11 minute read

“Als iemand vroeger iets verkeerds zei, sloeg ik gelijk”

“Als iemand vroeger iets verkeerds zei, sloeg ik gelijk”

SHARLON IS EEN CLIËNT VAN DE HOOP EN EEN TROUW BEZOEKER VAN HET INLOOPHUIS VAN DE HOOP IN DORDRECHT. VRIJWILLIGSTER HEIDI IS ZIJN ‘BUDDY’. SAMEN VERTELLEN ZE OVER HOE SHARLON DE AFGELOPEN JAREN IS VERANDERD EN OVER DE STRIJD DIE ANDEREN VAN HET INLOOPHUIS AANGAAN.

Advertisement

Het Inloophuis is sinds de coronamaatregelen flink veranderd. Achter de voordeur lag altijd een open ruimte waar allerlei tafels stonden. Nu zijn er met hoge schermen barrières gecreëerd. Een smal pad ertussendoor brengt ons bij twee spreektafels, waar schermen tussen zijn gezet voor enige privacy. Terwijl we wachten op Heidi, vertelt Sharlon dat hij als klaar is met de reclassering vanuit zijn huidige, beschermde woonvorm op Dorp De Hoop wil doorstromen naar een eigen woning. De buurman praat mee: “Bied je die mevrouw geen koffie aan?” wil hij weten. Sharlon roept: “Ik werk hier niet!”

CURAÇAO

Als Heidi is aangesloten, verhuizen we naar een plek met meer privacy. Tijd voor een echt gesprek. Sharlon is bij het Inloophuis gekomen omdat hij dakloos was. Hij reageert schuchter op de vraag waarom: “Relatieproblemen en zo.” Na wat vragen van Heidi vertelt hij meer. “Ik ben vanaf mijn achttiende in Nederland, vanuit Curaçao. Daar was het een bende. Leven is een crisis daar. Er wordt veel gekwekt, veel geroddeld. Ook als je goed bezig bent, word je zwart gemaakt. Niet iedereen doet dat, maar veel mensen wel. Ze praten over je. Ik voelde dat aan. Ik werd er geïrriteerd en depressief van.”

ACHTERHOEK

Ruim 32 jaar geleden komt Sharlon naar Nederland. “Ik had familie in de Bijlmer, maar daar had ik niet echt contact mee. Ik kwam terecht bij een goede kennis in de Achterhoek, met een vrouw en twee kleine kinderen. Hij bood mij aan bij hem te komen wonen. In de Achterhoek waren bijna geen zwarte mensen. Daar gaat je Nederlands goed van vooruit! In Dordrecht zie ik buitenlanders die hier al jaren zijn en nauwelijks Nederlands praten. Mijn moeder stuurde af en toe wat geld uit Curaçao en ik ging aan het werk via een uitzendbureau. Ik wilde mijn kennis wel betalen voor de kosten.”

VOETBAL

Via het uitzendbureau krijgt Sharlon op bijzondere wijze een vaste baan. “Tijdens de lunch zaten ze over voetbal te praten. Ik zei dat ik prof was geweest op Curaçao. Ik werd raar aangekeken, maar de baas zei: ‘Kom eens een keer bij ons trainen; dan weten we hoe het echt zit.’ Dat heb ik gedaan. De volgende dag zei de baas: ‘Jij werkt niet meer via het uitzendbureau, maar bent nu in vaste dienst.’ Hij heeft een auto voor me geregeld en een eigen studio, vlak bij de voetbalclub waar hij sponsor was. Ik ging werken, trainen en in de competitie voetballen. Ik werd topscoorder van de club. Ze noemden me de zwarte panter van het veld.”

LIEFDE

De liefde maakt een einde aan Sharlons voetbalcarrière. “Op mijn 26e leerde ik de moeder van mijn kinderen kennen. Ik ben met haar naar Almere verhuisd en heb het voetballen opgegeven. Ik heb er twee mooie kinderen voor teruggekregen. Mijn dochters zijn nu 19 en 20 en zij studeren allebei voor de zorg, om net zulk werk te gaan doen als de mensen bij De Hoop.” De liefde voor de moeder van zijn kinderen houdt geen stand. Sharlon verhuist van de ene plek naar de andere. Hij woont in Amsterdam, dan in Rotterdam bij iemand die besluit terug te keren naar Curaçao. Sharlon verhuist naar een bekende in Dordrecht. “Maar die zegde de huur op om te gaan samenwonen met zijn vriendin. Ik kwam op een kamer terecht en trok toen weer in bij een vriendin. Het was een bende, een chaos, in mijn leven. Ik kwam bij het Leger des Heils in Dordrecht terecht.”

AANDACHT

Een reden van de chaos is dat Sharlon alcohol drinkt. Op de vraag hoeveel, zegt hij: “Meer dan veel. Doe maar een krat per dag. Van kleins af aan had onze vader geen aandacht voor ons. Dan ga je aandacht zoeken op straat. Een oom gaf me die aandacht. Hij dronk veel. Ik ging meedoen. Het loopt langzaam op. Ik dempte mijn problemen. En intussen was er thuis iedere nacht ruzie tussen mijn vader en moeder. Mijn vader was heel wantrouwend naar mijn moeder, maar hij ging zelf vreemd. Toen we al volwassen waren, kwamen we erachter dat we een halfbroer en twee halfzussen hadden.”

INLOOPHUIS

In de tijd dat Sharlon dakloos is, wordt hij door een kennis meegenomen naar het Inloophuis. “Daar heb ik Heidi leren kennen. Ik voelde me er heel ontspannen. Ik was er maandag, woensdag en vrijdag, alle dagen dat het Inloophuis open was. Heidi is heel lief, het is goed om met haar te praten.” Heidi zegt: “Het eerste gesprek met Sharlon herinner ik me niet meer. Ik weet wel dat hij de kat uit de boom keek. Langzaam zijn we in contact geraakt. Al naar gelang van hoeveel hij had gedronken was hij spraakzamer. Hij ging vertellen waar hij tegenaan liep met praktische dingen. Als er onduidelijkheden waren, hielp ik hem of gaf ik uitleg.” Sharlon: “Ik kon opgenomen worden bij De Hoop. Daar was ik zo blij mee. Ik wist dat ik daar vooruit kon gaan.”

ZONNESTRAAL

De opname bij De Hoop gaat niet zonder hindernissen. Heidi vertelt: “Daar heb ik

“Ik heb de dag voordat ik naar De Hoop ging nog twee pakken wijn gedronken.”

Heidi is vrijwilligster bij het inloophuis van De Hoop in Dordrecht. wel over in de piepzak gezeten. Sharlon had van tevoren in detentie gezeten. Hij werd een dag voor zijn opname vrijgelaten. Je hoort dat mensen als ze buiten de poort staan de vrijheid zo overweldigend ervaren, dat ze direct terugvallen in hun oude leven en van een opname niets terechtkomt.” Sharlon: “En mijn paspoort was ook nog kwijt.” Heidi: “Ik moest proberen met hem in contact te komen en dat lukte. Zijn spullen waren zoek. Ze bleken bij het Leger des Heils te staan en moesten naar De Hoop. Het was zoveel dat het hem zelf niet lukte om ze mee te nemen. Sharlon wilde graag dat ik hem naar De Hoop bracht, maar ik was die dag elders aan het werk. Een kennis zou hem op de fiets naar De Hoop brengen, maar dat lukte niet.” Sharlon vult aan: “En ik had geen idee waar De Hoop was.” Heidi vertelt: “Uiteindelijk heeft iemand die de interne post van De Hoop bezorgt hem gebracht. Ik kwam de dag erna zijn spullen brengen. Dat vergeet ik nooit meer. Sharlon liep me tegemoet en leek wel een zonnestraal, met een lach van oor tot oor. Hij riep: ‘Heidi, ik ben in het paradijs terechtgekomen’.” Sharlon legt uit: “Ik had op Crosspoint (de afkickkliniek van De Hoop – red.) een eigen kamer; ik sliep eindelijk niet meer met 10 of 15 man op een kamer. Ik ben na vijf dagen doorgestroomd naar de afdeling 4Life en nooit teruggevallen. Ik ben al… even nadenken… 765 dagen clean. Ik heb de dag voordat ik naar De Hoop ging nog twee pakken wijn gedronken. Ik wist: Als ik naar De Hoop ga, is dat klaar. Dan drink ik nooit meer. Als ik nu iemand zie die dronken op straat loopt, denk ik: ‘Wat smerig, wat lelijk’.”

KRACHT

Heidi zegt: “Ik vind het knap dat Sharlon zo de knop heeft omgezet. Het is heel consequent.” Sharlon: “Je moet veranderen. Het geloof heeft me de kracht gegeven. Ik ben dieper met God gaan leven en heb geen trek meer. God komt bij mij op de eerste plek. Op 02-02-2020 ben ik gedoopt. Vroeger bleef ik zitten als de voorganger mensen opriep om naar voren te komen; nu word ik door

“Ik hou van het Inloophuis. Het zijn heel lieve mensen die daar werken.”

God naar voren geduwd en ga ik.” Heidi zegt over het afkicken: “Ik zie bij bezoekers van het Inloophuis hoe moeilijk die weg kan zijn. Je stapt uit je vertrouwde leven een onzekere toekomst in. Je kiest voor iets, maar je weet niet waar het je gaat brengen. Stoppen met een middel is al een strijd en doordat je niet meer gebruikt komen ook emoties en herinneringen weer boven. Dat is heftig en kunnen mensen niet altijd aan. Ik veroordeel het niet als ze terugvallen. Ze denken: ‘Ik wil even niet meer voelen.’ Of het helpend is, is wat anders. Daarom is het des te knapper dat Sharlon al zover is gekomen. Hij gebruikte daarvoor heel wat.” Sharlon vult aan: “Je maakt jezelf geestelijk en lichamelijk kapot.”

LIEVE MENSEN

Sharlon komt, enkele jaren nadat zijn behandeling bij De Hoop begon, nog steeds naar het Inloophuis. “Ik hou van het Inloophuis. Het zijn heel lieve mensen die daar werken.” De bezoekers zijn niet altijd zo lief, weet ook Sharlon: “Soms kom ik dan ook niet. Dan blijf ik even weg.” We vragen Heidi of ze weleens bang is tijdens haar werk. Ze zegt: “Ik werk er al vijf jaar en ben maar één keer bang geweest. Ik had in het begin een akkefietje gehad met een gast die ik toen nog niet goed kende, en die allerlei dreigementen had geuit. Toen dacht ik: ‘Wat zou er gebeuren als ik hem buiten tegenkom?’ Maar verder ben ik niet bang. Je bent wel alert als je ziet dat mensen onder invloed zijn. Dan hou je afstand. Ik pas me aan de situatie aan. Je moet opletten op je eigen veiligheid en die van anderen.” Sharlon zegt: “Als iemand vroeger iets verkeerds zei, sloeg ik gelijk.” Heidi knikt. “Bij Sharlon wist je altijd precies wanneer je even afstand moest houden.”

LEERSCHOOL

We vragen Heidi waarom ze kiest voor dit vrijwilligerswerk. “Vooral vanwege de hoop die je voor anderen mag hebben. Sommige gasten van het Inloophuis zijn ‘opgegeven’, ook door instanties. Maar voor God zijn er geen hopeloze gevallen. De vraag is: willen onze gasten dat ook geloven en aangrijpen? Ik geloof dat God mij helpt bij wat ik moet doen. Ik werk in het dagelijks leven in de financiële wereld. Ik heb geen achtergrond in de zorg. De praktijk is mijn leerschool. God rust me toe, met geduld, met wijsheid, maar ook met liefde voor mensen. Sharlon is daar een voorbeeld van. Je kunt denken ‘Wat een lastpak’ of je kunt ervoor kiezen door de buitenkant heen te kijken naar de persoon erin. Iemand te willen leren kennen. En zo ontdek je ruwe pareltjes.” Sharlon zegt tevreden: “We kennen elkaar al heel lang.” Heidi knikt: “Dat is het mooie bij het Inloophuis, dat we als vrijwilliger een buddy kunnen zijn en met gasten kunnen blijven oplopen. Ik mag het contact vasthouden, mensen blijven opzoeken als ze dat willen. Er blijft dan een constante terwijl ze van afdeling naar afdeling gaan. Je ziet de hoogte- en de dieptepunten. Ik heb echt respect gekregen voor de bezoekers van het Inloophuis die deze strijd aangaan.”

“Ik voelde de liefde en vrede van God”

Vijftig jaar lang had hij psychiatrische aanvallen. Waarvan hij – met Gods hulp – is genezen. Voor ons zit Han Roering. Hij is vanaf het begin betrokken bij De Hoop. Of hij zich door zijn verleden goed kan verplaatsen in mensen bij De Hoop? “Ja, dat denk ik wel. Ik ben een half jaar opgenomen geweest in een kliniek. De andere jaren heb ik gewerkt, al functioneerde ik soms niet goed. Ondanks alles ben ik nooit een dag werk- of dakloos geweest. Daar ben ik God dankbaar voor.”

Han uit zijn betrokkenheid door het lezen van het magazine, bidden voor het werk en door geld te geven. “Ook ga ik regelmatig naar open dagen. Zo bezocht ik jaren geleden Horeb, een toenmalige locatie in Apeldoorn. Daar voelde ik de liefde en vrede van God. Er gebeurden echt wonderen.”

Bent u benieuwd naar het hele verhaal van Han? Scan de QR-code of ga naar www.vriendenvandehoop.nl/verhalen/ik-voelde-de-liefde-en-vrede-van-god/

ZAKENVRIEND

DAKTEC

Peter Riezebos is directeur van Daktec. Hij vertelt: “We doen alles wat op het dak moet gebeuren. We zitten in Meppel, Harderwijk en Drachten, maar werken door een groot gedeelte van het land. Vanuit Harderwijk en Drachten doen we platte daken, van een garagedak van een paar meter tot een enorm industrieel dak. Vanuit Meppel doen we naast de platte daken ook hellende daken, in dat geval vooral kleinschalige renovatie. We regelen verder sedumdaken en zonnepanelen. Dat laatste gebeurt in combinatie met de Breman Groep. Onze kracht is om met de klant mee te denken. Nu komen wij regelmatig daken tegen waar lekkages zijn, maar waar toch zonnepanelen op gelegd zijn. Het dak had eerst gerenoveerd moeten worden. Nu moet alles er weer af en ben je veel meer kosten kwijt.”

Peter is zakenvriend van De Hoop. “Als je ondernemer bent, ga je nadenken. Waarom ben ik eigenlijk ondernemer? Hoe wil ik mijn leven indelen? Wat wil ik voor een ander betekenen? Vanuit mijn geloof vind ik rentmeesterschap belangrijk. De dingen die ik heb, zijn niet van mezelf, maar mag ik inzetten voor de wereld. Ik heb door de jaren heen best veel mensen zien worstelen met alcohol en drugs, en met de psychische klachten die daaruit voortkomen. Daarom ben ik zakenvriend van De Hoop geworden. Ik wil me inzetten voor de hulp die De Hoop biedt.”

Platte daken Hellende daken Sedumdaken Zonnepanelen Zinkwerk

This article is from: