de gastvrijheid in onze zorg?’ We willen de liefde van God tonen, zodat mensen zich welkom weten en zich afvragen wat de geest – voor ons Geest – is die hier waait. De aankleding van de gebouwen, de ontvangst bij de receptie, de ‘geur van appeltaart’ op de afdeling… Het zijn de eerste signalen van gastvrijheid.

In de Bijbel gaat het over deze gastvrijheid; we hebben het niet zelf bedacht. Bijvoorbeeld in 1 Petrus 4: 9. ‘Wees gastvrij voor elkaar, zonder klagen’. Deze tekst leert ons nog dieper wat gastvrijheid eigenlijk is. Het blijkt meer te zijn dan een welkom gebouw, hoe belangrijk dit gebouw ook is! In de grondtekst van dit vers is het woord voor gastvrijheid ‘filoxenia’, ofwel: houden van (datgene wat vreemd is in) de ander. Hoe interessant is dat! Dit vers nodigt ons uit om gastvrij en welkom te staan naar dat wat ons niet direct vertrouwd en bekend overkomt.

Het is vaak makkelijk om de deur wijd te openen voor de mensen van wie we houden. “Fijn dat je langskomt”, zeggen we dan spontaan. Maar dit vers gaat over iets anders. Het gaat hier niet om gastvrijheid richting onze vrienden, familie en kerkleden; de mensen die we begrijpen. Dit vers gaat over degenen die we niet direct begrijpen en aanvoelen; het gaat over de mensen die we ‘vreemd’ vinden of wiens mening of keuzes we vreemd vinden.

Stel je hart open, zoveel als je kan, lijkt de Bijbel te zeggen. Henri Nouwen schreef eens: ‘als je je (voor)deur opent, open dan tegelijk je hart. Hoe of wie de ander ook is.’ Dat zet aan het denken. We leven immers in een samenleving waar heel divers en uiteenlopend wordt gedacht en gehandeld. En dat is niet altijd in lijn met onze Bijbelse principes. En dan is daar die oproep: bewijs de Bijbelse filoxenia aan elkaar, de genezende onderlinge gastvrijheid. Mensen bloeien op als ze gezien worden, geliefd worden, wie ze ook zijn en wat ze ook doen. Daarin ging Jezus ons voor: eten met wie dan ook, hoer of tollenaar. Liefhebben zonder terughoudendheid. Wordt er aangebeld? Open je hart!

Sleutelbos ITEM VAN BETEKENIS

“Ik vind mijn sleutelbos heel belangrijk. Mijn huissleutel zit hieraan, een soort bewijs van mijn herstel. Sinds 2019 heb ik mijn eigen huis, na veel jaren beschermd wonen op diverse plekken. Ik had veel angsten en kon niet op eigen benen staan. De sleutels zijn een bewijs dat ik dingen gewoon kan!

Ook mijn scootersleutel zit eraan, dat is een symbool voor de vrijheid die ik nu heb. Ik kan overal heen waar ik wil. Het is het vervoermiddel naar mijn werk als stagiair bij de kliniek 4Life van De Hoop. Bij 4Life heb ik het erg naar mijn zin, de vrouwen kennen mijn verleden en zien me als een voorbeeld. Ik ben toch wel een Verhaal van Hoop eigenlijk. Ik was altijd afgekeurd voor werk, had veel psychische problemen en durfde niet te werken. Na de Interne Opleidingsschool Ervaringsdeskundigheid bij De Hoop heb ik de sprong in het diepe gewaagd. Een stage als groepsbegeleider bij 4Life. Uit mijn comfortzone, maar het bleek perfect bij me te passen. Ik zit helemaal op mijn plek. Ik ben trots op mijn sleutels en waar ik nu sta!”

This article is from: